Inhoud blog
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Soorten roofvogels

    14-12-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
     hallo ik  ben een roofvogel liefhebber ik heb een eigen kerkuil en die heef 2 x per dag eten
    's morgens en 's avonds  hy heet casper  ik ben dol op hem ik zal even een woordje meer vertellen over de kerkuil.
     groetje benjamin
    de kerkuil 

    Tot in de jaren 1950 broedde er in Nederland tussen de 1800 en 3500 paar kerkuilen. In de jaren 1960 ging dit hard achteruit. De strenge winter van 1963 bracht ook nog eens grote schade toe. Veranderingen in het agrarisch bedrijf, zoals de vervanging van graanschuren door voedersilo's werkten ook nadelig, omdat deze schuren een geliefd jachtterrein waren van de kerkuil. Na nog een strenge winter werd een dieptepunt bereikt in 1979 met hoogstens nog 100 broedparen kerkuilen in Nederland.[2]
    Het plaatsen en onderhouden van speciale nestkasten voor deze uilensoort (in combinatie met zachte winters) bleek enorm succesvol. Hiervoor bestaat de Stichting Kerkuilenwerkgroep Nederland, een landelijke organisatie van ongeveer 1000 vrijwilligers, werkzaam in 16 regio’s die ruim 10.000 kerkuilnestkasten beheren en controleren.[3] Na 1989 ging het dankzij deze activiteiten snel bergopwaarts met de kerkuil. In 2007 schatte SOVON het aantal broedparen op 1.150 - 2.000 paar.[4] Ondanks dit succes staat de kerkuil nog als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst. De vogel blijft kwetsbaar door de enorme toename in het autoverkeer en de eenvormigheid van het agrarische cultuurlandschap.[
     Afmetingen

    Vrouwtje: Totale lengte 34-40 cm Gewicht: tot 570gr. Mannetje: Totale lengte 32-38 cm Gewicht: tot 470gr.

    3 kerkuilen

    de kerkuil

    schedel

    Lichte en donkere kerkuil

     kerkuil  tijdens de vlucht

     

    Aanzicht

    De Kerkuil is ongeveer 35 cm groot en heeft een vleugelspanwijdte van 95 cm. De bovenzijde (rugzijde) heeft een goudbruine tot leigrijze grondkleur en is gespikkeld. De onderzijde varieert van roestbruin tot wit en kan al naargelang de verschillende ondersoorten helemaal wit tot gespikkeld zijn. Hij is zeer goed herkenbaar aan zijn hartvormig wit gezicht ( de sluier).

     

    14-12-2010 om 22:31 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (11 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Rode wouw

    De rode wouw (Milvus milvus) is een vogel uit de familie van arendachtigen (Accipitridae). Een volwassen examplaar is circa 65 centimeter groot. Het uiterlijk lijkt op dat van de buizerd, maar de vogel is meer roodachtig en heeft een diep gevorkte staart. De soort is hieraan te onderscheiden van de nauw verwante zwarte wouw, die een ondiep gevorkte staart heeft.

     Leefwijze

    De roofvogel jaagt op kleine en middelgrote zoogdieren en vogels, maar kan ook prooien van andere roofvogels afpakken. Daarnaast is de rode wouw een aaseter. De rode wouw heeft een voorkeur voor halfopen landschappen, waar in landbouwgebieden kan worden gejaagd, en in kleine bossen kan worden gebroed.

     Broedgebied

    De rode wouw komt als broedvogel voor in grote delen van centraal en zuid Europa. Vooral in Duitsland en Frankrijk komen grote populaties voor. Duitsland herbergt 30% van de totale broedpopulatie in Europa. Daarnaast kan de rode wouw broedend worden aangetroffen in Spanje, Portugal, Italië, Zwitserland, Oostenrijk, Polen, de Baltische staten, west Rusland, Hongarije, Slowakije, Tsjechië, Roemenië, Bulgarije, de Kaukasus, Wit-Rusland, de landen van voormalig Joegoslavië en Noord-Afrika. In Scandinavië is de soort beperkt tot zuid Zweden en het eiland Gotland. In Groot-Brittannië en Ierland ontbreekt de soort, met uitzondering van een geïsoleerde populatie in het noorden van Wales. Recente herintroductie in Engeland, Schotland en Ierland verloopt echter succesvol. In Nederland en België is de rode wouw een onregelmatige broedvogel.

     

     Overwinteringsgebied

    De rode wouw overwintert voornamelijk in Zuid-Europa en Noord-Afrika, deels ook elders in Afrika. Rode wouwen komen het gehele jaar door in Spanje, Portugal, Italië en de Balkan voor. In de winter komen ze ook in Griekenland voor.

