De naam turbine werd voorgesteld door Claude Burdin tijdens een ingenieurswedstrijd in 1828. Deze naam is afkomstig van het Latijnseturbinis, wat wervelstroom betekent.
Een eenvoudige turbine bestaat slechts uit één rotor met schoepen, die zorgen voor energie-uitwisseling met de stroming. Vroege voorbeelden van turbines zijn windmolens en watermolens.
Gas-, stoom- en waterturbines hebben meestal een behuizing rond de rotor. Deze behuizing leidt de stroming in de gewenste richting, wat de doelmatigheid ten goede komt.
Het omgekeerde van een turbine is een compressor. Compressoren worden in sommige gasturbines gebruikt en zijn er in 2 uitvoeringsvormen: de radiale compressor en de axiale compressor, genoemd naar de richting waarin het fluïdum stroomt tijdens de compressie.
Een dynamo of gelijkstroomgenerator is een machine waarin mechanische energie, binnenkomend via een draaiende as, omgezet wordt in elektrische gelijkstroomenergie. De tegenpool van de dynamo is de gelijkstroommotor, waarin elektrische gelijkstroomenergie omgezet wordt in mechanische energie.
De dynamo (van het Griekseδύναμις (dunamis): lichaamskracht, macht, troepen) was vroeger een andere naam voor elektrische generator, maar wordt na de ontwikkeling van de alternator voornamelijk gebruikt om generatoren aan te duiden die gelijkstroom opwekken met behulp van een commutator. De wisselstroomgenerator van een fiets wordt echter nog steeds dynamo genoemd.
Software kan worden ingedeeld naar toepassingsgebied of gebruikersgroep.
Het begrip "software" komt uit het Engels en is de tegenhanger van hardware (apparatuur), waarmee alle "tastbare" apparatuur wordt bedoeld.
Het onderscheid tussen hardware en software bestond al voordat de computer bestond, al worden de termen in die zin niet vaak gebruikt. Een radiotoestel is hardware, het radioprogramma is software. Een grammofoon is hardware, de grammofoonplaat bevat software. Dit illustreert dat de hardware onbruikbaar is zonder software.
Met hardware of apparatuur worden in de computertechniek alle fysieke componenten aangeduid die in een computereen rol spelen. De term wordt gebruikt als tegenhanger van software (programmatuur). Voorbeelden zijn een computer (pc), laptop, personal digital assistant (pda), smartphone en tablet.
In de Angelsaksische wereld heeft de term hardware een bredere betekenis dan in het Nederlands. In het Engels duidt de term hardware niet alleen op computeronderdelen maar op gereedschappen, bouwmaterialen, machineonderdelen en ijzerwaren in het algemeen.
Een elektriciteitscentrale is een centrale productielocatie voor de opwekking van elektriciteit. De meeste elektriciteitscentrales wekken energie op door middelen een generator die wisselspanning (typisch 20.000 volt) produceert .
Een laptop, schootcomputer of notebook is een draagbare computer
die in principe op de schoot kan worden gebruikt. Laptops worden vooral
gebruikt door mensen die op verschillende locaties met hun computer
werken. In de praktijk worden laptops vaak op een bureau of tafel
geplaatst. Een netbook
is een lichtere en vaak goedkopere laptop. Een laptop heeft het
merendeel van dezelfde componenten als een vaste computer, met inbegrip
van een beeldscherm, een toetsenbord, een aanwijsapparaat zoals een
touchpad (ook bekend als een trackpad) en/of een pointing stick en
luidsprekers in een enkele eenheid. Een laptop wordt gevoed door
elektriciteit via een wisselstroomadapter en kan uit de buurt van een stopcontact worden gebruikt door de oplaadbare batterij.
Van draagbare computer naar laptop
De eerste draagbare computers verschenen in het begin van de jaren tachtig. Zij waren in vergelijking met de huidige laptops log, onhandig en zwaar, zoals de Osborne 1
die meer dan 10 kg woog. Het scherm was vaak niet meer dan een paar
centimeter groot. Een van de eerste computers die men met recht laptop zou kunnen noemen, was de GRiD Compass
die in 1982 op de markt kwam - maar door zijn hoge prijs (ca. 8000
Amerikaanse dollar) vooral terechtkwam bij managers en de Amerikaanse
overheid. Vanaf halverwege de jaren tachtig kwamen fabrikanten als
Toshiba met 'betaalbare' laptops.
De technologie van laptops heeft een flinke ontwikkeling doorgemaakt
en sinds ongeveer 2005 doet een grote krachtige laptop niet onder voor
een middelmaat desktop-pc. De kleinere laptops zijn door de warmteontwikkeling van de processor nog wel veel beperkter in snelheid dan een desktop.
