Na de erkenning van onze kerk als beschermd monument, heeft men nu een architect aangesteld met als doel : een zo correct mogelijk beeld van dit gebouw op te stellen in functie van komende restauratiewerken, welke in de nabije toekomst dienen te gebeuren, om het gebouw in orde te houden. Dit betekent dat de eerste zorg zal gaan naar het gebouw zelf, en nog niet naar het interieur. Maar wat nu nog niet aan de orde is, kan in een latere fase zeker gebeuren. Het is de Antwerpse meester Jan Frateur, architect, die met het voorbereidende werk werd belast. Daarvoor dient men ook de historiek van dit gebouw te kennen. In volgend bericht zullen we trachten de bouwgeschiedenis van de kerk in grote lijnen te schetsen aan de hand van documenten welke we tot op heden konden terugvinden.
Omstreeks 1970 was de linkersteunbeer dringend aan restauratie toe. Dit is nu weer het geval.
1265 : Wouter V Berthout, Heer van Mechelen en ook van het toenmalige Schriek, krijgt van de bisschop van Kamerijk, Nicolaas III van Fontaines (1249-1272), de tienden van Schriek, op voorwaarde dat hij er ene nieuwe kerk zou oprichten en deze begiftigen met een som van 12 pond Leuvens. De uitvoering van dit akkoord zal nog ongeveer 40 jaar op zich laten wachten. Adelisia de Guines, weduwe van Wouter VI Berthout, heeft na de dood van haar man zich bijzonder ingezet voor abdijen en kerken en om de aangegane verbintenissen van haar schoonvader en man met de bisschoppen na te leven. Zo ook voor Schriek, waar zij samen met haar zoon Gillis een nieuwe kerk liet oprichten en op 9 maart 1309 aan bisschop Filippus ootmoedig smeekte om deze kerk als parochiekerk te erkennen. De eerste kerk werd hoogstwaarschijnlijk gebouwd in de jaren 1306-1309. Ze werd opgetrokken in witte zandsteen (vermoedelijk uit de omgeving van Grimbergen en aangevoerd met de boot tot Ninde of Dansbrug) en rode baksteen, in een Romaanse bouwstijl met een latijns kruis als grondplan en vijf altaren, wat uitzonderlijk is in onze streken. Onder aan de voet van de toren is een sierlaag aangebracht in Diestse ijzerzandsteen waaruit eveneens een vostersteen( = een justitiesteen) werd vervaardigd. Of er aan de rest van de kerk destijds witte zandstenen of bruine ijzerzandstenen werden gebruikt is op het bedevaartvaantje niet vast te stellen en de constructie van het eerste kerkschip is volledig verdwenen bij de verschillende vergrotingen. De restanten van de Romaanse bouwstijl zijn terug te vinden in de ingangsdeur en de gebogen vensters van de toenmalige kruisbeuken en boven de kerkdeur zoals ze zijn afgebeeld op het bedevaartsvaantje dat dateert van omstreeks 1564. Trouwens men kan langs de binnenkant van de toren duidelijk de verandering van het venster boven de ingangsdeur waarnemen. Van deze kerk rest ons nu noch slechts een aangepaste toren en een recent ontdekte grondvest van de oude kruisbeuk. Mocht er worden vastgesteld dat deze fondementen van latere datum zijn, dan zou dit betekenen dat er nog een bouwfase is geweest tussen de oprichting van 1309 en de tekening op het vaantje van 1563. Voor de andere grondvesten zal het wachten zijn tot op de dag dat men ook in onze kerk vloerverwarming zal aanleggen.
Detail uit het bedevaartsvaantje van Sint-Jan Baptist te Schriek anno 1563 Vervolgd.
15-12-2006, 00:00 geschreven door renic Reacties (0)