    Het Keizerrijk Japan eerde de rode wouw met een militaire Orde van de Wouw die in 1945 werd opgeheven.

    Voorkomen en status in Nederland en Vlaanderen

    In Nederland is de rode wouw vooral een regelmatige doortrekker in klein aantal in voor- en najaar. De soort is echter ook een onregelmatige broedvogel. Tussen 1973 en 1977 werden 2 zekere en 6 waarschijnlijke broedgevallen vastgesteld, tussen 1977 en 2000 waren er minstens 10 pogingen tot broeden. Tussen 1975 en 1999 zijn 55 dood gevonden rode wouwen onderzocht en toen bleek dat 45 dieren vergiftigd waren.[2] Volgens SOVON waren er tussen 1998-2007 geen broedgevallen.[3] Gelukkig werd in 2008 -door Natuurmonumenten- een broedgeval gemeld in Oost-Groningen, waarbij een jong werd grootgebracht. De rode wouw is in 2004 niet op de Nederlandse rode lijst gezet. De soort staat wèl op de Vlaamse rode lijst als zeldzaam. De rode wouw staat als gevoelig op de internationale IUCN rode lijst.[1]

    FOTO ' S

      

    14-12-2010 om 22:30 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (13 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Sneeuwuil

    De sneeuwuil (Bubo scandiacus, voorheen ook Nyctea scandiaca) is bij uitstek een toendra-uil.

    In strenge winters wordt hij nog wel eens in Nederland of België waargenomen als dwaalgast. Maar zijn verspreidingsgebied is het uiterste noorden van Azië, Europa en Noord-Amerika. Daar leeft de overwegend witte sneeuwuil op de toendra, op zoek naar knaagdieren, zoals muizen en lemmingen. En daar nestelt hij.

    De legselgrootte varieert met het voedselaanbod. In lemmingrijke jaren is het aantal eieren het grootst. Verschil tussen beide geslachten is duidelijk. Volwassen mannetjes zijn sneeuwwit terwijl vrouwtjes gestreept zijn. In hetzelfde gebied leeft ook de iets grotere laplanduil (Strix nebulosa).

     

    Buitengewone isolatie

    De isolatie die het verenkleed van de sneeuwuil biedt, is buitengewoon ontwikkeld. Om te beginnen is deze vogel bijna geheel bevederd. Hij heeft een korte snavel, waarvan alleen het puntje uitsteekt. De ogen worden beschermd door lange, dichte wimpers. De poten zijn gehuld in een lange veren 'broek', die doorloopt tot op de klauwen. Onder de strakzittende laag dekveren draagt het dier warm 'ondergoed' van fijn dons. Ten slotte draagt ook de structuur van de veren bij aan hun isolerende werking: de kern van de veren is hol, zodat ze warme lucht kunnen opslaan.

     Dodelijke jager

    Met zijn lengte van 60 cm en een spanwijdte van meer dan een meter is de sneeuwuil in staat om grote prooien te doden. Hij pakt hazen en vogels ter grootte van het korhoen. De jachtmethode bestaat voor een groot deel uit op een plek met 360 graden zicht zitten en wachten op een beweging die de positie van een dier verraadt. Dan vliegt de uil laag over de grond en laat zich op de prooi vallen, met zijn krachtige klauwen uitgestrekt om te doden.

     Afbeeldingen

     

    14-12-2010 om 22:28 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Lannervalk 

    De lannervalk (Falco biarmicus) is een langvleugelige, hoekige valk, die lijkt op een lichte, slanke slechtvalk. De bovendelen zijn lichtgrijs met een zandkleurige kruin en een dunne mondstreep. De onderdelen zijn wit met fijne zwarte strepen. In de vlucht zorgen de witte slagpennen en de licht gestreepte dekveren onderaan voor een bleke indruk.

    Deze vogel wordt ongeveer 33-51 centimeter groot, de grootte van één vleugel bedraagt 310-359 millimeter. De grootte van de snavel bedraagt 20-23 millimeter en hij weegt ongeveer 500-900 gram. Het geluid van deze vogel bestaat uit een schrille kie-kie-kie.

    Deze vogel leeft vooral op naakte heuvels, steppen en halfwoestijngebieden. Zijn voedsel bestaat voornamelijk uit andere vogels die kleiner zijn dan hijzelf.

    Verspreiding en verplaatsingen

    De lannervalk is een standvogel. Zijn habitat is van Italië oostwaarts langs de Middellandse Zee tot het Midden-Oosten en in het grootste deel van de halfwoestijnen en savannes van Afrika. Zijn verplaatsingen bestaan uit een aantal lokale zwerftochten.

