'Een 'tussendoortje' kan toch geen 'zonde' zijn" ,dacht het nonnetje.
Je zou het er tegenwoordig, enfin de laatste decennia, voor laten (wekelijkse 'verplichting' in een Eucharistieviering) en dan verwijs ik naar het 'debacle' waarin de huidige Katholieke kerk zich bevindt.
Met Paus Franciscus, zal zich, naar mijn gevoel, weinig veranderen.
Het pedofiele zal al ééuwen lang bestaan hebben...vanaf er leven was...maar met de mantel (macht) der liefde toe bedekt geweest zijn.
'Misschien wel 'La forza del destino'! (De macht van het noodlot.)
En wat met het celibaat?
Hoe is het 'in Gods naam' mogelijk dat 'wijdelingen' in geen geval sexuele betrekkingen
(dat is toch zo natuurlijk) mogen hebben, of waren het alleen maar 'geslachtsgenoten' waar zij verdoken liefdesverklaringen mochten mee hebben?
(Cfr. Pausen en vele andere 'hogere' geestelijken.)
De homo sapiens, homo ludens, waren onze voorouders.
Sociaal, creatief, modelerend en meer van deze verleidelijke 'zaken'.
Maar enkele jaren geleden belandde deze 'homo', (onder het bewind van hitler), zonder de minste weerstand, (naamloos) in een crematorium.
Is het priesterschap of religieus zijn een zalving,... een excuses voor 'anders geaardheid'?
Het is verstaanbaar, maar bij een strikte opvolging van deze regel (celibaat) kunnen er toch geen 'nakomelingen' geboren worden.
Het is een modale vraag, maar het antwoord zal wel veel intellectualistischer 'liggen' dan dat ik mij dit kan voorstellen.
Op 2de paasdag anno MMXIII mag dat 'verhaal' wél 'gepubliceerd' worden:
Ergens, in een vreemde maand van oktober 199O kwam ik, met 'gewaagde' of 'gewaade' 'folklore', in een naburige parochie-'sacristie' binnen gewandeld (als organist) met de première van het ochtend-radionieuws:
"Wij hebben een nieuwe Bisschop...
Arthur Luysterman." zei ik met enig enthousiasme.(Gewezen leger-almoezenier)
"Ha, de'n Tuur..." was een weinig bemoedigende reactie van een ter plaatse 'albenist'.
Enkele korte jaren daarna, hoorde ik, uit de mond van diezelfde 'gewijde' handen,
en bij het verlaten, na een zondagse Eucharistieviering, een vluchtige 'uitlating',
wanneer het Evangelie verhaalde over Lazarus t.o. een ganse kerkgemeenschap.
Verzegelde of gewijde handen én voeten...verdraagt populariteit.
Blogschrijvers bezitten een onderlinge, ongeschreven 'contractuele' overeenkomst, elkaar niet te kwetsen hoe ver verwijderd de ideologie (en andere logiën) hen zou kunnen samenbrengen of verwijderen.
(En al 'diets' meer)
Bloglezers zijn vaak 'vreemde' infiltranten'.
Anonyme, dierbare 'gesellen'.
Vroeger ging het over 'Schild en Vriend'.
Nu Bart en Elio.
In mijn prille puberjaren (1954) ging mijn voorkeur uit naar Bartali.
(Italiaans 'coureur', derde tour zege in 1950)
Maar Bart en Ali (?) zullen nooit goeie vriendjes worden. (?)
In mijn post-dromerige analyse, vertoef ik, met én in een imperium van onaantastbare gedroomde zelfstandigheid.
Mijn jeugd.
Ook al was het in de jaren vijftig.
Iedereen wil oud worden,
maar niemand wil het zijn.
Ik 'droom' (bewust) verder, maar voor mezelf genietbaar van een ver-leden.
De Polenlaan.
Wanneer de 'siréne' (brandweer) 'ging' (cfr.'stasiestaote' nr.1) was ik als eerste om de 'pompiers' 'aangezwengeld' te zien toekomen.
Het was per slot van rekening, toch steeds een onverwachtse verzameling van 'redders'.
Wanneer George Cortebeeck naar de 'Stasiestraote' kwam, was er iets loos.
De 'siréne' zelf, heb ik als jongeling steeds graag horen loeien.
Er was leven in de 'brouwerij'.
Minder voor de oproependen. (En ik wens het mezelf niet toe.)
Ook niet voor bv; 'Sooi' Van Guyse, die zijn vlasdomein op de'n heirweg had liggen en 'de klodden' in de vlammen zag opgaan.... en er flink wat nageblust moest worden...
of voor 'Piet Pulle' ( vishandelaar) die woonde in een prachtige villa op het einde van de'n 'Teirlinck' en ik, op een zondagmiddag de 'siréne' hoorde 'gaan', voor...een brand in zijn huis. (Het was in het dorp toevallig 'kermis', daarom onthoud ik dit nog...!)
