maar aan woestijnen zonder roepende nog altijd niet
Categorie:Ik-verzen
De media
de dorpelingen van weleer
ze zaten buiten na het werk
te kauwen op hun pruimtabak
en op die enkele verschrikkelijke
moord
er smeulde soms een groot schandaal
een vreselijk schandaal dat heimelijk
alleen mocht worden opgepookt
wanneer de kleintjes weggeborgen lagen
in de alkoof
de bard had al een lied geschreven
het werd gezongen op het pleintje
voor de kerk een kwezel sloeg
een kruisteken de huishoudster
van de pastoor viel flauw
ik wil ook wel eens roddelen
aan ramptoerisme doen want naar verluidt
is dat gezond ik weet alleen niet
waarmee te beginnen
Categorie:Parlando
Dubbel
denkend aan H. die ver weg is gegaan
naar een beter bestaan
het huis is dood
venijnig kleine spinnetjes
zijn het iedere dag meer
aan het verzegelen
een enkele paardenbloem
bloeit elke zomer weer
breed lachend tegen
de gevel aan
nu wordt het winter
en ik mis haar
Categorie:Belevenissen
November liefste
doe niet flauw wanneer ik dood ben
vlijmscherp weggesneden van mijn lieve lijf
zoek een strand en bouw een mooie stapel sandelhout
draag mij naakt de haren warrig in de ochtendbries
leg mij neer. mijn hoofd nog even opgeheven
hoger dan mijn dunne schouders. vouw
mijn handen minzaam over wat mijn borsten waren
laat de dauw het holle bekken van mijn
hongerbuik beminnen. breng de vlam en laat mij gaan
zoals ik was van vuur en water gooi misschien
- wat lief van jou-
nog een bloem na voor de clownvis.
Categorie:SeiZoenen
Post Scriptum
de dood is wit en niet vijandig
ze ruikt waar angst en pijn
ondraaglijk zullen worden
en snijdt die toekomst af van het verleden
zo zuiver en rechtlijnig is het leven nooit
hechten kan niet meer
dat willen wij niet weten
we zoeken pleisters nietjes naald en draad
we liggen plat op onze buik en reiken
met grijpgrage vingers naar de overkant
we schreeuwen onze kelen schor
kom toch terug mijn vriend mijn lief mijn al
ik heb nog alles van je, dingen en herinneringen
ik heb... jou had ik
nooit moeten bezitten
Categorie:Themaverzen
Obsessie
2015 - dit is het verhaal
van de moegetergde politicus
en de eeuwig stakende vakbonden
hij stelde het vanmorgen vast
terwijl hij zijn pantoffel zocht
het stof onder zijn bed had zich
nu ook verenigd
hij zuchtte diep de dichte klodden
bewogen op zijn adem en bekenden
kleur in dunne tinten grijs of was
hij kleurenblind geworden
na al het willen goed doen
voor de roodgeverfde groenen
voor de blauwachtige gelen
tegen al de rest
tegen armoe tegen rijkdom
tegen roet en tegen stilstand
tegen voor en tegen tegen
maar toch overwegend voor
zijn eigen zonen vonden hem
de radio op aan een lang pamflet
lag klaar op 't kastje tegen morgen
en de bonden
Categorie:Maatschappijkritiek
Pa!
de dag leek ingeslapen
er viel geen enkele bom
we mochten bovengronds
mijn moeder zong niet meer
haar lippen waren dun
haar ogen dik
toen stond daar plots oom Jan
Aline, hij is op komst
-hij- was mijn vader
mijn ma ontbond haar schort
nadat ze was ontdooid
en ik, ik zat aan tafel
ik tekende een stoel
Categorie:Belevenissen
Ollele Bolleke Pijniging
O wat een DROE-fe-nis
AL het scan-DEER-ge-doe
KNIJPT mij de KEEL toe
ik LEEF haast niet MEER
GEEF mij de LUCHT te-rug
A-dem-be-NE-mend-heid
TEIS-tert-mijn-DICHT-ziel
ze IS al zo TEER
Ook een OllekeBolleke maken?
http://www.bloggen.be/ollekebollekewoordenboek/
Categorie:Dichten & zo
Desperate housewife's day
hijs de vlag de Friesche Vlag
strooi Completa in Moccona Petit Déjeuner van Lu
nog een trekkie aan een sjekkie
uit en amen en begin
hou het droog met Compactuna
Polifila in de scheuren Piwel staalwol schuurpapieren Levis Mur Fluid Injection strijkers spelen Sadolin
Rubson Trimetal Satijn voor de gladgestreelde wanden
Fix & Finish was je handen zet de ladders aan de kant plof en lees de ochtendkrant
Categorie:Belevenissen
De gedichten
zjoef zjoef zjoef zie ze
schuiven de gedichten worden
aangezichten die verkleuren lachen grijnzen
dieper peinzen ogen boven onder
rechts en links gluren bij de buren
hoe ze daar de letters krullen mallen vullen
tot ze barsten uit hun voegen
ongezegde woorden wekken
trekken aan geijkte beelden die veel
langer dan verlangen wachten bij de
rode lichten groene lichten
maanverlichte doden dansen
in de straten van utopia
hun gewaden worden vlaggen
worden kreten worden weten
ja we weten nee we weten
het niet meer
Categorie:Dichten & zo
Compassie
Compassie
er zijn er die
roepen dat mensen eeneiige meerlingen zijn dat zijn ze juist
niet
meereiige
eenlingen zijn het ze leggen hun ei in elkanders nest ze broeden
elkanders
miserie uit ze noemen
dat medeleven al heeft het van medesterven meer weg maar ze
móeten
want stampen ze
hard met een schild voor hun buik het duivelsbroed uit hun
gedachten
dan komt in hun
dromen een kuiken dat mankt het kopje wat scheef en oogjes
Categorie:Over mensen
O Michelangelo
een dichter schrijft niet over kabelbinders
ritsen klittenband en ander sluitend tuig
al helemaal niet over dubbelklevend
een dichter is het levende
bewijs van onbenulligheid
hij tippelt op de rand van een niet kunnen
van woorden die elkander net niet raken
hij is waar het niet is, hij is een link
tussen de hand van een zwevende god
en zijn eigenst onzegbare weten
Categorie:Dichten & zo
Ik bedank...
wij, we woonden in elkaar
ons huis had geen muren
het raakte geen grond
maar het stond
de buren die vonden
dat we moesten bouwen
een gevel met vensters
gordijnen die open en dicht
konden gaan en kamers
met deuren waarmee je
kon slaan
dat gebeurde
ik ging uit het huis
de straat stemde in
van de geraniums
kreeg ik zelfs gelijk:
bloedrode bloemblaadjes
dood op de stoep
en nog, en nog, en nog...
Categorie:Belevenissen
Spruitjes
"Spruitjes" wordt een verzameling kleine gedichten, pretentieloos, eerder een soort post-its, her en der verzameld in het huis, waarop ik een schets maakte van de tijd toen, een mini-dagboek zou je kunnen zeggen. Er wordt aan gewerkt, geschikt, gewikt en gewogen, toegevoegd en weggewist, niets blijft gelijk. Veel leesgenot!
Nouvelle Cuisine
men neme een bord
men schikke daarop
precies in het midden
een ronde genetisch
gemanipuleerde
gebiologeerde
gehypnotiseerde
spruit
men waaie eromheen
de flinterdunne
doorzichtige reepjes
van ham en de naam
men siere met schijfjes
van fröbelframbozen
één links en één rechts
van de spruit
bedek het geheel
met een zilveren klok
zie toe dat men
voor het serveren
de spruit niet vergeet
te halveren
De rotte morgen
laat mij nu maar
de badeend is ontploft
er vallen weer meer doden uit de radio
dan bladeren uit mijn kastanje
en hoe ik zonodig moest dromen
dat er beneden koffie was
ik kon hem ruiken
ik kon hem horen doorlopen
dat alleen al
We are such stuff...(W.S.)
geef het geen naam
omschrijf het niet
je bent altijd
te laat
net
iets
want tussen zien en noemen
glipt de adem van de tover
zo verrassend alles lijkt
nu klaar voor woorden
maar die zijn er niet
net niet
Gij oen...?!
omwille van het woord
dat zich met pruillipjes laat openen
en zalig nazoemt in de holten
van mijn neus
oe oe oe oennn
zoen!
Buitenboontje
er is een boon
naast het mandje
met plantgoed gevallen
ze zoekt een kuiltje
een vriendelijke
ongecompliceerde
wijs-vinger volstaat
denkt ze
ze sust haar kiem
al branden droge dagen
hem langzaam dood
Slapen
het is warm
in de buik van mijn bed
mijn moeder heeft een jade maan
gespeld op haar donkere hoed
ze draagt satijn
zou er een dode zijn
ik wil nu van zwart geen weet
mijn schoenen zijn al uitgedaan
het laken voegt zich
romig als geboortekaas
naar mijn huid
Wortelgrijs
voor keun, het wild konijn
de kolen staan
op hoge stelen de
rozen zijn vergaan
de spruiten wachten
op de smakelijke vorst
hij op het blauwe uur
ze hebben hem belogen
een flits tussen de nacht
en wortelgrijze nevels
van een morgen
aan de ho...
ho ow
ik zie nog net zijn staartje blozen
Categorie:Bundeltjes
Ma
ik droomde dat mijn moeder zong van viens le soir descend et l' heure est charmeuse
haar ogen groot als meren weer waarin mijn vader hom spoot en ik in haar begon
er zwom ergens een veel te bleke blinde vis hij had geen naam hij was alleen en bang
van bang kan ik niet dromen ik ben bij haar gegaan mijn hand haar hart
voorzichtig want het leefde nog
Categorie:Over mensen
Het moment
herdenking slachtoffers W.O.II
het waren geen zinnen meer slechts beladen klanken
vergeten was betekenis
waar angst vibreerde
in bunkers kelders kerken
de echo moordend koud
er was geen oor niet één
dat luisterde naar kelen
schor van wanhoop
er is applaus men noemt het
medeleven hulde nu het doek
gevallen is de zomerwind
in bolle vlaggen klettert
men herdenkt
dat er niet eerder
werd gedacht
Categorie:Themaverzen
Die morgen
ik zag jouw lichaam op het strand
die morgen was de zee
wel erg gekrompen
het strand leek de sahara wel
alleen er waren geen touaregs
buiten mij was niemand
wakker al deed de zon
een poging
maar de wolken
langgerekte wolken
waren tegen
ze protesteerden
luid ik zag armen benen
koppen rompen honden
in slow motion
en
het duurde maar
een enkele verzuchting
ik zag jou je mond
wilde iets zeggen je ogen ook
de zon scheen door je ogen
zoals ooit
Categorie:Themaverzen
Ecce homo
bij de winnende WorldPressfoto 2012
zouden ze
het werkelijk waarderen
de mannen die hun pijn
hun zielsverdriet hun
kolkende woede door
veel te smalle straten
persen achter hen de
blauwe lucht gebarsten
droom gebroken hoop
zouden ze nadat ze
puin hebben geruimd
zeggen kijk we staan
op de foto de mooiste
die gekozen werd door
World Press lees
men voelt, men voelt
iedereen voelt er zijn
er zelfs die echt gaan
huilen ingehouden om
hun lief niet te wekken
of omdat ze al hun
nachtmasker op hebben
zie en lees en hoor
aasgieren!
wat zouden ze...
Categorie:Themaverzen
Schoothondjes
kou, laat, scene, overspel
het water ligt stil het speelt niet meer mee met de driftige wind de scheve sneeuw moet buiten slapen
het is gesloten
ik wandel naakt onder mijn kleren leeft mijn hele huid tintelt elke porie
ik ben bereid
ik weet niet hoe hij eruit ziet wel hoe hij is: genadeloos haar neus
ik heb jouw deo op
zo mooi zag ik je nooit zo glanzend in de late zon kwam je vanuit het niets er gingen kamers open een vrouw had het laken gespreid voor
je dampende lijf mijn hongerziel
Categorie:Themaverzen
Ego te absolvo
misstappen
de biechtstoel rook naar bijenwas en, mottenballen ik zat geknield op een fluwelen kussentje achter een dito gordijn
eerwaarde vader zegen mij ik heb een groot probleem
hij had een ingehouden stem
mijn kind zei hij en nog wat woorden uit die vriendelijke tijd die nu zouden klinken als: en... komt er nog wat van?
het zijn de haren vader er zitten overal haren in haren in de boter haren in de gortepap haren in mijn moeders kam
en dat is allemaal mijn schuld
ik heb bijna iedereen de haren van het hoofd gepraat
hij was al kaal
toen ontplooide hij plechtig een zuiver-witte zakdoek snoot luid zijn neus
daar ging mijn akte
van berouw
Categorie:Themaverzen
Kassa-robot
tik tik tik tik tik tok voor meer van 't zelfde
sensoren schatten de grootte in grijpers schuiven waren door van rechts naar links om de seconde
tot
geen tik hoezo geen tik het vacuum-verpakte hammetje heeft van robotica geen bras gegeten
ik zie een frons er is een aangezicht
er is een vrouw van blos en oogschaduw ze is ontwaakt ze strijkt de folie glad
voert nauwgezet de streepjescode in en ja hoor
tik
Categorie:Belevenissen
Frambozen
dat nooit meer
ze waren bijna bevroren de frambozen in het doorzichtig doosje met luchtgaatjes opzij
zwarte vingertoppen van handschoenen staken spastisch uit je jaszak
toen je aanbelde ik de deur openzwaaide meende dat jij het niet was
mijn lippen vermagerden bloed vluchtte uit mijn wangen die mijn kin lieten zakken
ik stond rechtop een beetje dood te wezen er viel geen woord
de deur hield gehoorzaam de geur van schaap Pernod en look
weer binnen smakelijker dan je haastig zaad vorig jaar
Categorie:Themaverzen
De langste nacht
dag jan dag jongen ga zitten man jaja languit met pet en al de stoelen zijn gemaakt van onbreekbare verbeelding
ha mieke welkom of het niet geeft dat je geen kralenkrans kon vinden die past bij je kringloopjurk welnee je bent zo warm zo helemaal van vlees en bloed
hey boy kreeg je alweer de bons schuif aan er is genoeg aan droom en neen je hoeft hier geen shirt van bickenbergh je bent perfect en vol
madam hoe heet je hondje zo alleen op straat met kerst kom effe binnen toe er is hier plaats voor velen
hoezo vies jan is een beste kerel mieke heeft een hart van goud boy kan swingend gras afrijden en jij madam ja
wij hebben armen zachte armen die komen er zo aan voor jou
oh kijk kijk toch er valt een ster in onze ogen
we gaan nu samen de langste nacht in met klein geluk en zomaar liefde
in alle glazen gloeit de wijn dat wonderbarend luchtkasteel
Categorie:SeiZoenen
Oervlek
zie mij hoe ik zuig op mijn
lip mijn vingertop blauw van de nijvere inkt
ik zou een
gedicht in haar poesie-boek schrijven mijn klasmaatje marie-josé
het kader was klaar de viooltjes
gedroogd tussen krantenpapier en beeldig gekleefd in de hoek van een
blad uit haar album met gouden snee
links lag het lint -ze wist
dit niet nee- dat ik stiekem bewaard had gestreken gekoesterd een
strik uit d'r haar
nu nog, nu nog enkel...
een vlek! dikke
droppel een ramp maar het blad begon zachtjes te golven in 't blauw dat daar lag als een
meertje te klein voor een zwaan voor een zwaan?
