Inhoud blog
  • De drukke dagen
  • De problematische politiek
  • De extreme excursie
  • Het eerste belangstellende bezoek
  • Het degelijke doel
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    De animerende avonturen van Sam in Ijsland
    16 weken stage op onbekend, ondoorgrondelijk grondgebied!
    19-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De drukke dagen

    Beste lezer

     

    Long time no see… Ik leef, woon en werk inmiddels op de kop 80 dagen op dit eiland en het blijft dag op dag verbazen. Ik heb de voorbije weken zoveel dingen te doen gehad dat het zelfs onmogelijk is alles in een blog neer te schrijven. Ik heb tijd zat vannacht, want ik moet mezelf nog enkele uren trachten wakker te houden, daar ik morgenavond aan een nieuwe week nachtshiften begin en mijn bioritme in 1 dag moet omgooien.

     

    De reden dat ik de voorbije weken niet zo veel tijd was had te maken met het feit dat iedereen veel interesse toont in Ijsland. Ik heb gedurende een maand zowat de gehele tijd bezoekers over de vloer gehad.

    Het begon met Anne, een vriendin van de mama die haar jaarlijkse citytrip samen met haar vriendin Denise dit jaar in Reykjavík doorbracht. Zij mochten als eerste gebruik maken van mijn gidskwaliteiten om zo de toeristische en minder toeristische kanten van Reykjavík te ontdekken. Gelukkig waren de dames hun honger niet vergeten in België, zodat ze ook uitgebreid konden genieten van de gastronomische geneugten van dit land.

    Tevens was het voor mij ook fijn om de vele informatie, die ik gedurende de maanden dat ik mij hier bevind, heb vergaard te kunnen delen. Ik verbaas mezelf keer op keer dat ik op deze korte tijd toch een hele boel kennis heb opgedaan over deze cultuur en er zelfs meer en meer zelf deel van uit kan en mag maken. Ook mijn Ijslands gaat er intussen met rassenschreden op vooruitgegaan, tot groot jolijt van mijn Ijslandse vrienden.

     

    Daarna is Lise, mijn vriendin, me komen bezoeken. Daar ik het eerste weekend dat ze hier was helaas moest werken, heeft ze Reykjavík helaas voor een deel moeten verkennen. Positieve kant van dit weekend, was dat ik voor het eerst Manager On Duty was. Concreet betekent dit dat je de vertegenwoordiger van de General Manager bent als hij afwezig is, moet kijken of alle collega’s gelukkig zijn en het hotel permanent in de gaten houden om eventuele fouten of tekortkomingen onmiddellijk recht te zetten. Misschien wel de leukste taak van deze job is het uittesten van het restaurant. Gelukkig mocht Lise hier ook mee van genieten, dus hebben we voor het eerst in ons leven Lamb Shank –lam dat op een speciale manier bewerkt is tot een soort draad- en Papegaaiduiker kunnen proeven. Op maandag was ik vrij en zijn we samen gaan whale watchen.

    Whale watchen is één van de populairste toeristische attracties van Ijsland. Ijslanders noemen het graag de safari van het noorden, maar het is meer dan dat. Whale watchen is écht omgaan met wilde dieren. Je neemt de boot, vaart een stuk op volle zee en daar begint het wachten, het afspeuren van de zee naar een beweging, een naar adem happende walvis of met een beetje geluk een staart. Uiteindelijk werd het wachten beloond en hebben we meerde exemplaren Minke whale gezien. Ook enkele dolfijnen kwamen eens piepen, zodat het zeker een geslaagde trip was.

     

    Maandagnacht zijn dan ook mijn grootouders aangekomen. Alle vier in vol ornaat en veel goesting om het onbekende op te zoeken. Ook zij hebben een heuse gidsbeurt door Reykjavík gekregen, maar met hen heb ik ook zelf nog enkele nieuwigheden kunnen ontdekken.

    Zo zijn we bijvoorbeeld een dag naar het eiland Viðey geweest. Viðey is een eiland voor de kust van Reykjavík waar een honderdvijftig verschillende vogelsoorten zouden gehuisvest zijn. Tevens vindt men hier ook de oudste huizen van Ijsland waarvan dat er enkele verbazend genoeg nog steeds rechtstaan. Ten slotte is hier ook een kunstwerk van Yoko Ono te vinden. Het heet de ‘Imagine Peace Tower’ en is gebouwd ter nagedachtenis van John Lennon. Concreet is het kunstwerk een witte toren waar elk jaar op 9 oktober, de geboortedatum van John Lennon, een lichtstraal uit de toren oprijst die continue blijft branden tot 8 december, Lennons sterftedatum.

     

    Zware dobber was maandag 28 juni, op deze dag zijn zowel Lise, mijn grootouders als Alex vertrokken. Alex was gelukkig dat hij eindelijk terug naar huis kan, maar ik besefte dat ik er vanaf dan alleen voor stond. Uiteindelijk viel het allemaal goed mee, want de vrienden die ik hier de afgelopen maanden gemaakt heb en mijn collega’s vangen mij heel goed op en voorzien allerhande plezante afwisselingen zodat ik zelfs geen tijd heb om iets voor jullie te schrijven.

     

    Ook de nieuwe, recent opgerichte toeristische organisatie van Ijsland, Inspired By Iceland, heeft één van mijn eenzame avonden opgevuld. Het concept Inspired By Iceland is zeer eenvoudig: Mensen motiveren dat Ijsland meer is dan een failliet land met vulkanen en as. Hiervoor heeft men een speciale website opgericht, http://www.inspiredbyiceland.com/, waarin men bekende mensen laat vertellen waarom Ijsland hen zo motiveert, permanente livestreams van enkele grote toeristische sites en het organiseren van unieke evenementen.

    Zo hebben ze een concert georganiseerd aan de voet dan de Eyafjallajökull vlakbij enkele schitterende watervallen. Met veel geluk heb ik één van de laatste plaatsen op de bus kunnen vastkrijgen, maar helaas is alles letterlijk in het water gevallen. Op het laatste nippertje hebben ze het concert verplaatst naar downtown Reykjvavík omdat de weersvoorspellingen te slecht waren. Het concert is uitgeregend, maar ik ben toch gegaan omdat er bijna uitsluitend bekende Ijslandse singer-songwriters en groepen die al-dan-niet akoestisch optraden op de affiche stonden. Hoogtepunt van de avond was het optreden van de enige niet-Ijslander op de affiche, Damien Rice, van wie bekend is dat hij vaak naar Ijsland komt om nummers te schrijven en videoclips op te nemen. Verder heb ik ook Dikta leren kennen, The Hottest band in Iceland fot the moment. En terecht... Als je tijd hebt moet je zeker eens op verkenning gaan in hun catchy vernieuwende poprocknummers! Ik heb ze in mijn Top Friends op Myspace gezet, zodat je hun Myspace eenvoudig kan terugvinden!

     

    Enkele dagen later stond het volgende bezoek al voor de deur: Lotte, Eveline, Wiebe en Elias. Ook hen heb ik op weg geholpen zowel het dag- als nachtleven van Reykjavik en de surrounding area te verkennen. Ook begon ik intussen de extra legale voordelen van mijn stageplaats te ontdekken, waardoor de kortingen op toeristische attracties, zoals bijvoorbeeld het whale watchen, sterk gereduceerd werden.

     

    Helaas ging ook de week dat zij hier waren verschrikkelijk snel voorbij en stond een eerste week nachtshiften op het programma. Best wel tof, werken tijdens de nacht. Elke nacht staan er nieuwe onverwachte situaties en avonturen op het programma, want het werk wel uitdagend maakt. Ik zou een pagina per nacht kunnen schrijven, maar omdat ik het aan enkele enkelingen beloofd had, ging ik mijn volgende blogberichten beperkt houden)

    Ook leuk is dat je, na een ganse week 12 uur per nacht te werken, je daarna een volledige week vrijaf krijgt.

     

    3 dagen van mijn vrije week waren al enkele weken gereserveerd door Viðat en Aldís, twee rasechte Ijslanders die trots zijn op hun land en er zelf van kunnen genieten om buitenlanders elk hoekje en kantje te laten ontdekken en indien mogelijk ook zelf nog nieuwe hoekjes te ontdekken.

    Zodoende hebben we op vrijdagmiddag onze tent en slaapzak in de auto gelegd, samen met een barbecue en voldoende vast- en liquide rantsoen richting noorden getrokken. Het weer was schitterend: 17°C en een verfrissend briesje: écht zomerweer.

    Op een dik uur buiten Reykjavík, vlak voor het vissersdorpje Arkanes, besloten we onze tenten op te slaan vlakbij een Fjord.

    Het was een echte mix-up van cultuur: ik heb de mijn Ijslandse vrienden leren Presidenten en toastjes met choco eten terwijl zij me met plezier enkele van hun ‘speciallekes’ toonden. Zo konden bijvoorbeeld Pylsur (jawel: hotdogs) niet ontbreken op het menu. Ook vliegvissen is één van die activiteiten die zeker één keer per camping trip moet worden uitgevoerd.

    Uiteraard wouden ze mij ook een de omgeving laten zien, dus op zaterdagnamiddag zijn we met de auto vertrokken op zoek naar het onbekende. Toen we na even een heuvel vonden met enkele watervallen, raakte ik al gauw gefascineerd. Daar schijn bedriegt, bleek het onmogelijk deze watervallen te voet te bereiken, maar ik moest en zou een waterval van dicht bij zien. Enkele honderden meters verderop hadden we meer geluk. Een weliswaar kleinere waterval doemde op vanuit een rotsspleet, dus hebben we de auto langs de kant van de aardeweg geparkeerd en zijn we langs moerassen, over rivieren en door schapenweiden richting waterval getrokken. Na een dik halfuur avontuur hebben we ons doel bereikt. Een doel dat zeker het avontuur waard was…

     

    ’s avonds hebben we nog wat lam op de barbecue gelegd en rond een uur of elf werd het tijd voor mijn eerste les vliegvissen. En met succes, maar op het moment dat we een lekkere forel –het was niet echt een forel, maar het Engelse –dus ook Nederlandse- woord is me tot op heden onbekend- aan de haak hadden geslagen, kwam één of andere gek in een 4X4 met veel getoeter op ons afgereden, kwaad omdat het uur waarop mag gevist worden al meer dan een uur verstreken was. Hij verplichte ons ook om onmiddellijk onze vis terug te zetten zodat we hem helaas niet hebben kunnen verorberen.

     

    Intussen is het maandagmorgen, 06:01am -het zonnetje schijnt hier al terug volop-, stikkapot van het kampeerweekend, maar vechtend tegen de slaap om morgen een spannende nachtshift in te duiken!

     

    Slaapwel

     

    Kusjes en knuffels

     

    Sam

     

    Ps. Korter dan dit kon écht met de beste wil van de wereld niet!!

    19-07-2010 om 08:03 geschreven door Sam  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    03-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De problematische politiek

    Beste lezer

     

    Nu de junimaand is aangebroken is ook het hoogseizoen van wal gestoken in de hotelbusiness ten huize Reykjavík. Dat was ook aan mijn uurrooster te merken. Lange tijd heeft het er naar uitgezien dat de Eyafjallajökull roet in het eten zou gooien, maar even snel als de vulkaan haar as is beginnen verspreiden is ze hiermee gestopt. Let wel, in tegenstelling tot wat verschillende media beweren is de vulkaan nog niet gestopt, ze houdt zich voorlopig slechts koest. Ze stoot nog steeds as uit, maar in een kleine hoeveelheid en met weinig kracht zodat de as niet de kans krijgt om tot op vlieghoogte te raken, dus dat gevaar is voorlopig geweken.

    Toch was er voldoende as boven Reykjavíks grondgebied om maandagavond weer een asregen te veroorzaken, zelfs nog feller dan de vorige keer.

    Op maandagavond ben ik gaan poolen buiten het stadscentrum en in de auto was het zo min mogelijk de ruitenwisser gebruiken, want eens gewist moest worden, moest de ruit ook onmiddellijk gespoeld worden, daar de as niet weg te wrijven was zonder sporen na te laten, wat het zicht nog verslechterde.

     

    Ook aan de bezetting van de afgelopen week valt op dat het hoogseizoen eindelijk is aangebroken. Radisson Blu 1919 –op z’n Ijslands uitgesproken als [Radisson bleu nietjen nietjen]- heeft deze week gedraaid aan een bezetting van rond de 90%. Dit is niet abnormaal voor een normale zomer, maar door de financiële crisis en de vulkaan is dit zeker acceptabel. Vandaag, woensdag, is het mag het hotel zelfs rekenen op een volledige bezetting van 100%, wat dus betekend dat elke kamer in het hotel wordt bezet door een gast. Hierdoor werden enkele drastische beslissingen genomen. Ten eerste moeten Alex en ik tijdens deze dagen verhuizen naar een hotel op de “grote” markt van Reykjavík –vergelijkbaar met het Margarethaplein in Leuven- op één minuut stappen van het hotel. Dit is wel aangenaam omdat Alex en ik beiden vandaag en morgen vrij zijn en we zo een echt “hoera, we zijn op vakantie” gevoel krijgen. Ook zijn de 3 kamers die het afgelopen half jaar werden ingericht als burelen –de vorige burelen van het reservatie- en accountingdepartement bevonden zich in de kelder -zonder daglicht- zeer deprimerend tijdens de wintermaanden als de zon slechts 4 uur per dag schijnt-  ontruimd en terug in hun oorspronkelijke staat hersteld.

