De
wijzers van de grote klok aan de muur wezen erop dat het iets voorbij
elf uur was. Inspecteur Merel Verhaege zat al bijna drie kwartier te
wachten aan het bureau van commissaris Debruin. Net voor hij de
plaats delict had verlaten had hij haar gezegd tegen half elf op zijn
kantoor te verschijnen. Hijzelf zat in wat ze een bubbel noemden. Een
met glazen wanden afgesloten ruimte waar de rest van de drukte of het
lawaai niet of nauwelijks kon binnen dringen. Ze had vluchtig gezien
dat de ruimte een kleine vergadertafel had met acht stoelen eromheen,
dat er een gigantische flatscreen tegen de muur ging en dat er in de
hoek een hangmat stond opgesteld. Ze had zich heel even de bedenking
gemaakt dat dit een wel heel vreemd stukje meubilair was om aan te
treffen op een politiekantoor. Ze schoof die gedachte vlug opzij.
Want had ze gedacht, als maar tien percent van de wilde verhalen die
de ronde deden over Debruin waar waren dan was een hangmat in zijn
kantoor niet het vreemdste. Ze zag dat Debruin zich langzaam door de
inhoud van een ringmap aan het werken was en van tijd tot tijd een
telefoontje pleegde of een telefoon aannam. Ze was hier om haar
relaas te doen van wat ze had aangetroffen deze morgen. Het zou een
soort van verhoor worden en eindigen met het opstellen van een
officieel proces verbaal wat dan aan het dossier zou toegevoegd
worden. Ze wist dat het voor de speurders van belang was dat de
informatie die opgeslagen lag in het hoofd van de politieagenten die
als eersten ter plekke waren gekomen in de ruwe vorm uit dat hoofd
werd gehaald. Kleine pietluttige dingen die burgergetuigen volkomen
konden ontgaan hadden een grotere kans wel opgemerkt te worden door
het oog van een getraind agent. Maar ook een politieagent kon
onbewust zaken negeren. Daarom was een gesprek nodig ook al neigde
dat soms naar de vorm van een verhoor. Verhaege had de scene keer op
keer overlopen in haar hoofd en wist dat ze de commissaris zou moeten
gaan teleurstellen omdat er niets bijzonders was dat ze had
opgemerkt. Debruin kwam uit de bubbel, gooide de ringmap op zijn
bureau en ging met een plof zitten in een bureaustoel die zeker en
vast niet betaald was door het Leuvense politiekorps want daar was
het ding veel te duur voor. Binnen handbereik van zijn stoel stond
een kleine koelkast. Hij haalde voor zichzelf een energiedrankje
tevoorschijn, wees met zijn vinger naar de inhoud:
Iets fris of
liever koffie of thee?
Een cola-light
graag.
Debruin
haalde een blikje voor haar tevoorschijn en schoof het over het
bureau naar haar toe. Toen ze voorover leunde om het blikje te pakken
zag ze plots dat de ringmap haar personeelsdossier was. Ze vond het
direct vreemd dat de commissaris eerst haar dossier gelezen moest
hebben vooraleer hij een PV kon opstellen en dat hij daar zoveel tijd
voor had genomen. En wat hadden die telefoontjes dan te betekenen?
Hij trok zijn blikje open, nam een paar grote slokken en keek haar
aan met zijn doordringende heldergroene ogen. Ze had het gevoel dat
hij recht in haar ziel keek. Alsof geen enkel van haar kleine of
grotere geheimpjes veilig waren voor hem. Ze begon zich wat
ongemakkelijk te voelen onder die blik. De lichte irritatie die ze
voelde omdat hij haar een halfuur had laten wachten speelde weer op
zeker nu bleek dat er nog geen minuscuul excuus vanaf zou kunnen.
Alsof hij haar gedachten kon lezen zei hij plots tot haar schrik:
Om
te beginnen mijn excuses dat ik u heb laten wachten inspecteur. Het
begin van een moordzaak verloopt soms nogal rommelig.
Ze
knikte en zei:
Dat is niet erg
commissaris, ik ben blij van dienst te kunnen zijn.
Maar
een piepklein stemmetje in haar hoofd gilde:
Jezus hij kan
gedachten lezen...