toen is het
begonnen
de ho van mijn mond blies bomen in 't rond een konijn aan
de rand een riviertje dat uitliep tot onder het geel van het lint
dat nu vol van gebladerte stond en ik schrok en ik dacht en ik draaide
en keerde het blad als een caleidoscoop
daar lag het verhaal van de
vloeiende vlek die voorgoed in mijn denken kroop
Categorie:Dichten & zo
Winterwende
er zullen gasten komen zie de tafel
vlekkeloos het stijfgestreken laken wacht
de zon werd
bijgehaald ze schijnt in bollen onder de takken van een
afwasbare spar
bubbels begroeten omarmen verwarmen breken het ijs en de thermometer
in kwieke kwinkslagen blijft het kwik een avond lang op het vloerkleed lachen om de scherven
Categorie:SeiZoenen
Shoppen
languit ligt de trein op mij te
wachten nacht is buiten
van de dag rest nog de buit verpakt in
namen zakjes doosjes die ik straks weer openmaak en heel de
stad een beeldverhaal ook de trein de zachte
zetels uitstal
op de keukentafel
Categorie:Ik-verzen
Dolce far niente
werken is een vader weelde is een
moeder
ik zuig mij aan haar welgevallen vol van tijd en wieg gedragen op haar rug de uren zoet
de zon is keurig en de
maan zit goed
waaraan ik niet begin hoeft niet voleind er blijven altijd dromen over eind
Categorie:Ik-verzen
Knor
knorretje is knor geworden knor gaat in de
pan ik trek mijn harnas aan
mannen trekken
knor op zijn stro
mijn oren staan op uit ik ben niet
thuis ik heb het niet gehoord het mes heb ik slechts in een flits...
spreek mij niet aan het is al goed ik pomp aan zijn poot en jah ik
roer verdomme
mannen zetten de ladder
op
daar hangt knor binnenste buiten als een gulle gave van de goden en al wat in en aan en
van hem is wordt in blije dank aanvaard
alleen... wanneer de avond
valt over de paarse boerderijen de Coebergh allen rozig heeft gekleurd
ga
ik naar huis langs het modderig slachtveld
daar
zie ik zijn
snuitje liggen zo bleek zo... zo van hem mijn harnas valt in
duigen en het regent op het grafje van mijn vriend
Categorie:Belevenissen
Brood op de plank
ik heb een kat ze is van huis ik heb een wolk die overdrijft een dak een regenpijp die
vangt er is de tafel haar verzameling van stoelen rond een blad
met enkel
korenvelden boterbloemen volle
koeien scharrelkippen zout-met-zout bruingebrande koffieboeren lezen
Multatuli en zijn rede tot de hoofden
dat belooft
Categorie:Vr.Vorm-rest
Poëmata
il faut les cajoler, ma belle
bestaat er
wel een raad die eleganter wandelt op de loper tussen tong en hemel
neen!
kom in mijn armen arme woorden die ik kreeg, gevleid natuurlijk, kom,
ik zal jullie omkleden met muziek en beelden die verschuiven als
uit wolken geplukt
Categorie:Dichten & zo
Verstilling
nu hangen
er geen hazen meer in koele kelder te besterven totdat het vuur de
wijn de lach van warme vrouwen geuren kleuren
weeft doorheen orgieën
onverzadigbaar.
de dichter is mijn
jager nu hij brengt de buit die lichter is dan 't blad waarop ze
ligt
een woord
dat hij getroffen
heeft gehaald voor mij uit 't grijze
van teveel
Categorie:Dichten & zo
Romantisch uitje
o dichter minne- streel voor mij de
lier gevleugeld lied je hand zozeer nabij de adem van het al het grenzeloze zijn waarin wij
jij en ik en tussen ons niets anders
dan...
hij knabbelt iets kraakt een walnoot pelt de driehoek
van een beukennootje spuwt de pellen
uit
half-time ik heb het koud als de arbiter fluit
Categorie:Dichten & zo
Liefde
we leggen
alles voor elkander neer de zaden die we droog bewaarden binnenshuis een
winter lang
om beurten keuren we de gaven eerst nog trillen
handen aarzelt een voet
even later laten we elk oordeel varen
duiden onbevangen de gebaren naderend
het nu het uur de
eeuwigheid een ogenblik het splijten van het niets
het zwellen van
de vliezen eindelijk uiteindelijk het water in de
wijn
Categorie:Over mensen
De scrabblepoëet
nee meneertje vraag me niet ik hou
niet van vol zinnen vind ik saai zo wol lig ik luier liever
onder bovenlaken van katoen geef ik tussen slaap en waken blokjes
weg gooi ze op een hoop
van zege
Categorie:Dichten & zo
Product
hup hup zei de vader toen hij mij aardde er zwaaide die dag wat de moeder nam mij in het ei van haar
buik
de vader die zag dat het goed was sloot zelf-genoegzaam de
poort
hij had nog gezegd wat je hebt wat je zoekt wat
je verder wilt kunnen zit opgeplooid achter je ogen
was het dat maar
geweest ik was graag begonnen maar ik kwam te laat er lag al
een straat
Categorie:Korte verzen
Positivo
zo hangt de bleekgestreepte regen hier als zie ik hem
tussen andere
gordijnen neem de blauwe die met pluis
van wolken of de
zachtste zegt men waarop roze ligt
te wachten tot de avond valt hoewel
nog vaker wordt de stof
geprezen waarop mensen staan die vriendelijk
langsheen hun hond
handjes wuiven ook kon ik die frisse kiezen
lentegroene
jonge blaadjes boterbloemen boerenjongens en een
koe
maar de bleekgestreepte regen is van zilver...
ik wil denken dat hij mij gekozen heeft
Categorie:Over dingen
De trouwerij
Beurré Hardy en Bonne Louise d'Avranches beloven jullie trouw als man en vrouw tezamen in dezelfde schaal te rotten elkander na te zijn in vreugd en rouw?
ze keken wat opzij, dan naar de Dubbel Flip die hen in deze monotone slaap verbond
met links van hem Comtesse de Paris en rechts de bastaardzoon van dikke Saint Rémy
de peren in de kerk kregen op slag het buikbruin van dit zoeterig vertoon
de Gieser Wildemannen en de Winterjannen pokdalig in hun huid maar vast in 't vlees
die hoopten dat nu snel de klokken zouden luiden onder de wimpels op de torenspits
maar wee o wee die toren was op sterven na dood: de top eraf de lol 't gelui voorbij!
ze schaakten schielijk de Triomphe de Vienne en klommen met de buit de hoogte in
ja, zo is het geschied, geloof me toch! Triomphe mocht op de toren staan en staat er nog.
Categorie:Parlando
Zalig gestoord
er mogen in gedichten geen roze slierten meer
verschijnen aan de horizon de kim de einder en de monotone zon zijn
afgeschaft te fnuikend voor lantaarnopstekers die voorbijgaan aan de
mens waar hij gezeten
op het laatste bankje naast een doodgezwegen
park zich uit voldragen leegte een amfitheater bouwt en lacht en wijst en
huilt en slaat gemeend zijn handen in elkaar wanneer antigone het zand niet
vindt eurydike het struikelen moet overdoen en orfeus' lier
verloren in een apenbroodboom hangt
zeg niets als je hem bezig ziet
die heerlijk wijze gek leg niet je hand al was het maar heel even op zijn arm
genees hem niet zijn ziekte is zijn troost zijn roeping en zijn leven
Categorie:Over mensen
De negende maan
Een speeltuin slaapt. In 't roestige scharnieren van
schommels krassen griffels op een lei. De glijbaan doffer, nergens
snoeppapier, een vergeten jasje hangt gewezen bij
het hek dat ik
omzichtig open. Jij, was jij maar hier mijn kind, je grappig zwieren, jij
tomeloze, tuimelende meid. Nu wil je enkel nog mijn zuchten sieren.
Je
daagt mij uit? Ik hoor je klare lach ik zie je plots uit fotolijsten
springen. Je zipt de jaren tot een ogenblik.
En óver vragen, vóór het
weten van sta ik met ons en met vandaag te zingen. Jij werd geen jij, je
blijft voor altijd ik.
Categorie:Sonnetten
Nachtdier
op vlakke dagen loop ik een
zeloot gelijk stoot ik mijn tenen aan pietluttigheden en hun schaduw
zelfs
nacht is beter
hol om in te wonen weten dat de namen
slapen en dat haast haar pool gevonden heeft
alleen nog
leeft het teken aan een wand
die verder dan de sterren is
Categorie:Ik-verzen
De dichter
in open veld stelt hij zijn ziel
tentoon achter een wemeling van woorden
dat frêle bladerdek
waaronder licht beweegt op willig toeval want
zijn goden dobbelen, niets is voorzien alleen de
maan
al eeuwen
Categorie:Dichten & zo
In rook
ik roep zo graag de kleine ballerina als mijn
gedachten stokken in de wielen van mijn doen
zij danst ze los en
dun met froezel en op rode spitzen
kruidig
blad gerold in vlas en kemp
naar alle hoeken van de kamer
verder nog het raam de straat en dan
ze zijn niet weg wie weet hoe
ver ze gaan
Categorie:Over dingen
Scheppen
waar wij van weten moe verlangen naar
vergeten gaten scheuren in kalenders gisteren naast morgen kleven op
dat ene blote nu menen we te scheppen
jong papier uit oude
zijde in de kuipen losgescheurd dun gespreid op het stramien klitten
alle vezels samen
en er ritselt iets als nieuw
Categorie:Over dingen
VoilÃ
een pardoesje konkelfoes je op een
speelgoedtamboerijn
koop een wijsje voor een prijsje heb j'er een bij
Albert Heyn
laat nu muisje in het huisje dansen op een
pieprefrein
red je hachje ho dat mag je met een
kronkelknoopjesrijm
wip nu baasje over haasje baasje zal tevreden
zijn
Categorie:Dichten & zo
Ontaard
armzalig straatlicht heeft de rosse kater
afgelikt hij loopt nu geel de kop bijna gebogen staart
gestroomlijnd bang en dun trekt hij een streep onder de dag
waar is
nog diepe nacht te vinden droomt hij, malse muizen, minoe wil hij wel
verkrachten maar hij weet allang niet meer hoe hij dat moet
ontmand
zoekt hij het parkje op de restjes uit het schoteltje de doos de vod de
geuren van het vrouwtje dat hem voedt
Categorie:Over dieren
Niksen
ik ben de grote nikser ik niks de hele
dag wanneer er niks te niksen valt ben ik geheel van slag
dan tol ik als bezeten bezeten door een beest een kriebelbeest een
kleintje maar die jeuken nog het meest
ik krab wat hier ik krab wat daar verjaag de muizen uit mijn haar ik vijl mijn nagels bij
ik koter met een schuivertje het smeersel uit mijn oor mijn navel doe
ik dagelijks onder het niksen door
vanbuiten ben ik aangekleed vanbinnen ben ik hol dat is 't wat me niet lekker zit doe mij maar buikje-vol
die kleren kunnen dan ook
uit het niksen is gedaan sluit mijn ogen dim het licht 'k ben heel en
al voldaan.
Categorie:Op rijm gezet
Mimespeler
Liever zonder woorden want het is zoveel meer. (Alles - Herman van Veen )
een poppetje op hoge benen komt
met een stapel dozen aan
hij neemt het deksel van die ene die er niet
is en keurt de schoen
hij vetert hem geduldig meet de
eindjes tussen duim en vinger af
ik weet een warme schoen van bruin
in zijn getaande hand geblonken in zijn ogen
hij past hem aan de
knie omhoog
dan kijkt hij op, naar mij in mij, dwars door me heen, en
uit de doos die op de grond nog open staat
neem ík de tweede schoen hij
reikt de veter aan
wij zijn gearmd naar huis gegaan
Categorie:Over mensen
Spleen
dat veilig wonen in de diepste kronkel van
mijn slakkenhuis
het weten weer waar blinde bloei begon
zonder deadline mee te krijgen wel het laken van de dood nog
opgeplooid voor ooit
het regent op de blote bomen ben ik nu
thuis?
Categorie:Ik-verzen
Stoelendans
vannacht is er een mening uit mijn bed
gerold
ze klettert van de trap en ik er achterna. ik kan ze ei zo na
nog vangen, draag ze naar de tafel die nog slaapt
ik trek alle
stoelen open leg mijn arm over een rug leuning van links
nu
jij
haakt in de sport je voet om op te staan schuift mij met
stoel en al nabij
nu wij
hoewel ongezouten uitgekookt en in
het midden onze mening is aanvechtbaar we beginnen dus we vlechten
handen in elkaar
nu zij
speeksel sputtert tegen dat...
het
gaat regenen we zijn nog net op tijd om de mening te verdelen
ik
knijp de spons
Categorie:Nonsens-Bizar
Zo maar zondag
en is er mijn
liefste een schoner berusten dan dat in de kruimels van brood op het
bed?
de klokken verfrissen met kwistige droppels aloude geluiden het plein
de wereld is klein waar het boek ligt geopend op genesis twee van twee
Categorie:Korte verzen
Ruïne Sint-Baafsabdij - Gent
stenen los gezameld ooit slechts ruw gekapt en nu
na eeuwen
nog verankerd in elkanders onvolkomenheid aanvaard en aangewend de
kromme lijnen rechtgevoegd met scherven schier
in dorpen van nooit
weer hoor ik de bouwers zingen
Categorie:Over dingen
De hof van Heden
de meester snurkt zijn neus
voorbij te lang gepraat van pronkappels en opgedirkte
peertjes
gezongen van hoe zoet -of was het zuur- de druiven zijn en
deze avond
en ik zit vergaapt te luisteren
ineens...
de
aarde trilt de grond het zwarte wriemelende mierenrijk bijt in mijn
kont nachtschadelijk sluip ik het jaagpad op
naar mijn geliefde hij
wiens zaad herrijst uit rottigheid
naar mijn van vreemde
okselluizen uitgepluisde stokkend toegesproken onvolprezen rood uit groen
genezen
heilige tomaat
Categorie:Nonsens-Bizar
Van een aardappel
hij groeide gestaag en aan ieders
oog onttrokken de grond die zijn wezen bewoog
bewaarde het ook tot de
zomer kwam en een ijzeren hand hem uit d'aarde nam
hij was niet de
grootste hij had niet die vorm maar zijn ziel was zo zuiver geen enkele
worm
rook er rottigheid in en zo bleef hij behoed tegen ziekten en
vlekken en overmoed
dus werd hij gekozen gekoesterd en lief in een badje gelegd tot genoeglijk gerief
bij een gaarstomend klaarkomend
voorgeslacht dat geschild en gepit in de pannen wacht
op het vuur, dan vermangeld, verenigd ligt als een romig geheel zonder aangezicht.
uit
doem en ellende gereformeerd uit sterven en erven een leven
geleerd
gewenteld in wit van een glibberig ei werd hij dooier en kiem en
als grote 'wij'
nog gerold in de kruimels van oudbakken brood dat hem
samenhang, vastigheid, sterkte bood.
hij berust, wist uit heel het gedoe veel
te leren tot hij bruisend van wellust mocht reïncarneren,
in de olie die werd
op de vlammen gezet, naar zijn laatste bestaan als...
patatkroket!
Categorie:Op rijm gezet
Aan mijn kastanje
de lente, liefste, weet je nog hoe
teder-groen je bladeren zich spreidden als rokjes onder witte
bloesemlijfjes
hoe zij daarna met open handen zich overgaven aan de wind bereid om
vruchten te ontvangen
toen werd het zomer. een venijn verkleurde ze
geniepig bruine vlekken zag ik, veel te vroeg
jij treurde en ik kon alleen maar kijken je hield je sterk, je stam
gerecht, je takken weids al wist je zeker dat je niet genas
nu wordt het winter en ik kom je troosten wanneer je bladeren zijn
losgelaten ben je als alle anderen... op rust
en niemand zal nog zien hoe ziek je was
Categorie:Over dingen
Boerenkost
Het is gedaan met al die tierelantijnen. Vandaag gestampte boerenkost: een lap van vers geregeld
spek, kabuis en pap van gort met krenten oftewel rozijnen
en kannen
bier daarbij. Geen snelle hap gelijk op 't land de schichtige konijnen nog
knabbelend in struikgewas verdwijnen en keutelen van danig
repjerap.
