Wat een weertje, wat een weertje. Piet jozef en ik zijn gisteren een beetje vroeger naar de tent teruggekeerd. We hadden ons de hele dag enorm gehaast met het bakken van pepernoten. We wilden graag nog wat spelen in de sneeuw. Het is wel heel koud maar sneeuw vinden we O zo leuk. Dan kunnen we zomaar van de daken naar beneden glijden. We hebben ook nog verstoppertje gespeeld in de struiken en Piet Jozef vond het dan weer al leuk om kunstjes te doen op de picknicktafels, de banken, aan de kapstokken en dan, dan wou hij ook nog even tonen wat hij allemaal kan aan dat rode afdak. Wiebel wiebel zwier zwier krak. Oei, wat was dat? Zijn pak helemaal doorgescheurd. Ik lag plat van het lachen, want daar stond hij dan in zijn ondergoed in de kou. Maar Piet Jozef was er niet blij mee, want het waren niet alleen zijn kleren maar ook zijn arm. Oei, zijn arm deed zoveel pijn. Het was gedaan met de pret. We moesten naar het ziekenhuis. Daar hebben we nog een hele tijd moeten wachten waardoor we laat in ons bed kropen. Wat zal de Sint schrikken. Lieve groetjes.
Wat hebben we toch weer zalig geslapen vannacht. We moeten jullie toch wel iets vertellen over gisterenavond. We kwamen doodmoe terug naar deze fijne tent en hadden heel grote honger. Piet Jozef wou mij verrassen en ging iets super lekkers klaar maken om mijn hoger te stillen. Wat was ik toch blij toen ik zag dat hij spaghetti aan het koken was. Maar, maar, maar ik was mij al heerlijk aan het verheugen op die spaghetti. Ik had de tafel al mooi gedekt. Maar toen piet Jozef aankwam met de kom spaghetti schrok hij zo hard van een muis die voorbijliep dat hij struikelde en ik kreeg al die lekkere slingers over mijn hoofd. We moesten dus helemaal opnieuw beginnen. Nu lieten we ons niet meer afschrikken van een kleine muis en konden we uiteindelijk toch heerlijk smullen van de lekkere spaghetti. Veel lieve groetjes.
Tsjonge, jonge, jonge wat is het toch koud! Ook vuil, overal vinden we sneeuwplassen. Je had ons moeten zien toen we terugkwamen van onze werkdag. Doodmoe waren we en we zaten volledig onder de sneeuw. We konden dus niet zomaar direct in dat warme bedje kruipen dat jullie voor ons hebben klaargelegd. Neen, neen, neen geen sprake van. Eerst moesten al onze kleren worden gewassen, want stel je voor dat de Sint die vuile kleren zou zien. Dan zou hij boos zijn. Gelukkig hebben jullie een gasvuurtje achtergelaten zodat we water konden warm maken. We hadden een emmer gevonden. Hopelijk mochten we die gebruiken? En dan ja dan maakte Piet Jozef alles klaar. Ik zag het zo gebeuren. Hij draaide de doos waspoeder om. Ik riep nog :pas op, voorzichtig. Maar te laat ! De hele doos waspoeder in de emmer. We kregen dus heel, heel veel schuim. Het kwam de emmer uit, in onze tent. Wat een gedoe. Nu moesten we onze tent ook nog droog krijgen. Maar onze kleren ja die zijn echt wel proper. De Sint zal tevreden zijn. Veel lieve groetjes.
Wij willen jullie eerst en vooral "Dank u wel " zeggen voor het leuke plekje dat jullie voor ons hebben klaargezet. We waren zo verrast dat we een hele avond vreugdedansjes hebben gemaakt. We hebben er zalig in geslapen. het is een heel zacht bedje en we vinden het fijn om met al die knuffels in deze tent te mogen logeren.We zullen er zeker en vast van genieten. Weet je wat...we kunnen iedere dag een briefje achterlaten. Maar nu moeten we vertrekken , want we hebben een hele drukke dag voor de boeg. we moeten de speculaaskoeken bakken voor de Sint.