     

    Zoals ik eerder al vermelde hebben deze drukke, gegeerde tijden ook een gevolg op onze uurroosters. Ik heb de voorbije 9 dagen gewerkt met enkel op vrijdag een dagje verlof, om mijn bioritme van avond naar dagshiften om te zetten en de negatieve taken in het proces van het zelfstandig worden te volbrengen: de was en de plas.

    Daarom is er niet veel te vertellen over de afgelopen week. Toch was deze week voor de Ijslanders één van de absolute hoogtepunten van het jaar, want er zijn slechts twee dingen waar Ijslanders óf absoluut voor thuisblijven, óf massaal voor buitenkomen: handbal –de nationale sport van Ijsland en tevens de enige sport waar ze op uitblinken, de sporen van het volksfeest voor de bronzen medaille op het Europees kampioenschap zijn nog steeds zichtbaar- en het Eurovisiesongfestival. (jaja, rare jongens die Ijslanders, we weten het intussen wel)

     

    Ijsland heeft twee soorten Eurovisionfans. Ten eerste zijn er de “die-heart”fans, die perfect kunnen zeggen wie, wanneer en met welk nummer heeft deelgenomen de afgelopen 55 edities en ten tweede de “Eurovision – Icelandic style”. Dit laatste gaat –uiteraard- gepaard sloten alcohol.

    Het concept van deze hoogdag is heel eenvoudig. Voor de avond begint ga je met z’n allen naar de liquor store, je haalt een bátar –voor meer info over de bátar verwijs is je graag door naar mijn eerste blogbericht, de episode over de Ijslandse kebabs- bij Nona Bitti of Hlolla Bátar en trekt dan naar een huiskamer. Je eet je broodje en tegen 19:00 zet je je schrap in de zetel om het spektakel te aanschouwen. De regels van het spel dat dan volgt zijn volledig vrij te bepalen. Elke keer de presentatoren van kleding verwisselen moet je een slok van drank A drinken, elke keer er iets wordt herhaald in het Frans een slok van drank B,… Tevens krijgt ook elke deelnemer enkele landen toegewezen. Elke keer dit land in beeld komt of wordt vermeld wordt er een slok ter compensatie verwacht. Je kan je inbeelden wat een feest het hier was. Na de grote show, waar Ijsland helaas veel slechter deed dan ze zelf verwacht hadden –off the record: ik heb veel respect gekregen van menig Ijslander omdat België het grootste punt dat Ijsland dit jaar gekregen heeft, gegeven heeft- zakt elke fan dan af naar één of andere bar of club waar dan heuse Eurovisionparty’s worden gehouden met enkel Eurosongmuziek.

     

    Helaas moest ik dus werken op zaterdagavond, maar omdat we nog steeds in Ijsland zijn –en er toch twee televisies in onze designlobby hangen- hebben we beslist onze gasten dit hoogwaardig staaltje kwaliteitsspektakel niet te ontzien. Net toen onze nationale trots, Tom Dice, zijn ding mocht doen had ik even vrije tijd. Chauvinistisch als ik ben stond ik samen met een Nederlandse gast te kijken naar een enthousiaste Tom die live on stage het publiek opjutte. Dit had hij beter niet gedaan, want terwijl hij dit aan het doen was in het verre Noorwegen, heeft hij ook het brandalarm in de Radisson Blu 1919 in Reykjavík in werking gesteld. –Het brandalarm –lees rapport- zelf zei dat het te maken had met te veel rook in de keuken, maar ik blijf er 100% van overtuigd dat Tom Dice er iets mee te maken heeft.-

     

    Toch werd zaterdagavond onmiddellijk na de puntenverdeling, tegen de traditie in, de show vroegtijdig onderbroken, want zaterdag was er nog een gebeurtenis die misschien nóg belangrijker was dan Eurosong. Het waren –zoals u misschien zelfs in de Belgische media hebt kunnen vernemen- gemeenteraadsverkiezingen.

    Dit is op zich niet zo speciaal, maar Ijsland kampt momenteel met –zo mogelijk- een even grote politieke crisis als België. Daar zijn vele redenen voor. Ten eerste is er het faillissement dat Ijsland op het nippertje heeft kunnen voorkomen twee jaar geleden. De overheid heeft hier enkele zware rekenfouten gemaakt, te dure gebouwen laten bouwen en de banken te veel geld geleend. Het gevolg hiervan is wellicht bekend: Icesave.

     

    Voor de onwetenden onder jullie zal ik proberen Icesave in enkele lijnen samen te vatten, maar het is een zeer complexe materie –lees de B-H-V van Ijsland. Icesave is een contract ondertekend door de vorige premier van Ijsland waarin hij een lening aangaat van 110.miljard Ijslandse kronen –ongeveer 8 miljard euro- 50% van dit bedrag wordt geleend van Nederland en de andere helft wordt gegeven door Groot-Brittannië. Het contract was echter zeer vaag en slecht opgesteld zonder een concrete datum waarop het geld moest worden terugbetaald. In het contract stond letterlijk dat er van Ijsland werd verwacht het geld onmiddellijk terug te betalen zodra ze hier “klaar voor waren”. Begin dit jaar zijn zowel de Britten als de Nederlanders komen aankloppen met de vraag wanneer ze hun geld terug kregen. Zoals verwacht zei Ijsland er nog niet klaar voor te zijn, waarop er een vete ontstond tussen Ijsland en Groot-Brittannië. In Nederland zijn er intussen zelfs al enkele belangrijke koppen gerold voor het opstellen van zulk onconcreet contract. Uiteindelijk bekende de Ijslandse regering het geld wel degelijk opzij te hebben staan, maar schrik had voor een weerslag van de crisis dus liever nog zou willen wachten met de terugbetalen, dus zoals steeds in de oudste democratie ter wereld –Ijsland is al een democratie sinds het jaar 904- werd een volksreferendum georganiseerd, waarin 97% van de Ijslanders besliste het geld nog minstens 2 jaar aan de kant te laten staan. Dit referendum was enkele weken voor de uitbarsting van de Eyafjallajökull, dus toen het Britse luchtruim als eerste werd gesloten hadden de Britten werkelijk hun buik vol van Ijsland zodat enkele kranten kopten:” Iceland: we wanted CASH not ASH”. Een oneliner die nu ook de Ijslandse economie spijst, omdat een variant –we don’t have CASH, but we do have ASH- op menig t-shirt en koffiemok in de souvenirshops prijkt.

    Tot op heden zijn er nog steeds continue Nederlanders en Britten aanwezig in Ijsland om te onderhandelen over Icesave, maar een half jaar en 2 premiers later houdt de Ijslandse regering het been stijf en blijft onnodig grote bedragen spenderen, tegen de wil van de bevolking in. Dit lijdt tot regelmatige betogingen, protestacties, protestconcerten, braspartijen,… waarin vooral de jeugd van mijn leeftijd zich tegen het politieke systeem keert.

     

    Een ander delicaat punt dat de gemeenteraadsverkiezingen zo interessant maken, is de aanvraag van Ijsland om toe te treden tot de Europese Unie. Deze aanvraag kan op weinig medewerking van de inwoners rekenen, omdat de Ijslanders veel schrik hebben hun eigenheid en cultuur te verliezen en de controle over hun eigen land te verliezen. Ook vrezen ze dat hun belangrijkste bron van inkomsten, de visvangst, in prijs zal moeten dalen. Ook de mogelijke invoering van de Euro jaagt menig Ijslander de stuipen op het lijf. Ijsland is niet goedkoop, maar dit wordt deels gemaskeerd door de Krona. Bij een mogelijke invoering zou alles misschien goedkoper of duurder worden. In het eerste geval zou dit uiteraard voor iedereen dik OK zijn, maar in het tweede geval vrezen ze een tegenreactie van toeristen en nog meer inkomsten die verdwijnen.

    In tegenstelling tot wat alle Ijslanders denken, is de regering wel van hun mening op de hoogte. Dit heb ik zelf kunnen merken toen ik maandag de set-up van een meetingroom moest doen. Er was een meeting gepland, waarin het voorlopige dossier –de volledige applicatie van Ijsland met alle punten waarin ze Europa proberen te overtuigen hen te accepteren- werd voorgesteld aan enkele leden van de Europese raad. Europa –en meerbepaald de Europese Unie- spelen ook een belangrijke rol in het hotel waar ik mijn dagen slijt. Er worden namelijk 4 kamers gehuurd door europa, die zijn ingericht als burelen. Maar ik wijk af; de meeting dus. Er werd gevraagd om een opstelling in Classroom style, –verschillende losse tafels naar voren gericht- maar 15 minuten voor aanvang van de meeting werd beslist toch Boardroom style –één grote tafel- te gebruiken. Dus in allerijl, en met de hulp van enkele medewerkers uit de E.U. offices, –zo noemen we de 4 burelen die worden gehuurd in het hotel- werden alle tafels terug in Boardroom gezet. Terwijl we deze taak aan het volbrengen waren, raakte ik aan de praat met één van deze medewerkers. Toen ik haar vertelde dat ik van België kwam, volgde uiteraard de vraag die iedereen hier –vreemd genoeg, want ik wist niet dat ze dat in het buitenland wisten- Frans of Nederlands… Niet dat het veel uitmaakte, want de “missie” die ze mij wou meegeven had ze hoe dan ook meegegeven, ongeacht ik Frans- of Nederlandstalig was. De “missie” is heel eenvoudig: overtuig al je Ijslandse vrienden ervan dat de Europese Unie niet slecht en gemeen was. Toen ik haar vroeg waarom juist ik dat moest doen, omdat ik in België woon, gaf ze het vreemde antwoord: “Omdat jij in het midden van de E.U. woont”. Toen vertrok ze en tot op de dag van vandaag heb ik nog steeds het antwoord niet gevonden op haar afscheidszin. De enige link die ik kan leggen is dat veel belangrijke Europese instellingen zich in Brussel bevinden, maar verder dan dit geraak ik niet.

    Toen ik een half uur later terug aan de receptie stond en de dame in kwestie zag passeren, gaf ze me nog een “cadeautje”. Ik kreeg een 103 paginadik boekje met de welklinkende titel: “Opinion-Commission opinion on Iceland’s application for membership of the European Union”. Er zat vooraan een briefje in waarop stond dat dit me kan helpen met mijn “missie”… Ik snap het tot op heden nog steeds niet helemaal, maar heb intussen wel het boekje al eens doorbladerd. Het is zware lectuur, maar best wel boeiend, dus als ik me écht nog eens verveel, of ergens intellectueel wil lijken, zal ik het zeker eens grondig bestuderen.

    Het enige dat mij intussen wel duidelijk is geworden, is dat het inderdaad nog niet zeker is of Ijsland effectief in 2012 zal toetreden tot de Europese Unie. Binnenkort volgt er een stemming waarin wordt bepaald of de applicatie voldoet aan alle voorwaarden die de E.U. voorop stelt. Indien deze wordt goedgekeurd, zal er een volksreferendum plaatsvinden waarin er aan de burgers zal worden gevraagd of ze voor of tegen de toetreding zijn. Zoals steeds zijn volksreferenda in Ijsland bindend dus ziet het er allemaal niet zo positief uit. Ook mijn Ijslandse vrienden zijn het unaniem over eens dat ze op dit referendum tegen de toetreding zullen stemmen. Het spijt mij lieve dame van de E.U., maar het ziet er naar uit dat mijn “missie” niet veel succes zal oogsten.

     

    Nu begrijp je dus waarom politiek in Ijsland zo een delicaat punt is. Er is veel protest en woede bij de jongeren, dus wat is er beter om de balans weer in evenwicht te brengen…? Als het van Jon Gnarr, de bekendste en -volgens de meeste mensen waarmee ik over dit veelbesproken onderwerp heb gesproken- ook de beste komiek van Ijsland, afhangt, is er maar ding dat de Ijslanders op de been kan houden in deze zware tijden en dat is humor. Zijn politiek getinte humor, die meestal zeer sarcastisch en zwaar over de lijn is, is door iedereen gekend. Hij schrijft dagelijks een column voor de twee kranten van Ijsland, hij heeft zijn eigen talkshow en spelprogramma en ook zijn zaalshows zijn altijd helemaal uitverkocht. Tevens hebben veel Ijslanders de gewoonte om zijn ‘quote van de dag’ te posten op Facebook. Dit alles om zijn populariteit aan te tonen.

    En zo gebeurde het dus dat de gemeenteraadsverkiezingen in het vizier kwamen en Jon Gnarr zich inschreef met een partij genaamd Besti Flokkurinn. Dit gebeurde begin mei en sinds die dag gespreksonderwerp nummer 1. Het oorspronkelijke idee was eigenlijk aan te tonen dat iedereen die dit wil in staat is de hoofdstad van dit eiland te leiden. Intussen werden de voorbereidingen van de verkiezingen concreter en zonder Jons medeweten krijg zijn partij een officiële partijletter –Æ [aai]- toegewezen. –In Ijsland hebben politieke partijen geen specifieke kleur, maar een letter die op elk document, flyer, poster,… moet worden vermeld-

    Dit, op het eerste gezicht banale lettertje, had echter grotere gevolgen dan Jon Gnarr had kunnen voorzien. Toen hij zich enkele dagen voor de verkiezingen wou uitschrijven en publiek maakte dat alles één grote grap was, kreeg hij te horen dat dit onmogelijk was, omdat de uitschrijftermijn verlopen was op de dag dat de letter werd toegewezen. In allerijl moest hij op zoek gaan naar andere partijleden en tot ieders verbazing sloot zowat elke bekende kop in Reykjavík zich bij zijn partij aan.

