Fragmenten uit de geschiedenis van de Gentse politie.
23-01-2010
Politieinspecteur Jef LOUBRIS.
Politieinspecteur Jef LOUBRIS.
Geboren te Gent 16.10.1890
Overleden in het concentratiekamp van Esterwegen in Duitsland einde januari of begin februari 1944.
Hij was de zoon van een andere legendarische politieman, Emile LOUBRIS die mede aan de wieg stond van het Nationaal Syndicaat van de Belgische Politie (N.S.B.P.) dat toen nog Bond der onderhorige politiebeambten noemde omdat Syndicaat nog een verboden vereniging was voor politiebeambten.
In 1940 had te Gent een betoging plaats van de adepten der Nieuwe Orde. Een aantal patriottische verenigingen en studenten organiseerden prompt een tegenbetoging. Er werd fel gevochten tussen de Nieuwe Ordelingen en de patriotten. De aanwezige politiemannen hielden zich afzijdig en telkens een man van de Nieuwe orde een rammeling kreeg keken zij meestal de andere kant op. Deze houding was het collaborerende stadsbestuur niet ontgaan en er vielen enige schorsingen. Enkele politieagenten kwamen zonder inkomen te zitten. Jef LOUBRIS die op dat ogenblik voorzitter was van de Politieverbroedering, de Gentse afdeling van het N.S.B.P., richtte prompt een steuncomité op dat wekelijks zorgde voor het hoogstnodige geld in de getroffen gezinnen. Een en ander moest uiteraard in het geheim gebeuren. Hij werd hierin dan ook bijgestaan door de getrouwen uit zijn bestuur van de Verbroedering die zorgden voor het ronselen van fondsen en de uitbetaling.
Maar dit was zeker niet de enige daad van verzet van Jef. Als lid van het Geheim leger, cel Socrates en van de Inlichtingen en Actiedienst kon een aanhouding niet uitblijven. In 1943 was het zover. Jef LOUBRIS werd door de Gestapo overgebracht naar verschillende gevangenissen om uiteindelijk te belanden in het concentratiekamp vanEsterwegen waar hij begin 1944 overleed tengevolge van de martelingen en ontbering die hij doorstaan had.
Foto uit 1936 waarop Jef LOUBRIS met zijn volledig bestuur van de Verbroedering.
Vanaf de invoering van fietsen bij de Gentse politie voelden de agenten wielrijders zich een bevoorrechte klasse. Getuige daarvan een anekdote die mij voor waarheid werd verteld :
Bij een slager op de wijk Meulestede komt de echtgenote van een politieman haar inkopen doen. Zoals gebruikelijk bij sommige slagers wordt er een praatje gemaakt. Op dat ogenblik komt er een tweede dame de winkel binnen en de slager zegt kijk,kijk,madam es uuk getrèwd mee nen azent. Waarop deze laatste in alles ernst invalt met de woorden joamoar, Leon, mijne man ès giene geweunen azent zulle, mijne man ès cyclist bij de poliese
Agent wielrijder De Bonte. Later Inspecteur.
Amand De Longie. Later Politiecommissaris 12°wijk.
In de jaren '50 werden voor het eerst draagbare radios in gebruik genomen. Het waren omslachtige en zware toestellen die in feite meer last dan gemak betekenden voor de gebruikers
Ter gelegenheid van het congres van het Nationaal Syndikaat der Belgische Politie in 1936 werd de optocht geopend door de "Cyclisten"
In de jaren'50, toen het grondgebied van de stad zich uitbreidde totde grens met Zelzate en Nederland werden ten behoeve van de grotere verplaatsingen een vijftal "Mobilettes" in dienst genomen. Als tweede van links,zittend op de "brommer" herkennen wij Etienne Van Bever, die later nog hoofdcommissaris zou worden.
In 1904 legden de Gentse dokwerkers het werk neer. Deze staking duurde zo lang dat het havenbestuur zich genoodzaakt zag om buitenlandse havenarbeiders te ronselen om in Gent de noodzakelijk beschouwde lossingwerken te komen uitvoeren. Vooral Duitse dokwerkers gingen in op dit verzoek. Het spreekt voor zich dat deze "Ratten" door hun Gentse collegas niet met open armen werden ontvangen. Politiebescherming was dan ook geen overbodige luxe.
Bovenstaande prentkaart mag beschouwd worden als een uniek tijdsdocument.
Het
bijna voltallige politiekorps van Sint-Amandsberg in de jaren 1949-50 (?).
Wij
herkennen:
Zittend:
Karel Van Den Broecke- Inspecteur Gerulphus Naudts- Commissaris Roger De
Caestecker- Burgemeester Haemers- Commissariaat Secretaris Honoré (Frans) Van
Poecke later adj.-commissaris)- Inspecteur Cesar De Coster- Brigadier Achiel
Bekaert- Brigadier Carolus Verwilgen-.
Staande:
Florimond De Koning- Marcel Van Verdegem- Jozef De Graeve- Armand Dhauwe (later
Inspecteur)- Albert Clauwaert (later Politiecommissaris)- Pascal Terneus- Emiel
Smeets- Carolus Crommelinck (later Inspecteur)- Theophiel Meerschaut- Robert
Hendrickx (later commissariaatsecretaris)- René David- Georges Colle- Maurice
Rogiest- Raymond Clauwaert- Maurice Elderwweirt- Robert De Brabandt (later
Inspecteur)- Albert De Waele- Jozef Lombaert-Jozef Waeytens.
Albert De Waele en Raymond Clauwaert slaan een praatje.
Jozef De Graeve poseert bij de gloednieuwe combi.
Albert Clauwaert en Armand Dhauwe
Albert De Waele en Raymond Clauwaert op de motor met sidecar.
Een paar fotos van een der oudste sportverenigingen in de schoot der Gentse politie mogen zeker niet ontbreken in deze blog.
Foto 1976- Zittend van L.naar R.: Marc Huylebroeck,Wilfried Packet, Jacky Van De Walle, Hubert Verlaecken, Willy Boone. Staande van L.naar R.: Maurice De Meyer, Jacky Van De Kauter, Albert De Keyzer, Walter Bartholomeus, Paul Van De Vijver, Roger De Smet, Roger Satijn.
Foto Januari 1979 : Zittend van L.naar R.: Willy De Smet, Hubert Verlaecken, Jacky Van De Walle, Jacques Van Damme, Peter De Maer. Staande van L.naar R.: Yvan Vandenberghe, Albert De Keyzer, Norbert Lisarde, Patrick Bral, Edwin Veermeer, Paul Hebberecht, Guido Huylebroeck.
Foto September 1980 : Zittend van L.naar R.: Patrick Bral, Hubert Berlaecken, Wily De Smet, Roland Goethuys, Marc Corijn. Staande van L.naar R.: Albert De Keyzer, Yvan Vandenberghe, Guido Huylebroeck, Paul Hebberecht, Jacky Van De Walle, Edwin Veermeer.
In 1983 bracht Kimball Vickery, politiechef in Mount Angel, Oregon een bezoek aan de stad Gent. Als fervent hondenliefhebber wilde hij de Gentse politiehonden aan het werk zien. Samen met rijkswachter Eric Verwilst deden wij het nodige om dat verzoek in te willigen. Bijgaande foto's zijn daarvan de souvenirs.
Van L.naar R.: Eric Verilst, Kimball Vickery, ikzelf en Kenny, het zoontje van Kimball.
Inspecteur Hondengeleider Marc Wuytens (+ 15.9.1985) met E.Verwilst en Kimball Vickery.
Op initiatief van de "Politieverbroedering" werd op het hoofdbureau een gedenkplaat ingehuldigd ter nagedachtenis van de in de 2°Wereldoorlog omgekomen politiebeambten.
Politiecommissaris Van De Vijvere verwelkomt de aanwezigen en dankt degenen die financieel bijdroegen.
Inspecteur Felix Van Wilder tijdens de naamafroeping der overleden personeelsleden. Uiterst rechts op de foto adjunct Politiecommissaris Arthur Lamon.
Ook de Gentse randgemeenten waren vertegenwoordigd op de plechtigheid.
Op de rechtse foto, uiterst links,commissaris Temmerman van Gentbrugge.Op de linkse foto een groep politieofficieren. Zijn te herkennen.: In burger Comm.Henderickx, op de tweede rij Adj.Pc.Van Hoecke waarnemend korpschef Sint-Amandsberg (Den board), Commissaris Temmerman van Gentbrugge, Commissaris Beyls van Ledeberg en commissaris Lefebvre van Gent.
Weergave van de gedenkplaat.