Uit
een lade diepte hij een digitale dictafoon op. Debruin haalde een
vulpen uit zijn binnenzak en speelde er een beetje mee. Ze zag dat
het een Montblanc pen was en vermoede dat die wel eens heel duur zou
kunnen zijn omdat de ontwerper ervan er schijnbaar veel moeite voor
had gedaan de pen er niet duur uit te laten zien. En bij dat soort
merken is het vaak dat het prijskaartje dan omgekeerd evenredig is
met de bedoeling van de ontwerper. De commissaris wees met zijn pen
naar haar:
Ik
weet zeker dat ik je gezicht ergens van ken maar ik kan het nog even
niet helemaal thuisbrengen.
Merel
wilde iets gaan zeggen want ze wist donders goed waar hij haar van
kende maar een handgebaar legde haar zacht het zwijgen op:
Nee, laat maar.
Laat mijn hersenen maar even kraken, ik kom er wel op.
Hij
keek over haar schouder naar de enige andere speurder in dit riante
deel van de afdeling geweld:
Koen
jong, pak eens je boekje en kom erbij zitten.
Hoofdinspecteur
Koen Debrouwer schoof aan de zijkant van het bureau bij met een
notitieblok en een grote mok koffie die hij achteloos op het
bureaublad neerzette. Er verscheen een frons op het voorhoofd van
Debruin en hij hoefde maar één woord uit te spreken:
Echt?
Dat
was genoeg om Debrouwer vliegensvlug zijn koffiemok op te laten
pakken en een kurken onderzetter te laten grijpen vanop de
vensterbank achter Debruin. De commissaris had gezien dat Merel het
schouwspel had gadegeslagen en ook vlug haar blikje van het bureau
had gepakt:
Blikjes vind ik
niet erg op mijn bureau Die laten doorgaans maar een ring van water
achter. Koffiebekers hebben de kwalijke gewoonte om ringen van koffie
achter te laten waardoor ik de hele tijd tegen bruine vlekken aan zit
te kijken.
In
de tijd dat Merel op Debruin had zitten wachten had ze haar ogen de
kost gegeven. Ze vermoede dat een hekel aan koffievlekken de lading
niet helemaal dekte bij de commissaris. Alles op en rond zijn bureau
had een keurig plekje en stond zelfs min of meer symmetrisch
ingedeeld. Haar instinkt vertelde haar dat hij wel eens een lichte
vorm van een dwangneurose zou kunnen hebben. Debruin nam zijn
dictafoon vast en startte de opname:
Zaterdag 22
maart, het is nu precies elf uur en negen minuten. Dit is het
interview met inspecteur Merel Verhaege gevoerd door commissaris
Debruin in aanwezigheid van hoofdinspecteur Debrouwer.
Hij
zette het toestel in het midden van het bureau
Merel, is het
goed dat ik je Merel noem?
Vroeg
Debruin met een zachte glimlach om de mond.
Euch, ja hoor
dat mag best.
Mooi, okay
Merel dan noem je mij maar Alex en doe gerust je best om onze Koen
hier te negeren, God weet dat we dat allemaal proberen. Is dit je
eerste keer dat je wordt opgetrommeld om je verhaal te doen over een
plaats delict?
Ja. Ik heb
hiervoor al wel een paar keer een rapport moeten schrijven maar ik
was nog nooit als eerste op de plek van een geweldsmisdrijf als een
moord. Dus heb ik ook nog nooit een gesprek als dit moeten voeren.
Debruin
dronk met een grote teug de rest van zijn blikje leeg en kieperde dat
in een vuilnisbakje waar een kaartje boven ging met het woord
BLIKJES.
Goed, laat me
dan eerst even kort schetsen wat de bedoeling is. Je zult het
ongetwijfeld nog wel weten van je opleiding maar een beetje opfrissen
kan nooit kwaad hé. De agenten die als eerste op een plaats delict
aankomen zijn in principe de eerste mensen die de plek of het
slachtoffer zien sinds de dader de plek verliet. Behalve dan
misschien een burger die een slachtoffer vond. Maar zoals iedere flik
weet of zou moeten weten zijn ooggetuigen eigenlijk hopeloos
onbetrouwbaar in hun verhaal. De ogen zien iets gebeuren maar het
zijn de hersenen die de gebeurtenis inkleuren op basis van de eigen
ervaringen of op basis van de eigen verwachtingen. Zo kan het
gebeuren dat twee mensen precies hetzelfde zien gebeuren maar twee
verschillende versies van dat gebeuren beschrijven. Versies die
loodrecht op elkaar kunnen staan zonder dat er sprake moet zijn van
moedwillig kwaad opzet. Beidden geven hun versie van hun waarheid. Zo
heb ik het eens meegemaakt dat twee getuigen een dader van een
tasjesroof zagen en een volledig andere beschrijving gaven van de
dader. Volgens de ene getuige was de dader blank volgens de andere
van Noord-Afrikaanse afkomst. Bleek het toch een blanke dader te zijn
en bleek later dat de tweede getuige die een Arabische dader had
beschreven eigenlijk een verdoken racist was. En toch had hij zijn
beschrijving van een Noord-Afrikaan gegeven zonder te liegen, volgens
zijn hersenen zijn daders van straatroven altijd gekleurde medemensen
en dus gaf hij ons zijn waarheid. Politieagenten zijn getraind. Hun
observatie van een gebeurtenis zou dus in principe objectief moeten
zijn. Jij was als eerste ter plekke, jij hebt een plaats delict en
omgeving gezien die min of meer onbesmet was. Ik wil een beetje in
jou hersenen gaan peuteren opzoek naar mogelijke aanwijzingen of
indrukken die verdwenen kunnen zijn met het neerstrijken van het
circus. Okay?
