Het huis (Logement-Café St-Hubert) was eigendom van 'Mijnheer en Madame' 'Leon' woonachtig in een mooi herenhuis in de Dorpstraat.
Maandelijks moesten wij 800fr. betalen als huishuur wat ik, als 'courier' bij hen aan huis bracht, en Madame 'Leon' zo kende ik haar, mij toeliet tot in de 'veranda'.
Een échte trekbel aan de voordeur was mijn maandelijkse 'aankondiging', en zij hoorde het nog als een 'freule' van zeventig.
Ons Moeder had steeds datzelfde ochtend verhaal wat nooit tegenstak:
"Wa moet'n we weerael gaon eet'n vandaog....." of:
" 't Is wiêr ne kiêr un duur maond, van de maond.....".
In 1952 verhuisden wij (Oscar en Anna De Ruysscher) van 'De'n Teirlinck' naar de Polenlaan 6.
De verhuis gebeurde met een geleende 'pierewit', want veel viel er niet te verhuizen.
Café-logementhuis, St-Hubert moest dagelijks geopend zijn.
Het behoorde tot de huur voorwaarde en aangezien de eigenaar 'ne'n broure' was moest er 'getapt' worden.
Hoe ouder men wordt, hoe meer het verleden een aangenaam 'beslag' op u legt.
Symptomen van tienduizend miljard hersencellen die, beeldmatig en geestelijk een verouderingsproces op gang zetten.
Als je vecht tegen de ouderdom, verlies je altijd.
Café 'St-Hubert, gelegen op de polenlaan nr.6, was tot 1952 een beenhouwerij (Veehandel) van Stiene 'de klootere'.
Beiden, Man en vrouw, zijn daarna naast café van 'Lady's' gaan wonen in de dorpstraat.
Lady was, (naast zijn twee bloedmooie dochters) ook nog taxichauffeur en hij bezat eveneens een fietsenplaats.
(Toegang naast Stiene en Léne Nobels en Coifeur Albert in de kerkstraat.)
Voor 5fr.week kon men er zijn fiets kwijt.
Dat bracht mijn ouders op de idee dezelfde bron van inkomsten te 'organiseren' en velen zullen zich nog herinneren dat je bij 'Caar' (De Ruysscher) ook uw fiets kwijt kon wat toch een licht vervelende concurentie betekende voor Lady Weyn.
Het huis (St-Hubert) moest een logementhuis blijven met op het eerste verdiep een tamelijke grote, open ruimte met daaraan palend drie grote en één kleine kamer voorzien van de nodige, bescheiden slaapmeubilering, d.w.z. een ijzeren bed met dito 'ressort' en een 'casse-pau' om zich te wassen.
Ik ben tevreden met een plaatselijke vierhoeksverhouding:
Mijn computer,
m'n gekrakkeleerde zetel,
sigaartje (-s)
en een glaasje (-s) wijn,
en ... mijn 'uitgangbuurt' loopt tot aan de brievenbus. (?)
Alhoewel ik bij het openen van de brieven meestal draaierig wordt. (REKENINGEN)
En dan verschiet men dat gepensioneerden 'kennis' maken met de Alzheimer-ziekte.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan...dus in bijlage een antwoord van de kapelmeester van de Sankt-Stephansdom in Wenen. (Februari 1989)
En in mijn aanvraag tot de heer Planyavsky, (Dom-musik-direktor) heb ik een 'groot' stuk gelogen. (Stekene was geen Antwerpen, maar enfin...'t ligt toch in de buurt....(?)) en Prof. (?)... maar 't gaf toch 'cachet'.
Een leugentje om bestwil (dat verstaan mannen meestal wel) is best te verdragen.
De contactpersoon was Wolfgang Zewe, een jonge student geneeskunde uit Wenen,en tevens dirigent van het kamer-Chor Wien.
Inmiddels een gerenomeerd Arts in Salzburg. (Ö)
Vorig jaar had (mocht) ik, via internet, nog contact met hem...en de uitnodiging ligt klaar...!?
