Bij het begin van de bezetting, in juni 1940, oriënteert de commandant van de Rijkswacht, de actie van het Korps dat, ontdaan van zijn militair karakter, zich exclusief zal wijden aan zijn bestuurlijke en gerechtelijke taken. Het wegverkeer moet bijzondere aandacht krijgen. Wat de betrekkingen tussen de Rijkswacht en de bezetter betreft, die zijn op het volgende principe gebaseerd: strikte en exclusieve toepassing van de Belgische wetgeving, weigering om mee te werken aan het opsporen en aanhouden van joden, weigering tegenstanders van de verplichte arbeidsdienst en communisten aan te houden, ...
Van bij het begin van de oorlog willen de rijkswachters niet alleen het land op een wettelijke manier trouw dienen; ze bieden daarenboven veel hulp aan de bevolking in het algemeen en aan de verzetsstrijders in het bijzonder. In de loop der jaren zal die hulp onverminderd blijven toenemen. |
Vanaf 1942 reageert de bezetter onverbiddelijk. De Rijkswacht krijgt een ultimatum voorgeschoteld om de elementen te verwijderen, die ‘in plaats van voor de openbare rust te zorgen, onveiligheid en wanorde zaaien’.
Vanaf dat moment wordt een groot aantal rijkswachters uit hun functie ontheven. Het gevolg is dat de anciens door een ware verzetsgeest worden bezield.
De bevrijding van het grondgebied is voor de Rijkswacht het startschot om de reorganisatie en de onvermijdelijke zuivering op gang te brengen. In de naoorlogse jaren heerst een waar dynamisme bij de Rijkswacht. Andere nieuwe eenheden zien het daglicht. Het ontbreekt de Rijkswacht echter nog steeds aan een fundamentele wet. De Grondwet voorzag nochtans zo’n wet. Op 2 december 1957 is het eindelijk zover. Deze wet bevestigt de traditionele opdracht van de Rijkswacht, haar militair karakter, haar territoriale organisatie, haar drievoudige afhankelijkheid ten opzichte van de uitvoerende macht, haar plicht om uit eigen beweging op te treden wanneer misdaden de openbare rust, de personen of de eigendommen in gevaar te brengen en haar onafhankelijkheid ten opzichte van de bestuurlijke overheden. Er is de autonomie van de Rijkswacht ten opzichte van de Landmacht door haar als een onafhankelijke krijgsmacht in te richten. De territoriale bevoegdheid wordt uitgebreid tot het hele grondgebied van het Rijk. Men krijgt ook de toelating om één of meerdere scholen op te richten.
Met dank aan: www.polfed-fedpol.be/org/org_histo_gend04_nl.php
|