Absoluut
Maar vertel me
om te beginnen eerst eens waarom je alleen op pad was deze morgen?
O
dat, ik heb van dienst gewisseld met inspecteur Caluwé. Hij had
normaal dienst als wijkagent maar heeft een familiefeest. We zijn
vrienden en hij had me gevraagd of ik kon overnemen.
En
waar was je zo vroeg naar toe onderweg?
Richting de
visclub. Die ligt een kleine kilometer van de plaats waar het
slachtoffer is gevonden. Die mannen zijn vaak al voor dag en dauw op
om hun hengeltje uit te werpen. De club heeft de laatste tijd wat
last van kleine criminaliteit. Volgens inspecteur Caluwé is het niet
meer dan wat balorige jeugd die in de avond of tijdens de nacht het
terrein opgaan om wat te drinken of te roken. Er wordt niets gestolen
en geen vernielingen aangericht. Ik was op weg om een praatje te
maken met de voorzitter, hem een beetje af te koelen en te zeggen dat
we extra zouden controleren. De voorzitter kent de burgemeester en
die op zijn beurt liet onze directeur weten dat we het maar moesten
oplossen.
Wanneer kreeg
je de oproep binnen?
Iets na zeven
want het nieuws was nog maar net begonnen op de radio.
Het
maken van dat soort connecties was iets wat Debruin graag tegenkwam
bij getuigen. Een feit koppelen aan een ander feit zorgde ervoor dat
het eerste feit verankerd werd en niet langer voor discussie vatbaar
was. Ik heb X dan en daar gezien want ik heb de bus van halfzeven
zien voorbijrijden.
Welk bericht
kreeg je van de centrale?
Dat er een
lichaam was gevonden aan de Dijle. Een man had het slachtoffer zien
liggen in het voorbijgaan, had melding gemaakt via het noodnummer en
uitgelegd waar het lichaam zich ongeveer bevond. De getuige zou ter
plaatse blijven wachten op ons.
Wat verteld je
dat over de getuige Merel?
Een
fractie van een seconde was ze van haar stuk gebracht. Ze was hier
dacht ze om een feitelijk relaas te geven van haar vaststellingen. Nu
werd haar op de man af gevraagd haar mening te geven over een
getuige. Debruin tikte met zijn pen op haar dossier:
Kom op, je hebt
criminologie gestudeerd en dus zou je alle statistieken wel moeten
kennen en alle daarmee gepaard gaande clichés.
De
statistieken zeggen dat het overgrote deel van de mensen die melding
maken van een lijk zelfs iets te maken hebben met de dood van die
persoon. Het alibi van de getuige moet gecontroleerd worden aangevuld
met een zacht antecedenten onderzoek. Maar ook al heeft deze getuige
geen sluitend alibi, omdat hij misschien alleen thuis was en sliep,
dan nog zou ik deze man niet al te hoog op de agenda zetten.
Debruin
haalde een nieuw energiedrankje uit zijn koelkast en keek vragend
naar de inspecteur:
Nee dank je ,
ik heb nog.
Waarom staat
onze getuige zo laag op je agenda Merel. Een buikgevoel of is het
ergens op gebaseerd?
Weer
zo'n rare vraag die niets vandoen had met de plaats delict. Opeens
begon het haar te dagen. Dit was niet zomaar een routine verhoor. Dit
was een test. Commissaris Debruin was haar tussen het verhoor door
aan het testen. Maar waarom?
