"Kijk ns aan, wie we hier hebben! Dat is lang geleden! Alles goed?" Steevast als ik bij wijze van avondvertier terugkeer naar mijn voormalig habitat, zie ik me meermaals genoopt bovenstaande frase te benutten. Ik ben namelijk niet meer zoveel in het land, ziet u. En als ik dan toch in het land ben, gebeurt het uiterst sporadisch dat mijn feestneus me toevallig naar de oude buurt voert. Uiteraard wordt een mens ouder, krijgt-ie steeds minder en minder tijd om dingen te doen die vroeger vanzelfsprekend leken. Steeds meer en meer keuzes maken; je tijd verdelen over de dingen die je zou moeten doen en de dingen die je wil doen: Dàt is ouder worden. Dàt is ook het lot van de vrijgezel die kiest voor de vaste relatie. Een vrouw is een tweebenig en tweespenig huisdier dat z'n energie haalt uit het opslorpen van tijd. Deze energie gaat grotendeels verloren langs de zelden gesloten mondopening. Wat overblijft wordt opgebruikt tijdens vele uren shoppen. Met een kleine energiereserve slaagt de vrouw er daarenboven in om een aantal eenvoudige - meestal niet erg arbeidsintensieve, want machinaal ondersteunde - huishoudelijke taken te vervullen. Maar voor dit alles heeft ze tijd nodig. En die zuigt ze maar al te graag uit het leven van anderen, bij voorkeur dat van een man die haar financiëel onderhoudt en seksueel bevredigt, maar niet te vaak en al zéker niet als ze hoofdpijn heeft. Trouwens, nu ik eraan denk, het is weer lang geleden!
Ik word elke dag verliefd. Soms zelfs een paar keer per dag en dit, in vele gevallen, op verscheidene vrouwen. Is er iets mooier dan een vrouw, vraag ik me dan steevast af? Is er iets leukers dan staren naar de rondingen van een mens van vrouwelijke kunne, bij voorkeur zonder hun medeweten, maar desnoods met. Waarschijnlijk zijn er slechts een handvol dingen leuker dan dat. Het stopt pas met leuk zijn als je de vrouw in kwestie beter leert kennen en zelfs op regelmatige basis haar lichaamsholten verkent. Het blijft welteverstaan nog steeds leuk om te kijken naar - en te spelen met - al dat moois, maar de communicatie, die is minder. Niets zo leuk dan een louter visuele mono- of dialoog. Vanaf het moment dat er woorden aan te pas moeten komen, is het vet van de soep. De vrouw zal namelijk steevast de overhand nemen in deze discussies. Dat is nu eenmaal de aard van het beestje. Zwijgen, daar houden ze niet van. Doch steeds blijven ze aangenaam om naar te kijken. Hoe langer, hoe liever. Ik wens elke man een vrouw toe die mooi is en voor altijd mooi blijft, maar vooral wens ik elke man een stille vrouw toe. Een stille vrouw die op tijd en stond de seksuele dorst van haar geliefde laaft met haar waterval van schoonheid en haar orkaan van stilte.
Gisteren ben ik naar het autosalon geweest. Dezer dagen pretenderen alle autofabrikanten een "groen" model te hebben, dat ongeveer 100 gram CO2 per kilometer uitstoot. Honderd gram! Dat is enorm veel, als je bedenkt dat er zo'n vijf miljoen wagens zijn in België. Als elk van die auto's dus zogenaamd groen zou zijn, en gemiddeld 1 kilometer per dag reed, wat (alweer) heel optimistisch is, dan zou dat een dagelijkse uitstoot betekenen van 500.000 ton CO2 per dag. Hallucinant! De "groene" wagens zijn populair, want fiscaal voordelig. Waar men echter geen rekening mee houdt, is het feit dat mensen graag air conditioning hebben, een vloek voor de CO2 uitstoot. Daarenboven worden ook nog andere luxe-opties aan de wagen toegevoegd, zodat het uiteindelijk geen verschil maakt of je nu een groene, rode of zwarte auto hebt gekocht. Op het autosalon was een stand met enkel groene wagens. Een milieustand. Er liep geen kat rond, op een dag waarop een paar tienduizenden het autosalon bezoeken. Is het milieu ons dan zo weinig waard? Of anders gezegd: willen we enkel iets aan het milieu doen als het ook voordelig is voor de portemonnee? Ik zal de mensheid nooit begrijpen.