De eerste pompiers kwamen aangelopen...met in hun ene hand hun vaak veel te grote hoofdhelm, (ik herinner me dat uit mijn legerdienst) en met hun andere hand hun pompiersbroek vasthoudend, want er was er aan hen geen tijd gegund om dit te laten controleren door hun echtgenote.
De klank van hun aanwezigheid (kettingen) klonk alvast geruststellend en zou de benadeelden (brandoproep) een geruststellende verzwakking van menselijk hulpgeroep
verstevigen door hun optreden.
Terug naar de 'Siréne'!
Als eersteling kwam, naar mijn idee, Waltér'ken van het gazettenwinkeltje, eveneens aan de markt gelegen. (Mieken leer)(?)
Hij concureerde (lopen) met Victor (Fic-fac-sken.) uit de dorpsstraat en nog talrijke andere dewelke ik niet in alfabetische orde durf vermelden.
Bij 'Cockskes' werden er op zeer regelmatig tijdstip 'schietingen' georganiseerd en zo ook, zij het in midere mate in 'de'n Anker. (Bovenzaal)
Er stond zowaar een 'prange'! (Liggende wip)
Buiten een enkeling met een moderne tweedelige boog, bezat elke 'schutter' een houten, uiteraard ééndelige boog waarbij de 'pees' nog moest aangetrokken worden met behulp van een knie.
Van een compoundboog was er nog geen sprake...!
Ik had een stil vermoeden dat, de dag na de 'schieting' in vele 'schuttershuizen' wel beeld maar geen klank was.
Foto: Pius X basiliek in Lourdes. (Frankrijk)
In deze 'mastodont' zong het R.V.-koor tussen 11 en 17 juli 1984.
De kermis was een excuses om aan mijn ouders te durven vragen 'eens' naar de cinema te mogen gaan.
Onze voorkeur ging naar de zaal waar de meeste meisjes eveneens naartoe zouden gaan en.. niet zozeer omwille van de inhoudelijke filmvoorstelling.
Om mijn 'kermisbudget' (prée) toch 'iet of wat' in evenwicht te houden,
ging ik 'schooien' bij Paula en Julleken Verbeecke. (Polenlaan nr. 10) want...daar hing een film affische met onderaan een kortingsbon van 5 fr. bij afgifte aan het loket van de cinemazaal.
Tijdens en enkel dan, (kermisdagen) mocht ik in het grote bed van mijn ouders slapen met op het 'achterplan' de oorverdovende geluiden van de autoscooter (Heyninck) op de marktplaats.
De kermis was voorbij, en ik had geen 'lief' gevonden.
Geloof me, maar mijn ogen deden 'pijn' van de snijdende rook in ons café.
Als men tegenwoordig nog maar een sigaret ziet, krijgen er velen een 'appelflauwte'.
Dat was vroeger anders.
De cafébezoekers produceerden 'rookpluimen' alsof het indianen waren.
Velen onder hen hebben genoten van een 'oude'n' dag.
Tijdens de kermisdagen mocht ik in het grote bed van Ma en Pa slapen.
's Anderendaags werd ik wakker in mijn eigen bedje wat ik lange tijd nooit verstaan heb.
Bij hun dagelijkse wandeling, hield 'Matiel' de bovenarm van 'Co' oppervlakkig stevig vast.
Niet zozeer ter ondersteuning ('en 'Co' was vertrouwd met dit o.a. dagelijks 'atribuut') maar 'Matiel' had de gedachte; 'Co' is van mij ....' alhoewel er nog geen 1% echtscheidingen in de omloop waren.
(Momenteel bedraagt dat 75%)
Wanneer er 'tegenwoordig' 'iemand' bij de voordeur aanbelt..., een gesloten omslag komt afgeven (uitnodiging tot hun huwelijks-mis-viering) en dit laat vergezellen door een fiere uitspraak:
"Ik ga trouwen, en wil dit gewoon aan jullie laten weten...",
haal ik al mijn sympathiek, schijnheilig acteertalent uit de kast om haar te
feliciteren (veel meer goesting om te condoleren) met een 'smile' van hier tot aan de ........vrederechter!!!
Soms kan je merken aan een lichtelijk gezwollen buikje, dat er reeds een 'akte' van vertrouwen ondertekend was.
'Er ontwikkeld zich een nieuw leven in een confortabele 'woning'', maar dat zeg je niet rechtstreeks in het gezicht.
(Enfin, vroegere tijden toch niet)
Vandaag de dag mag je de vraag stellen:
"Is't mee ne man of een vrouw?", ook als staat er een beeltenis voor U.
In de 'stouziestraote' bevonden zich nog, eind vijftiger jaren, vier café's.
Een reden te meer om elk jaar er nog een straat-kermis bovenop te houden.
Het was de tijd dat elke dorpspastoor én, elke onderpastoor samenwoonde met zijn meid.
Stekenaars konden er wat van (kermissen) en lieten geen gelegenheid voorbij gaan dit, met de 'absolutie' van de echtgenote, in geuren en kleuren te vieren, zelfs nevenstraten werden er telkens bij betrokken en zo deelden de café's van 't centrum mee in de 'feestvreugde' en waren het de laatste 'kapellekes' die de 'gasten' aandeden, werden de 'kasseistenen' getest op hun egaliteit door benevelde café-bezoekers en wisten ze vooraf dat het in Keulen (thuis) zou 'donderen'.
Foto: Dom van Keulen.
Bijlage: ook in deze Dom klonk de 'Mis van Filke' (R.V.-koor)
Als je dat nu vertelt aan je kleinkinderen spreken zij van:
" Onze'n pépé is 'Alzheimer' aan't krijgen!"
"Wat zijn dat, de zeven weken?"
Zeven weken voor je plechtige kommunie en vormsel,
elke schooldag naar de zeven-uur-mis gaan en....
elke week ondervraagd te worden over de catechismus....!
De verleidelijkheid van een L.A.T.-relatie (Katholicisme) was hier vér zoek.
En als 'cadeau' kreeg je op 't einde van je 'devote' 'opleiding' (vormsel)er nog een 'kaakslag' van de Bisschop bovenop.
Ieder haalde zijn acteurstalenten boven, m.a.w. ...dook weg achter dat op dat moment al te kleine boekje (catechismus)...of kreeg een acute aanval van 'niezerij' ...of...of.
Het hing er van af welke onderpastoor van 'week' was om ons te ondervragen...en dat scheelde een slok op een borrel.
Er was maar één kandidaat vormeling die zowel de vragen als alle antwoorden wist.
'Wie is God?'
'Waar is God?'
"God is overal, in de hemel, op de aarde en op alle plaatsen."
Het mooie hieraan was dat onmiddellijk na de (H.) -mis, wij met ongeveer een zeven-tal jongens naar de school liepen om daar onze zo gezegde boterhammen op te eten.
Hier kwam niets van in huis!
Waarom?
De speelplaats was nog maagdelijk (?) leeg en wij konden ons uitleven in het voetbalspel.
Foto: Sint Michiel en St-Goedelekathedraal. Brussel.
Als ik zo verder afdwaal in de 'staoziestraote', moet ik mij beperken tot één opvallend attribuut, de straatspiegels.
Vastgepint op de arduinen vensterbank aan de straatkant.
Vanuit de 'schoonste kamer' binnenin, kon men dan gans de straat overschouwen;
Bv.de oude kranige 'madame Boets' had er zo een geïnstalleerd maar zij was meer bekent om haar sprekende papegaai.
Tegenover de brandweerkazerne woonde, naast 'de'n brigadier', George S. (Tabakswinkel) George had 'in' zijn auto (Buick ?) een lichte 'bluts' en vroeg aan Oscar om deze er uit te 'blutsen'. (Volkstaal)
Met gebruik van een eenvoudige 'bolhamer' en een 'tegen-ijzer' zou Hij het wel klaren.
Nooit in mijn leven heb ik mijn Vader zoveel 'godsvruchtige' woorden tegen O.L.Heer horen gebruiken als in die week!
Als die 'schietgebedekens' zouden kunnen meetellen voor zijn 'zielezaligheid' had Hij zeker geen concurrentie in hoeveelheid.
In de meimaand trok ik vaak naar de dreef van het 'nieuwe' voetbalterrein.
Deze dreef was gedecoreerd met een een 'weire' (haag) waarin talrijke meikevers
('witten mulder') hun 'huishouden' hielden.
Samen met Freddy J. ging ik op 'strooptocht'.
Een leeg doosje 'stekken' en een groen blaadje er in geperst, zorgden voor een tijdelijke nieuwe verblijfplaats voor deze gevleugelde 'beestjes'.
Ik ben Tony De Ruysscher, en gebruik soms ook wel de schuilnaam TDR.
Ik ben een man en woon in 9190 Stekene (België) en mijn beroep is gepensioneerd..
Ik ben geboren op 30/06/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Klassieke muziek, religie, moraal-filosofie, en ....mailtjes ontvangen! (Maar ook doorsturen!?).
Wij hebben drie zonen, en twee kleinkinderen.
Tony De Ruysscher is overleden op 28sept 2018 in huiselijke kring.