Ja
een zekere intuïtie denk ik.
Ben je niet wat
jong en heb je niet wat gebrek aan dienstjaren om nu al een politie-
intuïtie te hebben ontwikkeld?
Hij
keek de andere agent die aan het bureau naarstig aantekeningen zat te
maken:
Wat jij Koen.
Had jij na twee jaar dienst al een onfeilbaar buikgevoel ontwikkeld?
De
hoofdinspecteur schudde langzaam van nee:
Nee
chef, nog altijd niet. Maar misschien is inspecteur Verhaege speciaal
en heeft ze een zesde zintuig of zo.
Ze
voelde dat ze haar opzettelijk wat aan het stangen waren maar de
nadruk van Debrouwer had iets teveel op het woord speciaal gelegen en
dus kon ze de angel niet helemaal uit haar woorden houden toen ze
antwoordde:
Niets speciaal
of zesde zintuig hoofdinspecteur, gewoon deductie.
Verklaar je
nader Verhaege.
Bromde
de hoofdinspecteur.
Wel toen ik op
de plek aankwam en de getuige vroeg wat verderop te gaan staan zag ik
dat hij enigszins moeite had om zijn viskoffer op te pakken. Als hij
al moeite heeft om zijn koffer op te pakken van hooguit tien of
vijftien kilo dan zie ik hem niet direct met een lijk zeulen.
Bovendien is onze getuige op het eerste zicht een netjes verzorgde
zeventiger. Niet direct het type dat men verbind aan een moord met
een lustaspect.
Debruin
maakte mentaal een aantekening dar Merel een opmerking had gemaakt
dewelke tegen daderprofilering aanleunde. Daar zou hij straks nog
even op terug komen:
Waarom denk je
dat er een lustaspect aan deze moord zit?
Merel
Verhaege dacht even diep na en zocht haar woorden voorzichtig. Toen
ze geen diplomatische bewoordingen vond zei ze simpelweg:
Als dit geen
lustmoord is dan eet ik mijn pet op. Ik kan geen enkele manier
verzinnen hoe de dader het lichaam in deze pose heeft achtergelaten
zonder dat het aspect lust een rol speelt.
Goed, je krijgt
de oproep en gaat eropaf. Had je je zwaailicht en sirene op?
Geen sirene wel
lichten.
Waarom?
Zo
vroeg morgens is er in die buurt maar bitter weinig verkeer. En ik
maak in het weekend liever geen kleine kindjes of ouwe-van-dagen
wakker door met een sirene door hun straat te scheuren.
Je
komt aan op de plek en wat dan?
Ik
heb de wagen dwars over het jaagpad gezet om die kant alvast af te
sluiten. Heb de rol lint genomen uit de koffer, tot bij de visser en
het lichaam gelopen, even snel gekeken, de getuigen gevraagd om bij
de auto te gaan staan en daarna heb ik de andere kant van het jaagpad
afgesloten.
Heb je het
lichaam aangeraakt?
Ja, ik heb
tegen beter weten in gevoeld of er een pols was.
Tegen beter
weten in, omdat je wist dat je het lichaam niet had moeten aanraken
of?
Ik
heb een jaar medicijnen gestudeerd, ben al jaren vrijwilliger bij het
rode kruis en al sinds het eerste middelbaar heb ik een diploma EHBO.
Het wordt instinkt om een pols te zoeken. Maar nee dat was het niet
waarom ik het tegen beter weten in heb gedaan. De eerste uiterlijke
tekenen van overlijden waren al ingetreden. De verkleuring van de
huid bijvoorbeeld.
En
hoe weet je dat? Het rode Kruis?
Tijdens het
jaar dat ik medicijnen heb gestudeerd heb ik als vrijwilliger
geholpen bij professor Dekeyser in het mortuarium.
Waarom ben je
ermee gestopt. Ik bedoel een dokter verdient toch beter zijn brood
dan een criminoloog in dienst van de politie. Kon je niet tegen het
bloed of ben je te dom?
De
laatste opmerking van Debruin was duidelijk bedoeld als provocatie en
tot zijn tevredenheid beet ze niet in het aas.
Ik
kan tegen bloed en ben niet te dom voor de studie. Tegen het einde
van mijn eerste jaar had ik door dat medicijnen niet mijn ding waren,
niet mijn roeping.
En
weer maakte Debruin een aantekening in zijn hoofd. Roeping vreemd dat
ze dat woord gebruikte.
Okay en
verder?
