We leven in een multiculturele samenleving met verschillende religieuze overtuigingen en dat moet ook weerspiegeld worden in het onderwijs. Jongeren moeten de kans krijgen levensbeschouwelijke vakken te volgen op school en daarover in dialoog kunnen gaan.
Mijn mening:
Ik vind dat Groen! zeker gelijk heeft in zijn betoog. In de hedendaagse samenleving krijgen we te maken met heel veel verschillende culturen en religies, het is dan ook belangrijk dat jongeren op school de kans krijgen om hierover te praten en hun mening hierover kwijt te kunnen. Wanneer ze hiertoe niet de kans zouden krijgen, zouden er volgens mij veel meer problemen zijn rond het verschil in cultuur en religie.
Belgische Alliantie
Hun standpunt:
Volgens hen zijn levensbeschouwelijke vakken vandaag de dag nog belangrijker dan vroeger. Jongeren moeten de kans krijgen op zoek te gaan naar "wie kan ik zijn" en niet alleen naar "wat moet ik hebben".
Mijn mening: Hierin zit tevens een grond van waarheid! Tegenwoordig denkt men enkel aan wat je allemaal kan hebben en wat je allemaal zou willen. Maar om goed te kunnen ontplooien en goed te kunnen groeien, is het volgens mij erg belangrijk om op zoek te gaan naar jezelf. In de puberteit zijn jongeren vaak op zoek naar wie ze zijn en wie ze willen zijn, dit is soms in strijd met hun gevoelens. Het is volgens mij dan ook belangrijk dat de jongeren in het onderwijs de kans krijgen om kennis te maken met verschillende religies en culturen in levensbeschouwelijke vakken.
Open VLD
Hun standpunt:
Levensbeschouwelijk onderwijs is zeer belangrijk, maar moet de maatschappelijke evoluties volgen. Enkel zo blijft dit onderwijs betekenisvol.
Mijn mening: Net zoals bij de bovenstaande partijen ben ik het eens met dit standpunt. Tegenwoordig zijn er zo veel verschillende culturen in onze maatschappij, dat we hier ook in het onderwijs mee moeten worden geconfronteerd.
SPA
Hun standpunt:
Omdat we steeds meer leven in een multiculturele samenleving is het belangrijk kennis te hebben over de verschillende levensbeschouwingen en culturen. Hoe meer een levensbeschouwing voorkomt op ons grondgebied, hoe belangrijker het is er iets over te weten (islam, vrijzinnigheid, rooms-katholicisme...). Leerkrachten moeten opgeleid zijn om de verschillende levensbeschouwingen te kunnen vergelijken. Jongeren moeten de kans krijgen opgevoed te worden in een levensbeschouwing naar keuze, maar er kunnen wel overkoepelende leerdoelen zijn.
Mijn mening:
Dit klopt inderdaad, hoe meer een levensbeschouwing voorkomt, hoe belangrijker het is voor ons om er iets over te weten. Ook al vind ik misschien dat we over elke levensbeschouwing of cultuur wel een beetje achtergrond moeten hebben, dit moet daarom niet heel erg uitgebreid zijn, maar een basis is volgens mij wel noodzakelijk. Het is uiteraard normaal dat er overkoepelende leerdoelen zijn, maar er kan wel een verschil zijn tussen de vakinhoud die gegeven wordt. Ik vind ook dat elke leerkracht een stukje achtergrond moet kennen over de culturen, zeker de veelvoorkomende.
CD&V
Hun standpunt:
De christen-democratische partij draagt vier waarden hoog in het vaandel: gemeenschap, solidariteit, ondersteuning en duurzaamheid, als het ware vier pedagogische kapstokken.
Levensbeschouwing moet blijvend gegeven worden in het onderwijs, zeker omdat de kans bestaat dat het verdrongen wordt door de exacte wetenschappen. Geesteswetenschappen leren jongeren relativeren, waarderen, verwonderen... maar moeten de multiculturele maatschappij en dus ook jongerenpopulatie op school weerspiegelen.
Mijn mening: Het is zeker een feit dat levensbeschouwing altijd in het onderwijs moet worden aangeboden, deze zijn minstens even belangrijk als de wetenschappelijke vakken.
