Ik ben Schmitz Guy
Ik ben een man en woon in Leopoldsburg (Belgie) en mijn beroep is Op rust.
Ik ben geboren op 01/03/1943 en ben nu dus 81 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Wandelen en PC.
Ik hou van mij hoor je nooit zingen Ik hou van mij wordt nooit gezegd.
Maar ik hou van mij ga ik toch zingen.
Want ik hou van mij, van mij alleen en ik meen het echt.
Ik hou van mij, want ik ben te vertrouwen.
Ik hou van mij, van mij kan ik op aan.
Ik hou van mij, op mij kan ik tenminste bouwen.
Ik hou van mij en ik laat mij nooit meer gaan.
Ik blijf bij mij en niet voor even.
Ik blijf bij mij voor eeuwig en altijd.
Ben zelfs bereid mijn leven voor mijzelf te geven.
Ik blijf bij mij totdat de dood mij scheidt.
Ik hou van jou zeg ik soms ook wel.
Ik hou van jou en ik meen het echt.
Maar ik hou van jou zeg ik alleen maar voor de spiegel.
Zo komt ik hou van jou weer bij mezelf terecht.
Ik hou van mij, van mij, van mij en van geen ander.
Want ik ben verreweg de leukste die ik ken.
Ik hoef mezelf zonodig voor mij niet te veranderen.
Ik hou van mij, mezelf, gewoon zoals ik ben.
Want ik hou van jou betekent meestal.
Schat hier heb je mijn problemen los maar op.
Leef in een hel, ik verwacht van jou de hemel.
Je geeft de hel weg, dank je wel zeg, rot lekker op.
Want houden van een ander.
Dat heb jij alleen maar nodig.
Omdat je niet genoeg kan houden van jezelf.
Hou van jou, maak de ander overbodig.
Ware liefde, geloof me, begint altijd bij jezelf.
Want ik hou van jou is niet de sleutel tot de ander
Maar ik hou van mij, al klinkt het bot en slecht.
Want wie van zichzelf houdt.
Die geeft pas echt iets kostbaars.
Als- ie ik hou van je tegen een ander zegt.
gedachten en gedachtegangen kronkelen zich een weg door mijn brein om daar zoek te raken op ongewisse tijden boven te drijven waar de gedachten me hoofdpijn bezorgen over dingen die ik wil vergeten probeer weg te stoppen
gedachten en gedachtegangen kronkelen zich een weg door mijn brein chaos en stilte heersen hier zij aan zij om die ene gedachte te behouden van de ondergang zullen ze samen moeten werken in het brein van mij
Hoe verklaart men het tikken van de klok Als de klok al jaren stilstaat Wie verklaart mij het kloppen van mijn hart Terwijl ik dat hart, tijden geleden al, uit mijn lichaam heb gerukt Hoe verklaar je het verstrijken van de tijd Als tijd niet meer bestaat De aarde draait door De wind waait Het water stroomt Maar voor mij staat alles stil De vogels vliegen niet De wind ruist niet door de bomen Mijn hart klopt niet En de klok tikt niet voort Voor mij staat alles stil Bewegingloos Levenloos Het zal altijd winter blijven
Ik wist niet wat ik dacht dat ik had tot ik keek naar wat ik zag
en ik wist niet wat ik had tot ik zag dat ik eindig was
elke lettergreep knijpt zich bloedblauw door zijn handen naar de keel van de ogen die hem lezen
de dichter dicht de dood maar opent ook het leven
bang..
bang om te gelove... bang om te verliezen... ze zeggen dat ik klein ben .. opzich ben ik juist veel te groot.. maar tog te klein om het begrijpen.. waarvoor zo iets dient..??
Razend in mijn hart Razend door de straten om alles te verlaten om jou te vergeten zodat ik niet nogmaals teleurstel
Starend door je raam. Voel je koud aan.
Je bent aan het staren. Hoor je leven klagen.
Ik wil in je kijken. Zo je leven verrijken.
Je bent niet probleemloos. Maar je bent een hele mooie roos.
Elk blaadje voor een ervaring. Ik pluk ze, wat een openbaring.