Intussen waren
er verschillende collega's opgedaagd. Die hebben de versperring voor
hun rekening genomen. Ondertussen had ik via de centrale om jou
afdeling, de forensische dienst, de gerechtsdokter en het parket
gevraagd.
Het parket? Het
kon op dat moment toch nog niet echt duidelijk zijn dat het om een
niet natuurlijke dood ging. Waarom op dat moment al het parket
vorderen? En is dat eigenlijk niet de taak van de agent die het
hoogst in rang is om dat te doen. Ik bedoel dat jij een groentje bent
en je bijlange na niet de hoogste in rang geweest kunt zijn. Waarom
hebben ze jou min of meer de leiding laten namen op de plaats delict?
Simpelweg omdat je als eerste op de PD was of vanwege je mooie blauwe
ogen?
Daar
had Merel Verhaeghe niet bij stil gestaan. Ze had gewoon gedaan wat
ze dacht te moeten doen. Had de situatie overschouwt, had controle
genomen over de PD, het lichaam en de getuigen. Toen haar collega's
ter plekke kwamen had ze op een professionele manier duidelijk
gemaakt wat er moest gebeuren. Ze had er niet bij stil gestaan waarom
ze zonder problemen te maken hadden gedaan wat ze zei of waarom
iemand die hoger in rang was in uniform de leiding niet had
overgenomen. Had ze daarmee ongewild iemand tegen de zere schenen
getrapt en was die iemand zijn beklag gaan doen bij Debruin? Stelde
hij daarom die vraag. Toen ze stil bleef herhaalde Debruin zijn
eerste vraag:
Waarom
in die fase al de onderzoeksrechter vorderen terwijl er nog niemand
van mijn afdeling of de forensische was op de PD?
Een
gecalculeerde conclusie.
Leg me dat eens
uit.
Merel
had al een tijdje het gevoel dat ze een mondeling examen aan het
afleggen was en ze was er zich van bewust dat Debruin haar
nauwlettend in de gaten hield. Ieder van haar antwoorden wikte en
woog. Wat wilde de commissaris van haar? Ze wist van zijn
eigenzinnige aanpak af. Dat iedereen binnen het korps hem met rust
liet omdat hij resultaten haalde. Zijn zware politieke connecties via
zijn vader zorgde ervoor dat politici in een grote boog om hem heen
liepen want geen enkele politicus die gehecht was aan zijn politieke
loopbaan wilde of beter durfde in conflict gaan met de oude Debruin.
Het parket over het algemeen een politieke broeihaard en vergeven van
politieke benoemingen en machtsspelletjes behandelde Debruin met
zijden handschoentjes. Het verhaal van de parketmagistraat die zich
ooit eens laatdunkend had uitgelaten over Debruin in de pers deed nog
steeds de ronde in het gerechtsgebouw als een boeman verhaaltje voor
het slapen gaan. Wat er ook van waar moge wezen feit is wel dat die
parketmagistraat heel snel heeft ingezien dat zijn gerechtelijke
carrière op een ijskoud spoor was beland en er geen politieke
loopbaan meer voor hem was weggelegd. Een telefoontje van papa
Debruin was schijnbaar genoeg om een loopbaan te torpederen. Merel
probeerde het gevoel te verdringen dat ze onder een microscoop lag en
probeerde kalm en logisch te antwoordden op zijn vraag. De conclusie
die ze op de plaats delict had getrokken lag voor de hand. Maar als
Debruin het haarfijn uitgelegd wilde hebben dan zou ze het hem
haarfijn uitleggen ook:
Een jonge vrouw
wordt om zeven uur in de ochtend poedelnaakt en in een vreemde pose
dood aangetroffen in het riet naast het jaagpad aan de Dijle. Voor
ieder element in deze zin afzonderlijk kan er een logische verklaring
gegeven worden die op zich onschuldig is waardoor deze zaak geen
misdrijf hoeft te zijn. Het kan een studente zijn met zorgen om haar
studies of een vriendje die tijdens de nacht even wilde gaan wandelen
om haar gedachten te verzetten en dood is neergevallen. Een
aangeboren defect aan het hart of een aneurisme in het hoofd. Als ze
dicht bij de plek woonde waar ze werd gevonden zou dat de afwezigheid
kunnen verklaren van een GSM of sleutels en handtas. Niet waarom ze
geen kleren aanheeft of in die pose ligt. Misschien is het een
exhibioniste die erop kickt om tijdens de nacht in haar blootje rond
te lopen in de natuur. Weer is de vraag waarom die pose en waar zijn
haar kleren en andere spullen? Iemand die in acute lichaamsnood
verkeert waaraan ze snel lijkt te zijn overleden gaat er niet zo
bijliggen. Misschien is het een studente die als onderdeel van een of
andere verknipte doop van punt A naar punt B in der blootje moest
lopen. Maar waarom zouden haar medestudenten haar zo achter gelaten
hebben als ze plots dood in elkaar was gezakt? Trouwens het is
ongeveer zes maanden te laat of te vroeg voor dit soort stunts met
studenten. Ook al zou het zoiets zijn en is haar dood een natuurlijke
dan nog zouden diegenen die haar zo achterlieten vervolgd moeten
worden. Minstens voor het niet bieden van hulp aan een persoon in
nood en om ze in de rechtbank letterlijk met het wetboek om de oren
te kunnen slaan wegens lijkenschennis en idioterie al is dat laatste
helaas niet strafbaar.