De zes oorlogsslachtoffers welke, naast Jef LOUBRIS, op de gedenkplaat vereeuwigd zijn. Van links naar rechts: Ernest Wellens, Oscar Verdickt, Antoine Balot, Robert Vander Steichel, August De Vos en Aloïs Vereecke.
Ter dezer gelegenheid werd ook een bloemenhulde gebracht op het hoofdbureaau bij de gedenkplaat der in 40-45 overleden politieagenten. Het voltallige bestuur van het NSBP. en Hoofdcommissaris K.Mortier gingen samen op de foto.
In het ICC. te Gent werd ter dezer gelegenheid ook een tentoonstelling geopend onder de naam "Infopol". Verschillende fabrikanten en leveranciers van politiemateriaal en -uitrusting namen hieraan deel. Ikzelf,als toenmalig voorziter van de Oostvlaamse Politieverbroedering,mocht de aanwezigen welkom heten.
De Gentse Hoofdpolitiecommissaris opende de tentoonstelling.
Samen met Julien Rassouw, vaandrig van onze vereniging,tevreden kijkend naar het gepresteerde werk.
Onder de korpsleiding van HPC.Karel Mortier werd in de schoot van het Gentse politiekorps het "Sociaal Fonds" , kortweg SOFO genoemd, opgericht. Ik had de opdracht en het genoegen om vanaf 1980 de dagelijks leiding op mij te nemen. De voorzitter van het Sofo was de heer Hoofdcommissaris, de secretaris was de dienstchef Personeelszaken. Tot de opdrachten van het Sofo behoorden een aantal tussenkomsten van Sociale aard . Zo o.a.: -Het aanschaffen en bezorgen van bloemen bij het overlijden van een personeelslid. -Het aanschaffen en bezorgen van een fruitmand aan landurig zieke personeelsleden. -Het bevoorraden der verschillende kantines. -Het openhouden der centrale kantine in het bestendig bueeau. -Het bezorgen van koffie en mondvoorraad aan de personeelleden die betrokken waren in langdurige opdrachten. -Het verzorgen van recepties die door het korps dienden ingericht te worden. -Het bezorgen van een geschenk aan de oprustgestelden. -Het organiseren van de jaarlijkse nieuwjaarsreceptie. -De viering van de in het voorbije jaar op rust gestelde peroneelsleden.
Foto 1982- Toespraak door de heer Hoofdcommissaris tot de in het voorbije jaar gepensioneerde politiebeambten. Wij herkennen verder de politiecommissarissen Robert Van De Voorde en Schollaert, evenals ikzelf.
Foto 1987 : Intussen was de viering der gepensioneerden een traditie geworden. De in het voorgaande jaar gepensioneerde personeelsleden van politie Gent werden gevierd in het dienstencentrum Gentbrugge. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om een groepsfoto te maken in gezelschap van de Hoofdpolitiecommissaris K.Mortier.
Zijn te herkennen van L.naar R.: Robert De Roover, Roger Guilliaums, Hugo Desruelles, Basiel Laureyssens, Gilbert Carton, HPC.Karel Mortier, Julien Callemeyn, De Smet, Noël Ricart, André Buysse, André d'Hertoghe, Georges Dobbelaere en Gustaaf Van Heddeghem.
Foto 1988- De in 1987 op rust gestelde personeelsleden in gezelschap van de hoofdpolitiecommissaris- Van L.naar R.:Brig.Maurice De Meyer, adj.Pc. Lucien Vervondel, Gilbert Detienne (Goupietje), brig.Arseen Deschrijver, Inspecteur Jacque Meersman, brig.Roger De Munter, Hpc.Karel Mortier, brig.Willy Audenaert, Insp.Marcel Maes, adj.Pc; Oswald Kielemoes, Insp.Jacques Van Helsuwe, Insp.André De Cock, Hoofdinspecteur André De Wolf, Georges Van Buckhave, Hoofdinsp.Julien Ryckaert, Hoofdinsp.Cyriel Van Hyfte, Brig.Paul Zwaenepoel.
Nog 1988-Personeel en commissieleden van het sofo poseren samen met de dames gelegenheidsmedewerksters van het schoonmaakpersoneel. Wij herkennen van L.naar R. Albert De Buck,Walter Vos,ikzelf,Mr.De Caster(destijds dienstchef personeelszaken)Lucien Vermaele,en uiterst rechts Roger De Decker. De dames zijn gelegenheidsmedewersters van het schoonmaakpersoneel.
Identificatie gevraagd. Op onderstaande foto herkennen wij onder andere Roger Vercammen,Rik Rogiers ,Callemeyn en André Bontinck. Klaarblijkelijk is de foto genomen in het havengebied. Meer weet ik er niet over. Ik zou iedereen erkentelijk zijn die mij één of meer stappen verder helpt. Ter welker gelegenheid werd de foto genomen en wie is er nog meer te herkennen ?
Een andere, vroeger zelfstandige, gemeente welke thans tot de stad Gent behoort is Wondelgem. Sinds 10.1.1946 was Denis VAN STEENBERGE er politiecommissaris. Hij was afkomstig van Sint Lievens-Esse waar hij op 14.5.1908 geboren was. Hij was een verwoed duivenmelker en kwatongen beweerden wel eens dat zijn hobby in sommige gevallen voorrang kreeg op zijn verplichtingen als politiechef. Wij laten die beweringen voor wat ze waard zijn.
Denis VAN STEENBERGE Bij zijn benoeming als PC.in 1946
Dezelfde in de jaren '50.
In 1971 werd de fakkel overgegeven aan Georges STEYAERT.Sinds 1954 was deze politieagent in Gent. Nadat hij de politieschool op de Drongensesteernweg doorlopen had kwam hij achtereenvolgens terecht op de 2° en op de 12°wijk. Hij volgde met succes de provinciale school voor politieoffricieren en de leergang criminologie. In '71 werd hij dan aangesteld als politiecommissaris te Wondelgem. Na de fusie der gemeenten werd hij in zijn ambt bevestigd en hij bleef politiecommissaris in Wondelgem tot aan zijn pensionering op 1.12.1994.
G.Steyaert bij zijn indiensttreding bij de Gentse politie in 1954 (Links) Bij de overname van het ambt in Wondelgem.(midden) en als politiecommissaris (rechts)
Toen Georges Steyaert het commissariaat in Wondelgem overnam telde het korps zeven politieagenten en twee veldwachters. De samenwerking met deze laatsten liep soms nogal stroef. Na korte tijd waren de plooien evenwel gladgestreken. Eén van die veldwachters was "Juulken". Wij,destijds politieagenten te Sint Amandsberg,kenden Juulken. Het was namelijk zo dat wij de de jaren'50-60 nog naar de politierechtbank in Evergem dienden te gaan als er een zaak voorkwam waarin wij betrokken waren en dienden te getuigen. Wij deden die verplaatsing meestal per fiets. Bij de terugkeer van Evergem ontmoetten wij in Wondelgem meestal Juulken. 't Was alsof hij onze komst geroken had. Er werd dan doorgaans samen met hem een pintje gedronken. Soms wel eens meer dan eentje. In die tijd was het "gaan getuigen" voor ons een uitstapje.
Jules Willemyns, veldwachter;maar ook een stukje folklore.
Ook in politiemiddens is een lach nooit ver weg. Soms wrang, soms groen, soms een bulderlach, soms een glimlach, maar er zijn duizenden situaties die een minder ernstige houding verrechtvaardigen. In 1976 was het opheffen van de 8°politiewijk voor het personeel aldaar de aanleiding om op een folkloristisch-komische wijze afscheid te nemen van de bevolking. Zij deden het door het vertspreiden van een overlijdensbericht dat nota bene ook in de kranten verscheen.
Bij de fusie der gemeenten in 1977 kwam onder andere het politiekorps van Sint Amandsberg onder de vleugels van de korpsleiding van Gent. Ook hier werd een ludiek overlijdensbericht opgesteld dat enkel onder het politiepersoneel van de ter ziele gaande gemeente werd verspreid. Wij beleven nog steeds genoegen aan de manier waarop wij het hebben opgesteld.
Ten behoeve van de duidelijkheid laten wij hier een reproductie volgen:
Dura Lex
Sed Lex
Het heeft de heer Karel MORTIER, Commissarus principalis van de Citus Novam Gandavum behaagd tot zich op te nemen:
Na een slepende ziekte die aanving op 1 januari 1977 overleden aan de gevolgen van de LEX FUSICUM (Vulgus DE FUSIEPLAAG)
Het Politiekorps van Sint Amandsberg
Geboren in de 19°Eeuw
De wil van de H.MICHEL geschiedde.
