Een week later belde ik Steen op.
Ze zei of ik al genezen was van mijn griep.
Ik zei dat het al stukken beter ging en bedankte haar.
Ik belde haar eigenlijk in verband met Bunny.
Ze had geen zin vandaag want het was trouwens een feestdag.
Ik vertelde dat het eigenlijk niet kon wachten.
Ik gaf toe dat ze gelijk had maar ze wist niet waarom.
Bunny was de moordenaar niet.
Ik wachtte op een reactie dat maar niet kwam.
Bunny had niets te maken met die moorden.
Ze vroeg hoe ik dat wist en antwoordde dat ik wat onderzoek had gedaan in het systeem van de politie.
Bij het gesprek betrok ik het laatste slachtoffer er bij, Francis Hollebeke.
Ik wist dat Steen zijn auto ergens van herkende.
Ik zei dat het de auto was die met een snelheid van 200 km/uur ons voorbij raasde op de dag toen ik Steen terug naar huis bracht.
Ik had alle nummerplaten onthouden van de slachtoffers en opgezocht.
Ik kwam er op uit dat het allemaal vrijgezellen waren.
Bunny werd weer vrijgelaten en er werd weer gezocht naar de dader.
|