Hoewel de heenweg alweer een lange
route was en Janneke en ik samen spelletjes hebben gespeeld op onze
mobiel, was het toch nog een super leuke route. We hadden namelijk
een wolf en een eland gezien. Ook zijn we gestopt bij een gletsjer.
Dat was wel mooi, maar ik stond er vooral versteld van hoe snel het
ijs van de gletsjer smelt. Dat is niet normaal en over 100 jaar is
hij helemaal verdwenen. Het enige wat er over zou blijven is een
meer. Maar ja. Na een klim naar boven en weer naar beneden zijn we
weer bij de camper, waar papa op ons heeft gewacht. We eten een
boterham en een kopje koffie en thee en rijden weer verder. Na een
slaapje in de auto zijn we er eindelijk: camping Mountain Tunnel,
Village I. Eenmaal op onze plek aangekomen ontdekken we de eerder
gemaakte vrienden uit Nijmegen onze buren zijn. Pap, mam, Janneke en
ik toch een beetje verbaast omdat we onze campingplek anders hadden
voorgesteld. Pap loopt terug naar de receptie om een andere plek te
vragen, een met een stookplaats. Dat scheelt heel veel voor de
muggen. Even later rijden wij ook naar de receptie. We willen toch in
Banff gaan eten. We treffen papa aan met een grote muggenbult midden
op zijn voorhoofd, want ja hoor... ook hier stikt het weer van de
muggen :(, groetjes Ursula.
Vandaag zal het een beetje bewolkt
zijn, dus gaan we niet naar de gondels maar gaan we Banff verkennen.
En dan bedoel ik echt verkennen. De meiden willen elk
souvenirwinkeltje in en die zijn er hier tientallen. Ook gaan we nog
naar het oudste museum van West-Canada. Hier worden materialen
getoond van een aantal pionierende biologen en natuurkundigen van 100
jaar of langer terug. Het is een stoffige bende.
Terug op de camping maken we eten van
de spullen die we nog hebben. Het moet natuurlijk op. Het smaakt
prima.
De laatste dag in Banff. Het weer zou
mooi open zijn vandaag dus gaan we naar de gondels.
Ursula en ik lopen, samen met de
'vrienden' naar de top. Janneke en Marc gaan met de gondels.
De wandeling duurt anderhalf uur.
Eigenlijk als we vertrekken zien we de lucht al betrekken. Onderweg
gaat het zelfs een beetje regenen. En dan zeggen ze dat je in Banff
je fototoestel niet moet vergeten. Huh, het is een grijze bedoeling,
maar gelukkig als we boven zijn begint het al wat op te klaren.
Als we weer beneden zijn komt Ursula er
achter dat haar jas nog boven hangt. :-s Hij wordt door een werknemer
die toch naar beneden komt, meegenomen.
We kunnen op weg naar de volgende
bezienswaardigheid: the Cave and Basin. Hier is het begonnen om
nationale parken te ontwikkelen. Vroeger is hier ontdekt dat er warm
water uit de grond kwam. Mensen van de Spoorweg stelden de regering
voor om dit speciaal voor toeristen te maken. Dit moest namelijk
toegankelijk zijn voor iedereen. Ze maakten er hotsprings van. Het
water heeft een temperatuur van zo'n 40 graden en komt van drie
kilometer uit de grond. Dat is ongeveer zo diep als de bergen hier
hoog zijn. Nu is het niet meer in gebruik. Je kunt alleen zien hoe
het vroeger geweest is en de grot is nog te zien waar het water
omhoog komt. Dat water is zooo blauw.
Als we voorbij een indianenmuseum
komen, gaan we daar ook nog naar binnen. Dat zijn de eerste inwoners
van dit gebied. Wat is er veel veranderd voor hun in zo'n honderd
jaar tijd...
We gaan nog in Banff eten en rijden dan
terug naar de camping. Tassen en koffers pakken, morgen moeten we om
11.30 uur de camper inleveren.
Van Clearwater rijden we naar Jasper,
zo'n 320 kilometer. De weg is redelijk vlak en we stoppen slechts een
keer. Als we er bijna zijn passeren we de tijdslijn, in een seconde
is het in één keer een uur later en rijden we de provincie Alberta
in.
Jasper is een toeristisch dorp met
ontzettend veel restaurantjes en souvenirwinkeltjes. Wel leuk om een
keer of twee, drie, vier rond te lopen.