Dit melden U met diepe droefheid zij die blijven en zij die gaan.
De plechtige klaagzangen worden gezongen op 26 maart 1977 om 20.00 uur in de Parochiale Kring Oude Bareel.. De blaaskapel van de EE.PP.Trapisten zal de plechtigheid opluisteren.
Gebed.
Er werd veel gewerkt bij ons,
Wij nemen onze officieren tot getuige.
Nu krijgen velen de bons
En moeten voor de fusie buigen.
Wij zullen trachten ons leed moedige te dragen
En in de toekomst het grote korps van Gent helpen schragen.
Ook al zullen wij daarvan niet sterven,
Toch zullen wij de sfeer en sommige vrienden moeten derven.
Zo is het leven nu eenmaal:
Niets blijft er duren,maar er is ook niets fataal.
(100 dagen afgang en de zegen van vader abt der trappisten)
De definitieve teraardebestelling heeft plaats op 1.4.1977.
Noch bloemen,noch kronen, noch tranen, maar bierkaartjes..
Hoe Gent de bakermat was van het gebruik van politiehonden.
Het idee om honden als politieassistenten te gebruiken werd voor het eerst geopperd door de Oostenrijkse jurist en kynloog Dr.Hans GROSS. In 1896 verscheen van zijn hand in het jaarboek der Oostenrijkse Gendarmerie een pleidooi voor het gebruik van politiehonden onder de titel: Een assistent voor de politie.
In feite was zijn idee niet zo nieuw als het wel leek. Het staat vast dat de nachtwakers in de grote steden op het einde van het Ancien Regime reeds volop gebruik maakten van honden.
Detail uit de Nieuwjaarswens der nachtwakers van Leuven.
Meestal ging het in die tijd om dieren die eigendom waren van de nachtwakers zelf. Die ontvingen dan in sommige gevallen een vergoeding van het stadsbestuur voor onderhoud en voeding van hun dieren. Nog in datzelfde jaar 1896 werd in Duitsland, meer bepaald in Hildesheim, door enkele politiemannen-hondenliefhebbers een experiment opgestart dat inpikte op het artikel van Dr.Gross. Ook hier ging het in feite om een privaat initiatief dat slechts gedoogd werd door de overheid die verder evenwel met de organisatie ervan niets te zien had. In de daaropvolgende jaren was het vooral de politiechef van Berlijn, Robert Gerlach, die in Duitsland de grote promotor was van de hondenbrigades. En met succes, want de geschiedenis leert ons dat er in 1909 niet minder dan 500 politiediensten waren in Duitsland welke van politiehonden gebruik maakten.
Op dat ogenblik was er ook in België belangstelling, zowel van wetenschappelijk geschoolde- als van liefhebbers kynologen. Wij beschikten immers om uitstekende werk- en rashonden. Wat evenwel de raskenmerken betrof stond men nog nergens. Met de doorbraak van de wetenschappelijk opgevatte kynologie werden de soorten bestendig veredeld en werden de raskenmerken steeds scherper gesteld. Daarbij kwam dat de tot dan toe populairste herdershond, de Duitse, door ondeskundige kweekmethodes endoor inteelt zodanig in verval was geraakt dat de vraag ernaar sterk was afgenomen, in het voordeel van Franse en Belgische honden.
Het is duidelijk dat er in de aanvang nog maar weinig sprake was van raskenmerken. De aandacht ging toen nog voornamelijk naar de bruikbaarheid als politiehond bij de aanschaf van de dieren.
Een van die belangstellende liefhebbers was de Gentse hoofdpolitiecommissaris Ernest VAN WESEMAEL. Gent was toentertijd een moeilijk te bewaken stad.
170.000 inwoners waren verspreid over 2659 hectaren. Waterlopen en bruggen overheersten het stadsbeeld en vormden allerlei kleine en grotere eilanden. Daarbij kwam de drukke scheepvaart met wekelijkse verbindingen naar Londen, Hull, Leith, Liverpool, Manchester, Newcastle en Galveston. De schepen lieten allerlei onguur volk en beachcombers achter. Daarnaast oefenden hun ladingen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op degenen die graag snel verdienden zonder al te veel inspanningen. De havenaccommodatie had geen gelijke tred gehouden met de snel aangroeiende scheepvaart en de ladingen werden veelal open en bloot op de kaden opgeslagen. In het najaar van 1898 kwam VAN WESEMAEL dan ook tot de vaststelling dat zijn 111 man sterke nachtpolitie niet langer volstond om op een efficiënte manier voor de veiligheid in te staat. Hij had berekend dat hij minstens 12 man meer nodig had. Hij richtte in die zin een verzoek tot het stadsbestuur dat om budgettaire redenen niet inging op zijn verzoek. Hierop richtte VAN WESEMAEL zich opnieuw tot de vroede vaderen in bewoordingen die erop neerkwamen dat hij zonder veel omhaal zegde: Als ge mij geen mensen kunt geven, geef mij dan honden
Aanvankelijk werd zijn voorstel niet op eenparig gejuich onthaald. Uiteindelijk kreeg hij toch de zegen en mocht a titre dessai drie honden opleiden voor het politiewerk. Het experiment slaagde zo voortreffelijk dat er tegen het eindevan hetzelfde jaar 10 honden in dienst waren. De behaalde resultaten waren van dien aard dat de pers niet onverschillig kon blijven. En niet enkel de lokale Vlaamse pers berichtte over de viervoetige hulpagenten. Ook de Belgische Franstalige pers wierp zich op het onderwerp. Blijkbaar werden deze kranten ook in Frankrijk gelezen. Een eerste verzoek om inlichtingen kwam van de secretarisvan de Parijse hoofdcommissaris. Als spoedig gevolgd door andere politieverantwoordelijken. Het uiteindelijk resultaat was dat er tegen 1907 al 14 hondenbrigades bestonden in Frankrijk met in totaal 61 honden.
Rechts een "Pinne" rond 1900,klaar voor het aanvangen van de dienst. Links, foto rond 1907;hond en hondegeleider in volle uitusting.
Ook in eigen land was men niet stil blijven zitten. Tot de eerste gemeenten die Gent navolgden behoorden Sint-Gillis, Schaarbeek en Leuven maar tegen 1909 waren er in België 30 gemeenten die over een hondenbrigade beschikten.
Vanaf dan maakte het gebruik van politiehonden een hoge vlucht en raakte verspreid over de hele wereld. VAN WESEMAEL deed op een gegeven ogenblik zijn beklag dat hij het verspreiden van inlichtingen met moeite kon bijhouden. En de honden raakten vermoeid omdat zij, naast hun nachtwerk, overdag bijna dagelijks demonstraties van hun kunnen dienden te geven.
Die hoogconjunctuur van de Gentse Dienst der Politiehonden ging teloor bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog. De bezetters legden de hand op de Gentse honden en maakten er gegeerde frontsoldaten van, terwijl de mooiste exemplaren als gezelschapsdier voor de officieren moesten dienen.
Na het einde van de oorlog kwam de herstart maar moeilijk van de grond, de korpsleiding had tal van problemen op te lossen en de belangstelling voor politiehonden kwam op een laag pitje te staan. De nachtpolitie in zijn vroegere vorm werd afgeschaft. Desondanks waren er toch nog enkele honden in dienst. Uiteindelijk, toen de motorisatie van het korps de volle aandacht van de korpsleiding opeiste, verdween de hondenbrigade voor lange tijd volledig uit het korps.
De eerste hondengeleiders en hun dieren poseerden hier fier op de binnenkoer van de kennel. Uiterst rechts de concierge,politiebrigadier DE MEYER. In het midden van de groep zijn echtgenote die zorgde voor voeding en verzorging van de honden.
Deze toestand duurde tot 1979, toen onder het gezag van Hoofdcommissaris Karel MORTIER, opnieuw de hondenbrigade werd opgestart. Oorspronkelijk met uitsluitend Duitse herders, maar na verloop van tijd werd ook hier ingezien dat producten van eigen bodem zonder schroom de vergelijking konden doorstaan en minsten even goede, zelfs betere politiehonden opleverden.
De reorganisatie van de politiediensten bracht met zich mee dat de diverse plaatselijke hondenbrigades werden opgeheven om plaats en middelen te bieden aan een federale eenheid. Hiermede was Gent opnieuw en waarschijnlijk voor altijd zijn hondenbrigade, die eens de trots van het Gentse politiekorps was, kwijt. In een volgende aflevering brengen wij nog wetenswaardigheden over de laatste hondenbrigade.
De Hondenbrigade In 1979, onder impuls van de toenmalige hoofdpolitiecommissaris Karel MORTIER werd opnieuw een hondenbrigade opgericht. Onmiddellijk waren een aantal enthousiaste hondenliefhebbers en kenners bereid om de taak van hondengeleider op zich te nemen. En zij deden veel meer dan dat. Dank zij hun inspanningen was de hondenbrigade in 1980 operationeel. De hondengeleiders werden aangevuld met een inspecteur en een adjunct-politiecommissaris die de leiding op zich namen. Een gloednieuw gebouwtje diende als onderkomen voor de dieren. Nochtans waren de gronden toen al voorbestemd voor de uitbreiding van de haven.
Foto links: Inspecteur Hamelinck en Julien Boxtaele. Foto rechts: Marc Wuytens en Willy De Smet.
De nieuwe hondenbrigade was slechts een relatief kort bestaan gegund. Op papier bestaat ze nog steeds doch in werkelijkheid is ze ingekrompen tot amper twee honden. De reorganisatie van de politie ligt, naast andere factoren, aan de basis van het quasi verdwijnen van de Gentse politiehondendienst. Nadat er in de 80er jaren nog een schijn van opflakkering was haakten een aantal hondengeleiders af. Ook het onderkomen van de hondenbrigade verdween door de uitbreiding van de haven. Als dichtbewoonde stad was het niet evident om een geschikte inplanting te vinden waar de honden ongestoord konden ondergebracht worden. Er werden allerlei tijdelijke noodoplossingen gezocht doch het enthousiasme van de hondengeleiders ende wil om er iets goed van te maken waren verdwenen. Alleen de herinnering blijft in de geest van enkele enthousiaste hondenliefhebbers en mensen die het reilen en zeilen van hun politiekorps nauw aan het hart ligt.
De opening van het nieuwe onderkomen voor de honden in de kennel te Rieme. Zijn te herkennen: Burgemeester De Paepe, Hpc.Mortier, Inspecteur Hamelinck Marc Wuyts, Commissaris Georges De Wolf.
Na een paar jaren schakelde men over op Mechelse herders. Bovenstaande foto toont Freddy Dhont als pakman bij de training van een van de "Mechelaars".
Een ander lid van de hondenbrigade, Willy Suy, besteede vele uren aan de training van de honden.
Een foto uit 1907.Een deel van de hondenbrigade op weg voor een demonstratie.Achteraan rechts brigadier De Meyer die concierge was in de hondenkennel.
Een beeld dat men in Gent niet vlug meer zal terugzien.De hondenbrigade op weg voor een ordedienst in het stadscentrum.Foto uit de zestiger of zeventiger jaren. Wij herkennen inspecteur Hamelinck en adj.Comm.De Mol.
jk-1965 Op de 8° wijk gebeurde het regelmatig dat agenten dienden in te staan voor de ordehandhaving bij militaire schepen die op bezoek waren in de haven.In dit geval zijn het Roger COLMAN, Werner HUYSE en René CLAEYS die instaan voor een dergelijke job.
De eerste Gillet werd rond 1933 in dienst genomen bij de Gentse Politie.
Op 27.12.1935 verongelukte Robert LANGEROCK op de Vliegtuiglaan te Gent toen hij in een dichte mist tegen een treinstel opbotste.
Robert LANGEROCK,de foto op het bidprentje dateert uit de tijd dat hij nog tot de Cyclisten behoorde.
Foto 1939: De koplichten werden afgeschermd met het oog op de zichtbaarheid vanuit de lucht.
1948
Tijdens de periode na de tweede wereldoorlog werden sommige kunstschatten welke door de bezetter naar Duitsland waren overgebracht teruggegeven aan Gent. Op Belgische bodem werd het transport door de politie begeleid. Rechts op de foto bemerkt men hoofdcommissaris DE WALSCHE (in burger) en met de stofbril op de helm de latere inspecteur Alfons HUYGHE.
Na het beeindigen van WO.II trokken de Amerikaanse troepen zich voor een deel terug naar hun vaderland. Heel wat materiaal werd achtergelaten en te koop gesteld in de zogenaamde Stockyards. De stad Gent profiteerde van de gelegenheid om het voertuigenpark van de politie opnieuw op peil te brengen. Alsus kwamen twee Harley DavidsonsLiberator in handen van het korps. De Motards poseerden fier met de nieuwe aanwinsten.
Wij herkennen Willy SMAELE en Cyriel TANGE.
In de jaren 50 werden vier splinternieuwe F.N.s in gebruik genomen. De toenmalige motorijders mochten zelf hun voertuigen afhalen en poseren hier fier met de aanwinsten. Wij herkennen Cyriel TANGE, Willy SMAELE en Leopold DE BRAECKELEER. (Verdere identificatie is altijd welkom.)
De nieuwe voertuigen waren enerzijds bestemd voor snelle interventies en anderszijds voor het op post brengen van de verkeersagenten en voor patrouilles in afgelegen
gebied
Van links naar rechts: Roger SNOECK, adj.Comm. Fernand DE MEESTER, André MAERREM en André DE SMET. De twee laatstgenoemden Motards
In de jaren 60 kwamen de BMWs. Op de linker foto Dees VAN PUYEMBROEK.
Een van de BMWs werd achteraan voorzien van een uit de kluiten gewassen wijzerplaat van dewelke men de snelheid kon aflezen.
De glimmende machines en de stoere mannen in lederen pak droegen steeds de belangstelling van de prille jeugd. Uiterst rechts op de foto Bruno STEYAERT.
Jean COMHAIRE en Jean PETERS, twee politiemannen die het grootste deel van hun loopbaan als motard doorbrachten.
In 1978 werden de BMWs langzaam vervangen door HONDAs. De eerste twee waren een schenking van Honda zelf en werden door de motorijders zelf in Aalst afgehaald.
Rond datzelfde tijdstip werden de Motards voorzien van witlederen jassen welke vooral gedragen werden bij escorte-diensten en bijzondere gelegenheden. Dit kledingstuk gaf hen toch wel een zekere allure.
Maar niet alleen als begeleiders van VIP's traden de motards op als ambasadeurs van het korps. Op tentoonstellingen en dergelijke evenementen lieten zij geen kans voorbijgaan om het korps en hun specialiteit in het daglicht te plaatsen. Op onderstaande foto de Inspecteurs Sylvain DE KONINCK en Gilbert SPRUYT op een stand van de IPMC. rond 1982.
En ook in hun vrije tijd waren het meestal fervente motoliefhebbers. Zo Chris BAERT, die een niet onverdienstelijk motorenner was. In 1987 ontving hij uit handen van Burgemeester MONSAERT de trofee voor sportverdienste.
In 1984 viel aan de motorbrigade de eer te beurt om de militaire taptoe in het "Kuipke" te openen. Dat gebeurde met de nodige allure, ter voldoening van het publiek.
Maar wij willen, ten onrechte, niet de indruk wekken dat de motobrigade slechts een paradepaardje was. Zoals overal waren zij doorgaans de eerste politiemannen die aanwezig waren bij ongevallen en andere calamiteiten. Hiertoe was het noodzakelijk dat de "Motard" een goed inzicht had in allerlei te nemen maatregelen op de plaats van het gebeuren. Die gingen van verkeersregeling tot het oproepen van andere hulpdiensten en het beveiligen van sporen.
Door de bezetter verplicht op rust gesteld op 14.07.1915.
Wanneer wij de huidige organisatie en uitrusting van een politiekorps bekijken dan denken wij slechts zelden terug aan die mensen die het met veel minder moesten doen en er toch in slaagden om er iets van te maken. Anderzijds moeten wij toegeven dat die oudgedienden veel meer gezag uitstraalden en respect afdwongen van hun ondergeschikten. Kortom, het was anders. Wij laten het voor ieder van de lezers in het midden of het beter of slechter was. De jongeren willen wij waarschuwen: Doe niet minachtend over die ouderen, zeer dikwijls hebben zij het pad geëffend voor de manier waarop ge thans Uw job kunt uitoefenen. Enkele van hen zijn ons ontvallen doch wij laten niet na juist aan dezen hulde te brengen.
.
Hij was iemand die ongetwijfeld respect afdwong bij alles wat hij deed. Op de ouderdom van 14 jaar was hij opgenomen geweest in het leger als leerling tamboer. In 1877 verliet hij de militaire dienst als Sergeant-majoor. Dat was in die tijd zowat de hoogste graad die een niet adellijke militair kon bereiken. Alles wat met muziek te maken had lag hem aan het hart. Onmiddellijk nadat hij de politie had vervoegd richtte hij dan ook een kliek op bestaande uit een vijftal klaroenblazers. Dit zou het embryo worden van de latere politieharmonie die een van de vele geesteskinderen was van deze vernieuwer.
Ook op sociaal vlak was Van Wesemael een baanbreker. Hij trok zich onder andere de Bond der onderhorige politiebeambten zeer ter harte. Hij werd de eerste erevoorzitter van deze vereniging die de belangen van het lager politiepersoneel verdedigde. Hij was trouwens ook de eerste die op de bestuursvergadering zijn collegas in het Nederlands te woord stond, wat toch ook iets zegt over zijn persoonlijkheid.
Tenslotte, één van zijn voornaamste verwezenlijkingen, was het oprichten van een Dienst der politiehonden in Gent. Dit initiatief was de aanleiding tot de verspreiding van Hondenbrigades over de hele wereld.
Een Fins diplomaat die in Gent de hondenbrigade kwam bestuderen beschreef Van Wesemael als Hoog gezeten op zijn paard .. Wij hebben lang getwijfeld of het hier niet ging om een fantasietje van de schrijver. Tot wij een foto in de hand kregen van de inspectie van de Gentse burgerwacht waarop duidelijk een aantal politieofficieren te zien zijn, gezeten op een paard, en te herkennen aan de zwart-witte vederbos op hun helm. Buiten deze foto hebben wij nooit iets gevonden dat wijst op bereden politieofficieren. Vermoedelijk ging het dus om hun persoonlijk rijdier dat zij bij bepaalde gelegenheden ook in dienst mochten berijden.
Schouwing van de Burgerwacht op de Kouter te Gent. Rechts op de foto een aantal bereden officieren. Bij vergroting is het duidelijk dat een aantal ervan een Zwart-Witte vederdos op de helm dragen. Het gaat hier zo goed als zeker om politieofficieren. Onder hen waarschijnlijk ook Ernest VAN WESEMAEL die toendertijd hoofdcommissaris was.
Na het einde van de eerste wereldoorlog werd Eloi DUSOLEILals Hoofdpolitiecommissaris aangesteld. Van hem zijn mij slechts luttele gegevens bekend. Hij was geboren te Wetteren op 30.11.1871. Hij was één van de politiemannen die als eerste ter plaatse kwamen na de moord in de Lange Violettestraat in 1909 (Zie mijn Blog "rodecal2") Toen E.DUSOLEIL het korps verliet was het de beurt aan Politiecommissaris Edmond BOCQUE om de leiding ervan op zich te nemen. Hij was geboren en getogen te Gent op 13 mei 1882. Hij had de eerste wereldoorlog meegemaakt en werd er tamelijk zwaar gekwetst waardoor hij voor de rest van zijn leven licht gehandicapt was.Op 13 maart 1927 werd hij benoemd tot politiecommissaris en nam de leiding op zich van de 8° Wijk.
Op zijn doodsprentje vinden wij de beschrijving van deze merkwaardige man die door zijn ondergeschikten op de handen gedragen werd:
Hij was een man van eer en plicht,een overste in de ruimste betekenis van het woord. Hij beminde en beschermde vooral de minderen en de nederigen. Door deze schoone gaven dwong hij iedereens eerbied af en door allen kon hij zich doen beminnen. Hij had de aandacht van de Hoogere Overheid op zich weten te vestigen, want hij was een onverpoosde werker en een merkwaardige inrichter hij was bovendien met helder verstand, schrander doorzicht en een rijke verbeelding begaafd. Hij was een ambtenaar die enkel met de dienst van land en volk bekommerd was. Hij was fier over zijn zending en hij had zich met hart en ziel aan het Gentse politiekorps toegewijd waarvoor hij immer zijn beste krachten inspande. Hij was een voorbeeldig echtgenoot, een bewonderenswaardige vader en een grootvader die zijn kleinkinderen teer beminde. Zijn voorbarige verdwijning laat een niet te vervullen leemte....daarom zal zijn gedachtenis, bij de zijnen en ontelbare vrienden en kennissen als een waren zegen bewaard blijven.
Mr.BOCQUE overleed op 17 september 1943 Oudgedienden die destijds de begrafenis bijwoonden vertelden mij dat, ondanks de door de bezetter opgelegde restricties, de muziekkapel van de politie, "en sourdine" toch de Brabançonne speelden. Vele aanwezigen, ook stoere politieagenten, zouden op dat ogenblik een traantje verpinkt hebben.
Na de bevrijding trok een delegatie van de "Politieverbroedering" samen met de harmonie naar het Campo Sano te Sint-Amandsberg om er het bronzen borstbeeld dat op de grafkelder werd geplaatst op een gepaste wijze in te huldigen.
De grafkelder der familie Bocqué op het Campo Santo te Sint-Amandsberg. Rechts het bronzen borstbeeld dat na de bevrijding op het graf werd geplaatst.
Toen het stadsbestuur van Gent in de eerste maanden van de bezetting door de mensen van de "Nieuwe Orde" werd opgevolgd werd ook de hoofdcommissaris vervangen. August DE KESEL die blijkbaar verondersteld werd meer in de smaak van de nieuwe machthebbers te vallen, nam zijn plaats in. Ook hij was een Gentenaar en in 1928 politiecommssaris benoemd. Tot aan zijn aanstelling als hoofdcommissaris had hij dienst gedaan op de 3°Wijk.
August DE KESEL, Alphons DE WALSCHE , Louis HENDRICKX. en Roman DâHONT
August DE KESEL, Alphons DE WALSCHE , Louis HENDRICKX. en Roman DHONT.
Toen Edmond BOCQUE door het Nieuwe Orde- stadsbestuur aan de kant werd geschoven werd Auguste DEKESEL aangesteld als hoofdpolitiecommissaris. Hij was ongetwijfeldsterk Vlaamsgezind, maar voor zover wij daar thans kunnen over oordelen was er bij hem van echte collaboratie geen sprake. Hij was de vroegere commissaris van de 3°Wijk. Geboren Gentenaar op 9.5.1885 en sinds 1928 politiecommissaris. Bij de bevrijding werd hij geschorst en afgezet omwille van het feit dat hij was aangesteld door het tijdens de oorlog collaborerende stadsbestuur. Hem kon verder weinig ten laste gelegd worden.
Op zijn beurt werd hij in 1945 opgevolgd door de man die destijds zijn adjunct was op de 3°Wijk, namelijk Alphonse DE WALSCHE.
De Walsche was geboren te Waarschoot op 22.12.1893. In 1930 was hij zoals gezegd Adjunct-PC.op de 3° wijk. Bij zijn benoeming tot Politiecommissaris kwam hij op de 12°Wijk. Hij was oud-strijder van de eerste wereldoorlog en behoorde tot de verzetskern bij de politie onder de tweede wereldoorlog. In de jaren 50 ging hij op rust.Hij overleed op 10 augustus 1977.Na zijn opruststelling werd hij opgevolgd door Louis HENDRICKX.
Commissaris De Walsche midden het personeel van de 12°Wijk, vermoedelijk ter gelegenheid van zijn vertrek aldaar.
De hoofdcommissaris De Walsche en de commissarissen Lefebvre en Van De Vijver bij een bloemenhulde aan het monument van Koning Albert I in het zuidpark.
Louis HENDRICKX was geboren in Koningshooik op 11 juni 1904. Hij was voor zijn benoeming als Hoofdcommissaris directeur geweest van het politieopleidingscentrum. Ook hij was een oud-strijder van de eerste wereldoorlog. Als lesgever in de provinciale school voor kandidaat-politieofficieren gaf hijvooral de cursus verkeersreglementering. Hij overleed op 21 april 1975. Zijn opvolger was Roman DHONT.
Hoofdcommissaris Louis HENDRICKX
Roman DHONT was geboren te Hautmont (Fr.) op 14 april 1910. Op 11.2.1932 trad hij toe tot het Gentse politiekorps. In 1937 werd hij benoemd tot bijzonder agent en in 1949 tot politiecommissaris. Tijdens de bezetting in de tweede wereldoorlog was hij verbonden aan het opleidingcentrum. Hem werd na de bevrijding hulde gebracht voor de hulp die hij verleende aan Belgische Joden die noodgedwongen dienden onder te duiken. Op 1.9.1964 werd hij aangesteld als hoofdcommissaris en hij bleef dit tot aan zijn opruststelling op 31.8.1970. Hij overleed in 1999
Werd geboren te Scheldewindeke op 28 oktober 1910. In 1937 werd hij benoemd tot Adjunct-commissaris bij de Gentse politie. In 1940 werd hij, zoals velen van zijn collegas tijdelijk afgedeeld naar de Veiligheid van de Staat. Bij het uitbreken van de oorlog keerde hij terug naar de Gentse politie om na de oorlog opnieuw een tijdlang een leidende functie waar te nemen bij voornoemde Veiligheid van de Staat. Na er een paar jaar verdienstelijk werk te hebben geleverd keerde hij terug naar zijn oorspronkelijke werkgever. In 1947 behoorde hij er tot de groep stichterlesgevers van de Oost-Vlaamse politieschool. In 1949 werd hij benoemd tot politiecommissaris. Naast zijn werk bij de opleiding der rekruten kreeg hij thans ook de leiding over de 8° politiewijk.
Hoewel Mr.Codde beroepshalve reeds een druk leven had, vond hij toch nog de tijd om zijn vakbekwaamheid door studie te verruimen. Deze weetgierigheid werd bekroond op 28 oktober 1968, hij was dan 58 jaar, toen hij met glans doctoreerde als Doctor in de Criminologie. Hij was meteen de allereerste in België die deze titel mocht voeren. Het was slechts sinds 1965 dat aan de Gentse Universiteit de toelating verleend was om de titel toe te kennen. In datzelfde jaar 1968 werd hij ook lesgever aan de Provinciale school voor kandidaat politieofficieren. In 1970 tenslotte volgde hij Roman DHONT op als hoofdcommissaris.
Mr.Codde was ook een sociaalvoelend mens. Het welzijn van zijn personeel lag hem nauw aan het hart. De schaarse vrije tijd die hij overhield besteedde hij dan ook aan het verenigingsleven van zijn collegas en personeel. Als voorzitter van IPA.Oost-Vlaanderen lag hij aan de basis van tal van evenementen. Hij was dan ook een bekende figuur bij tal van buitenlandse politiemensen.
Wij herinneren ons hoe hij in de jaren 70 de allereerste Dag van de Politie inrichtte te Gent. De Gentenaars trokken grote ogen toen zij op de Kouter een heus defilé van politiemensen en voertuigen konden meemaken terwijl tal van buitenlandse genodigden, in uniform, aanwezig waren.
Enkele foto's van de "Dag van de Politie"
Julien CODDE overleed schielijk, nauwelijks 70 jaar oud, op 17 juli 1980 te Melle. Veel politiemannen, zowel collegas als ondergeschikten, in binnen- en buitenland hebben de beste herinneringen aan Mr.Codde.
Op 5 april 1940 maakte het tijdschrift De Stad gewag van het feit dat de politie van Gent in het bezit gekomen was van een nieuwe politieauto. Aan de hand van de bijgevoegde foto kunnen wij ons een idee vormen van de aard van het voertuig. Het was vooral bedoeld als interventiewagen voor verkeersongevallen. Desgevallend deed het ook dienst als ambulancevoertuig.
Tijdens de oorlogsjaren mocht dit voertuig slechts in uitzonderlijke gevallen de stelplaats verlaten.
Na het einde van WO.II, toen de geallieerde troepen stilaan naar hun thuisland terugkeerden kwam de stad in het bezit van een legerjeep. Niet weinig fier over deze aanwinst poseerden de gebruikers ervan met plezier voor het vehikel.
Begin van de jaren 50 werd de legerjeep opgevolgd door een Willys Overland. Het voertuig was ideaal voor de begeleiding van wielerkoersen of bijzondere transporten. Een foto, vermoedelijk genomen op de Pintelaan toont ons dit praktisch voertuig, bemand door Mr.Sturtewagen en andere niet-geïdentificeerde politiemannen.
In december 1959 maakten de kranten gewag van het feit dat de Gentse politie in het bezit gekomen was van drie nieuwe Combis van Volkswagen. Deze voertuigen bewezen ruimschoots hun diensten, vooral voor tussenkomsten bij allerhande calamiteiten, waaronder in de eerste plaats verkeersongevallen. Zij konden, en werden, ook gebruikt voor het transport van gewonden. Het duurde dan ook niet lang of de vloot werd uitgebreid. Gedurende vele jaren zou de VW-combi zowat het enige politievoertuig zijn dat in de Gentse straten rondreed.
Foto rond 1970. Mooi op een rijtje, voor het stadhuis, de voertuignvloot. Zijn te herkennen : Albert Van Ruyskensvelde en André Maerem. Elke aanvulling is welkom !!!
Een andere gemeente die in 1977 opgeslorpt werd door de stad Gent en wiens politiekorps deel ging uitmaken van dat van de grotere stad.Gedurende vele jaren nam Commissaris Temmerman de leiding van het korps op zich.
Onderstaande foto toont het voltallige korps met het college van burgemeester en schepenen. Wij herkennen daarop enkel politiecommissaris Temmerman. Wij zouden lezers van deze blog erkentlijk zijn voor bijkomende inlichtingen. Het tijdstip van de foto schatten wij rond 1945-'46.
Vlak voor de eerste wereldoorlog werd te Gentbrugge het eeuwfeest van L.Van Houtte gevierd met een stoet. Een prentkaart toont ons de praalwagen van de bloemisterij. In deze context is het vooral de politieman die de p^raalwagen voorafgaat. Het zou gaan om politiebrigadier Pierre Van Den Bogaert.
Ook op het sportieve vlak liet het korps van Gentbrugge zich niet onbetuigd. Een van de bezielers was ongetwijfeld Lambert Germaux. Op onderstaande fortos bij gelegenheid van een sportuitwisseling met St.Leu le Fôret in 1972.
Wij verontschuldigen ons voor het lange
uitblijven van enig bericht. De vakantie heeft er iets mee te zien, maar ook de
gezondheid en daarmee de lust tot schrijven liet het afweten. Maar we zijn er weer en vastbesloten om nog een tijd door te gaan. Dus
: veel leesgenot !
Het Opleidingcentrum.
Hoewel opgericht door de bezetter tijdens
de tweede wereldoorlog bleef de Politieschool toch verder bestaan na de
bevrijding. Vanaf 1948 zouden alle agenten er minstens een basisopleiding
doormaken. Aanvankelijk uitsluitend de Gentse politiemannen, maar later ook die
van andere gemeenten binnen de provincie Oost-Vlaanderen. Ook
vervolmakingscursussen voor diverse functies en voor kandidaat officieren
behoorden spoedig tot de normale werking. Het werd traditie dat elke cyclus een
groepsfoto liet vervaardigen. Al deze fotos zijn nog steeds te bewonderen in
het huidige OPAC (Oost-Vlaamse politieacademie) Wij brengen hierna een kleine
greep uit het bestaand beeldmateriaal in ons bezit.
1947
Na
het einde van de tweede wereldoorlog werd een eerste lessencyclus ingericht,
speciaal bedoeld voor de personeelsleden die onder de oorlog als hulpagent bij
het korps kwamen en die politieagent wensten te blijven. Lesgevers en
kandidaat-agenten poseerden voor deze foto op de terreinen van het zwembad
Tolhuis.
Wij
herkennen René Cleays, PC.Baetens en L.Hendrickx.
1950
Vanaf
1948 volgden de opleidingen zich in versneld tempo op. Onder staande foto,
waarvan wij vermoeden dat hij in of omtrent 1950 werd genomen toont ons een
25-tal agenten in opleiding waarvan wij er niet in slaagden enkelen te
identificeren.
1951
Onderstaande
foto daarentegen, eveneens uit de vijftiger jaren, laat ons wel toe een aantal
der afgebeelde kolengas thuis te brengen.
Staande: Alfons Huyghe,Willy
Audenaert,Germain Schaut,Paul Zwaenepoel, Victor Hautekeete,-?-,-?-,-?-,Gilbert
Carton, André De Wolf,Roger De Munter,Deconinck,Alfons Van Damme,Lucien
Vervondel, Van Damme.
In
dezelfde periode had ook een eerste vervolmakingcursus plaats voor het ambt van
inspecteur. De kandidaat-inspecteurs poseerden voor onderstaande foto. Wij
herkennen: Alfons Huyghe,Georges De Vreese,Gustaaf Verleysen,Georges De
Bonte,Frans Van Weynsberge, Florent Van Hecke,Frans Lasseel, Franck, Maurice
Van Caneghem.
1954
Een
nieuw contingent politieagenten dient zich aan. Zijn te herkennen:
Gehurkt
van L.n R.: Rodenbach, Noël Ricart,Roger Van Breusegem,Robert Van
Vlemmeren,Robert Pelst,WillyKaessen, Gabriël Melsens,Roger Colpaert,Roger
Satijn.
Staande
van L.n R.: Alfons Huyge (Opzichter O.C.) Emiel De Groote,Frans
Casteels,Maurice De Muyter, André De Cock,Jacques Van Helsuwe,Jean Leroy,Odiel
Delmeren,Noërl De Smert,André De Wolf,Robert Tanghe,André De Coen,Noël
Goderis,Willy Thienpont,Wilfried De Keyzer,Fernand Temmerman,Gaby
Vandenbroucke,Richard Braet,Emiel Saelens,Maurice Bonckaert,Yves
Debbaut,Georges Steyaert,André Perrot,Desiré Acke.
Nog
datzelfde jaar startte een nieuwe cyclus haar opleiding. Ditmaal werden ook
kandidaat-agenten der randgemeenten opgenomen. Zo herkennen wij Alfons
Hamelinck ,toenmalig agent te Sint-Amandsberg. Voor de Gentse collegas op
onderstaande foto verwachten wij enige hulp van de lezer voor de identificatie.
1955
Het
daaropvolgende jaar startte de 12°cyclus, samengesteld uit Gentse
kandidaat-agenten,aangevuld met leerlingen uit de randgemeenten.
Gehurkt
van L.n R.: Willy Thienpont,André De Coen,Erik Henderickx,Antoon Van
Hecke,Jozef Vos,Maurice De Muyter,Gilbert Van West,Gilbert Fiers,Van
Kemzeke,Firmin Steens,Marc Coppens,Roger Van Breusegem,Werner De Sutter,Fernand
Van Den Heede,Marcel Mestdagh, Hugo Raschaert.
Rechtstaande,
naast Insp.Huyghe een rij van aspirant-agenten uit andere gemeenten van
Oost-Vlaanderen. De drie uiterst rechts zijn agenten van Sint-Amandsberg,
respectievelijk Aimé De Mol,René Claus en Jacques Van De Wiele.
1959
Dit
jaar waren wij zelf van de partij. In een gemengde cyclus waarin opnieuw
een aantal agenten uit andere steden en
gemeenten van de provincie Oost-Vlaanderen waren opgenomen kregen wij onze
opleiding, nadat wij bijna twee jaar dienst deden op de gemeente
Sint-Amandsberg. Er waren onder andere leerlingen van Aalst, Lokeren,
Sint-Niklaas, Sint-Amandsberg, Ledeberg en Gent. Op onderstaande foto herkennen
wij : Gustaaf De Rycke,Jozef Van Acker,Gilbert Rombaut, Jean Peeters, Polydore
Buyse van Gent.
Bob
De Moor van Audenaarde, Willy De Waele van Ledeberg, De Moerloose van Lokeren
en tenslotte Octaaf Van Belle, Guido Van Weghe en ikzelf van Sint-Amandsberg.
1964
Dit
jaar kregen een aantal kandidaat-kantooragenten een bijkomende opleiding.
Ook zij lieten traditiegetrouw een
groepsfoto maken.
Gehurkt
van L.n.R.: Roger Satijn, Maurice De Muyter, Marcel Verstraete, Wilfried
Bardijn, José De Blaere, -?-, Odiel Delmeiren, Roger Van Breuseghem, Georges De
Baets, Gaby Melsens.
Staande
van L.n.R.: Alfons Huyghe (opzichter O.C.), Jean Leroy, André De Coen, Roger De
Pauw, Walter Eeckhout, Rober Tanghe, Daniël Fortie, Roger Lauwereyns, Jozef
Vos, Henri Vandenberghe, Maurice Bonckaerts, Hugo Rasschaert, Frans Lambrecht,
Marcel Coeman,Karel Baeté, Romain Standaert.
1973
Officieren
kregen aan het OC nog een vervolmakingcursus alvorens hun ambt op de diverse
wijken aan te vangen. In 1973 was dat het geval voor: Romain Standaert,Georges
De Baets, Richard Braet, Gabriël Vandenbroucke, Willy Everaert, Inspecteur De Smet,André De
Coen, Maurice De Muyter, Hubert Van Den Heede, Antoine Verstraeten, Aurèle De Vos,
Gilbert Van Den Berghe, Roland Engels, Frans Casteels, Etienne Salaerty, Willy
Beaumont, André Franck, en Oswald Kielemoes.
Er bestaan uiteraard nog ontelbare foto's die genomen zijn in het opleidingcentrum en de latere OPAC (Oostvlaamse politieacademie). Wij moeten ons evenwel beperken tot het beeldmateriaal dat wij zelf gesprokkeld hebben bij kollegas, op ruilbeurzen voor verzamelaars en op rommelmarkten. Mochten er onder de lezers nog mensen zijn die dit kort overzicht kunnen aanvullen met eigen materiaal, dan zijn zij ongetwijfeld welkom !
Vrijdag
28 mei 1937 was ongetwijfeld een zeer drukke dag voor Koning Leopold III. Hij
bracht die dag een bezoek aan Gent waar hem een groot aantal plichtplegingen te
wachten stonden.
Eerst en vooral was er de opening van de
nieuwe gebouwen der Nijverheidschool, gepaard aan een academische zitting in de
Franschen Schouwburg. Na een kort bezoek aan de nieuw geopende laboratoria in
de St.Pietersnieuwstraat werd ontbeten in het Gouvernementsgebouw op het
Laurentplein waarna de koning een defilé van de oud-strijders schouwde. Hierna
ging het te voet naar de Zuid-Hovingen langs het Lieven Bauwensplein,
Vlaanderenstraat en Wilsonplein naar het monument van Koning Albert waar
bloemen werden neergelegd. Hierna bracht hij een bezoek aan de werken aan de
Schelde en de Nieuwe brug die verbinding gaf met Ledeberg. Halfweg de brug werd
hij opgewacht door de Burgemeester van Ledeberg Gaston Crommen en de notabelen van de gemeente. Dan ging het per
auto naar de Botermarkt, van waar de Koning en zijn gezelschap te voet hun weg
vervolgden naar de Jozef Vervaenestraat. Hier woonde Karel Lodewijk Drieghe, een krasse honderdjarige oud-grenadier
die door de vorst met een bezoek vereerd werd.
Dit betekende voor de politie van
Ledeberg met zekerheid een van de
evenementen die zij zich nog lang zouden herinneren.
Het hoog gezelschap op weg naar de
Zuid en het monument voor Koning Albert. Tussen de Koning en zijn
vleugeladjudant herkennen wij Burgemeester Van Der Stegen. De politieofficier
rechts op de foto konden wij niet identificeren.
Omringd door zijn
gelegenheidsordedienst en de politie wacht Lodewijk Drieghe de koning op voor
zijn woning in de Jozef Vervaenestraat.
De optocht op de Botermarkt,
uiteraard voorafgegaan door de politie.Ook hier moeten wij de identificatie
schuldig blijven.
Een bijzonder ontspannen Koning
Leopold laat de eer en de begroeting van het publiek over aan de honderjarige
Lodewijk Drieghe.
Uiterst links een
politie-inspecteur van Ledeberg die voor de rest voor ons onbekend is gebleven.
Een van de vele initiatieven die door de toenmalige
hoofdcommissaris Ernest VAN WESEMAEL werden genomen was de uitgifte van een
reeks van zes prentkaarten welke het Gentse politiekorps in het daglicht
moesten stellen. Hij wendde zich hiertoe tot de Gentse kunstenaar Louis GEENS.
Deze was bekend om zijn militaire taferelen.
In feite is over Geens niet zeer veel bekend.
Hij was geboren als Gentenaar in 1835 en overleed te Ledeberg in 1906. Tussen
1869 en 1906 verbleef hij in het Gentse. Een van zijn werken behoort tot het
patrimonium van het Museum voor Schone Kunsten te Brussel. Hij exposeerde onder
andere ook te Luik.
Wij vermoeden dat hij behoorde tot de
vriendenkring van Van Wesemael, die als oud militair zeker interesse zal
betoond hebben voor het werk van Geens.
Dit schilderij van een Cavalerieofficier is vermoedelijk
het werk dat berust in Brussel.
Hierboven d
e zes
kaarten welke een beeld ophangen van het politiekorps rond 1900. Zij werden heruitgegeven
door het Sociaal Fonds in 1982.
Het
politiekorps zelf gebruikte de kaarten voor allerlei dienstcorrespondentie. Hierboven een exemplaar dat uitging van de hoofdcommissaris zelf. De originele tekeningen berusten vermoedelijk in een of ander archief of bij een verzamelaar.
Wij kunnen bezwaarlijk beweren dat het
Gentse stadsbestuur in vroeger jaren veel aandacht besteedde aan de behuizing
van haar politiekorps. De oudgedienden herinneren zich uit het tamelijk recente
verleden nog de ontelbare verhuizingen met als twijfelachtig dieptepunt de
onderbrenging van de bestendige wacht in twee uitgeleefde en onbewoonbare
Huisjes van plezier in de Belfortstraat in 1976. Wij geven hier grif toe dat
het sindsdien evenwel steeds beter
gegaan is. Mede onder de invloed van de fusie der gemeenten, toen enkele van de
vroegere randgemeenten met treffelijk behuizing van hun politiekorps de stad
kwamen vervoegen, werd er ernstig gezocht naar onderkomens die de vergelijking
met andere steden konden doorstaan. Vanaf dat ogenblik ging het crescendo.
Hierna proberen wij aan de hand van onze
documentatie een beeld op te hangen van de behuizing van het Gentse
politiekorps.
1904.
Deze foto uit 1904 toont ons het toenmalige hoofdbureau van politie
die gevestigd was in de huidige Belfortstraat.Het gaat om het hoogste van de
drie gebouwen. De sloophamers veegden het weg bij de grote stadsvernieuwing in
1912 en 1913.
De Bestendige wacht.
Naarmate het korps zich uitbreidde, rond de eeuwwisseling en in het
vooruitzicht van de wereldtentoonstelling van 1913, diende uitgekeken naar
ruimere lokalen.
De bestendige wacht en de Z.O.B.(Zeden- en opsporingsbrigade)kregen
hun stek op de Poeljemarkt.
1907
Rond 1907 heeft de Dienst der politiehonden een onderkomen
gevonden in de Ursulinenstraat. Brigadier De Meyer en echtgenote zijn er
huisbewaarder en zorgen er ook voor de honden. De kennel heeft veel aanzien
in politiemiddens in binnen- en
buitenland.
Mevrouw De Meyer zorgt ervoor dat de dieren gepast en voldoende
voedsel krijgen. Zij beschikt daartoe over een eigentijdse keuken.
1979
Na een zwerftocht langs twee gesloten cafeetjes van verdacht allooi
en een verlaten brouwerij wordt de
bestendige wacht overgebracht naar het voormalige hospitaal De Bijloke. Het
heeft er alle schijn van dat ditmaal een meer geschikt gebouw ter beschikking
staat van het korps. De loop van zaken zal er evenwel anders over beslissen.
De inkomsthal van het gebouw maakte een rijke indruk. Onder de trap
was het lokaaltje waar de Inspecteur van wacht zijn intrek genomen had.
Inspecteur Roger Snoek en Rita Verwilst aan de toegangsdeur van De
Bijloke
1988
De voorlopig laatste verhuis van de bestendige wacht en een groot
aantal andere diensten van de politie had dit jaar plaats. De nieuwe stek was het vroegere
militair hospitaal van Gent op Ekkergem.
1° Wijk.
In vervlogen dagen was het bureau van de 1°Wijk (Centrum) gevestigd
op de hoek van de Kammerstraat en Belfortstraat. Ook de dienst logistiek en
het Sofo vonden er hun intrek. Later verhuisde het bureau naar de huidige
plaats in de Belfortstraat.
2°Wijk.
Op de hoek van de Brioolstraat kon men terecht op het bureau van de
2°Wijk.(Ekkergem)
6°Wijk.
In de Peerstraat was, en is nog steeds, het bureau van de
6°Wijk(Brugse Poort)gevestigd.Wij hadden het genoegen om er gedurende een paar
jaar het secretariaat waar te nemen.
7°Wijk.
Een der mooiste gebouwen die ooit diende als onderkomen voor de
politie was zeker dat op de Lousbergkaai waar ooit het bureau van de 7° wijk
was ondergebracht. Later zou gedurende korte tijd ook de Dienst verkeerszaken
er een onderkomen vinden. Sommige stadsdiensten en ook het stadsbestuur waren
evenwel van oordeel dat een historische waardevol gebouw niet paste voor de
politie en de voornoemde dienst verhuisde naar Gentbrugge.
Het wijkbureau nam zijn intrek in de Abeelstraat, waar het de dag van vandaag nog steeds bedrijvig is. Ook de dienst personeelszaken was er gehuisvest.
10°Wijk.
In de De Smetstraat vond men het bureau van de 10°Wijk.Op
onderstaande foto uit 1969 krijgen wij een kijk op de statige gevel. Aan de
deur houd agent Leo Cobbaut de straat in het oog.
Zoals
wij reeds opmerkten beperken wij ons noodzakelijkerwijze tot de documentatie
die wij in ons bezit hebben. Er zijn uiteraard nog tal van gebouwen in de stad
die op één of andere manier verband houden met het politiekorps. Wat voorafgaat
is dan ook slechts een greep uit het geheel.
In
een volgende aflevering zullen wij de politiebureaus van de fusiegemeenten
bespreken.
1977 was ongetwijfeld een der
belangrijkste jaren in de recente geschiedenis van Gent en veel anders steden.
De gemeentelijke herindeling van België betekende een omwenteling die door de
meeste inwoners met argusogen werd bekeken en slechts node aanvaard. Gent kende
een uitbreiding van zijn grondgebied, van zijn personeel en van zijn
patrimonium waaronder ook de behuizing van de politie viel. Wij maken hierna de
ronde van de onderkomens van de dienaars van Hermandad, van dewelke wij afbeeldingen
bezitten en die door de fusie onder het Stadsdomein vielen.
AFSNEE.
Het bescheiden gemeentehuis van Afsnee, waar ooit ook de
Veldwachters hun bureau hadden.
DRONGEN.
Het commissariaat Drongen, nog steeds de
toevlucht voor hen die de politie nodig hebben in deze fusiegemeente.
GENTBRUGGE.
Vlak voor de fusie bouwde Gentbrugge nog
een nagelnieuw dienstencentrum. Verschillende gemeentediensten namen er hun
intrek, uiteraard ook het politiecommissariaat. Na de fusie, in 1977,
trok ook de dienst verkeerszaken naar
dit dienstencentrum.
LEDEBERG.
Politie Ledeberg bleef op haar oude,
getrouwe stek in het vroegere gemeentehuis. Het commissariaat is er nog steeds
gevestigd.
OOSTAKKER.
Ook in Oostakker kon de politie in zijn
vertrouwde omgeving verder werken. Alleen de bezetting van het politiebureau in
het oude gemeentehuis wisselde af en toe.
SINT-AMANDSBERG.
Sinds jaar en
dag was de politie er ondergebracht op het gelijkvloers van het statige
gemeentehuis. In de zeventiger jaren waren de plannen voor een eigentijds
dienstencentrum, incluis politiebureau klaar en zij werden onder vorm van een
maquette voorgestel aan pers en publiek.
Einde 1975
werden de werken aangevat en een jaar later was het nieuwe gebouw
gebruiksklaar. Intussen naderde de fusie der gemeenten met rasse schreden. Ik
herinner mij hoe, naarmate de ultieme datum naderde er zich een zekere
zenuwachtigheid onder het politiekorps voordeed. De verhuisperikelen van
politie Gent indachtig uitte men
openlijk de vrees dat er door het stadsbestuur een andere bestemming zou
gegeven worden aan de lokalen die voor de politie waren voorzien. Zo snel als
de bemeubeling in orde was werd dan ook het sein gegeven voor de overtocht. Nog
nooit is er zo eendrachtig zwaar gewerkt door de collegae en tegen dat de fusie
een feit was, wasde politie van Sint-Amandsberg in de nieuwe lokalen
gesetteld.
Het oude gemeentehuis waarvan het
gelijkvloers sinds 1876 de politie huisvestte.
De maquette van de nieuwbouw die in de
zeventiger jaren werd voorgesteld.
1976. De nieuwbouw loopt op zijn einde.
1977.Rechts van de ingang de vleugel
waar de politie op het gelijkvloers gevestigd was.
SINT-DENIJS-WESTREM.
In dit mooie torenhuisje dat meer zou
passen in een sprookjesverhaal dan wel als politiebureau had de politie van
Sint-Denijs-Westrem zijn intrek genomen.
WONDELGEM.
Op het gelijkvloers van het gemeentehuis
treft men nog steeds het politiebureau van Wondelgem aan.
ZWIJNAARDE.
Het politiebureau op Zwijnaarde, nog steeds de toevlucht voor de inwoners welke om de een of andere reden de politie nodig hebben. Thans is het een onderdeel van de wijk Nieuw Gent in de nabijheid van het U.Z.