Vlaams belang
Hun standpunt:
De inhoud van de rooms-katholieke godsdienstlessen moet vrij kunnen bepaald worden in het vrij onderwijs. De grondwet voorziet dat in het gemeenschapsonderwijs er tot de leeftijd van 18 jaar een keuze moet zijn tot het volgen van een van de erkende godsdiensten en de niet-confessionele zedenleer. Dat brengt inhoudelijke en praktische problemen met zich mee bij de lessen islamitische godsdienst. Bij alle andere godsdienstlessen wordt er plaats gemaakt voor verschillende levensbeschouwelijke visies, bij de islamitische godsdienst vrijwel nergens. Bovendien wordt de inhoud, de kwaliteit van de lessen en de kwalificaties van de lesgevers in vraag gesteld.
In het gemeenschapsonderwijs zou men dus liever naar één levensbeschouwelijk vak gaan, maar grondwettelijk kan dit niet.
Mijn mening:
Jammer dat het Vlaams Belang zo negatief is over de islam. De fundamentalistische leer buiten beschouwing gelaten is het de moeite om ook aan deze godsdienst aandacht te besteden tijdens de lessen levensbeschouwing.
NVA
Hun standpunt:
Open VLD en Groen! dienden een voorstel van decreet in om in de derde graad van het secundair onderwijs in ten minste de helft van de uren godsdienst of niet-confessionele zedenleer de andere godsdiensten uitgebreid aan bod te laten komen. NVA gaat hier niet mee akkoord. Jongeren die voor een bepaald type onderwijs kiezen, bijvoorbeeld rooms-katholiek, moeten over dat vak onderwezen worden. Onderzoek heeft uitgewezen dat ouders bewust kiezen voor een pedagogisch project. Er wordt binnen de lessen godsdienst al voldoende aandacht besteed aan religieuze diversiteit.
Politiek mag zich niet moeien met het aanpassen van de eindtermen om maatschappelijke ontwikkelingen aan te moedigen.
Mijn mening:
Ik ben het hier helemaal niet mee eens. Door onze multiculturele samenleving is het een 'must' om kennis te maken met de verschillende godsdiensten en religies. Ook al kies je voor een katholieke school, volgens mij is het toch nog steeds belangrijk om ook een achtergrond te hebben over de andere religies. Je komt hier namelijk dagelijks mee in contact, dus waarom zou je hier dan niets over willen bij leren.
Janssen, K., Jonkers, R. (2007) . Het boek van de troost. Leuven, Davidsfonds/ infodok
Hieronder zal ik kort de belangrijkste punten uit bovenstaande bron toelichten. Bij het schrijven over andere culturen, heb ik mij enkel gericht op de Islam.
Omgaan met verlies kan op verschillende manieren, dit heeft niet altijd te maken met mensen die sterven. Verdriet om huisdieren is bijvoorbeeld een verlies dat vaak voorkomt in een mensenleven. Een huisdier leeft namelijk niet zo lang als een mens, je zal dus ooit je huisdier zien sterven. Het verlies van een huisdier is voor kinderen vaak het eerste verlies waarmee ze in hun leven te maken krijgen, op deze manier krijgen ze ook de kans hier mee om te gaan. Ze leren tevens dat doodgaan hoort bij het leven.
Een belangrijke dag om overledenen te gedenken, is Allerzielen op 2 november. Ook Allerheiligen op 1 november hoort hier bij. Op deze dagen gaan veel mensen naar het kerkhof om de overledenen te gedenken. Het is dan ook erg belangrijk dat je kinderen hierbij betrekt, neem hen mee naar het kerkhof en bespreek deze dagen met hen.
Volgens Elisabeth Kübler-Ross zijn er vijf stappen te onderscheiden bij het rouwproces:
1. Ontkenning
Tijdens deze fase wil men niet weten dat de persoon is overleden, men leeft in ongeloof en ontdekt de dood.
2. Woede
Vaak weet je niet goed op wie je boos moet zijn, want er is vaak niemand die schuld treft bij een overlijden (af en toe is dit natuurlijk wel het geval). Je probeert de schuld dan toch in iemand z'n schoenen te schuiven, dit zijn vaak de mensen die je nauw aan het hart liggen, mensen uit je omgeving.
3. Onderhandeling
Mensen zullen bijvoorbeeld bidden met God om te gaan onderhandelen. Ze zullen vragen om de persoon niet te laten sterven, wanneer zij zich voor altijd goed zullen gedragen.
4. Depressie
Tijdens deze fase komt pas het echte besef van de overledene. Op dit moment van het rouwproces zullen mensen het niet meer zien zitten, ze zijn erg verdrietig en vinden geen troost. Ze hebben ook weinig behoefte om getroost te worden, of aan mensen die zeggen dat 'het wel goed zal komen'. Sommige mensen willen tijdens deze periode erg veel praten, anderen worden liever alleen en met rust gelaten.
5. Aanvaarding
Wanneer men in deze fase komt, zal met niet meer boos of depressief zijn. Men zal de dood aanvaarden in goede zin.
De moslims geloven dat een engel, de engel van de dood, de ziel van de overledene uit het lichaam verder begeleidt. Eerst zal deze ziel kijken naar de begrafenis van het lichaam, later wordt deze door de engel overgebracht naar de tussentoestand. In deze tussentoestand bevindt de ziel zich dicht bij Allah, maar alvorens hier te komen zal hij de 7 lagen van de hemel moeten doorreizen. Wanneer dit goed is gelukt, kan de ziel tot bij Allah komen.
Fiddelaers-Jaspers, R., Spee, I., Roos, D. (2000). Veelkleurig verdriet: afscheid nemen in verschillende culturen. Quirijn, KPC groep
Hieronder zal ik kort de belangrijkste punten uit bovenstaande bron toelichten. Hierbij heb ik mij enkel gericht op de Islam.
Wanneer je kinderen helpt bij het omgaan met verlies, is het erg belangrijk om hen te informeren. De informatie die je geeft moet echt zijn en mag niet bestaan uit verzinsels, want dit leidt echter tot misverstanden. Wanneer je bijvoorbeeld aan een kleuter vertelt dat 'opa voor altijd zal slapen', bestaat de kans dat de kleuter bang zal zijn om zelf te gaan slapen. Wanneer je hen informeert, is het wel de bedoeling dat je erg concreet bent. Je moet de waarheid vertellen, zoals die is. Het aanbrengen van slecht nieuws of een aanleiding geven tot een gesprek hierover, kan je doen door gebruik te maken van prentenboeken.
Het is belangrijk om kinderen te steunen tijdens hun rouwproces, dit kan je doen door de verschillende hieronder beschreven stappen te volgen:
1. De kleuter moet beseffen dat er iemand dood is, er moet erkennen zijn. Hierbij is openheid van de omgeving erg belangrijk.
2. Je helpt de kleuters omgaan met zijn gevoelens. Je kan de kleuter bijvoorbeeld zijn verlies laten herkennen door de pijn die hij voelt. Het is echter heel erg belangrijk dat de kleuter zich in een veilig klimaat begeeft, zodat hij/ zij z'n gevoelens kan uiten.
3. De kleuter moet leren leven zonder de lijflijke aanwezigheid van de andere. Dit is een erg zware taak, zowel voor de kleuter als voor zijn omgeving om hiermee om te gaan. Herinneringen aan de overleden persoon zijn hierbij erg belangrijk.
4. De kleuter zal de overledene emotioneel een plekje moeten geven.
Wat erg opvallend is, is dat rouwreacties helemaal niet universeel zijn. Huilen bijvoorbeeld wordt niet in elke cultuur geapprecieerd. De culturele en religieuze achtergrond van een persoon beïnvloedt de manier waarop mensen verdrietig mogen zijn.
Voor moslims is er één ding er belangrijk, namelijk de Koran. In dit heilig boek staat vermeldt wat er van de moslims wordt verwacht en ook wat voor hen verboden is.
In de Koran staat bijvoorbeeld dat een bezoek aan een zieke of een stervende voor een moslim een goede religieuze daad is. Tevens staat in de Koran dat lijden tijdens de stervensfase een reiniging van de ziel is.
Moslims worden 24 uur na het overlijden vaak al begraven, dit gebeurt met het gezicht in de richting van Mekka. De begrafenis gebeurt door mannen en enkel in aanwezigheid van mannen. De vrouwen kunnen later, op een andere dag, naar het kerkhof komen. Cremeren is verboden in de Islam.
In de Koran staat dat de rouwtijd maximaal 3 dagen mag duren, deze tijd wordt voorzien om naaste familie te troosten en te condoleren. De vrouwen mogen dan geen parfum, henna, sieraden of make-up dragen. Ook gebeurt het condoleren in een aparte ruimte voor mannen en vrouwen. In de praktijk duurt deze rouwtijd echter 40 dagen, met om het jaar een herdenkingsmoment.