Het beleg van Lissabon vond plaats van 1 juli tot 25 oktober 1147 en resulteerde in het veroveren van de stad op de Moren, de stad kwam daarmee definitief onder Portugese heerschappij. Het beleg van Lissabon was de enige christelijke overwinning van de Tweede Kruistocht en wordt gezien als een zeer cruciale slag in de Reconquista. In mei 1147 verlieten de eerste kruisvaarders Dartmouth, Engeland en zetten koers richting het Heilige Land. Slecht weer dwong hen op 16 juni 1147 ...om vlak bij Porto aan land te gaan. Daar werden ze overgehaald om met graaf Alfons I van Portugal te praten. De kruisvaarders stemden in om de graaf te helpen bij een aanval op Lissabon onder voorwaarde dat de kruisvaarders zowel de buit van plunderingen als losgeld voor verwachte gevangenen mochten houden. Het beleg begon op 1 juli en na vier maanden gaven de Moren zich op 24 oktober over, vooral vanwege honger. Veel van de kruisvaarders vestigden zich in de stad maar anderen vervolgden hun tocht richting het Heilige Land. Lissabon werd uiteindelijk hoofdstad van het Koninkrijk Portugal in 1255.
In 1147 belegert de eerste Portugese koning, Dom Afonso Henriques, Lissabon in een poging de stad te heroveren op de Moren. Hij krijgt hulp van Engelse, Vlaamse en Duitse kruisvaarders die op doorreis zijn naar het Heilige Land. Als beloning mogen zij de stad na inname plunderen. Zo wordt het verteld in de geschiedenisboeken en zo staat het ook in het boek 'Het beleg van Lissabon', waar de corrector Raimundo Silva zich mee bezighoudt. Uit protest tegen zijn klerkenbestaan besluit Silva in een opwelling zich dit keer niet te beperkten tot correctiewerk en hij stelt zich de vraag wat er gebeurd zou zijn als de kruisvaarders niet akkoord waren gegaan. Hij voegt het woordje 'niet' toe aan de zin 'De kruisvaarders besloten de Portugezen te helpen,' en de geschiedenis neemt een totaal andere wending.
Parallel aan het levensverhaal van Adolf Hitler, de dictator, ontrolt zich het imaginaire levensverhaal van Adolf H., kunstschilder van beroep. Wat zou er zijn gebeurd als Hitler een geslaagd kunstenaar was geworden, als hij zijn seksuele en andere frustraties had overwonnen hoe zou de wereld er dan hebben uitgezien? In zijn meest omvangrijke roman tot nu toe, waarvan er in Frankrijk inmiddels 550 000 exemplaren zijn verkocht, zoekt Eric-Emmanuel Schmitt het antwoord op de vraag: wat maakt een mens tot wat hij is? In hoeverre wordt ons lot door de omstandigheden bepaald? Adolf H. Twee levens is een diepzinnige denkoefening over de verhouding tussen kunst en politiek, het verband tussen genialiteit en waanzin.
De meester en Margarita wordt gezien als een van de belangrijkste Russische romans van de twintigste eeuw. Michail Boelgakov (1891-1940) schreef het als een satire tegen Stalins onderdrukkende regime, en daarom is het boek lange tijd verboden geweest. Tegenwoordig is Boelgakov een van de populairste Russische auteurs. Tijdens zijn leven kreeg hij echter weinig gepubliceerd, zijn werken werden verboden of zwaar gecensureerd.
De me...ester en Margarita verscheen voor het eerst in 1966, zesentwintig jaar na zijn dood. Het is voor velen een favoriete klassieker en inspireerde onder anderen Rushdie tot de Duivelsverzen en The Rolling Stones bij 'Sympathy for the Devil'. Deze roman volgt de duivel en zijn vreemde entourage in Moskou terwijl zij verwoesting veroorzaken waar zij gaan. Gevangen in deze chaos bevinden zich twee geliefden: de meester, een schrijver die gebroken is door de kritiek op zijn roman over Pontius Pilatus, en Margarita, met wie de duivel zijn eigen plannen heeft. De meester en Margarita vermengt het absurde met het erudiete, beschrijft met grimmige humor de meest bizarre taferelen, en plaatst moord en ellende naast bescheidenheid en liefde.
Met 'ongezocht ongeluk', waarvan inmiddels in Duitsland zo'n honderdduizend exemplaren zijn verkocht en dat in verschillende landen in vertaling verschijnt, zorgde Peter Handke najaar 1972 voor een grote verrassing. Het is een deels autobiografische beschrijving van zijn jeugd in Oostenrijk, maar voornamelijk toch een verslag van het leven en de zelfmoord van zijn moeder. Ze werd eenenvijftig jaar en bracht het grootste deel van haar leven do...or in een schrale streek in Karinthië. Haar man dronk en sloeg haar. Ze kreeg kinderen en leed veel uitzichtloze armoede, maar probeerde zich steeds weer moedig tegen het noodlot te verzetten. Handke vertelt de feiten van dit smartelijk leven in een karige, bijna ontluisterende stijl. Ontluisterd uit genegenheid. Zoals in zijn meeste werk speelt het sociaal-kritische element een belangrijke rol.
Een jongen vlucht uit zijn dorp. Hij verstopt zich in eerste instantie in de oude boomgaard van het dorp om 's nachts verder te gaan. Hij is nog nooit zo ver geweest. Alles wat hij nu tegenkomt is onbekend terrein voor hem.
Zo begint de prachtige roman "De vlucht" van Jesus Carrasco. In het vervolg roept Carrasco een wrede wereld op, waarin de natuur zich niets aan de mens gelegen laat. De zon schijnt meedogenloos, de grond is droog en dor en er i...s nergens water te vinden. Het lijkt er ook op dat alle mensen zijn weggetrokken.
Al snel ontmoet de jongen een oude geitenhoeder, met wie hij zonder er al te veel woorden aan vuil te maken, meetrekt. Ze trekken van schamel weidegrond naar halflege put, om te zorgen dat de geiten genoeg te eten krijgen. De jongen doet dit om verder van zijn dorp te trekken, maar kan hij de geitenhoeder wel helemaal vertrouwen? Uiteindelijk mondt het boek uit in een bloedige confrontatie met de kwellingen uit zijn verleden.
De sfeer van dit boek moet je proeven. Het land is kaal en leeg, de zon brandt op de jongen zijn hoofd tot aan een zonnesteek en meerdergraads verbrandingen toe. Overal loert het gevaar en de dood. En ook al zeggen de jongen en de herder niet veel tegen elkaar, je begrijpt hun band en waarom de herder hem met zich mee laat trekken. De jongen leert het vak van hem; hoe hij moet omgaan met de natuur en wat de geiten nodig hebben.
De vlucht is het debuut van Jesús Carraso en biedt veel hoop voor de toekomst. Maar weinigen durven in hun debuut hun verhaal zo kaal te houden, en dat zonder dat het zijn poëtische kracht verliest.
Meneer Kalaï schetst de geschiedenis van een psycholoog die door gewetens- en andere bezwaren zijn beroep niet langer kan uitoefenen. Zijn arbeidsmethodiek wordt in het ziekenhuis waar hij werkt in vraag gesteld. Daarnaast neemt men zijn doen en laten van de voorbije jaren onder de loep, waardoor de psycholoog zich meer en meer in het nauw gedreven voelt. Steeds absurdere waarheden komen aan het licht.
Sami Kalaï is docent psychologie en filosofie.... Met zijn debuutroman Meneer Kalaï geeft hij zijn kritische en humoristische kijk op wat als norm gezien wordt. Het instituut psychiatrie krijgt er duchtig van langs, maar Kalaï analyseert ook de psychoanalyse en het schrijverschap. Het resultaat is een subtiele tragedie waarin dwarse dialogen en poëtische, dromerige beschrijvingen elkaar afwisselen.
Het afwerken van het boek nam ongeveer 6 jaar in beslag. Kalaï wilde al langer een roman schrijven en besliste om dat te doen over iets waarover hij veel weet. Zelf noemt hij het boek een antiverhaal, waarbij de lezer tussen de woorden door zelf naar het verhaal op zoek moet gaan. Het is een absurd verhaal. Het boek is niet de beweging maar wel de schijnbeweging, aldus Kalaï.
In 1845 vindt een zwarte Amerikaanse slaaf in Ierland een willig oor bij voorvechters van de afschaffing van de slavernij. In 1919 proberen twee dappere jonge piloten het bloedbad van de Eerste Wereldoorlog te vergeten en maken met hun omgebouwde bommenwerper de eerste trans-Atlantische vlucht van Newfoundland naar het westen van Ierland. En in 1998 steekt een Amerikaanse senator de oceaan over om te bemiddelen in het Noord-Ierse conflict.
I...n Trans-Atlantisch, de nieuwe roman van Colum McCann, worden de drie verhalen van deze mannen op ingenieuze wijze met elkaar vervlochten door vrouwen die de oversteek naar Amerika en terug naar Ierland hebben gemaakt. McCann kan als geen ander 150 jaar geschiedenis op een meesterlijke manier in één verhaal vatten en creëert met Trans-Atlantisch opnieuw een uitzonderlijke roman.
Het is een getal dat het bevattingsvermogen tart: zes miljoen joodse mensenlevens werden vernietigd door de nauwgezet uitroeiingsmachinerie van de nazi´s: de Holocaust. Nooit in de geschiedenis toonde de menselijke soort zich van een beestachtiger kant.
De eminente Holocaust-kenner Martin Gilbert schreef een boek over de jodenvervolging: Nooit meer. Gilbert, die veertig jaar studie wijdde aan het onderwerp, beschrijft het leven van de joden in Europa voordat de nazi´s aan de macht kwamen. Hij vertelt het verhaal van de deportaties en van de vernietigingskampen, en sluit zijn boek af met de Neurenbergse processen en een indrukwekkende rondgang langs begraafplaatsen en herdenkingsmonumenten.
Nooit meer is een uniek document dat, aan de hand van foto´s, tabellen en documenten, een genadeloos licht werpt op een van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van de mens
Het was een tijd van wrede overheersing. Jonge mannen en vrouwen gingen
de straat op om te protesteren. Dictators sloegen de opstand met harde
hand neer. Geruchten gingen van mond tot mond.'s Werelds grootste rijk
werd aangevallen door rebellen. En te midden van dit alles stierf een
ogenschijnlijk onbeduidende prediker.
Naomi Alderman verhaalt
indrukwekkend over het begin van onze jaartelling en plaatst met 'Het
boek van leugenaars' een vertrouwd verhaal in een compleet nieuw
daglicht. Een indringende hervertelling.
Verontwaardigd zijn. Niet accepteren wat onacceptabel is. Het is de
grondhouding van verzet die bepalend is geweest voor de levensloop van
de 94-jarige Stéphane Hessel, wiens pamfletten miljoenen lezers in
Europa wakker hebben geschud.
In dit boek kijkt Hessel terug op
zijn leven. Niet om dat verleden te bewieroken, maar om de ervaringen en
inzichten die hij gedurende zijn lange leven opdeed door te geven aan
nieuwe generaties. Het is geen autobiografie, maar een boek vol
wijsheid, een persoonlijke getuigenis van iemand die nee durfde te
zeggen.
Nee tegen het geweld van nazi-Duitsland, tegen een
wereld zonder mensenrechten, tegen de achteruitgang van de natuur en het
klimaat, tegen de macht van het geld. Hessels rijke getuigenis
inspireert, zet aan het denken, maar wijst bovenal op de noodzaak van
een politiek die meer recht doet aan de waarden van vrijheid en
menselijke waardigheid.
Stéphane Hessel (1917) werd in Berlijn
geboren en vluchtte op 15-jarige leeftijd met zijn ouders naar
Frankrijk, waar hij filosofie ging studeren. Hij zat in het verzet,
overleefde Buchenwald en werkte na de oorlog als diplomaat mee aan het
opstellen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. In de
jaren zeventig was hij Frankrijks ambassadeur bij de vn. Op hoge
leeftijd verkreeg hij wereldwijd bekendheid met zijn pamfletten Neem het
niet!, Doe er iets aan! en De weg van de hoop, waarvan in Nederland
25.000 exemplaren verkocht werden.
Het lijdt geen twijfel dat
velen na eerder gehoor te hebben gegeven aan de oproep tot
verontwaardiging deze weg van de hoop zullen willen inslaan. NRC
Handelsblad
De jeugd van tegenwoordig is aan zet, en daartoe zou
Hessel weleens iedereen onder de 93 jaar kunnen rekenen. Het
Financieele Dagblad
Stéphane Hessel is als een palet met vele kleuren. De Morgen
Mensen die niets kunnen worden, moeten worden wat ze spelen. Dat is voor
de jonge François Lepeltier de kern van het overleven. In een onbewaakt
ogenblik werd hij verwekt, op kamer 17 van een hotel in Heidelberg.
Moeder
Mathilde was negentien, meer een kind dan een mama, meer een oudere zus
dan een moeder. Vader Lepeltier handelde in dons, voornamelijk
ganzenveren. Zij scheelden 38 jaar, maar voor de liefde is dat niets. In
de stilte van de woonkamer van een pension in het Duitse Baden-Baden
bereidt de jonge François zich voor op de rol die zijn glansrol zal
worden: sommelier van het vermaarde Palace Hotel, hoog in de bergen van
het Zwitserse Gstaad. Maar wie zo hoog gestegen is, kan alleen nog maar
vallen. En hoe.
Wandel mee met Ruben Mersch langs de valkuilen in het menselijke denken.
Wat heeft Warren Buffet gemeen met een aap die Hamlet schrijft? Waarom zijn we banger van haaien dan van badkuipen? Hoe bewijs je dat wc-ontstopper kanker kan genezen? Waarom werken dure geneesmiddelen beter dan goedkope?
We
denken graag dat we rationele wezens zijn, maar zijn we dat wel echt?
Oogklepdenken gaat op zoek naar de valkuilen in ons denken en ontmaskert
de idioot in ieder van ons. Het is die idioot die ons vatbaar maakt
voor de halve waarheden en hele leugens die ons dagelijks overspoelen.
Van beleggingen en voetbal tot antidepressiva en antioxidanten.
Je
kunt je innerlijke idioot het zwijgen opleggen en je oogkleppen
afzetten. Want er bestaat een manier om het onderscheid te maken tussen
waarheid en nonsens: denken. Kennis is macht. Die macht kun je zelf
grijpen.
Alessandro Egitto voelt zich vanaf zijn geboorte in de schaduw gesteld
van zijn oudere zus. Nu hij volwassen is wordt hij nog dagelijks
geconfronteerd met zijn pijnlijke herinneringen aan de destructieve
wijze waarop zijn ouders het vertrouwen van hun beide kinderen
langzamerhand hebben vernietigd.
Alessandro werkt als legerarts
in Afghanistan, waar zijn compagnie voor zes maanden is gestationeerd in
Gulistan. Samen met hem zijn duizenden soldaten uitgezonden, allen
jongemannen die een beladen verleden met zich meedragen en die hun
alledaagse bestaan wilden verruilen voor een avontuurlijk leven in
vijandig gebied.
Met een weergaloos psychologisch inzicht
beschrijft Giordano hoe naïeve jongemannen door de harde werkelijkheid
gedwongen worden verantwoordelijkheid te nemen voor zichzelf, voor
andere mensen en voor hun daden. Het menselijk lichaam is een meer dan
waardige opvolger van Giordanos debuutroman De eenzaamheid van de
priemgetallen, waarin de lezer opnieuw zal worden meegevoerd door de
unieke aantrekkingskracht van zijn stem.
In Kleine herinneringen beschrijft Saramago zijn eerste vijftien levensjaren. Op onvergetelijke wijze vertelt hij over zijn leven in de grote stad en in het dorp waar hij zijn vakanties doorbrengt bij zijn ongeletterde maar wijze grootouders.
Een groot deel van zijn oeuvre, waarvoor hij in 1998 de Nobelprijs kreeg, schreef Saramago (1922) pas vanaf zijn achtenvijfigste. Zijn jeugdherinneringen heeft hij eerst een tijd aangekondigd als 'Boek der verzoekingen', want wat is er zo anders wanneer in plaats van de heilige Antonius een kind door monsters belaagd wordt? De uiteindelijke titel is bescheidener. Het zijn inderdaad herinneringen aan toen hij klein was, tot aan zijn zestiende: geboren in een uithoek van Portugal in een milieu waar boeken onbekend waren. Op een intellectueel leven werd hij dus niet voorbereid. Na enkele jaren lyceum volgde hij de ambachtsschool, waar hij leerde voor bankwerker. Het is eerder weemoed dan wrok die de toon bepaalt, weemoed naar een landschap dat niet meer bestaat. Saramago is zelf verrast hoeveel hij in het land- en familieleven terugvindt dat zijn plaats in later werk gevonden heeft.
Vertaler Harie Lemmens vult die jeugdperiode mooi aan door de hele rij titels langs te gaan
Joe Speedboot is een roman over liefde en rivaliteit, over een verlosser zonder belofte en een heroïsche odyssee. Het toont het lot van nieuwkomers in een Nederlands dorp, waar de last van het onverwerkte verleden op de inwoners drukt. De tragikomische maalstroom van gebeurtenissen geeft het ingeslapen dorp een onverwachte dynamiek waar het niet meer van zal herstellen. Tommy Wieringa schreef met Joe Speedboot een gedreven, aanstekelijke ontwikkelingsroman, met een hoofdrol voor de mateloze verbeeldingskracht van één man.
Fransje Hermans, de verteller van het verhaal, is na een ongeluk invalide geraakt en heeft voorgoed zijn spraakvermogen verloren. Hij is de zelfbenoemde chroniqueur van het dorp Lomark. Zijn fascinatie voor de nieuweling Joe Speedboot is ...grenzeloos: Joe Speedboot, de jongen die zijn eigen naam gekozen heeft en op zijn vijftiende al bommenlegger, vliegtuigbouwer en bewegingsfilosoof is. Nauwgezet observeert Fransje hoe nog een nieuwkomer de natuurlijke orde van het dorp komt verstoren: Joe's stiefvader Papa Afrika, een zachtaardige Nubiër met gazellenogen die een kleine scheepswerf begint op de oever van de Rijn. Dan verschijnt de geheimzinnige Picolien Jane, een beeldschone Zuid-Afrikaanse, aan wie Fransje zijn kronieken opdraagt en voor wie levenslange vriendschappen op het spel worden gezet. In haar komen alle verhalen samen, met noodlottige gevolgen. Op originele wijze en met speels vernuft, toont Tommy Wieringa de loop van een geschiedenis, waarin niemand aan zijn bestemming ontkomt.
Jonas Jonasson - De 100 jarige man die uit het raam klom en verdween
Allan wordt honderd en dat wordt groots gevierd in het bejaardentehuis, behalve dan dat de jarige het op zijn heupen krijgt en kort voordat het feest losbarst, vertrekt. De tijd die hem rest kan hij beter besteden, vindt hij, en hij klimt uit het raam en verdwijnt. Pers en burgemeester hebben het nakijken.
Allan is een nuchter type dat weinig tot geen angst kent en die verder niet al te lang stilstaat bij zijn beslissingen, maar ad hoc handelt en het avontuur op zijn hoogbejaarde leeftijd niet schuwt. Met alle gevolgen van dien. De vaart houdt hij er in elk geval in, want vanaf het moment dat hij het bejaardentehuis verlaat, wordt De 100-jarige man die uit het raam klom en verdween een soort roadtrip waarbij de lezer de memorabele avonturen van de 100-jarige meemaakt - zo let hij even op een koffer voor iemand die maar niet terugkomt en dus gaat de koffer mee de bus in, maar er blijkt enorm veel (maffia)geld in te zitten, hetgeen woeste achtervolgingen tot gevolg heeft -, ook verzamelt Allan een bonte club figuren om zich heen in een zwaan-kleef-aan effect.
Tegelijkertijd passeren de memorabele momenten uit zijn leven én die van de twintigste-eeuwse geschiedenis de revue, met Allan als wel heel bijzonder gezelschap.
De joodse Solal is een vooraanstaand burger, ondersecretaris-generaal van de Volkenbond in Genève. Als hij de adellijke, protestantse Ariane, vrouw van een ondergeschikte, verleidt en een 'onhandig' pleidooi houdt voor de bescherming van de joden in Duitsland, wordt hij ontslagen. Samen met zijn geliefde vlucht hij naar de Côte d'Azur. Ariane is dolgelukkig, na een bloedeloos huwelijk voelt ze zich nu 'de uitverkorene van haar heer'. Maar voor Solal liggen de zaken ingewikkelder. Beroofd van zijn maatschappelijke status, begint hij steeds hogere eisen te stellen aan zijn geliefde. Afgeschermd van de buitenwereld, waarin jodenhaat steeds manifester wordt, beleven ze een liefde die beiden tot de rand van de waanzin drijft.
'De uitverkorene van d...e heer' is het overrompelende liefdesverhaal waarmee de joods-Franse schrijver Albert Cohen zijn naam vestigde als een van de belangrijkste auteurs van Frankrijk. Een minutieus geschreven roman vol kleurrijke personages en onweerstaanbaar geestige, burleske passages.
Albert Cohen werd geboren in 1895 in Korfoe. Vanwege het opkomende antisemitisme emigreerde het gezin Cohen al vroeg naar Frankrijk. De jonge Albert Cohen werd diplomaat in Genève en kreeg in 1922 een contract van uitgeverij Gallimard voor vijf romans, waarvan de eerste twee in 1934 en 1938 verschenen. In 1968 verkreeg Cohen wereldfaam met 'De uitverkorene van de heer,' dat in twintig talen werd vertaald, een miljoenenpubliek bereikte en werd onderscheiden met de Grand prix du roman de l'Académie française. De Nederlandse vertaling van 'De uitverkorene van de heer' verscheen voor het eerst in 1985 bij uitgeverij Manteau.
Eigenlijk is de actrice Jola met haar partner Theo naar het Canarische eiland gekomen om zich op haar nieuwe rol voor te bereiden. Maar wanneer ze Sven ontmoet, overtreedt ze alle spelregels en een onschuldige flirt mondt uit in een levensgevaarlijke driehoeksverhouding.
Sven heeft Duitsland verlaten en zich gevestigd als duikinstructeur. Geen inmenging in andermans problemen dat is zijn motto. Maar tijdens de duiklessen met Jola en Theo verandert Sven echter van toeschouwer in deelnemer. Discipline en vertrouwen zijn belangrijk bij het duiken en juist tijdens de nultijd vechten de partners het onderling uit.
In een doeltreffende stijl geschreven, treft elke zin de lezers als een mokerslag en de onderhuidse spanning spat van iedere pagina: Nultijd is de langverwachte en meest toegankelijke roman van een van dé literaire stemmen uit Duitsland, waarin relatieproblemen tot het uiterste worden uitgevochten.
Na jaren vol studie, bezoek aan ontelbare bibliotheken, diepe contemplatie, sisyfusarbeid en schrijfwerk heeft Herman Brusselmans zijn monumentale John Muts-biografie voltooid. De tienduizenden lezers die nog nooit van John Muts hebben gehoord leren niet alleen op een intrigerende wijze de ouders, grootouders en andere familieleden van Muts kennen, doch ook John Muts zelf, alsmede z'n eerste grote liefde, z'n schoonzusje Brigitte, en z'n tweede grote liefde, de microbiologe Lena.
De vragen die bijna van iedere pagina in deze meesterproef spatten zijn: wie was John Muts eigenlijk? Wat maakte hem zo uniek? Hoe kwam het dat hij gaandeweg een van de meest depressieve, van levenswalg gevulde personen van Vlaanderen werd? Stond zijn tragische einde in de sterren geschreven?
Brusselmans evoceert tevens met prachtige volzinnen de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw, en geeft zijn hoofdrolspelers in deze epoques een onvergetelijke rol. We kunnen zeggen dat Herman Brusselmans, die in zijn taalgebied al lang de meest unieke fictieschrijver is, zich thans ook heeft ontwikkeld tot een biograaf die meteen tot een heel select groepje gaat behoren. Na het lezen van zijn biografie zal niemand ooit het exceptionele genie John Muts nog kunnen vergeten. De biografie van John Muts is derhalve een uitzonderlijk en schitterend boek.
Edgar Hilsenrath - De thuiskomst van Jossel Wasserman
In de nazomer van 1939 vertelt Jossel Wassermann bij het opmaken van zijn testament over de wereld waar hij vandaan komt: de kleine sjtetl aan de rivier de Pruth, aan de oostgrens van de oude Donaumonarchie.
Het is een wereld die alleen uit verhalen schijnt te bestaan, verhalen waar geen eind aan lijkt te komen, maar waarvan de gruwelijke afloop toch al vaststaat. Zo vormt deze roman een aaneenschakeling van geruchten, anekdotes en wetenswaardigheden uit het leven van de bewoners van een kleine gemeenschap: over waterdrager Jankl en zijn heimelijke liefde voor Rifke, de oude vogelverschrikker en de beroemde geschiedenis van de joodse pekelharing en de Oostenrijkse keizer.