Grappig is dat er ook een spoorweg
langs het dorpje loopt. Regelmatig komt daar een trein voorbij. Niet
een gewone trein, maar een goederen trein. Er staan dan twee of drie
locomotieven voorop met daarachter honderden wagons. Janneke heeft
een keer geteld: twee locomotieven en 146 wagons.
Het kan dus zijn dat je voor de trein,
met een snelheid van ongeveer 20 km/uur moet wachten en dan gebeurt
het ook nog wel eens dat er een vertrekt en een aankomt...
Onze camping ligt ten zuiden van Jasper.
Het weer zou vandaag niet zo goed
worden, dus besluiten we om na het uitslapen een museum te bezoeken
en naar de hotsprings van Miette te gaan. Het museum kunnen we niet
vinden, dus rijden we naar de hotsprings. Het weer is hartstikke
goed, zonnig en prima temperatuur.
Onderweg zien we ze dan eindelijk, de
zwarte beer. Een moeder met haar jong.
Als we aankomen in Miette laten we ons
heerlijk in het water zakken.
Wauw, het water is 40 graden. Heerlijk relaxt rijden we een paar uur
later terug naar Jasper en gaan uit eten. Onderweg is het zo mooi.
Bij het restaurant 'Something else' is het hoofdgerecht al klaar als
we ons voorgerecht nog niet ophebben.
De volgende dag Rijden we naar Maligne
Canyon. Wandelen daar rond en rijden dan verder naar Maligne Lake.
Daar huren we twee kano's. Het water is heel helder, maar ook heel
koud. Niet om in te zwemmen dus.
Oh ja, ik had nog niet over de muggen
in Canada verteld. Nou die zijn er wel. Ik denk dat we ieder wel tien
muggenbulten hebben. En we hebben nog wel met muggenspray gespoten.
Op sommige plekken is het echt niet leuk meer. Op de meeste campingplekken hebben we
een stookplaats en dan scheelt het wel iets.
Morgen rijden we over de Icefields
Parkway naar Banff. Het schijnt een leuke route te zijn.
We rijden drie keer de afslag naar de
camping voorbij voordat we die zien.
We staan met de camper zij aan zij met
andere campers die kort op de camping verblijven. Het is een keer wat
anders. We hebben alleen nog maar ruime plaatsen gehad, waarbij je
een behoorlijke afstand van je buren hebt.
De meiden gaan met Margo, het
Nederlands meisje uit Nijmegen in het meer zwemmen.
De volgende dag gaan we eerst naar een
markt. We krijgen de indruk dat de twaalf marktkooplui er voor hun
eigen wekelijks praatje staan. De eigenaar van sommige kraampjes zijn
niet te vinden omdat ze bij de andere kraampjes staan te kletsen. Wel
gezellig, we babbelen gezellig met hun mee.
We gaan maar even een ijsje halen na
die geweldige marktwandeling ;-)
Het schepijs is heerlijk en veel. Zo
veel dat Janneke haar ijsje niet op kan.
's Middags gaan we naar het toeristisch
informatiecentrum om te vragen wat we nog meer kunnen doen. Dat er
verschillende watervallen te zien zijn, weten we. Maar welke is nou
het leukste voor ons. Het wordt de beroemde Helmecken waterval, 40 km
verderop. Hij is werkelijk fantastisch. Ook de weg ernaar toe. Als we
daarna nog verder gaan, gaat de weg over op gravelweg. Eigenlijk
wilden we nog verder rijden, maar na 15 km op deze gaten kaasweg
maken we een wandeling bij Ray Farmers... We lopen rond een meer en
een plek waar vroeger een familie boerden. De ouders liggen er
begraven en er staan nog enkele planken omhoog, wat voorheen een stal
moet zijn geweest. De wandeling duurt volgens het boekje een uur. Wij
doen er anderhalf uur over ondanks dat we vlug lopen vanwege de
muggen.
Fintry Provincial Park ligt aan het
Okanagan Lake. Een meer van ongeveer 110 kilometer lang. Het water
van het meer is heerlijk warm.
's Morgens maken we een wandeling langs
de gebouwen van weleer, gebouwd in 1910 en 1911 door Captain
Dun-Waters. Bovenaan bij de waterval bouwde hij een huis voor zijn
eerste permanente tuinman. Dun-Waters bezat zo'n 100 hectare grond
waar hij voornamelijk fruitbomen op had staan.
Bij het huis van zijn tuinman had hij
een ingenieus systeem bedacht om het huis te voorzien van water,
elektriciteit en om zijn land te besproeien.
We hebben van hieraf mooie uitzichten
op de omgeving en op de camping.
Bij terugkomst heeft Marc zijn eerste vis gevangen en de meiden hebben Canadese vrienden gemaakt.
Als we na zo'n 40 minuten van de boot
afgaan, nemen we afslag 14 op Highway 1 naar Capilano's Suspencion
bridge. De houten hangbrug is in 1889 gebouwd, 137 meter lang en 70
meter boven de Capilano rivier. Ik heb veel gelezen over de
geschiedenis van de brug, wie er het klifhuis bouwde en wie er
allemaal woonden, maar waarom de brug eigenlijk gebouwd werd, is me
niet duidelijk. Waarschijnlijk werd hij gebruikt voor de houthakkers
die hout uit het regenwoud haalden.
Om 15.00 rijden we door Vancouver
verder naar Manning National Park. Het is nog zo'n 3 uur rijden. Het
is druk op de weg in Vancouver en de voorsteden.
In Hope stoppen we om te tanken en geld
te pinnen. Met mijn pas lukt het steeds niet ook al staat er een
Maestro-logo op de pinautomaat. We proberen die van Marc... en jawel,
dan lukt het wel.
Ik ben moe en vraag Marc om verder te
rijden. Voor zijn eerste kilometers doet hij eerst een remtest. Alle
kopjes, glazen en spullen rammelen. Ja, ik moest even
proberen..., zegt hij en dan gaan we verder.
Op Lightning Lake campground
overnachten we een keer. Als we naar het meer lopen denk ik daar
berenharen te zien. We worden ook door de ranger gewaarschuwd dat we
geen eten buiten moeten laten liggen omdat er beren in de buurt zijn.
's Avonds eten we soep en onze overgebleven pizza.
We hebben nog steeds geen beren
gezien...
De volgende dag rijden we om 9.00 uur
aan om meteen, als we weer op de Highway 5 zitten te stoppen om een
kleine wild-wandeling te maken. We moeten toch een keer een beer of
iets zien. Janneke vraagt zich af of we dat wel op eigen houtje
kunnen doen. Ja dus, want ook dan zien we geen wild. Wel wordt
duidelijk wat de berenharen zijn... het is een soort mos wat in de
bomen groeit en na verloop van tijd bruin kleurt.
We gaan verder op weg.
We bereiken de sunshine-valley en in
West-Kalowna zien we het eerste fruitstalletje. We kopen er heerlijke
kersen, een ijsje, een dressing en Maple-siroop.
Ik heb nog nooit zo'n lekker kersen
gegeten. Je kon ze ook trouwens zelf gaan plukken, dan zijn ze 50
dollarcent per ons goedkoper.Ook gaan we nog even inkopen doen bij
'Save on Foods' de ons bekende supermarktketen.
Om 14.00 uur komen we op de camping.
Het is hier echt warmer dan tot nu toe.
Om 10.10 uur nemen we de boot van Comox
naar Powell River. Op de boot spreken we Nederlanders aan (uit
Nijmegen) die dezelfde reis geboekt hebben dan wij. Die zullen we dus
wel vaker tegenkomen.
Van Powell River rijden we een uur naar
Saltery Bay. Daar nemen we voor de tweede keer de ferrie. Deze keer
naar Earls Cove. Maar eerst maken we een stop bij Saltery Bay
Provincial Park, zo'n twee kilometer van de ferrie. Het was de
bedoeling om daar te gaan zwemmen en te snorkelen, maar het is de
eerste keer dat het bewolkt is. Om 14.30 uur klaart het toch weer op.
Om 16.30 nemen we de boot en rijden in een uurtje naar onze volgende
camping, Porpoise Bay Provincial Park. De camping ligt aan de Sechelt
Inlet. 's Avonds hebben we voor het eerst een paar druppels regen en
een beetje onweer.
De meiden gaan er lekker snorkelen en
in de rivier dammetjes maken. 's Avonds eten we pizza en wat ervan
over is nemen we mee naar huis. Als toetje gaan we bij MacDonalds een
ijsje eten, dan kunnen we meteen even online gaan en kijken hoe ver
het morgen rijden is.
