Op donderdag 22 mei heb ik een interview van juf Loes afgenomen, ze is leerkracht in de Bosstraat te Wilsele. Hieronder vindt u de vragen met de antwoorden die zij hierop gaf.
1. Op welke school geef je les? VBS De Bosstraat Wilsele-Putkapel
2. Hoelang sta je al op deze school en hoelang sta je
al in het (kleuter)onderwijs?
"Ik werk nu vier jaar op deze school en ben vier
jaar geleden afgestudeerd als kleuterleidster."
3. Heb je al eens te maken gehad met verlies in de
kleuterklas. Hoe vaak?
"Ik heb tot nu toe drie keer het verlies van een
grootouder van een kleuter meegemaakt. Ook het verlies van een huisdier kan op kleuters
een grote indruk nalaten."
4. Op welke manier kreeg je te maken met verlies?
"Zoals hiervoor al vertelt, was dit het verlies van een grootouder. Ook al van huisdieren van de kleuters."
5. Op welke manier help je de kleuter die te maken
krijgt met verlies?
"Dit hangt af van kleuter tot kleuter. Niet elk kind
reageert natuurlijk hetzelfde op verlies. De manier van helpen of de activiteit
die je aanbiedt moeten natuurlijk afgestemd zijn op de kleuter in rouw. Ook de leeftijd van het kind speelt hierbij een
rol. Ik werk met kleuters van 4 tot 6 jaar en deze kinderen kunnen wel een
onderscheid maken tussen dood en levend, maar ze zien dit vaak als iets tijdelijks,
iets omkeerbaar (magisch denken). Het is dan ook heel belangrijk om kinderen
concrete info te geven (iemand die gestorven is slaapt niet of is niet op
reis). Kleuters kunnen ook sneller van stemming wisselen, ze kunnen momenten
van verdriet hebben en even later alweer vrolijk spelen, geef hen die ruimte,
de dag moet natuurlijk niet volledig in het teken staan van het verlies. Kinderen
van deze leeftijd verwerken verlies of gemis ook vaak in hun spel, geef hen
hiertoe de kans. Kleuters kunnen zich ook niet altijd even goed verbaal uiten
en daarom moeten ze ook op een niet-communicatieve manier hun gevoelens kunnen
uiten. Ze kunnen een tekening maken of iets knutselen voor de overledene. Elk
jaar werk ik ook het thema gevoelens uit, hierbij maken we in de klas een
gevoelsbarometer. Hierop kunnen kleuters ook visueel duidelijk maken hoe ze
zich voelen (verdrietig, boos, ). Sommige kleuters brengen een foto mee van de
overledene en deze krijgt een plaatsje in de klas in het godsdiensthoekje. Er
wordt meestal een kaarsje gebrand waarbij we een gebedje zeggen of waarbij de
kleuter (als die dat wil) iets kan vertellen over de overledene. Kleuters
kunnen ook steun vinden in verhalen rond gemis, verdriet of rouwen, ze
identificeren zich dan met de verhaalfiguren. Andere mogelijke activiteiten die ik zelf al op
stage zag:
- een herinneringsdoosje knutselen (kan mee naar
huis genomen worden maar kan ook een plaatsje krijgen in de klas, wanneer het
kind hier nood aan heeft kan het hiernaar teruggrijpen)
- een troostboekje maken voor de kleuter die te
maken heeft met rouw en gemis (bijvoorbeeld tekeningenbundel)"
6. Gebruik je bepaalde bronnen of theorieën om de
kleuter hierbij te helpen?
"Je kan concrete lesideeën en activiteiten vinden in
de methodes Tuin van heden of TOV. Er bestaan ook rouwkoffers, deze heb ik al bekeken
tijdens mijn opleiding maar ik heb er wat gebruik betreft zelf nog geen
ervaring mee."
7. Ga je kleuters uit andere culturen op een andere
manier helpen?
"Dit heb ik tot nu toe nog niet ervaren. Natuurlijk
zal je rekening moeten houden met de culturele verschillen. In sommige culturen
viert men bijvoorbeeld feest na het overlijden van een dierbare."
8. Hoe begin je aan het verwerkingsproces met de
kleuter?
"Ook hier hangt dit weer af van de manier waarop het
kind in kwestie reageert op de gebeurtenissen. Geef het kind de liefde en
aandacht waar hij of zij nood aan heeft, biedt het kansen om zijn verdriet te
tonen/verwerken door aanbod van materiaal en activiteiten, toon als leerkracht
ook gerust je eigen emoties, wees ten allen tijde eerlijk en concreet."
9. Hoe zorg je ervoor dat het verwerkingsproces in de klas overeenkomt met de manier van het verwerkingsproces thuis?
"Door je betrokkenheid aan de ouders kenbaar te
maken en door samen te bespreken hoe het thuis en in de klas loopt."
10. Welke prentenboeken gebruik je rond de dood in je
klas? Werk je hier enkel mee wanneer het echt aan bod komt?
"Mogelijke prentenboeken (er zijn
er veel meer natuurlijk maar met deze heb ik al gewerkt):
-Kikker en het vogeltje
-Derk Das blijft altijd bij ons
-Lieve Oma Pluis
-Rikki en de eekhoorn
-De oma van Jules
-Vier bevertjes en een kastanje
-De mooiste begrafenis van de
wereld
-Ik mis je
-
Ik werk hier niet enkel mee wanneer het echt aan
bod komt, ook binnen het belangstellingscentrum gevoelens komen deze verhalen
aan bod."
11. Is er een bepaald stramien waaraan jij en de andere
kleuterleidster van de school zich aan moeten houden? (Indien je al op een
andere school stond, was deze manier van werken anders?)
"Er is geen stramien bij ons op school waar we ons
aan moeten houden en ik werkte nooit in een andere school."
12. Richt je een speciale hoek in voor de rouwende
kleuter
"Dit heb ik nog niet gedaan, maar het is natuurlijk wel mogelijk. Je kan een herinneringstafeltje maken bijvoorbeeld of een stil hoekje aar de kleuter zich als het nodig is kan terugtrekken. Een gevoelenshoekje zoals een 'boze hoek' waar kleuters zich kunnen en mogen afreageren. "
13. Zijn er bepaalde tips die je hebt voor mij,
toekomstige kleuterleidster? Zijn er dingen waar ik speciaal op moet letten of
speciale aandacht aan moet geven?