Laat pezewevers boterhammen smeren met schaars een likje
uitgemolken vet, het zout het smout de koffiebonen wegen.
Wij zitten
aan! O neen we zijn geen heren met tandenstokertjes en stijf
servet. We zijn gerijpt gekeerd
gekeurd. Belegen.
Categorie:Sonnetten
Oma en ik en oma
ik was een kind en ik kon
in haar ogen zijn ze hadden -nu weet ik het weer- de kleur van
korenbloemen tegenlicht gehouden
we speelden veel ze zorgde goed
voor teddybeer terwijl ik broodjes haalde voor de poppen waarvan de
kleinste ziek was en ze keek ernaar toen ik het zei bezorgd en ik keek ook
bezorgd en er was geen verschil
ik werd een meisje en ze zag met
welgevallen mijn te smalle truitjes en gebaarde naar haar dochter met
dezelfde blik als ik 'en jij, was jij nooit twaalf misschien' nog was er
geen verschil
maar even later toen ik dacht dat ik
waarschijnlijk onder stroom zat en die jongen die zo'n mooie mond had
ook
-gezien de vonken-
toen is er iets gebeurd
ze viel
zomaar ineens ik had het eerst nog niet bemerkt mijn ogen keken al veel
verder dan de hoeken van de tafel thuis
een lijntje bloed zo
helder rood als bloed van mij liep langs haar wang en schilderde een grote
klaproos op haar jurk
er was... verschil
Categorie:Parlando
Stoepkinderen
dit is de keuken zij heeft het krijtje
het jongetje volgt hoe zij de
lijnen trekt niet recht en niet gelijk maar wel van hoek naar
hoek aaneen
hij hurkt nu ook ze kijken naar de keuken
in
zijn hand achter zijn knietjes houdt hij een kleine auto vast
maar
dat is hij vergeten
zij heeft geen deur getekend nu nog niet
Categorie:Over mensen
Conceptueel zwart
zwart toch? gedurfd een helft horizontale een helft verticale penseeltrekken
nee maar nee het is geen zwart zie jij dan niet
die blauwe schijnen
schijnen?
je hoofd op tien voor tien
je schouders
vijf na zeven
niet te zien dan
hoe het licht?
het blauw
van de gordijnen?
het is niet dood-
gewoon maar zwart
we moeten leren
ernstig kijken
hoe 't spiegel-speelt
met onze voeten
*bedenkingen bij een schilderijtje dat een mijn broer van een échte kunstenaar kreeg, én ophing!
Categorie:Belevenissen
Zijn schoenen
En dat hij al zou sterven zo. Zijn
schoenen waren nog niet eens versleten en in het huis de tegeltjes niet
afgewerkt.
Ik liep nog lange tijd te zoeken naar zijn
zwijgen waarmee hij mij op dwaze woorden wees die ik dan
overdacht totdat zijn oog beaamde.
Hij leerde niet hij toonde
enkel ruimte. Pa...
Ik weet het nu - niettegenstaande - alles
was volbracht.
Hij heeft het ook geweten.
Categorie:Over mensen
Oud en eenzaam
in een nisje op antarctica wonen serafien en monica
monica heeft rode ogen
witte haren blauwe lippen
serafien vertelt verhalen uit een ver
geleden tijd
monica geeft hem te drinken sneeuw smelt in haar
holle hand
samen volgen ze de wolken weten zich op een
perron
met één voet al op de treden van de sneltrein naar de
zon
in hun nisje op antarctica slapen serafien en monica
*de titel is van een boek van Gerard Reve
Categorie:Over mensen
Blue screen of death
dotje is nu dood alle draadjes
dolgedraaid het blauwe zwijgen
zijn oog geblindeerd troosteloos kijk ik hem aan een cycloop met
staar
de oude muis ligt verdwaasd aan een zwart infuus de prullenbak
gaapt
ik speel piano het azerty van mozart beethoven is doof
er belt iemand aan ik zeg dat ik uien hak trek de stekker los
*herinnering aan de crash van mijn allereerste PC, °2000 en liefdevol "DOT" genoemd.
Categorie:Haiku-Senryu
Van die dip-dagen
er kruipen trage dagen over straat
moedwillig naast het zebrapad
hun loze monden schurend aan
asfalt dat fluistert rond een
spoor van kouder bloed
armoedig is hun kleed
tot op de buik versleten
ze lonken naar de overkant
de stoep is veel te hoog
het regent in hun ogen
de nachtwacht brengt
ze zacht weer thuis
legt ze te slapen naast
vergeten dromen
Categorie:Over dingen
Van een baksteen
de klinkaard de blote met handen getemde
klei die ik zie en die kerken schraagt kathedralen
voegt met het vuur van de ovens de kleur
die nog smeult in de as van de droom
heb ik lief
de hellere zachte die huizen beademt
nadat het potsierlijk behang van de muren
gevallen, plamuren van pleister allang zijn
verschuurd met het staal van de tijd
heb ik lief
want gewarmd in de zomers gestrengd
en gesneden gevormd naar de hand
van de bouwer gebrand in de ogen
van zieners en dichters -mijn aarde- ik
heb u lief
Categorie:Over dingen
Die god van mij
"Help uzelf, zo helpe u..." juist!
mijn god is warm ik
noem hem liefje en hij mij ook ik trek hem elke avond overspelig in
mijn bed
we giechelen wat af ze mogen het niet horen ze weten er
niet van van ons
en als ik hem vergeet te roepen roept hij mij
en zegt: awel? dan zeg ik: nou! en ik vertel het hem
hij lacht mij
altijd uit keer op keer op keer op keer 'leer nou toch eens te
wachten want zo ver kun jíj niet kijken'
hij heeft gelijk
een
stoute mug heeft ondertussen in mijn oor gebeten
awel? en hij: ho
ow! de horretjes vergeten?
Categorie:Ik-verzen
Muzenissen
ik vroeg de muze of ze even bleef of ze
een vrolijk lied voor me wou zingen ze keek ver weg van mij langsheen de
dingen het open venster in terwijl ik schreef
verdwaalde woorden zocht,
herinneringen mijn ogen sloot in dromen dook dan scheef- gezakt weer
rechtkwam en - toe maar, vergeef het haar - op zoetgevooisde zuchtjes
gingen
haar tas haar lapjesjas haar strohoed door het raam. en zij
daarbij. voorbij! het wachten heeft nu niet langer zin ik ga
ervoor:
ik bak een ei en een sonnetje. klachten? hier is het zout. ik
heb een houten oor ik fluit de blues en gaar, diep in gedachten
Categorie:Sonnetten
Plannen
we willen niet meer we zullen niet langer we
kunnen misschien iets anders doen dat stukken beter maakt
een
linkere schoen aan de rechtervoet een weekdagse pluim op een zondagse hoed de
duim op het oog van een vingertop
de boeddha voor één dag ontdoen
van schuinse buikgedachten
zijn lach wat luider zetten
Categorie:Korte verzen
Palaveren
het was een groots moment we zaten aan
naarmate het gehalte geest ging stijgen in ons bloed begonnen we te vliegen
de vrouw in mijn vizier dreef jaren weg van hier naar later naar
wanneer het kind...
een heer vloog traag terug in hoe het was geweest
rechts zat een jongen rampen te voorspellen de freule links
bezong een duif met in haar bek een maagdelijke buxustak
we deinden uit
opeens begon het midden van het tafelblad te gloeien er daalden
tekens in een graal van licht een alfa en een omega herinner ik mij
nu
ze losten in elkander op het was een vreemd moment
uit voorverwarmde kopjes dronken we de koffie na
Categorie:Over mensen
Vleugels van papier
elke morgen dromen we:
de lavendelwitte vogel dat hij neerstrijkt op
het blote tafelblad
de vleugels spreidt en breed blijft
liggen kleed wordt voor het altaar van de dag
dan gaan we
zitten
delen brood en breken woorden over of omtrent be-treffend
zus en zo maar treffen nooit
we roken best gezellig door al valt de as borduren onze wensen op een roze wolk
tot ons uit oogpunt van de naald de draad ontglipt
dan
maar de goden haten
Categorie:Over mensen
Aan de late dag
hoe schoon zijt gij mijn dag als
ge begint te knikkebollen de handen in uw schoot geen schaduw nog
verkruipt
het blauwe uur duurt maar heel even dan slapen alle bomen zwart op het
vertrouwd-verkleurde laken boven mijn stad
in huis kalmeren schemerlampen laaiende peertjes uit de wandklok
druppelen seconden de avond in
een haastige auto trekt een doffe streep geluid over de dode straat
ik schilder in gedachten nevelslierten die verder boven open weiland hangen
en misschien, heel misschien zijn daar wel warme dieren
Categorie:Ik-verzen
Sonnet voor Sophia
In verre tijden toen de appels
rood begerenswaardig aan de bomen groeiden wijl Adam en zijn Evaliefje
stoeiden nog op hun hoede voor wat Hij verbood
de Schepper van hun leven en de dood: van die waaraan de vreemde bloesems
bloeiden de boom der goeden en van de verfoeiden wie daarvan plukte stond
aan onheil bloot.
Maar het gebeurde! Hij heeft het gezien! "gij dwazen!" vloekt Hij. Sophia
misschien -die hij nog vlug vantussen scherven raapt-
zou Zij, getooid met Waardigheid en Woord de zoete balsem brengen naar het
oord zal Zij het doen, terwijl Hij zich verslaapt?
Categorie:Sonnetten
Diepdenken
op het vuur staat de pan en daarin ligt de
pap en daarbij staat het vrouwtje te denken
haar ogen die gaan van 't plafond naar de muur op zoek naar de
zin van 't bestaan
bij de vloer kijkt ze dwars door de wereldbol heen met daaronder
alleen stomme luchten
geen engel geen duivel niets is er wat zich aan haar zoekende
ziel openbaart
tot een woord uit het diep van de pap in de pan haar bevrijdt van de
mist in haar hoofd
het zegt blob en ze wéét nu, iéts weet ze al zeker: de pap in haar
pannetje kookt.
Categorie:Over mensen
Vertwijfeling
Er staat een wezen op de horizon. Het
waaiert niet het wenkt niet maar het kijkt. Het blinkt over het water en het
wijkt geen ogenblik. Ik wandel in de zon,
gestrand. De maten, het
gewicht geijkt, de heup geolied, vaste passen on- bewogen, schouders
losgezwierd. Het won- der mensenkind dat even God gelijkt.
Maar in
mijn nekvel is een haak geslagen: ik werd geënterd hoewel ik geen
boot geen luchtschip ben met volle buik. Ik breek
voorzichtig want ik
kan ze niet verdragen die ogen in de verte en hoe groot het antwoord is,
hoe bang de oversteek.
Categorie:Sonnetten
Self´oMatic
in de morgen grijs geblokt alleen maar
schouders heeft hij ingeslikt zijn kop wil hij mij welkom pinken uit
zijn nek denk ik ik pin terug
schudt hij de kaarten? kwispelt
hij?
ik leg mijn hand en voel hem brommen niet gemeen maar
vierkant één en al gedienstigheid
dag vrind zeg ik
hij groet
terug heel keurig
uitgeprint
Categorie:Over dingen
Peptalk
ze kwam we praatten wat
over het vlinderhondje en dat het nog heel jong is en dat ze het een keer mocht meenemen één keer maar bij haar man op palliatieve
haar man, goh, niet eens stervensoud en dat zij daar zelfs inderhaast nog voor de kerk getrouwd zijn hij met zuurstofmasker en morfinepompje zij met mascara
die vormde nu een zwarte streep vanuit haar linkerooghoek terwijl ze het vertelde aan mij en aan dat meisje in het wassalon
ze ging
we hebben geluisterd we vonden het vlinderhondje zo schattig
Categorie:Parlando
Liefde's lust
Mijn vader had een toverdoos vol wonderbare
dingen een wollen wolk een zijden zoen een naamwoord dat kon
zingen
een wereld met een kop eraan waarop ie dan kon staan en een
kassei die huilde om de regen en de maan
een kromgegroeide
rechtelijn een vierkantig rondeel een vleugellamme koekoeksklok en een
zwart-wit penseel.
Er zaten ook nog rijmen in die rijmden
almaar door en dweepten met, wat er ook was een fijnbesnaard
gehoor.
Mijn moeder zeurde aan de vaat "Wat doe je daar nou mee met
al die rommel? En vooral met 't deinen van de zee!"
Daar werd mijn
vader droevig van. "...haar ziel loopt leeg, o nee..." Hij haalde toen die
zijden zoen en dichtte haar daarmee.
Categorie:Op rijm gezet
Erato
ik was een zwijn, mijn lief ik schuurde aan jouw flanken juk en jeuk van 't lijf
ik vrat je bras als was het godenspijs en zoog de dooiers uit je glibberige ogen
erato zou je heten zei je zong je schreeuwde je mij uit mijn slaap
terwijl ik droomde van voor jou te bijdegrondse dingen zoals kabouters
aan de vaat en bezems die vanzelf doorheen de kamers gingen
je krijgt vandaag de buitenwacht. ik zie je weer vannacht dan zal ik
knorren bij je oor en jij, jij zult verbaasd vertellen dat wij, erato, jij en ik
gewaagd zijn aan elkaar
Categorie:Dichten & zo
Luchtschrijven
kijk nu hoe ik schrijf
zonder pen met een veertje zo licht uit het nest van een eider gewaaid op
het kleed naast mijn bed tussen pluizen en stofjes van niets
zo
onthecht zonder blad op de ruit van de nacht in mijn wazige adem de neus al
wat nat van te dicht op het glas
weet ik mij een stip in de
lucht trek ik vlokkende strepen nog één en nog één, een ster over
huizen hun stenen gezichten waarachter wellicht...
maar ik schrik want
zo vuil zo gebobbeld gebuild als ze stommelings staan in het schuine
geschijn van het straatlicht zo had ik ze nooit eerder gezien
het
veertje gekrompen mijn adem terug naar het binnen van kamer met kleed en
het bed onder dons voor het broed van de eider
meer niet
Categorie:Dichten & zo
Writersblock
Gobelijn in alle staten tolt zijn enkels
in een knoop gedraaid de haren wild, de witte snor verwaait de klanken die
hij poogde saam te rapen tot een woord.
Verdraaid!
Wie heeft er in mijn trukendoos gegraaid wie heeft er mij bestolen?
Moet ik nu net als alle gortdroge meneren een kopje krant gaan
slurpen bij de boterham één natte stomweg platte traan verpinken soms,
vertellen kijk, na dagen werd een hond gevonden in een put. Hij ademde nog
dood gewoon?