Verdoofd als ik was door het lange slapen verdwaalde ik in de nachthal. Het was er stikdonker. Duizenden deuren - misschien waren het wel allemaal dezelfde - leken te leiden naar een plek waarnaar ik niet op zoek was. Ik zocht naar een uitgang, of iets wat daarvoor moest doorgaan. Miljoenen keren al had ik deze nachthal verkend. Ontelbare malen was zij de gids geweest die me doorheen de nacht leidde. Maar vannacht kon ik er geen touw aan vastknopen. Elke deur die ik opentrok, leek me terug te duwen naar het onvermijdelijke niets. Een leegte tussen volle muren. Het oriëntatiegevoel, dat me gewoonlijk uiterlijk een halfuurtje na het ontwaken bekruipt, leek nu niet meer dan een vage kennis. Een slechte vriend. Iemand die je in de steek laat op momenten dat je hem/haar het meeste nodig hebt. Dapper zette ik mijn verduisterde zoektocht verder, in de richting van het middelpunt van de cirkel waarin ik al uren stond te roteren. De deuren leken zich aan een razend tempo voort te planten. Ik betastte deurknoppen en scharnieren, vingerde hier en daar een sleutelgat en struikelde over het occasionele opstapje. Weer overeind scharrelen, opnieuw beginnen. Oriëntatie terug naar af. Misschien was ik al in een andere kamer terecht gekomen. Ik hoopte dat ik niemand wakker zou maken, tenzij misschien mezelf. Een paar rake klappen voor m'n kop, misschien zou dat het wel doen. Auw. Niet dus. Ik vond een deur, die me nieuw leek. De knop was anders en er zat geen sleutelgat onder. Ze opende zonder probleem. Zou dit het zijn? Hoezeer ik ook probeerde binnen te gaan in deze nieuwe kamer (misschien wel de heilige graal van mijn nachtqueeste), steeds leek een onkundig geplaatste balk me op ooghoogte tegen te houden. Ik probeerde m'n hoofd in te trekken, maar stootte m'n been aan een wel zeer onhandig opstapje. Deze kamer leek wel gemaakt voor dwergen. Ik hield het voor bekeken en sloot de deur opnieuw. Wacht 'ns even, dacht ik bij mezelf; als ik zonet een deur heb gesloten, moet ik wel ergens een muur vinden. Ik schuifelde langs de deur, m'n handen voor m'n lichaam uit. Ik bleef haken achter een nieuwe knop. Dit lijkt wel een deurenwinkel. Ik probeerde een uitgang te vinden, maar leek mezelf in een nieuw web te hebben vastgeketend. Tientallen deuren in deze kamer, geen enkele uitgang. Ik wist dat dit onmogelijk was, maar toch voelde ik de wil om verder te gaan uit m'n lichaam stromen. Ik kon wel huilen. Met de moed in de schoenen en totaal ontmoedigd, plaste ik in de linnenkast. Daarna vond ik probleemloos de weg naar m'n bed terug.
Het is weer eeuwen geleden dat ik nog eens een post heb gemaakt. Dankzij mijn schuldgevoel kan u dit met andere woorden lezen. Gisteren zat ik in de wagen kilometers te malen op de E17 Kortrijk-Gent toen het me plots te binnen schoot: Zeggen blinden ook "ik zie u graag" tegen hun geliefde? Hoe kan je zeggen wat je niet zeker weet? Mochten ze kunnen zien, zouden ze misschien een heel andere mening zijn toegedaan. Een dove kan toch ook niet zeggen dat hij een liedje graag hoort? Hij zou wel willen, maar hij kan het niet. Ik wil er niet te lang bij stilstaan, maar dit soort vragen des levens houdt me soms bezig. Futuliteiten dus, en deze futuliteiten liggen me na aan het hart. Ik kan niet zonder onzin. Ik moet kunnen leven in de waan dat alles rondom mij onbelangrijk is, zoniet word ik knettergek. Ik ben zo goed in relativeren dat ik zelfs relativeren relatief vind. En nu maar weer aan het werk....ach ja, voor zover je dat werken kan noemen.
De kou snijdt dezer dagen weer door alles heen. De dagen zijn kort, lichtjes branden overal. Glühwein- en jeneververkopers vieren hoogtij. Er is geen ontsnappen aan, de kerstperiode is in het land. Heilige Maria, moeder Gods, was tweeduizendenzeven jaren geleden hoogzwanger van zijne heiligheid. Sindsdien viert de wereld elk jaar de geboorte van het kindeken Jezus. Kerstbomen (waar komt dat gebruik in hemelsnaam vandaan?) versieren menig woonkamer. Een ontelbaar aantal megawatt wordt dagelijks verbruikt aan kerstverlichting en vergelijkbare onnozelheden. Ik begrijp niet waarom de wereld Kerstmis zo leuk vindt. Ik kan niet vatten wat er zo leuk is aan het zingen van liedjes die, licht parodiërend, de kerstsfeer weerspiegelen. Ik haat Kerstmis niet, verre van, er zijn voldoende andere nutteloze feestdagen die men gratuit kan haten, maar wat me aan Kerstmis zo stoort is dat ik het vooral niet begrijp. Ik zie de link niet - als die er al is - tussen de geboorte van de zoon van God enerzijds en Kerstbomen, Glühwein (of "egg nog" voor de Engelstalige wereldbevolking) en cadeautjes anderzijds. De wereld houdt blijkbaar van feesten zonder reden, daar kan ik zelfs niets op tegen hebben. Maar af en toe zou het wel mooi zijn om ook even stil te staan bij de geschiedenis achter onze feestdagen. Er zou op elk familiefeest minstens één aanwezige moeten zijn die de rest van de familie inlicht over het waarom van alles. Een boodschapper Gods, zeg maar, die de mensheid zou verlichten met wijsheid en gevulde kalkoen, zodat ook de volgende generaties niet enkel feest voor de cadeautjes. Aan alle priesters die nog een preek zochten voor de middernachtmis op 25 december: alstublieft. Aan alle anderen: een vrolijk Kerstfeest! Tot volgend jaar!
Het zijn nog heel even drukke tijden, alhoewel het nog erger had gekund. Momenteel bevind ik mij om professionele redenen in Amsterdam, alwaar ik tot vrijdag een klant uit de nood ga helpen. Vrijdagavond moet ik op tijd terug in België zien te geraken om mijn afspraak met de New Yorkse rockers Interpol niet te missen. Vanaf vrijdagavond begint mijn verlof. 2 weken werken in mijn huis. Het wordt waarschijnlijk nog drukker dan het nu al is. Mijn maag, darmen en longen beginnen zich reeds van de stress binnenstebuiten te keren en ik voel me met de dag slechter worden, maar waarschijnlijk zit het wel allemaal tussen m'n oren. Ik heb nood aan rust. Zucht....
Well tally-ho, with a bing and a bong and a buzz buzz buzz...
...vandaag is het mijn zevenentwintigste verjaardag. Normaal sta ik niet erg stil bij ouder worden, doch zevenentwintig heeft iets deprimerends. Ik heb officiëel de leeftijd bereikt waarop mijn tieneridool Kurt Cobain zichzelf mits een raak schot in de grijze massa van het leven beroofde. Een leeftijd waarvan sommigen beweren dat ze het definitieve einde van de jeugd betekent. Als dat klopt, dan ben ik vanaf heden officiëel oud. Het stemt me droevig om dit te beseffen. De tijd toen ik neerslachtigheid als een levensstijl beschouwde - hij ligt niet eens zo ver achter me - maakt nu plaats voor een tijd waarin neerslachtigheid zoveel mogelijk vermeden dient te worden. De negatieve gedachtenspiraal zo lang mogelijk uitstellen, dat moet de doelstelling zijn. Occasionele, door stress gelanceerde paniekaanvallen daargelaten, lukt me dat doorgaans vrij aardig. Maar ik besef dat het elke dag moeilijker zal worden om optimistisch door het leven te blijven stappen. De kans dat ik ooit een depressie krijg wordt statistisch met de dag groter. Statistisch gezien moet ik mezelf gelukkig prijzen dat ik geen rockster ben. Voor hen is de kans dat ze de zevenentwintig overleven nog kleiner dan voor een doorsnee sterveling. Maar zoals een leraar van mij ooit zei: "Statistieken zijn als bikini's: ze tonen veel, maar verbergen het essentiële." Anderzijds heb ik me zelden zo goed gevoeld. Mijn leven gaat pijlsnel in een richting waarvan ik vermoed dat ze de goede is. Ik heb een lieve vriendin die me, zoals het een goeie vriendin betaamt, soms het bloed vanonder de nagels haalt, maar me bovenal graag ziet. Ik heb reeds zeven jaar een goeie job met uitzicht op diverse carrièremogelijkheden. Ik heb een eigen wagen en een bedrijfswagen. Ik heb een eigen huis met een hypotheek die me de komende vijfentwintig jaar zoet zal houden, voor zover de verbouwingen dat niet doen. Ik betrap mezelf erop dat ik materialistisch ben geworden. Iets wat ik vroeger helemaal niet was. Doch ik heb tijdens de eerste jaren van mijn professionele loopbaan beseft dat geld moet rollen. Ik hoef niet rijk te zijn, maar wil wel veel hebben. Wat ik echter ook beseft heb, is dat al die bezittingen me geen gelukkig mens maken. Gelukkig zal ik pas zijn als ik zeker weet dat de keuzes die ik de voorbije jaren heb gemaakt de juiste blijken. Als ik niet meer hoef te twijfelen en geen stress meer hoef te hebben over dingen waar ik geen bal aan kan veranderen. Het geluk is geen bestemming, maar een onderweg zijn. Ik heb nog een lange weg te gaan....
Ik heb er genoeg van, van dat typisch Belgisch Vlaams geklaag en gezaag. Elke dag komt er wel één of andere debiel op de televisie verkondigen hoe slecht hij/zij het wel heeft in ons landje. Zijn het niet de nachtvluchten, dan zijn de Walen wel de oorzaak van alle kwaad. Is het niet Brussel-Halle-Vilvoorde dan zijn het spelende kinderen. Het lijkt wel of de vergrijzing van de samenleving gelijk staat aan de verzuring ervan. Ik haat mensen die het BHV dossier als levensbelangrijk aanschouwen. Mensen die op (of kortbij) de taalgrens wonen en alle Franse omschrijvingen op wegwijzers overschilderen. Mensen die perfect Frans spreken, maar het weigeren. Mensen die te dom en te egoïstisch zijn om te begrijpen dat we evolueren naar nieuw geassembleerde wagen, niet naar een gelijmde gebroken vaas. Europa is het tegenovergestelde van de Belgische staatshervorming. Verdomde separatisten. Ik haat ze. Intussen is men al 108 dagen bezig met de regeringsvorming. Nog steeds zijn we niet zeker of België überhaupt nog zal bestaan na het beëindigen van de gesprekken. Dat komt ervan als je een randdebiel als Yves Leterme en masse verkiest. Leterme is het prototype van de saaie, verzuurde Vlaming. Nog net niet verzuurd genoeg om Vlaams Belang-aanhanger te worden, maar hij komt in de buurt. Wat het Vlaams Belang vraagt, verschilt in wezen niet zoveel van wat Leterme en zijn kartel vragen. Vlaams Belang wil het huwelijk ontbinden, Leterme gaat niet verder dan een langetermijns-LAT-relatie. Met dat verschil dat Leterme verondersteld wordt sympathie te hebben voor de Franstaligen. Hij is immers ontsproten uit een Franstalig nest en verwoed Standard-supporter. Begrijpe wie begrijpen kan. Een wijs man, Joseph de Maistre met name, zei ooit: "Toute nation a le gouvernement qu'elle mérite.". Elke natie heeft de regering die ze verdient. Een uitspraak uit de achttiende eeuw, maar nog steeds brandend actueel. In een land vol nit- en halfwits, oude zakken en -dozen, separatisten, racisten, belgicisten en andere isten kan je geen intelligente, jonge en serene regering verwachten. Als de bevolking bestaat uit extremen kan je geen centrumregering verwachten. En toch, de Vlaamse bevolking moet dringend een draai rond de oren krijgen. Een periode van afzien, lijden en meer afzien, opdat ze eindelijk zou beseffen dat we in het mooiste land ter wereld wonen. Dat we rijk zijn en niets te klagen hebben. Dat we alle redenen hebben om gelukkig te zijn en lief voor elkaar. De Vlaamse bevolking, en bij uitbreiding de wereldbevolking, heeft dringend een nieuwe oorlog nodig, ter bescherming van de juiste morele waarden en ter verdediging van het patriottische ideaal. Weg met de verzuring! Leve België! Praise the Lord and pass the ammunition!
Een goeiemiddag, waarde bezoeker. Het zal u niet verbazen dat u op mijn blog bent terechtgekomen, anders was u hier uiteraard niet geweest. Het zal u evenmin verbazen dat mijn blog op dit moment nog vrij maagdelijk is. Dat komt namelijk omdat dit mijn eerste post is. Weldra zal u op deze eigenste plek kunnen lezen wat er omgaat in mijn hoofd, hart, maag en andere, niet nadergenoemde, lichaamsdelen. Alvast bedankt voor uw geduld en tot binnenkort!
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.