Een abacus (meervoud: abaci), ook telraam of rekenrek genoemd, is een mechanisme om sommen en andere wiskundige berekeningen mee uit te voeren. Het is een voorloper van de rekenmachine en de computer. In de westerse wereld wordt de abacus tegenwoordig hoofdzakelijk gebruikt als didactisch hulpmiddel bij het leren rekenen. Met name in het Verre Oosten wordt hij nog wel gebruikt in winkels en dergelijke.
Cijferen met grote getallen
Met
een abacus kunnen bewerkingen met grote getallen worden uitgerekend. De
kralen om de verschillende verticale staven representeren
honderdtallen, tientallen of eenheden. In het onderwijs wordt hiermee
het principe van lenen en inwisselen bij het cijferen concreet en visueel gemaakt. Het is een soort telraam dat de Romeinen vaak gebruikten op school.
Telraam
Het
verschil met een telraam is dat op een telraam de kralen altijd staan
voor eenheden. Een telraam heeft horizontale staven. Soms zijn de kralen
per 5 of 10 voorzien van dezelfde kleur om zodoende een structuur
zichtbaar te maken voor de leerlingen. In het onderwijs wordt een
telraam vaak rekenrek genoemd.
Recupel is een organisatie die de inzameling en verwerking van afgedankte elektro-apparaten organiseert in België.
De vereniging werd in het leven geroepen ter ondersteuning van de aanvaardingsplicht:
wetgeving die bepaalt dat elke handelaar die een elektr(on)isch
apparaat op de Belgische markt brengt ook de inzameling en de verwerking
van de afgedankte toestellen op zich moet nemen. Recupel werkt daarom
nauw samen met onder andere handelaars, gemeenten en kringwinkels voor het transport en de ecologische verwerking van de afgedankte apparaten. Haar activiteiten worden gefinancierd door een Recupel-bijdrage die klanten betalen bij aankoop van een nieuw toestel.
In 2013 zamelde Recupel bijna 116.000 ton aan oude huishoudapparaten in, een stijging met 3,25% tegenover het jaar daarvoor.
Android is een opensourceplatform en besturingssysteem voor mobiele telefoons, tablet-pc's, camera's en meer, gebaseerd op de Linuxkernel en het Java-programmeerplatform.
In april 2013 werden er meer dan 1,5 miljoen Android-telefoons per dag
geactiveerd en Android is daarmee het meest verkochte besturingssysteem
op mobiele telefoons.[2] In totaal zijn er in mei 2013 meer dan 900 miljoen Android-apparaten geactiveerd.
Android is ontwikkeld door Android Inc., een bedrijf dat in 2005 werd overgenomen door Google. Later werd het bedrijf door Google ondergebracht in de Open Handset Alliance (OHA).
Het originele idee achter Android was het ontwikkelen van een
besturingssysteem voor camera's met een ingebouwde ondersteuning voor
cloud-mogelijkheden. Android wordt nu voornamelijk gebruikt voor
smartphones en tablets. Met de vrijgave van het Android-platform op 5 november2007 werd ook de oprichting van de OHA aangekondigd. Dit samenwerkingsverband bestond bij de oprichting uit 34 hardware-, software- en telecommunicatiebedrijven die zich erop richten open standaarden voor mobiele apparaten te bevorderen.
Ergonomie is de wetenschappelijke studie van de mens in relatie tot zijn omgeving. Dit kan een product, ruimte of werkplek
zijn. Ergonomie zit vervat in ons dagelijks leven, maar is vooral
bekend in arbeidssituaties. Het is afgeleid van de Griekse woorden
ergon (werk) en nomos (wet) en moet ervoor zorgen dat de veiligheid
en gezondheid van de werknemers verzekerd wordt. Bij het ontwerpen van
consumentengoederen en interieurs speelt vooral comfort en het
doeltreffend functioneren een rol.
Fysieke ergonomie
Fysieke ergonomie: Een heftafel brengt de motorfiets op werkhoogte
Autos, huizen, tafels en stoelen, heel de wereld is op maat van de
(gemiddelde) mens gebouwd. Deuren vereisen niet te veel kracht om
geopend te worden, winkelkarren verlichten het dragen van boodschappen,
een lange borstelsteel maakt (voor mensen van gemiddelde lengte) bukken
overbodig en fietsen hebben verschillende maten zodat extreme houdingen
vermeden worden. In arbeidssituaties wordt vooral aandacht besteed aan
een correct zitgedrag achter de pc, het heffen en tillen of trekken en
duwen van lasten, aangepaste handgereedschappen om afwijkende
handposities te vermijden.