Insomnia
I
Met een ring van schaduw omzoomt
Ze mijn ogen – Insomnia.
Rond mijn ogen tovert Insomnia
Een schaduwenkroon.
Wat! Roep jij in de nacht
Afgoden aan? Laat dat!
Ik heb je geheim verraden,
Jij afgodenonderdaan!
De dagen zijn je te kort,
Zonlicht is wat je schort.
Draag toch mijn ringen, schoon,
Liefelijk bleekgezichtje!
Noem haar, en kijk, daar is ze,
Je schaduwenkroon.
Riep je mij niet genoeg?
Sliep je met mij niet genoeg?
Lig, licht van gezicht.
Iedereen dommelt al.
Stil, ik zeg een gedicht,
Ik Insomnia.
Slaap je bedaarde
Slaap, je waardige
Slaap, gelauwerde
Vr ouw.
Kun je de slaap vinden?
Zal ik een lied zingen?
Slaap, vriendinnetje,
Onrustzaaiertje,
Slaap, beminnelijk
Slapeloos pareltje.
En aan wie wij ook brieven schreven,
en aan wie wij ook trouw beledenÂ…
Slaap nu maar.
Wij, onafscheidelijk,
Raken gescheiden.
Kijk, je handjes, ze glijden weg
Uit de mijne.
Martelaresje, voorbij is je
Marteling. Slaap is heilig.
Slaap vroom.
Alles droomt.
Weg kroon.
Mar ina Tsvetajeva (ver tal ing Anne Stof fel
27-01-2011 om 00:00
geschreven door Shana 
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
|