we gaan binnenkort weer op reis, deze keer naar Namibia; zoals altijd zal ik proberen regelmatig een verslagje van onze reis op het blog te zetten. Jullie commentaren horen we dan graag !
We zijn een paar uur geleden aangekomen in Windhoek, waar we nu twee nachten blijven. Het weer is schitterend: 24 graden en volop zon; die gaat wel al onder om 17.30 u en dan koelt het flink af.
We zijn nog nooit zo snel en zo vlot door Brussels Airport geraakt; van bij onze aankomst (met de trein) tot we door inchecken, bagage controle en immigratie waren duurde het geen half uur ! Er was ook opvallend weinig volk, soms liepen we helemaal alleen door lange gangen, waardoor je de neiging kreeg tegen mekaar te gaan fluisteren !!
De rest van de reis ging ook vlot: van Brussel naar Londen, dan naar Johannesburg en dan naar Windhoek. Alles bijeen zijn we toch 26 uur onderweg geweest.
Onze auto staat voor de deur, het is een relatief nieuwe (4500 km) Nissan double cap 4x4, ziet er goed uit. Morgen gaan we Windhoek nog bezoeken en daarna begint onze rondreis.
ik heb een paar dagen geen internet gehad, nu lukt het weer wel. In de hoofdstad van Namibie, Windhoek, is weinig of niets te zien. We hebben er een dagje rondgelopen en dan weet je het wel. Een advies voor iedereen die er ooit naartoe wil: als je een taxi neemt, zorg dan dat je een stadsplan op zak hebt en weet hoe je moet rijden...want die mannen weten dat namelijk niet. We hebben 3 taxis genomen en 3 keer had de chauffeur geen benul van waar hij naartoe moest, en hebben wij hem moeten gidsen.
Nog een tip: in Namibie spreekt iedereen Engels, maar ook bijna iedereen spreekt/verstaat Afrikaans. Je moet dus opletten met wat je onder mekaar zegt in het Vlaams, want de kans is groot dat een omstaander begrijpt wat je zegt. Als dat dan toevallig een opmerking over die omstaander is, kan dat vervelend zijn. ons moet versigtig wees dat ons geen kwaad spreek van die andere mense nie, want hulle verstaan ons dikwels.
Na Windhoek zijn we naar Sossusvlei gereden, de voornaamste attractie daar zijn de spectaculaire rode duinen, de hoogste ter wereld. Er is ook een bevreemdend landschap van een zoutpan met dode, 1000 jaar oude bomen. Om daar te geraken kan je tot op de parking rijden en dan wordt je met een shuttle verder gebracht. Je kan ook zelf tot bij die zoutpan rijden, maar de laatste 5 km zijn lastig en je hebt absoluut een 4x4 nodig. Maar die had ik dus...en blijkbaar is het niet genoeg dat je een macho auto hebt, je moet er ook nog mee kunnen rijden. Ik reed dus na een kwartiertje al vast, ik heb mezelf kunnen uitgraven, en stond 5 minuten later opnieuw hopeloos stil. Toen geraakte ik er niet meer uit, een bestuurder van een van de shuttles heeft me eruit geholpen en we zijn dan maar braaf met de shuttle meegereden...
En vandaag zitten we in Swakopmund een stad aan de Oceaan. Het is hier nog heel Duits van de tijd dat Namibie een Duitse kolonie was. De meeste straten zijn nog Strassen, er is een Brauhaus en je kan er wurst mit sauerkraut kopen.
Onderweg hebben we nog niet veel dieren gezien, maar toch al wel een paar struisvogels, een groot wrattenzwijn, een kudde van 9 bergzebra's die voor onze neus de weg overstapen, de onvermijdelijke impala's en nogal wat onyxen. Dat is een soort sabelantiloop, een heel elegant dier met indrukwekkende hoorns. Er zijn ook heel grote vogelnesten, dat zijn een soort appartementsblokken waar tientallen vogels hun eigen nestje in de grote groep hebben.
op maandag 23 mei zijn we van Sossusvlei naar Swakopmund gereden. Dat is een kuststad, waar alles nog Duits aanvoelt: de straten heten nog strassen, hotels en restaurants heten bijvoorbeeld "Zum Kaiser" en je hoort overal Duits spreken, zelfs op de lokale radio. De duinen rondom Swakopmund zijn indrukwekkend, ze vormen een echte woestijn. We hebben een excursie gedaan naar die woestijn, de live desert tour. we hebben ontdekt dat in de onherbergzame omgeving er eigenlijk verbazend veel leven is. Het is ook ongelooflijk hoe de gidsen de kleine diertjes kunnen vinden: wij zien alleen maar een onmetelijke hoeveelheid roodbruin zand, zij vinden ergens een gaatje van een paar millimeter en dan weten ze dat daaronder een spin, een slang of een gekko b.v. zit. Ze slagen er dan ook nog in dat beest op te graven. We zagen een prachtige gekko, een giftige witte spin en een kameleon die danst als Michael Jackson.