Debruin
gromde instemmend.
Wat vind je van
het loze vissertje die de melding maakte?
Merel
trok maar een heel klein beetje haar schouders op maar het was
voldoende voor Debruin om het op te merken:
Ik
denk dat de man is wie hij zegt te zijn en wat hij op het eerste
zicht lijkt te zijn. Een onschuldige voorbijganger die een lijk
ontdekte. Dat zijn verhaal klopt. Maar dat is natuurlijk aan jullie
om uit te vissen.
Debruin
zag de pretlichtjes in haar ogen toen ze de woordspeling maakte:
Op
mij kwam de man op een gepaste manier geschokt over. Geen
sensatiezoeker want ik heb zijn GSM met een smoesje in handen gehad.
Er stonden geen selfies met het lichaam in het geheugen. Er stonden
hoegenaamd helemaal geen foto's in de GSM en ik twijfel of de man wel
weet hoe hij met dat ding een foto moet maken.
Is
er jou iets bijzonders opgevallen op of rond het lichaam? Iets
waarvan je dacht of aanvoelde dat het niet helemaal klopte?
Debruin
zag dat ze een lichte blos kreeg op de wangen. Hij vroeg zich af of
ze het zelf op tafel zou gooien of dat hij het eruit zou moeten
trekken. Als ze er zelf mee zou komen zou hij haar vandaag nog een
aanbod doen. Moest hij het eruit sleuren dan zou ze weer voor een
tijdje in de coulissen van de geüniformeerde dienst verdwijnen en
dat zou hij jammer vinden.
Ja
en nee.
Antwoordde
Merel enigszins onzeker.
Wat bedoel je?
Is het nu ja of is het nee?
Allebei
eigenlijk.
verklaar
jezelf.
Wel er was een
duidelijke geur van lavendel bij het lichaam. Het deed me denken aan
de wasverzachter die mijn moeder gebruikt. En er waren rozen in de
buurt van het slachtoffer. Bloemen die daar door iemand moeten zijn
achtergelaten. Dat is wat ik bedoelde met ja.
En
wat bedoel je dan met nee?
De
blos op haar wangen kwam terug en was deze keer dieper van kleur.
Het klinkt
misschien vreemd maar ik heb ooit je lezing op de politieschool over
seriemoordenaars bijgewoond. In die lezing had je het onder meer over
moordenaars die een plaats delict of een lichaam in scene zetten. Als
voorbeeld gebruikte je onder meer foto's van de slachtoffers van The
Boston Strangler. Het lichaam, de pose en de strik rond haar hals
deden me denken aan één van zijn slachtoffers.
Met
geveinsde verbazing zei Debruin:
Dit doet jou
denken aan Albert DeSalvo?
Nee!
Zei
ze zeer resoluut, misschien iets harder dan ze zelf had gewild:
Ik
zei The Boston Strangler. U weet maar al te goed dat er steeds meer
twijfel bestaat aan de schuld van DeSalvo zeker nu DNA testen hem van
minstens één van die moorden lijken vrij te spreken. Dat zei u drie
jaar geleden al op de politieschool nog voor die nieuwe DNA-testen
werden gedaan. En als ik me niet vergis heeft uw goede vriend
professor Brussels dat jaren daarvoor al verkondigd.