Categorie:Dichten & zo
Stil even
de dag gaat plat ik zie het
aan mijn schoenen ze neuze-neuzen op de mat de rechter links de linker
rechts wat maakt het uit ze zijn een paar
ik had de vaat nog kunnen
vragen hoe het voelt om dagen schots en scheef gestapeld overeind te
blijven staan heb ik maar niet gedaan
zo net voor 't slapen gaan
Categorie:Ik-verzen
Wervelwind
het rukt zich los de wind slaat door weet zich met zich geen blijf meer
-YES WE CAN-
de dingen denken dat het is
gekomen
voor hoge ramen dansen
flarden kranten ongericht
een colablik raced in de goot met een fles van ouwe klare de cola haalt het aan de meet en wordt ontvangen door een menigte klein vuil
het is de stormloop van het stof der aarde het is verheffing en onthechting bevrijding en beweging almaar door
het vrije vliegen is het
enkel
het landen
dat moet nu nog komen
Categorie:SeiZoenen
V-echtgenoten
de papegaai ligt op de grond
ruift weerbarstig in de winter
daagt de goden de kanarie
de hyacintenbollen
uit
geen gedagje meer voor mij stoere stilte. hij bezint. de bek verzegeld. kopje krabben kan niet langer boos oogt hij me weg
als de slaap hem overmant frazelt hij iets over treinen dat ze staken dat het ijzelt dat de bruggen onder water staan
zou hij weten van mijn koffers in de gang zal het kraken van de trap mij niet verraden nu ik ze weer boven draag en ga zoeken
naar
het warmste dekentje voor hem?
Categorie:Parlando
Vermist
hij wist: dag pa het ga je goed
hij zei het niet
hij voelde ma d'r open armen al keek ze weg
hij zag ze niet
hij trok de wijde wereld in onttrok zich aan de wetten van het huis aan al wat voor z'n goed van hem geëist werd
hij ging - o neen - hij vloog! de vleugels die al lang vanuit zijn schouders groeiden waren zo dwingend geworden
en hij genoot, mijn god, wat mocht hij nu genieten!
maar toen de avond viel en de zoveelste nacht toen sliep hij ergens in, de vleugels toegevouwen over hart en buik
daar huilde hij
maar zei het niet.
Categorie:Parlando
Toe nou...
mol mol mol kom es uit je hol zelfs al ben je stekeblind maak me één keer welgezind
zijn je poten goed bedeeld is je snuitje scherp oh, je pelsje is zo zacht laat me één keer, deze nacht strelend langs je rugje gaan
één klein keertje in de palm van mijn warme hand dan leid ik je zachtjes weer naar je onderland
Categorie:Op rijm gezet
Kieskoorts
een taals kabaal
klabettert tussen tong en tanden lettert al wie stompt
ze hebben
oren snuiven hoorbaar ook
hij merkt de vuisten in hun uitgezakte
vesten verraderlijk
de schrik slaat toe dat ooit... daarom beloofd:
hij laat hen nooit met lege handen
Categorie:Korte verzen
Voor wie...
voor wie een strak sonnetje schrijven wil zo eentje naar de regel van de ouden en later dan een écht om van te houden kaboem kaboem die kletste op z'n bil
die meet en telt scandeert en weegt als zouden de lettergrepen nu eens zwaar dan licht in rotten opmarcheren naar hun plicht getrimd getemd in vijf- of zevenvouden
maar als de avond valt zijn daar de vinders de liefste Chibiabos draait de lier er danst muziek de vleugels vrij en vlinders
ontelbaar zij, met elegante zwier een rondedans gelijk van blije kinders verstrooien het sonnetje op papier
Categorie:Sonnetten
Thanatos
dat ik nog zo graag zou leven later als ik over-leden ben
nu sterf ik elke dag een beetje meer en geef ik aan de aarde weer wat ik van haar gekregen heb
mijn ijdel zorgen de vergaarde tafels stoelen kasten vol herinnering de vrienden dingen en een lijf dat hoorde wat de mensen zegden vogels kende en de wolken zag
ze neemt het zo gedwee terug mijn aarde, als een wijze moeder doet met de scherven van te dwaze overmoed.
zal ik nog wonen buiten haar?
Categorie:Ik-verzen
De rechtbank
zeven roze varkenskoppen zaten voor ze droegen zwart-satijnen tabbaarden
onder hun dikke nek een witter nog dan Dashgewassen stijve geplisserde
zeverlap
het meisje werd geroepen twee zware blonde vlechten wogen op haar stoute borstjes
wacht maar tot ik groot ben!
-zeg iets- zei een miss verstandig buiten schot boven gebreide blauwe kousen
-waarover-? er viel een stilte als na de doodstrijd van een bromvlieg
-over het afval-
dat was een lapsus
het meisje zag ze praten de koppen
ze zei, zonder te spreken: hoe houden uedele heren in godsnaam die zeverlappen zo wit
toen zakten de blauwkousen van miss verstandig af
het meisje groette boog, flikte in de gauwte nog een revérence
Categorie:Nonsens-Bizar
Herfstblues
de oude boom liet
aan de storm een dikke tak
jong is de wonde
*
een kind in windjak met boekentas langs de ka bootjes onder zeil
*
de geraniums staan uitgedund bij het raam opa ziet nu meer
*
bloesems walsen nog op mijn jurk in de droger buiten rijpt het fruit
*
blaadjes vallen niet ze mogen één keer vliegen los als vogels zijn
Categorie:Haiku-Senryu
Van de poezen Mup en Rufus
Mup en Rufus, zus en broertje
sliepen warmpjes bij elkaar
Op een dag, ik zag 't gebeuren
begon Rufus haar te keuren
dat liet ze gewillig toe
van spelen werd ze nimmer moe.
Rufus wilde verder gaan
er kwam ergens iets op gang
een gedrevenheid als nooit tevoren!
Daardoor liet hij zich bekoren
om wat dieper in te gaan
op haar vrouwelijke charme
maar de jongeheer, ocharme
kende nog niet goed zijn baan.
Zoekend naar 't bevrijdend plekje
reed hij driftig op haar kop
zij vergaf hem, maar de sloeber
liet haar plotsklaps in de steek
hij verdween over de daken
en is nooit meer weergekeerd.
Mup is onlangs overleden,
heeft haar hele kleine leven
likjes op haar kop gewreven.
*dit is het waar gebeurd verhaal van de poezen van mijn dochter. Rufus was een zeer mooi symetrisch zwart-wit gekleurd katertje. Mijn dochter troostte zich met de verbeelding dat hij 'naar Parijs vertrokken was en daar fotomodel was geworden'.
Magere troost... er was veel oprecht verdriet, toen.
Categorie:Belevenissen
Dit is een lied alleen voor kinderen
ik zou je willen zeggen, pukkelkop
of meisje dat een moodswing om de tien
minuten kent, doe maar, wind je niet op
over sonnet, rondeel en Tante Trien
die plotsklaps alles beter lijkt te weten
van rijm en metrum, jambe of alexandrijn
en zelf de vrijheid neemt de kreten
en gefluister recht uit het hart
zomaar in fladderende vlinders te herkennen
of in een appel die te rotten ligt
op oma's aanrecht want de kinders
zijn niet gekomen deze zondag, neen
wat sneu, maar voor de kleine vliegjes
maakt dit alles helemaal niet uit
ze lijken vrij en lustig in hun doen
en dansen vrolijk om de appel heen
*de titel is van Dimitri van Toren
Categorie:Op rijm gezet
Kleine herfstsonate
de bladeren verkleuren aan de bomen
omen
een trage rups kruipt naar een ander leven
even
haastig gaat de kruisspin aan het spinnen
innen
het duistert vroeg, ik sluit de ramen
amen
Categorie:SeiZoenen
Ik zie
Ik zie Dali
een nest vol ogen waarop de wereld broedt en kuikens baart van allerlei pluimage op hoge poten 't meest een enkele keer een dodo
maar die speelt niet meer mee
hoewel want uitgeleefd en naderhand herboren
inwisselbaar
als doden zijn in dromen
Categorie:Over dieren
Traumdeutung
plots...
[de daken bloosden onder de opkomende zon]
zat daar een grote vogel
machtig, donker-purper glansden
de veren op zijn borst
ik opende wijdarms het raam
ik riep hem niet
of toch
hij spreidde langzaam zijn vleugels
zo statig, behoedzaam schier
verlangen zwol in mij
hij naderde werd groter donkerder de lucht
werd zwart er was geen open blauw geen vluchtweg meer
angst sloot het raam
en alles
werd bloed
Categorie:Over dieren
Pijnpunt
zal ik
mijn cynisme slijpen aan de
zoetsteen van je ziel vlijmen langs het wetleer van je huid
durf
ik
builen bij je opensnijden etter van verwording zien
kan
ik
neen ik kan niet woede bruist over mijn handen keer op keer
kerf ik in mijn eigen hals
Categorie:Ik-verzen
In gedichten
landschappen lándschappen heb ik gezien
overal land schappen vol zonnen die rijzen en dalen als kazen op 't
schab van de kaasboer van dienst
en vogels die vlinderen vlinders die vogelen liefdes veel liefdes in
tranen gesopt pikant of met zoet
zure saus opgediend in het bekertje bedelaar die als wees of
als stakker of staker of dronken verdronken
in nissen van erger dan erg. maar het ergst is de wereld, die hangt
nu al eeuwen te tikken en nog loopt hij niet op die sisser af
naar verluidt zijn 't de dichters geweest hun gedachten verpakt in
cadeautjespapier gingen over de toon van een bank en het stel
dan mee met de duiven post voor wie hunkert naar muisjes
gewoon zonder schuit zonder
nood is een zaak voor wie rijmelaar is
Categorie:Dichten & zo
Kids
de school is uit de winterzon loenst met een halftoe oog naar moedertjes die
bol van naarstigheid verzamelen
oh! voor wanneer? vraagt iemand nog
en het hoeveelste telt ze al niet meer als plots de poorten opengaan en
ronde kinderstemmen stuiteren tegen glad gezemelapte ruiten aan
ze
rollen weg, de huizen in ik blijf nog even
buiten staan
Categorie:Over mensen
Grumpel
grumpel groeit op krakke ronden steentjes
teentjes toten luid
bruilenpest de broeken uit moe rast appeltjes
vandiege
zonde kneel en zegelkruid schuur de haartjes van je
huid
blode brodeloze kneuzen niezen neuze reuzedol
broest een
wolluk dunne gruppen gaat de grumpel uit de bol
Categorie:Nonsens-Bizar
Total loss
zo lodderlam mijn ogen lezen rondjes uit
een vers gebakken hostiebrood
en eet, dit is mijn lichaam
woorden krassen diep in deerlijk gecastreerd papier
drink, dit is mijn bloed
ik mep een mug ik kus een draak ze vraagt aan mij waarheen ik loop
laat alle hoop
Categorie:Nonsens-Bizar
Het lied van de vis
een toveroor heeft zich te fluisteren gelegd geheel en gans en effen
als de katbesnaarde strijkstok van de wind op minnewater
binnenin
het slakkenhuis kolkt een slok geluiden
holle varkensblazen drijven
op het spieglblad
het oor toch hoort de weergalm in het lijflied van
de vis
tegen kant noch wal
Categorie:Nonsens-Bizar
Mail-vrienden
we tonen meer en meer de kleur van de
karakters die we zorgvuldig toetsen
een dieper weten legt
stapsteensgewijs tussen heen en weer van woorden veilig witte
vluchtheuveltjes aan
daar herkennen we ons in
elkaar
Categorie:Korte verzen
Verliefd
wat moet ik doen wat moet ik
doen als door iets overmand val ik voortdurend uit de toon noem ik de
vuilste straten schoon een buurman zeurpiet van beroep omarm ik
zomaar op de stoep en dans met voeten van de grond gelijk een gekke mus in
't rond en jij krijgt ook een zoen
de regen vind ik heerlijk nat in
wolken zie ik zachte bedden en al wat gist'ren tegen zat lijkt plotseling
gered
en dat alleen alleen doordat ik toch weer van de vlinders
weet
Categorie:Ik-verzen
Rebels
Maar mensen toch, dat zijn toch geen
sonnetten! De bakkerin, een spitse helleveeg, wees woedetrillend op de
hompjes deeg, keek met een viezig oog naar de kornetten
die bibberdend
verkleurden. Eentje zweeg in alle talen om het onheil te beletten. Helaas, een andere die ging een keel opzetten van oei en ach en kijk de trog is
leeg.
Ze draaiden snel de kleppen van hun petten, hun ogen veilig
afgedekt. 't Venijn zou zich uit volle borst verzetten! Zo stond ze daar
bedreigend stoer te zijn.
De kleinste zag nog net haar platte
tetten. 'Uit volle borst? Veel zal het dan niet zijn!'
*ludiek
reactie-sonnetje geschreven n.a.v. de Sonnettenwedstrijd op Schrijf.Net
Categorie:Sonnetten
Fatrasie
ballade
van een metamorfose
rat en varken lagen samen zonder opperhuid of
vragen daaromtrent narcoleptisch bij estée [tic] a
op
bed
hun staart werd afgezet ze zouden ruilen
rat was 't lange
slepen moe varken wou het krullen laten en de beer de das omdoen
zo
geschiedde zo gedaan
na het spotlicht kwam de waarheid uit een donker
hol gekropen rat vergat d'r staart te krullen varken trok de kurk uit
ieder vat
en ze hebben zich verhangen zonder opperhuid noch
vragen daaromtrent.
*een fatrasie is opvulling, soort nonsenspoëzie, zinloos
tijdverdrijf.
Categorie:Nonsens-Bizar
Hic et nunc!
Ze schreef op ieder blad hetzelfde woord, in
blije halen of verkrampt. Verborgen soms achter overmoed of lamme
zorgen: ze had de harpen van de hoop gehoord.
En altijd weer geloofde
ze in morgen, in later en in beter. In de graal die zij zichzelf beloofde,
telkenmaal wanneer het duister dreigde haar te worgen.
Met niets dan
honger in haar loze handen, ontwaakte ze, eerst twijfelend en bang. De
toekomst leeg. Van uitgeleefd verleden restten alleen nog rafelende
banden.
Ze rechtte zich. Ze schreef op het behang, met vaste hand, trefzeker schreef ze: heden!
