Het kortste hoofdstuk uit een boek van Prof. Rik Torfs is hoofdstuk 14 (Het toevallige veelvoud van zeven) eindigt met: 'Als God een vrouw was...!
Een doordenkertje. (Zoals we dat bij Proffen gewoon geraken en er toch niet genoeg van krijgen.)
Wanneer zelfs mijn 'fiets' zich langs de oude spoorwegbedding, vanuit de bormte naar de brugstraat laat 'vlinderen', 'flaneren', geniet de 'opzitter' (men heeft ook nog een bijzitter,.... maar dat komt nog) van een passage voorbij het 'Zomerhuis'.
En dan....!
Het Doel heiligt de middelen, maar dit denkbeeld past niet meer in het (zijn) huidig actueel perspectief.
Een musicus heeft weinig aantrekkelijke eigenschappen, is apart (daarom is hij of denkt hij/zij het warm water uitgevonden te hebben....enz..enz..)
Ik genoot ...en Leonardo da Vinci had het nooit beter kunnen tekenen of Monet niet beter kunnen schilderen dan dat ik dit met mijn eigen ogen, 'life' had (heb) kunnen aanschouwen. (Fietstrip naar 'de brugge'.)
Bij Staf Robijn bracht men wel 'constateurs' binnen en 'de'n Baans' (Bauwens) reed er, wekelijks, met volgeladen 'keeven' vanuit de'n oprit van Staf Robijn (polenlaan) richting Frankrijk wat ik eigenlijk nooit begrepen heb.
Naast café St-Hubert ('kaar de ruisrere') woonde een duivenmelker...., peetsjen Smedt.
Ik zie hem nog zitten, kijkende van op zijn bescheiden zitbankje voor zijn eigenste en geheiligd duivenhok, naar de'n nok van de 'brigadier', (huis in de stousiestraote) want dat was 'schijnbaar' voor de duiven, een luxueuse korte aanvliegroute naar het 'platform' van een zalig, fictief 'weduwschap' een onverwachtse thuiskomst, .............en daar doe je wat voor.
Duiven zijn een special ras...geen intellectueel 'mens' kan bij benadering 'verklaren' hoe zij (duiven) er toe komen honderden kilometers afstand af te leggen zonder richting's aanwijzers.
In 'vogelvlucht' vroeg een verdwaasde buurtbewoner.....?
Evenals de liturgische koorzang verstuift in een moderne maatschappij, zo is het ook met bv. een andere maatschappij: de duivensport.
Een duif met een maretak in zijn bekje symboliseert de vrede!
Men kan het niet prachtiger bedenken.
Het blijft boeiend wie ermee begaan is, maar vertoeft in een 'stadium' van 'eigenzinnige' overtuigde en bovendien jaloerse medebewoners.
Sport en Cultuur.
Och, ik ging graag vissen...en dat is ook een sport.
(Dacht ik toch...maar mijn echtgenote is het daar niet mee eens.)
Duiven vragen er niet om,.
Zij doen het ...
Onze langharige Angora-kat 'Larius' bekeek het vanuit onze zeer oude 'perelaar' en daar was peetsjen Smedt niet gelukkig mee....
Hij 'trok' nog eens aan zijn, met grove Semois gevuld houten pijpje, (zonder filter)
maar op het 'moment' dat de duiven 'gingen vallen', ( na een vlucht vanuit Quievrain,...... je zou voor minder) gaf hij een ingehouden maar toch onheilspellende, stilzwijgende 'verklaring' af tegen over één ieder die in de onmiddellijke nabijheid durfde te komen ...:
" Ze hebben goe gevloogen..."!
of "Da's hier geen duivenkot...!" (Stekens gezegde) terwijl hij er dagelijks in zit.
Een échte duivenmelker laat zich niet 'keven'.
(Het duivenlokaal van Staf Robijn is later verhuisd naar 'de'n Belle-Vue'.)
Als je met opvallende bescheidenheid door 'de'n blauw wegel' fietste en de 'Bormte' overstak, kwam je terecht in een maagdelijke oase van 'verderf'.
(zei ne'n 'onderpaster' vijftig jaar geleden.)
Prachtig dat onze 'lieven' Heer dit zwembad én zijn bezoekers tot zijn 'kunstwerk' heeft verheven.
En nogmaals...een 'creator' heeft toch graag dat je aan zijn 'kunstwerk' niet voorbijloopt zonder één blik....? (Cfr. De Sixtijnse kapel in Rome...(?))