Ze
wist dat ze zich niet vergiste want Markus Brussels had er een boek
over geschreven en dat boek stond in haar boekenkast op een
prominente plek. Zo het was eruit dacht ze. Ze was tegen het hoofd
van de Leuvense afdeling geweldsdelicten begonnen over een
seriemoordenaar uit de jaren zestig van de vorige eeuw. En ze had het
persoonlijk gemaakt door de commissaris te verbeteren en zijn
vriendschap met één van de grootste autoriteiten op het gebied van
seriemoord aan te kaarten. Debruin zat haar met licht samen geknepen
ogen aan te kijken. Hij haalde zijn roltabak tevoorschijn, rolde
traag een sigaret en stak die op tegen alle regels van het roken in
openbare gebouwen in. Alsof hij haar wilde demonstreren dat de regels
voor hem niet van toepassing waren. Dat hij op deze afdeling de
absolute monarch was die regeerde bij de gratie Gods. Met enig
plezier had hij vastgesteld dat ze had willen terugslaan nadat ze in
het DeSalvo valletje was getrapt. Debruin stopte de bandopname. Tegen
hoofdinspecteur Debrouwer moest hij niets zeggen. Die stond op nam
zijn notitieblok, zijn koffiemok en de dictafoon en liep terug naar
zijn eigen plek. Terwijl Debruin langzaam aan zijn sigaret lurkte
overliep hij in zijn hoofd heel snel wat hij over inspecteur Merel
Verhaege wist of meende te weten:
Ze
heeft leiderskwaliteiten dat was deze morgen wel gebleken. De
politieschool voltooid met zowat de hoogste cijfers. Hij had gezien
dat haar cijfers maar een fractie onder die van hemzelf hadden
gelegen. Voor wat dat waard was tenminste. Er zaten zowat twintig
jaar tussen zijn afstuderen en dat van haar. De vakken, de inhoud en
de toetsing laggen intussen heel anders. Het was de instructeurs niet
ontgaan dat ze in haar klas als vanzelf naar boven kwam drijven als
één van de leiders. Altijd gemotiveerd, een echte teamspeler die
het opnam voor de zwakkere schakels. Op technische vakken scoorde ze
zonder uitzondering heel hoog. Maar het was niet dat ze zich die
kennis eigen maakte door alleen maar te blokken. Ze begreep de
leerstof, voelde die als het ware aan. Voor de politieschool was ze
magna cum laude, weer net als hijzelf, afgestudeerd in de richting
criminologie aan de universiteit van Leuven en op dit moment was ze
naast haar baan opnieuw begonnen met studeren. Forensische
psychologie, een zijtak van de psychologie die nog min of meer in de
kinderschoenen stond. Ze was nog jong bedacht hij zich, net geen
vijfentwintig. Te jong om door hem weggeplukt te worden uit de gewone
dienst en onder zijn vleugels te nemen? Hoe oud was hijzelf geweest
toen zijn eigen mentor hem had opgevist? Zelfde leeftijd ongeveer. Ze
was niet bang om de waarheid of iets gevoeligs op tafel te leggen
tegenover iemand die hoger in rang was ook al zou dat niet goed
kunnen aankomen. The Boston Strangler potverdikke. Precies waar hij
ook aan had gedacht toen hij de strik rond de hals van het
slachtoffer had gezien.
Debruin
drukte zijn sigaret hard uit in wat eruit zag als een asbak gemaakt
door een kind op school. Wat hem in feite het besluit al had doen
nemen was het feit dat ze hem zonder verpinken had verbeterd. Dat het
bijlange na niet meer duidelijk was dat Albert DeSalvo en The Boston
Strangler één en dezelfde persoon waren. Debruin zag twee dingen.
Hij zag dat Merel Verhaege zich ongemakkelijk begon te voelen onder
zijn stilzwijgen. En hij zag Tuur Wendels de vaste partner van
Debrouwer binnen komen. Een kleine hoofdbeweging was genoeg om hem te
vragen of het alibi en het verhaal van de visser klopten. Wendels
hoefde alleen maar terug te knikken om dat te bevestigen. Merel had
deze woordeloze conversatie gadegeslagen. De mannen die hier werkten
waren het levende bewijs van Darwins evolutietheorie. De moderne mens
was afkomstig van een oermens die geen taal had. Sommige mannen
stonden schijnbaar nog heel dicht tegen deze oermens aan gelet op hun
voorkeur om taalloos met elkaar te communiceren. Ze wist echter ook
dat dit het gevolg was van mensen die al langere tijd heel nauw met
elkaar samenwerkten, waarbij de groepsdynamiek en structuur heel
duidelijk waren en die elkaar volkomen vertrouwden.
De
strik? Is dat het wat je aan The Strangler deed denken?
Weer
kreeg ze een blos op der wangen maar antwoordde ze zonder aarzelen:
Nee. De strik
viel me eerst niet op. Het waren haar opengesperde benen. Het feit
dat het eerste waar je tegen aan keek haar geslachtsdeel was. The
Strangler heeft een aantal van zijn slachtoffer zo neergelegd zodat
het eerste wat de speurders zouden zien het geslacht van een vrouw
was. Toen hij actief was zag je niet zomaar blote geslachtsorganen
zeker niet in puriteins Amerika. Dus de mentale schok zal er ook naar
geweest zijn voor de speurders. In onze moderne tijd waar de meest
schokkende porno bereikbaar is met een paar muisklikken zou dat
minder moeten zijn. Ik heb best al wat gezien en ik zou mezelf niet
als preuts omschrijven maar toch was ik geschokt en afgeleid van het
hele plaatje. Volgens mij is de pose zijn manier om de politie
duidelijk te maken dat hij meester is van de situatie. Alsof hij wil
zeggen kijk eens wat ik durf pak me dan als je kan.
Debruin
ging achteroverleunen in zijn bureaustoel, sloot zijn ogen en liet
zijn vulpen heen en weer gaan tussen zijn vingers alsof het een
miniatuur batonstokje was.
En
wat verteld jou dat over de moordenaar?
Ze
deed er een paar seconden het zwijgen toe en zei toen zacht alsof ze
niet wilde dat iemand anders ook haar woorden zou horen:
Het verteld me
dat deze vent zal doorgaan met moorden als we hem niet kunnen stoppen
en dat dit naar alle waarschijnlijkheid niet zijn eerste moord is.
Debruin
gromde iets wat in de verte op instemming met haar woorden leek en
weer flitste het beeld van een oermens in een grot door haar hoofd.
Hij ging rechtop zitten en keek haar strak in de ogen:
Inspecteur
Verhaege, ik wil u een officieel voorstel doen.
Ergens
had ze dit in de loop van het gesprek wel zien aankomen maar toch
schrok ze er nog een beetje van.
Ik
heb een vacature op deze afdeling en zou graag willen dat je een
tijdje proef draait. Het is heel simpel tenminste als je tegen een
stootje kunt.
Dat
laatste had hij met een gespeeld gemeen lachje om de mond gezegd en
nu peilde hij haar reactie.
Ik
denk wel tegen een stootje te kunnen commissaris.
Daar twijfel ik
geen seconde aan Merel. Je zorgt dat je hier terug bent op dertien
uur precies, das de militaire klok en militaire stiptheid vanaf nu!
Waar ik ga daar volg je. Je bent mijn chauffeur, mijn secretaresse,
mijn loopjongen, mijn persoonlijke lijfeigene. Je bent het
manusje-van-alles voor de dienst. De grootste en meest vervelende
routine klussen zullen zonder uitzondering op jou schouders vallen
omdat je de nieuwe aanwinst bent, omdat je het vak moet leren en
omdat je het klappen van de zweep moet leren kennen. Maar bovenal wil
ik dat je luistert en leert, dat je mijn tweede paar ogen bent, dat
je me op zaken attent maakt als ik iets dreig te vergeten of uit het
oog te verliezen. Wat zeg je ervan?
Houdt dat ook
in dat ik uw kleren moet ophalen bij de droogkuis?
Debruin
stak zijn hand uit over het bureaublad:
Absoluut!
Ze
nam zijn hand en schudde die
In
dat geval zal het me een eer zijn je hemden op te halen.
Zei
ze met een glimlach. Debruin wuifde haar weg:
Straks dertien
uur in burger voor je eerste teambespreking.
Merel
Verhaege stond recht met een warm gevoel in haar buik en rubberen
knieën van opwinding over de baan die ze net aangeboden had
gekregen. Toen ze bijna bij de deur was hoorde ze de zware stem van
haar nieuwe baas:
Verhaege,
heeft je mama je nooit geleerd dat het soms okay is om in een hoekje
te gaan zitten en je wonden te likken?
Hij
herinnerde zich dus weer waar ze elkaar vandaan kenden. Zonder zich
om te draaien antwoordde ze:
Jawel,
maar mijn papa heeft me geleerd dat er geen schande is om telkens
opnieuw te proberen tot je slaagt.
Schande niet
nee. Blauwe plekken en spierpijn des te meer Verhaege...
02-05-2016, 19:48
Geschreven door Benny
Reageren (0)
|