Categorie:Sonnetten
Ouder - Wijzer
toen ik nog een leven had zo'n leven dat niet
spoorde spoorde ik best goed met mij
ik zag mijn wereldkaart op
zeepbellen bewegen razend kortstondig veel te grote kraters in het
zand daarna
nu blow ik wijzer woorden trager taaier graai er her en
der en hou wat mij nog rest aan dwaze durf
voor morgen
Categorie:Ik-verzen
In dromen
de nacht ligt weer eens vol beduimelde
gedachten het linnen op de bleekweide is grauwer in het grijze
gras tussen de zwarte bomen
en doodgemoedereerd vanuit de
eendenplas komen een woerd en zijn gewillig vrouwtje met vuile voetjes
over de lakens heen
en ik ben machteloos
Categorie:Korte verzen
Een nette vrouw
ze ging zichzelf te lijf bol in het
opgepoetste staal van fluitketel en pollepels meervoudig nodend aan
het rek
hol in het huis aan kant als bedden zijn verschoond van
schaam de tafel toegedekt met dat betere kleed waar vouwen
nooit zijn uitgelegen want altijd schoon geplooid opzij geborgen
tegen vuil
ik was te gast
de geur van sop vertroebelde de
wijn
*
ze had haar schort nog om - zo wordt geloofd -
ik heb op het
terras een peuk gedoofd
*in memoriam J.F., mijn buurvrouw
Categorie:Over mensen
Een bushalte te ver
het is zo koud in deze straat vol
gaten tussen dode huizen
waar loop ik nu? onder saffraangeel
licht steken de struiken dunne knoppen uit
als doornen zo gesloten
nog, zo bang.
ik kijk van rechts naar links en blijf genageld
staan
waar tussen zwarte takken door de avond als een oven
noodt
de dag is rond, gekneed gelijk een brood ik mag hem
binnenschuiven
gij
lichtgelovig volk der Nederlanden dat zegeningen, bollenbloei en doem kan
plaatsen als ik maar zijn naam vernoem want frisse vragen over het verband
en
of ik niet te naarstig denk aan roem met klatergouden woorden in mijn
handen uw frêle hersenpannen laat verzanden die vragen blijven hangen in
gezoem
dat moet de dichter des hebben gedacht toen hij wellustig schier aan 't
schrijven ging de ploert voorbij want die werd onverwacht
een marionet die aan een draadje hing en al wat hij misdeed werd
neergebracht op god, dat makkelijk inzetbaar ding
Categorie:Sonnetten
Oranje boven!
ik haalde een busseltje peentjes
vol moed met een t uit de groentenbak
dan de punt van het mes op de plank en het hakken in schijfjes.
de klus was
geklaard.
toén is het begonnen:
ik rolde een sjekkie in Rizla + peentjes dagvers
van Richmond Tabaco peentjes gebleekt
Cracotte van Lu peentjes varié
kalender op zondag peentjes becijferd
het haar van m'n zusje peentjes met strik
een theedoekmotiefje peentjes die lachen
ik kneep hard mijn ogen zo dicht als ik kon
zo ging het over dat dacht ik alleen
aan de horizon zonk nog een schijf van een peen
Categorie:Over dingen
Regelneven
het zijn er twee die ik de buitenwacht ga
geven ze roeren roet door al wat wervelt in mijn... juist!
ze komen voor ze komen na ze komen tussendoor ze raden aan ze
raden af ze raadselen mijn oor
ze preken in de schoenenkast de weg die dient gegaan en leggen aan de
bezem uit hoe in de hoek te staan
ze hamsteren de aarzeling gering of van formaat en proppen alle kamers
vol met wellesnietespraat
en zien ze een kaboutertje dan vrezen ze een reus die pulken z'op een
keer weerom de wormen uit z'n neus
ze weten zus ze weten zo ze weten zelfs de rest bezeuren
en betreuren en bezoedelen mijn nest
met blik en veger in de hand besluip ik hun katheder
de ene heet 'Je Zou' de andere noemt zich 'Beter'
Categorie:Op rijm gezet
Portret
er ligt een jongen op de grond hij slaapt. zo
kan ik hem bekijken
alles van hem. zijn schoenen zijn zo moe, zijn pantalon moet ooit
van iemand anders zijn geweest er zitten van die erzatzgaten in
kundig gedaan, prijzig die dingen van Diesel. daarmee slaap je niet
op straat. er zitten ook nog échte vlekken op. zijn jas is van de dons
van witte eiders. die lijken weg te willen uit een scheur
over zijn schouder. zijn hals is bloot en bij zijn oortje krult zijn
haar
vanzelf. zijn blonde baard is doorgegroeid getrimd. daaronder zijn relaxed
gelaat.
ik blaas stiekem vanop de stoeprand een kleine droom in zijn halfopen
mond
al weet ik niet. al weet ik niets. moet hij van koffie zijn, die droom?
of vaneen thuis?
een bed? wil hij een droom? ik schroom mij diep, ik houd mijn adem in
en leg
tenslotte heel voorzichtig al mijn liefde in zijn hand.
Categorie:Parlando
Het sonnet, een vader
Als ik je tóch weer bij de hand
wil nemen je afgemeten pas mijn sprongen laat bedwingen, die geijkte
regelmaat, het veren van je voeten waar je gaat
met mij gelijk een ruiter naast zijn paard, mijn meester ben je dan, mijn
strenge menner, mijn onvoorwaardelijk aanvaarde kenner en ik gehoorzaam,
want ik weet: ik bén er
en mag er zijn, je laat aan mij het lied. Je laat mij neuriën je laat mij
tieren we zingen samen en je remt mij niet
je laat mij vrijelijk de dans versieren en als je merkt hoe zalig ik
geniet mag ik zelfs eventjes de teugels vieren
Categorie:Sonnetten
Niet eens een zondag
op de stoep van het cafeetje zit
de vrijdagdichter afgeladen vol van weekse dagen stoer te staren uit het
wit van zijn ogen in het witter van zijn blad
hij heeft het ál
gehad hij zal het nu vergeten
daar is de hond de jongen met de
tamme bunzing in zijn hals de dame met de merkaap aan haar tas de ober
die komt vragen wat of het mag zijn meneer
mag zijn. hij zit niet
meer hij hangt al in de draden van de tramlijn die voorheen begeerte
heette van omhoog ziet hij de dame kleiner en hij noemt haar droog bij
naam
ze kijkt hem aan en lacht dat had ze beter niet
gedaan
*gepubliceerd op De Gekooide Roos
Categorie:Gepubliceerd
Nummer 46.07.17
wie ben je? wie ben je? wie
ben je?
jouw schoot... de wachtende de holle nis waarin ik klein
kan leunen ruggelings en stil nog stiller dan getemde klei
hoe
kijk je want je kijkt zo zonder ogen ingetogen kijk je en je ziet
mij staan
niets is van vlees we zijn omheen elkaar een wijde
mantel plooit de muren open onmerkbaar schier beademt ons het
licht
jij leeft ik leef in jou
*bij een beeld van Robert Vollekindt, gepubliceerd in zijn
bundel "Mijn reservaat"
Categorie:Gepubliceerd
Plots - drie kortverhalen
één
het huis
stond de boom in het gras en de man die de vrouw en het kind dat de
hond en de man zei de vrouw zei het kind keek de hond leek te
lijken
toen de wekker het bed trok de lakens uiteen de man weg de
ene
de andere nam
op de bank bleek de hond vroeg het
kind naar een plot aan de
boom
vervangbaar
twee
de steiger
stond de ladder de regen en de baas die de knecht en de kop die het
hart en het hart zei de kop zei de donder de hand leek te
glijden
toen de tegels het bloed op de maandagse stoep het hart
stil het ene
het andere schrok
van de kop vroeg de baas bij
het bed naar een plot aan de
knecht
herstelbaar
drie
de kraan
lekt een bromvlieg een late de was naast de manden de schuld in de
bus en de draad die de bel het signaal dat het mens is
gebroken
toen de pillen de hand zonder glas naar de mond en het
mens slaapt het ene
het andere vindt
en de dokter het
zweet op zijn rug vroeg het bloed naar een plot aan het
mens
onzegbaar
*gepubliceerd op Meander
Categorie:Gepubliceerd
Heremietkreeft
Terwijl de zon vanuit een trotse
hoogte de aarde toont op scherp wacht zij in eierschalig licht dat
trager dan het golven van haar zee verkruipt langs plooien van
gordijnen schaduwend te harde lijnen floerst.
Ze broedt
voorzichtig op een groei: de oude kronkels knellen om haar weke
huid.
Terluiks, onttrokken aan het oog, durft zij haar
onvolkomenheid ontbloten.
Kortstondig maar
want haastig als
de uren zijn zoekt zij opnieuw een schelp en kruipt terug.
Categorie:Over dieren
Logos - Tao
"Het is een verre weg naar de passieloze berg van het
blote schouwen" -Paul van.Ostaijen-
Een zalmen hemel. Deze dag is oud. Ik haal de bussels binnen, stook de
vuren, verbrand de wilgenblokken, snij figuren met ijzeren geduld uit
harder hout.
Geen schaduw nog verkruipt. Ik meet de uren aan eelt dat
traagzaam dikt, aan elke fout wanneer het mes te ver te diep, benauwd de
splinters ruw zich in mijn vingers schuren.
Dan is het dat ik bloed. Dat
ik het duister wil openschreeuwen. Dat mijn stem gesmoord geen uitweg
weet. Dat ik gedwongen luister,
mijn handen open, leeg. En vind het
Woord dat altijd is, maar dat in bang gefluister van donkerten niet eerder
werd gehoord.
*gepubliceerd op deKlos
Categorie:Gepubliceerd
Van de boer
hij had een vrouw een koe een lapje koren vijf kippen en een haan het schaap vulde elk jaar
de diepgeslapen peluw bij
een herdershond bewaakte gouden eieren die
hij kon ruilen voor wat hij al had verloren de stier de ram de molen en de
smederij
hij kweekte later cijfers uit de eieren verruilde zijn twee
paarden voor hun kracht hij waste zich niet meer met groene zeep
maar
tooide zich met geuren die zijn dochters op zijn verjaardag voor hem hadden
meegebracht en die tot in zijn bed het zweet
de okselwarmte de
vertrouwde tekens van begeren wisten met de zweem van onherkenbaar-vreemd
verbloemen
hij vroeg zich af waardoor zijn onrust kwam kortstondig
maar, voor hij een slaappil nam
*gepubliceerd op deKlos
Categorie:Gepubliceerd
Happy Mealâ¢
Happy Meal
McDonald's stijf en dun in fluo-pack zwaait
met plastic armpjes bovenop de microwave waarin ik Mc Cain
verwarm
vijf minuten maar
genoeg om weer te weten hoe ik
vroeger in de iris van een wortelschijfje keek, in de structuur van
rode kool naar ongekende wetten zocht
met bij me op het
rekje die éne uit de korf geredde wonderbare aardappel want 'mama,
kijk, een hartje' gekoesterd dan tot aan zijn schrompelende dood
nu
is de brooddoos zelfs te groot
*gepubliceerd op deKlos
Categorie:Gepubliceerd
Kliederen
een dichter had een kleven lang gerichterd en
gedichterd
toen werd hij los klaps niemeer bang en werd zijn
schrijven lichter
hij gaf aan al 't gedoe de brui en kwinkelde
en maakte alleen nog kliederen voor lui die ook zover
geraakten
Categorie:Dichten & zo
...die zo sierlijk zijn
de dichter is een
mens met zweetvoeten desnoods pokkenpuisten weke handjes kolenschoppen kunnen ook
en de pen hield hij enkel voor de foto elegant tussen
zijn vingers die voor een keer niet onrustig wriemelden neusbeesten
rolden noch aan korstjes pulkten
hij weet ánders
daar zijn
wereld wentelt wankelt gyroscopisch zoekt naar waarden woorden maar er zijn geen
woorden
God!
de dichter is god
*de titel komt uit het gedicht 'Jong landschap' van Paul van Ostaijen
Categorie:Dichten & zo
Akkefietje
het strand is vuil en moegespeeld gedaan
het schelpjes rapen papieren bloemen zijn verdeeld de kinderen zijn gaan
slapen
de zee nipt aan een zandkasteel en krijgt de smaak te
pakken zij likt de stoutste muren weg de torens gaan verzakken
de
vlag-van-op-het-ijsje drijft toevallig in de klauwen van een vijandig
action-man
komt daar nu oorlog van? niet hier, o nee! de zee
neemt alles mee
Categorie:Korte verzen
Amen en uit
nu heb ik weer
geen binnenwaartse
streelpoes meer
geen zachte kracht
opent de roze poort
de grote adem-tocht
doorhuivert mij niet meer
de boeken toe
zelfs dit gedicht
schrijf ik niet voort.
Categorie:Korte verzen
Tegendraads
vertelde ik al van het meisje dat zeer
stoute borstjes had het was zomer de dauw lag in nevels te
wachten
ze wilde zo graag naar het wijde gaan ver achter het
huis van haar moeder vandaan
de draad die hen bond hield ze niet in
gedachten
ze schudde haar warme pantoffeltjes uit en holde
gekleed in alleen maar haar huid en iets tégen
de stroom op de
draad en die schok door haar heen had ze zwaar onderschat
Categorie:Over mensen
Dichtersverdriet
de honingboom hoe geurde hij mij
dronken toen en al die hommels in hibiscuskelen vol teveel
de
hazelaar discreet laat hij zijn vruchtjes zien hun eerste jurkje teder
dons
op maïsvelden staan rekruten rij aan rij nog groen maar
toch de baard al in de keel
en hoe ik later op vroegtijdig
losgelaten jonge eikels trapte alle aangetast
en mijn zo
moedige kastanje zeer
dat ik bij alles deed alsof ik zwijgen
kon
nu stotter ik er zwemmen loze woorden in mijn hals te
dwaas om dood te gaan
Categorie:Dichten & zo
38° Celsius
'gedachten zijn krachten'
de nacht was koeler ik droomde na
over een
huis van fruitsap-ijs
de zon dat kreng begon te likken aan
de gevel
onschuldig eerst maar straks wanneer het laatste
zuchtje nachtschemer is opgelost smelt mijn droom en wordt het
huis een oven
naar boven rennen alle ramen dicht gordijnen
schuiven ademen en schuilen in het roosje van een diep-roze
frozen framboos
Categorie:SeiZoenen
De clown
hij was een poëet
het was niet zijn wens
hij werd zo geboren
eerst bloot als een mens
hij zei nog geen woord
maar huilde om 't zijn
hij zoog aan zijn moeder
haar borst heelde pijn
die herinnering bleef
in het kind van nooit weer
het kan nog niet vergeten
het weet altijd weer
de dichter een koe
herkauwen nooit moe
een up en een down
hij is maar een clown
*op de tonen van Ben Cramer's "De clown"
Categorie:Op rijm gezet
Zorba
opaatje zei ze de slet van één nacht. de
lont vatte vuur aan de schenen.
ze aaide zijn haren een ietsje te
zacht. het bliksemde dwars door hem heen en
hij wist het hij was
het maar wilde 't niet zijn niet nu en niet hier niet met
haar
hij zoog aan de donkere gloed in het glas gaf haar het
geld dat zijn fierheid was
ma yo yon aise easy
glij je over lippen klak je kelen vol verwondering toonloos zoemend
over naar gesmeerd genot
hoewel
ooit was je dooier dikke
olie zurig zijn apart
op hetzelfde bord gestrand begon het
schiften onvermijdelijk
er moest gestaag geroerd de lepel kraste
cirkels op glazuren
zo
liggen culturen naast elkaar te
vechten om of voor of tegen tot...
er wordt gestaag
geroerd
Categorie:Over mensen
Ik en Chloë
de witte neushoorn heette Chloë had een schild van verse
mortel- specie hier en daar nog soepel en zich schikkend naar het
leven
binnenin
wij getweeën waren zwanger in die zengend-rode
zomer zonnen tussen kladden lommer zogen weelde naar mijn
wangen
zij verkleurde niet
maar het oogje in haar stenen stilte
liet me innig delen met wat zij ook had ervaren in het splijten van de
rotsen
en daarna de bron
zoveel groter werd het weten van het
ongeboren zijnde dat genesteld in gelijke bloeddoorlopen zachte vliezen
onderhuids begon
*Chloë was de witte neushoorn in de Zoo van Antwerpen
Categorie:Over dieren
Geode
het is het zoete van de weemoed niet dat mij kan breken
het is het
vuur onder mijn huid en dat ik toch met water speel
een steen
splijt zijn kristallen bloot van jaren
ik
was daar maar heb het
nooit geweten
Categorie:Ik-verzen
De trek
zie mijn liefste zomerjurk gewassen in de lauwe regen zedig aan de
lijn
de wind erin een lijf van lucht dat tegen knijpers
danst maar hangt en niet ontkomt
hoewel ik het zou willen
mijn
zomer mee zou willen geven met de trek het nest bewaren tot hij
wederkeert
nu moet ik hem binnenhalen uitgewoond
Categorie:SeiZoenen
Identiteit
ze zag hem achter glas de heilige birmaan hij had net iets wat zij ook
had
ze dacht aan hem terwijl ze met de kater sliep
en
tussendoor ook nog
ze liep van straat naar straat leefde zich uit in
vele worpen
gevlekt gestreept een pootje wit van toen die keer de
albino of van de siamees een blauwig oor
en zo verloor zij zich na
al het vreemdgaan eindelijk geïntegreerd haar nageslacht een
naam:
de lapjeskat
Categorie:Over dieren
Huilen op de plee
laat ons pal in het midden staan waar geen krachten
meer van invloed zijn
trillend zullen wij tot stof vergaan zo
los zo hunkerend naar samenhang
een nevelvlek
gelijk ongrijpbaar onbegrijpbaar veel te dood
gedaan
*geschreven n.a.v. van de moord op Theo van Gogh en wat er kort
op volgde
Lijkje is gevonden...
...zei de
nieuwslezer
zo lag zij daar
gelijk een losgelaten blad
de kastanjes keken glimmend door hun
stekelige wimpers ze herkenden haar als een
van hen met haar
vijf gespreide vingers op haar ingedommeld lijfje vijf maal vijf ze
gingen tellen vingers tenen en de zin
van haar vreemde glazen
ogen van haar oortjes nog zo rood en haar bramenblauwe lippen om haar
mond waarin haar tong nog scheen te lonken naar de vlinder op haar neusje.
zie je wel
ze herkenden haar als een van hen
Categorie:Over mensen
Nostalgie
voor Martijn Benders
je zei toen
dat ik op witte sokjes liep zacht
klinkt dat met roze pomponnetjes eraan vieux rose vermoed ik
zo
dichtte ik staand daar waar we nog samen waren in de heer die poëzie
is
de sokjes, benders, zijn versleten met de pomponnetjes in
boorwater gedrenkt dep ik mijn ogen
eli eli lama sabachtani
Categorie:Waar is de tijd
De haptische misleiding
kijk mevrouwtje kom maar dichter dit is
poëzie meneer u ziet nog niets?
dit is dan ook het
allerlaatste snufje adem in en bla ha aas! daar komt de vis
die op
het droge leeft van stoten
hap
toe leg je hand maar op zijn
buik de maan is vol
*gepubliceerd in het tijdschrijft Digther 2009 - 10e jaargang 1 *gepubliceerd in het boek WaterMerk - een doorslag van 10 jaar literaire passie - Literair Tijdschrift DIGTHER - oktober 2010
Categorie:Gepubliceerd
Goed van toen?
Het scheurkalendertje dat lang geleden werd
opgehangen bleef onaangeroerd: de gangen, het menu van toen. De leden, die
hebben nooit eens oergezond geboerd.
Nooit is hun maag gekeerd, werd het
verleden verteerd. Een pittig glaasje Underberg, ze hebben het als
rattengif gemeden. Dat oude smaken rotten lijkt niet erg,
niet op hun
tongen. Elke vreemde gast die even na het ooit-festijn verscheen met
nieuwe snaren of een ander lied,
gezette heren doopten hem tot
last. Ze kregen krampen in hun grote teen en tjokken nu op jichtig-oud
verdriet.
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 - 10e jaargang 1
Categorie:Gepubliceerd
Nurks fruit
aan de laatste winterpeer
daar zit hij dan
dik
meneertje uitgezakt rond het roosje van zijn anus
buik en
billen, heupen bol koppie smal gebleven
steeltje overbodig in zijn
hersenpan verdord
buiten, mijlenver van hem in de voortuin van de hemel staat een perelaar
in bloei
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 - 10e jaargang 1
Categorie:Gepubliceerd
Het bad loopt leeg
een derwisj draait met wazigwitte rok de dode schilfers huid van dagen weg
het water keert terug terug terug terug
ik zorg niet meer
straks legt de nacht zijn wijde schaduw neer zo vriendelijk bewaart hij alles uit de wind
zo licht dekt hij de tafel toe de boeken blijven open naast de kruimels en
de kringen van mijn honger en mijn dorst mijn toegaan in
herinnering een naam een blad een pen
Liefste,
- - - -
- - - -.
+
de morgen is een altaar
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 - 10e jaargang 1
Categorie:Gepubliceerd
Overzomer
zitverdriet spant draden over tafelzeer de spelers lachen niet
hun tamme donderbeesten waken poot aan pols
ze springen op wanneer een dobbelsteen bolhoekig even wichtig staat en alle ogen toont
er is geen winst er is niet eens verlies
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 - 10e jaargang 1
Categorie:Gepubliceerd
Bekentenis
ik ben een man wanneer ik dicht
ik neem mijn taal mijn zo geliefde voorzichtig op en draag haar
naar het onbeslapen laken
daar ligt ze dan ik kleed mij uit terwijl ik kijk naar
haar vertraagd en ingehouden
weten wij het van elkaar de gretigheid het veel te vele voor de
mondjesmaat die wij met rituelen legen
langzaam gaat ze voor me open sta ik nog opzij totdat het wachten ons
ondraaglijk wordt en wij elkaar beminnen wild en teder
wild en teder tegelijk
*gepubliceerd in het tijdschrift Digther 2009 -10e jaargang 1
Categorie:Gepubliceerd
Jozefien's wens
O ik wens ik wens ik wens ik wens mij een podium al om het
even waar maar voor het leven een vliegend tapijt of een balzaal die
rijden kan zodat er altijd weer andere dansers mijn wervelend zweven
betreden ik wens mij een duistere diepe zaal met wanden waartegen mijn
verhaal weerkaatst en in duizend tonen nog lang na mijn
optreden zinderen blijft maar stiller als even een briesje na de
storm
* in één adem geschreven n.a.v. de wekelijkse sessies 'sneldichten' op SchrijfNet, georganiseerd door Marc Boelens. Opgave was: 'een podium voor het
leven'.
Categorie:Waar is de tijd
Requiem
de dag is traag er valt een
vlieg
terwijl ze op haar vleugels walst kan ik niet anders
doen dan kijken naar
hoe zwart ze is en bijna
dood
ik schuif haar op het wit papier
we schreven saam dit kleine requiem
Categorie:Over dieren
Glottisslag
er was de
tram er was het
kind
ijzer op ijzer ijzig schril
ik wilde nog niet
dood ik wilde nog wel
ademen
'k 'k 'k wilde gillen 'k onniet
warme roze
hersentjes tussen de
rails
en
daar omheen... er was geen
daar omheen
ik was pas twaalf ik
deserteerde bang mijn zusje in mijn hand
Categorie:Belevenissen
Kwinkslag
we liegen niet we zijn voorzichtig waarheid is
een kraaienpoot op de overweg waarom
we denken krom
ontwijken ogen zoeken houvast op glibberige keien onze voeten scheef we
molenwieken zwaaien langs het glijden grappen iets iets raadselachtigs
neen we liegen niet
geeneen mag immers weten waar we
bloeden. we omhullen wazig of gevat in waterdichte grollen het enige
omdat
Categorie:Korte verzen
De vernieuwing
ik heb alle kasten op een kant
gezet geen wankel evenwicht want kommen, borden glijden krachten doen
hun werk trekken al de inhoud onvermijdelijk straalsgewijs
ordentelijk weer naar het ene statische nu
dansen op een
teen kijk dat is pas nieuw * diep in mijn aarde
lacht een oude kabouter mij uit
Categorie:Lichtjes typo
Mensje
Ik zit op een terrasje wat te kijken. Ze
hebben het er nog maar neergezet. De voorjaarsfrisse sleutelbloemen
strijken in mengeling een kleurenmenuet.
Ik heb mijn tas met wat
noodwendigheden en hebbedingen op de grond gezet. Zo ben ik nu het mensje
weltevreden, compleet met glaasje port en sigaret.
Hoewel...de stoel
naast mij blijft onbezet. Die ene daar, de and're zijn genomen dat ik daar
nu zomaar ineens op let...
Ik wist het wel: je zou nu nooit meer
komen. Toch heb ik mij wat dichterbij gezet en in gedachten weer je hand
genomen.
Categorie:Sonnetten
Maartse buien
Het merelvrouwtje zal vandaag
niet komen. Het regent zo verdrietig en de lucht Is uit de blije blauwte
weggevlucht En hangt nu muizengrijs tussen de bomen,
De lentewind
verwatert tot een zucht. Diep in de botten aarzelen de dromen, Een wachten
op de warmte die moet komen, Op nieuwe vogels en een nieuw gerucht.
Ik
zal dan maar alleen dit liedje zingen, En wiebelen op wat
herinneringen Aan wat ik gister in de luchten las.
Maar gisteren lijkt
al zo lang geleden. Het past niet meer in 't kader van het heden. Ik wilde
dat het gauw weer morgen was!
Categorie:Sonnetten
Hoogmis
de kathedraal is veel te hoog wij zitten aan de
grond gelust geknipt gekamd gelijk geschoren opgewolde polen van een
uitgerolde loper en daarboven zingen zeven gregorianen
langgerekte moederteksten in een taal die wij verloren schuiven
dunne zolen over onze haren en we krimpen en we koeken in
elkanders vezelweefsel zoekend naar betekenissen van die zangen van het
stof ook uit de rokken aan de sloffen van de allerhoogste priester maar we
worden niet gegrepen niet betrokken bij het kiezen van het heil doch als
allen heengegaan en de beker ledig omgekeerd besloten staat te schijnen op de
steen glijdt een gladde aspirator ademend over ons allen heen
Categorie:Lichtjes typo
Lente-equinox
het stralend-wit-verlangen is meest voelbaar wanneer ik weer zaden in
reuzelbollen netjes aan de waslijn hang want takken zijn voor mij te
hoog gegrepen struiken zijn voor zwerfkatten bereikbaar waslijnen zijn dun
en veilig opgespannen tussen gladde palen
gepoetste luchten lichten op achter geblonken glas
binnen draait de winter was
Categorie:SeiZoenen
5-7-5-jes
ongekamd brutaal schreeuwt een forsythia de winter van de baan
*
in het straattuintje pronken de coniferen met hun bleke bloei
*
ik wou dat ze bleef de malsgroene rups van de ligusterpijlstaart
*
van wilgentenen vlecht zij een vogelhuisje de kerselaar bloeit
*
de loden lucht is in de zee gevallen, nu is de einder weg
*
inktblauw is de nacht rond de maan die onbedekt van de zon geniet
Categorie:Haiku-Senryu
Valentijntje
voor J. de
lucht is anders blauw dan blauw en hij smaakt naar witte rozen mosjes op de schors van de platanen
blozen al hun kleine weelde bloot verwonderd in de eerste zon lopen
honden hupser dan op andere dagen en daartussen gaan de mensen jassen
los en kinderen en
ik vertel je dat
in een ader van de
Leie rimpellachen huizen speelt de wind de lijnen vloeiender mijn hele
stad luidt nu een hooglied
Einde wedstrijd. En ik was zo verliefd op die kristallen bol... helaas, 'k pakte ernaast. Maar leuk was 't ie wel, die wedstrijd!
Categorie:Waar is de tijd
De Theetjes
De Theetjes zijn ludieke reactie-versjes, een herinnering aan mijn kort
verblijf op Dicht Talent -2010- onder de
naam "scrib".
De Theetjes
1 Geïnspireerd door "Egotisme" van Hanny, waarvoor
dank.
scrib, ik vin j'een toffe peer al ben je helemaal geen heer je bent
mijn grootste favoriet hi tiger, ik bemin je zeer
de spiegel liegt, de lichtinval die maakt van jou een niemandal ga
liever in het water kijken het is wél nat, voorzie een val
De
Theetjes 2 Geïnspireerd door de wedstrijd op Dicht Talent:
"schrijf een ode aan Keats".
"Ode aan Keats"
ik ben tot
scharrelkip gepromoveerd ik scharrel op het erf van dichter Keats een
druppel bloed, een joy voorgoed een meisje dat de afspraak mist
nadat ik vlijtig heb gepikt schud ik wat vlooien af, mijn veren glad
en trippeltrappel naar De Thee
daar los ik dan het resultaat van vele scharrelsessies en iedereen is
mee
ik jodel van contentement al komt dit niet aan bod
er kraait een haan hij kraait drie keer
oh god, oh god... oh god!
De Theetjes 3 -
n.a.v. het vertrek van Roger Blaevoet
hee Blaevoet, blijf
toch maar sonnetjes schrijven ik vind een jambendansje best wel tof het
scheelt geheid een sjekkie bij de kof 't verfrissend liedje dat, naast slaap
verdrijven
mijn voze hersentjes verkwikt en óf ik dan gezwind in actie schiet! geen
vijven geen zessen meer, geen sikkeneurig kijven maar hopsakeeën, handjes
klappen, lof-
trompetten uit hun strakke hoesjes halen, de toetertjes, de bubbels! ow,
ojee... 't is nog wat vroeg daarvoor, en 't regent... balen
past beter bij de weerberichten, nee? nou goed, ik zwijg alweer in alle
talen en hijs de vlag: dag dag, dag ach, dag wee!
Categorie:Waar is de tijd
Testament
wanneer ik dood ben sluit mijn ogen
teder want ze waren mij zo lief
leg mijn handen niet
verloren onder kruis en paternoster maar ontfutsel ze nog even wat ze
nooit hebben begrepen weet
er is geen weerstand meer
Categorie:Korte verzen
Aliënatie
Ze zou een tango schrijven aan zijn voeten een wilde polka
zwieren om zijn hals zich laten draaien in de wijde wals van grote dagen,
diepe nachten zoeten
met snoozy-lachjes op zijn ogen waar hij slaapt
in haar. Ze zou zijn wimpers groeten nog voor hij wakker werd. Er zou niets
moeten alleen maar mogen altijd mogen, maar....
Hij roept,
wil vlees! Ze schudt het pepervat doorprikt gebraad. Terwijl het witlof
fruit ontglipt het botervlootje aan haar handen.
Ze kijkt naar hem, ze
wil hem zeggen dat... Hij hoort niet meer, hij staart zijn ogen uit op
beelden van voor haar te verre landen.
Categorie:Sonnetten
De zevende dag
De storm jaagt wolken zand en schuim over het strand. Je rug gebalde weerstand recht je hoge kraag. Ik ken jouw wens:
altijd een zondag als vandaag, zo'n zweepslag in de mist van dit verwaterd
land.
Ik? Hoor Sibelius, een verre achtergrond, zie door het raam het
wuiven van mijn liefste boom. Het huis een warme haven voor intens
gedroom, glas binnen handbereik, pantoffels en de hond.
Zo leeft elkeen
op zondagen zijn kleine wens. Hoewel er in de schriften staat dat God die
dag tevreden zijn gedane werken overzag, denk ik dat Hij op 't laatst nog
even tot de mens
gesproken heeft: bekijk en kies, want alles mag. Dat
deelden wij, die avond na de rijke dag.
*idee en eerste versregel zijn van Joop Komen, waarvoor dank.
Categorie:Sonnetten
Gemis
ik weet niet van waaruit ik schrijf vanuit mijn
hart mijn maag mijn darmen vanuit de kriebel in mijn armen het stormen in
mijn helse lijf
of schrijf ik om het woord te leggen geheel gespreid
gestreeld gekozen een maagdeke dat ligt te blozen om wat het zich zichzelf
hoort zeggen
welneen, ik schrijf vanuit mijn ogen als orfeus die
verloren zingt nadat hij omkeek, omkeek mens!
naar haar die op de
teerste vliezen genadeloos - in één moment de tijd gebald - werd
uitgeprent
Categorie:Op rijm gezet
De terugkeer
Ze keek tot hij verdween in haar pupillen, de leegten die
haar doodgeboren droom naar binnen zogen in die dunne schroom, bij alles
wat ze ooit had durven willen
en dat haar stom ontglipte. Dat
fantoom- verdriet in kelen die niet kunnen gillen een onbestemde honger
moeten stillen: de wortelresten, de gevelde boom.
Maar door de tunnel,
achter zwarte gaten, ziet zij een nooit gedachte lente aan: zijn kind, zijn
naam, hij heeft haar niet verlaten.
Ze weet het nu, ze zal zijn wegen
gaan. Het spoor dat hij haar stervend heeft gelaten blijft in de welving
van haar voeten staan.
