Op 1 augustus 1914 kregen alle Duitse jongeren tussen 17 en 20 jaar die
niet waren opgeroepen voor het leger de aansporing om zich te melden als
oorlogsvrijwilliger. Een van hen was Adolf Reisiger, het hoofdpersonage
in het boek ontsproten uit het brein van Köppen, maar hoogst
waarschijnlijk zijn alter ego. Zijn verwachting is dat de oorlog nog
voor de kerst zal afgelopen zijn. Hij wordt opgenomen als soldaat bij
een munitiecolonne in de buurt van het Franse Arras. Het duurt niet lang
voor hij zijn eerste dode ziet en de verschrikkelijke realiteit van de
loopgravenoorlog tot hem doordringt. Zo maakt zijn aanvankelijke
optimisme en enthousiasme plaats voor het besef dat de oorlog moord op
bevel betekent. Bladzijden lang getuigt de soldaat (schrijver) van de
gruwelijke zinloosheid van de oorlog: de verspilling van mensenlevens,
de vernietiging van alles wat nog bestaat, de moorddadigheid van de
oorlogslogica waarbij twee kampen elkaar in een wurggreep hielden. Van
de Vlaamse kust in Nieuwpoort tot de Zwitserse grens in Basel zaten
honderdduizenden soldaten in stinkende loopgraven en probeerden hun
tegenstanders te vernietigen. Loopgraven die op sommige plaatsen slechts
enkele meters van elkaar verwijderd waren waardoor men de stemmen van
de vijand kon horen.
Adolf Reisiger behoorde niet tot de
infanterie, maar tot de zogenaamde tweede linie die met hun kanonnen de
stellingen van de tegenstander bestookten. Op het eerste zicht meer
comfortabel maar Köppen beschrijft indringend en realistisch het
afschuwelijke werk van de munitiecolonnes, de beschietingen en de
moordende reacties van de tegenstanders. Al snel sneuvelen tal van zijn
makkers en zelf raakt Reisiger na enkele maanden gewond door een
granaatscherf. Hij komt terecht in een lazaret en vraagt zich voor af
hoe die rotzooi mogelijk is. Waarom hebt Gij ons verlaten!, zo
vraagt hij zich af. Weken later zit hij weer aan het front en leert hij
zich te beveiligen tegen een nieuw, onzichtbaar wapen: gas. Daarvoor
krijgen ze elk een zwachtel die ze met een vloeistof moeten doordrenken
en voor hun neus houden. En als de vloeistof op is, moeten ze de
zwachtel met urine nat maken. Langzaam maar zeker trekt Köppen de lezer
mee in de modder en uitzichtloosheid. Hij beschrijft hoe Reisiger met
zijn gevechtsgroep op een dag een aanval van de Engelsen afslaat. Ze
maken ze met duizenden af. Niet te begrijpen dat het doel, levende
mensen, zich zonder enig verweer laten doodschieten, zo schrijft hij.
Het gebeurde in die vier oorlogsjaren regelmatig. Militaire leiders die
zonder veel besef tienduizenden soldaten de opdracht gaven om een
strategische heuvel te veroveren. Ze sneuvelden allemaal onder moordend
mitrailleurvuur. Waarop de generaals de volgende dag een nieuwe
stormloop bevalen met verse troepen en met hetzelfde absurde
resultaat.
Reisinger wordt in september 1915 bevorderd tot
korporaal en vecht dan in de buurt van Souchez. Wat volgt is een
gruwelijk gevecht, bijna ondragelijk te lezen, van duizenden jonge
mannen die sterven onder spervuur en het gas. Met vermorzelde paarden en
halfgekke manschappen die met hun bajonetten alles neermaaien wat zijn
hand nog opsteekt. Tot alles roerloos stikt in een brij van bloed. Het
levert Reisiger het erekruis tweede klas op en later wordt hij
onderofficier. De auteur schrijft dan verder op het ritme van de oorlog
zelf. Waarbij in de groep van zijn protagonist dagelijks enkele mensen
sneuvelen, iets wat voor het commando al lang geen nieuws meer is. Wij
hebben ze er toch voor, we hebben toch genoeg mensen materiaal, zo
geeft hij de heersende mentaliteit weer aan beide kanten van het
oorlogsgebeuren. Bijzonder interessant zijn de teksten van officiële
documenten en verklaringen van de Duitse keizer, van de oorlogsleiding
en van de censuurafdeling ervan. Ze verkondigen steeds opnieuw de
nakende overwinning. Tegenover de geest en de wil die leger en
vaderland onwrikbaar bindt zullen zij het onderspit moeten delven: de
geest van de plichtsbetrachting tegenover het vaderland tot en met de
laatste ademtocht en de wil tot overwinnen. Zo gaan wij dan het nieuwe
jaar (1916) tegemoet. Voorwaarts met God ter bescherming van het
vaderland en voor de grootsheid van Duitsland!
De situatie
verandert niet. En Reisiger komt stilaan tot het besef dat dit alles
waanzin is. In zijn dagboek schrijft hij het moet een keer gezegd
worden dat ik de oorlog langzamerhand als de grootste smeerlapperij
beschouw die er bestaat. Het zijn uitspraken die noch schriftelijk,
noch mondeling mochten gebeuren op straffe van een gebrek aan wilskracht
en vaderlandsliefde. Intussen blijft de waanzin voortduren en
beschrijft Reisiger hoe granaten van 30 centimeter met een gewicht van
324 kilogram zich tot een diepte van 8,80 meter in de grond en door 90
centimeter beton boren waarbij ze meer dan 8.000 ijzeren splinters
verstrooien. De meeste van zijn kameraden sneuvelen waaronder ook
verschillende van zijn oversten. In plaats van tot rede te komen
verharden de bevelhebbers intussen hun standpunten. Op 25 augustus 1917
herhaalt de Duitse Generaal-luitenant von Roon dat ze de vijand compleet
willen verslaan en doorgaan tot de ultieme overwinning.
Na
een korte periode aan het Russische front komt Reisiger terecht in de
buurt van Valenciennes op de meest troosteloze plaats die hij ooit
gezien heeft, zonder gras, geen steen op een andere, alleen modder, puin
en diepe gaten. Op 15 juli 1918 bereiden de Duitsers zich voor op een
ultieme aanval. Wat volgt is een bladzijden lang beschreven bombardement
van de vijandige stellingen maar de vijand was op de hoogte, had zich
teruggetrokken, ging in de tegenaanval en vernietigde de Duitse
infanterie met moordend vuur. Dan begint de aftocht en het gevecht tegen
nieuwe wapens, vliegtuigen en tanks. Zowat gans zijn compagnie gaat
eraan en Reisiger heeft het over een hoop onzin, over de grootste van
alle misdaden en hij weigert nog langer medeschuldig te zijn. Daarvoor
komt hij voor het opperbevel die hem arresteert en opsluit in een
krankzinnigengesticht. De oorlog is de grootste misdaad die ik ken. Ik
ben schuldig. Ik ben er jarenlang schuldig aan geweest. Door mijn bevel
zijn mensen gedood, zo eindigt het verhaal van Reisinger in de
Zenuwafdeling van een lazaret in Mainz.
Op datzelfde ogenblik
lag een andere soldaat huilend van woede over de Duitse nederlaag in
zijn ziekenkamer en bezweerde zich te zullen wreken: Adolf Hitler. De
levensloop van Adolf Reisiger komt verrassend overeen met die van de
latere Führer. Ook hij diende de gehele oorlog en raakte gewond in
oktober 1916. Twee jaar later kwam hij terecht in een gasaanval. Het
gevolg was dat hij een tijdje blind was en hij verbleef nog steeds in
een militair ziekenhuis in Pasewalk voor behandeling toen Duitsland zich
overgaf. Hitler kreeg het IJzeren kruis tweede en eerste klasse wegens
zijn moedig gedrag als ordonnans maar bracht het wel niet verder dan
korporaal. Zijn oversten vonden dat hij te weinig leiding kon geven. Uit
tal van studies blijkt dat de Duitse nederlaag in 1918 een grote
invloed heeft gehad op de verdere levensloop en het karakter van Hitler.
Zo weigerde hij op het einde van de Tweede Wereldoorlog zich over te
geven en gaf zelfs het bevel tot de globale vernietiging. Frontberichten
was een van de eerste beschrijvingen van de frontervaringen tijdens de
Grote Oorlog. Het is een verpletterende roman die niemand onberoerd kan
laten.
Als de mensen in Bagdad naar de opera kunnen, dan weten we dat we de
oorlog hebben gewonnen, is de redenering van Hamid Shakir Mahmoud, een
Irakese vluchteling werkzaam bij het schimmige World Wide Design
Consortium in Londen. En dus bestelt hij een operahuis voor Bagdad bij
een Zwitsers bureau. Arnon Grunbergs De man zonder ziekte gebruikt de
hele wereld als speeltoneel, zoveel is duidelijk.
Samarendra Ambani heet de uitverkoren architect
Zwitserse moeder, Indiase vader; er is ook nog een gehandicapte zus,
wat van Sam meteen de man zonder ziekte maakt. Sam heeft ook een
vriendin, maar vooral heeft hij een beroep en een roeping in één: als
architect beschouwt hij zichzelf als de grote, anonieme beïnvloeder van
andermans geluk. Met deze avant-gardistische ambitie loopt hij te
pletter op een andere werkelijkheid: hij komt erachter dat de wereld
niet één groot Zwitserland is, maar uiterst gevaarlijke regios kent. In
Irak wordt hij, als vermeend spion, gemarteld. Irak is nog niet klaar
voor de opera, zo wordt het samengevat, met het soort bondige frase en
zwarte humor dat kenmerkend is voor deze roman. De Zwitserse ambassade
krijgt haar landgenoot weer thuis, zij het beladen met een trauma en met
een gebroken neus. Als Sam opnieuw op een missie naar het
Oosten vertrekt, deze keer met het oog op een bibliotheek annex bunker
in Dubai, wordt het boek onder een constante hoogspanning gezet: wat
beweegt hem, en hoe zal dit aflopen? Weer wordt Sam ervan verdacht een
spion te zijn, medeplichtig aan de moord op de militaire Hamas-leider
Mahmoud al-Mabhouh. Grunberg voert een strakke regie,
helderheid lijkt voorop te staan, en toch geeft het boek zich niet
zomaar over aan de greep van de lezer. Is Sam echt een spion, of is hij
een slachtoffer van het feit dat de perceptie van anderen iemands
identiteit compleet kan overwoekeren? Maar ook duikt in de laatste
paginas een bekentenis van Sam op die alles nog een keer overhoop
haalt. Met De man zonder ziekte levert een fenomenaal vakman het bewijs
dat een verkenning van la condition humaine ongemeen spannend kan zijn.
In "Het fantoom van Alexander Wolf" van Gajto Gazdanov denkt een jonge
soldaat van de "Witte Garde" een moord te hebben gepleegd tijdens de
Russische burgeroorlog. Hij herinnert zich hoe hij een man die hem in de
steppe achtervolgde, neerschoot en op diens paard ontvluchtte. Wanneer
hij vele jaren later een Engelstalig boek van ene Alexander Wolf leest
waarin de aanslag tot in het kleinste detail wordt beschreven,
concludeert hij dat zijn vermeende
slachtoffer nog moet leven. Hij doet er alles aan om de mysterieuze
auteur te vinden. Iedereen die hij ontmoet blijkt de schrijver op een
andere manier te kennen, en merkwaardig genoeg is ook zijn vriendin
Jelena opvallen geïnteresseerd in Wolf. Gajto Gazdanov
(1903-1971) meldde zich op zestienjarige leeftijd vrijwillig aan bij het
leger en leerde zo de verschrikkingen van de burgeroorlog kennen. Na
een conflict met een meerdere belandde hij via Turkije en Bulgarije in
Parijs, waar hij al snel deel uitmaakte van het literaire leven. Vanaf
zijn eerste publicaties werd hij geprezen om zijn talent en werd hij in
één adem genoemd met onder anderen Vladimir Nabokov.
Gewoonlijk wordt het als een bewijs van grootste dapperheid beschouwd wanneer de ter dood veroordeelde zelf het bevel tot schieten geeft aan het vuurpeloton, en zelfs de grootste pacifisten en lafaards onder ons zullen, binnen bepaalde, bevorderende omstandigheden, wel eens gedroomd hebben van zo'n roemrijk einde, vooral als er iemand overblijft om het verder te vertellen, want roem die binnenskamers blijft geniet minder waardering. Inderdaad, je moet met stalen zenuwen op de wereld zijn gekomen, of, als die trillerig en breekbaar zijn, bezeten worden door een buitengewone liefde, voor het vaderlands of iets soortgelijks, om met schorre en vlak daarna voor altijd verstomde stem te roepen, Vuur, hetgeen op geen enkele manier het geweten van de schutters van schuldgevoelens bevrijdt en het eigen geweten in een laatste opleving verheft tot de sublieme hoogte van opoffering en totale wegcijfering.
Het beleg van Lissabon vond plaats van 1 juli tot 25 oktober 1147 en resulteerde in het veroveren van de stad op de Moren, de stad kwam daarmee definitief onder Portugese heerschappij. Het beleg van Lissabon was de enige christelijke overwinning van de Tweede Kruistocht en wordt gezien als een zeer cruciale slag in de Reconquista. In mei 1147 verlieten de eerste kruisvaarders Dartmouth, Engeland en zetten koers richting het Heilige Land. Slecht weer dwong hen op 16 juni 1147 ...om vlak bij Porto aan land te gaan. Daar werden ze overgehaald om met graaf Alfons I van Portugal te praten. De kruisvaarders stemden in om de graaf te helpen bij een aanval op Lissabon onder voorwaarde dat de kruisvaarders zowel de buit van plunderingen als losgeld voor verwachte gevangenen mochten houden. Het beleg begon op 1 juli en na vier maanden gaven de Moren zich op 24 oktober over, vooral vanwege honger. Veel van de kruisvaarders vestigden zich in de stad maar anderen vervolgden hun tocht richting het Heilige Land. Lissabon werd uiteindelijk hoofdstad van het Koninkrijk Portugal in 1255.
In 1147 belegert de eerste Portugese koning, Dom Afonso Henriques, Lissabon in een poging de stad te heroveren op de Moren. Hij krijgt hulp van Engelse, Vlaamse en Duitse kruisvaarders die op doorreis zijn naar het Heilige Land. Als beloning mogen zij de stad na inname plunderen. Zo wordt het verteld in de geschiedenisboeken en zo staat het ook in het boek 'Het beleg van Lissabon', waar de corrector Raimundo Silva zich mee bezighoudt. Uit protest tegen zijn klerkenbestaan besluit Silva in een opwelling zich dit keer niet te beperkten tot correctiewerk en hij stelt zich de vraag wat er gebeurd zou zijn als de kruisvaarders niet akkoord waren gegaan. Hij voegt het woordje 'niet' toe aan de zin 'De kruisvaarders besloten de Portugezen te helpen,' en de geschiedenis neemt een totaal andere wending.
Parallel aan het levensverhaal van Adolf Hitler, de dictator, ontrolt zich het imaginaire levensverhaal van Adolf H., kunstschilder van beroep. Wat zou er zijn gebeurd als Hitler een geslaagd kunstenaar was geworden, als hij zijn seksuele en andere frustraties had overwonnen hoe zou de wereld er dan hebben uitgezien? In zijn meest omvangrijke roman tot nu toe, waarvan er in Frankrijk inmiddels 550 000 exemplaren zijn verkocht, zoekt Eric-Emmanuel Schmitt het antwoord op de vraag: wat maakt een mens tot wat hij is? In hoeverre wordt ons lot door de omstandigheden bepaald? Adolf H. Twee levens is een diepzinnige denkoefening over de verhouding tussen kunst en politiek, het verband tussen genialiteit en waanzin.
De meester en Margarita wordt gezien als een van de belangrijkste Russische romans van de twintigste eeuw. Michail Boelgakov (1891-1940) schreef het als een satire tegen Stalins onderdrukkende regime, en daarom is het boek lange tijd verboden geweest. Tegenwoordig is Boelgakov een van de populairste Russische auteurs. Tijdens zijn leven kreeg hij echter weinig gepubliceerd, zijn werken werden verboden of zwaar gecensureerd.
De me...ester en Margarita verscheen voor het eerst in 1966, zesentwintig jaar na zijn dood. Het is voor velen een favoriete klassieker en inspireerde onder anderen Rushdie tot de Duivelsverzen en The Rolling Stones bij 'Sympathy for the Devil'. Deze roman volgt de duivel en zijn vreemde entourage in Moskou terwijl zij verwoesting veroorzaken waar zij gaan. Gevangen in deze chaos bevinden zich twee geliefden: de meester, een schrijver die gebroken is door de kritiek op zijn roman over Pontius Pilatus, en Margarita, met wie de duivel zijn eigen plannen heeft. De meester en Margarita vermengt het absurde met het erudiete, beschrijft met grimmige humor de meest bizarre taferelen, en plaatst moord en ellende naast bescheidenheid en liefde.
Met 'ongezocht ongeluk', waarvan inmiddels in Duitsland zo'n honderdduizend exemplaren zijn verkocht en dat in verschillende landen in vertaling verschijnt, zorgde Peter Handke najaar 1972 voor een grote verrassing. Het is een deels autobiografische beschrijving van zijn jeugd in Oostenrijk, maar voornamelijk toch een verslag van het leven en de zelfmoord van zijn moeder. Ze werd eenenvijftig jaar en bracht het grootste deel van haar leven do...or in een schrale streek in Karinthië. Haar man dronk en sloeg haar. Ze kreeg kinderen en leed veel uitzichtloze armoede, maar probeerde zich steeds weer moedig tegen het noodlot te verzetten. Handke vertelt de feiten van dit smartelijk leven in een karige, bijna ontluisterende stijl. Ontluisterd uit genegenheid. Zoals in zijn meeste werk speelt het sociaal-kritische element een belangrijke rol.
Een jongen vlucht uit zijn dorp. Hij verstopt zich in eerste instantie in de oude boomgaard van het dorp om 's nachts verder te gaan. Hij is nog nooit zo ver geweest. Alles wat hij nu tegenkomt is onbekend terrein voor hem.
Zo begint de prachtige roman "De vlucht" van Jesus Carrasco. In het vervolg roept Carrasco een wrede wereld op, waarin de natuur zich niets aan de mens gelegen laat. De zon schijnt meedogenloos, de grond is droog en dor en er i...s nergens water te vinden. Het lijkt er ook op dat alle mensen zijn weggetrokken.
Al snel ontmoet de jongen een oude geitenhoeder, met wie hij zonder er al te veel woorden aan vuil te maken, meetrekt. Ze trekken van schamel weidegrond naar halflege put, om te zorgen dat de geiten genoeg te eten krijgen. De jongen doet dit om verder van zijn dorp te trekken, maar kan hij de geitenhoeder wel helemaal vertrouwen? Uiteindelijk mondt het boek uit in een bloedige confrontatie met de kwellingen uit zijn verleden.
De sfeer van dit boek moet je proeven. Het land is kaal en leeg, de zon brandt op de jongen zijn hoofd tot aan een zonnesteek en meerdergraads verbrandingen toe. Overal loert het gevaar en de dood. En ook al zeggen de jongen en de herder niet veel tegen elkaar, je begrijpt hun band en waarom de herder hem met zich mee laat trekken. De jongen leert het vak van hem; hoe hij moet omgaan met de natuur en wat de geiten nodig hebben.
De vlucht is het debuut van Jesús Carraso en biedt veel hoop voor de toekomst. Maar weinigen durven in hun debuut hun verhaal zo kaal te houden, en dat zonder dat het zijn poëtische kracht verliest.
Meneer Kalaï schetst de geschiedenis van een psycholoog die door gewetens- en andere bezwaren zijn beroep niet langer kan uitoefenen. Zijn arbeidsmethodiek wordt in het ziekenhuis waar hij werkt in vraag gesteld. Daarnaast neemt men zijn doen en laten van de voorbije jaren onder de loep, waardoor de psycholoog zich meer en meer in het nauw gedreven voelt. Steeds absurdere waarheden komen aan het licht.
Sami Kalaï is docent psychologie en filosofie.... Met zijn debuutroman Meneer Kalaï geeft hij zijn kritische en humoristische kijk op wat als norm gezien wordt. Het instituut psychiatrie krijgt er duchtig van langs, maar Kalaï analyseert ook de psychoanalyse en het schrijverschap. Het resultaat is een subtiele tragedie waarin dwarse dialogen en poëtische, dromerige beschrijvingen elkaar afwisselen.
Het afwerken van het boek nam ongeveer 6 jaar in beslag. Kalaï wilde al langer een roman schrijven en besliste om dat te doen over iets waarover hij veel weet. Zelf noemt hij het boek een antiverhaal, waarbij de lezer tussen de woorden door zelf naar het verhaal op zoek moet gaan. Het is een absurd verhaal. Het boek is niet de beweging maar wel de schijnbeweging, aldus Kalaï.
In 1845 vindt een zwarte Amerikaanse slaaf in Ierland een willig oor bij voorvechters van de afschaffing van de slavernij. In 1919 proberen twee dappere jonge piloten het bloedbad van de Eerste Wereldoorlog te vergeten en maken met hun omgebouwde bommenwerper de eerste trans-Atlantische vlucht van Newfoundland naar het westen van Ierland. En in 1998 steekt een Amerikaanse senator de oceaan over om te bemiddelen in het Noord-Ierse conflict.
I...n Trans-Atlantisch, de nieuwe roman van Colum McCann, worden de drie verhalen van deze mannen op ingenieuze wijze met elkaar vervlochten door vrouwen die de oversteek naar Amerika en terug naar Ierland hebben gemaakt. McCann kan als geen ander 150 jaar geschiedenis op een meesterlijke manier in één verhaal vatten en creëert met Trans-Atlantisch opnieuw een uitzonderlijke roman.
Het is een getal dat het bevattingsvermogen tart: zes miljoen joodse mensenlevens werden vernietigd door de nauwgezet uitroeiingsmachinerie van de nazi´s: de Holocaust. Nooit in de geschiedenis toonde de menselijke soort zich van een beestachtiger kant.
De eminente Holocaust-kenner Martin Gilbert schreef een boek over de jodenvervolging: Nooit meer. Gilbert, die veertig jaar studie wijdde aan het onderwerp, beschrijft het leven van de joden in Europa voordat de nazi´s aan de macht kwamen. Hij vertelt het verhaal van de deportaties en van de vernietigingskampen, en sluit zijn boek af met de Neurenbergse processen en een indrukwekkende rondgang langs begraafplaatsen en herdenkingsmonumenten.
Nooit meer is een uniek document dat, aan de hand van foto´s, tabellen en documenten, een genadeloos licht werpt op een van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van de mens
Het was een tijd van wrede overheersing. Jonge mannen en vrouwen gingen
de straat op om te protesteren. Dictators sloegen de opstand met harde
hand neer. Geruchten gingen van mond tot mond.'s Werelds grootste rijk
werd aangevallen door rebellen. En te midden van dit alles stierf een
ogenschijnlijk onbeduidende prediker.
Naomi Alderman verhaalt
indrukwekkend over het begin van onze jaartelling en plaatst met 'Het
boek van leugenaars' een vertrouwd verhaal in een compleet nieuw
daglicht. Een indringende hervertelling.
Verontwaardigd zijn. Niet accepteren wat onacceptabel is. Het is de
grondhouding van verzet die bepalend is geweest voor de levensloop van
de 94-jarige Stéphane Hessel, wiens pamfletten miljoenen lezers in
Europa wakker hebben geschud.
In dit boek kijkt Hessel terug op
zijn leven. Niet om dat verleden te bewieroken, maar om de ervaringen en
inzichten die hij gedurende zijn lange leven opdeed door te geven aan
nieuwe generaties. Het is geen autobiografie, maar een boek vol
wijsheid, een persoonlijke getuigenis van iemand die nee durfde te
zeggen.
Nee tegen het geweld van nazi-Duitsland, tegen een
wereld zonder mensenrechten, tegen de achteruitgang van de natuur en het
klimaat, tegen de macht van het geld. Hessels rijke getuigenis
inspireert, zet aan het denken, maar wijst bovenal op de noodzaak van
een politiek die meer recht doet aan de waarden van vrijheid en
menselijke waardigheid.
Stéphane Hessel (1917) werd in Berlijn
geboren en vluchtte op 15-jarige leeftijd met zijn ouders naar
Frankrijk, waar hij filosofie ging studeren. Hij zat in het verzet,
overleefde Buchenwald en werkte na de oorlog als diplomaat mee aan het
opstellen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In de
jaren zeventig was hij Frankrijks ambassadeur bij de vn. Op hoge
leeftijd verkreeg hij wereldwijd bekendheid met zijn pamfletten Neem het
niet!, Doe er iets aan! en De weg van de hoop, waarvan in Nederland
25.000 exemplaren verkocht werden.
Het lijdt geen twijfel dat
velen na eerder gehoor te hebben gegeven aan de oproep tot
verontwaardiging deze weg van de hoop zullen willen inslaan. NRC
Handelsblad
De jeugd van tegenwoordig is aan zet, en daartoe zou
Hessel weleens iedereen onder de 93 jaar kunnen rekenen. Het
Financieele Dagblad
Stéphane Hessel is als een palet met vele kleuren. De Morgen
Mensen die niets kunnen worden, moeten worden wat ze spelen. Dat is voor
de jonge François Lepeltier de kern van het overleven. In een onbewaakt
ogenblik werd hij verwekt, op kamer 17 van een hotel in Heidelberg.
Moeder
Mathilde was negentien, meer een kind dan een mama, meer een oudere zus
dan een moeder. Vader Lepeltier handelde in dons, voornamelijk
ganzenveren. Zij scheelden 38 jaar, maar voor de liefde is dat niets. In
de stilte van de woonkamer van een pension in het Duitse Baden-Baden
bereidt de jonge François zich voor op de rol die zijn glansrol zal
worden: sommelier van het vermaarde Palace Hotel, hoog in de bergen van
het Zwitserse Gstaad. Maar wie zo hoog gestegen is, kan alleen nog maar
vallen. En hoe.
Wandel mee met Ruben Mersch langs de valkuilen in het menselijke denken.
Wat heeft Warren Buffet gemeen met een aap die Hamlet schrijft? Waarom zijn we banger van haaien dan van badkuipen? Hoe bewijs je dat wc-ontstopper kanker kan genezen? Waarom werken dure geneesmiddelen beter dan goedkope?
We
denken graag dat we rationele wezens zijn, maar zijn we dat wel echt?
Oogklepdenken gaat op zoek naar de valkuilen in ons denken en ontmaskert
de idioot in ieder van ons. Het is die idioot die ons vatbaar maakt
voor de halve waarheden en hele leugens die ons dagelijks overspoelen.
Van beleggingen en voetbal tot antidepressiva en antioxidanten.
Je
kunt je innerlijke idioot het zwijgen opleggen en je oogkleppen
afzetten. Want er bestaat een manier om het onderscheid te maken tussen
waarheid en nonsens: denken. Kennis is macht. Die macht kun je zelf
grijpen.
Alessandro Egitto voelt zich vanaf zijn geboorte in de schaduw gesteld
van zijn oudere zus. Nu hij volwassen is wordt hij nog dagelijks
geconfronteerd met zijn pijnlijke herinneringen aan de destructieve
wijze waarop zijn ouders het vertrouwen van hun beide kinderen
langzamerhand hebben vernietigd.
Alessandro werkt als legerarts
in Afghanistan, waar zijn compagnie voor zes maanden is gestationeerd in
Gulistan. Samen met hem zijn duizenden soldaten uitgezonden, allen
jongemannen die een beladen verleden met zich meedragen en die hun
alledaagse bestaan wilden verruilen voor een avontuurlijk leven in
vijandig gebied.
Met een weergaloos psychologisch inzicht
beschrijft Giordano hoe naïeve jongemannen door de harde werkelijkheid
gedwongen worden verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, voor
andere mensen en voor hun daden. Het menselijk lichaam is een meer dan
waardige opvolger van Giordanos debuutroman De eenzaamheid van de
priemgetallen, waarin de lezer opnieuw zal worden meegevoerd door de
unieke aantrekkingskracht van zijn stem.
In Kleine herinneringen beschrijft Saramago zijn eerste vijftien levensjaren. Op onvergetelijke wijze vertelt hij over zijn leven in de grote stad en in het dorp waar hij zijn vakanties doorbrengt bij zijn ongeletterde maar wijze grootouders.
Een groot deel van zijn oeuvre, waarvoor hij in 1998 de Nobelprijs kreeg, schreef Saramago (1922) pas vanaf zijn achtenvijfigste. Zijn jeugdherinneringen heeft hij eerst een tijd aangekondigd als 'Boek der verzoekingen', want wat is er zo anders wanneer in plaats van de heilige Antonius een kind door monsters belaagd wordt? De uiteindelijke titel is bescheidener. Het zijn inderdaad herinneringen aan toen hij klein was, tot aan zijn zestiende: geboren in een uithoek van Portugal in een milieu waar boeken onbekend waren. Op een intellectueel leven werd hij dus niet voorbereid. Na enkele jaren lyceum volgde hij de ambachtsschool, waar hij leerde voor bankwerker. Het is eerder weemoed dan wrok die de toon bepaalt, weemoed naar een landschap dat niet meer bestaat. Saramago is zelf verrast hoeveel hij in het land- en familieleven terugvindt dat zijn plaats in later werk gevonden heeft.
Vertaler Harie Lemmens vult die jeugdperiode mooi aan door de hele rij titels langs te gaan
Joe Speedboot is een roman over liefde en rivaliteit, over een verlosser zonder belofte en een heroïsche odyssee. Het toont het lot van nieuwkomers in een Nederlands dorp, waar de last van het onverwerkte verleden op de inwoners drukt. De tragikomische maalstroom van gebeurtenissen geeft het ingeslapen dorp een onverwachte dynamiek waar het niet meer van zal herstellen. Tommy Wieringa schreef met Joe Speedboot een gedreven, aanstekelijke ontwikkelingsroman, met een hoofdrol voor de mateloze verbeeldingskracht van één man.
Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lomark. Zijn fascinatie voor de nieuweling Joe Speedboot is ...grenzeloos: Joe Speedboot, de jongen die zijn eigen naam gekozen heeft en op zijn vijftiende al bommenlegger, vliegtuigbouwer en bewegingsfilosoof is. Nauwgezet observeert Fransje hoe nog een nieuwkomer de natuurlijke orde van het dorp komt verstoren: Joe's stiefvader Papa Afrika, een zachtaardige Nubiër met gazellenogen die een kleine scheepswerf begint op de oever van de Rijn. Dan verschijnt de geheimzinnige Picolien Jane, een beeldschone Zuid-Afrikaanse, aan wie Fransje zijn kronieken opdraagt en voor wie levenslange vriendschappen op het spel worden gezet. In haar komen alle verhalen samen, met noodlottige gevolgen. Op originele wijze en met speels vernuft, toont Tommy Wieringa de loop van een geschiedenis, waarin niemand aan zijn bestemming ontkomt.
Jonas Jonasson - De 100 jarige man die uit het raam klom en verdween
Allan wordt honderd en dat wordt groots gevierd in het bejaardentehuis, behalve dan dat de jarige het op zijn heupen krijgt en kort voordat het feest losbarst, vertrekt. De tijd die hem rest kan hij beter besteden, vindt hij, en hij klimt uit het raam en verdwijnt. Pers en burgemeester hebben het nakijken.
Allan is een nuchter type dat weinig tot geen angst kent en die verder niet al te lang stilstaat bij zijn beslissingen, maar ad hoc handelt en het avontuur op zijn hoogbejaarde leeftijd niet schuwt. Met alle gevolgen van dien. De vaart houdt hij er in elk geval in, want vanaf het moment dat hij het bejaardentehuis verlaat, wordt De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween een soort roadtrip waarbij de lezer de memorabele avonturen van de 100-jarige meemaakt - zo let hij even op een koffer voor iemand die maar niet terugkomt en dus gaat de koffer mee de bus in, maar er blijkt enorm veel (maffia)geld in te zitten, hetgeen woeste achtervolgingen tot gevolg heeft -, ook verzamelt Allan een bonte club figuren om zich heen in een zwaan-kleef-aan effect.
Tegelijkertijd passeren de memorabele momenten uit zijn leven én die van de twintigste-eeuwse geschiedenis de revue, met Allan als wel heel bijzonder gezelschap.