We waren met twee jeeps, en één ervan reed op een bepaald moment hopeloos vast...het deed me een klein beetje genoegen dat ik niet de enige sukkelaar was die dat voorhad.
Het was een heel interessante en leerrijke uitstap.
De volgende morgen bij het ontbijt kwam de mevrouw van ons guesthouse ons vertellen dat we een lekke band hadden (deze auto brengt ons precies geen geluk !). We hadden het zelf niet gemerkt omdat we de auto al anderhalve dag niet meer gebruikt hadden. Maar dat is hier geen probleem (hier zijn blijkbaar veel lekke banden): een jongeman van het guesthouse (manusje van alles) pompt de band op met een klassieke voetpomp, we kunnen dan tot aan een bandencentrale die op een goed half uur de band plakt. Band demonteren, repareren, uitlijnen en terug monteren: rekening 9 !
Dinsdag zijn we dan gereden tot in Twyfelfontein. Daar zijn heel mooie rots gravures van 3 tot 6000 jaar oud. We deden ook een olifantensafari, heel leuk, we zagen een complete familie olifanten met de leider mama, de grote stier Oscar, een heel kleintje en een kleutertje, een tiener en nog een paar jong volwassenen. De groep telde 12 dieren en het was een genot om te bekijken hoe ze takken van de bomen scheuren om op te eten.`
De wegen in Namibia zijn voor 90 % gravel (tot een paar dagen geleden had ik nog gezegd voor 99 % maar toen kregen we ineens 170 km asfalt kado). De gravel is dikwijls goed bereidbaar, je kan soms 80 of 90 km/u rijden, maar soms zijn er lange stukken absoluut superslecht. De weg heeft dan dwarse ribbels, waardoor je het gevoel hebt over een wasbord te rijden, je tanden rammelen uit je mond, in de auto rammelt alles wat niet potvast zit, zodat je nauwelijks nog met mekaar kunt praten. En wat alle gravel wegen hebben is stof, stof en nog eens stof.
Je hebt niet echt een 4x4 nodig, maar het helpt wel. Ik heb de 4x4 uitgeschakeld en dan voel je op de gravel dat je rapper gaat "driften" en je riskeert van de baan te geraken. De wegen gaan ook voortdurend op en neer, omdat ze tientallen (droge) rivieren doorkruisen. Je gaat dan telkens nogal steil naar omlaag, schokt door de rivier en steil omhoog waar je op de top niet weet wat er achter die top komt. Als je op dat moment te snel rijdt, loop je kans om met de wielen van de grond te komen...we zagen een auto op zijn dak liggen, de ambulance stond er nog bij en het is een akelig gevoel te weten dat op veel plaatsen de dichtsbijzijnde ambulance op 200 km (of meer) is.
Ik heb hier maar een beperkt aantal mb's , ik probeer op een volgend adres meer nieuws te sturen.
Na Swakopmund zijn we naar Twyfelfontein gereden waar we de mooie rotstekeningen van de bosjesmannen bewonderden. Daarna een overnachting in Khowarib Lodge, een van de mooiste lodges die we gehad hebben, met een openlucht badkamer. Onderweg zagen we een paar van de befaamde baobab bomen
Daarna rijden we naar Okuwo. Hier gaan we de mensen van de Himba stam bezoeken. Als we na aankomst in het stadje rondlopen ontmoeten we al de eerste Himba's. Ze leven nog traditioneel in hutten en ze hebben nog traditionele gebruiken. De vrouwen lopen altijd met blote borsten, ze smeren heel hun lijf in met een mengsel van gemalen rode rotsen en geitenvet. Hun haar wordt ook in lange slierten (extensions) gedaan en ingevet met hetzelfde mengsel . Ze wassen zich nooit, maar ze hebben geen onaangename geur. Een ander gebruik is dat rond de leeftijd van 13 jaar, zowel bij de jongens als bij de meisjes de twee middelste tanden van het ondergebit, uitgeslagen worden. Dit wordt niet altijd meer gedaan, maar toch nog regelmatig. Je ziet hier dan ook nogal wat mensen rondlopen met een gat in hun gebit. Ongetrouwde meisjes hebben twee vlechten voor hun gezicht Bij het bezoek aan een Himba dorp werden we uitgenodigd in een hut van Een van de vrouwen. Ze toonde hoe ze de rode rotsen vergruisde en mengde met geitenvet en ook hoe ze "parfum" maakte. Toen we uit de hut kwamen was inmiddels heel het dorp in een grote kring gaan zitten, allemaal met vóór hen wat prullen om te verkopen: armbandjes, houten beeldjes enz... We moesten heel de kring rond en we hebben heel veel mensen teleur moeten stellen
En van hier rijden we naar het Nationaal Park Etosha om beestjes te gaan bekijken
We hebben nu een paar dagen in het Etosha park doorgebracht en we hebben enorm veel dieren gezien. Onderweg niet zo veel, we hadden er meer verwacht, maar als je aan de waterholes gaat parkeren dan zie je er dikwijls honderden samen komen. Bij onze eerste lodge kregen we kamer 13 en dat was de laatste kamer van een lange rij. De lodge is boven op een berg gebouwd, en de weg van het centrale gedeelte naar onze kamer was heel lang en heel steil...we hadden gemiddeld 15 minuten nodig om er te geraken. Maar het was ook de beste kamer van de lodge: we hadden een terras met privé zwembad (2,20 m lang en 60 cm breed !!!) maar met uitzicht op een waterhole waar er heel de dag heel veel activiteit was. We konden vanop ons terras genieten van het kijken naar olifanten, gemsbokken, giraffen, zebra's, springbokken enz... We hebben nog geen grote katten gezien (leeuw, luipaard, cheeta), noch de neushoorn maar wel heel veel anderen. We waren vooral blij met twee hyena's en een paar keer een jakhals. En ook met de olifant die voor de neus van onze auto de weg overstak...we hebben hem maar voorrang gegeven
Ik zie dat het weer een tijd geleden is dat ik nog een bericht geplaatst heb. Ik heb ontdekt dat wifi in Afrika niet zo vanzelfsprekend is; op sommige plaatsen was er helemaal geen verbinding, op andere wel, maar alleen in het centrale gedeelte van de lodge (restaurant) en dan nog heel zwak. Intussen hebben we Namibia verlaten, we hebben 3 dagen in Botswana verbleven en nu zitten we bij de Victoria watervallen in Zimbabwe. Hier heb ik eindelijk een goeie verbinding, en dan nog op de kamer, dus kan ik op mijn gemak werken.
Wat informatie over de lodges in Namibia. Ze zijn allemaal mooi, van gewoon mooi tot prachtig. Ze zijn ook allemaal volgens hetzelfde principe opgebouwd: een centraal gedeelte met restaurant, bar en lounge/receptie, en vrijstaande bungalows om te logeren. Die bungalows verschillen in stijl, meestal Afrikaans met strodak, maar ze kunnen rond zijn of vierkant, gebouwd van steen of hout, of houten palen waartussen tentzeil gespannen is. Binnen zijn ze luxueus, grote bedden met muskietennet, badkamer en toilet. De Afrikaanse dagen zijn meestal bloedheet, en de nachten (en dan vooral de ochtenden) steenkoud. Naargelang de materialen die gebruikt zijn bij het bouwen van de lodge, komt er meer of minder wind en koude binnen; het is 's morgens een uitdaging om uit je warme bed te komen !
Het personeel is bijna altijd heel vriendelijk, goedlachs en behulpzaam (op een paar uitzonderingen na). De meeste mensen zijn hier nog heel arm en ze leven nog altijd in typische Afrikaanse hutten. Je ziet langs de weg kleine dorpjes, waar een paar kralen staan, met daarin telkens 4 of 5 hutten. Ze hebben wat geiten of koeien en dat is het dan. Geen elektriciteit, geen water, je ziet ze regelmatig langs de weg lopen (meestal de vrouwen) met een jerrycan op hun hoofd, ze zijn dan ergens in een rivier of misschien aan een centrale waterpomp gaan water halen. Diegenen die in de horeca werken zijn dan ook gelukkig: ze verdienen wellicht niet veel, maar toeristen geven wel fooien. Een euro is voor ons niet veel, maar voor hen is het heel wat !
Voor ons is het hier goedkoop; als je voor lunch een sandwich gaat eten dan kost dat 3,5 / een buffet diner in het hotel kost 17 per persoon en een fles wijn in het restaurant tussen 6 en 12. Diesel kost 0,60/liter