*in samenwerking met en naar een idee van Joop
Komen
Categorie:Sonnetten
Meeting
[de spreker stapt op de trede]
Behorend tot de
minderheden verhef ik thans mijn stem! We hebben nu genoeg geleden zeg
ik nogmaals met klem.
De haringen zijn uitgedeeld, en zie ons hier nu
staan! De een te veel, de and're niets om mee naar huis te
gaan!
Wie weet waar zijn zij heengegaan, die alte kameraden één
meldde zich al dood, morsdood!!
Want zonder haring, minstens
drie, wordt niemand hier nog groot!
[gaat af]
*levendige herinnering
aan de korte maar bruisende 'sterretjes'-tijd op Schrijf.Net, een initiatief van Gerard Dupree, die, samen met een onbekende jury, 'talentvolle dichters' met één tot drie *-retjes beloonde. Er was gemor, te voorzien, maar er roerde tenminste wat!
Categorie:Waar is de tijd
Laat mij
laat mij niet langer weten wat ik weet van
woorden de gestelde wetten leg mij geen kaarten voor waarop de weg met
naam geschreven staat en het waarheen
zeg niet dit is zeg
niets ik luister niet ik kijk veel liever weg tot is ontbloot wat
mij nooit eerder werd getoond
geschoond misschien zal ik dat kunnen
zeggen waar ik zwijg
Categorie:Dichten & zo
Perelieren
Op Schrijf.Net organiseerden Hubert Voorhoeve en Jeanine Hoedemakers een wedstrijd:
"Schrijf een gedicht
over een of de PEER."
De debuutbundel van Danny Degenaar
"Eternelle lust geen bollen" werd ingezet als prijs.
Ik
noemde mij voor die gelegenheid Popote, en won de bundel met onderstaand
vers:
Gezellig perelieren
kom hier, jij
beurzeken vol sap jij malse venusdochter uit de verre bongerds van
mijn jeugd
je bent niet recht je bent niet krom je hebt geen
stekels of geen bolster je valt niet om gelijk een pruim
je zit
waar ik je zet. we kunnen dagen perelieren jij en ik, totdat je mij
verleidt het water langs mijn tanden loopt
wat mij genoopt te
bijten in je buik je kruikje van genietingen verzadigd
beet adam
in een appel? wat een grap!
uit: De keuken van
Popote
Ik had het gedichtje in 't Vlaams willen schrijven, dat vond
ik veel sappiger klinken, maar ik zou me daardoor te snel verraden
hebben tussen al de Nederlanders op deze .nl-site.
Hier dan:
Gezellig perelieren
kom hier, gij
beurzeken vol sap gij malse venusdochter uit de verre bongerds van
mijn jeugd
ge zijt niet recht ge zijt niet krom ge'n hebt geen
stekels of geen bolster ge rolt niet weg gelijk een pruim
ge zit
waar ik u zet. we kunnen dagen perelieren gij en ik, totdat ge mij
verleidt het water langs mijn tanden loopt
wat mij genoopt te
bijten in uw buik dat kruikje van genietingen verzadigd
beet
adam in een appel? wat een grap!.
Categorie:Waar is de tijd
Dichterbij
ik moest maar eens wat minder dichten zei de
dichter tegen zijn vrouw die naast hem stond en muffins bakte in de vormen van
papier waarop hij verzen schreef daar hij haar nog niet elders had zien
staan dan in zijn dompig brein waarin ze rook naar ambrozijn en koeler
maan verbaasd keek zij hem aan
legde
de vaatdoek in zijn handen toonde hem de weg de waarheid en het leven
dat hij met beide handen greep in schuimend sop de kommen en de koppen
van de menger klopper kneder en hoe hij nu wist dat zij niet langer geurde áls maar
echt een ovenwarme muffin was en hij volmondig at van haar
Categorie:Dichten & zo
Life sucks
op honger drijven wij gezellen naar de overkant
er
vaart een boot voorbij een dwaze vlag gebaart de oorlog is
gedaan een dode jongen gooit zijn lichaam overboord
de kapitien in
polychroom staat twee minuten uit de wind
wij vreten
gulzig zingen zelfs en zinken
Categorie:Korte verzen
Boegbeeld
de kleine kromgegroeide vrouw die
ik eerst grijs zag staan als leunde ze tegen de even grijze golven
aan die achter haar op witte regels een oneindig voortbewegen
schreven
zij stond zo stil
of toch niet want heel even heel
langzaam wiegde ze haar smalle schouders, haar getaand gelaat toonde
die glimlach die ik niet noemen kan
ze was niet grijs
verholen
kleuren lichtten op oud-rood een zindering van zijde een toets van
goud nog zichtbaar bij haar hals en vele blauwen in het
ogenschijnlijk vale van haar jas
een boegbeeld zag ik
dat ooit
gesneden uit nog te jong nog bijna bloeiend hout nu oud verweerd maar waardig voorwaardelijk de boot blijft sieren
Categorie:Over mensen
Het dagje wel
hijs de vlag de Friesche Vlag strooi
Completa in Moccona Petit Déjeuner van Lu pak de dag met
Compactuna Polifila in de scheuren Piwel staalwol schuurpapieren Levis
Mur Fluid Injection heksentoeren Sadolin Rubson Trimetal Satijn aan de
uitgestreken wanden
Fix & Finish schuur je handen zet de ladders
aan de kant plof en lees
de ochtendkrant
Categorie:Over dingen
Kleding-ketens
Ze zou 't klassieke pakje niet meer dragen. Het knelde, werd wat sleets na
zoveel jaar. Zo! Met een triompfantelijk gebaar trok zij het uit en stelde
zich geen vragen.
In blits-moderne snit wou ze behagen: gedurfd, uniek,
o noem het gerust raar! En nieuw van top tot teen tot in d'r haar: aan
rode piekjes wou ze zich ook wagen.
In trendy look trad zij in 't
openbaar. Men bracht meteen de handen op elkaar. Een groot succes!
Aanbidders! Hoe conform
het kledingstuk nauw aansloot op zijn doel. Ze
pronkte, praalde in haar zelfgevoel, maar eer ze 't wist was zij... in
uniform.
*in samenspraak met en naar een idee van Joop Komen
Categorie:Sonnetten
Een bloemetje
o -o°O°o- °°O°° | | | ik kies die morgen voor je uit een hele
mooie kijk de zon loopt al ontbloot langs het gordijn we zijn voor
haar niet ver verwijderd van elkaar we liggen samen in haar oog te
slapen nog ze schuift geluidloos langs de schakelaars vult kamers met haar
licht van blauw naar rozerood-oranje tot een dag we kunnen onze
ogen sluiten droevig zijn en weifelen we doen het niet
*een
bloemetje voor J., toen jarig en wat ziekjes... - 25 april 2004
Categorie:Lichtjes typo
Zomerjeremiade
klamme dagen kleven op de nachten en
versmachten ze met laat lawaai
straten zwaar van oude
warmte in de gevelstenen opgesloten wijl de wind lamlendig ligt te
staken
open ramen lokken zelfs geen speeltjes uit met glasgordijnen en
het kleine anders o zo fris en kittel-lachend windorgeltje hangt er roerloos bij als dood
ik
zucht de woorden briesje... koelte... god,
waarom
verlaat gij mij
Categorie:SeiZoenen
Van de hitte
de straten stinken ingedikte hitte gist in de
cloaca van mijn stad
belegen zweet de tijd uit gore roosters goten
garen vuiligheid die niet verwaait niet eens met blikjes vrolijk meer de
nacht in danst of ritselt langs de gevel vriendelijk nog even navertelt
over hoe goed
de ijsco was
de dag blijft aan de avond kleven al
ligt de zon nu als een rijpe bes achter de huizen, zijn de schaduwen
gewist, de stenen houden al haar warmte binnen langzaam langzaam gaar
ik tussen lakentjes
van bladerdeeg
Categorie:SeiZoenen
Zonneslag
laat mij linnen hemelbogen spannen over
alle torens van mijn stad
zie de schepen binnenvaren porseleinen
uit Limoges op de langgerekte tafels
zachte leren van de
meesters uit Cordoba over stoelen lichte eiken
uit de wouden waar
het lommer heel een zomerlang blijft hangen
roep de donkere
zigeuners hun violen en hun ongeschoren bloed
blozend toont Babette
de wijnen terwijl Christo achter sari's
stenen eilanden
verbergt
Categorie:SeiZoenen
Zotte zomer
'hebban olla vogala nestas
hagunnan hinase hic anda thu...'
de bomen o bomende
waaiende bomen de bomen uit waaibomenhout
ze staan op hun dooie gemakje de
dromen te rooien in 't zonneveldwoud
het blauw te herkauwen van zuchtende
luchten de waters van klaterend goud
die komen hun wortelgestellen
bevruchten besluipen tot hoog in hun kruin
de takken waar vogelen
vedelend nestas hagannan aan de bazuin
van de engel de aap o!
calyptuslied het zingt en het klingt allemaal
hinase hic anda de
valkparkiet die stierf in een ander verhaal
Categorie:SeiZoenen
De belofte
ik zou zo graag eens in je auto rijden zei Daantje die
al op zijn sterfbed lag. toen ze de holten rond zijn ogen zag en wist: hij
is zijn dood aan't voorbereiden,
vertroostte ze: komt heus nog wel een
dag dat ik je bij je arm zal begeleiden dan kan je met me mee een ritje
rijden zodra je even uit je bedje mag...
mijnheer op kamer zes is
overleden. ze keek naar hem en dacht: we doen het, Daan en klampte op
de gang een zuster aan
ze heeft haar auto voor de deur gereden, en in
de witte stilte van die nacht is hij naar 't mortuarium
gebracht.
*Opgedragen aan Yvonne, beste vriendin en verpleegster op rust, want haar waar
gebeurd verhaal uit een kleine kliniek, anno 1950-55 ongeveer.
Categorie:Sonnetten
Breekpunt
hij weet geen wijsjes meer ineen te flansen kan niet meer draaien voor z'n
daaglijks brood. het aapje op het orgeltje is dood bezweken aan het al te
gekke dansen
en aan het bedelen, het rokje rood van schaamte, aan het
knagende verlangen als vroeger in een speelse boom te hangen van alle
tinkelbelletjes ontbloot.
hij leeft, maar weet zich nu met alle
ogen die hij uiteindelijk begrepen heeft geen raad. zijn allermooiste
mededogen
zit diep in 't lijf, dat bang benepen leeft de huid te dun
en tranen die niet drogen een hart dat breekbaar in zijn handen beeft
Categorie:Sonnetten
Alluretje
Kan het zijn dat de man die
sonnetjes bakt dat die jambische hersentjes heeft? Dat ie 's morgens zijn
das met een jambische knoop al een jambisch alluretje geeft?
Dat ie
machteloos lonkt naar de anapest, het orakel dat over de kloof van de
tweebeners hups op een driepikkel zit en verlekkerd is op het
geloof
in het rime het rijm en de metrumpijn, in de dans van de
ooi-ievaar Ach ik weet het niet eens, ik beweer het ook niet wat ik stel
is een vraagje zomaar
Categorie:Dichten & zo
Een eind weegs
ik weet nog: het was bijna nacht waar
ik stond de auto's als haastige beesten met ogen te dicht bij de
grond, de weg met aan 't einde de warmte, het nest
ik hoopte niet
meer
ik ging achteruit en de wenk 'neem me mee' had eerder het
lome van wuiven naar niets want jou had ik niet meer
verwacht.
je zat hoog en je tilde mijn tas
er was koffie, dat
eerst, zei je want ik ben moe wil je praten, de hele tijd door, wil je
dat? ik móet niet meer ver...
maar ik hoorde: ik kán niet... ik
praatte op leven of dood
*geschreven n.a.v. "autostop" met een vrachtwagenchauffeur die écht voortdurend in slaap dreigde te vallen. Een beetje (?!)bang was ik wel...
Categorie:Belevenissen
Bevroren God
God - moet je weten - was van meet af aan al oud
nog ouder dan Methusalem die ik leerde kennen in het schooltje om de
hoek.
God had toen al een witte baard een mantel in de kleuren van mijn
jurkjes na de zomer.
Zo zag ik hem voor 't eerst op doek geschilderd hangen tussen "Het
Aardse Paradijs" en "De Kruisiging".
Hij had, zei Zuster Fabiana, een rechter- en een linkerhand waaraan we
zouden zetelen na onze dood.
Toen werd het winter, werd het heel lang winter. Het schooltje
sloot er vielen bommen heel nabij
Eén keer nog ging ik langs alleen met moeder.
"Kijk mam, ijsbloemen op de ruiten!" gebaarde ik. Ze keek niet weg, ze
haastte voort
"Mamie...? Is God nu ook bevroren?"
Ze durfde het niet horen.
*de titel van een opdracht bedacht door Margo van Gelder, op de toenmalige Werkgroep
Poëzie
Categorie:Waar is de tijd
Tu es sacerdos
ze hadden hem in 't riet gestuurd een
eeuwigheid naast god beloofd de gouden handdruk van de dood als hij maar
honger leed en liefde aan de apen liet het Brood verkruimelde zijn huid
omhing met zwarte rok en van de duizend knoopjes er niet een zou open
doen
hij kijkt naar elke Lieve Vrouw en denkt aan Zuster Beatrijs die hem
subtiel is voorgegaan
verrukt voelt hij de klepel slaan
Categorie:Over mensen
Ach en wee
de regen wist een palingdroom te schrijven op de ribbelstroom
de grote
ringel hoorde dat en trok de gronzel uit het nat
nog voor de inkt kon
drogen
ik zat met puimsteenogen te tranen naast de bibberrat
en
blikken mededogen te proppen in het gat
het was te laat de regen
boog en streek de ribbels glad
Categorie:Nonsens-Bizar
Het huis
Het huis, altijd een werf en altijd
elders.
Dagloners dragen stenen aan en af
er werd geen plan
getekend geen cohier van lasten voorgelegd geen paal geheid,
geeneen.
De bouwheer meet de tijd bepaalt de lichtinval de
ruimten en het schuinten van het dak
veranderlijk.
Soms lijkt
het afgewerkt. Dan sluit ik het gordijn. Een punt, de sleutel en -het
breekbaar- welbehagen
want rusteloosheid ruist allengs uit alle
hoeken de stilte weg en weer zie ik het elders staan en zal ik
gaan.
Categorie:Over dingen
Het nieuws
koppig zuigt de dag zich vol met klaarte
zo is de
wet
een koffiezet verkracht genadeloos mijn dromen die zachter
waren dan de nieuwsberichten:
de doden slapen al de ziekelijke
schapen blaten nog
*n.a.v. de blauwtong-ziekte bij de schapen
Categorie:Korte verzen
Het werk
aan tafel zitten, op een stoel. papier en potlood aan de
rechterkant de linkerhand die nergens weet van heeft legt zich te
luisteren naar wat vanuit de grond omhoog kruipt langs de poten naar het
vlak onder de punt die registreert.
als alles is geschreven blijkt
het niet meer te zijn dan dit onmogelijk te lezen cardiogram van een
bestaan
Categorie:Korte verzen
Hip wil wat
de haren zorvuldig verward het hemd machinaal
ongestreken
de broekspijpen kundig versleten gerafeld op
maat
de schoenen gelompt -tegen zweverigheid- een veter
nauwlettend vergeten
het truitje moet binnenste buiten gekeerd
want mam heeft het anders geleerd
en dat ze zich hoedt om het jasje
te wassen want dan ga ik vrees'lijk te keer
wassen? hoe deed zíj dat ook
alweer?