    Na het Eurovisiesongfestival werd er onmiddellijk live overgegaan naar het stadhuis van Reykjavík (zie foto) voor de uitslag van de verkiezingen.

    Eerst werden de verliezen van alle grote partijen in beeld gebracht met de nodige reacties en het onverwachte scenario hing in de lucht. Elke Ijslander die in het hotel op dit moment aan het werken was, stond plots in de lobby toen met veel dramatiek het balkje van de Æ-partij de hoogte in rees. 36,8% van de stemmen bleken aan de Besti Flokkurinn te zijn gegeven, wat maakt dat deze partij onmiddellijk de grootste partij van Reykjavík is geworden, met 5 van de 16 zetels in de gemeenteraad en het afvaardigen van de nieuwe burgemeester als gevolg. Voor het eerst in de geschiedenis viel er een stilte bij Jon Gnarr en wist hij even niet wat zeggen, maar hij herpakte zich snel. Niemand weet wat er nu gaat gebeuren, want Jon Gnarr is nu verplicht de nieuwe burgemeester te worden. Dit is niet met zijn volle goesting, maar toch houdt hij de humor er in. Voor het opstellen van de gemeenteraad wil hij bijvoorbeeld alleen maar samenwerken met mensen die zichzelf een fan noemen van The Wire, een immens populaire televisieserie in Ijsland, die ook heel veel tegenstander kent. En weer weet niemand of hij het nu meent of niet.

     

    Waarom de partij zoveel stemmen heeft kunnen bemachtigen is zeer duidelijk. Alle jongeren –en waarschijnlijk ook ouderen- die tegen het politieke systeem in Ijsland en tegen de Europese unie zijn, hebben op deze partij gestemd. Ook dachten veel mensen dat alles één grote grap was en dat iedereen wist dat ze beter een verloren stem brachten op een partij die het toch nooit zal maken, dan een stem te moeten geven aan een partij waar ze het niet mee eens zijn. Een combinatie van onwetenden en protestanten geeft dus het gekende resultaat.

    Bovenstaande these is ook zeer aannemelijk als je de partijpunten van de Besti Flokkurinn onder de loep neemt. Ten eerste wou Jon Gnarr gratis handdoeken in alle openbare zwembaden van Reykjavík –dat zijn er 9, Ijslanders zijn dol op zwemmen- voor iedereen. Tevens wou hij een Ijsbeer in de zoo van Reykjavík voor het vertier van de kinderen. Ook wou hij een Disneyland bouwen naast de Domestic Airport –vanwaar je naar Groenland, Noord-Ijsland kan vliegen- en een adoptieprocedure voor zwervers en daklozen. Ten slotte het moeilijkste programmapunt: een drugsvrij parlement tegen 2020. Dit laatste is uiteraard een sneer naar een Tom Boonen-incident in het Ijslandse parlement. (zie foto)

    Op onderstaande link vindt je het verkiezingsfilmpje van de Beste Flokkurinn dat ik je zeker nog wil meegeven, want -volgens mij toch- kan zelfs het kleinste kind zien dat dit één grote grap is, maar dan wel eentje met grote gevolgen!


    http://www.youtube.com/watch?v=xxBW4mPzv6E


    Voor zij die al in Reykjavík geweest zijn: je herkent zeker vele plaatsen waar het filmpje is opgenomen. Voor zij die nog naar Reykjavík komen. Bekijk het filmpje maar goed dan weet je alvast waaraan je je kan verwachten!

     

    Voila, ik heb genoeg geschreven voor vanavond. Het ziet er naar uit dat we hier nog woelige tijden tegemoet gaan! Dus wordt hopelijk vervolgd!

     

    Stay tuned!

     

    Sam

    03-06-2010 om 20:18 geschreven door Sam  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    24-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De extreme excursie

    Beste Lezer

     

    Op de vooravond van de aanvang van week 4 maak ik weer even tijd vrij om jullie op de hoogte te houden van het reilen en zeilen op mijn avontuur. Avontuur is het juiste woord. Ik heb bewust voor het avontuur gekozen door naar Ijsland –waar ik voorheen weinig tot niks vanaf wist- te komen en deze week heb ik dan ook het echte avontuur opgezocht.

     

    Mijn week begon gestaag met maandag een dagje vrij. Ik heb van deze vrije dag gebruik gemaakt mijn hele hebben en houden te verhuizen van de Junior Suite waar ik met Tim verbleef, naar mijn vertrouwde kamertje op de vierde verdieping. Het zal misschien vreemd klinken, maar ik was blij dat ik die gigantische kamer terug kon inruilen voor een kamer die te vergelijken is met de ruimere studentenkamer in Leuven. Ideaal voor mij alleen dus.

     

    Dinsdag werd ik om 16:00 op post verwacht. Toen ik aan mijn shift wou beginnen was er heel wat commotie aan de receptie. Er was namelijk net een mail binnengekomen dat er –in tegenstelling dan wat ik jullie al meer dan 3 weken probeer duidelijk te maken- asregens op komst waren. Concreet betekent dit dat er tussen de wereldberoemde aswolk zich tussen de aarde en de regenwolken bevond en dat er dus as tussen de regen ging zitten. Daarom werd ons geadviseerd onze gasten op de hoogte te brengen alle ramen gesloten te houden en gasten met ademhalingsproblemen, astma of een andere aandoening van de luchtwegen mede te delen dat ze beter de rest van de dag en avond binnen konden doorbrengen. Ik werd dan ook met de taak belast in alle niet-verhuurde kamers de ramen gaan sluiten. Langs de ene kant niet de meest boeiende taak, maar voor het eerst sinds ik hier ben heb ik wel de kans gekregen een gedeelte van de kamers te bekijken. Een kennis die mij later tijdens de nachtshiften –wanneer de kamers voor de arrivals van de volgende dag worden toegewezen- zeker van pas zal komen.

     

    Aanvankelijk was er weinig te merken van een eventuele aswolk of asregen, maar rond 22:30 stond ik samen met Kwaku –dé hotelneger/nachtmanager met Ghanese roots (Het lijkt wel of elk hotel zijn klassieke zwarte nar heeft J)- achter de balie en plots werd het buiten donker. Dit zou u op het eerste gezicht niet zo vreemd lijken als u de tijd bekijkt, maar voor Ijsland is dit deze tijd van het jaar zeer opmerkelijk. Het wordt momenteel pas donker –en hiermee bedoel ik dat de schemering wordt ingezet- rond 00:00 – 00:30 en tegen 02:30 – 03:00 begint het terug licht te worden. Om 04:00 kan je met wat geluk zelfs de eerste zonnestralen waarnemen. Je ziet de dagen hier trouwens ook echt langer worden met de dag, want de dagen lengen hier elke dag met 5 minuten. Binnen exact een maand wordt het hier trouwens helemaal niet meer donker en enkele dagen gaat de zon zelfs niet onder. Een ervaring die –zo garanderen alle Ijslanders mij toch- heel uitbundig wordt gevierd. Ze zouden me beter eens vertellen wat er niet uitbundig wordt gevierd, want zoals je wellicht al doorhebt is elke gelegenheid om zich te bezuipen een goede gelegenheid. Zo wordt er hier volgende week ook overal op groot scherm naar het Eurovisiesongfestival gekeken. Niet dat iemand zich aan de wedstrijd interesseert, men wil zich gewoon voorbereiden op een goeie kater de morgen erop!

    Maar dus: terug naar de essentie: de asregens. We vonden het beiden dus zeer vreemd dat het al donker was, dus zijn we buiten een kijkje gaan nemen. Op onderstaande foto -die ik voor de deur van het hotel genomen heb- zie je duidelijk de aswolk. Om te bewijzen dat het wel degelijk om een aswolk en niet om een ordinaire regenwolk gaat, staat eronder een foto van de haven met hét gebouw dat de hoofdreden was van het faillissement van Ijsland -het opera en congresgebouw, waarvan de werken enkele weken geleden opnieuw zijn hervat, nadat ze meer dan twee jaar hebben stilgelegen- op de voorgrond. Links bovenaan op de foto ziet u regenwolken en rechts de aswolk.

     

     

    De vraag die u zich nu, uiteraard stelt is: “wat doen deze asregens nu precies?”. Een terechte vraag. Het klinkt allemaal spectaculairder dan het is, maar het is gewoon een klein beetje as dat met de regen mee naar beneden komt. Deze bijna verwaarloosbare hoeveelheid heeft echter grote gevolgen. De as is namelijk zeer hardnekkig en heel moeilijk te verwijderen van auto’s en ramen. Daarom dat het dus ook noodzakelijk was dat alle ramen gesloten waren, anders zou elk beschikbaar personeelslid van het hotel zijn dagen kunnen doorbrengen met het opkuisen van dit goedje.

    Omdat  u zich wellicht geen beeld kan vormen hoe dit er dan werkelijk uitziet, heb ik nog een foto van een auto en de parkeermeter toegevoegd. De bruine spikkels zijn uiteraard de as!

     

     

    Woensdag was de aswolk vervlogen, de regen weggetrokken en deze bewolkte dag was uitermate geschikt om te gaan werken. De vluchten zijn allemaal weer oké en de bezetting is gezien de omstandigheden best aanvaardbaar. Het was dus zeer aangenaam werken. Ook zeer aangenaam was mijn eerste persoonlijke vermelding op medailla, een systeem waarbij gasten na hun verblijf al hun bedenkingen, klachten of complimentjes online kunnen doorgeven.

    De bedanking aan mijn adres kwam van een Duitse homo die tevens werkzaam is in de Rezidor groep, zijnde het in Duitsland. Deze man was niet te spreken over het gebrek aan communicatie en werd met momenten ronduit agressief aan de receptie omdat wij hem niet verder konden helpen. Uiteraard hebben we er wel alles aan gedaan om deze man zoveel mogelijk informatie te verschaffen en elke website, telefoonlijn en e-mailadres voor handen gebruikt. In tegenstelling tot wat ik dacht, was deze man ons dus toch zeer dankbaar voor alle tijd en moeite dat we in zijn persoon hadden gestoken met een persoonlijke bedanking tot gevolg. Concreet betekend zo’n vermelding dat de print van deze pagina in de back office en de cantina wordt omhoog gehangen en dat de General Manager je een persoonlijk schouderklopje komt geven. “Yes” dacht ik toen, “Het eerste punt is binnenJ”

     

    Op donderdag stond dan de langverwachte Full Throttle excursie gepland. Deze excursie is te danken aan de vulkaan, het faillissement en het departement waar ik stage loop. Iedereen heeft namelijk last van de gevolgen en opstapeling van problemen voor Ijsland, dat excursieorganisatoren de uitnodigingen om –volledig gratis uiteraard- enkele van hun excursies te komen uittesten, zodat je weet dat je enkele “kwaliteit” aan je gasten verkoopt. De reden waarom ze me uitnodigen maakt me uiteindelijk niet zo veel uit, het voornaamste is dat ik –zonder dat het me een cent kost- een excursie van 19.990 ISK te doen.

    Full Throttle is de verkoopsnaam van een dagexcursie die begint met een ATV-tour. Een ATV –ook wel quad genoemd- is een brommer met 4 wielen. Dit was echter niet zo eenvoudig als ik dacht, want zo’n machine weegt wel wat en stuurt minder soepel dan een fiets, maar het was toch een toffe ervaring. Het unieke eraan is vooral zoiets te kunnen doen in een uniek landschap waarbij je over wegen met as, lavastenen en modder mocht sjeezen en je tegelijkertijd mijlenver rondom je heen kon kijken, tot een berg of gletsjer de horizon bepaald.

    Daarna werden we –Anna,  één van mijn collega’s, nog 8 andere mensen van diverse hotels en hostels uit Reykjavík en Keflavík en ik- met een busje naar het basiskamp van Artic Excursions gebracht. Hier kregen we een Ijslandse broodmaaltijd aangeboden met een typisch zout brood en veel gerookt vlees. Daarna kregen we wetsuits aangeritst en veel warme kleden en gingen wet met coolste hippiebus die ik in mijn leven al gezien heb, naar de rivier gebracht. De Hvítá River -of Witte rivier- staat erom bekend de beste raftingrivier van Zuidwest Ijsland te zijn, dus we waren aan het juiste adres om een spannende raftingtour van 7 km -1.5 uur- te maken. Het was een koude, regenachtige dag, maar Pablo -de Boliviaanse gids- garandeerde ons dat dit perfect raftweer was, omdat dan het verschil tussen de buitentemperatuur en de watertemperatuur –respectievelijk 6 en 3°C- kleiner was en je je snel warmer zou voelen eens je nat bent. Ook maakt de regen de rivier nog wilder, zodat alles nóg toffer zou worden.