Het zou een 'blamage' zijn voor het 'gecreeërde',.... het model en de 'creator'.
(Een blikje...dat was toen nog niet in, anders vond je deze wel...Cola, Ice-thea, 7-up, Sprite..maar bestond wèl in de vooral 'Katholieke' opdrachtgevers uit een 'grijs verleden en wat wij 'nu' plaatsen in een uniek kunstpatrimonium.)
Hoeveel 'kunstenaars, ( Beeldhouwers, schilders, literatuur, muzische kunst, hebben of hadden een levenslange betrachting dit 'fenomeen' ((Vrouw))te 'boetseren'?)
Zij 'slagen' (Slaagden) er niet in.
Daarvoor is een vrouw te uniek en laat zich niet verleiden door...en gebruik maken van.
Gelukkig.
Een weldaad of suïcidaal, ongecontroleerd moment, een gevoel van masculair, illusionaire machtswellust of misbruik.
Hét niet te overwinnen en bijgevolg ontgoochelde, steeds opnieuwe opstanding.
Het houdt ons, homo sapiens, ludens of weet ik wat, in leven..... of wat wij denken wat leven is.
Een semi-rotonde bood een uitweg naar de 'Brugge'.maar...je moest even 'passeren' voorbij het 'Zomerhuis'.
Je deed dat met jeugdige, schijnheilige galante overtuiging...in de hoop dat niemand het zou zien en zéker niet jouw 'klasbewoners' of nog vervelender..(als 12 jarige) jouw lief.
Ik reed naar mijn 'vriend' die woonde op de 'Brugge', en was mij niet bewust welk, ongevraagde maar tevens aangename gevolgen dit in mijn verdere leven zou betekenen.
Als je, met jouw fiets, (Indien je de eigenaar was en bijgevolg een bevoorrechtte jongeling waart en er één had) (1957) in de 'stousiestraote' fietste, kon je, in deze bekende straat op 't einde, helemaal rechts inslaan richting 'de bormte'.
Je moest dan wel enkele 'spiegels' passeren die aan de vensterbanken,
met geoxideerd naturalisme hun stevigheid bevestigden. (Roest)
Het was een restant van brave 'bourgogne'-bewoners.
'De'n blauw'n wegel' had twee gezichten... links en rechts.
Voor mij een héél verschil.
Als je links reed, moest je nog over de spoorwegwegel.
(Richting nieuwstraat t.o. Van Camp)
Als je rechts reed, ging het richting Bormte, langszij de 'spoor-rails'.
De uitnodiging van het 'fietspad' lag voor de hand en als je de Bormte 'overstak'....
'Blauw'n wegel naar Zomerhuis' kon je als puber, regelrecht naar de'n biechtstoel voor al dat 'bloot vlees'...waar je onbewust, met een onverstaanbare kinderlijke drang, naar zocht! (Zomerhuis)
Ik plaatste' mijn' fiets naast en aan de betonnen platen van het 'zwembad' want het inkomgeld (20fr.) dat kon 'de'n bruinen niet trekken'!
Van op mijn 'fietsbuize', geplaveid tegen de betonplaten en tussen de struiken, (Deze betonplaten waren té hoog maar, staande vanop mijn 'fietsbuize' kon ik toch met enige christelijke ongerustheid, die 'mannen' zien liggen 'bruinen' op het grasveld in de onmiddellijke nabijheid van al dat mooie Gods-geschapene.
En 'Fons' Wouters, de jarenlange redder van dienst,.................... kon zich wel laten vervangen door één van deze 'heren'.
'Awél, ik had ook graag 'redder' willen worden.
't Waren altijd dezelfde die van een 'prévilége' genoten.
En ik maar 'zagen' aan de stukjes ijzer voor het voetbalplein 'Dr.Roggeman...'
Van de Bormte naar 't Zomerhuis (langs de spoorbaan) was er één ding wat mij opviel:
'De bladeren van de bomen' 'acteerden' op naturalistische wijze.
De bomen vertoonden een 'striptease' landschap en het vogelnest werd zichtbaar.
Ze (bladeren) vielen af, niet bewust dat dit een onherstelbare tsunami zou teweeg brengen binnen het 'menselijk' bestaan.
Als god mijn broer zou zijn, was ik beschaamd.
Maar verdorie....dat 'iets' is toch maar mijn toevluchtsoord......!
Het nieuwe voetbalplein moest een uitstraling hebben alvorens je één stap op het terrein zette. Het moest de 'vijand' de illusie geven dat ook 'Di Stefano en Pouskas' hier gespeeld hadden.
Aan Oscar werd de opdracht gegeven een soort 'arc de triomf' te smeden met vermelding van 'Roggeman'.
Of dat deze laatste ooit gevoetbald of gefietst heeft betwijfel ik sterk.
(Deze week, altijd de eerste donderdag na de grote kermis is er de wielerwedstrijd voor beroepsrenners: grote prijs Dr.Eugeen Roggeman. en deze 'sportactiviteit geniet nog steeds een ruime belangstelling.)
Hoeveel stukjes ijzer ik heb moeten doorzagen om bv. de eigennaam Roggeman samengesteld te krijgen...het hield niet op en ..........naast ons waren ze volop aan't 'beizen'.
Het plein zelf moest ook nog omheind worden met stevige buizen van '14' en moesten bovendien ook nog 'gereumiend' worden.
Op het voetveld bracht ik mijn mooiste tijd van mijn jeugd door, maar de 'corsetterie' was er teveel aan.
'Mon De Block' kwam af en toe eens langs toen Oscar 'bezig' was met zijn 'kunstwerk'.
Het eerste wat 'Mon' zei was altijd: "Ho, het ruisen van het ranke riet...!
Hij deed met een onnavolgbaar elan, zoals ik dat later zou ervaren wanneer hij, van op de 'kansel' van het gemeentehuis, op 11 november, zijn jaarlijkse speech gaf waar elkeen kippenvel van kreeg en de gesneuvelde soldaten het zeker moeten gehoord hebben.
Pas toen heb ik pas begrepen welk een unieke fan 'Edmond' voor het Ruysscheveldekoor wel was.
Langs de 'stousiestraote' kon je zowel een fietsbinnenbaantje kiezen naar de 'nuustraote' of/en de bormte!
Naast schrijnwerkerij Dias, was er een onopvallend fietswegeltje die u leidde met een toch niet al te korte 'weg' naar hoger vermelde straat.
Via de achtergelegen tuintjes van plaatselijke bewoners van de 'stasiestraote' en gronden van de familie Van Hoye, kwam je toch terecht op de plaats van bestemming.
Je reed wel in een 'U-vorm' en moest, en dat was het enige boeiende, acrobatische 'toeren' uithalen om op een breedte van 30 cm.niet ongevraagd kennis te maken en uw neus niet te steken (letterlijk) in de weelderig 'bloeiende' 'graszooiën'!
Aan de fietssporen zag je, dat van dit 'wegeltje weinig gebruik werd gemaakt.
Misschien lag het aan het gevoel dat je iemands anders 'hof' opreed en dat dàt een onaangenaam gevoel gaf....?
De gedachte van mezelf was: er waren wél grachten met talrijke 'puilonkjes'...maar er zaten geen stekelbaarsjes in ...........
Mijn fiets, gekozen uit onze 'fietsparking', gaf me een illusionair gevoel van macht.
De gevolgen draag ik nog steeds in mijn schedel...!
Maar, ondertussen passeerde ik de 'wegel' naar het nieuwe voetbalplein.
Het 'patattenveld' op de 'Brugge' heb ik nog weten liggen....waar 'Nandje', een legendarische verdediger was.
Samen met een jonge 't Jefken Dullaert, één van mijn top favorieten.
Het nieuwe voetbalterrein gaf voor mezelf weinig kans om mijn speelse kindsheid in mijn onmiddellijke omgeving te verifiëren.
De 'stousiestraote' is altijd een aparte straat geweest!
Mooi volk...met enkele mooie woningen o.a. Robert Van Schoote.
Er werd, naar ik mij herinner, op het 'pancier', met intellectuele en soms luidruchtig enthousiasme, gekaart...
Het 'plancier' diende voor mezelf enkel om te 'laveuren' en...
ik moet zeggen; ik kon mijn mannetje staan.
De brandweer, drie schrijnwerkers, douanekantoor, tabakswinkel, 'hoog' volk,
het nieuwe voetbalplein: 'Dr Roggeman', vier café's, (einde jaren vijftig) een velodroom wat Stekense geschiedenis heeft geschreven met o.a. Dorsan Merckx.
Ik ben deze man zéér dankbaar.
Het was hij die telkens met zijn 'klak', in ons café rond ging wanneer ik op gehoopt aandringen van mijn Vader, mijn accordeon mocht bovenhalen en met overtuigd enthousiasme: 'Veel bittere tranen' van Tante Leen 'vertolkte'.
De geldelijke inhoud was net niet genoeg om een boek van 'Bessy' te kopen, ook al was dat net iets 'goedkoper' dan 'Suske en Wiske'.
Zeker niet vergeten 'Het Station' waar een stoomlokomotief één keer per dag nog 'passeerde'.
Ik zie het nog voor m'n ogen....
Ik had schrik van zo'n log gevaarte en bovendien, het stoorde mijn aangeboren hobby 'vissen' aan de gracht die er onder de spoorlijn liep. (Nieuwstraat)
Met een borstelsteel, een garendraad, een 'stopsel van verloren wijnfles en een weliswaar echt vishaakje, hengelde ik, tevergeefs naar stekelbaarsjes...!
In de bormte was het te druk bevolkt met hengelaars en hun afgedankte, met gaten geborduurde emmer.
Maar langs de spoorwegbedding, van de nieuwstraat naar Kemzeke had ik mijn 'stek' gevonden en kreeg altijd begeleiding van een hoog in de lucht 'zingende' leeuwerik.
Hoe dan ook, ik was mij reeds bewust dat dit beeld.
Geen Zichemse maar een echt Stekens ervaring, geprent in mijn, toch al zo onschuldig 'zieltje'.
Ik had altijd een vooraf bereidde, lege limonadefles uit ons café, geprepareerd met 'kaliesenhoutsap'.
Lekker smaakte dat niet maar het was 'in'... en soms al opgedronken vooraleer ik voorbij de hoving van de familie Verwilligen liep.
In 1975 ben ik daar nog vaak terug gaan wandelen, maar de hoving was nu gedrapeerd door keurig gewassen en in de zon te drogen truitjes waarmee je een volledige (jeugd-) voetbalploeg kon samenstellen.
De periode 1979-1989 kende een omvangrijke, benevens adolescente toegang tot verenigde uniformiteit en verkondigde zijn plaatselijk bestaan.
Niet altijd in dank afgenomen, daarom was het te popularistisch geworden. (Gemeente-beschaving)
Het verkondigde voor anti-patieke partijgenoten een labyrint van ondoordringbaar en tevens onaantastbaar bestaan van een onverwachte 'kerkelijke inmenging'.
Men nam deel aan...bijgevolg 'soutane'-opdracht van deelgenoot.
(Merk het laatste deelwoord: 'noot' op!)
Zéér zeker niet!
Dit werd gepropageerd door en ter gelegenheid van o.a. een 15 jarig 'jubileum'.
Ook 15 jaar werd, met de nodige (liturgische) glans, becommentarieerd door de aanwezigheid van broeder-en zuster zang-college's.
Klik op bijlage voor de maandelijkse gastkoren-presentatie (1994) in het kadervan een Eucharistische opluistering.
De kerk bezat toen nog een verdwaasde onfeilbaarheid, een module van volgzaamheid. Gelukkig is er nu, pas na zoveel eeuwen een wijziging in gekomen en...voelen wij ons daar nu beter door?
Ik vrees van niet want onze gevouwen handen vertoeven in een 'menselijk' circuït van vraagstelling en moesten wij het antwoord weten....!
Wanneer ik zo verder afdwaal naar het verleden, naar nostalgische beelden en de 'mooie' mensen die daar huisden, met hun eigenheid, hun uitstraling met Steken's woord- en zinsgebruik:
"Gij nie zulle, laveur".
"'t Is boumesse....!"
"As ge nie brouf zijt, geef 'k ou ne schup teg'n ou kliesters..!"
"Germaine, da's nou ies un dutse...heur man eet eur nogal un peire gestoven...!"
"Mijne rugge is zoë stijf as ne koterouk...."
"Die leupt meer padderkluts da wa d'anders...."
En als dan een jongeling antwoordde op de vraag van zijn 'lief' van ver buiten Stekene:
"Zie je mij nog graag"?
en hij zei: "amats...".......... was zij in de wolken.
Zij verstond; 'héél veel'...en.......................................het werd een avondvullend programma!
Zoals elke gemeente prat gaat op eigen dialectisme, zo ging dat ook in Stekene.
Weinig aantrekkelijk omdat er telkens een '-e' aan te pas kwam en dat heeft vervelende, weinig charmante eigenschappen voor niet Stekenaar's.
Deze uitdrukkingen lagen zeker in de mond van bv Césarine M., die heel vooraan in de 'Stausiestraote' in een bescheiden woning verbleef, zoals er talrijke andere soortgelijke huisjes het dorpsbeeld sierden.
Het is pas als er 'iets' niet meer is, dat je geconfronteerd wordt met eigen gedachten en gevoelens die 'soms' onherstelbaar beschadigd zijn.
Wie naar een rijke bron van Steken's dialect wil informeren, verwijs ik o.a. naar het gemeentelijk informatieblad van Stekene, vierde jaargang nr3 juni 1975.
Bijnamen uit Kemzeke vindt je in de dertigste jaargang nummmer 4. (d' Euzie)
Ik heb altijd het gevoel gehad dat ons café, St-Hubert niet concurentief genoeg was tegenover bv. De'n Anker, Belle-vue, Terminus, gezusters Nobels en nog andere in de dorpskom gelegen ontmoetingsplaatsen.
Als kind betekende; 'Sint' toch heel wat rond 6 december....!
Deze gedachte circuleerde in mijn onbezorgd kinds zijn.
Maar er was wèl iets wat bij vele 'senioren' een aangename nostalgie oproept.
Het plaatsen van uw fiets...bij 'De Ruisers'!
Er was maar één concurentie..en dat was bij Lady's, maar dat woord is veel te geladen om het in dit verhaal in te calculeren. Toen verdroeg het men van elkaar.
Vijf frank per week, en uw fiets werd zorgvuldig 'bewaakt'.
Ik spreek nu wel van fiets, maar sommige fietsen leken mij eerder op antieke kostbaarheden. waarvoor je nu straf op zoek moet gaan om ze nog te vinden.
Die vijf frank bracht letterlijk (brood)-zaad in het bakje.
Een heel deel van de week leefden wij ervan.....het was 'casch' geld, ons Moeder stond erop dat dat gebeurde bij bv. Jenny Van Gaever (Thyusbaert), en Lucia (van de'n Direct naast gemeentehuis.)
Behalve bij Martha. (Potters)
Die schreef het liever op de'n boek. Zij was dat gewoon van ons en na een half jaar liep de rekening op tot... in de slechtste geval : 7000fr. wat bij het zien van, en met de hand keurig uitgeschreven rekening (datum en inhoud) een ongevraagde accute migrainaanval bij ons Moeder teweeg bracht.
De ongehuwde Martha had geduld en begreep dat.
Ik heb ons Moeder nog horen zeggen:
"Martha, ik kom betaol'n as d'and're ook betaolt enne...hé!"
Als jongeling wist ik maar al te goed over wie het hier ging!
Maar, als je een of ander café-verhaal ging vertellen aan je klas genootjes, kreeg je toch een soort Christelijk wroegingsgevoel.
Je had toch 'iets' om tegen de'n biechtvader eerlijk te vertellen al hoewel je zéker wist dat je er nog een 'pastorale' 'boete' bovenop kreeg.
De eerste vrijdag van de maand werden wij 'uitgenodigd' onze 'eigenzinnigste biechtgeheimen' te gaan 'verklappen'.....
Vandaag herdenken wij de moorden op onschuldige kinderen,
en niet de 'onnozele'.
En er was duidelijk een persoonlijke keuze naar welke onderpastoor men trok...als het niet door één van onze 'meester's' was opgedrongen.
Het was tè opvallend dat voor de ene biechtstoel, te veel plaatsen open bleven wat er op wees dat je je mochten verwachten een een 'serieuze' penitentie.
(Mattheeuws, De Malsche, Oelbrandt en.......Pastoor Weyn.)
De biecht eindige, zoals altijd, met een akte van berouw!
Buiten andere akte's, was deze laatste het mij meest bekent.
(Akte van Geloof, Hoop en Liefde.)
Het ging zover dat; wie de zwaarste penitentie kreeg, ook de toekomstige 'man', m.a.w. Johnny Weismüller zou worden...!
Lady Weyn (Café Graaf van Vlaanderen tegenover (( achter of voor)) het 'vrijheidsbeeld' 'de'n Engel') was een vrij corpulent manspersoon die erin geslaagd was twee prachtige dochters op dit planetarium te helpen 'zetten' en die bovendien.....een suplementaire aantrekking bood in zijn café.... in het hart van het dorp en dat midden de jaren vijftig.
In ons café had ik wel eens gehoord van 'de zeven billeke's' (buiten onze gemeente gelegen en/of .......waren het er veertien...?) maar kon 'bij God' geen link leggen en bovendien moesten mijn oortjes, op dat moment een nieuwsgierige doofheid incasseren.
Ik hoorde het wel (wat een wezenlijke verschil uitmaakt met luisteren) maar misbruikte mijn kindse resistentie om verdwaalde woorden toch op een tactvolle kinderlijke wijze te 'analyseren'.
Kortom, alle café's hadden een deftig imago en je kon er nog een echte 'export' en 'faro' drinken.
Een 'latte' soklat' (geen perette) of een sigaar vragen met als merk 'Uiltje'.
Je moest het wel zelf gaan halen en het geld in de schuif leggen...! (?)
Over de kleurstof van limonade werd niet eens gesproken....maar het smaakte!
Ik vergaloppeer me weer in een rijkelijk 'ver'-leden.
Transformeer mij naar dat kinderlijk, jeugdig, tevens onbezorgd gevoel van 'gisteren'.
Toen...
Onze café, op de marktplaats 'lag' schuins tegenover de café van Lady Weyn.
Een taxichauffeur.
Die beheerde, samen met August De Roos (Gust Sikki's en Edmond Teirbrood) het 'mondaine' vervoerssysteem in onze gemeente.
('Mon' had, in 1939, zijn trouwkostuum geleend aan Oscar De Ruysscher...
en toen mijn Vader vroeg aan de pastoor van St-Jansteen (N) hoeveel zijn huwelijksmis wel kostte, antwoordde de pastoor:
"Ne'n rijksdaalder...!".
Al hoewel mijn Vader geen praciserend Katholiek was, zeker nog nooit over ne'n 'rijksdaalder' had gehoord, had Hij, en als het aan hemzelf had gelegen, geen kerkelijk huwelijk aangegaan.
(Maar meisjes zijn op dat moment wel oppermachtig en mannen reageren met een eigenzinnige illusie van machtsvertoon.)
Met ietwat schijnheilige Lucifersiaanse nederigheid t.o. de pastoor zei m'n Vader:
"Maar mijnheer de paster, 'k heb maar éne gulden en half..."
Als je, ongewild verder verdwaalde, (Vanuit café St-Hubert, halfweg de vorige eeuw) passeerde je voorbij Martha Potters en een andere Martha, nl. Martha Steel.
Op de'n hoek van de polenlaan en de 'stousiestraote'.
Twee ongehuwde 'rijke' alleenstaande dames naast elkaar wonende met dezelfde voornaam...! (Ook zij waren voorname personages.)
Martha Steel had een opvallende en voor haar tijd, moderne winkel met hoofdzakelijk een winkel inhoud waar je, als modale Stekenaar wel naar uitkeek maar er toch aan voorbij ging omwille van de 'centjes'.
Zo was dat ook aan de winkel naast Jozef De Sutter. (Fietswinkel)
Fotograaf Van Vossel, heeft daar ook nog gewoond nadat hij van de polenlaan nr.16 naar de dorpstraat is verhuisd.
Zij hadden twee kinderen.
Een bloedmooi dochter en een flinke zoon Ferry, die later in het kunstonderwijs is verzeild geraakt.
'De Maerschalck' waar ze electrische apparatuur verkochten. en waar ik voor het eerst: 'Schipper naast Mathilde' kon bekijken want dat was, zoals commercanten het behoort,
een T.V. tentoongesteld in de winkel en daar stonden wat mensen verzameld....!
Als misdienaar had ik haar Moeder Steel (Polenlaan nr 2) nog (samen met Pastoor Weyn) het H.Oliesel helpen bedienen. ('s Morgens om 6.30.u met lantaarn en 'bel'!!!.)
Martha (Steel) is op vrij latere leeftijd gehuwd met Fransken. (Uit Beveren en naar ik me nog herinner, via een huwelijksbureau, wat in die tijd nog een 'blammage' inhield.
Maar Martha had het bij het rechte eind.
Zij hebben beiden nog jaren van elkaar (echt-)genoten en waren een voorbeeld voor toekomstige face-book of andere 'sportievelingen'.
Zij heeft nooit geweten dat de latere eigendom nog een 'Bank' zou worden!!!
Ik ben Tony De Ruysscher, en gebruik soms ook wel de schuilnaam TDR.
Ik ben een man en woon in 9190 Stekene (België) en mijn beroep is gepensioneerd..
Ik ben geboren op 30/06/1947 en ben nu dus 77 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Klassieke muziek, religie, moraal-filosofie, en ....mailtjes ontvangen! (Maar ook doorsturen!?).
Wij hebben drie zonen, en twee kleinkinderen.
Tony De Ruysscher is overleden op 28sept 2018 in huiselijke kring.