Langzaam slenter ik op straat. Geen licht die mij verlicht. Ik doe stil, Zodat ik mezelf niet kan horen. Stil, Zodat zelfs de wolken voor de maan zwijgen. Al lang loop ik daar, Alsof ik met iedere stap blijf staan. Niet dat ik verder wil. Want ik ben bang voor het eind van de steeg. Bang voor wat gaat komen, en al is geweest. Bang voor de lantarens die misschien aan zullen gaan. Bang voor de maan als de wolken voorbij trekken. Bang voor mezelf, m'n ware ik. Het liefst zou ik blijven staan, gaan liggen. En nooit meer op staan. Maar dat kan ik niet, ik moet lopen. Zover van lopen gesproken kan worden. Ik wil stoppen, zonder mezelf te kennen.
Zie ik het eind al? Een lange sliert licht schijnt op me. Ik word bang, Banger als ooit tevoren. "Waarom?" Denk ik. "Waarom doe ik me dit aan?" Een vraag waar ik zelf geen antwoord op kan geven. De sliert van licht word breder en langer. Ik wil weg rennen, maar het kan niet. Dan plots zijn de wolken weg. Ik sta in het volle maanlicht. Langzaam zak ik op de grond. Ik zie hoe alles om mij heen verdwijnt. Hoe het bloed uit me lichaam stroomt. En op de koude grond sijpelt. Een laatste keer bedenkt ik mij; "Waarom'?" Dan... ben ik niks meer.
Zal ik het licht vangen voor je dode ogen
en de stilte van de avond tot aan je oren dragen
een zucht van de wind op je lippen laten sterven
en het rood van horizon doorheen je haren verven
zal ik
ademloos luisteren naar je laatste adem
en hem bewaren voor later
als herinneringen verdwalen
in oude dagen van nieuw verlangen
zal ik Ik loop door de nacht Gewoon door de nacht Het is zwart om me heen En ik roep naar de hemel Sterren nacht waar ben je ben jij bij de gelukkigere dagen gebleven Sterren nacht waar ben je Laat me nu niet in de steek Sterren nacht alsjeblieft! En als de tranen over mijn wangen rollen Helemaal naar benee Dan verschijnt die ene ster En dan weet ik dat jij hier bij me bent
Leven door de Geest
Enigszins bevreesd, lees ik in Galaten 5 over van de vruchten van de geest
Wetend wat zich voortdurend, in mijn vlees naar boven dringt zaken als jaloers gedrag, collega`s laten merken dat je hem of haar niet mag
Zedeloosheid of andere liederlijke zaken, afgunst, gekonkel, vijandschap dit kun je als Christen zijnde, toch niet meer maken
Het oude afgelegd, het nieuwe aangedaan.. Zal ik dan nu de vruchten dragen, mijn Meester weten te behagen, door dat de mensen eindelijk aan mij merken, dat Hij in mij is komen werken
De vruchten van de geest zijn: Liefde vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing
Dan schiet ik nog veel te kort
Ik ben blank, van dit land, normaal ze accepteren me.
Jij bent niet blank, van een vreemd land, anders ze weigeren jou.
Maar ik weiger iets anders, Ik weiger met mensen om te gaan Die weigeren om te gaan met mensen die een andere kleur of cultuur hebben, of mensen met een hoofddoek.
Jij bent niet blank, Van een vreemd land, Hebt een ander accent, Een hoofddoek, En andere gewoontes, Maar je bent voor mij toch Heel normaal.
De zon speelt nog even
de zon speelt nog met zijn stralen
al is het met een waterige traan
even wil hij al zijn krachten laten zien'
dan is het een tijdje daarmee gedaan
zal je warmte moeten zoeken
in andere bronnen om je heen
en bij de kachel weg gaan dromen
over de zon die toen zo lekker scheen
maar nog even ..ook al is het weinig
genieten wij van die mooie zonnestraal
zo vaak bepaald deze onze stemming
en geeft aan de dag toch iets speciaals
Tranen als parels
hoorbaar nog jouw stem
daar waar m`n hart klopt
en voelbaar de trillingen
van je stappen in mijn ziel
zichtbaar je gedrevenheid
en vastberaden blik wanneer
je streed tegen de elementen
en je toch afhankelijk wist
voelbaar je liefde voor het
land waarvan je aten waar-
voor je leefde en werkte en
ons leerde het lief te hebben
zie een stuk van jouw als ik
mezelf zie en jouw wilskracht
als een glimlach nu terugvind
in de tranen op mijn wangen
ik zal ze als parels koesteren
Je bent op je plaats rust in vrede wij komen haast met je mede
Als een vlinder ben je ons vooruit gevlogen alles heel wat op aarde was gebroken
Voor altijd een leegte maar je bent daar waar je op ons wacht de tranen verminderd de pijn is verzacht.