Om 10.50 uur hebben we morgen onze
laatste overtocht van Langdale naar Horsshoe Bay.
Vandaag vertrekken we naar Campell
River, een kleine 300 kilometer rijden. Onderweg stoppen we even voor de lunch
en om 14.00 uur zijn we op de camping. Ziet er netjes uit. Voor het eerst ga ik kleding wassen.
Het worden 3 wasmachines en 2 droogtrommels, onze waslijn is namelijk
niet zo'n lange! Het is een hele nette camping met
schone douche- en wasgelegenheid.
Op de vorige camping konden we onze
vuile watertanks niet legen en ze hadden daar problemen met de
waterdruk. Dus douchen was er daar niet bij. Nu gelukkig wel weer.
Via internet probeer ik de volgende
overtochten te regelen, wat niet lukt. Morgen maar even naar de
Toerist Information Centre.
Een van de twee dames is wel een half
uur bezig om voor ons twee overtochten te regelen. Zo'n aardige
mensen. We besluiten na het boodschappen doen, de twee dames een
ijsje te brengen.
Bij een outdoor winkel regelen we een
visvergunning voor acht dagen en gaan naar een meer waar gezwommen en
gevist kan worden.De meiden vinden daar een kreeftje
tijdens het snorkelen en als we om 18.00 uur naar huis gaan, hebben
ze daar helemaal geen zin in.
Voor het eerst hebben we gebarbecued.
Een beetje wennen, met een grof rooster en gewoon boven het vuur.
Maar het smaakt prima. Beetje kruidenboter erbij en een lekkere
salade. Wat wil je nog meer...
Morgen verlaten we mooi en relaxt
Vancouver Island.
We worden pas om 6.00 uur wakker! Het
gaat steeds beter... We ontbijten rustig en wandelen dan nog
naar een waterval.
De meiden moeten natuurlijk weer over
stenen naar de andere kant van de rirvier lopen. En natuurlijk missen
ze een paar stenen. Als ze over een ander rijtje stenen terug willen
lopen, valt Janneke weer bijna. Ach, zegt ze ik heb toch al natte
voeten. En vervolgens zet ze een stap in kniehoog water. Het was
iets dieper dan ze dacht.
We vertrekken richting Tofino. En dit
keer rijden we, met Ursula als bijrijder er zo naar toe.
Onderweg kopen we nog de ontbrekende
spullen bij een supermarkt, een paar flessen wijn en bier bij een
Liquire store en lunchen we bij KFC.
Halverwege wandelen we in het regenwoud
op zoek naar 800 jaar oude bomen en lopen in een rivierbedding.
Rond 17.30 uur komen we aan op de
camping. Janneke maakt het avondeten klaar en gaat daarna met Ursula
in de hot tub. Marc is verkouden en wil gaan zweten in de sauna, maar
als Janneke en Ursula bij hem willen gaan zitten, zien ze dat de
sauna nog helemaal niet aan staat.
Op de walvisdag maakt de wekker ons
wakker. We hebben het te pakken. Eindelijk zijn we aan de andere tijd
gewend.
Om 9.00 uur worden we in de haven
verwacht. Om 10.00 uur gaan we op zoek naar de walvissen. De grijze
walvis is hier de meest voorkomende. Zo'n 20.000 walvissen van
allerlei soorten vertrekken elk jaar van Californië naar Alaska. Bij
Vancouver Islands verblijven er veel omdat daar veel eten beschikbaar
is. We zien uiteindelijk twee keer een walvis, wel best ver weg. maar
toch. We zien ook zeehonden en zeeotters en als we bijna bij de haven
zijn, zien we nog een zeearend.
Na de zeetocht zetten we de camper op
een parkeerplaats, eten wat en lopen dan door het regenwoud naar het
strand. Heerlijk, bijna niemand te zien. Even lekker liggen. De
meiden en Marc gaan op onderzoek uit op een eilandje en ik lees
lekker de Libelle. Ik vind het heerlijk om ze zo bezig te zien, de
jutters.
Om 5.00 's morgens worden we weer met
honger wakker. Wel handig zo vroeg wakker dan hoeven we de wekker
niet te zetten. Ik heb op zich goed geslapen, alhoewel de camper me
wel heeft bezig gehouden. Zouden we op tijd kunnen bellen, zijn we
niet te laat, komen we op tijd bij de camper en komen we op tijd bij
de boot die al gereserveerd is?
Om 7.00 uur gaan we ontbijten.