    Het doel van deze vrijwillige trotsering van de koude was uiteraard ons amuseren, dus hebben we dat ook gedaan. De sfeer zat er al goed in van in de hippiebus dus trotseerden we allemaal samen verschillende versnellingen, waar je je zowaar op de zee waande, enkele rustigere stukken waar spelletjes werden gespeeld als: ga allemaal op de rand van de boot staan, neem elkaars hand vast en leun zover mogelijk voorover –waarop de gids het uiteraard nodig vond op een gegeven moment alle de kring te verbreken met de verwachte val in het water tot gevolg- en als top of the bill een pauze aan een rots van 11 meter hoogte, waar je de kans kreeg om in het water te springen. Stoere jongen als ik ben, ben ik zonder aarzelen naar beneden gesprongen, want de ervaring leert me: “hoe langer je stilstaat bij de hoogte en de temperatuur van het water” hoe moeilijker de stap wordt. De kick die je krijgt tijdens deze sprong is onbeschrijfelijk en ook het gevoel als je terug boven water komt is vreemd. Langs de ene kant giert de adrenaline door je lijf, maar langs de andere kant krijg je ook geen lucht meer door het koude water, dat onmiddellijk een vreemd effect heeft op je longen.

    Na anderhalf uur puur plezier moesten we 5 minuten terugwandelen naar het basiskamp, waar een warme sauna en hot tubs –een jacuzzi van 40°C zonder bubbels, typisch Ijslands, want bijna elke Ijlander heeft een expemplaar op zijn terras staan- ons stonden op te wachten. Ook kregen we een biertje en Volcanic Barbecue –lees hamburger met frietjes- aangeboden. Uiteraard lager er werkelijk óveral boekjes van de organisatie, zodat je bijna niet anders kon dan deze eens te doorbladen. Daarna reden we moe maar zeer voldaan terug naar het hotel waar mijn warme bedje op mij wachtte en het vooruitzicht op nog enkele vrije dagen.

     

    Vrijdag is er niets noemenswaardig gebeurd, althans niet overdag. ’s Avonds ben ik dan eindelijk écht met de Ijslanders de bars gaan verkennen. Het enige verschil is dat ze allemaal al dronken zijn voor ze hieraan beginnen, dus zou ik de avond als meest nuchtere persoon –uiteraard alle AA’ers niet meegerekend- afsluiten. Ik heb veel leuke nieuwe plaatsen leren kennen, die ik de komende drie maanden zeker nogmaals zal bezoeken.


    Zaterdag heb ik –begrijpelijk, want het was vrij vroeg op vrijdag- heel lang in bed gelegen en heb ik mijn dag nuttig besteed met het doen van de was. Er zijn dus ook nadelen aan ‘zelfstandig worden’.  Ik kan jullie wel met enige trots mededelen dat al mijn kleren nog hun oorspronkelijke kleur en grote behouden hebben, dus deze eerste “laundry experience” heb ik alvast doorstaan! Toen ik aan mijn strijk wou beginnen kwam Alex op mijn deur kloppen met de vraag of ik mee naar het einde van de finale van de Champions League wou gaan kijken. Voetbal interesseert me voor geen meter, maar ik zat al een hele dag alleen op mijn kamertje, dus wat sociaal gezelschap was een welkome afwisseling. Zoals u wellicht weet heeft Inter Milaan de match gewonnen en om dit te vieren –hoewel ik denk dat indien Bayern gewonnen had dit ook wel gevierd zou worden- trakteerde de sportsbar op gratis Carlsberg voor iedereen, zolang de voorraad strekt. (De herhaling van de dag: Elke gelegenheid is een goede gelegenheid voor Ijslanders om zich te bezatten!) Ach we don’t care en mijn Frans vond dit zeker ook niet erg, want als je met twee Fransen –Alex, mijn medestagiair en Alex, restaurantmanager- op een terras zit heb je niet veel keuze behalve mee Frans te spreken.

    Ik hoor je momenteel tot hier denken Ijsland, terras? Kunnen deze twee woorden in één zin gebruikt worden zonder enig probleem? Ja, want om de één of andere reden is het hier bij 10 graden en volle zon perfect terrasweer! Voor de Ijslanders zelfs echt T-shirtweer, maar zover zijn wij nog niet! Ook typisch is dat alle Ijslanders bij het minste zonnestraaltje allen samentroepen op het enige stukje gras van Reykjavík, recht voor het parlement. Hier vind je ook de beste zonneterrasjes! Voor zij die me nog steeds niet geloven, hieronder het bewijs! Oh ja, de andere jongen op de foto is dus Alex, de stagiair!

     

     

     

    Zondagmorgen werd ik wel onmiddellijk geconfronteerd met het strijkijzer dat reeds in volledige set-up stond te blinken, bijna smekend om gebruikt te worden, dus zodoende… En ja hoor, zelfs na deze strijkbeurt zijn al mijn kleren nog draagbaar! Joehoew!

     

    Bij deze is het hier intussen bijna half 12 en nog steeds klaarlichte dag, uiteraard, maar toch is het stilaan bedtijd, want morgen doe ik mijn eerste ochtenshift!

     

    Slaapwel en tot binnenkort (of wie weet straks al in mijn droom?!J)

     

    Sam

    24-05-2010 om 01:23 geschreven door Sam  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    18-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het eerste belangstellende bezoek

    Beste lezer

     

    Week 3 op dit eiland, omgeven door de Atlantische Oceaan, is zonet begonnen. In tegenstelling van wat de naam van dit land doet vermoeden hebben we een schitterende week achter de rug. Het was warm in Reykjavík, rond de 9°C, of zoals de Ijslanders het zien, T-shirt-weer. Zeker met het zonnetje in mijn gezicht, heb zelfs ik moeten toegeven dat het met momenten écht zomer is. Zomer? Ja, Ijsland kent maar twee seizoenen: winter en zomer en het voorbije weekend is de zomer officieel van wal gestoken evenals het toeristisch seizoen.

     

    Maar net dit laatste blijkt momenteel een probleem te vormen. Door de welbekende vulkaan, waarvan u de naam uiteraard vlot kunt uitspreken en dit woord daarom bewust meerdere malen per dag in uwe monde neemt (indien dit niet zo is mag u hem ook gerust de eiland-berg-gletsjer noemen, want dit is de betekenis/vertaling van dit natuurfenomeen), is er een grote terughoudendheid van velen om naar dit schitterende land te komen.

    Voor alle duidelijkheid: Ijsland is semi-helemaal asvrij. De eerlijkheid gebied mij dat er in een straal van enkele honderden meters rond de Eyafjallajökull wel degelijk as ligt, maar deze delen zijn, om begrijpelijke reden, afgesloten voor toeristen. Nu ik toch eerlijk ben gebied het mij u mee te delen dat Reykjavík intussen toch niet meer asvrij is. Er is namelijk as te vinden in de vele souvenirshops en gift stores, zij het dan in bokaaltjes.  Indien u dit niet gelooft, mag u altijd ten rade gaan bij mijn mama, papa of broer, die deze week wat kleur zijn komen brengen –of opdoen- in deze stad en zijn schitterende omgeving.

     

    Op maandag hadden Alex en ik allebei een dagje vrij. Om dit te vieren, evenals het zonnetje, hebben we Viðar gebeld om een terrasje te doen. Blijkbaar hadden we de Ijslandse zon toch wat overschat, want het bleek frisser te zijn dan verwacht. Maar stoere mannen als we zijn hebben we er toch maar gezeten en het uitgezeten ook! En gelukkig maar, want toen we op het punt stonden te vertrekken, kwamen we Ásgeir tegen. Hij was op weg van de liquor store naar een vriend om er een feestje te bouwen. Dit feestje ging later worden verder gezet in een bar en hij nodigde ons vriendelijk –lees dwingend- uit om hem dan te vergezellen, dus zo doende. Ik heb op dit “feestje” mijn achting voor de Ijslanders weer een schuif hoger moeten steken, want blijkbaar weten ze meer over ons Belgenlandje dan ik dacht. Ze weten allemaal dat we geen regering meer hebben, er een taalgrens loopt en –volgens hen- alleen maar frieten eten. Maar wat bleek… Het is een droom van vele Ijslanders een bezoekje te brengen aan België begin juli. Niet zozeer voor het “mooie” land, maar wel voor “Wurktur” Ik begreep het eerst echt niet, maar na een herhaling van wel 20 keer legde ik zelf de link tussen begin Juli en Rock Werchter. Gekke jongens die Ijslanders –man, ik val in herhaling!- maar moesten ze eens weten wat de bierprijzen in België zijn, ben ik er zeker van dat we 290.000 inwoners meer hadden gehad. (de overige 20.000 zijn allemaal lid van de AA en dus gestopt met drinken)

    Dit had ik inderdaad nog niet vermeld, want Ijsland heeft buiten geisers, vulkanen, gletjers en andere vreemde fenomenen het meeste AA –jawel, Anonieme Alcoholisten- meetings per inwoner ter wereld. Dit is begrijpelijk als je na het donker –het zonnetje schijnt hier terug om 4:00 AM- door de straten van Reykjavik dwaalt. Er zijn in en rond Reykjavík niet minder dan 50 AA-meetings per dag. (U weet wat ik nu ga zeggen, dus ik ga niet nógmaals in herhaling vallen!)

     

    Maar dus, intussen was het maandagavond 1:00 AM, de bar was gesloten en Alex en ik keerden terug naar het hotel. Alex recht naar zijn bed en ik naar de lobby, want daar moest ik wachten op mijn eerste bezoek.

    Om 1:21 was het dan zover. De deuren van de lobby vlogen open en mijn eigenste mama, papa en broertje Tim (24) (damn ‘Het Laatste Nieuws’ heeft een slechte invloed op mij) kwamen gepakt en gezakt binnengestormd. De mama –uiteraard- in tranen en de broer –al even uiteraard- zijn ‘cool’ bewarend.

     

    Voor ik dit verhaal verder kan zetten moet er even een flashback worden gemaakt naar de zaterdagnacht waarin ik mijn vorige blogbericht –Het degelijke doel- heb geschreven. Je herinnert je misschien nog wel het verhaal van de Amerikanen –Zo niet, leest u het gerust nog even na. Na elke avond van hun verblijf het hele hotel zowat op stelten te hebben gezet, kwamen de heren op zondagavond braaf, nuchter en vriendelijk uitchecken. Zo mogelijk nóg vriendelijker was het cadeautje dat ons werd overhandigd. Nu ja niet in één keer, want dit bleek onmogelijk. Het presentje bestond uit niet minder dan 37 blikken –halve liters- van diverse nationale en internationale biersoorten. De bijhorende mededeling was een liquide verontschuldiging voor alle overlast die ze hadden veroorzaakt. Bij het zien van zoveel gerstenat, waren Hanna en ikzelf dit allang vergeten, dus de heren waren in hun opzet geslaagd. Na lang beraad hebben Hanna en ik beslist dat het misschien eerlijker was om al dit lekkers te verdelen onder alle collega’s die dit weekend hadden gewerkt of problemen hadden gehad met deze gasten. Uiteraard werden alle (ex-)AA-leden vrijgesteld voor “hun eigen bestwil”.

     

    Nu kunnen we verder gaan waar we 8 regels -en voor de goede orde: twee witregels- geleden gestopt zijn. Omdat mijn ouders en broer een lange dag vol vertragingen achter de rug hadden, bood ik ze nog een biertje van mijn -intussen- goedgevulde minibar aan. Helaas bleken ze echte Belgen te zijn en was mijn mooie voorraad er snel –uiteraard niet in één keer- aan. Mede door mijn goede ontvangst –vermoed ik- had de mama allerlei leuke cadeautjes voor me mee: Dozen koekjes, een pot choco, chocolade, Stella-Artois,… en ook Lise had haar duit in het zakje gedaan en enkele pakjes meegegeven!

    Na het in ontvangst nemen van al dit ongezonde lekkers, kropen we moe en voldaan ons bedje in. Zowel mijn mama en papa als mijn broer en ik sliepen de hele week trouwens in een mooie Junior Suite. Ik weet dat je hier geen bal van verstaat en dit dus ook nooit zal lezen maar toch! Merci Hanna om ons deze kamers toe te wijzen! (ik bedenk me net: Hanna is half Française, dus misschien verstaat ze de kern van de zaak wel J)

     

    Dag twee van hun bezoek begon met een bezoek aan Reykjavík, hoofdstad van Ijsland en het kloppend hart van het land. Als je echter écht in deze stad bent, merk je dat dit in geen geval met welke hoofdstad ter wereld te vergelijken valt: ter vergelijking Reykjavík-centrum is niet groter –ik denk zelf kleiner- dan Leuven-centrum en de belangrijkste bezienswaardigheden heb je op een halve dag gezien.

    We begonnen deze dag met een uitgebreide wandeling langs het stadhuis, parlement, winkelstraat tot aan het lokale “stadspark” waar het enige gras op het voetbalveld ligt. Inderdaad, er groeit zelfs geen natuurlijk gras in dit land. Daar degusteerden ze voor het eerst een Ijslandse hotdog, waarna we ons terug richting Radisson Blu 1919, waar ik een om 16:00 mijn eerste en voorlaatste shift van de week moest aanvangen. Tijdens deze shift zijn mijn ouders en broer, op aandringen van mijn broer, de architectuurwandeling gaan doen. Vreemd trouwens dat Reykjavík een architectuurwandeling heeft. Het oudste gebouw van het hele eiland is een klein houten huisje waar je zomaar voorbij zou lopen en de andere “oude” gebouwen dateren van begin 20e Eeuw.