ik heb de leeuweriken gevraagd mij hun lied te fluiten met de klank van jouw lach en de nachtegalen om te zingen in de kleur van jouw stem... ik heb de laatste zonnestraal gevraagd om in jouw hart te gaan wonen en de vlinders om jouw dagen sprookjesachtig mooi te maken... ik heb de wind gevraagd mijn huid zacht te strelen alsof het jouw tedere aanraking is de regen om mijn tranen te huilen de nevel om mijn gemis te verbergen... ik heb de wolken gevraagd mijn liefde te verpakken in hun witte wollige zachtheid en ze mee te geven met de wind die ze jou dan toe kan waaien ik heb de nacht gevraagd om met zijn fluweelzwarte sterrendeken mijn verlangen toe te dekken en de ochtenddauw om mijn dromen te bewaren tot aan elke nieuwe dageraad...
ik heb de eerste ster gevraagd of ze voor mij wou vallen om zo mijn onmogelijke droom te laten uitkomen... wie weet...
De Regenboog Soms zie ik van hemelshoog Die prachtige en kleurrijke regenboog Of het nu regent of is het droog God houdt zijn belofte in stand
Als ik ook maar even twijfelen ga En kijk naar het leed op aarde Zie ik die boog van onschatbare waarde God houdt zijn belofte in stand ja!
Al die kleuren hebben een betekenis Een kleur voor elke dag En als ik zit tussen het gekissebis Weet ik dat ik aan God denken mag
Want wat hij Noach beloofde De aarde zal nimmer onderwater komen Ja en Noach die geloofde En is zo aan de zondvloed ontkomen
Die regenboog geldt ook voor jou God zegt:Weet dat ik van julie hou En steeds aan je denk En ik al mijn liefde schenk
de ruimte is nauw, gelijk een voetbreedte
achter de keet verscholen, zicht ontnomen
die met strakke letters de naam, vrijheid draagt
en wederom echo kerven in mijn ziel
het staal voelt bitterkoud, met de vlaag
van herinner vastgenageld aan de rand
waar hij eens stond, vermoedelijk verblind
van angst met hoogste vluchtdrang ooit
ik voel me doormidden gekliefd
wankelend op inleven met het begrip
voor zijn daad, vanuit rustverlangen
stil ook met ontzag, voor toen zijn moed
relativerend, houdt me dat overeind
echter het doorleven schopt boos in het niets
door in de steekgelaten, verlaten
en verlamt, machteloos immer in tranen
ik huiver bij het geluid van dender
wijl ik naar adem happend tussen de brok
een roos bindt, daar waar hij sprong
met verstomde schreeuw uit de diepte
rozenbladen, klam van tranen
strek ik uit in opgeheven hand
en blaas met hen een stille groet
niet omkijkend naar waar ze landen
smekend om beelden te laten vervagen
van eens verpulverd levenloos
tot ooit de rust een plek vindt, te samen
met hem in mijn bloedend hart
Het duistere pad
Ik loop over een duister pad , ik zie niks meer het is zwart Ik ben alleen ,helemaal alleen Het is kil en koud Maar ik loop door, ik versteen tot ik niks meer voel Ik zoek naar warmte maar het is zo ver weg Links heel ver in de verte zie ik mensen, ze zijn gelukkig Maar het is nog zo ver Er staat een vrouw ze kijkt naar me ik wil naar haar toe maar het is te ver Rechts zie ik een afgrond een hele diepe afgrond het trekt me aan Ik moet er naar toe maar ik wil niet Toch kom steeds dichter bij tot ik een groepje mensen zie staan Ik ga er heen Ze zitten daar stoned en lol te schoppen Ze lijken me aardig maar het voelt niet goed Ik kijk naar de afgrond wat moet ik nou doen Dan kijk ik weer naar links de vrouw schud haar hoofd maar ik luister niet Ik kijk verder ik zie daar een jongen hij was stoer en leek vertrouwd Maar hij slikt me in ik weet niet wat ik moet doen Langzamer wordt ik een van hun Wie ben ik nou Ik weet het niet meer Opeens zie ik een man met een meisje Ik voel me rot waarom weet ik niet Ik ga met hem mee Ik kijk weer naar links de vrouw vervaagd ik loop door maar ik wil het niet eerst leek het de hemel ik kreeg alles maar dit soort warmte zoek ik niet ik ga terug terug naar die stoere jongen ik ben nog steeds versteent ik wordt harder en harder ik ben bijna een fossiel opeens zie ik die vrouw ze lijkt heel dichtbij ik loop naar haar toe ze steekt haar hand uit Ze pakt mn hand en trekt me mee ik vraag waar we heen gaan Het geluk zei ze Ik liep mee ik voelde steeds meer warmte Ik kijk naar de afgrond het trekt me niet meer aan Ik kijk naar rechts de plek waar ik nooit meer kom Ik kijk naar voren het voelt warm, ik ben thuis.
Jouw zilte tranen vermengen zich met mijn gedachten
zo anders en zo gelijk
want wat is water zonder dijk?
huiverend neem ik je in mn armen
om je nooit meer los te laten
en ten alle tijden te verwarmen
verguld zijn alle gaten
als jij mn hart maar bewoond
dan word je beloond
met een liefde voor eeuwig zo lang
trotseer je angst, wees niet bang
ik ben bij je.
voor altijd.
afscheid nemen dat moeten we vaak soms is het voor lang soms voor heel even nooit had ik er zoveel last van totdat ik jou ontmoette nou heb ik problemen met afscheid nemen ook al is het voor kort jou moeten missen is zo erg ik ben altijd blij als ik je weer zie alleen weet ik ook dat wij weer afscheid moeten nemen
En toch het voelt goed
en over de horizon zagen wij
in tranen de lach van elkaar
de zon, ze scheen maar brak
de dag toen wij de dagen telden
zomerzoet en wintervrees, ze gingen
mee in de nachten waar we schroom
verloren en niet meer dezelfde waren
de jaren telden, gingen voorbij
en nu vandaag in je ogen kijk
is er zoveel dood om ons heen
en toch het voelt goed, omdat in
het nazien toen de muren er ook al op
de grond gelegen lagen
mensen denken dat is die rare, die één van de psychiatrie ze zien een meisje, dat er niet in slaagt te doen wat normale tieners doen zij zien het meisje dat zich niet normaal gedraagt wat ze niet zien, is mijn pijn, mijn verdriet zij zien mijn echte ik niet zij zien niet mijn angst,mijn verlangen om een normaal leven te lijden zij zien dat ene rare meisje van de psychiatrie...
ken ik nu nog sorry seggen? als de maan steeds hoger en hoger gaat.. als de zon steeds dieper en dieper onder gaat.. als me spijt steeds meer hoger gaat.. als me spijt steeds erger word.. ken ik nu nog sorry seggen.. is er een weg waardoor we opnieuw kunnen beginnen opnieuw vriendinnen worden opnieuw net als vroeger kunnen worden.. ik wil sorry seggen tegen jou.. ik wil sorry seggen tegen jou die tranen heeft die pijn heeft.. maar toch zeg ik nu me sorry .. als de nacht verdwijnt ben ik het die op je wacht
Vriendschap
vriendschap is het geven en nemen
is ook het vergeven van pijn
als je dat voelt door de anders zijn inzet
ook al zullen kleuren anders zijn
soms veranderd er iets in vriendschap
staat alles ineens een heel ander licht
moet je weer naar stralen gaan zoeken
die een lach kunnen toveren op je gezicht
maar echte vriendschap zal het kunnen
en natuurlijk weer moeilijk de eerste tijd
maar door het geven en nemen
kan vriendschap alles aan in een strijd
Ik zou nog eens graag knal erop pats! Dat het er staat, uitgespuwd door de enigste sprekende monden die ik heb, mijn vingers. Tien draken met wolken vuur en reuzenvleugels. Wrijf mij tegen jullie schubben, kleur mij paars en groen en weg. Kasteel mij uit, mijn hart tikt zo traag, ik heb spanning nodig. Een zuiderse zeeslag met schorpioenen en zeldzame schelpen die mij oerverhalen vertellen, een baardige man met allesziend oog, een lichaam met magische krachten. Een witte kat, spring, ik doe alles, wees mij, brul door mijn nachtkleed als woeste wind en barst als zon door mijn raam, geef mij iets, opdat dit dromen mij bevrijdt van mijn waan.