Klokslag 8.30 uur bel ik nog eens met
het verhuurbedrijf. Er wordt opgenomen. Ik wordt doorgeschakeld en
spreek een tijd af. Pfff, om 10.15 uur worden we opgehaald.
Lijkt het allemaal toch nog te lukken. We gaan nog even onze naam achterlaten
op een schutting en proberen te pinnen. De naam lukt, het pinnen
niet.
Als we het hotel weer binnen willen
gaan, denkt Janneke daar een aap in de klimop te zien. Oh nee, het
is een poes. Maar als we goed kijken, zien we dat het een wasbeer
is. Gewoon in de stad, bij de gevel van een hotel. Onze eerste 'beer'.
We betalen het hotel en laten Vancouver
achter ons.
Er staan denk ik zo'n 30 campers bij
het verhuurbedrijf en er zijn zelfs al lege plekken...
Ons huis voor de komende weken wordt
ons gewezen. We maken de deur open en staan versteld van de geweldige
inrichting. Ik weet eigenlijk niet wat ik verwachtte, maar zo ruim en
luxe in elk geval niet.We krijgen uitgelegd hoe alles werkt en
gaan dan naar binnen om het contract te tekenen. We krijgen wat
plattegronden mee en een brochure van de camper (in het Nederlands!). De koffers en tassen pakken we nog niet
uit. We rijden meteen aan, dan hebben we nog ruim de tijd om bij de
ferrie te komen.
De baliemedewerkster van het
verhuurbedrijf legde ons nog uit hoe te rijden, toch lukt het ons om
een afslag te missen. Niets aan de hand, we hebben tijd genoeg en via
deze weg kon je er ook komen. Als we weer op de juiste weg zitten,
zegt Marc ineens oh kijk, water. Ja, maar aan de verkeerde
kant van de weg, antwoord ik. We keren weer. We moeten nu echt wel
opschieten om op tijd bij de boot te zijn.
Het lukt. Het is een mooie tocht van 1,5 uur.
Op Vancouver Island aangekomen rijden
we richting Victoria, hoofdstad van British Columbia.
Voordat we de stad inrijden, gaan we
naar een supermarkt en kopen daar voor ruim 200 dollar alle benodigde
spullen. We ruilen een fles melk (4 liter!) om omdat de meiden die in
de camper meteen kapot laten vallen. De eerste vuile was is een feit.
In Victoria zoeken we een parkeerplaats
en lopen we het centrum in. Mooie stad. Helaas is het museum, wat ik
graag wilde zien al dicht.
We lopen wat rond en besluiten om naar
de camping te rijden en daar iets simpels klaar te maken om te eten.Weer rijden we verkeerd. Maar het wat
oudere Canadese stel wat aan het wandelen is, legt de weg supergoed
uit en we rijden er zo naar toe. Zo'n aardige mensen hier in Canada.
De camping is midden in een natuurpark.
Met weinig voorzieningen, wc's zoals bij ons dixies en douches.We stoken een vuurtje, roosteren daarop
wat brood en eten verder een salade met kruidenboter.
De vlucht is prima verlopen. Tijdens de vlucht konden we zo veel als we wilden films en series kijken. Tegenwoordig blijkt iedere stoel in het vliegtuig een eigen scherm te hebben. Je kunt dus zelf bepalen welke film je kijkt of welk spelletje je wilt spelen. Handig. Er waren zelfs enkele film Nederlands ondertiteld.
Zonder vertraging en rare
dingen komen we om 13.10 uur aan in Vancouver. Bij de douane vraagt
Janneke of ze een stempel in haar paspoort krijgt. Nou, dat zullen
we nog wel zien, zegt de leuke, blonde officer. Want hij heeft de
paspoorten nog niet eens in handen.
Natuurlijk krijgen we de stempels en
hij wenst ons een fijne vakantie.
Als we bij de aankomsthal aankomen,
staan daar rijen mensen te wachten op hun familie of vrienden. Ik
krijg het gevoel alsof ik net met een medaille van de Olympische
Spelen terugkom en krijg de neiging om te gaan joelen en klappen.
Maar als ik daarmee begin, houdt Ursula me tegen. Mam, doe
normaal.
Dan maar even geld pinnen en met de
taxi naar het hotel.
Door de aardige Indiase taxichauffeur
worden we bij hotel Sylvia afgezet. Kamer 411 is voor twee nachten
van ons. We zijn er! Aan de andere kant van de wereld in Vancouver.