    De verklaring hiervoor is echter zeer eenvoudig. Ijsland is sinds zijn ontdekking in het jaar 990 –nu ja in feite pas vanaf het jaar 994, want dan pas zijn de eerste mensen zich hier beginnen settelen- een democratie. Hiermee zijn ze de oudste democratie van de wereld. Dit deerde niemand, want veel bedreiging over oorlogen van buitenaf zijn er nooit geweest. Hierdoor werden er ook geen groteske gebouwen neer geplant, omdat niemand zijn macht of aanzien moest bewijzen. Dit is tot op heden trouwens nog zeer merkbaar dat Ijsland doorheen de geschiedenis nooit met oorlog of bedreiging van buitenaf in contact is gekomen. Te taal is doorheen de jaren bijna niet veranderd, in tegendeel, er wordt schande gesproken over de huidige jeugd, die een eigen sms/msn-taaltje hebben ontwikkeld. Tevens heeft Ijsland tot op de dag van vandaag nog steeds geen eigen leger. De enige soldaten die hier ooit zaten, waren 200.00 Britse en Amerikaanse soldaten die hier stonden strategisch opgesteld tussen het Amerikaanse en het Europese continent, maar sinds deze vertrokken zijn in 2007 is er geen enkele militaire bescherming meer. Alle Ijslandse heren zijn dus ook gewaarschuwd: bij een mogelijke dreiging dienen zij allen hun vaderlandse plichten te vervullen!

     

    Op woensdag had ik een vrije dag. Om deze nuttig door te brengen hadden we geopteerd om een auto te huren en naar de Blue Lagoon te rijden. Daar een hele dag Blue Lagoon nogal saai zou kunnen worden, hebben we na raadgeving van vele collega’s en managers gekozen deze trip te combineren met Krýsnavík en Grindavík, twee kleine stadjes in de buurt van de Bláa Lónið.

    Krýsnavík was voor mij persoonlijk misschien één van de verrassendste dingen die ik tijdens mijn verblijf hier reeds ontdekt heb. Dit minder bekende –en dus minder voor toeristen uitgemolken- stukje geothermiek was nogmaals een openbaring over de kracht en grillen der natuur. In het Nationale Park Súndun kan je er mudpods, kokende putten modder gaan bezoeken. Een bezoek dat je ervaart met al je zintuigen. Je ziet de modderbellen, het hoort de ploppen, je voelt de warmte en je proeft en ruikt de –naar rotte eieren ruikende- zwavel.

    Ook Grindavík had wel zijn charme. Hier moesten we, op aanraden van Bella, zeker de vuurtoren gaan bezoekn. Veel speciaal was het niet, maar ik kan me voorstellen dat deze vuurtoren een belangrijke functie volstrekt in dit vissersdorpje -lees industriële vissersstad. Wat echter wel spectaculair was, waren de gestrande en verroeste scheepswrakken die we terugvonden op de onverharde weg naar deze vuurtoren.

    Hierna vervolgden we dus onze weg naar de uiteindelijke eindbestemming van deze dag: de “tourist trap” Blue Lagoon. Na enkele uren weken in het hete water, onze gisten bewitten met enkele kilo’s modderklei en wat heen-en-weer gegooi van deze klei tussen Tim en mezelf begaven we ons terug richting Reykjavík om onszelf klaar te maken voor een bezoek aan restaurant Reykjavík.

    Indien u een bezoek brengt aan Reykjavík, laat dit restaurant dan zeker links liggen, want dit was misschien één van de grotere teleurstellingen die ik reeds gehad heb in sinds het begin van mijn stage.

    Om deze teleurstelling te verwerken –en omdat ik het hem beloofd had- heb ik Tim deze avond voor het eerst ondergedompeld in het befaamde Reykjavíkse nachtleven. Daar het op donderdag een feestdag was, werd woensdagavond als weekendavond beschouwd. Overal was het groot feest en Tim en ik hebben goed gelachen met de lokale dronkaards en narren.

     

    Dag vier, donderdag, was voor mij weer ‘werrekendag’, dus besloten mama, papa en Tim zich een dagje onder te dompelen in de toptoeristische trekpleisters van het eiland: Geysir, Gullfoss en Þingvellir, dit alles beter gekend onder de pakketnaam Golden Circle. Dit was naar verluit zeer aangenaam behalve het feit dat de power plant Nesjavellir gesloten was voor bezoek, dit tot grote teleurstelling van Tim. ’s Avonds hebben ze wel een lekker visrestaurantje ontdekt, dat ik zeker zelf ook nog eens moet gaan uittesten.

     

    Op vrijdag stond er een bezoek aan Krinlan op het programma. Krinlan is het enige shoppingcenter van Reykjavík en het het grootste van het ganse eiland. Deze “mall” is tevens een bewijs dat de veramerikanisering van Ijsland in de verf zet.

    De prijzen van kleding en andere interessante prullen liggen hier zo mogelijk nóg hoger dan in België, maar verder was het een gezellige voormiddag. De namiddag hebben we doorgebracht in centrum Reykjavík, waar we de hypermoderne Protestantse Kathedraal hebben bezocht. Daarna zijn we op restaurantjacht geweest. Ik had al veel goede dingen gehoord van een Domo, een fusion-visrestaurant, maar helaas bleken zij het ganse weekend volzet.

    Op deze tocht hebben we –met de hulp van Kristín achter de receptie- twee leuke restaurantjes gevonden voor de volgende dagen. Op vrijdagavond zijn we gaan eten in Lækjarbrekka, een kitschy restaurant op slechts enkele meters van het hotel. Hier heb ik voor het eerst walvis kunnen proeven. In tegenstelling tot wat je zou denken, smaakt walvis niet naar vis, maar eerder naar een lekker stukje wild. Het wordt ook geserveerd met knolselderpuree en een “vlees’jus.

    Later op de avond heb ik Tim nogmaals meegenomen om ditmaal het échte, zwaardere Ijslandse nachtleven te leren kennen. Hiervoor had ik enkele lokale vrienden opgetrommeld en hebben we -net zoals de locals continue doen- aan “club hopping” –je begint in één bar en gaat vervolgens elke bar in de omgeving even binnen om uiteindelijk terug te keren naar het beste feestje- gedaan. Voor hem ongetwijfeld een verruimende ervaring. Niet alleen de bars en clubs, maar ook het gedrag en uiterlijk van de lokale dames en het drankgebruik en –gedrag van dronken Ijslanders. Én toch, het heeft zijn charmes!

     

    Op zaterdagochtend, de laatste ochtend van het verblijf van mijn ouders en broer, hebben we wat rondgehangen in het toeristisch stadscentrum en de winkelstraat. Onderweg kwamen we een lokale parade tegen waarin alle verschillende nationaliteiten van Reykjavík vertegenwoordigd waren. In de namiddag zijn we ook nog getuige geweest van de immense afkeer van vele Ijslanders tegen hun eigen regering –het deed mij als Belg dan ook veel plezier dat wij niet de enige zijn met dit probleem- en tegen de toetreding van Ijsland tot de Europese Unie. Op het enige stukje gras voor het parlement –ook het pleintje met de beste terrassen van de stad- vond namelijk een reeks optredens plaats als protest. Door het goede weer  kreeg het concert ook een tweede functie mee: het officieel openen van de zomer. Dit hebben we dan uiteraard ook uitgebreid meegevierd door gezellig te luieren met een verfrissend gerstenatje binnen handbereik.

    ’s Avonds zijn we gaan dineren in Þrir Frakkar, een restaurant dat erom bekend staat dat het uitstekende rasechte Ijslandse maaltijden serveert.

    Hier heb ik –eveneens voor het eerst in mijn leven-  Guillemot -een typische zwarte Ijslandse zeevogel- gegeten. Ook dit vlees had een hoog “wild-gehalte”, het smaakte meerbepaald als een lekker stukje haas, maar dan met een fijnere strudtuur. Ook dit is zeker een aanrader bij een mogelijk bezoek aan Ijsland.

     

    Op zondagmorgen, zeer vroeg, liep het bezoek van mijn ouders en broer op haar einde. Na de nodige schrik vast te komen zitten door de vulkaan, konden ze toch zonder enig probleem vertrekken. Uiteraard ben ik toch even uit mijn warme bedje gekomen om nog even te zwaaien, maar ik ben er uiteindelijk toch terug ingekropen, want ik had deze dag een hele leuke excursie gepland die ons werd aangeboden door een lokale firma die avontuurlijke dagtochten aanbiedt. Ik zou een dagje gratis gaan quad-biken en raften en ’s avonds een vulkanische barbecue mogen eten in een hot tub.

    Maar zoals je waarschijnlijk al vermoedde, is dit feestje niet doorgegaan door het feestgedrag van anderen. Toen Alex en ik gepakt en gezakt en met heel veel goesting aan het wachten waren op onze pick-up in de lobby, kwam Anna, receptioniste van dienst, ons melden dat ze een telefoontje had gekregen van de firma met de mededeling dat onze excursie gecancelled was. We wouden haar eerst niet geloven, maar toen we zelf belden, moesten we dit toch ervaren.

    Vooral de reden van de annulering stootte ons tegen de borst. Blijkbaar waren we met een groepje van 3 verschillende hotels, maar vond één van de ploegen het nodig zich zaterdagavond toch maar in de drank te storten, met een welverdiende kater als gevolg. Hierdoor waren we met te weinig om een boot te vullen en werd de trip afgelast. Gelukkig hebben we de excursie kunnen verplaatsten naar aanstaande donderdag en gaat Anna ons vergezellen. De kans dat we donderdag kunnen vertrekken is allicht groter, daar alle bars op woensdagavond wettelijk verplicht zijn te sluiten om 01:00 AM.

     

    Door deze afgelaste excursie was ik genoodzaakt een andere bezigheid te zoeken. Een beter alternatief hebben we helaas niet gevonden, omdat we zoveel zin hadden in het avontuurlijke quad-biken en raften. Ik heb mezelf van opgesloten in mijn junior suite en dit is me slecht bevallen. Ik had echt een zwart gat na een hele week bezoek en heb het voor het eerst sinds het begin van mijn stage een moeilijkere dag gehad. Ach… zo erg is het ook niet. Ik wist op voorhand waar ik aan begon. Ik heb er op voorrand lang over nagedacht en was er dus misschien wat op voorbereid. Ik weet ook dat dit zeker niet de laatste keer zal zijn dat ik dit voorheb maar het zij zo… What doesn’t kills you, makes you stronger.

    In de vooravond kreeg ik een telefoontje van Ásgeir met de vraag of ik zijn avondshift wou overnemen. Ik was zelfs blij met het aanbod, want de drukke avondshift heeft mijn gedachten helemaal verzet en nu zie ik weer alleen het positieve in van deze hele onderneming!

     

    Het gaat mij hier nog steeds uitstekend en ik hoop dat het met jullie even goed gaat!

     

    Oh ja, kunnen jullie mij allen nog één plezier doen! Vertel aan iedereen die het wil horen dat Ijsland echt een schitterend land is en dat het –meestal- echt niet lastig is hier te geraken of er verblijven!

    Bedankt in naam van de Ijslandse economie (als die dan al terug zou bestaan)

     

    Sam

    18-05-2010 om 04:11 geschreven door Sam  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    09-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het degelijke doel

    Beste lezer

     

    Vandaag ben ik exact één week op dit eiland en ik begin stilaan gewend te raken aan de lokale gewoontes. Later, als ik er genoeg verzameld heb om een hilarische blog over te schrijven, zal ik al deze gewoontes en vreemde feiten over Ijsland bundelen in één blogbericht, maar eerst een verslag van mijn eerste week eigenlijk stage.

     

    Mijn stage begon officieel op maandag 26 april, maar zoals jullie intussen allemaal weten is dit dus door de Eyafjallajökull -de vulkaan met de voor mij al bijna uitspreekbare naam [Eejafjallajeukethh] (probeer het maar uit te spreken, want deze tongtwister gaat volgens mij nog decennia meegaan) met een week uitgesteld. Ook de datum waarop mijn stage gedaan zal zijn, is dus ook van 13 augustus veranderd in 20 augustus.

     

    Ik werd op maandag 3 mei omstreeks 11:00 in de lobby van het hotel verwacht, voor een eerste kennismaking met het gebouw, het hotel, de faciliteiten en de collega’s. Na deze rondleiding en de lunch werd ik verwacht bij “Bella” .– Bergþóra Bjarnadottir, je begrijpt nu waarom iedereen haar gewoon Bella noemt- Zij is de Front Office manager en zal dus de volgende weken de zware verantwoordelijkheid hebben mij aan haar receptie te dulden.

    Bella’s idee was mij een introductie te geven van Opera, het computerprogramma dat aan de receptie wordt gebruik. Ik had reeds met dit programma gewerkt tijdens mijn vorige stage in de Crowne Plaza Brussels Airport, dus dit vormde geen probleem voor mij, want alles kwam zeer snel terug. De eerste indruk die ik Bella dus naliet, was zeker niet slecht.

    Twee uur vroeger dan gepland begaf ik me terug naar mijn kamer om mij om te kleden en richting de Liquor store te gaan. Deze winkel, uitgebaat door de overheid, is de enige plaats waar alcohol mag worden verkocht. Het doel was om enkele pintjes in huis te halen voor mijn eenzame –of minder eenzame- avonden op te vrolijken en –uiteraard- om mijn Belgische roots niet te verloochenen. Eens aangekomen in deze winkel, die letterlijk álleen alcohol verkoopt, had ik de zoveelste verbazing op rij over dit land. Dat de alcohol in de bars vrij duur was wist ik al, maar zelfs voor een blikje Viking –het drinkbare lokale bier, de Stella van Ijsland zeg maar- vragen ze in deze winkel ongevee 250 ISK –ca. €1,50.

    ’s Avond ben ik naar Alex’ kamer gegaan en hebben we een biertje gedronken en films uitgewisseld. Daarna zijn we beiden op tijd gaan slapen, want de dag erna begon het échte doel van deze “reis”.

     

    Op dinsdagnamiddag om 16:00 kwam ik, perfect uitgedost in kostuum- aan in de receptie en werd ik meteen voor de leeuwen gegooid. Er werd mij uitgelegd waar alles lag en hoe de werking van het hotel draaide, maar tussendoor moest ik –zo goed en zo kwaad als ik kon- gasten de weg uitleggen, restaurants en taxi’s reserveren,… Toen Alex, die samen met mij op shift stond, ging eten, gebeurde uiteraard het verwachte: de eerst check-in. Dit was een Nederlands koppel, dus gelukkig kon ik nog in mijn eigen landstaal mijn plan trekken. Verbazend genoeg was ik niet veel van mijn check-in-capaciteiten verloren en ging dit behoorlijk vlot. Toen Alex gedaan had om 20:00 werd hij afgelost door Kwaku, één van de Night Auditors. Hij heeft mij tot 00:00 –het einde van mijn shift- de werking van de night uitgelegd.

    Op maandagavond hadden Alex en ik afgesproken om op dinsdagavond een tweede poging te doen een bar te zoeken waar ze leuke livemuziek spelen, maar ook deze poging ging niet door, want toen we op weg waren naar Hresso –één van de leukere bars met livemuziek- kwamen we Ásgeir –een weekendreceptionist / student-. Hij had een hele dag gestudeerd en was nu met enkele vrienden op pad voor een ontspannend biertje. Hij nodigde ons uit kennis te maken met zijn vrienden en toen we aan de tafel kwamen was er nog een –onaangename- verrassing die me te beurt viel, want wat bleek: het is in Ijsland een gewoont om een kan bier te bestellen –serieus, een kan waar je op scoutskamp water indoet- en dan gewoon verdeelt onder glazen. Ik heb echter mijn eigen principes aan de kant kunnen zetten en er een gezellige avond van gemaakt. Ik heb er nu ook weer enkele nieuwe Ijslandse vrienden bij…

     

    Op woensdag is er niets noemenswaardig gebeurd buiten het feit dat ik nogmaals werd geconfronteerd met de Ijslandse zattigheid en het effect dat dit heeft op toeristen. Een groep Amerikaanse vrienden kwamen bij mij inchecken en vroegen onmiddellijk naar de lokale bars. Ze zijn snel hun bagage naar de kamer gaan brengen en hebben zich richting Laugavegur –de belangrijkste shopping- en uitgaansbuurt van Reykjavík- begeven. Het is bij wet verplicht dat cafés hier tijdens de week sluiten om 01:00, dus hebben ze hun feestje voortgezet op hun kamer. Ze hadden enkele vrouwelijke gasten uitgenodigd die ze hadden leren kennen in de bars en belden te receptie. Ze vroegen of ze nog 24 pintjes konden krijgen, want hun minibars waren inmiddels geledigd. Hanna, Night Audit nummer 2 heeft deze onmiddellijk gebracht en vooral het management was hier zeer gelukkig mee, wetende dat een biertje aan minibartarief 900 ISK kost. (een snelle berekening: 90 0X 24=21600 / 170= €121,06. Dit is meer dan wat ze per nacht betalen voor een kamer)

     

    Dit was echter nog niet het einde van hun verhaal, want deze partyanimals zouden de rest van de week kleuren. Op donderdag is er niets noemenswaardig gebeurd tijdens de shift, maar na de shift had mijn wit hemd –ik had er maar één bij dat ik blijkbaar dagelijks moet aandoen- een wasbeurt nodig. Terwijl mijn hemd in de wasmachine zat heb ik Hanna nog even gezelschap gehouden. Op dit moment kwamen onze dronken Amerikaanse vrienden druppelsgewijs binnen met een biertje in de hand. -Ik vergat trouwens nog te vermelden dat ze omstreeks 18:00 waren binnengewandeld met ongeveer 30 pintjes uit de liquor store- Weer waren ze –letterlijk- buiten geveegd  uit de bars en gingen ze dus traditiegetrouw hun feestje voortzetten op een kamer.

    Toen ik vanavond op mijn shift arriveerde en het logboek nalas, had ik spijt dat ik geen halfuurtje langer meer was blijven plakken bij Hanna, want blijkbaar is het hier nog zeer grappig geworden. Deze gasten zijn met vijf en hebben 3 kamers. Blijkbaar had één van de heren het hof gemaakt aan een lokale Reykjvavíkse meid en was de andere vriend zo vriendelijk geweest de twee tortelduifjes wat privacy te gunnen. Hij had het idee te gaan slapen bij de andere vriend, die geen kamergenoot had, maar deze wou hem niet meer binnenlaten. Hij zag daarom dus geen andere optie dan zijn roes uit te slapen voor zijn eigen deur.

    Uiteraard werd hij gevonden door Hanna, die de grootste moeite had de man, die zijn kamersleutel nog in de hand had, zijn kamer binnen te loodsen… Zoals ik al meerdere malen zei: Rare mensen die Ijslanders –of in dit geval is misschien meer gepast: vreemde invloed heeft Ijsland –in combinatie met alcohol- op mensen.

     

    Vandaag zijn we dus vrijdagavond en onze Amerikaanse vrienden zijn op dit moment hun laatste avond op het eiland aan het vieren. Ze zijn allen naar bed gegaan omstreeks 23:00 en ik heb ze wakker gebeld om 01:30 zoals ze vroegen. Vol goede moed zijn ze zich nu aan het uitleven in het bizarre nachtleven hier.

    Normaal gezien was dit één van mijn laatste taken geweest deze avond, maar er werd mij gevraagd tot 05:00 te blijven, enerzijds om problemen met Amerikanen of andere dronken mensen te vermijden –Hanna had schrik voor wat er haar nog allemaal te wachten staat- en anderzijds omdat de vulkaan weer in haar oude gewoontes aan het hervallen is… Daarom zijn er veel vluchten die worden omgeleid langs Akuyeri, een luchthaven in het noorden van het eiland op ongeveer 6u rijden van de hoofdstad. Hierdoor verwachten we veel early check-outs, een heuse rush zelfs.

    De positieve keerzijde van de medaille is dan weer dat ik voor deze opoffering een dagje meer vrij heb als mijn mama, papa en broertje mij komen bezoeken. Ik zal dus slechts twee dagen moeten werken tijdens hun verblijf.

     

    Zo dit is ongeveer alles wat er hier voorlopig gebeurd. Het is vooral spannend afwachten wat de vulkaan nog allemaal in petto heeft voor ons… Het zijn hier spannende tijden!

     

    Hou je haaks!

     

    Sam

     

     

     

     

     

    09-05-2010 om 19:05 geschreven door Sam  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    03-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De eerste geothermische gewaarwordingen

    Beste lezer

     

    Dag drie in het schitterende Ijsland loopt stilaan op zijn einde, maar toch heb ik het gevoel dat ik hier al dag 30 ben. Mijn nieuwe collega’s en diens lokale vrienden doen er werkelijk alles aan om mij zo goed mogelijk te laten integreren in een –voor mij althans- totaal vreemde cultuur.

    Ik werd hiermee voor het eerst geconfronteerd op vrijdagavond. Na de wijndegustatie en het uitpakken van mijn valies ben ik samen met Alex iets gaan eten achter de hoek. Ons “diner” bestond uit een veredelde, ietwat geraffineerde kebab van lamsvlees met spek, kaas, verse groenten en verschillende sausen. Blijkbaar is zulk voedsel zeer populair bij de gemiddelde Ijslander en in het bijzonder ’s avonds laat.

     

    Alex wou me diezelfde avond ook voorstellen aan zijn vrienden hier, dus stelde hij voor dat ik mee uitging met hun naar de lokale bars, clubs en danscafés die slechts op 1 straat van ons hotel verwijderd zijn. Toen Alex me kwam ophalen schrok ik me bijna een hoedje. Piekfijn uitgedost, in maatpak, een perfect kapsel, geschoren en een parfumwalm stond hij klaar om uit te gaan. Ik dacht dat hij zo’n macho was die op zo’n manier indruk probeert te maken op de lokale Reykjavíkse meisjes. Maar wat bleek: dit is hier een lokale gewoonte. Alle clubs zaten vol met heren in kostuum en dames met decolletés en korte jurkjes waar ik mijn

    18-jarige dochter –als ik er al één zou hebben uiteraard- niet mee zou willen zien verschijnen in het openbaar.

    Tevens heerst er een groot alcoholisme bij de lokale bevolking. Het leven is hier nogal aan de dure kant en blijkbaar hebben Ijslanders niet te gewoonte om hun geld goed te beleggen. In tegendeel, ze geven het liever uit. Daarom hebben Ijslanders meerstal meer dan één job. Een voorbeeld. Eén van mijn collega’s, Aldis, werkt in ons hotel een voltijdse job als barvrouw/kelner. Daarnaast werkt ze gedurende enkele avonden per week nog als barmeisje in een club en tijdens de weekends werkt ze nog halftijds als verkoopster in een boekenwinkel in Krinlan, het grootste shoppingcenter van Ijsland.

    Door dit vele werken zijn Ijslanders zo opgefokt tegen dat het weekend begint dat ze zich helemaal laten gaan: ze beginnen hier te feesten rond 23:00 en drinken echt gigantisch veel. Deze feestjes duren meestal tot ver de volgende morgen of tot ze zo dronken zijn dat ze niet meer weten wat ze doen en door vrienden in bed worden gestoken.

     

     Het uitgaansleven van de Ijslanders is niet echt “my cup of tea”, maar ik kan er best mee leven. Ze zijn zeer vriendelijk en zolang je eerlijk met hen bent, zal je er geen last mee hebben, ook niet als ze dronken zijn. De enige overlast die ze veroorzaken, is dat ze soms met hun “zatte botten” het hotel durven binnenkomen of in slaap vallen in onze inkomhal. Daarom is het ook noodzakelijk dat er tijdens vrijdag- en zaterdagnacht extra security rondloopt in en rond het hotel. Verder heb ik ook al mijn eerste taakomschrijving gekregen voor de weekends waarin ik duty zal zijn. Op zaterdag- en zondagmorgen moet er steeds een ronde rond het hotel gemaakt worden om na te kijken of de buitengevel niet gebruikt is als toilet… Ik kijk er echt naar uit, naar deze job’kes…

     

    Door dit lange verhaal komen we dus terug uit waar we vandaag mee begonnen zijn: de lokale gastronomie. De verklaring waaróm deze “Drunk Food” zo populair is bij de lokale bevolking is dus zeer eenvoudig: omdat ze er van uit gaan dat dit voedsel de kater tegen zal gaan...  (Gekke jongens, die Ijslanders… )

    Alle eetkraampjes –er staan er gigantisch veel in heel Reykjavík, waaronder zelfs eentje dat “Belgian Waffles” verkoopt- zijn dus ook bijna 24/24 open. Ook overdag en buiten Reykjav­ik vindt je overal eetkraampjes en vooral Hotdog verkooppunten. In elke supermarkt, tankstation,… verkopen ze Hotdogs met rauwe ajuin, gefrituurde ajui, met spek, zonder spek, met zachte dressing of pikante dressing, met tomatenketchup of chilliketchup, met gele of groene saus waarvan de naam niet uit te spreken valt,… Je kan hier voor een jaar lang elke dag een Hotdog  eten, zonder dat hij ook maar één keer hetzelfde smaakt.

    Het populairste Hotdogkraampje bevindt zich recht tegenover de Radisson Blu 1919, mijn stage-/woonplaats. Dit eetstandje is extreem populair bij zowat iedereen die Reykjavík bezoekt. Naar het schijnt gebeurd het zelfs vaak dat mensen tijdens de zomermaanden tot anderhalf uur aanschuiven voor een Hotdog van dit kraam te eten. Het is slechts 2 bij 3 meter groot en toch kunnen 4 families leven van de winst dat het kraampje maakt.

    De reden van de populariteit is in eigenlijk een zeer grappig verhaal: Een tiental jaar geleden, toen Bill Clinton nog president was van de USA, bracht hij een bezoek aan Ijsland. Toen hij van de hoofdstad naar Keflavík reed, bedacht hij zich dat hij tijdens geen bezoek geen enkele Hotdog had gegeten. Uiteraard, Amerikaans als hij is, wou hij zijn kennis over de Amerikaanse Hotdogs toetsen aan de Ijslandse. Ze zijn toen gestopt aan het eerst beste kraampje dat ze passeerden en dat bleek dit bewuste kraam te zijn. Onder het toeziend oog van tientallen camera’s beet Bill Clinton in het warme broodje, kauwde, smaakte... en toen zijn mond leeggegeten was wendde hij zich tot de camera’s en zij recht in de lens: “waw, this really is the best hotdog I ever ate!” Ik heb op youtube gezocht naar heb bewuste filmpje, maar kon dit verbazend genoeg niet vinden. Wel blijkt youtube vol te staan met andere filmpjes over het bewuste kraam. Hier vindt u twee links naar youtube met leuke “Hotdogmovies”: http://www.youtube.com/watch?v=aAklK4gPSTM en http://www.youtube.com/watch?v=DDYFlIS4L7A.

    Om het hoofstuk ‘Icelandic hotdogs’ af te sluiten misschien toch nog even meedelen: de hotdogs van het bewuste kraam zijn inderdaad verdomd lekker en qua prijs vergelijkbaar met een Belgische hotdog (±€2,00).

     

    Op zaterdagmorgen ben ik op tijd, vol goede moed, opgestaan om mijn eerste volledige dag in te zetten met een stevig ontbijt in het restaurant. Ik had verwacht een Ijslands ontbijt aan te treffen, maar ik moest al snel mijn verwachtingen bijschaven. Een internationaal viersterren hotel biedt zijn gasten uiteraard een Full American Breakfast aan, inclusief, spek, eieren op verschillende wijzen, worstjes, aardappels, champignons,… Toen ik het buffet voor een tweede keer beter bekeek, vielen mij toch enkele eigenaardigheden op. Ten eerste stond er wat vis op het buffet: gerookte en gemarineerde zalm, daar kan ik nog bijkomen, maar daarnaast stond een grote pot met zoete haring, een werkelijke delicatesse en absoluut onmisbaar bij een Ijslands ontbijt. Toen ik voor de derde –en laatste- maal langs het buffet ging, werd mijn aandacht getrokken door een klein flesje met shotglaasjes. Ik had de avond ervoor reeds het drinkgedrag van de Ijslanders mogen aanschouwen, maar sterke drank bij het ontbijt, dit spant werkelijk alles, dacht ik bij mezelf. Toen ik Alex vroeg wat voor shots de Ijslanders dan juist nemen bij het ontbijt moest hij hier hartelijk mee lachen, want wat ik dacht dat sterke drank was, bleek eigenlijk levertraan te zijn. Toen ik later aan de échte Ijslanders vroeg of ze wel degelijk elke morgen levertraan drinken, knikten ze instemmend. Volgens hen leven ze 4 jaar langer dan de gemiddelde Europeaan doordat ze elke morgen wat van die goedje naar binnen werken… Of dit wel degelijk zo is weet ik zelf niet, maar het zou me ergens niet verbazen dat het juist een geloof is, want goedgelovig zijn Ijslanders wel. Moest je ooit naar Ijsland komen, steek het volgende dan goed in je koppeke: Lach nooit of te nimmer met de Elfjes uit de bergen en zeker niet tegen de oudere generatie, want volgens hen en –met de hand op het hart- zij menen dit serieus, worden de bergen gebouwd door en voor de elfjes die hierin wonen… (ik heb het al eerder gezegd: Gekke jongens, die Ijslanders… )

     

    Na het ontbijt hebben Alex en ik de auto van Aldis -het barmeisje met de vele jobs- geleend met als wederdienst dat we haar olie moesten vervangen. Stoere jongen als ik ben, ben ik braaf blijven toekijken terwijl Alex de deal volbracht.

    Daarna zijn we gaan ‘roadtrippen’ in en rond Reykjavík; de voornaamste winkelstraten, restaurants, shoppingcentra,… Na een uurtje rondrijden in de omgeving zijn we gestopt aan het hotel, onze zwembroek, handdoek en badjas gaan halen en terug vertrokken richting het appartementsgebouw waar de ‘locals’ wonen. Van daaruit zijn we met z’n vijven in een kleine VW polo richting Bláa lónið, beter bekend als de Blue Lagoon.

     

    Dit geothermaal openluchtzwembad bevindt zich op driekwartier van Reykjavìk. Het water heeft een witblauwe kleur door de kleibodems, lavasteen en het kalkrijke water. Alvorens je in het water te begeven, moet je je uitgebreid wassen met diverse zepen. Eens in het water, dat een constante temperatuur van tussen de 30 en de 70 graden Celsius telt, (als je rondloopt/zwemt in het water kom je soms hetere of koudere stroken water tegen) en gewend bent aan de temeratuursverschillen –buiten was het rond de 3°C- moet je je insmeren met kleimodder. Deze witte modder reinigt de huid en moet zo tussen de 10 en 15 minuten in de huid intrekken. Anderzijds best wel een grappig zicht, allemaal mensen met modder/klei op hun gezicht.

    Daarna kan je kiezen tussen een stoombad of een sauna om de gereinigde poriën uit te zweten en voor te bereiden op een tweede laagje kleimodder. Dit ritueel kan je blijven herhalen tot je het beu bent. Toen onze handen eruit zagen alsof we 102 waren, besloten we dat het allemaal welletjes was en vertrokken we terug naar huis.

    Die avond gingen we nog iets gaan drinken in een lokale bar met livemuziek, want bijna elke avond wordt er in de meeste bars livemuziek gespeeld. Uiteraard lijkt mij dit zeer interessant, want dan heb ik toch niet voor niets aan die gitaar gesleurd... Maar uiteraard, als je echt iets wilt, krijg je het vaak niet. De enige livemuziek die we vonden was écht niet aangenaam om naar te luisteren, dus de avond eindigde goed op tijd. Gelukkig maar, want de dag die komen zou, was zeker de moeite waard om er een pintje voor te laten!

     

    Op zondagmorgen raakte ik voor het eerst verdwaald in de “backstage” van het hotel, mijn zoektocht naar de “Cantina” (=personeelsrestaurant) duurde langer dan gepland, maar toen ik ze eindelijk gevonden had, smaakte mijn ontbijt -deze keer weliswaar zónder levertraan of haring- dubbel zo goed. Gepakt en gezakt begaf ik me tegen 8:30 naar de lobby, waar een minibusje me zou komen ophalen. Dit busje bracht me naar een terminal waar verschillende grote bussen vertrekkenklaar stonden. De bestemming van mijn excursie was de Golden Circle.

    Eerst en vooral hielden we halt in een geothermische krachtcentrale. Deze centrale had verscheidene boorplatformen waar ze koud water oppompen. Dit water wordt gebruikt voor het afkoelen van de boren waarmee heet water wordt opgepompt. Dit water gaat rechtstreeks naar de kranen in Reykjavík evenals het koude water. De temperatuur van het warme water bedraagt 84°C en tijdens de 22 km lange trip die het water aflegt van Nesjavellir –de krachtcentrale- tot het verdeelpunt in Reykjavík, is er een verlies van slechts 1 graad. Verder is er ook goed nagedacht over de manier waarop de leidingen liggen voor en in de stad. Zo liggen de leidingen net onder de asfaltlaag en de opritten van de huizen. Hierdoor zullen de wegen in Reykjavík steeds bereikbaar zijn, zelfs al er op de daken 2m sneeuw ligt!

    Ten slotte wordt er ook elektriciteit opgewekt in de centrale. Dit gebeurd met de stoom –die duidelijk te zien is op de foto. Deze centrale voorziet zowat de helft van alle huizen in en rond Reykjavík!

     

    De volgende stop die werd gehouden, was de Gullfoss. Dit betekent letterlijk “gouden waterval”. Waarom net deze naam, daar ben ik helaas niet achter gekomen, maar spectaculair was het alleszins wel! Deze waterval in 2 grote niveauverschillen ligt in de Hvítá –witte- rivier en is de voorbode van een spectaculaire canyon van 70 meter diep!

     

    De volgende stopplaats van onze busrit was de wereldbefaamde “Geysir”. Dit plaatsje binnen de Haukadalur –een groot gebied waar het bruist van geothermische natuurelementen- is vooral bekend om zijn geisers. Geysir zelf was de eerste geiser ooit ontdekt en daarom werden alle soortgelijke natuurelementen naar hem vernoemd. Helaas laat deze bekende geiser het de laatste jaren een beetje afweten en is hij zeer onregelmatig en onvoorspelbaar geworden. Gelukkig is er nog het jongere broertje van de Geysir, de Stokkur.

    Deze geiser is zeer regelmatig. Hij breekt gemiddeld om de zeven minuten uit, maar mijns inziens zelfs vaker, met soms slecht enkele minuten, maar dit hangt uiteraard af van de weersomstandigheden.
    Indien je ooit naar Ijsland komt, mag je Geysir zeker niet links laten liggen! De kracht van de natuur is zo groot, dat je het met je eigen ogen moet zien vooraleer je het echt kan vatten!

     

    De laatste halte van de excursie is het door UNESCO erkende Nationale Park van Þingvellir. In dit NP zou het eerste parlement van de Vikings gesitueerd zijn. Verder staat het park erom bekend dat het de enige plek op aarde is waar je duidelijk het verschil ziet tussen de aardplaten, want op dit punt –en op de foto- zie je duidelijk de Eurasiatische – en de Noord-Amerikaanse aardplaat recht tegenover elkaar staan. Wederom een bewijs hoe krachtig de natuur, de aarde en zijn vele elementen zij!

     

    Tot slot van dit bericht zou ik nog graag even duidelijkheid willen brengen over de huidige situatie in dit land. Meerbepaald over zijn misschien wel allerbekendste natuurfenomeen: de beruchte vulkaan met de onuitspreekbare naam Eyafjallajökull.
    Ik heb de voorbije dagen verscheidene mails, facebooks, skypes,… gehad over de mogelijke dreiging voor evacuatie van Reykjavík, as-regens, een astapijt van meters dik rond de stad, dat stofmaskers verplicht zijn op straat,… Hier is echter allemaal niks van waar, behalve het feit dat er op 120 km van de deur effectief een vulkaan aan het uitbarsten is. In een straal van enkele honderden meters rond de vulkaan zijn er inderdaad as-neerslagen geweest, maar in Reykjavík heeft niemand ooit iets gemerkt van de vulkaan. Men is het hier echter gewoon, want uitbarstingen als deze vinden hier regelmatig plaats, zo’n één keer om de vier jaar, alleen waait de as dan niet zo ver.

    Het enige waar ze hier nog voor vrezen is de mogelijke uitbarsting van de Katlá, de buurvrouw van de Eyafjallajökull. De kans is reëel dat ze binnenkort uitbarst en als de wind dan richting Reykjavík waait, is de kans bestaande dat er een klein beetje as zou neervallen, maar dat vinden de Ijslanders niet erg, want deze as voedt de barre bodem en zou hem op termijn een beetje vruchtbaarder kunnen maken!

     

    Tot slot nog een foto van een vulkaankrater die inmiddels 3000 jaar uitgedoofd is.

    En enkele typisch Ijslandse landschappen!

    Tot binnenkort en vooral: laat nog wat warmte over voor mij!

     

    Slaapwel

     

    Sam

    03-05-2010 om 03:59 geschreven door Sam  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    30-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het veelzijdige vertrek

    Beste lezer

    Zoals je wellicht weet ben ik op stage in Reykjavik, Ijsland, en dit voor 16 weken. Ijsland, hoor ik je al zeggen, wat is daar nou te beleven? Wel ik weet het zelf ook nog niet, maar ik hoop dit in de komende weken te ontdekken!

    Het vertrek was gepland op zaterdag 24 april 2010 met een vlucht om 9:55 vanuit Brussel naar Londen Heathrow, van waaruit ik om 13:00 lokale tijd een vlucht zou nemen naar Keflavik, de internationale luchthaven van Reykjavik. Ik was er helemaal klaar voor: mijn valies was gepakt, iedereen had voldoende persoonlijke aandacht gekregen en de mama haar tranen waren opgeweend.
    Maar helaas liep niet alles zoals gepland, want door de uitbarsting -en de daardoor ontstane aswolk- van wellicht de bekendste vulkaan van dit land, de Eyafjallajökull, werd de luchthaven van Keflavik, voor het eerst sinds de befaamde uitbarsting, gesloten. Daarom moest mijn vlucht verplaatst worden naar de maandag erop, 26 april. De man met het hollandse accent aan de andere kant van de lijn wist mij te vertellen dat het zeer druk was ten huize Icelandair, dus dat mijn nieuw ticket met enige vertraging zou worden doorgemaild. Toen ik dit zaterdagnamiddag nog steeds niet ontvangen had, belde ik terug met de bedoeling te vragen wanneer mijn ticket zou worden doorgestuurd, wisten ze mij daar te vertellen dat de luchthaven zeker gesloten zou blijven tot en met maandagavond.
    Zodoende werd mij een nieuwe vlucht geregeld, dit keer op woensdagmorgen, dezelfde uren als oorspronkelijk gepland. Ik was er niet helemaal gerust op, dus dinsdagmiddag belde ik voor alle veiligheid nogmaals naar Icelandair. Het leek wel of de duivel ermee gemoeid was, want blijkbaar was beslist om de vluchten uit Noord-Amerika voorrang te geven op de vluchten uit Europa. Daarom werd mijn vlucht van Londen naar Reykjavik verplaatst naar woensdagavond, maar omdat alle vluchten van Brussel naar Londen op woensdagnamiddag reeds volzet waren, vertrok ik om 9:55 al richting Londen.

    Om de 9u wachttijd in Londen-Heathrow te overbruggen, heb ik Caroline, collega-student Hotelmanagement, die momenteel stage loopt in Londen gevraagd of ze geen tijd/zin had om mij gezelschap te komen houden. Zij bleek een vrije dag te hebben, dus zodoende hebben we afgesproken op de luchthaven. We zijn iets gaan drinken en hebben bijgepraat tot ik rond 18:00 lokale tijd het verontrustende nieuws kreeg dat mijn vlucht van 21:10 gecancelled zou zijn.
    We hebben ons toen onmiddellijk naar de balie van Icelandair in de vertrekhal gegeven, waar dit nieuws helaas bevestigd werd. De dame achter de balie, die duidelijk niet met de stress van deze onvoorziene situatie omkon, heeft mij vlucht dan verplaatst naar vrijdag 30 april, omdat de vlucht van donderdag reeds volzet was. Ze wist mij ook te vertellen dat ze helaas niets kon regelen voor een mogelijke overnachting, maar dat ik in de arrivals hall een balie zou vinden, waar ze me konden verder helpen. Ook zou ik daar -met veel geluk- mijn bagage -die ik in Brussel al had ingecheckt tot in Keflavik- heel misschien zou kunnen terugkrijgen.

    Zodoende begaven Caroline en mezelf ons richting de arrivals hall, waar we een gore, gele telefoon vonden waarmee we de bagageservice van Icelandair konden bereiken. Uiteraard kregen we deze mensen niet meteen aan de lijn, maar bij de 12e keer -het kon ook 11e of 13e keer zijn- ging de deur naast de telefoon open en kwam er een norse man naar buiten die me naar een zéér beveiligde zone bracht. De securitycontroles in luchthavens om naar de gates te gaan zijn zeer streng, maar nog niets in vergelijking wat ik heer meemaakte: Ik moest mijn schoenen uitdoen, mijn trui uitdoen, mijn gsm werd volledig gedemonteerd en elk stukje met een rare 'tool' gescant, ik moest door een metaaldetector lopen -deze piepte niet- maar werd toch tweemaal gefouilleerd,... 10 minuten later werd ik losgelaten in een chaos van valiezen, waar ik vrij snel mijn eigen exemplaar opmerkte. Toen moest ik één van die securitygasten -degene met de dikste buik- roepen, en deze vroeg mijn identiteitskaart, controleerde naam op het label dat ik zelf aan de valies had gehangen met de naam die op de groene sticker staat die rond het handvat was gehangen, toen schermde hij dit alles van mij af en moest ik mijn naam voluit zeggen en spellen. Uiteraard kende ik mijn eigen naam uit het hoofd en zelfs het spellen ging vlot, dus werd mij mijn valies teruggegeven.
    Een propere onderbroek had ik dus al, nu enkel nog een bed om in te slapen. Caroline had intussen haar stageplaats al gebeld, maar bij haar op de kamer blijven slapen bleek onmogelijk en ook de Amigo-rate die ze eventueel had kunnen regelen bleek niet voor de geldbuidel van student geschikt. Dan maar naar de befaamde "Hotelbalie" beslisten we. De man achter deze balie, die zijn job overduidelijk extreem graag deed, merkte pas na een dikke halve minuut op dat wij voor zijn neus stilaan ongeduldig begonnen te worden. Hij zij onmiddellijk dat dit geen probleem was, integendeel zelfs. Hij kon mij een kamer aanbieden in het hotel in de luchthaven voor 'slechts' £404 (± €500)... Voor twee nachten? Waarop de geïntresseerde man twee hotelmanagers in spé grof antwoordde: "Meneer; de prijzen van hotelkamers zijn áltijd per kamer per nacht) Toen we hem de situatie probeerden uit te leggen, bood hij mij hotelkamers aan in en rond Londen tussen de £90 en de £250.

     

    Deze waren uiteraard ook veel te duur, dus beslisten we het avontuur op te zoeken en met de Tube richting het centrum van Londen te begeven, waar ik mijn gitaar en valies veilig in de Luggage Room van het NH hotel Harrington hall –Caroline’s stageplaats-  kon opbergen.

    Daarna hebben we op het internet gezocht naar jeugdherbergen in de buurt, maar volgens het wereldwijde web bleken deze allemaal volzet voor de nacht van donderdag op vrijdag. Daar we allebei ooit een gastspreker hadden gehad die het systeem ‘internetboeken’ had verklaard, wisten we dat er een kleine kans was dat de jeugdherberg toch nog vrije bedden had. Helaas bleken ze toch niet zo “management gericht” te zijn en waren er helaas geen bedden meer vrij voor de tweede nacht. Tevens namen ze ook geen walk-in boekingen aan, dus daar ging onze eerste optie… (voor de leken in het vakjargon der hotelindustrie: een walk-in is een gast die zich zonder reservatie aanbiedt aan de receptie) De receptioniste van dienst wist me nog wel te vertellen dat er in de buurt nog een andere jeugdherberg van dezelfde keten was, waar misschien nog wel plaats was. Echter gold hier dezelfde regel: boeken via het wereldwijde web.

    Eigenwijs als we zijn, gingen we toch eerst even kijken of ze wel degelijk plaats hadden voor de twee nachten en of ze wel degelijk geen walk-ins accepteerden. Op weg van de ene jeugdherberg naar de andere, merkten we een standbeeld op van een man die ons bekend voorkwam. Het was niemand minder dan Robert Baden-Powell, de stichter van de scouts… Caroline lachte er nog mee: “A scout always know how to find his Baden-Powell”. Achter dit standbeeld bleek echter het Baden-Powell House gevestigd, curieus als we waren, gingen we toch even binnenpiepen en wat bleek: dit huis was een jeugdherberg/onderdak voor groepen en scholen, uitgebaad door een Duitse keten in opdracht van de Scouts.

    Deze mensen hebben hun uiterste best gedaan voor mij, want door het verschuiven van kamers en reservaties, slaagden ze erin me onderdak te kunnen verlenen voor de twee nachten tegen een schappelijke plaats.

     

    Om deze “overwinning te vieren hebben we onszelf getrakteerd op een Burger King. Daarna heb ik nog even kennis kunnen maken met Caroline’s collega’s, die in een bar naar het voetbal aan het kijken waren. Moe –maar niet voldaan- kroop ik in mijn bed. Enerzijds was ik blij dat ik een slaapplaats had gevonden, maar anderzijds knaagde er iets in mij omdat besefte dat ik eigenlijk in een Ijslands bed diende wakker te worden de morgen erop.

     

    Op donderdagmorgen had ik terug afgesproken met Caroline, omdat ze pas in de namiddag moest werken. Toen ik opstond, het wisselvallige weer bekeek en een blik wierp op het stadsplan dat ik de avond ervoor aan de receptie van de Hostel gekregen had, besefte ik plots dat The British museum zich in Londen bevond. Deze plaats stond zeer hoog op mijn verlanglijstje der musea, met dank aan Mevrouw Van Gerven –mijn zeer gedreven lerares esthetica uit het 5e en 6e middelbaar.

    Na een ontbijtje in de Starbucks, hebben we ons dus verdiept in de Egyptische -, Griekse -, Romeinse -en Oudbritse kunst. Na dit interessante bezoek hebben we een Britse lunch genomen op een gezellig terrasje en toen zijn onze wegen zich gesplitst. Caroline naar haar bureau in de NH en ik werd helemaal alleen losgelaten in het grote, onbekende Londen, met enkel een stadsplannetje, een metroplannetje en –ticketje op zak.

     

    Eerst en vooral ben ik richting Piccadilly gegaan, om er vlakbij de speelgoedwinkel “Hamleys” te bezoeken, dit op aanraden van Caroline. En terecht zo bleek, want ik dacht dat zulke speelgoedwinkels enkel in films bestonden. Ze verkochten hier allerhande speelgoed. Je kan het zo gek niet bedenken of ze verkopen en demonstreren het daar. Ik voelde me terug 10 jaar en dit bezoek deed me de eenzaamheid even vergeten.

    Daarna ben ik te voet alle bezienswaardigheden van London gaan verkennen: The Thames, The House Of Parliaments, Big Ben, Westminster Abbey, London Eye, Hyde Park,… Moe en dit keer ook voldaan ben ik teruggekeerd naar de Hostel om even uit te rusten en mijn bed voor de volgende avond op te maken. (Ik moest van kamer veranderen, anders konden ze me geen twee nachten aanbieden)

     

    ’s Avonds ben ik gaan dineren in het Hard Rock Café, omdat ik wist dat hier vele relikwieën van rockgoden als Jimmy Hendrickx, Queen, Bob Dylan, Bo Diddley,… te vinden zijn, die je genoeg kijkgenot kunnen bezorgen om een eenzame avond mee op te vullen. De dienster gaf me een plaatsje aan de toog, vanwaar ik ook een zicht had op de open keuken. Wat ik echter niet wist, was dat deze plaatsten ook enkel aan “eenzamen” gegeven werden. Dit was wel geweten door de meeste mensen die hier zaten, dus raakte ik al snel aan de praat met mijn buurman, Ted, een Amerikaanse zakenman. Het was best een animerend gesprek waarin hij vooral zijn ervaring als zakenman in de wereld met me deelde, evenals de ervaringen hij had met verschillende hotels. Later dan gepland kwam ik terug in de Hostel, waar ik nog snel mijn vlucht voor de dag erna heb gecheckt en daarna moe en helemaal voldaan mijn bed ben ingekropen.

     

    Op vrijdagmorgen veerde ik fris als een hoentje uit bed, klaar om eindelijk naar Ijsland te vertrekken. Na snel nog een ontbijtje mee te pikken bij Starbucks en mijn gitaar op te halen in de NH Harrington Hall ben ik met de Tube richting Heathrow vertrokken. Ik begaf me opnieuw naar de balie van Icelandair, waar ik nog geen 48u ervoor het slechte nieuws had gekregen en daar gaf men mij het goede nieuws waar ik al bijna een week op aan het wachten was: ik kon vertrekken.

    Maar dat was buiten een ingewikkeld luchtvaartsysteem gerekend, want blijkbaar ging men ervan uit dat ik reeds gevlogen had op woensdag, omdat ik was ingechekt in Brussel. Toen ik de dame achter deze balie er toch van overtuigd kreeg dat dit onmogelijk was door de sluiting van de luchthaven, kreeg ik toch het ticket, checkte ik mijn bagage in, trakteerde mezelf op een laatste Britse koffie en begaf me dan richting departures hall, waar ik nog een uur moest wachten voor de eigenlijke gate waar ik moest inschepen werd bekendgemaakt. Toen deze een half uur voor vertrek werd meegedeeld, haastte ik me ongeduldig naar de gate, ging aan Ik boord van de boeiing 757 en was er helemaal klaar voor. Toen werd plots omgeroepen dat het nog minsten een half uur ging duren voor we eigenlijk konden opstijgen, door de drukte op de luchthaven. -Ik begon me op dit moment écht af te vragen of ze me wel wilden in Ijsland…- Toen we drie kwartier later ons eindelijk richting startbaan begaven kon de reis naar het eiland eindelijk beginnen.

     

    Na een aangename vlucht –Icelandair biedt films, series,… aan op een televisiescherm in de zetel voor je- van net geen 3 uur landden we op de luchthaven van Keflavik, Ijsland. Hier werd ik opgewacht door Haukür, een man die vroeger duiker was op de basis van het Amerikaanse leger, maar toen deze enkele jaren gesloten werd besloot freelance taxichauffeur te worden. Hij werkt voornamelijk voor het hotel waar ik de komende 16 weken van mijn leven zal doorbrengen, dus hij was zeer gekend met het reilen en zeilen van het hotel en het hele eiland. Hij animeerde me tijdens de rit van drie kwartier met allerlei merkwaardige weetjes over Ijsland. –Deze weetjes ga ik binnenkort allemaal bundelen in een ander blogbericht!-

     

    Eindelijk aangekomen in het hotel, werd me onmiddellijk een mooie kamer gegeven, maar net toen ik me wou beginnen instaleren, werd er op de deur gekopt. Het was Alex, een Franse stagiair die de opdracht gekregen had me gedurende de eerste dagen onder zijn vleugels te nemen. Hij heeft me onmiddellijk voorgesteld aan de rest van het personeel.  

    Op zich is dit zeer normaal, zijnde het niet dat het voltallige personeel op dit moment een wijndegustatie hield om de nieuwe wijnkaart te keuren. Ik kwam aan in de bar, werd aan iedereen voorgesteld en onmiddellijk op een barkruk geduwd met 4 glazen wijn voor mijn neus. Ik werd dus meteen volledig opgenomen in de teamgeest…

     

    Intussen ben ik geïnstalleerd en voel ik me hier zelfs al een beetje thuis… En nu ik er over nadenk… London was zo erg nog niet… In tegenstelling tot wat ik altijd vermoedde, is het best een aangename stad, waar ik zeker ooit nog naar terugkeer.

    Dit alles had ik uiteraard allemaal niet ontdekt of misschien zelfs niet eens aangedurfd zonder de hulp van Caroline, dus bij deze: ‘Caroline nogmaals nen dikke merci!!’

     

    Þangað til fljótlega (Tot gauw in het Ijslands, waar ik zelf ook echt geen woord van versta)

     

    Sam

     

     

     

     

    30-04-2010 om 00:00 geschreven door Sam  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)


    Archief per week
  • 19/07-25/07 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs