Het KASTEELDOMEIN VAN SCHRIEK en de familie VAN DER STEGEN DE SCHRIECK Deel 3 Bewerkt door Tom Stroobants
In het tweede artikel hebt U het 1ste deel kunnen lezen van het artikel Le château de Schrieck lez Putte uit het tijdschrift Revue de Touring Club de Belgique, 1933. Ik laat de schrijver van het artikel, O. Petitjean, meteen aan het woord voor het tweede en laatste deel van dit artikel. Mocht U aanvullingen, opmerkingen of vragen hebben laat het dan niet na mij te contacteren via e-mail: tom.schriek@skynet.be .
REVEU Du TOURING CLUB DE BELGIQUE et Bulletin Officiel. Nos vieilles demeures seigneuriales. (onze oude herenwoningen) LE CHÂTEAU DE SCHRIECK LEZ PUTTE. (DEEL 2)
Op de verdieping treffen wij dezelfde schikking aan, doch, hier zijn er in betrekkelijk laten tijd aanzienlijke veranderingen aangebracht. Te oordelen naar de versieringen van een zeer mooi plafond, dat van 1731 dagtekent[i], was daar voorheen, boven de portaal hal van het gelijkvloers, de kapel van het kasteel[ii]. De trap, die naar de zolder leidt, werd daar ter plaatse op zeer eigenaardige wijze gebouwd met bijgevoegde gaanderijen, waarop het ondergeschikte personeel kon plaats nemen om de Goddelijke diensten bij te wonen. Dat is tenminste de enige mogelijke verklaring van den ongewone bouw van de trap. De keuken die aan de oostkant tegen de zijgevel aangebouwd is[iii], bezit een prachtige schoorsteenmantel uit de 18de eeuw. Een dertigtal meter diepe put mondt uit in de vloer van dit vertrek en werd wellicht in het leenroerig tijdvak aangelegd, om in tijden van beleg de bewoners van het kasteel van water te voorzien. Evenals al de oude herenwoningen heeft ook het kasteel van Schriek zijn eigen legenden. De lieden uit de streek vertellen dat een oud kasteelheer[iv] van Schriek in sommige nachten zijn oud slot komt bezoeken om er één of andere misdaad uit te boeten. Men vertelt insgelijks dat het kasteel eertijds door onderaardse gangen met verafgelegen bijgebouwen verbonden was: één van die uitgangen lag in de bossen van Keerbergen, een ander in een hoeve te Heist-Goor. Bij het uitvoeren van grondwerken heeft men in de streek soms sporten aangetroffen van onderaards metselwerk wat dus deze overlevering schijnt te staven. Het park dat wij reeds opgemerkt hebben is de voornaamste aantrekkelijkheid van dit kasteel. De grote hoeveelheden Rododendron zijn enig in het land[v]. Deze struiken zijn eeuwenoude en natuurlijkerwijze die tot ruime, frisse, lommerdreven uitgegroeid. De huidige eigenaar, de heer A. De Roij, die te Schriek slechts enkele weken in de zomer verblijf houdt, heeft er een prachtige kunst- en oudheidkundige verzamelingen bijeengebracht. De grote eetzaal bevat een volledig meubilair in Lodewijk-Philippe stijl, waarin men tot drieëntwintig verschillende tinten en samenvoegingen van notelaar kan onderscheiden. Een volledig stel van 117 stuks oud-Brussels, een ander van 77 stuks oud-Doorniks, schotels in oud-Romaansch aardewerk en duizenden andere merkwaardigheden doen de schoonheid van dit meubilair nog meer uitkomen. In een ander vertrek bewondert men een gebeeldhouwde eigen tafel uit hetzelfde tijdvak en van hetzelfde maaksel als degene die prijkt in het Plantijnmuseum te Antwerpen. De muren van de verschillende vertrekken zijn versierd met schilderijen van gekende meesters, o.a. met een allegorie van Jordaans, een ander onderwerp in dezelfde aard van de hand van Preudhomme uit de XVIIIde eeuw, een Christus tussen de twee moordenaars door van Clerè (XVIde eeuw), een portret van Guido Gezelle door Navez, een Geh. Van Houthorst.
 |
Tussen allerlei merkwaardigheden blijven we stilstaan bij twee kleine kanonnen. Oorspronkelijk zouden zij gediend hebben om door hun schoten blijde gebeurtenissen in de familie van de slotheer[vi], zoals huwelijken en geboorten, luister bij te zetten. Tijdens de Boerenkrijg maakten de opstandelingen van deze kannonnetjes gebruik om signalen te geven en zelfs om kanonballen af te schieten. Na de onderdrukking van de opstand werden zij door een jongen, Breys genaamd, meegenomen en te Herentals verborgen, waar zij door één van zijn erfgenamen zijn terug verkocht aan de huidige kasteelheer van Schriek. De herinnering aan de grote Boerenkrijg, die 150 jaar geleden in onze gewesten geleverd werd, wordt aldus in het oude kasteel van Schriek voor de geest geroepen. Voor zover de omschrijving van het kasteel van Schriek. Binnenkort komt er nog meer nieuws over ons verdwenen kasteel en de slotheren van Schriek. Mensen die over het kasteel van Schriek vragen, opmerkingen, of verbeteringen kunnen geven mogen steeds hun reactie doorsturen.
(BRON: artikel uit Revue de Touring Club de Belgique, jaargang 39 nr. 21 (01 november 1933) en STROOBANTS T. De heren de Brouchoven-Van der Stegen en de laatste kasteelbewoners in de heerlijkheid Schriek).
[i] Hier hebben al de geschiedkundigen zich aan laten vangen. Het plafond is van 1731 maar het gebouw is van oudere datum. De datum 1731 herinnert aan de laatste verbouwing en vergroting in opdracht van Karel Lodewijk Van der Stegen, heer van Schriek en Grootlo. [ii] Zoals al gezegd is de aangebouwde slotkapel aan de zijkant van het kasteel van latere datum, vermoedelijk gebouwd in het midden van de 18de eeuw. [iii]De keuken was dus aangebouwd achter de kapel tegen de Schriekstraat. [iv] De schrijver bedoelt hier een geest van een kasteelheer. [v] Sommige mensen beweren dat de grootse Rododendronstruik in het kasteelpark van Schriek gestaan heeft! [vi] Hier bedoelt men de familie Van der Stegen de Schrieck
|