het blijkt al snel dat Hazel en Gus een gemeenschappelijke liefde voor het boek  "Een Vorstelijke beproeving" geschreven door Peter van Houten hebben. Ze hebben allerlei onbeantwoorde vragen die ze graag aan van Houten zouden stellen. Uiteindelijk belanden ze na een lange en vermoeiende reis toch in Amsterdam waar hun droom in vervulling kan gaan. Het is echt zielig om te lezen wat voor een teleurstelling de schrijver is. Hij lijdt aan een alcoholverslaving en kan dus niet meer helder nadenken. Hoe onbeschoft hij doet tegen die twee grijpt mij als lezer zeker aan. Gelukkig is er zijn assistente die heel vriendelijk is tegenover hen. Persoonlijk vindt ik de scène waarin ze het huis van Anne Frank bezoeken ook zeer goed geschreven.

ik wil het graag even hebben over Augustus Waters. Ik vind zijn positivisme ondanks zijn situatie (botkanker waardoor zijn ene been geamputeerd moest worden) bewonderenswaardig. Het is vrijwel meteen duidelijk dat zijn personage de droom van elk tienermeisje dat het boek leest is en hun harten op hol zal laten slaan. Augustus of ook wel kortaf Gus genoemd is duidelijk een verrijking voor het leven van Hazel. Vanaf het moment dat hij in haar leven komt, merk je dat hij haar leven op zijn kop gaat zetten.