Foto: Kalvariënbergkirche Wien. (12 augustus 1989)
Toch een kort tussendoortje uit de historiek van de 'marktplaats' Stekene en ook voor hen die niet op krokus vakantie 'gaan', 'vertrekken' 'reizen' 'fietsen' en andere 'file-dinges'...
Vermits ons café een logement huis was, verbleven er op zeer regelmatige basis voornamelijk 'duanier's' die vanuit de vier windstreken in Stekene verzeilden.
Zij 'werkten' twee maal vier uur per etmaal op onregelmatige uurbasis, m.a.w. een shift van bv.00u. tot 04u. en van 16u. tot 20u.
Ik heb daar aangename herinneringen aan omdat sommigen mijn speelkameraadjes waren in het voetballen en biljarten. (Roger De Bosschere uit Oostakker en Bernard ....(?) uit Roeselare.)
Op de zolder stond een afgedankte tapbiljart en om zijn (duanier) uurtjes te verdrijven speelde (biljarten) de logé samen met mij.
Er was straffe spelers-concurentie (winning-pot) alhoewel meerder 'tappen' op de biljart los stonden(?) ammuseerden wij ons toch 'kostelijk'.
Wat mij later opviel was, dat zij 'straffe' boekenwurm's waren wat ik, als kind en 'kandidaat' speelgenoot, in die periode, niet zo erg wist te appreciëren.
Maar...het waren fijne mensen die weinig genot hadden van een 'hotelverblijf' maar nooit één opmerking hadden als logé.
Hun werkuren waren zéér onregelmatig met als gevolg dat de middagmaaltijd door ons Moeder soms werd weggewuifd als:
"Roger, ge weet de kelder zijne en as g' honger hebt... snij d'ou dan maer ne'n boterham af..."
In diezelfde open ruimte (zaaltje 1ste verdieping) kwam later het ingewikkelde radarwerk van het kerktoren uurwerk te staan. (Verhuisde van de kerktoren naar de Polenlaan)
Ongelofelijk maar waar; de wijzerplaten van het kerktorenuurwerk verzeilden op onze'n achterhof (decorering) als zijpanneel van de 'franse' gevlekte varkens.
(Waren kleine van inhoud maar gaven daarentegen beter vlees.)
Dit radarwerk moest dagelijks 'opgewonden' (ik bedoel natuurlijk het kerktorenuurwerk) worden' (wat jarenlang door 'Fiel den draaier', echtgenoot van 'Mie Cent' en zij woonden in een deel van het huis Tack) hij met, stille trend, volbracht.
Mijn Vader was (naast klokkenluider) zijn opvolger, tot aan de electrificatie van het uurwerk dit 'ambt' in de historische kerkboeken verdween.
Tot op een avond, het torenuurwerk met lichtjes geëlectrificeerd werd.
Ongelooflijk.
En de installateurs logeerden nog wel in het logementhuis 'Sint-Hubert'.
Het waren West-Vlamingen.
Oscar (De Ruysscher) wist de losse treden onderweg naar het 'horloge', (opwinden via een fameuze draaihendel) blindelings liggen alhoewel hij zeker geen praktizerende kerkganger was.
Ik mocht Hem altijd voorgaan. (De trappen naar de hologe, voor, indien ik een misstap zou doen en Hij mij dan zou opvangen.)( En er lagen toch wél wat wankele treden, maar door ervaring erken je ze wel....)
Hier nog enkele foto's van 'ons' 'bezoekje' aan Parijs. (St-Madeleine)
(6-7 juni 1992)
(Zie bijlage)
Naast een 'vervelende' koster', ("!!!Je mag niet te lang zingen hé...") kreeg ik dit, als 'ouverture' op 'mijn brood' nog voor wij, R.V.-koor nog maar één 'noot' tot verheerlijking van god de vader en alles wat daar mee samen hangt, gezongen hadden.
En ikzelf toonde, 'stante pede', een schijnheilig, acuut Benedictijns begrip, maar...blijkbaar was hij daarmee 'vertrouwd'.
Ondertussen werden ('vlak' voor de Eucharistische dienst) de 'donkere' ruimte's van deze Gods plaats,
(Madeleinekerk) bevrucht door orgelklanken,waar je toch even kippenvel van kreeg...
durf ik niet valoriseren wat mij, op kunstzinnig vlak 'overkomen' is.
Het stuit op:
professionalisme enerzijds, en
humane toegang, anderzijds.
De keuze 'circuleerde' binnen een groot-menselijk engagement.
Er was een aanbod, (koorleden) en dat versier je niet met appatische, academische kennis.
Eén ieder van ons treft (met humane trefzekerheid) een dagdagelijks contact- of contractuele overéénkomst.
(Moest ik mijn leven kunnen overdoen.....zou de gedachte kunnen verdwalen in een 'ouderwetse' commune.)
Maar ook het woord: ouder-wets bezit een meer dan antieke waarde.
Weinig acceptabel voor de overtuigingskracht van 'jeugdigen',
(wat toch soms leidt tot stil, ouderlijk verdriet)
en anderzijds; tot soms mentale overtuiging van: ' De jeugd van morgen'.
"Waer gou ta naer toe...?", was een caféale spreuk, toen de markt van Stekene de vrijdagavond, nog met kraampjes werden versierd, opgezet (op de schouder gedragen) door Van Nielandt. (Belle-Vue)
Het éne is een aangename verpozing, (Babbelke'n, tafel- nieuwsberichten, stille pauze's die 'geplaisiert' worden door actualiteit's-berichten.... komende uit een 'vélodroom'.)
Fietstochten bezitten niet alleen een fysische 'aimabele' 'verleiding' maar evenzéér een
onopvallende stille 'zoektocht' naar het 'dorps nieuws'!
Het àndere vertegenwoordigt een aards levenslange 'overéénkomst',
normen die generatief gerespecteerd werden door groot-ouders.
Maar ook dit kan zich niet 'verzadigen' in een modern 'jeugd idealisme'.
"Pa..Ma...g'ulder zij van de'n ouwe'n tijd....." zeiden wij zelf, meer dan een halve eeuw geleden en moeten kunnen 'vérdragen' dat, om een afstand te meten, er altijd een weerkaatsing nodig is.
"De zwarten ((Congo)) zullen ons nog komen beschaven" zei Ward'sen De Witte ((Kiekenhaag)) in ons café, zo'n 60 jaar geleden.)
En na 'enkele' 'pintjes' te hebben gedronken, niveleerde hij (fiets) de kasseistenen van de polenlaan tot in de kiekenhaag.
Maar wees gerust, we hebben een Muzikale Gouverneur,(!)
en dàt 'toetst' toch hopelijk een ganse klaviatuur. (Oost-Vlaanderen)
Het R.V.-koor was in het voorjaar 1989 van plan, om een reis te ondernemen naar Wenen,(Oostenrijk)t.g.v. hun (ons) 10 jarig bestaan.
Het honderste lid mocht op 'kosten' van het koor, gratis meereizen.
Het R.V.-koor is blijven 'steken' op 89 leden.
Enkele jaren voordien had Wolfgang Zewe uit Wenen, (Zie foto) dirigent van een kamerkoor, een optreden verzorgd in de sporthal van Stekene.
Inmiddels is deze Wolfgang een gerespecteerd arts in Salzburg en wie regelmatig m'n blogs volgt, weet dat er een uitnodiging van hem klaar ligt om nogmaals naar Wenen te vertrekken.
Zijn herinneringen, samen met de toenmalige koorgemeenschap uit deze wereldmuziekstad, 'Chorverein Wien', genoten van de gastvrijheid in het dorp Stekene.
Kort: namens het bestuur van het R.K.-koor nodigde ik 'Chorverein Wien' hem (privé) uit voor een beperkte deelname aan een Wienerconcert. (Voorbereiding)
(Hij kwam met de trein vanuit Wenen.)
Köln-Bucheim. (Of de 'start' van een driedelig Domoptreden.)
Het blijft nog steeds 'gegrift' in m'n geheugen.
Normaal lag de gastvrijheid in het kasteel van de'n Molenberg nr 73 (Kastelenhof en ik kan U verzekeren dat daar, voor er één noot concertueel gezongen werd, ((voorbereidende gesprekken)) reeds aperitieven geschonken werden om zelfs de meegereisde echtgenoten, ook al waren zij geen koorlid, te overtuigen van hun (((mannelijke koorleden))) artistieke en steeds ondergewaardeerde inzet.
En dat was nog maar een ouverture van de'n avond.
Ik stond er met een 'kramiekel' 'Ford'-sen op te wachten,
op de marktplaats van Stekene om hen zo naar de Molenbergstraat te begeleiden..
Plots verschenen er die 'dikke' mercedessen....!!
De heren uit het 'Männergesang-Verein Bucheim-Köln'.
Hun dames vertoonden een 'dito' galaxie.
Enfin..., één schminkgalerij.
'Kölnisch wasser' (Bier) sprak de Oberburgemeister van Köln t.o. Yolanda.
Toch blijf ik me afvragen waarom talrijke filosofen (o.a. Camus, Sartre...) zoveel literatuur 'verspilt' hebben aan hun eigen overtuiging.
Hun mandaat van intellectualisme..., hun overredingskracht...,misschien wel door hun eigen beperktheid.
Iets anders toch.
Over het Ruysscheveldekoor behoud ik een diepgewortelde fierheid.
Een opluistering op 15 augustus 1989 in de wereldberoemde Sankt-Stephansdom in Wenen, in concelebratie van Kardinaal König, behoort (naar mijn gevoel) tot de beste herinnering van het K.V.-koor.
(De plaats waar o.a. ook W.A.Mozart met Constanze Weber, op 14 augustus 1782, hun huwelijk plaats vond.)
Het raakt me telkens opnieuw, bij sommige gesprekken met (ex-) koorleden aangaande het verleden, het vér-leden.
Het heeft geen schijn van kans te beweren dat zingen ongezond zou zijn en mocht U toch twijfelen aan de positieve kracht van zingen, hier volgen enkele tips:
- zingen verband spanningen.
- het geeft de mens een grotere ego-overtuigingskracht.
- het raakt gevoelsbanen.
- het lichaam krijgt meer zuurstof, dus ook energie.
- je leert andere mensen kennen en soms ontstaan hierdoor onverwachte
blijvende vriendschappen.
- het gelaat krijgt een gratis 'massage-behandeling'.
- je komt in contact met niet alledaagse muziek van goede kwaliteit.
- tot zelfs in bejaardenhome's wordt het wekelijks zang uurtje als een weldaad beschouwt
omdat het de geest blijft activeren.
- zingen is zo oud als de mensheid, alleen werd het in de loop der tijden gecultiveerd.
- wie in een koor zingt is (meestal) een aangename gesprekspartner.
- koorzingen bezit geen spraakritmestoornisen.
Koorzingen bezit nog talrijke andere verdoken gezondheidskwaliteiten.
Kortom, zingen houd je jong.
Waarom schrijf ik dit allemaal?
Foto: Strauss-monument in Wenen.
Met op het voorplan, het Ruysscheveldekoor uit Stekene.
Woensdagavond is dé kooravond. (Althans buiten 'de vakantieperiode' !)
En wanneer er geen koorrepetitie is, heerst er onwennigheid in 'des huizes'.
Je bent vertrouwd met het wekelijks patroon,
het ontmoeten van mensen onder de mensen.
Een collectieve inspanning, (ja wél) ieder met eigen talenten...,
stemkleur...,
kennis...,
verwachting naar wat komen gaat...,
hoe de dirigent (-e) er 'vandaag' tegen aan gaat,
(met klamme handen of met uitbundige armenzwaai) ...
wat de laatste 'nieuwsberichten zijn....enz, enz.
2013 is het jaar van zowel:
R.Wagner en G.Verdi.
(200 geleden geboren.)
Dus verwacht U aan een koor partituur van beide grootheden
uit de muziekgeschiedenis.
Kunst en cultuur bedrijven.
Kunst is als eten en drinken met deze uitzondering:
dat je wel moet eten wat de 'pot kookt' maar dat stoort geen zins.
De bediening (dirigent) is van goede kwaliteit en haalt het tegenover bv. een paar Dombrofskiaanse barsten in het plafond als gevolg van overtuigend zingen van het Poolse Nationale volkslied...., (begin jaren 90)
af en toe de verwarming die uitvalt....,
diegene die altijd te laat komt op de 'repetitie'....,
uw plaats die toevallig benomen is...,
diegene die weinig koorherhalingen heeft 'meegemaakt' en toch op de eerste rij staat....,
het programma (uitvaartdienst) dat je ongewild niet in de bus gekregen hebt....,
de buur die een ongevraagde verkoudheid heeft en bovendien waarvan zijn/haar koorpartituren niet op orde zitten.....
Maar voor de rest wil je voor geen geld ter wereld de koorherhaling missen.
afgelopen week mocht ik (wij) 'genieten' (???) van het driemaandelijks tijdschrift DORA samengesteld door de heer 75623, (Uit Stekene) (Albert Van Hoey)
HIJ wordt vandaag 89 jaar jong.
DORA-bulletin, (zomer 2011-2) vermeld het R.V.-koor met een optreden in de stadszaal van Nordhausen. (D) (september 1993)
(Louis Polfliet, nonkel van Louisa, overleed (?) op 01-03-1945 in het 'kamp' van Dora.)
Zijn broer Albert, (en Vader van Louisa) is, als enig overlevende uit Bornem naar zijn geboortedorp kunnen terugkeren.
(De verzetsbeweging uit 'klein Brabant': 'De zwarte hand'.
Samenstelling: Dirk Michiels.)
(Bijlage)
Zijn 'verblijfplaats' (Albert Polfliet, 82392) en zijn latere verhalen over Dora, Gros-Rosen en Flossenburg, (waar zigeuners, getuigen van Jehova en homo's een 'luxueuze verblijfplaats kregen in een ... crematorium, ((?))') herinneren mij nog steeds aan zijn verhalen.
(Lang verzwegen wilde hij dat nog 'kunnen' vertellen aan zijn Leonieken.
Zij wachtte op hem.)
'Genieten' is een méér dan een foutief woord wanneer de inhoud hiervan
(Dora-bulletin) raakpunten heeft met mensen (overlevenden) die het meebeleefd hebben.
"Wél vergeven....maar nooit vergeten...."!
Een profane spreuk in HUN bescheiden wapenschild.
Het pionierswerk van deze wandelende 'encyclopedie' (AVH) is werkelijk onnavolgbaar en om een klassieke uitdrukking te gebruiken:
'Van onschatbare waarde!'
Met fierheid publiceer ik hier enkele privé foto's van het R.V.-koor.
September 1993, waarbij het R.V.-koor een herdenkingsplechtigheid in de stadszaal van Nordhausen, 'luister' bijzette.
(O.a. met 'Va pensiéro' uit Nabucco van G.Verdi en het lied van de 'Moorsoldaten' wat met een staande ovatie in de stadsfeestzaal werd gewaardeerd.)
Foto: Blankenburg met de heer 75623. Albert Van Hoey.
Ik ben Tony De Ruysscher, en gebruik soms ook wel de schuilnaam TDR.
Ik ben een man en woon in 9190 Stekene (België) en mijn beroep is gepensioneerd..
Ik ben geboren op 30/06/1947 en ben nu dus 78 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Klassieke muziek, religie, moraal-filosofie, en ....mailtjes ontvangen! (Maar ook doorsturen!?).
Wij hebben drie zonen, en twee kleinkinderen.
Tony De Ruysscher is overleden op 28sept 2018 in huiselijke kring.