Het is 15.20 uur.
Na heel even gelegen te hebben, staan
we op en gaan op zoek naar eten. We moeten zo snel mogelijk aan de
nieuwe tijden wennen. Dus rond 5 uur lopen we via de boulevard en het
strand Danmar street in met veel eettentjes en drinkgelegenheden. Na
een paar keer op en neer gelopen te zijn omdat we het niet voor
iedereen goed kunnen doen, belanden we bij... jawel Burger King.
Hhmm, net zo lekker als in Nederland. Terug in het hotel kleden
Janneke en Ursula zich om, want ze willen toch echt nu al even in de
zee zwemmen.
Om 18.00 uur bedenk ik me ineens dat ik
de verhuurder van de camper had moeten bellen om een tijd af te
spreken, wanneer ze ons woensdag op komen halen. Het bedrijf is
gesloten dus moet ik dat morgen maar proberen.
Rond 20.00 uur gaan we slapen. We zijn,
na zo'n 24 uren op de been te zijn geweest doodmoe.
En wat denk je... om 4.00 uur 's nachts
worden we met honger wakker. Ik kan echt niet meer slapen mama,
zegt Janneke. We houden het tot 7.00 uur uit met 'mens erger je niet'
maar staan dan op om te gaan ontbijten. Na het ontbijt krijgen we de
rekening waarop we de tip en het totaal bedrag moeten vermelden?! Wat
is hier normaal om als tip te geven? Geen idee. We geven op een
rekening van ongeveer 52 dollar, 3 dollar fooi.
Om 8.30 uur bel ik het
camperverhuurbedrijf maar ik krijg een bandje. Er is op dit moment
niemand aanwezig, maar uw telefoontje is belangrijk. Spreek een
bericht in of bel later terug.
We zijn klaar om Vancouver te
verkennen. We lopen Danmar street weer in richting de fietsverhuurder
die ik al in Nederland had uitgekozen, omdat die de goedkoopste
dichtstbijzijnde was. We hopen dat die open is, want in verband met
Canada day zijn er veel bedrijven en winkels gesloten.
Om 9.00 uur bel ik nog een keer het
verhuurbedrijf.
Als we voor een andere fietsverhuurder
staan realiseer ik me dat we te ver zijn doorgelopen. Teruglopen,
daar heb ik eigenlijk geen zin in en we proberen iets te regelen met
de fietsverhuurder waar we voor staan. Hij geeft ons 10% korting op
de twee tandems, helmen en slot is inbegrepen.
We doen het. En in plaats van te lopen
naar 'down town' gaan we er op de tandems naar toe. Heerlijk, het
weer is super met een lekker zeewindje. Het is nog niet druk, maar we
zien wel al behoorlijk wat mensen in de weer met het opbouwen van hun
standje of werkplek voor 'Canada day'. Bij het begin van 'Gastown'
zetten we de fietsen neer en lopen de wijk in. Wat een leuke straat.
Leuke (souvenier) winkeltjes en... de 'Stoomklok'.
Dat is wat ik per se wilde zien, down town Vancouver.
We kopen nog wat broodjes en drinken,
zodat we in Stanleypark kunnen picknicken en lopen dan terug naar de
fietsen.
Het is inmiddels al heel druk geworden
bij Harbour Centre en kunnen moeilijk met de twee tandems door al de
bezoekers komen.
Bij het Stanleypark is een
eenrichtingfietspad, dat is handig. We fietsen naar de totempalen en
leggen daarna de fietsen in het gras en eten onze broodjes op.
Halverwege de route om het park heen, gaan de meiden bij een strandje
zwemmen. Het is heet, maar met het zeewindje is het goed uit te
houden. Ik bel nog een keer het verhuurbedrijf en spreek het
bandje in.
Verderop fietsen we het park in en gaan
wat drinken. Aan de aardige ober, die oorspronkelijk uit Australië
komt vraag ik waarom de belastingen apart vermeld staan op de
rekening en wat is normaal om als tip te geven. Hij zegt dat 15% een
gemiddelde tip is! 15% dat is toch wel veel voor Nederlandse
begrippen. En in plaats van 3 dollar fooi te geven had dat eigenlijk
zo'n 7 dollar moeten zijn...
's Avonds eten we in het hotel en geven
we een wat ruimere tip.