Samuel Falkland
Inhoud blog
  • 'Toen zei hij krijg de kouwe koorts'
  • 'Vader is er aan gestorven, jong'
  • 'Een bloem sterft geluidloos'
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Falklandjes
    13-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.'Toen zei hij krijg de kouwe koorts'


    Huishouden

    Ik ben vandaag lang in bed gebleven. Wanneer je
    de wetenschap hebt, dat je nihil bezit, dat het onaan-
    genaam kletsregent, dan is het aan te bevelen om
    onder de dekens te blijven. Lou was naar de snijka-
    mer. Ik heb iedereen laten bellen, niet kunnend ver-
    onderstellen dat de een of ander geld kwam brengen.
    Een heeft er twee, drie, viermaal gebeld. En nijdig.
    Een nijdig, langdurend gebel is van een beertje. Maar
    onder de dekens heb ik meer geduld dan zij.
    Eerst om een uur schoot ik er uit. Na een ontbijt van
    brood, thee en een gepofte haring, ben ik aan het werk
    gegaan. Onaangenaam aan het werk. Er was geen
    tabak in de pot.
    Tegen vijf uur kwam Lou thuis van de snijkamer.
    ,Wat breng je daar mee?'
    ,Da's mijn geheim.'
    ,Toch geen preparaat ?'
    ,Nee, vis.'
    ,Vis ?'
    ,Ja, botjes .'
    ,Ben je bij La Fuente geweest ?'
    ,Nee. Er kwam een botboer voorbij . Toen heb
    ik er acht voor vijftig cent gekocht.'

    p.2

    ,Hoe kom jij aan vijftig cent?'
    Er lag enorme verbazing in mijn vraag.
    ,Da's mijn geheim. Hier is de vis.'
    Acht magere botten kleefden d'r bloederige lijfjes
    aaneen.
    ,Heb je niet afgedongen ?'
    ,Natuurlijk. Hij vroeg een pop. Toen zei ik voor
    een kwartje. Toen zei hij krijg de kouwe koorts.
    En toen heeft-ie ze voor 50 cent gelaten.'
    ,Nou d'r is nog brood in huis en rijst. Dan kun-
    nen we thuis dineren. Bak jij ze maar.'
    ,Nee bak jij ze. Ik weet niet hoe het gaat.'
    'Ik ook niet.'

    Ik ben tot de overtuiging gekomen dat koken
    een aparte wetenschap is. Wat maakt die juffrouw
    Drucker zich druk met emancipatie ! Mijn God,
    wat zou er van ons worden als er niet voor ons ge-
    kookt werd ? Want ik zal alleen maar de moeilijkheden
    vertellen van het prepareren van rijst. Je moet nemen
    een kopje rijst tegen vier kopjes water, en dan laat
    je maar koken. Maar nu is de moeilijkheid om op te
    letten of ze gaar is. Laat je te kort koken dan is
    iedere korrel hard en lam, kook je te lang dan brandt
    de boel aan of er komt een vla die veel op stijfsel lijkt.
    We hebben er ondervinding mee opgedaan, heel
    wat rauwe of aangebrande poespas moeten slikken
    voor het lukte. Nu doen we als met eieren. Gegeven
    onze pan, ons petroleumtoestel, onze kopjes, kunnen
    we met het horloge in de hand volstaan met zeven-
    tien en een halve minuut. Ik zou dus geen recept aan
    anderen kunnen geven en het telkens proeven, als de

    p. 3

    rijst op-gaar-af-worden is, is gevaarlijk: je brandt telkens
    het voorste tipje van je tong. Maar visbakken dat
    is iets afschuwelijks.
    We bezitten alleen een geemailleerde kleine omme-
    letpan. Die hebben we op het petroleumstel gezet
    en er een klein tikje slaolie in gegoten. Dat was het
    idee van Lou. Er kon maar een botje tegelijk in en
    dan nog stak de kop of de staart over de rand heen.
    Wat een eigenwijs, vervelend beest. Een ellendeling
    Zo lag-ie in de pan of hij krulde om als een halve
    maan. Wat we er aan deden was nutteloos. Lou hield
    zijn kop met een mes, ik zijn staart met een vork
    naar beneden, maar toen begon-ie middenin op te bollen,
    ,Je heb er te weinig olie in gedaan,' bromde ik.
    ,Je ben gek, er is nog te veel in.'
    ,Nou je ziet toch wat 't beest 'n grimassen maakt!'
    ,Dat ligt an de pan.'
    Het was om wanhopig te worden. Toen we weer
    allebei drukten, spleet het dier open en bobbelde het
    vlezig gedeelte naar alle kanten weg. Het leek een
    moes. De vinnen waren vastgebakken en de kop was
    nog net zo rauw als in het begin. Toen kwam de
    geweldige moeilijkheid om het gespleten dier om te
    keren. Door de verschillende fragmenten geduldig
    los te bikken lukte het. De kleine keuken stond vol
    walm. Eindelijk was het beest klaar, maar in plaats
    van een vis, kwamen er twaalf bleke of verbrande
    brokjes uit de pan.
    'Zo hoort het,' zei Lou: ,ik heb ze zo dikwijls
    gezien.'
    Het pannetje was nu zo aangebakken, dat we het
    eerst met water omspoelden, wat een onsmakelijke

    p. 4

    olieachtige brei gaf. Ik was besloten dat het tweede
    exemplaar zou gelukken. De halve pan deed ik vol
    olie en legde er het magere ding in. Het duurde een
    kwartier eer de boel aan de kook was.
    Nog een kwartier stond ik er geduldig bij.
    Het leek naar niets. De vis bolde niet, werd
    ook niet bruin. Bedaard lag-ie te dutten, te pruttelen
    en te stoven. Geen kwestie van bruin-worden.
    ,Je mot geduld hebben,' zei Lou.
    Goed, ik zou geduld hebben, nam Schopenhauer's Die
    beiden Grundprobleme der Ethik en bleef lezen. Na een
    half uur, kijkend, was de bot opgelost in de olie. De gra-
    ten dansten naast een bruine brei van olie en vlees.
    Het moest er met een lepel uitgevist worden.
    Schopenhauer heeft goed praten: ,Wenn ein Mensch
    will; so will er auch Etwas ; sein Willensakt ist alle-
    mal auf einen Gegenstand gerichtet and laszt sich nur
    in Beziehung auf einen solchen denken.' Malligheid
    Schopenhauer. Malligheid. Neem als Gegenstand een
    botje en wil het beest bakken: ik, Samuel Falkland,
    verzeker je dat het niet gaat. Je hebt er een vrouw
    voor nodig.
    De derde bot hebben we gesoigneerd als een juffers-
    hondje. Lou zei dat het petroleumstel niet fel genoeg
    brandde. Ik heb de pitten opgedraaid, weer weinig olie
    gebruikt en nog eens hetzelfde resultaat. Het botje
    deed allemaal pogingen om de pan uit te krommen.
    'Nee, niet drukken !' riep ik: ,Iaat 'm an zijn lot
    over. Wij knoeien d'r te veel mee. Hij zal wel weer
    recht gaan liggen.'
    Jawel. Van onderen was-ie helemaal verkoold
    toen we begonnen te ruiken dat er iets aanbrandde.

    p. 5

    Over zessen. Drie mislukte en vijf rauwe vissen.
    Prachtig diner.
    Nog een en dan voor het laatst. Het lag bepaald
    aan de olie.
    ,Nou zal ik het met boter proberen.'
    De pan werd weer schoongemaakt; een kluit boter
    lieten we raak bibberen tot ze bruin was en.... ,Let
    go!' De bot zakte in de boter. Er was een ogen-
    blik stilte. En toen, botjes zijn vervloekte beesten !
    gingen kop en staart weer omhoog en spartelde het
    beest zich los uit z'n vel en z'n vinnen.
    ,Es ist bestirnmt in Gottesrath.'
    We hebben het opgegeven. Met de vier resterende
    bloederige botten verder dit gedaan
    Begrijpende dat het mannen niet gegeven is vis
    te bakken en accepterend het fatum van man-zijn,
    hebben we de waterketel opgezet en de treiterende
    beesten in het spartelend water gedeponeerd. Dat kon
    niet mislopen. Na een zeker aantal minuten hebben
    wij de dieren er uitgepikt, hebben rijst gekookt en
    smakelijk gedineerd. De graten waren nog een beetje
    rood, maar dat overkomt je ook wel in een res-
    taurant.
    De poes heeft gesmuld aan de gebakken vis. De
    'treurige' overblijfselen heeft zij dankbaar en voldaan
    opgegeten.
    Lou bezat nog een toetje tabak. We hebben een
    pijp gestopt, ieder drie kop thee gedronken en ons
    zeer behagelijk gevoeld na de vermoeienissen van de
    vispartij.
    Dit zeg ik :er komt nooit geen ongebakken vis
    meer over den vloer, zolang ik ongetrouwd ben.

    p. 6

    Het napretje van dit alles bleef de omeletpan.
    Hoe krijgen vrouwen in 's hemelsnaam zo'n ding
    schoon, wanneer het vet er aangebakken is. De water-
    leiding loopt er een uur kletterend op. Het helpt
    niets. We hebben gewreven met oude kranten: enig
    gevolg dat de inkt aan het vet vastplakte. Nu is de
    pan zwart, vies, vet. Welke geemancipeerde vrouw
    geeft advies. Want morgen, morgen de eerste
    dag van de maand, morgen, de dag van rijkdom, salaris
    en weelde morgen moeten we eieren bakken.
    Ik wil alleen nog zeggen dat Strindberg minder
    vrouw-hatende drama's geschreven zou hebben, als hij
    ooit voor acht botjes had gestaan. In Vader roept hij
    ,En gij, mijn vrouw, gij waart mijne doodsvijandin,
    want ge liet me niet eerder los, voor ik voor dood
    bleef liggen.' Larie, Strindberg. Bak botjes.

    Samuel Falkland, Falklandjes

    13-04-2011, 21:18 Geschreven door Samuel Falkland  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Categorie:Samuel Falkland, Falklandjes
    Archief per week
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs