
In het kabbelend water
ontwaar ik een visioen.
Het visioen van mijn
verleden
afgetekend tegen het
heden.
Als een antwoord op de
vragen
wie en hoe ik werkelijk
ben.
Hierdoor begint `t licht
te dagen,
waardoor ik mij zelve
beter ken.
In de terugblik welk `t
visioen mij gunt
kan ik duidelijk
ontwaren,
dat een en ander beter
had gekund.
Hetgeen mijn twijfels
doen verklaren.
Zodat ik nu zeker weet
hoe een handgebaar en
medeleven
gemakkelijk in liefde is
te geven;
terwijl men juist die
kleine dingen licht vergeet.

|