Germaine wilde toch, dat na 25 jaar elkaar graag zien en vervolgens 25 jaar van elkaar leren houden en daarna elkaar trachten te behouden, hun 50 jarig huwelijksjubileum, samen met hun twee 'kinderen' optimaal zou verlopen maar wist ook vooraf dat 'Rieken' zou trachten het te minimaliseren.
Het kerkkoor was al lang gevraagd.... maar 'Rieken' in de kerk krijgen was een ander paar mouwen.
Hij zou nog éénmaal in de kerk komen maar dan zouden ze hem wel moeten binnen dragen..."tussen vier planken" had hij verteld na de pacht's ontgoocheling.
Met een feministische maar brave koppigheid vervolgde Germaine:
"'k Heb daer euk mee de paster over geklapt...veur die messe...ei ging ies afkom'n om mee ou te praeten...hij moe toch weten wa zegg'n hé 'Rie'. (Ik heb daar ook met de pastoor over gesproken voor die misviering, hij gaat eens langs komen om met u te spreken, hij moet toch weten wat te zeggen, hé 'Rie'.)
"Ge weét, Germaine,da'k gee'n past'r op mijn'n n'of nog wil...da ons Emmily da maer gaet expliceren."
Germaine hielde het ijzer warm en vervolgde:
"'k En zondag de paster de'r zelf over gesprok'n..., ij ging ies afkomm'n."
"Jae jae..da ede al gezei", antwoordde 'Rie' bitsig.
"'k gae van de'n noene (namiddag) patatten mé pillekessaase en salou maok'n, is da goe? (Aardappelen met stukjes spek en salade.)
Germaine wist maar al te goed dat dit een 'feestmenu' was voor 'Rieken'.
"Jou, jou" (ja, ja) was zijn kort antwoord.
"Zeg Rie, edde gij al ies gepeisd da we...." (Hebt gij al een gedacht...)
Rieken onderbrak haar fors met: "Is da ost welle...ge doe maer oppe...'t is allemael goe...ge moe da nie altij vraegen, al wa da gij klaermaekt is goe...
da wete toch al lang'r as vandaege.... (Is't nu bijna gedaan, ge doet maar, het is allemaal goed, ge moet dat niet altijd vragen, al wat gij bereid is goed, dat weet je toch al langer als vandaag.)
"Nee neeju, maer edde gij al ies gepeisd op onz'n zubilée....da's binn'n un paer maenden hé...de'n 18 augustus...da wete toch nog welle hé...
en wa damme allemael gaen dune" vervolgde Germaine met een toch lichte terughoudendheid. (Hebt gij al eens gedacht aan ons jubileum, de 18 augustus, dat weet je toch nog wel hé, en wat we allemaal gaan doen.)
Rieken was duidelijk niet op zijn gemak met deze vraag en had er zich ook niet aan verwacht.
"Ik mieende da ons Emmily daer ging veur zorg'n, die ging toch alles op poeëten zett'n hé...saem mee euren kwibus en daerij...ons Emmily kom goe overeên mee de paster...as ze mij maer goe mee grust laeten...we gaon d'r nie vele aon doene".
(Ik dacht dat ons Emmily dat in orde ging brengen, die ging toch alles in orde brengen,samen met haar man en ook, ons Emmily kent de pastoor goed, dat ze mij maar gerust laten, men moet er niet veel aandacht aan besteden.)
Dit heeft bij 'Rieken' , die een tuinliefhebber was, kwaad bloed gezet tegen over alles wat met de kerk en de parochie te maken had.
Hijzelf kwam weinig buitens huis en het nieuws uit het dorp zou Germaine wel komen vertellen als zij bv. van de 'repetitie' kwam.
Daarom had hij geen bezwaar dat zij koorlid was en bleef van de parochie.
'Rieken' genoot met volle teugen van de eerste, vroege voorjaarszon.
Gezeten op de bank voor hun woning; met de onweerstaanbare pijp gevuld met grove Semois tabak; naast hem zijn hond van een soort boxers-ras, overschouwde 'Rieken' de landerijen.
Reeds bijna 50 jaar lang kende hij elke boom...elk vogelgeluid...en nog steeds boeide het hem...de ongerepte natuur...de rust waar hij zoveel van hield.
Zijn dagblad 'De Volkskrant' dat naast hem lag, interesseerde hem op een ochtend als deze niet zozeer.
"Moete gij een wièrme kom kaffe emmen Rie", (Warme tas koffie) vroeg Germaine vanuit de voordeur.
"Neeju" antwoordde 'Rieken', bezonken in gedachten.
"Moete gij dan iets aenders ein..." (Moet gij iets anders hebben.)
"Neeju,neeju....'t is goe" was zijn lichtelijk nors antwoord.
Germaine voelde algauw dat 'Rieken' meer genoot van de morgenzon dan van haar aanwezigheid.
De eerste frisse zonnestralen waagden zich over het maagdelijk landschap dat klaar lag om bewerkt te worden en doorkliefd werd door één lange rechtte dreef, gekorseteerd door rijen stoere knotwilgen.
Het is de streek tussen de Nederlandse grens en Stekene met zijn talrijke smokkel- en 'komiezenpaadjes'.
Enkel fietstoeristen en af en toe een boer met kar en paard, naargelang het seizoen, maakten gebruik van dit stukje ongerept natuurschoon.
In één van die weinig witgekalkte huisjes met vooraan het 'plansier' (stoep) en een zitbank, of wat er op leek, bewoonde bijna 50 jaar lang Hendricus (Rieken) Martinus Verley, een eenvoudig maar toch belezen man samen met zijn echtgenote Germaine.
Het huisje had bovendien een opvallend mooi voortuintje.
Zoals velen in de streek was 'Rieken', heel vroeger, vlasser geweest, maar zoals velen moeten stoppen met de stiel omwille van 'economische' inflatie.
Toch was hij nog 'jong' genoeg om 30 dienstjaren te sprokkelen aan den 'ijzeren weg', (NMBS) en genoot sinds kort van zijn pensionering.
Hier en daar wel een 'reuma-scheut' in de ledematen deerden hem niet.
Germaine daarentegen was nog 'goed te been'.
Een T.V. of auto bezaten zij niet en Germaine deed dan ook alles met de fiets.
Haar enige ontspanning was het kerkkoor waar zij stipt en in de mate dat de weersomstandigheden het toe lieten, aanwezig was op alle koorherhalingen en mis-opluisteringen.
'Rieken' vond dit goed, niet tegen staande hij een passief socialist was geworden toen,
onmiddellijk na de 2de wereldoorlog, een stukje weiland, dat paalde achter hun huisje, verpacht werd aan de zoon van een bestuurslid van de 'kerkfabriek' daar, waar hijzelf er sterk op gehoopt had dit beperkt stukje weiland te kunnen pachten vàn de kerkfabriek.
Als 'bejaarde' geniet je van datgene wat je 'binnenkrijgt' op je 'computer'. (PPS)
Ook al heb je datzelfde reeds verschillende malen op 'het scherm' toegezonden gekregen.
Met diverse inhoud. (?)
Er zijn 'mensen' die U dat toezenden.
Daar heb je waardering voor.
Dagdagelijks lees ik in het boek van Anselm Grun.
Zijn 'collum' van de dag.
Op 10 'regels' las ik 26 maal het woordje: 'Je'.
Ongeloofwaardig, maar toch is het zo.
De voorstelling van een 'embleem' (R.V.-koor) ligt 'gevoelig bij een 'oud-gediende'.
Maar het embleem heeft een 'serieuze' fout!!!
Waarom?
Net boven de derde lijn van de notenbalk...!
Die 'do'.
'Och, Gottekes toch...!' hoor ik U al zeggen.
Maar het is wel een 'embleem' van een Culturele 'genootschap'
en dat maakt mij 'iet-wat 'verdrietig'.
Op de derde lijn, mag je en keuze maken.
Links of rechts, maar deze keuze geniet van het ...vervolg van nieuwe 'recepten'.
Een enkele noot, boven de derde lijn, beschikt over een mathematische voorstelling.
Links vooraan.
Een Requiem.
De voorlaatste compositie van Mozart, was zijn Requiem. (Onafgewerkt)
Z'n laatste...compositie.. was het AVE VERUM. (1791)
Maar W.A.Mozart was, met veel 'dingen' tegelijk bezig.
Compositorisch weinig vernieuwing, maar ...dat wist Amadeus ook wel omdat in de eenvoud, na een proces van intelligentie, HIJ z'n leven afsloot een muzisch 'betiteld' gebed.
Persoonlijk geniet ik (mee) van het tot stand komen van het 'Ruysscheveldekoor' met tastbare, weliswaar unieke, sfeervolle flitsen uit het verleden.
In de epiloog ga ik trachten de beginjaren van het Ruysscheveldekoor te schetsen vanaf 1979 tot......
Het Ruysscheveldekoor.
Iets waar ik trots op ben en zal blijven.
Talrijke videobeelden zijn hiervan mijn stille getuigen.
Een dirigent die 'blaakt' van zelfvertrouwen,
(enfin, zo uit hij zich toch naar compagnen toe) mag zich dan ook verwachten aan gezonde post-observatieve kritiek.
Een nieuwkomer eet de resten van gisteren en eergisteren en ontvangt dit als voorgerecht voor morgen.
Ikzelf blijf achter met een prachtig bloemstuk.
Een te vroeg 'afscheid' wat ikzelf niet in handen had.
Vertederd door het verleden.
Ik moest aanvaarden dat dit behoort tot de menselijke gedrags-psychologie en... had het daar moeilijk mee.
Ik oversliep het daglicht omdat de nacht mij een rijkelijk aanbod gaf van diepgaande ego-analyse.
Dit negatieve gevoel werd nog meer geaccentueerd door onbegrip van enkelingen binnen het (ons) koor en ..ik mocht (kon) hen geen antwoord geven over het 'waarom' van mijn onverwachts 'stoppen' als dirigent.
Verdere persoonlijke en oppervlakkige innocente 'verklaringen' verleiden mij niet voor verdere duidelijkheid.
Ik kan een imago van Benedictijnse allergie vertonen, een soort goedertierende 'Lam Gods' aflevering.
Wanneer men het échte antwoord zou weten, zal hij/zij overtuigd zeggen:
De laatste dagen van Johannes-Paulus II sierden deze Paus in zijn liturgische aanhef van onverstaanbare tekstueel-vocale 'aanhef' zonder enige accentuatie van aanstellerij en dit verdient applaus.
Buiten de huidige Paus weet ik er niet veel die de belangrijkheid van dit 'modelleren' (het zingen bedoeld) uitstraalden.
Ze lieten het over aan 'anderen', en ... wie bv. de kerst- of paasviering op t.v. volgt weet dat zelfs het Vaticaans koor geen nood heeft aan tenoren....(?)
Maar er is 'iets' dat 'vertrouwen' noemt.
Een dirigent is hiervan op de hoogte.
Hij maakt bezit van; neemt beslag op universele intelligentie en met de nodige diplomatie verwerft hij enige waardering, wat naar mijn gevoel toch een belangrijk onderdeel vormt van zijn totale aanwezigheid.
Het wordt van hem verwacht, zo niet, is er gevaar voor vroegtijdig erosie bij de koorleden.
Het is niet meer voldoende dat je van 'iets' alles weet, (Conservatoriumopleiding) maar veeleer verwacht de 'ontvanger' dat een dirigent van alles 'iets' weet (Lemmensinstituut) in de brede betekenis van het woord.
Dit was een algemene gedachte die tijdens mijn opleiding aan het Lemmensinstituut circuleerde binnen het studentenmilieu.
Een goede 'service' activeren de smaakpapillen... toch....?
Een dirigent kan zich de vraag stellen:"Geef ik 'mijn' koorleden een beperkte verzadiging van boeiende genoeglijkheid, of...
een avondvullend programma".
M.a.w. 'hun avond is weeral gepasseerd'....!.
Ik kon me niet van de indruk ontdoen dat deze laatste gedachte ongevraagd in mijn hoofd circuleerde na een 'koorherhaling.
Ik troostte me dan met de woorden:"Een vriend luistert altijd, ook al is hij er niet" en begon aan mijn zoveelste nachtelijke evaluatie over: koordirectie in 'samenzang' met koorleden.
M.a.w.,de 'dux' (leider) en de 'comes' (meegaande)
Indien U op de foto klikt hoort U het koor van het Lemmensinstituut o.l.v. Kurt Bikkenbergs in de kathedraal van Mechelen.
En geloof het of niet, maar....Kurt Bikkembergs (+-14 jaar oud) heeft, samen met het koor van Stevoort, (Hasselt) toen o.l.v. Ludo Claessens, nog een namiddagconcert verzorgd in het Gildenhuis van Stekene in het jaar 'stillekes'.
Het punt is: welke betekenis geven wij aan 'zingen' in een koor?
A-tonaliteit, modaliteit, dodecafonie, hele- en zigeunertoonladders enz. zijn noodwendig maar verzuren de moderne tonaliteiten.
Hoe vaak worden werken uitgevoerd van bv. Stockhausen, Goeyvaerts...?
Een Petrus-volgeling mag zich niet vast ankeren aan verdedigingstechnieken dewelke behoren tot het grijze verleden.
'Wat hebben ze ons allemaal wijs gemaakt' ...hoort men wel eens bij mensen van de derde jeugd.
En toch hadden die 'gelovigen' een stevigere houvast, ook al was er stilzwijgende nevel van twijfels met een houterige 'Pater Noster' tussen hun vingers.
Hetgeen mij bijzonder opvalt is:
dat tijdens de T.V.-mis op Nederland 2 ('s zondags 10.30u.) de gezangen heel vaak in het Latijn gebeuren???
Ook de voorganger biedt een gemixte offerte van zowel Latijn als Nederlands taalgebruik.
Hij kijkt nu de 'gelovigen' in de ogen....maar zal ook dit nu weer blijven duren?
Ik herinner me nog als kind, dat élke priester voor het altaar, het epistel en evangelie (en nog veel meer) m.a.w.de geprogrammeerde teksten vocaliseerden.
Het kwam in hen niet op het zo niet te doen. Ook niet, met voor ons, een onbegrijpbare taalverkondiging. (Latijn) en dat had misschien wel zijn intellectuele charme omdat het voor de aanwezige 'christen' niet verstaanbaar wàs.
De meeste parochie's beschikken over een senioren(-kerk)koor, maar het laatste woord van hun vocale bijdrage is nog niet verademd of priester staat reeds, vanuit zijn 'stoel', voor de eucharistische tafel...het moet allemaal snel gaan en hieraan heb ik mij dikwijls geërgerd.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat priester en dirigent met de rug naar elkaar staan bij misvieringen. Maar met religie stoeit je niet....het is de 'Bridge after'.
Elke mens is in staat een 'melodietje' te zingen en het gaat er hier niet om, hoe we dat zingen, maar veeleer de kracht van waaruit wij dat vanuit onze eigen geloofsovertuiging uiten.
M.a.w. het wàt men zingt (tekstinhoud) is naar mijn gevoel bijzonder belangrijk.
Het is de dirigent die zalft met de 'talenten' waarover hij mag beschikken.
Duurzame eet gewoontes vertalen zich in 'obesitas'.
Maar toch, geloof het of niet, het is uiteindelijk moeilijker om te 'verdikken' dan om te 'verslanken'.
Een dirigent kneed 'kunst' (?) maar niet zonder de medewerking van zijn medemensen.
Hoe heerlijk is het niet wanneer je als koorlid een 'schouderklopje krijgt van de dirigent...maar ook omgekeerd, voelt dit aangenaam aan.
Koorleden...,dàt is weer een ander paar mouwen. (Volgende blogs)
Een wederzijds: "Ge hebt het goed gedaan", sentimenteren zowel koorleden... als een dirigent.
Het laat alle musicologen-professionelen met een straatlengte achter.
Een dirigent geniet maar, wanneer al zijn 'passagiers' het gevoel hebben veilig geland te zijn.
Als je op weg bent naar kunst, koester je vooraf de mens.
Als je op weg bent naar een levenslange 'verbintenis', (huwelijk) gebruik dan je oren en niet je ogen.
Dit houdt ook een 'gevaar' in. (Het zou geen dualisme zijn mocht het niet kunnen genieten van
spanning en ontspanning....maar dit laatste is van 'kortere' 'tijds-duur....'omdat het geplaatst wordt in.... tijd... en dàt bestaat niet.)(Een gezellige koorrepetitie heeft reeds miljardenjaren geleden plaats gehad en dan nog...)
Mensen herken je wanneer zij/hij over iemand spreekt. (karakter )
Ongecontroleerde uitspattingen kunnen kwetsend werken temeer omdat je het goed met hen meent en... kunst heeft in het verleden wel meerdere 'schijnhuwelijken' opgeleverd.
Maar diezelfde mensen schenken je globaal, een pontificaat van ongewijd vertrouwen.
De Kerk beoogt een bekoorlijke uitstraling. Indien ze hierin 'cum laude' zou slagen wacht ons ongetwijfeld een nieuwe 'leegloop'.
Uiterlijke aantrekkelijkheid creëert soms een pad naar levenslange verbondenheid.
Er is steeds een wisselwerking tussen:
'spanning en ontspanning' ...'eb en vloed' ...in- en uitademen....arsis en thesis en zoveel meer.
Een hand wast men nooit alleen...!
Het Bijbel's boek vermeld vaak citer's en cymbalen, psalmen en dergelijke maar nergens, in datzelfde boek kon ik ontdekken dat Jezus de Nazarener zong.
Dit wil daarom niet zeggen dat 'Hij' dat niet zou kunnen als we de betekenis van 'zingen' relativeren en ombuigen tot een uiting van persoonlijk geloven in iets. (Cfr.vorige blog's.)
Het is, een blijft een zorgwekkend toestand vanuit de verantwoordelijkheid van de dirigent, hoe moeiteloos koorleden geboeid worden door een koorpartituur en weinig 'attentie' (kijken naar de dirigent) verdelen naar een zorgzame 'leidsman'
En daar sta je dan alweer als dirigent....je vindt geen 'parkeerplaats'.
Een koordirigent koppelt, overwegend religieuze muziekliteratuur aan 'volgzame' mensen in de hoop dat dit leidt tot waakzame attentie vanuit de koorleden zelf. (Keuzewerken)
Hij moet soms afstand doen van zijn dagelijkse geëngageerdheid om zich telkenmale opnieuw voor te stellen als vernieuwde 'master' bij de wekelijks samen komende koorgemeenschap.
Een dirigent enthousiasmeert mensen waarbij hij hoopt dat ze zijn volgelingen worden en blijven. (?)
Een dirigent heeft verdoken vragen over uitvoeringsmodaliteiten (reeds eerder aangehaald) en dit juist is het wondere.
Het kan 'knagen' aan zijn eigen identiteit...,eerlijkheid.
Kunst fascineert hem/haar..., het is levensadem..., aangename maar tevens een vergankelijke verstrooiing.
Laat 'God' (wie of wat dan ook) hem/haar nooit een antwoord geven.
Een ambitieus dirigent plaatst zich steeds in een cocon om later een mooie vlinder te worden.
Hij laat zich niet kennen, (hij bemint kunst) kan zich ook niet kenbaar maken (risico) want dat zou schade kunnen veroorzaken aan zijn imago (onkunde) en ... pas als de bladeren gevallen zijn, zie je het vogelnest.
Spreken en zingen vormen onderdelen van de ziel en een 'goedmenende' dirigent 'verrijkt zich in mensenkennis door verdraagzaamheid.
Indien hij/zij zich voortdurend negatief opstelt, kan het leiden tot ongemeen absenteïsme.
Hij kan ook kiezen voor een 'kortstondig' verblijf om nadien, met opgeheven hoofd de 'kudde' te verlaten.
(Vaak met het achterlaten van compositorisch materiaal wat in vele gevallen niet meer gebruikt wordt.)
Waarvoor kiest een dirigent?
Een kamerkoor van semi-professionele zangers... of voor zestig, als uniforme aanwezige leden, die zich laten onderdompelen in klankrijk bad van genoeglijkheid?
De voorganger omgeeft zich het liefst door secondanten waaronder een dirigent die mee ploegt om het 'akkerland' zichtbaar én hoorbaar aantrekkelijk te maken, en.... in een gebouw dat meestal een cultuurhistorische waarde bezit maar geen garantie meer biedt voor 'zieltjeswinning'.
Het zoekend antwoord voor morgen is de adem van het heden.
Tussen beiden ligt er een tijdloze hamstering.
Zolang een 'lieken' aangevoeld wordt als opvulling van een eucharistisch gebeuren (erger nog; tijdverspillend) zijn we fout bezig.
Een pastoor zegt (verschuilt) zich al te dikwijls:
"Ik kan niet zingen!!!"
Dat kan...niet.
God luistert niet naar artistieke muzikale begaafdheid, maar o.a. naar de tekstinhoud van diegene die het ploclameert.
Daarvoor moet je een meer dan stevige (overtuigde) 'persoonlijkheid' hebben.
Zoals reeds eerder geschreven; liturgie betekent o.a. ook: het actief beleven van een persoonlijke overtuiging in een 'stramien' van collectiviteit, collegialiteit, en gelet de 'actuele'
procedures van pedofilie, een 'gebalde' vuist naar 'boven' toe.
Er bestaat het gevaar voor ondoordachtzaam popularisme. (Keuze van liederen)
Een dirigent ankert zich op het verleden, (muziekgeschiedenis) exponeert het heden (koorherhalingen) en voelt zich lotgenoot voor dat mystieke 'morgen'.
Twijfel is de eerste poort naar wijsheid.
Wees overtuigt dat een dirigent steeds het beste met zijn koorleden voor heeft, dat hij/zij hen wil dragen op 'vleugels van papier'.
Hij heeft een onmogelijke opdracht koristen te begeleiden naar datgene waarvan geen dichter-filosoof-componist ook maar een zinnig antwoord kan bedenken want het is Kunst en nogmaals...kunst laat zich niet vertalen.
Het Pinkstergebeuren baadt in een taalvaardigheid maar behoud zich het recht op antwoord.
En daar sta je dan... als dirigent...... weeral....!
Het tweede vatikaans concilie had vooral aandacht voor vernieuwde liturgie, opende hierdoor de vele mogelijkheden tot een actieve deelname.
Mooie voorstellingen die getoetst worden aan een eerlijk geloof waarbij het liturgische-muzikale een ware metamorfose onderging.
Koor en dirigent verplaatsen zich van het oksaal naar het hoogkoor maar de dirigent blijft met zijn rug naar de aanwezigen staan alhoewel hij een mede-liturgist is.
Ik herinner me nog wat Prof. Ambrosius Verheul ( gewezen abt van de keizersbergabdij in Leuven) met zijn aangenaam Hollands accent en verheven enthousiasme ons, onmiddellijk na het tweede Vaticaans concilie, (1962-65) trachtte duidelijk te maken.
(De stencils waren nog nat van de inkt.)
"Jullie..., toekomstige muziekpedagogen...neem jullie's verantwoordelijkheid ..ook binnen het liturgisch gebeuren."
Ik herinner het me nog als gisteren.
We kregen gestencilde bladen met als hoofding:
'De functionaliteit van het gezongen woord tijdens de eucharistieviering'.
Goed en wel, maar ...als ik terugblik tussen de vernieuwing (1965) en nu, zijn we wel op schriftuurlijk vlak een heel eind gevorderd, maar de broodnodige actieve deelname blijft afwezig.
Meer dan een halve eeuw later hebben wij nog geen gemoedsrust.
De stormloop van Luthers-Evangelische waarden hadden minder tijd nodig en beschikte uiteraard niet over moderne computer-technieken zoals in deze tijd.
Het Concilie van Trente (1590-1604) verbood onverstaanbare tekst-polyfonie en legde compositorische kunst aan banden.
Giovanni Pierluigi da Palestrina haalde de 'kastanjes' uit het vuur....
Stilte is vaak een ideale gesprekspartner.
Is naar mijn gevoel vrij zinnig
en de nood hieraan groot
binnen een liturgische viering.
Een consensus dringt zich op.
Lied-stilte.
Gezocht wordt (wat er al lang had moeten zijn in vergelijking van bv. het protestantisme) naar broodnodige employé's die 'komen uit het water en staan in de woestijn'.
Ga maar eens naar een voetbalstadion waar twee ploegen elkaar bekampen Waar supporters met oorverdovende, weliswaar korte, krachtige scanderingen hun 'keel' openzetten.
Vraag aan ieder van hen of ze kunnen zingen...de meesten zullen antwoorden:" Nee..." maar de tribunes daveren wanneer ze gezamenlijk hun clublied aanheffen.
...En daar sta je dan... in het hoogste gebouw van een parochie....als dirigent.
Foto: ( Een jonge) Johan Sebastiaan Bach. (1685-1750)
Dit weekend vormt voor vele 'muzikanten' , (instrumentalisten en vocalisten)
een aangename verpozing binnen een jaarprogramma.
St-Ceciliafeest.
Het is 'straffe kost', (volksuitspraak) om zichzelf, bescheiden te 'programmeren' als 'participant' van steeds verleden,vaak religieuze teksten en melodieën.
Hoe ouder de teksten...hoe meer spiritualiteit voor de 'composer'.
Onder Gotische gewelven, klinken 'getuigenissen',
in een veelvoud van klanken.
Aan ieder van U, morgen (zondag) een fijn St-Ceciliafeest!
Na voorgaande algemeen beeld van een dirigent, (wat verre van volledig is)
heeft een dirigent ook een benijdenswaardige en dankbare functie.
Dikwijls een zeer rustige avond voor het merendeel van mannelijke thuisblijvers maar zij vormen de ho... zo nodige supporters.
"Hoe komt het dat mijn vrouw naar U luistert en thuis heb ik er geen handen aan te steken....", was een oorkonde van duurbare sympathisanten van het koor dewelke ik, met ingehouden fierheid enkele malen heb mogen aanhoren.
"Omdat zij aan kunst doet...." zou op dat moment een zwak antwoord geweest zijn,
maar demonische confraters hielpen mij hun huwelijksgeluk niet aan flarden te 'dirigeren'.
Een dirigent kan zijn 'frustraties' kwijt.
Hij moet er wel voor zorgen dit te uiten binnen aanvaardbare moraliteit,
vocale verantwoordelijkheid, gekruid met een vleugje humor.
Indien een dirigent er in slaagt dit 'onderdeel' te composteren, is dit een belangrijk deel van het totale gebeuren.
Een dirigent draagt een laurierkroon van 'heilige' muzikale kennis met daaronder een gedegen psycho-analyticus en nog zoveel meer.....
(Manager, performer enz, enz ...)
Een dirigent moet de 'master' zijn, geruggesteund door een actief, betrouwbaar bestuur.
In een kerkgebouw klinken, katholieke, protestantse liederen (als gevolg van het 2de Vaticaans concilie en bij gebrek aan) nog steeds als verzegelde antiquariaten.
(Kon men maar schrijven; verslavende bruikbaarheid.)
Stevige 'zuilen' (vaak koralen) met daaronder een kritisch-artisonale aanwezigheid.
Het vormt telkens een uitnodiging voor gastvrijheid (?) overvleugeld door gotische gewelven....maar de stoelen blijven leeg.
Zowel Bert, Sebastiaan, Carlo als ikzelf hadden (hebben) ieder op zich een meestal aparte, auditieve, persoonlijke voorstelling van en over een koorpartituur, gericht naar de uitvoeringsmogelijkheden binnen het aanbod. (Koor)
Ik kan mij van de indruk niet ontdoen dat menselijke waarden primair staan t.o. bekoorlijk uitgevoerde koorliteratuur, maar het blijven beiden kinderen van hetzelfde gezin.
Koordirigenten lezen referaten over ver-verleden uitvoeringspraktijken, duikelen in hedendaagse koor composities en daartussen ligt hun marktwaarde.
Een dirigent moet dan toch 'onveiligheid' voelen maar...de historiek geeft hem 'carte-blanche' en hij/zij weet dat!
Toch blijft een dirigent een éénzaat.
Hij voelt zich een Nazireeër én Emmanuël tezelfdertijd,... een lang verwachtte, een gezondene die op weg is, op zoek is naar de mystieke waarheid van 'kunst' dat ver verborgen ligt achter dat 'volmaakt' Goddelijk' gevoel wat de dirigent zelf, laat staan zijn 'onderdanen' zal kunnen 'aanraken.
God zal het weten en als Hij het weet, is hij voor mij geen God.
Bemoedigende woorden klinken het 'hardst' aan een sterfbed....
Een dirigent 'verschuilt' zich achter een partituur waarvan hij/zij, nogmaals, een 'goddelijke' alleen heersende personaliteit bezit en dit gesterkt wordt door transparante nieuwsgierigheid van koristen.
Een dirigent is steeds een 'poursuivant', een achtervolger omdat hetgeen hij doorgeeft, reeds bestaat.
Een dirigent is een zendeling die anderen deelgenoot wil maken van zijn eigen 'rijkdom'.
Ook nu weer cirkelt de gedachte: moet men niet eerst zelf 'bezitten' eer men 'iets' overtuigend kan doorgeven?
En dat geldt vooral voor tekstinhoud wanneer het een vocaal werk betreft.
Moet men zich niet eerst transformeren naar de gedachtengang van bv. uw 'partner', om tot een boeiende en wellicht verrijkte gesprek's inhoud te komen?
Een primaire, pedagogische gedachte, toch?
Dirigenten die met een gedreven kennis en wulpse armslag een koor tracht te imponeren, zal geen 'lang leven beschoren zijn'.
Wij kunnen ons ook de vraag stellen: biedt actieve koor beoefening (religieus) voldoende garantie voor de 'eeuwige gelukzaligheid'?
Op zichzelf een schamele vraag, maar bij nader denkwerk vertegenwoordigen koristen toch een belangrijke plaats voor het altaar, gescheiden door: én dirigent én 'priester'.
Een voorgedragen bijbeltekst wordt ondersteunt door (polyfonie) liederen om het geheel nog meer gestalte te geven.
Het is de crème-au-beure van een reeds belegde cake.
Een dirigent is verantwoordelijk voor esthetiek, (en dit is bescheiden uitgedrukt) de koorzanger voor de geloofwaardigheid van de inhoud en dit is op zich zelf zeker geen eenvoudige opdracht.
Ik ben Tony De Ruysscher, en gebruik soms ook wel de schuilnaam TDR.
Ik ben een man en woon in 9190 Stekene (België) en mijn beroep is gepensioneerd..
Ik ben geboren op 30/06/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Klassieke muziek, religie, moraal-filosofie, en ....mailtjes ontvangen! (Maar ook doorsturen!?).
Wij hebben drie zonen, en twee kleinkinderen.
Tony De Ruysscher is overleden op 28sept 2018 in huiselijke kring.