We zijn ondertussen zeven jaar verder; ik ben nu 45. Anne
Marie ben ik kwijt en weer zit ik in de gevangenis. Ik heb zogezegd verschillende
branden gesticht. Het Mark
Twain House, het Robert Frost Place, het Edward Bellamy House Stuk voor
stuk zou ik die huizen hebben platgebrand. En deze keer zouden het geen ongelukjes
geweest zijn. Deze keer zou ik er een reden voor hebben gehad, want ja, ik ben
een pyromaan. Als mensen een bepaald beeld van je hebben, mag je er nog alles
aan doen om dat beeld te veranderen. Maar alsof dat iets uitmaakt. Ik heb de
huizen helemaal niet in brand gestoken, ik ben geen pyromaan, ik hou nog steeds
van Anne Marie. Alleen kan ik niet anders dan te bekennen ook al ben ik
onschuldig en kan ik niet anders dan mijn liefde te vergeten. Ik ben nu
eenmaal gedoemd om te mislukken. Eens een klungel, altijd een klungel.
Een aantal dagen geleden ben ik Thomas Coleman tegengekomen.
Hij sprak me aan terwijl ik het gras wou maaien. Eerst wist ik niet waarom hij
me aansprak en wie hij was, maar toen hij vertelde dat zijn ouders Linda en David
Coleman waren, stond mijn hart toch eventjes stil. Thomas is de zoon van het
koppel dat ik heb vermoord! Oh, was mijn reactie. Hoe kon ik nu zo stom zijn?
Maar hoe vaak ik mij ook excuseerde en hoe vaak ik ook zei dat het een
on-ge-luk was, niets hielp. En alsof dat nog niet erg genoeg was, heeft hij
mijn vrouw opgebeld en is hij met één of ander verhaal opgekomen waarin ik Anne
Marie zogezegd zou bedriegen met Thomas vrouw. Mooie wraakactie van hem Ik ben
het huis uitgeschopt en vandaag ben ik terug bij mijn ouders ingetrokken. Ooit
komt het wel weer goed, toch?
Ik leerde haar kennen bij een extra cursus in mijn laatste
jaar verpakkingswetenschappen. Anne Marie, de mooiste vrouw die Moeder Natuur
ooit heeft voortgebracht. Ik weet nog goed hoe ik met haar kennismaakte. Zij
was mooi, fier en zelfzeker, en ik was zoals altijd mijn stomme, klungelige
zelf. Maar toch zag ze iets in mij, wat voor mij volstond om een mooi leven met
haar te kunnen lijden en het hele Dickinson-gebeuren achterwege te laten. Anne
Marie is misschien wel de vrouw van mijn leven, over mijn verleden als moordenaar
mag ze niets weten! Ik zal er alles aan doen om een lieve man voor haar te
zijn.
De vijf jaar zijn voorbij. Eindelijk ben ik weer een vrij
man. Maar wat voor één. Ik woon weer bij mijn ouders en word elke dag
geconfronteerd met de moord. Moordenaar en fascist zijn enkele van de vele
verwijten die ik en mijn familie naar het hoofd hebben gekregen. Toen ik vanochtend wakker werd, wou mijn vader
mij iets laten zien. Een doos met honderden brieven. Brieven van Amerikaanse
literatuurwetenschappers, maar ook van liefhebbers van brandstichting.
Enerzijds verweet men mij dat het huis van een schrijfster in brand steken een
onvergeeflijke daad is, anderzijds riep men mij op om nog andere schrijvershuizen
in vuur en vlam te zetten. Beide soorten brieven gaven mij het beeld dat ik een
pyromaan ben. En dat is nu net iets wat ik mezelf niet zou noemen.
Vijf jaar moet ik mijn straf uitzitten. Vijf jaar moet ik
doorbrengen in de gevangenis, allemaal omdat ik een huis in brand heb gestoken en daarbij twee
mensen om het leven heb gebracht per ongeluk. Mijn naam is Sam Pulsifer. Ik ben
achttien jaar en veel te jong om gedetineerde te zijn.
Dit is wat er eerder dit jaar gebeurde Na al de verhalen die mijn moeder me
vertelde over het Emily Dickinson House (het huis van de Amerikaanse schrijfster
Emily Dickinson, dat tamelijk dicht in de buurt waar ik woon staat), voelde ik
erg de neiging een illegaal bezoekje te brengen aan de woning. En zo gebeurde
het dat ik inbrak in het huis, even rondsnuffelde, een sigaret opstak en die
per ongeluk liet vallen. De gordijnen stonden al snel in lichterlaaie. Ik wist
echter niet dat er op de eerste verdieping van het huis twee mensen waren. En
zo ben ik dus een moordenaar, zonder dat ik het wist of wou.