Categorie:Vr.Vorm-rest
Wilde ego(s)trip
snel armen kruislings over buik naar
heupen trek ik al mijn kleren uit en zwier ze zwaaiend in de lucht
zie het purperen gareel beaat tussen kristallen hangen in
luchters klinken feestelijk de glazen
over een deur drapeerde zich de jurk als een guirlande zomerwitte
bloemen
het kanten slipje vlinderlicht vliegt naar het raam gaat
wonderbaar over het groen van de bonsai liggen als bloeide hij
en in mijn huid heeft nooit voordien de kamerlucht zo tintelfris
gebeten met niet te tellen tandjes van genot
Categorie:Over mensen
Ondraaglijke lichtheid
ik wou dat ik faalde ik wou
dat ik baalde ik wou dat ik vreselijk lelijk was pokdalig gebocheld
en arm als de straat
verlaten verstoten jaloers van de koek in de handen van bazige
bonzen opstandig mijn kruimeltjes gaarde
ik wou dat ik mee-lijden kon met de aarde de hemel de hel de
zaaiers van armoe en doem
ik wou dat want nu
rol ik rustig een rokertje luister ik naar Sibelius
en niets heb ik helemaal niets om over naar huis te schrijven
Categorie:Vr.Vorm-rest
Astrologica
ik kwam te voorschijn toen de Zon had
afgedaan de tekens tot voorbij de riem waaraan de Tweelingen de Maan naar
alle winden lieten waaien en tegendraads Saturnus zat te janken hopeloos
het schuim aanschouwend van de Ram die vierkant in het water viel
hoewel
het uur zat goed want Leo spuwde op de bol zijn hete driftendans waarvan
ik zo verschoot dat ik begon te beven vooraleer ik zelfs een eerste keer
geslagen werd
en nog
ik woon op nummer twaalf het laatste en het meest verborgen huisje in de
rij van Ik naar 't loze Wij dat later meer dan in mijn dromen na 't
verteren van dat Wonder wezenlijk begon te smaken naar
een Château-en-Espagne* Appellation Oubliée
vandaar
*Chateau-en-Espagne betekent luchtkasteel.
Categorie:Vr.Vorm-rest
Het Grote Gevoel
in het cafeetje Het Grote Gevoel zaten
zij beiden op eenzelfde stoel als je maar weet wat ik daarmee bedoel met
dat cafeetje de stoel en de boel
ze waren nog jong maar de tijd was al oud het bier was verschaald en maar
halvelings koud zijn handen begrepen haar heupkens zo stout ze keek wat
beteuterd geen mens is van hout
hij wriemelde bevend haar roksken omhoog de ober bezag dat van achter de
toog hij dacht aan zijn Trien en dat zij hem bedroog een brandende
braamdoorn schoot recht in zijn oog
hij wiste met woede zijn laatste traan en als hij dat slikkend had
afgedaan is hij voor de tortelse duifkens gaan staan boosaardig van aard
zei hij kort: jullie gaan!
toen stonden ze op van hun enkele stoel die dampte nog na van Het Grote
Gevoel hij zette haar kraag recht want buiten was 't koel de ober verzoop
zich daarna in 't gewoel
van zijn cafeetje Het G.... G......
Yep!
*leuke herinnering aan ons "kelderken" op Schrijf.Net, waar ik toen mee mocht werken aan het onderhoud van de site. Het vers werd geschreven t.a.v. Marc Boelens, die, zo schreef hij, in gedichten "het grote gevoel" wilde lezen.
Categorie:Waar is de tijd
Kwatrijntjes
De voorman
Een donderwoorden-bliksemend betoog 'Niet laten knechten,
vrienden, kijk omhoog!' Waarom maakt hij nu plots zo'n gek gebaar? Er
vloog een bijtend vliegje in zijn oog...
Samen-zin
Wat zou een
knotwilg zonder knot, Een prevelkwezel zonder god Een kuddenloze herder
zijn Zo bij een wijze hoort een zot
Opvoeding
Op
jambenpasjes leerde ze haar les Van één a twee en stoppen voor de
zes Maar stoppen heeft ze blijkbaar nooit gekund ze hakt de prei nu met
een jambisch mes
Bewolkt
De dag voldeed niet aan zijn
zondagsplicht. Vergat de zon te wassen, en haar licht Ligt vuilig grauw
langsheen de huizenrij. Verbolgen doe 'kmaar weer mijn ogen
dicht.
De reis
Levensmoe en Levenswijs Maken broederlijk
de reis. Zachte zetels in de trein Naar 't beloofde
Paradijs.
Los
Breng mij terug bij de rollende stenen. Roep
mij terug naar de bruisende zee! Weg zijn de muren, de grenzen
verdwenen. 'k Geef wat ik heb met de wolken mee!
Schrappen?
De
hoogste bomen worden door de wind gesnoeid, En zijn na elke barre storm weer
doorgegroeid. Als bakens kunnen zij nu in het landschap staan Omdat ze
nooit door regelneven zijn verknoeid.
Categorie:Op rijm gezet
Doffe ellende
de marsupilami zit hoog op een tak zijn
zeer lange staart te betreuren
de veer is gesprongen de lol is eruit. hij jengelt en jeremieert: iedereen
is gemeen! hij kijkt
naar zijn navel en denkt aan zijn moeder hij grient
uit zijn neus ja
toen kwam ze nog na met een doekje nu niet. hij dropt
zijn verdriet in het
stof van de wegel die onder hem doorloopt geen mens
die het ziet
Categorie:Over dieren
En de winnaar is... DRIEK
Onderstaand gedichtje schreef ik destijds op Schrijf.Net. Daar zwaaide toen wat! Protest, ontgoocheling, omzeggens totale verslagenheid. Een sonnettenbakker als Dichter Des Vaderlands (NL), stel je voor!!!
*
't Is nie waar!
zo zaten ze bijeen en klonken met holle ogen aan
elkaar gewaagd op een in gram verzonken hoerensjans onder hun
haar.
het platte plebs had hun een loer gedraaid. geen krijger geen
hervormer neen! een rijmelaar had uitgeblonken kreeg de eer om voor het
land
huns vaders en de schone ogen van het prinsendom te
dichten.
dit was een allereerste ramp daarover zal hij niet...
*
Op
26 januari 2005 werd Driek van Wissen door het Nederlandse publiek voor de komende
vier jaar verkozen tot derde Dichter des Vaderlands. Zijn voorgangers waren
Gerrit Komrij, die voortijdig afhaakte, en interimaris Simon
Vinkenoog.
De zogenaamd vernieuwende dichters, voorzien van inslaande
etiketten zoals jong, postmodern, absurdistisch of
gewoon absurd, experimenteel, conceptueel, meer anti dan pro
etc... afijn, samengevat: zij die Dada nog geen dada! toezwaaiden, kwamen in
opstand. De kersverse DDV kreeg van sommigen al direct een vuur... he, slijkdoop
te verwerken.
Precies op de dag van zijn inauguratie werd de sluiting van
het het concentratiekamp Auschwitz herdacht. Hoe rijmt men dat tesaam? Hij
deed het, tóch dus, en wel met een vers dat volgens mij van humor en
tegelijkertijd van respect getuigt. Een speedsonnet dat op een mild-cynische wijze
laat aanvoelen dat Driek zich bewust was van zijn ondankbare taak.
DICHTER DES
VADERLANDS
De nieuwe Dichter van het Vaderland Mag, in de
wolken door de eerbewijzen, In een speciale feesttrein huiswaarts
reizen En werpt daar nog een half oog in de krant
En leest dat exact
zestig jaar geleden De laatste treinen richting Auschwitz
reden.
het blijft te lang te stil op straat ik
bind de honden holle trommels aan hun staart er moet gekletter zijn geblaf
en dat ik hoor waarheen ze gaan en kerend ik de doening van hun neuzen
volg en weet wanneer en waar waarom ze blijven staan
want daar
daar
is er iets waarnaar ik later op de nacht kan graven
Categorie:Korte verzen
De man die
de man die verzen leest hij leest geen
verzen hij droomt dat scheerschuim geurt naar moeders borst naar romig
opgeklopte moedermelk en zwarte stoppels op zijn mansgezicht
verzacht
hij weekt zijn brood in lauw verdriet en roept de vrouw de
andere zij die de vorige uit zijn gedachten giet
Categorie:Over mensen
Aan mijn moni
moni o moni ik hou zo van jou jij bent mijn
alles mijn méér dan ik wou.
jij toont mij werelden wijder dan
wijd sust mij in webben, geen verte geen tijd
kunnen ons
scheiden van elkaar 'k trek al in dagen geen kam door mijn
haar
en je vierkantig cyclopenoog weet wat er mij naar je
toe bewoog.
was 't niet de roep van de Lorelei heel in de
verte aangrijpend nabij?
was het die
vreemde gedrevenheid: kennis vergaren? vergetelheid?
het is de duik in een kolkende zee Orfeus, vertel
mij Eurydike...
*ik had voor 't eerst een PC - november
2000 - begon toen pas gedichtjes te maken
Categorie:Waar is de tijd
Het weekje in de ruimte
Gaia in het midden? Ze méént het! Maar...
De Maan heeft een oog dat
nog lonkt naar de Zon
Mars ramt hun droom in elkaar maar de zalvende
Zeus weet wel donders goed hoe de pientere gast Mercurius aan
Venus te
koppelen valt die frivool haar dag vol marktmuziek op kopers speelt en
verzen breit uit dunne draden van White Linen geurend tot hij komt, het oude plichtsgetrouwe vadertje
Saturnus dat gedisciplineerd de tobbe-dag eert
Want straks troont de Zon weer.
We maken voor haar alles mooi!
Categorie:Over dingen
Loslaten
dit is een vruchtbare nacht zwaar hangen rijpe mispels maar de
bomen laten ze niet los
eerst moet het verlangen komen naar
verrotting naar vergaan
naar de smaak daarvan
Categorie:Korte verzen
Goddank
zo is het dus in februari jaar na jaar na jaar het kloppen van de stad het
sap in valentijnen harten verheven rood en afgerond
zijn het de vogels
al? of giechelen de cherubijntjes warmpjes ingevette lijfjes mij uit
bed?
hortensia's staan dood te kijk in stenen tuinen bevroren bruin
hun kleur verloren weren zij de scherpe geur van wat ontstuimig
zwelt
in teder doen de knoppen stoute knoppen durven weer en weten
niet
goddank
Categorie:SeiZoenen
Gij badt... G.G.
hoe moet ik hoor ik mij wie vraag ik het is er
nog één die mij niet jaagt ik klaag niet
hagel laat geen
wonden weegt onderhuids bloedt binnenwaarts mijn hals dicht lauw en
smoort mijn stamelen waar ik u roep waar ik u niet kan roepen
roept
gij mij
Categorie:Vr.Vorm-rest
Februari
vandaag kwam ik de liefde tegen ze leek te dampen in de winterkou de ruiten
bloosden reeds ze deed de stoep de goot waarin het schuim de schilfertjes
van gisteren gewillig loodste naar vergetelheid
ze was gewoon de
kleine dagelijkse vrouw haar handen spanden zich om zeem en lap en
dweil ze wrong hen wreed en wapperde bevrijd de straat vol geuren van
lavendel kamperfoelie en limoen
straks als hij thuiskomt zal zij
hem een schotel warmte doen
Categorie:SeiZoenen
Famke
hoe het begon: we zaten aan een tafel weet ik nog
de boter was heel
zacht het was zomer buiten, zwoel wij zouden praten over een tuin
geloof ik en een groter huis
ik zei hoe zei ik dat de hond is
vuil niet zo ik zei je hond zou ja en zonder overgang zag ik je
elders
zitten op de grond je rug gerecht de benen wijd gespreid de
hond zo dicht zo daar
en jij begon haar zijden haren te kammen
toegewijd aandachtig liefdevol omslachtig ook geen plekje heb je ongemoeid
gelaten
het bliksemde
ik had je lief ik had je kunnen
haten
*herinnering aan een geprek met mijn vriend A.B.
Categorie:Belevenissen
Re-ACTIE!
Alles voor 't plezier van 't schrijven
reactieversjes op
-de zich 'objectief'
noemende dichters en recensenten -de maniakale woordverkrachters -de
vrijdenkende anti-sonnettirannen -de magerzuchtigen -de uitvinders van de
naamwoordvervoeging en het jejijen -de scouts-op-zondag-van-de-straat -de
veelplempers -enzovoort
testcase
de dichterkens op 't
wereldwijdeweb ze lurken aan de tijd al bakkeleiend als mottenballen
tantes pinkhoog vleiend elkanders en een anders holle kweb
een enkel
keertje zinken heel omzichtig hun afgeroomde ogen in het dik ze schrikken
dan en murmelen doorzichtig: ik vind, nou ja, ik meen, maar wie ben
ik?
eens thuisgekomen schoppen ze hun toffels niet onder stoel of bank
maar door de ruit en trekken zij hun stoute schoenen aan
dan gaan ze
anoniem en zonder moffels -hoe tegendraads dit hier ook staat te staan- zo
dagen zij de rauwe waarheid uit
eigen weurden
zeer langwerpig slingerapen zich de miksoepweurden van het grootste naar het kleiner grut der blaters aan de dunharige draden van
het winternet
bakelei een koekoeksklok van eigen deeg hoor hoor hoe
aborigineel ze interapig in de potten slepelen want eigen weurden eerst en
wie niet meedoet
is een vlieger voor de klater van hun
zelfrijzende zandtaarten de staart onwederroepelijk
verkleefd vercollageend in saamgeraapsel niets staat nog
apart de
eigeneerstigheid blendeert ogen oren mond we eten wortelkool en preibes
peerknollen met zie naast appelsaus en kelen onze slikken
in
vrij moet
en kent er iemand nou een fijner
nummer dan stappen op de maat van het sonnet de slenterende straat een
neus gezet met hakken op de klinkers als een drummer
en tussentoontjes
fluiten voor de pret tot ergernis van menig scheve hummer die zwalkt van
hot naar her of nog de hm'er de laaggebrilde hooggeneusde wet
die jou
in vrijheids naam een voetje licht de prei de selder alles voor je soep de
krant de mug de olifant een troep
van dingen die je liefhebt op de
stoep en niemand hoort je stomverbaasde roep je reutel in jouw ongelikt
gedicht
minimalisme
de gezette gesettelde dichter
schrijft
ik zit op waarop? de gezette dichter hoort zijn zwaar te
dragen lezer lichtjes denken
schrapt op weegt voeg ik iets
toe? schrapt ik
zitten
zit
door De Gezette
Dichter uit: "Het Niets"
de gezette dichter is
tevreden een geur van puur humaan geluk omkrult zijn zinnen nadat
hij als poogde hij om op te staan een bil verheft
vanuit het
centrum vult de periferie zich met vlucht de vleugels van zijn
neus verwijden fijner nu geniet hij zich een zelf
vertoevend in een
geur van onderbuiks geluk snuift hij de geest
je nept me
nipt
je tippelt steels mijn ogen je horizont mijn zicht je
wil mij mede dogen je valst mijn ochtendlicht
je nept me nipt. de
stilte kamert rondom ons bed dat davert van de bilte je zweet je handen
wet
ik boxershort mijn delen maar jij behaat geen moer je deurt in
ambergelen je draait en baadt me loer
nooit zal ik nog bebillen een
blauwe pelikaan ik rood mij nu ik shirt me ik trek mijn schamen
aan
doeternietoe hoehoe
allez hup et on y
va! geen gedoe geen tralala dichies aan ballonnetjes
waaien boven
festivals hippig hopt een nieuwe wals boven bier in tonnetjes
en
wie wet ons en wat let ons poëzie? is blablabla maar zo'n festi! vals
of... zeg maar dat brengt centjes in de la