    Zijn legsel bestaat uit 3-4 witte eieren met bruine vlekken op een richel van een klif of in een oud nest van een andere soort. Ze worden in 31-38 dagen door beide geslachten uitgebroed en de donzige, hulpeloze jongen vliegen na 45 dagen.

    Geen enkele middelgrote valk is zo bleek als de lannervalk.

          

    14-12-2010 om 22:27 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De Lammergier 

    De lammergier (Gypaetus barbatus) of baardgier is een vogel uit de familie van havikachtigen (Accipitridae). In het Afrikaans wordt de vogel ook wel Baardaasvoël genoemd. Deze vogel kan langzaam voor- en achterwaarts[bron?] zweven of minuten lang in de lucht rond cirkelen zonder een enkele vleugelslag of langer met een of twee krachtige vleugelslagen. De witte kop en lange staart zijn een goed kenmerk. De lengte is 105-125 cm en de spanwijdte loopt van 231–285 cm.


    De naam "Lammergier" stamt uit de tijd, dat men dacht dat de vogel lammeren en zelfs kinderen jaagt. In Europa is dat een van de redenen geweest dat het dier vrijwel is uitgestorven; lange tijd werd er jacht op gemaakt. Uit de moderne biologie is bekend, dat de Lammergier zich voor 80% met botten van kadavers voedt. Door de grote snavelopening kan hij botten tot 18cm groot in een keer doorslikken. Grotere botten neemt hij mee in de lucht en laat ze op rotsen kapotvallen. Botten bevatten naast kalk veel eiwit en het merg is eveneens voedzaam.

    De lammergier heeft eigenlijk een witte borst, maar hij heeft de gewoonte deze met rode klei te bestrijken.

     

     Fotogalerij

     Verspreiding

    De lammergier komt niet voor in Nederland en België. Af en toe worden wel zwervers waargenomen. Wel is hij aan te treffen in Zuid-Europa waar enkele restpopulaties bestaan op Corsica, Kreta en de Pyreneën.

    In de Alpen werden de laatste vogels ongeveer honderd jaar geleden uitgeroeid. Sinds de zeventiger jaren van de vorige eeuw is er een grootschalig herintroductie project gestart. De eerste broedgevallen van uitgezette oudervogels zijn ondertussen succesvol geweest. Onder andere in het Zwitserse Engadin broeden de lammergieren opnieuw in de vrije natuur. Aan de noordzijde van de Alpen zijn in juni 2010 de eerste jonge lammergieren uitgezet in het Calfeisental, Vättis in Zwitserland.

     

    14-12-2010 om 22:26 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    De VECHTAREND 

    De vechtarend (Polemaetus bellicosus) is een vogel die behoort tot de familie der Accipitridae van haviken en adelaars. Het is de enige soort uit het geslacht Polemaetus een zogenaamd monotypisch geslacht.

    De vechtarend is de grootste arend van Afrika. De spanwijdte van de vechtarend is een stuk kleiner dan de in Nederland levende Europese Zeearend. De tarsels (mannetjes) wegen ± 4 kilo; de wijven (vrouwtjes) kunnen een gewicht van ± 8 kilo bereiken. De spanwijdte bedraagt 2,30 m en de hoogte ongeveer 96 cm.

    De vechtarend kan prooien groter dan zichzelf doden, zoals bijvoorbeeld een jonge antilope of een jong wrattenzwijn. Zijn vaste prooien zijn echter hazen, mangoesten en varanen.

    Vechtarenden zijn monogame vogels en vormen paren voor het leven. Het wijfje maakt de nestelplaats boven in een boom, ze legt daarin één ei waarop ze vijftig dagen broedt. Het ei komt vroeg in het droge seizoen uit, zodat de jonge vogel in het natte seizoen, als er genoeg voedsel is, veren krijgt. Zo'n 20 weken later verlaat het jong het nest.

     

     

    14-12-2010 om 22:24 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Sperwer (roofvogel)

    De sperwer (Accipiter nisus) is een kleine, snelle roofvogel.

     Kenmerken

    Zoals bij alle roofvogels is het mannetje kleiner dan het vrouwtje, maar bij de sperwer is dit verschil zeer uitgesproken: het vrouwtje is tweemaal zo zwaar als het mannetje. De lengte van kop tot staart varieert van 28 tot 38 centimeter.

    Voedsel

    Een sperwer (wijfje) met haar prooi, een Turkse Tortel, op een oprit in De Klinge

    Zangvogels zijn de voornaamste prooi, met name huismus, vink, merel, spreeuw en mees, maar lust ook wel eens een Turkse tortel die dan eerder door het vrouwtje wordt gevangen. De sperwer jaagt vanuit dekking, of met een plotselinge, snelle vlucht in het voorbijgaan.

    Voortplanting

    De sperwer bouwt ieder jaar hoog in de bomen een nieuw nest, waarin één tot zes, maar meestal vier of vijf eieren worden gelegd.

    [Verspreiding

    Sperwers komen in heel Europa voor, met uitzondering van IJsland en het uiterste noorden van Scandinavië en Rusland. Het verspreidingsgebied strekt zich in een gordel uit van Rusland tot Kamtsjatka, Japan en Korea. Sperwers leven voornamelijk in bosgebieden (vaak naaldbos), maar ook in cultuurland en in steden. Vogels uit de noordelijke streken overwinteren in gematigde gebieden.

     Status in Nederland en Vlaanderen

    De sperwer is in Nederland en Vlaanderen geen zeldzame vogel meer. Tussen 1965-1970 was het nog een uiterst schaarse broedvogel van bosgebieden op de zandgronden. Daarna volgde een geleidelijk herstel.In de oorspronkelijke broedgebieden nam het aantal toe en er volgde een uitbreiding van het broedareaal naar de laaggelegen gebieden in Nederland en Vlaanderen. In Nederland broedt de sperwer nu zelfs al in grote steden. Rond 1990 werd een niveau bereikt dat daarna (in ieder geval tot tot 2007) niet opvallend hoger of lager werd. Het aantal broedparen rond 2000 in Nederland wordt geschat op 4000 tot 5000 paar en in Vlaanderen op 1500 tot 2500 paar.[2][3]

     Galerij

      

    14-12-2010 om 22:22 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Giervalk

    De giervalk (Falco rusticolus) is een vogel uit de familie van valken (Falconidae). Een volwassen examplaar is circa 55 centimeter groot. Kenmerkend is dat het wijfje groter is dan het mannetje. Het dier bewoont woest bergland, rotsige zeekusten en bosranden. Broeden doen ze op rotsranden. Het voedsel van de giervalk bestaat uit grote vogels, zoals sneeuwhoenders, watervogels als eenden en dergelijke. Het jaaggedrag van de giervalk is gelijk aan dat van de slechtvalk, maar ze zijn minder snel. Het uiterlijk van de dieren is eveneens gelijk aan dat van de slechtvalk, maar ze zijn grijs (zelden wit) aan de boven- en onderzijde en hebben geen baardstreep.

    Giervalken komen in Europa alleen in het noorden van Scandinavië en IJsland voor. Komt buiten Europa ook voor in het hele gebied rond de Noordpool van Rusland tot in Canada, Alaska en Groenland (zie kaartje).

     

     

     

    14-12-2010 om 22:20 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Havik (vogel) 

    De havik (Accipiter gentilis) is een middelgrote roofvogel uit de familie van de havikachtigen (Accipitridae) waartoe ook andere dagroofvogels zoals arenden en buizards behoren. De havik bewoont de arctische tot subtropische zones van het holarctische gebied.

     

    Havik (vogel)

     Kenmerken

    Een volwassen exemplaar kan een lengte hebben tussen 49 en 66 cm. Een havik heeft korte, brede vleugels en een lange, bijna vierkante staart. Een volwassen havik heeft een witte lijn boven het oog, een zwarte kruin en donkere veren in de oorstreek. Het verenkleed van een mannetje is bovenaan bruin en onderaan vaalwit met dunne grijze strepen. Het vrouwtje is veel groter en een bovenaan een leigrijs verenkleed en is onderaan grijs. Een jonge havik heeft bovenaan een bruin verenkleed en gestreept bruin onderaan. Bovendien is de witte oogstreep minder opvallend.

    Een havik is een stille vogel. Slechts in de broedtijd kan men verschillende soorten gekekker horen. In Eurazië wordt de mannetjeshavik gemakkelijk verward met de sperwer (Accipiter nisus), maar is iets groter, zwaarder en heeft iets langere vleugels.

    Voedsel

    De havik vangt middelgrote vogels en zoogdieren. Hoofdprooien in Nederland zijn postduif, houtduif, Vlaamse gaai en konijn. In terrein met veel dekking jaagt de havik vanaf een zitplaats of in een lage vlucht, om een prooi te verrassen. Daarbij kan de vogel op korte stukken een relatief grote snelheid (80 km/u) ontwikkelen. Haviken vangen hoofdzakelijk de soorten die in hun habitat talrijk voorkomen. Vaak is te zien hoe haviken zich vanuit een hoge cirkelende vlucht net als een slechtvalk op een prooi duikt.

     Voortplanting

    Een paartje haviken heeft vaak meerdere nesten in hun territorium, die van jaar tot jaar worden gewisseld om parasieten te vermijden, maar maakt toch gemakkelijk een nieuw nest. Dit nest, ook wel horst genoemd, wordt met dode takken gebouwd hoog in de boomkruin in een gaffelvormige tak, of aanleunend tegen de stam.

    Havik vrouw - let op de witte oogstreep, zwarte kruin en zwarte oorveren

    De havik legt een tot vijf blauwwitte eieren, meestal drie of vier. Tijdens het broeden ruien de mannetjes en vrouwtjes en vindt men gemakkelijk ruiveren onder het nest van, voornamelijk, het vrouwtje, doordat zij meer aan het nestgebied gebonden is. Havikjongen die klaar zijn om het nest te verlaten beginnen met vliegoefeningen. De ouders leggen dan prooien op de rand van het nest, waardoor de jongen fladderend naar de rand gaan. En ineens duiken ze spontaan van het nest als (bijna) volleerde vliegers. De havik heeft een karakteristiek vluchtpatroon: trage klap van de vleugels, trage klap en dan glijvlucht recht vooruit.

    Ze blijven hun hele leven in hetzelfde territorium, maar de haviken uit noordelijke streken migreren zuidwaarts om te overwinteren.

    Verspreiding

    De havik komt voornamelijk voor in bosgebieden in gematigde streken van het noordelijk halfrond. Landbouwgronden worden echter vaak ook gebruikt om te jagen en hier en daar worden ze ook al in steden waargenomen (Amsterdam,Rotterdam IJsselmonde).

     Jachttechniek

    De havik zet zich onbeweeglijk op een tak en wacht tot hij een prooi ziet. Als hij een prooi gekozen heeft, duwt hij zich af en fladdert een paar keer met de vleugels. Met zijn vleugels bijna helemaal tegen zijn lichaam stort hij pijlsnel door bomen en struiken op zijn prooi af tot hij ze heeft.

     Zie ook

    • Havik (politiek), een overdrachtelijk gebruik van de term 'havik' voor personen met harde of onverzoenlijke standpunten op vooral politiek gebied.  

    14-12-2010 om 22:18 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Boomvalk

    De boomvalk (Falco subbuteo) is een kleine valk van 30 à 35 cm

     Kenmerken

    Volwassen vogels zijn van boven leikleurig met een witte keel. Van dichtbij kunnen de kastanjebruine broek en onderstaart worden waargenomen. Mannetje en vrouwtje zien er gelijk uit, juvenielen zijn over het algemeen veel bruiner van kleur. Het is een elegante roofvogel, die er met zijn langgepunte vleugels uit ziet als een grote gierzwaluw.
    Boomvalken nestelen in de verlaten en vaak in dat zelfde jaar gemaakte nesten van kraaien en andere vogels en leggen twee tot vier eieren.

     Voedsel

    De boomvalk jaagt op grote insecten zoals libellen die overgebracht worden van klauwen naar bek en in de vlucht worden opgegeten. Ook kleine vogels worden in de vlucht gevangen. Zijn snelheid en vliegkunsten stellen hem in staat om zelfs zwaluwen te grijpen. Huiszwaluw en boerenzwaluw hebben dan ook een specifieke boomvalk-alarmroep.

     

     Verspreiding

    De boomvalk is verspreid over Europa en Azië. Het is een trekvogel die grote afstanden aflegt en overwintert in Afrika. Het is een schaarse broedvogel van open bossen en parken. In het verleden kwam de boomvalk in Nederland vooral voor in de bossen op de zandgronden. De soort doet het daar de laatste jaren slecht. In het half open (agrarisch) landschap wordt de soort echter steeds meer gezien. Ook op de waddeneilanden doet de soort het relatief goed. Het totaal aantal broedparen werd rond 2000 geschat op 750 tot 1000 paar.[2] Helaas is het netto resultaat een dalende trend sinds 1990.[3] De boomvalk staat weliswaar als veilig op de internationale rode lijst van de IUCN,[1] maar door de voortdurende achteruitgang in Nederland staat hij als kwetsbaar op de Nederlandse rode lijst, maar staat niet op de Vlaamse rode lijst.

     

     

    14-12-2010 om 22:16 geschreven door Benjamin  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (9 Stemmen)


    Archief per week
  • 13/12-19/12 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs