Eigenlijk hoort het bij de Verenigde Staten maar 't is zo heel anders dat ik er ook apart iets wil over schrijven. Alaska dat was voor mij 't einde van de wereld, overdekt met een dik pak sneeuw en waar het zowat altijd vroor.
35°C was het toen we de grens Yukon/Canada naar Alaska overstaken en onze klok nogmaals één uur terugzetten. Na een paar uren rijden stoppen we in Tok en ontmoeten er Luc Soetaert een rasechte vlaming die op zijn fiets van Alaska naar Ushaia wil. Toen we na onze rondrit door Alaska en voor we de Top of the World wilden aanvangen in Tok op 't Visitor center langs gingen voor verdere informatie over de toestand van de baan lag daar een bericht op ons te wachten. Jos en Germaine, onze beste vrienden, waren met hun MH in de buurt. Wat een weerzien.
't Eind van de wereld (?) waar Vlamingen en vrienden mekaar ontmoeten onder een brandende zon. Tok is dus een plaatsje op de kruising van routes met info, hulppost, benzinestations/garages, school en kerkje en een paar blokhutten. Alaska is nog steeds één grote wildernis en er zijn slechts weinig wegen. De grote baan Tok - Fairbanks - Anchorage en terug naar Tok is geasfalteerd maar steenslag is een groot probleem. De rest zijn gravel roads en de toestand voornamelijk afhankelijk van 't weer. De gravelbaan Fairbanks naar Prudhoe bay waar olie gewonnen wordt is nu ook voor 't publiek opengesteld. De baan diende voor aanleg en 't onderhoud van de pipeline. Waar ge ook kijkt ziet ge met eeuwige sneeuw en gletsjers bedekte bergen. Beren en elanden steken regelmatig de baan over en 't is dus oppassen bij 't vallen van de avond. Rivieren en meren zijn er in overvloed en er is geen dag voorbij gegaan zonder dat ons verse zalm werd aangeboden. Op vele plaatsen wordt nog gevist met viswielen op de rivier. Overal wordt ook heel secuur de zalmen geteld die in de paaitijd de rivier op zwemmen.Op Homer Spit ziet men vissers met heilbotten die groter zijn dan zijzelf. Een pick-up is de familiewagen die voor alles dient... vooraan op de motorkap zijn 4 tot 6 vishengels te zien, achteraan hangt meestal een boot, een 5th wheel=een camper er bovenop gebouwd of zelfs een helicopter. Vele plaatsen zijn over de weg niet te bereiken - vliegtuigjes zijn er dus een veel gebruikt vervoersmiddel. Op vele plaatsen hebben ze zelfs voorrang op de openbare weg om te landen. Valdez de grote overslaghaven die bij ons bekend werd door het ongeval met de Exxon Valdez Skagway en de Chilkoot pas- de route voor de avonturiers van de legendarische Klondike Goudkoorts van 1898 en de zovele plaatsen die aan die periode herinneren. De eerste trein - de eerste nederzettingen. De nationale parken Wrangell maar vooral Denali lieten een zeer diepe indruk na. Een hele strook Alaska ligt tussen Canada en de Pacific en is over land bijna niet te bereiken - daar is het glacier bay NP dat wij spijtig genoeg niet konden doen. De grootste attraktie voor ons was Hyder helemaal in 't zuiden. Alleen te bereiken vanuit Meziadin Junction in Canada. Hier komt half augustus de zalm binnengezwommen en de beren komen uit de bergen om zich te vetten voor de winter. National Geographic in levende lijve als ge die machtige beesten ziet zalm vangen. Meestal wordt alleen het vel en het daaronderliggend vet verorberd de rest laten ze liggen. De steden hebben weinig charme. Gebouwen hebben vooral een beschuttende functie en hebben weinig kleur. Anchorage is groot in oppervlakte maar lijkt een provinciestadje. Fairbanks heeft wel een paar mooie oude gebouwen. Veel dorpen hebben gewoon een houten keet die dienst doet als gemeentehuis, post en school. Maar overal is wel internettoegang... De mensen: Er wonen nog heel veel native-people en afstammelingen van de Russen. De meesten zijn heel vriendelijk maar wel wat terughoudend - eens het ijs gebroken kan het niet op. Ze leven eigenlijk wat naast mekaar. Opvallend is ook de vele dorpen die onder hun eigen recht functioneren. Het zijn ook gokkers. In Talkeena wordt jaarlijks een driepoot met vlag op 't ijs gezet en er wordt grof gegokt op de tijd dat het ijs zal breken en de driepoot sneuvelen. Als de eerste barsten verschijnen is er dag en nacht volk en worden er grote lampen aangestoken want 't gaat om heel veel geld. Het andere grote evenement zijn de sleehondenraces waarvan de beroemdste en langste de Iditarod Trail. Honden worden er dan ook zeer goed verzorgd en vele kennels kan men bezoeken.
Voor mij was Alaska een openbaring met een enorm gevoel van vrijheid en rust. Er was heel wat te beleven en de geschiedenis boeide.
De Dempster Hway - geschiedenis - ons verhaal - permafrost
De Dempster Hway - ons verhaal van de baan - permafrost
De Dempster Hway verbindt Dawson City, Yukon Canada met Inuvik ;de Northern Territories.
Hij werd genoemd naar WJ Duncan Dempster. Tijdens de Klondike Gold Rush kwam hij in 1898 naar de Yukon. Hij meldde zich bij de RCMP (Royal Canadian Mounted Police) en kreeg al vlug de bijnaam "iron man of the trail" Gwitchin indianen hadden het pad geëffend tot de Peel river waar ze hun lading waren overlaadden op driehoekige vlotten. Later werd het ook de route van trappers en pelshandelaren. Dempster deed met zijn hondenslee tientallen malen deze 760km lange trail, van Dawson City naar Fort Mc Pherson, in de winter, soms bij -40°C. Hij bracht niet alleen de wet maar ook brieven en nieuws naar 't noorden door diepe sneeuw en over bevroren rivieren. Van trail tot Hway De olie en gas exploitatie was aan explosie toe. In 1958 besliste het Canadese gouvernement een verbindingsbaan aan te leggen tussen de Mackenzie delta en het zuiden. De beslissing stond op papier en dit papier verdween in een schuif. Toen in Augustus 1959 in de Eagle plains de eerste olie werd bovengehaald gaf de regering steun aan de olieindustrie en werden ze zich bewust dat ze vlug moesten zijn om die olie ook over land binnen te halen. De pipeline volgde zowat het oude trail en er werd begonnen met de aanleg van een baan. Aangezien de ondergrond permafrost is moest er een dikke laag (tot 2,5m) steenslag worden aangebracht zodat ze bij dooi niet zou wegzakken. Het kostte tijd en geld en in 1961 was slechts een deel van de baan klaar en werden de werken stilgelegd. Toen in 1968 de Amerikanen in Prudhoe Bay in Noord Alaska begonnen olie te winnen kwam iedereen weer in aktie. Het werd een dollar wedstrijd op hoog niveau tussen de VS en Canada. Er waren zelfs nog geen claims gelegd voor de winning aan de Beaufort Sea en verder in de arctische wateren. Geen geld of moeite werden nu gespaard om de weg verder af te werken. Het leger bouwde bruggen over de Ogilvie en Eagle rivier; veerponten kwamen er op de MacKenzie rivier en over de Arctic Red River. Inuvik was ondertussen uitgegroeid tot een ferme nederzetting. Op 18 Aug. 1973 werd in Flat Creek de eerste "all weather" baan in de Northern Territories ingehuldigd
Ons verhaal
Zouden we of zouden we niet - 1300km over een gravelbaan die, volgens horen zeggen, soms goed, soms bar slecht is? Onze nieuwsgierigheid wint het. We hebben immers tijd zat. In Dawson city gaan we errst langs het warenhuis en de benzinepomp. Het zal immers duren tot Eagle Plains voor we enige voorraad kunnen indoen. Wat er onderweg allemaal te zien is zou me te ver brengen en 't is allemaal al eens geschreven in vele reisgidsen. Aan de afslag naar de Dempster is het druk. We ontmoeten er zwitsers die een oude ziekenwagen hebben omgevormd tot kampeerauto. De helft van hun huishouden ligt in de graskant en de wagen zelf staat in de car wash stof en modder is het verhaal maar we moeten het zeker doen. Onze eerste halte is het visitor interpretation center. We ontmoeten er een jonge dame die hier als parkranger werkt. Ze woont, daar....achter de berg. Ze doet 14 dagen dienst en gaat dan weer naar huis. Als wij zeggen dat we blij zijn met het mooie zomerweer kijkt ze ons meewarig aan. Hier komt haar verhaal. De zomer, dat zijn muggen en nog eens muggen. Er is hier nergens iets te zien. De kinderen moeten thuisblijven want ze kunnen niet naar hun vriendjes omdat de rivieren open zijn en men vele kilometers om moet met de slee. Vlees kunnen ze niet bewaren. Zij moet hier 14 dagen blijven omdat van de parkeerplaats van haar auto tot hun blokhut een rit met de hondenslee ligt van bijna 18u. En ze is gelukkig dat ze hier kan komen werken want verder valt er niks te doen. De winter, dat is de zaligheid. De lucht is helder en door de sneeuw is er altijd wel klaarte. Mannen hebben werk in de bosbouw; er kan gejaagd worden want tegen de sneeuw steekt het wild goed af; kinderen kunnen elk met hun eigen hondenslee naar school, zij kan gaan buurten. Elk WE trekken ze er met vrienden op uit in de natuur en gaan kamperen (met tenten!) en vissen en jagen. Als ze thuiskomen kunnen ze villen en invriezen. Ze wonen in een grote blokhut. De keuken is gebouwd boven een riviertje zodat ze altijd drinkbaar water hebben. Verwarmen doen ze met hout. Electriciteit maken ze met de generator. Verbinding met de buitenwereld met de radiozender/ontvanger en.....via de satelliet zijn ze verbonden met het WWW. Ze hebben zelfs een aparte bungalow voor gasten en we zijn hartelijk uitgenodigd. Ze blijft vertellen. Ze verwondert zich dat het ons allemaal interesseert want de meeste Dempster reizigers willen zo vlug mogelijk noordwaarts, willen alleen roadmaps en info over de toestand van de baan. Daar stond ik dan met mijn mond vol tanden, eigenaar van een huisje met al erop en eraan wat ik kan dromen, snakkend naar de zon en bibberend als het -5°C is thuis.... In de late namiddag begint het te regenen.Eagle Plains - het regent nog steeds.- tanken en even in het enige hotelletje gaan rondneuzen. 't Zit er vol stoere mannen die instaan voor het onderhoud van de weg. De afdaling is smal maar vooral spekglad. Zo willen we niet in de duisternis rijden en zoeken ons een plekske uit waar we wat van de baan af staan (zagen later dan het een verbreding was van de baan daar waar vliegers mogen landen) Een jong koppel kletsnatte fietsers uit Nova Scotia komen naast ons hun tentje opslaan. Ze zijn doodop en wilden Eagle plains halen maar dat is nog vele kmers. We kikkeren ze een beetje op met een kom hete soep. Geen regen meer en de zon probeert er door te komen. We rijden rustig en stoppen veel om te genieten of om te bekomen en de banden te controleren als we weer een stuk zeer slechte baan overwonnen hebben. We verwonderen ons over de stilte en hoe hard onze stemmen klinken in deze zuivere lucht.. gek gevoel. Fort McPherson - een kleine nederzetting met een klein visitor center en een grote winkel waar ze vooral "tenten" maken en verkopen.- echte trapperstenten - met klanten over heel de wereld. Sommigen kennen misschien het boek/de film "the lost patrol" waarbij een patrouille van de RCMP in de sneeuw de richting verloor en weken ronddoolde en de leden later dood aangetroffen werden op een boogscheut van het fort. Hadden ze nog de kracht gehad om te roepen, ze zouden ze in het fort hebben gehoord. Inuvik. De omgeving was vroeger enkel bewoond door Inuit. Het stadje zelf is nu een mix van Inuit, gastarbeiders en Canadezen uit andere regionen die de toeristische industrie draaiende houden. De Inuit houden niet zo van de comfortabele huisjes die de Canadese regering hier heeft ingeplant. De buizen voor aan- en afvoer van water liggen boven de grond om breuken te voorkomen en lijken wel op de buizen van 't atomium. Er is een groot verwarmd "greenhouse" waar ieder een eigen lapje grond kan bewerken. Men zou denken dat ze hier de zo dure groenten zouden kweken..niks van, zelfs geen tomaat, maar wel heel veel bloemen. De kerk is gebouwd in de vorm van een iglo. In het visitor center is veel handwerk te koop van de indiaanse kunstenaars maar peperduur. De artiest zelf krijgt hier echter weinig van - ze zijn verplicht een bepaald aantal werken per seizoen te maken en die voor een habbekrats af te staan aan de cooperatieve. Er is ook een paal met sensor in de grond gedreven zodat men kan aflezen hoe dik de permafrost laag is...En ja, ook in deze uithoek kan men als toerist in de public library gratis gaan internetten. Verder rijden tot Tuktoyatuk is een hele opgave over een baan met een laag zand van 5cm. Na een paar km geven we het op ... Nu nog 671km terug. We kunnen nog alleen door de voorruit en de kleine zijvensterkens van de kabine zien- de rest draagt een korst slijk. Nabij het monumentje van de poolcirkel zien we plots een familie grizly's, ook deze dag kan weer niet meer stuk. Als we aan 't einde van onze Dempster Hway rit zijn doen we lijk de Zwitsers....stof vegen en auto wassen - onszelf goed inzepen en afspoelen...een mooi plekske zoeken, de zetels buiten en nagenieten van 6 dagen hoge noorden.
Permafrost
Huis in Dawson City gebouwd tijdens de goldrusch. In dit stadje zijn buiten het centrum heel veel van deze voorbeelden te zien. Het centrum zelf is gerenoveerd en grotendeels heropgebouwd als pioniersdorp.
De naam permafrost wordt gegeven aan het verschijnsel waarbij de ondergrond meer dan 2 jaar bevroren blijft. Dit verschijnsel ziet men rond de polen en in 't hooggebergte. Men schat dat 20% van het aardoppervlak permafrost is. 's Winters is de grond volledig en zeer diep bevroren in Barrow, Alaska, heeft men ooit een diepte van 400m gemeten. In de zomer smelt de bovenste laag. Door het ijs kan het water niet weg en vormt een moerassige bodem. Dit wordt de actieve laag genoemd en daar kunnen mossen in groeien. De dikte van deze laag wisselt elk jaar, naargelang temperatuur en andere externe factoren en kan van 50cm tot 350cm bedragen. Bouwen op deze gronden is dan ook niet evident. Vroeger ten tijde van de goldrush en lang daarna werd er geen rekening mee gehouden en binnen de kortste keren waren de huizen en wegen verzakt. Voor de aanleg van wegen voorziet men nu een heel dikke laag grind die een paar meters dik kan zijn. Gebouwen plaatst men op palen, vooral ook omdat door de warmte uitstraling het ijs vlugger gaat smelten. Er worden ook huizen op een grindlaag gebouwd waar permanente verwarming doorloopt zodat deze niet bevriest en stabiel blijft. De grootste kost bij de aanleg van de Alaska pipeline waren dan ook de stabiliseringswerken
Anders dan in de VS rijden de Canadezen absoluut niet gedisciplineerd. De maximum snelheid is een must en liever nog even het gaspedaal verder indrukken. De politie doet er blijkbaar ook veel minder controle. Door Canada loopt slechts 1 grote Hway de trans canadian met hier en daar een paar kleine aftakkingen. Waar de banen in de VS meestal perfect onderhouden zijn, zijn die in Canada, buiten de grote centra, echte slagvelden met gaten en uitgespoelde voegen. In Noord Quebec, Britisch Columbia, Yukon en hogerop rijden vooral veel log-trucks en ook die gevaartes willen vlug ter plaatse zijn. Op 2 vaksbanen zijn dan ook iuitwijkplaatsen. Van zodra er 3 wagens achter u rijden wordt ge geacht u op de eerst mogelijke plaats aan de kant te zetten. Claxoneren kunnen ze zo goed als de Italianen en velen gebruiken héél vlug hun middenvinger. Nochtans zijn het doorgaans zeer gemoedelijke mensen als ze niet in hun wagen zitten. Als wij in onze achteruitkijkspiegel zo'n mastadont zagen aankomen maakten we dat we vlug zo'n plaatske vonden en zo ver mogelijk aan de kant voor de opspattende stenen. Er zijn nog heel veel onverharde banen en na de winter op veel plaatsen roadworks. Getuigenissen van de toestand van de wegen: om de haverkap ziet ge uithangborden met windshield repair... tires.... en de afbraakproducten liggen in stapels rond de ateliers en in hun achtertuin. Veel kleinere banen zijn er gekomen door de houitindustrie en worden nog intens daarvoor gebruikt. Soms staat aan 't begin van zo'n baan een bord met een telefoonnummer om zich te informeren of de baan vrij is of dat er geen mastodont als tegenligger is... er geen rekening mee houden is levensgevaarlijk .. wie geen mobile bij heeft rijdt best met gedraaide venster en met oog op alle uitwijkplaatsen... Een ander gevaar op de baan is het plots overstekende wild: caribou's, mooses en beren... vooral als de duisternis valt en men met lichten gaat rijden. Wij deden het slechts één maal uit noodzaak en 't was heel spannend. Denk nu niet dat het vervelend rijden is in Canada. Integendeel, er is veel minder verkeer dan hier en de natuur is prachtig. Ze zijn alleen wat minder heer in het verkeer dan hun zuiderburen.
Meer dan 1000km noordelijker dan Winnipeg, hoofdstad van de provincie Manitoba in Canada, ligt een onooglijk maar wereldbekende nederzetting aan de Hudson Bay: Churchill. Reeds meer dan 250 jaar geleden werd er een buitenpost van de Hudson Bay Company opgezet. De eerste settlers kwamen dan ook via deze weg uit het westen. Er werd een fort gebouwd om de pelshandel van de company te beschermen. Inuit en pelsjagers gingen zich immers korter bij de buitenpost vestigen. In 1929 werd de spoorweg aangelegd en opende zo een kortere weg voor het vervoer van de graanteelten uit centraal Canada. De haven ligt korter bij Europa dan Montreal. Tijdens de oorlog werd een legerbasis aangelegd. De haven is nog steeds van zeer groot belang - de militaire basis werd een luchthaven en raketbasis Er is een studiecentrum en er worden proeven gedaan om satellieten in de ruimte te krijgen.- het spoor heeft wat aan belang ingeboet toen de graanteelt instortte maar is ondertussen fel in trek bij toeristen. Er wonen een 1000 tal mensen in dit noordelijke oord waar slechts Juli en Augustus sneeuwvrij zijn. De meesten werken in de haven, luchthaven, openbare instellingen en het toerisme. De meeste Inuit zijn er langzaamaan vertrokken of zijn door huwelijken met trappers zuidelijker getrokken. De voornaamste attractie in deze uithoek is dan ook de natuur, zowel toendra en flora als de fauna. Ze noemen zich de ijsberenhoofdstad ter wereld, de walvishoofstad , de stad van the northern lights enz. Genoeg dus om vele toeristen te trekken vooral omdat de plek relatief gemakkelijk te bereiken is.
Hoe er naartoe?
Van Winnipeg kan men vliegen. Met de trein (VIA rail) komt men er vanuit Winnipig (1600km) in 2 nachten en 1 dag . Over land met de auto kan men ten hoogste tot Thompson vanwaar men nog 1 nachtje trein te gaan heeft. Hoe verder men met de auto gaat hoe goedkoper de tickets niet alleen omdat de afstand korter is maar vooral omdat hoe noordelijker men gaat alleen de lokale bevolking er gebruik van maakt en er geen andere openbare mogelijkheden zijn. Tickets die 7 dagen tevoren besteld worden geven grote reductie en de trein zit nooit vol...Tot Thompson rijden er ook bussen. Dat maakt het dus zo betaalbaar om ijsberen te gaan kijken in Noord Canada in verhouding met de peperdure georganiseerde trips die men in Europa kan doen. (allé als men ginder in de omgeving is) Ijsberen kijken: Oktober- November zijn de piekmaanden en is het er zeer druk - ze laten uitschijnen dat ge een jaar op voorhand moet bestellen om een bed te vinden. Is gewoon praat van de touroperatoren die tevoren vluchten en couchettes willen bestellen... September zijn er ook veel mogelijkheden, veel goedkoper, maar zult ge misschien een dagske langer moeten wachten op een onvergetelijke encounter. De ijsbeer spotting wordt meestal gedaan met tundrabuggy's een soort cabine op rupsbanden. Te voet op pad gaan is absoluut af te raden. In Winnipeg Visitor center zijn reductie coupons voor accommodatie en "polar bear watching"
Het ganse jaar door is er wel wat te beleven in Churchill
Noorderlicht: september tot April Zeehonden: half Maart tot eind Augustus Migrerende vogels (tot 50 verschillende soorten) Mei en Juni Beluga walvissen: half Juni tot half Augustus Caribou's: Juli en Augustus Ijsberen: Juli tot November.
Voor wie het interesseert:
een Nederlandse site waar veel uitleg te vinden is over ijsberen: http://www.ijsbeer.info/nieuws/201005.htm
Elk jaar tijdens de maanden Oktober en November is in churchill de webcam aan en kan je van achter uw peceke de ijsberen migratie volgen: http://www.polarbearcam.com/
Ijsberen migreren in de zomer zuidelijk. Ze voeden zich vooral met zeehonden/robben, soms walvisresten en een beetje zeewier. Op land zijn ze nogal log maar in water bewegen ze zich heel gemakkelijk en elegant. Een vrouwtje weegt gemakkelijk 300kg een mannetje 600kg. Zich bevoorraden gaat dus best in de winter wachtend aan een gat in 't ijs of verscholen achter een ijsblok waarbij ze hun met hun poten hun zwarte neus bedekken om zo min mogelijk op te vallen. Ze eten niet de hele prooi maar vooral de huid en het daaronder liggend vet. De ijsbeer is ook het enige dier dat mensen "eet". Als het kouder wordt trekken ze weer noordwaarts en wachten op 't land tot het bevriezen van de zee. Zo komt het dat ze naar de winter toe te zien zijn in Churchill. Daar ze honger hebben omdat er aan land voor hen niet veel eten te rapen valt begeven ze zich regelmatig richting bewoonde wereld met een voorkeur voor afvalbelten. Er is in Churchill een beeralarm opgesteld. Ze worden in vallen of netten gevangen en naar een "berengevangenis" gebracht waar ze zonder eten en zonder verder menselijk kontakt verblijven tot de Hudson Bay begint te bevriezen. Dit om te voorkomen dat ze er een gewoonte gaan van maken om naar het stadje te komen en zich gemakkelijk te bevoorraden. IJsberen azen op zeehonden en mensen maar alleen de mens aast op ijsberen... wij zijn hun enige predator...
De Oregon Trail is een meer dan 3400 km lange route die over land door de Verenigde Staten loopt van Missouri tot aan de monding van de Columbia Rivier aan de grens tussen Washington en Oregon
Het begin van de Europese kolonisatie van het Noord-Amerikaanse continent beperkte zich vooral tot de oostkust en het zuiden en extreem zuidwesten van wat nu de Verenigde Staten is. Na afloop van de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog bezat de VS een uitgestrekt gebied van New England tot aan Georgia en westelijk tot aan de Mississippi. In 1803 kwam daar het Louisiana Territory bij die van Frankrijk werden gekocht. President Thomas Jefferson zond daarna in 1804 een expeditie onder leiding van Meriwether Lewis en William Clark uit om de nieuw verworven gebieden te verkennen en in kaart te brengen. Deze expeditie reikte tot aan de westkust van het continent en verstevigde de Amerikaanse aanspraken op het westelijk deel van het continent. Al vrij snel na de expeditie van Lewis en Clark begonnen pioniers naar het westen te trekken. Eerst waren het vooral ontdekkingsreizigers en zogenaamde Mountain Men die vooral op bevers jaagde in de Rocky Mountains. Ook wetenschappers trokken naar het grote onbekende. Later werd het gebied ook aantrekkelijk voor pioniers die zich in het westen wilde vestigen. De Prairies werden niet erg aantrekkelijk voor kolonisatie geacht maar de gebieden in wat toen Oregon Country heette trok wel de aandacht vanwege de gunstige omstandigheden, de grond en het klimaat waren bevorderlijk voor de landbouw. Rond 1830 begon de route die de Oregon Trail zou gaan worden meer en meer vast te liggen. William Sublette leidde de eerste huifkarren over de Rocky Mountains en andere pioniers volgde. Marcus Whitman organiseerde de eerste grote trek over de Oregon Trail. Op 22 mei 1843 ging een groep van zo'n 800 pioniers op weg vanuit Elm Grove, een plaatsje vlakbij Independence, Missouri. De groep verplaatste zich in karren getrokken door ezels alsmede ossen allereerst naar het huidige Topeka in Kansas. Daarna zette zij de tocht voort naar het westen waar in de herfst van 1843 ruim 700 pioniers veilig aankwamen in Oregon. Meer dan 30 pioniers hadden zich onderweg afgesplitst en trokken meer zuidwaarts richting Californië. In de jaren die volgde trokken honderd duizenden pioniers westwaarts via ruwweg dezelfde route. Er zijn nu nog op enkele plaatsten sporen te vinden die de huifkarren in de modder hebben achtergelaten. De tocht langs de Oregon Trail was niet makkelijk voor de meeste pioniers en de meeste vingen de tocht aan in min of meer georganiseerde groepen van tientallen tot soms wel honderden mensen. Sommige groepen trokken met de bekende Conestoga huifkarren getrokken door ossen westwaarts. Deze karren bleken echter weinig geschikt voor de tocht en vaak stierven de ossen met een derde van de tocht nog te gaan. De trek over de Rocky Mountains werden ook vele huifkarren fataal en in enkele gevallen bleven de pioniers in onherbergzaam gebied achter. De meeste bezittingen moesten dan worden achtergelaten en alleen wat gedragen of gesleept kon worden werd meegenomen terwijl het per voet verder ging. Al snel schakelde men over naar de Independence huifkarren, geproduceerd door dezelfde firma die de Conestogas maakte. Deze karren waren meer dan drie meter lang en één meter breed en veel lichter dan de Conestoga karren. Deze karren waren niet bepaald comfortabel tijdens de tocht en de meeste pioniers liepen langszij. Nadat in 1869 de transcontinentale spoorweg was voltooid nam de Oregon Trail in betekenis af hoewel het tot aan het eind van de 19e eeuw nog werd gebruikt. Tegenwoordig volgen snelwegen grotendeels dezelfde route die de pioniers hadden gevolgd.
De Yukon kreeg rond de eeuwwisseling ineens bekendheid omdat er goud gevonden werd. Jack London speelde daarin een grote rol door zijn boeken. Voor die tijd werd het gebied nauwelijks bezocht en wist vrijwel niemand wat er te halen viel. In korte tijd kwamen toen goudsteden op als Dawson City en Whitehorse. De combinatie van een spectaculaire maar rauwe natuur en de geschiedenis van deze Klondike Goldrush is het grootste aantrekkingspunt van deze provincie. Als de Tweede Wereldoorlog niet had geleid tot de aanleg van de Alaska Highway (om de continentale VS met Alaska te verbinden), zou het isolement van de Yukon nog steeds enorm zijn. Nu draait de hoofdstad Whitehorse, tevens het regionaal centrum van de provincie, steeds meer op toerisme. De natuur hier domineert de mensen. Zoals de provincie het zelf zegt: Yukon Territory heeft 50.000 elanden, 28.000 bosland-kariboes, ontelbare vogels, ten minste drie soorten vliegende eekhoorns, 40 tot 50 biologen en verder nog 32.000 bewoners. Kluane National Park, in de zuidwesthoek aansluitend op Alaska en op British Columbia, is het populairste park in de Yukon. In het park ligt het hoogste punt van Canada, Mt. Logan van ruim 5900 meter hoogte. De bergrug waar hij deel van uitmaakt, de Icefield Ranges, ligt in het zuidwesthoekje van het park, op slechts 65 kilometer van de Stille Oceaan. De backcountry, het gebied waar je alleen te voet kunt komen, is vrijwel leeg. De 60.000 mensen die ieder jaar stoppen bij de receptie van Kluane National Park gaan meestal snel verder op de Alaska Highway. In dit stuk wildernis zo groot als Zwitserland, kunt u werkelijk alleen zijn. Er zijn slechts 240 kilometer beschikbaar als wandelpaden of oude mijnweggetjes, de rest is echt wildernis. Voor beschikbare trails zie bijvoorbeeld The Outdoor Travelers Guide Canada, door David Dunbar (Stewart, Tabori & Chang, importeur Nilsson & Lamm). Wie serieus wil meemaken wat de goudzoekers ervoeren, kan het Chilkoot Trail wandelen. Het wandelpad begint in Dyea, Alaska, en voert over de Chilkoot Pass die voor veel goudzoekers een onoverkoombaar obstakel bleek. Het is nog steeds een tocht van drie tot vijf dagen, alleen voor geoefende wandelaars. Voor fietsers, die ook getraind moeten zijn, is er de Canol Road, een weg op (letterlijk) hoog niveau. In het onherbergzame en ontoegankelijke noordelijke gedeelte van de provincie wonen de First Nation-volkeren. In de zomer organiseren zij een aantal festivals om hun cultuur uit te dragen. De Yukon warmt nooit echt op. In juli, de warmste maand, is het er gemiddeld zon 15 graden en in januari ligt de temperatuur rond de min 20 (met uitschieters naar beneden van meer dan 50 graden Celsius beneden nul). Daar staat tegenover dat het s zomers, als de zon niet ondergaat, wel 35 graden kan worden.
Het spoor van de goudzoekers door Gé de Bot
Haines en Skagway vormden de toegangspoorten tot het legendarisch beloofde land: Eldorado. Het goudland aan de Yukon River en de Bonanza Creek, de Klondike. In deze vrij droge overslagplaatsen vonden de goudzoekers alles wat ze nodig hadden voor de gouddelving. Hier begon het grote ongemak van de gelukzoekers, nog voordat, in Canada de, 'Klondike Goldrush' (1897 - 1898) uitbrak. Alle gereedschappen, levensmiddelen en persoonlijke bezittingen, tot grote stukken meubilair en timmerhout toe, moesten met een pakpaard of op de rug gedragen, naar boven gezeuld worden. Vertrekpunt was toen Dyea, aan de overkant van de Skagway River. Dat ging via een steil indianenpad, de 'Chilkoot Trail' en dan door de Chilkoot Pass over de top naar Lake Bennett, en Carcross. Eén tocht volstond vaak niet en men moest terug om de achtergebleven goederen op te halen. Sommigen maakte de tocht vele malen. Vanuit Carcross ging het met vlotten of rivierboten over de Yukon naar de Dawson City en de 'Klondike'. Captain William Moore, een goutineerde rivierbootsman, handelaar, vervoerder en landmeter, paalde in 1888 een claim af aan de monding van de Skagway River. Van 'Mooresville' een eenmans-havenhoofd, groeide uit tot Skagwuay met 10.000 inwoners ten tijde van de goudkoorts. Het was een fascinerende ontwikkeling. Hij bouwde een kade en begon aan een eigen, 'gemakkelijke' trail naar Lake Bennett in Canada. Het spoor dat ook voor paarden begaanbaar moest worden, leidde over de White Pass. Vanaf dit punt ging een nauwelijks begaanbare route over het dak van de Coastal Mountains met aansluitend een gevaarlijk stuk moeras-achtig toendrabos. Vier jaar handelde de route al het verkeer van en naar de Yukon af. Deze route kostte het leven aan ongeveer 3000 paarden en het goudzoekersspoor kreeg de bijnaam 'Dead Horse Trail'. Van een rustieke vallei tot een door bandieten gerunde en vervuilde 'wildwest' onderneming, werd Skagway na 1900 de eerste stad van Alaska. De Canadese Mounties noemde het niet onterecht: "A place little better than hell on eart Deze 'hel' zakte na de goudkoorts terug in de vergetelheid van een paar honderd zielen, die hun kost verdienden met het vervoer over de spoorweg naar Canada. Ondertussen was er een smalspoorweg, met een spoorbreedte van 914 mm onder constructie. De trein nam in 1900 het vervoer van mens en dier over. Deze 'White Pass & Yukon Route' werd in eerste instantie door deskundigen voor onmogelijk gehouden, maar er ontpopte zich een plan voor een spoorweg over de White Pass bij Sir Thomas Tanerede. Deze, niet onbekende Britse geldschieter en belegger, sprak hierop de Canadese spoorwegingenieur Michael Heney aan. Onder zijn durf en enthousiasme werd begonnen met het in kaart brengen van de route en uiteindelijk startte men in 1898 vanuit Skagway. De eerste 20 mijl koste per strekkende mijl ongeveer $ 100.000. Bijna constant was er een werkploeg van rond de 2000 bezig met de bouw, maar wanneer de goudkoorts toesloeg, snelden de werkers met medeneming van pikhouwelen en schoppen naar de plaats waar ze dachten een fortuin te kunnen vinden. Aangezien de hele route van 179 km zowat met de hand werd gebouwd waren er gedurende de constructietijd af en aan ongeveer 35.000 mensen a het werk. Kun je dat tegenwoordig nog voorstellen? Het moet een ware mierenhoop zijn geweest. Het verzetten van grond, het opblazen van rotsen, het bouwen van een tunnel hoog in een steile bergwand en een grote brug boven een 80 m diep ravijn. Praktisch alles is met de hand en de toen bestaande technische middelen gedaan. Waarschijnlijk heeft het hele project $ 10 miljoen gekost! Een enorm bedrag voor die tijd. De Tweede Wereldoorlog bracht een opleving, hoewel de spoorweg door het leger genaast werd. De stad groeide naar 3000 inwoners, maar ook dat ging voorbij. Toegegeven, tot de sluiting in 1982 heeft de lijn op- en neergaand zonder subsidie voortbestaan en dat is in de spoorwegwereld een uitzondering. De route kwam echter te laat voor de grote toeloop van de Goldrush, maar paste perfect in de ontwikkeling van zowel Skagway, noordelijk British Columbia en het Yukon Territorium. Gedurende de oorlog werd de spoorlijn beheerd door 'The 770th Railway Operating Battalion', die enorme hoeveelheden vracht en voertuigen verscheepte naar de Alaska Highway Route. Soms moet het reizen met deze trein een verschrikking zijn geweest. Temperaturen naar en op de top van de White Pass van ver beneden het vriespunt voor de lange winterperiode. Sneeuwval en sneeuwstormen belemmerden het vervoer en treinen kwamen wel eens voor dagen vast te zitten. Toch heeft deze spoorweg enkele wereldprimeurs. Het was de eerste maatschappij die auto's en bussen vervoerde... de eerste in het containervervoer en de eerste die pijpleiding over 'the right of way' aanlegde en zich op transportgebied uitbreide tot ver in het achterland van Noordwest-Canada. Vanaf het begin in Skagway stijgt de spoorlijn vrijwel meteen en komt snel boven de boomgrens. De maximale stijging is 3.9 % en waar de route op plaatsen de natuur moet overwinnen zijn er bogen op krap 16 graden gelegd. Bij het bereiken van de White Pass, ontdekt nadat de Chilkoot Pass als route in gebruik was bij de goudzoekers, moet de spoorlijn een zijdal in om hoogte te winnen en een grote 'loupe' te maken. In 'Dead Horse Gulch' lag bij 'Mijl 19' de enige brug van betekenis. Voor de bouw ervan in 1901 zigzagden de treinen langs de kloofwand omhoog en omlaag. Deze brug werd op haar beurt in 1969 vervangen door een brug-tunnel-brug combinatie, en verkorte het traject. Op de top van de White Pass krijgen we de grensovergang bij 'Mijl 20.4' Op de daaropvolgende hoogvlakte van veengrond en gras strekken zich de meren uit in een zompig en ijzig landschap. Het hoogste punt van de lijn wordt hier bereikt en we steken de bronrivier van de Yukon over. Aan de zuidpunt van Lake Bennet is voor geoefende ogen de rou van de Chilkoot Trail nog waarneembaar. Er staat een markeringsbord met de tekst 'Log Cabin'. Aan het lange Lake Bennett lag, de voor de goudzoekers zo belangrijke plaats Bennet (Mijl 41). Nu staat er in het verlaten land een station, een kerkje en enkele huizen. In haar topdagen telde de plaats minstens 7000 inwoners en een enorme gevarieerde vloot van alles wat maar varen kon lag hier afgemeerd, voor de lange trek naar het noorden en de goudvelden. De dagelijkse treinen hadden hier hun wisselplaats. Gesitueerd aan de zuidelijkste arm van Lake Bennett, was het de toegang tot de Yukon River and beyond... to the Klondike. Bij 'Mijl 53' wordt de 60th parallel overgestoken en daarmee de grens tussen de Canadese provincie British Columbia en het Yukon Territory. De spoorlijn scheert langs de oostelijke zijde van het meer en kruist de toegangspoort tot de Yukonarm bij Carcross. Hier ontmoeten we ook weer de 'Klondike Highway', die vanuit Skagway via Whitehorse naar Dawson loopt. Het voormalige 'Cariboo Crossing'anwege de kuddes rendieren die hier overstaken, is een gezellige pleisterplaats met restaurants, barbecues op een picknickplaats met speeltuintje. Historische gebouwen zoals het 'Cariboo Hotel' en 'Watson's General Store' zijn nog volop in gebruik. Bij de houten draaibrug over de waterweg tussen Lake Bennet en Tagish Lake staan op de oever verschillende vervoersmiddelen uit de goudkoortstijd opgesteld. De raderboot 'Tutshi', een postkoets en het stoomlocje: 'Duchess'. Gebouwd door Baldwin fabrieken in Engeland, deed het dienst op het New York's luchtspoor van het metro-net. In 1900 kwam het naar de Yukon en werd bekend als de 'Taku Tram'. Het deed dienst tot 1915 over een 2,5 mijl lang traject. De stomer Tutshi onderhield een dienst op Lake Tagish en in Taku City kon men dan het treintje nemen naar Atlin, een vakantiekolonie van de WP&YR aan het prachtige Lake Atlin, een schakel in de bevaarbare Boven Yukon. De rails strekken zich nagenoeg kaarsrecht door toendragebied en het dal van de Watson River naar hetindpunt. Voordat we dat bereiken, krijgen we bij Macrae (Mijl 104) aan de rechterkant gezelschap van de hier al zeer brede Yukon River. Vlak voor de stad Whithorse liggen als enige obstakel nog de gelijknamige stroomversnellingen, die met laag water uiterst voorzichtig genomen werden. In 1982 sluit de spoorweg, om even later als toeristische stoomspoorlijn weer te openen en opnieuw te sluiten. Vandaag de dag is toerisme de grootste bron van inkomsten en heeft men ingezien dat het herstelde oude Skagway een publiekstrekker is van de eerste orde. Ook het spoorbedrijf gaat weer gouden tijden tegemoet met het herstel van het historisch materieel. Ze rijdt nu weer in de zomermaanden onder de naam 'White Pass & Yukon Route' naar Fraser over 62 km, over het mooiste gedeelte van de lijn door het Skagway ravijn en over de White Pass. In connectie met busvervoer van en naar Whitehorse is de route 179 km lang. Er is een mogelijkheid van een looproute over de Chilkoot Trail naar Lake Bennet en met de bus/trein terug of omgekeerd. Een moderne tweebaans 'Klondike Highway' verbindt Skagway met Whitehorse en Dawson City, waar het goudspoor eindigde aan de Bonanza Creek. Om het goudspoor tot in Alaska te volgen, moet men de bus naar Fairbanks of Anchorage nemen. Op die reis krijgt de reiziger een goed beeld voorgeschoteld van het wilde gebied waardoor de mens met enige goede wegen hun sporen hebben getrokken. Whitehorse zelf is buitengewoon saai en als centrum van het Yukon Territorium een administratieve voorpost van Ottawa, met daarnaast het middelpunt van overslag en handel. Het is wel de enige echte 'stad' in de Yukon, niet groter dan welke provincieplaats dan ook. Tot 1953 was Dawson City nog de hoofdstad van het Territorium, maar Whitehorse haalde het, na de aanleg van de 'Alaska Highway', in en werd belangrijker. Hier begon de bevaarbare Yukon en eerst lag de plaats op de rechteroever. Toen de spoorlijn eindigde op de linkeroever, verplaatste men gewoon de stad naar die locatie. Nu is er ook weer bebouwing op de rechteroever en Whihorse terug in huis. Het openbaar vervoer bestaat uit enige maatschappijen die zich op het transport van mensen hun sporen hebben verdiend en de concurrentie voor konden blijven. De prijzen zijn wat aan de pittige kant, maar dat is te verwachten in een van de uithoeken van Canada...en die zijn er veel. In 1960 is er sprake van geweest een 1122 km lange spoorlijn te bouwen, zodat Whitehorse verbonden zou worden met het spoorwegnet in de rest van Canada. Deze voorgestelde normaalspoorlijn zou bij Ft. McLeod/ Mc Leod Lake van de bestaande spoorweg: Prince George (BC) - Dawson Creek (Alb), afbuigen naar het noorden. Vervolgens was de lijn voornaamlijk in British Columbia gesitueerd; door het dal van de Peace-, Finlay- en Ketchika River naar de grens met het Yukon Territory en dan noordwestelijk naar Whitehorse. Vandaar was een 750 km lange route naar Fairbanks gepland. Dan zou er vanuit Alaska rechtstreeks railvervoer mogelijk zijn met de rest van de VS. Vrachtwagens en bussen hebben inmiddels allang het vervoeovergenomen over twee perfecte wegverbindingen met de rest van het land.
Jack London Wittand & de Roep van de Wildernis
Jack London is een jongen die tijdens de Goldrush naar Alaska vertrok in de hoop er goud te vinden, niets vond, daar boeken over schreef, en daar goud mee verdiende. Zijn omschrijvingen van het gebied zijn schitterend en beide boeken zijn een must om te lezen. Wittand is ook prachtig verfilmd door Disney (White Fang). Laatsgenoemde geeft een heel goed beeld van de Goldrush.
Samenvatting bibliotheek: Twee verhalen uit de goudzoekerstijd, die al vele malen eerder in Nederlandse vertalingen zijn verschenen. In vergelijking met vorige uitgaven wijkt deze vertaling niet noemenswaard af. Het eerste verhaal 'De roep der wildernis' gaat over een legendarische sterke hond die, nadat hij gestolen is, vecht voor zijn bestaan in een meedogenloze wereld, ten slotte zijn oerinstincten volgt en de wildernis verkiest boven de wereld der mensen. Het tweede boek 'Wittand', eerder ook verschenen als 'Pit-tah, de grijze wolf', heeft een omgekeerd thema. Het is het verhaal over een jonge wolf, die in de wildernis de natuurwetten heeft geleerd, later door de mens wordt getemd, gebruikt en misbruikt en ten slotte zijn onwrikbaar vertrouwen geeft aan een meester die hem begrijpt. Beide verhalen, oorspronkelijk verschenen in het begin van deze eeuw, blijven boeiend en meeslepend en dragen bij tot een beter begrip voor de reacties van een karaktervolle hond. Geïllustreerd met enkele paginagrote zwart-witte hout- of linoleumsnedes. Ruim lezerspubliek, zowel jeugd vanaf ca. 13 jaar als volwassenen. Normale druk. - Fem Bijlsma.
Het DOI Department of the Interiors beheert in de VS 1/5 van het grondoppervlak. Ze bekommeren zich over landbouw, waterhuishouding, olie en gas, bescherming planten en dieren en nog zoveel andere zaken. Waar wij het meest mee in contact kwamen waren de National Parks, Bureau of Landmanagement, Bureau of Indian Affairs.
Bij het BIA leerden we veel over Indianen, het verleden en het heden. Mijn jeugdlectuur een beetje aan de werkelijkheid getoetst. De huidige toestand is fel verwarrend. Op sommige plaatsen, vooral in Alaska, hebben de first people een eigen bestuurssysteem voor hun dorpen met een grote onafhankelijkheid en men ziet dat de mensen fier zijn en iets opbouwen. Op andere plaatsen was er een begin van integratie maar op vele was de toestand schrijnend. Ik heb er nog steeds een heel dubbel gevoel over. Hadden de kans een paar inwijdingsrituelen bij te wonen, met toestemming van de chief en de belofte niet te filmen...onvergetelijk ... grote vreugde maar ook schroom om zo'n intiem gebeuren te mogen meemaken. Aan de andere kant zijn de rodeo's van de indianen echte belevenissen, zonder veel tralala maar met halsbrekende toeren, veel plezier en vertier. De PowWows die wij hebben meegemaakt daarentegen konden ons niet echt inspireren. Toespraken, wat activiteiten voor de kinderen en de hoofdbrok: de danswedstrijd die over verschillende avonden loopt en waarvan alleen de traditionele kledij van de verschillende groepen ons kon bekoren...de dansen zelf waren bijna identiek. En 's avonds kan men de dronken mannen en vrouwen in de parken en op de pleinen hun roes zien uitslapen.. aan de kinderen wordt dan nog weinig gedacht.
BLM grond gebruikten we regelmatig om een tentje en later onze kampeerauto neer te zetten .. men mag vrij op hun grond staan op 10m van de weg. Op hun kantoren krijgt men gratis kaartmateriaal en er is heel veel info te halen over bvb waterrechten, bosbeheer, brandbestrijding enz.
Glacier NP
De NP's zorgden voor ontelbare uren genieten en "leren" Vooral over deze laatste wil ik het hier hebben. Een National Parks Pass is verkrijgbaar voor 50$ en men kan er een gans jaar alle parken mee bezoeken - geldig voor 1 auto en alle inzittenden. Doet men er 15$ bovenop voor een Eagle pass dan staan ook alle reservaten en recreation area's met deuren wagewijd open. Alles bijeen beheren ze bijna 500 sites gaande van park - parkway - monument - trail of river - lakeshore of seashore - heritage area of corridor - historic site, park, trail, military park, battlefield en zelfs cemetery, recreation area's en vermoedelijk vergeet ik er nog een deel. Zowat elk park heeft zijn visitor centre waar men alles kan te weten komen wat men graag over het park weet, meestal zijn er rangers die uitleg geven en zelfs gratis tours doen. De meesten hebben ook films of slideshows die ofwel heel interessant ofwel ontroerend mooi zijn.... Maar wat voor mij het interessants was: overal rolstoelvriendelijk. Van speciaal aangelegde wandelpaden tot speciale rolstoelen om over 't strand en in zee te rijden, zelfs een zitje op hun buggy's voor turtle watching... Wij leerden er over de immigratie, de trails van Mormonen en Carl en Lewis, de pony express, de goldrush en de pipeline, de civil war, de trek van de zalm, de verstoorde winterslaap van de beren, electriciteitscentrales en jaknikkers op de olievelden, keken van ver toe bij een snake round-up in Arizone en een bison round-up in Custer NP South Dakota en nog zoveel meer. Wat ook opviel is hoe men probeert te beheren en toch open te houden voor het grote publiek Weet niet hoeveel sites wij gedaan hebben.. héél veel in alle geval. Welke het mooiste was of ons het beste beviel kan ik moeilijk zeggen maar zeker niet de Grand Canyon...die staat denk ik ergens halfwege...Bryce? Smokey mountains? de seashores? Hoop dat het er ooit nog mag van komen om terug te gaan... 'k zou geen seconde twijfelen.
www.freecampgrounds.com op deze laatste website wordt heel veel info gegeven over vrije staanplaatsen - soms met routebeschrijvingen - soms ook de activiteiten
Montgomery, de hoofdstad van Alabama, Met iets meer dan 200 000 inwoners lijkt op de zaterdag dat we er aankomen een ingeslapen provinciestadje. Geen mens, geen kat op straat. Vermoedelijk is er door de week wel heel wat meer beweging. Ik hoor jullie al denken... wat valt er dan over zo'n "gat" te vertellen? Maar het lampje zal wel vlug gaan branden als de naam Jefferson Davis, Roza Parks en Martin Luther King valt... juist? Jefferson liet in Montgomery het eerste Witte Huis van de geconfedereerde staten bouwen. Het gerechtshof werd een copie van het Kapitool in Washington. Het samenleven van blank en zwart gaat er zeer moeizaam en veel wetten zijn gebaseerd op apartheid Op 1 december 1955 kwam Roza doodmoe van haar werk toen er een blanke dame op de bus stapte en haar maande, zoals de wet toen voorschreef, haar plaats af te staan. Roza weigerde. Ze werd opgepakt, gevangengenomen, kwam voor de rechtbank en werd verooordeeld tot een boete en een jaar gevangenis. Eén van haar zwarte advokaten contacteerde Jo Ann Robinson die vele duizenden flyers liet maken en oproep voor een boycot van het openbaar vervoer de volgende maandag. Een jonge zwarte dominee, Martin Luther King, deed 's anderendaags in de zondagsdienst een oproep om massaal het openbaar vervoer te boycotten. Die maandag, en ook de volgende dagen, reden de bussen leeg. Langs de straten zag het zwart van 't volk dat zich tevoet en per fiets naar 't werk begaf. Wie een auto had deed aan carpooling, taxi's verlaagden hun tarief tot de prijs van een busticket, sommige blanken zorgden zelf voor 't vervoer van hun personeel uit angst dat ze niet zouden opdagen. Het openbaar vervoer ging bijna failliet. De blanken gingen zich ook massaal rechts organiseren. KKK en andere White power organisaties werden enorm populair. De stad verplichtte de taxichauffeurs hun prijs op te drijven wilden ze niet zwaar gestraft worden. Verzekeringsmatschappijen werden aangemaand geen verzekeringen af te sluiten, of ze in te trekken, voor chauffeurs die aan carpooling deden. De organisatoren van de boycot gingen dan maar in Londen bij Lloyds een gezamelijke verzekering afsluiten. Kerken gingen geld inzamelen om de boycot te steunen. Boycotters werden opgepakt omdat ze "de normale werking van het openbare vervoer" tegenwerkten, huizen van de leiders werden in brand gestoken, ook dat van ML King. Die werd ook opgepakt en kreeg een zware boete. Dat deed de emmer over lopen. De kranten en nieuwszenders in de naburige staten gingen de rellen verslaan en zo werd het nationaal nieuws - later zelfs internationaal. Een lokale rechtbank verklaarde de scheiding van rassen op bussen onwettig en dit werd door het Hooggerechtshof in Washington over genomen. King bleef zich inzetten voor andere rechten en er kwamen rellen: in 1963 in Birmingham en in 1965 was er de fameuze voettocht van Selma naar Montgomery waar blind in de massa werd geschoten en vier zwarten het leven lieten. Uiteindelijk leidden deze rellen tot het ontstaan van de Civil Right. Martin Luther King werd voor velen een held. In Montgomery is een museum/monument aan deze "rechten van de mens" gewijdt.
Roza Parks werd na haar overlijden opgebaard in de hal van het Capitool. Dit was nog nooit gezien want dit recht werd alleen voorbehouden voor presidenten.
UNIVERSELE VERKLARING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS
Preambule
Overwegende, dat erkenning van de inherente waardigheid en van de gelijke en onvervreemdbare rechten van alle leden van de mensengemeenschap grondslag is voor de vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld; Overwegende, dat terzijdestelling van en minachting voor de rechten van de mens geleid hebben tot barbaarse handelingen, die het geweten van de mensheid geweld hebben aangedaan en dat de komst van een wereld, waarin de mensen vrijheid van meningsuiting en geloof zullen genieten, en vrij zullen zijn van vrees en gebrek, is verkondigd als het hoogste ideaal van iedere mens; Overwegende, dat het van het grootste belang is, dat de rechten van de mens beschermd worden door de suprematie van het recht, opdat de mens niet gedwongen worde om in laatste instantie zijn toevlucht te nemen tot opstand tegen tyrannie en onderdrukking; Overwegende, dat het van het grootste belang is om de ontwikkeling van vriendschappelijke betrekkingen tussen de naties te bevorderen; Overwegende, dat de volkeren van de Verenigde Naties in het Handvest hun vertrouwen in de fundamentele rechten van de mens, in de waardigheid en de waarde van de mens en in de gelijke rechten van mannen en vrouwen opnieuw hebben bevestigd, en besloten hebben om sociale vooruitgang en een hogere levensstandaard in groter vrijheid te bevorderen; Overwegende, dat de Staten, welke Lid zijn van de Verenigde Naties, zich plechtig verbonden hebben om, in samenwerking met de Organisatie van de Verenigde Naties, overal de eerbied voor en inachtneming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden te bevorderen; Overwegende, dat het van het grootste belang is voor de volledige nakoming van deze verbintenis, dat een ieder begrip hebbe voor deze rechten en vrijheden; Op grond daarvan proclameert de Algemene Vergadering deze Universele Verklaring van de Rechten van de Mens als het gemeenschappelijk door alle volkeren en alle naties te bereiken ideaal, opdat ieder individu en elk orgaan van de gemeenschap, met deze verklaring voortdurend voor ogen, er naar zal streven door onderwijs en opvoeding de eerbied voor deze rechten en vrijheden te bevorderen, en door vooruitstrevende maatregelen, op nationaal en internationaal terrein, deze rechten algemeen en daadwerkelijk te doen erkennen en toepassen, zowel onder de volkeren van Staten die Lid van de Verenigde Naties zijn, zelf, als onder de volkeren van gebieden, die onder hun jurisdictie staan:
Artikel 1 Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen. Artikel 2 Een ieder heeft aanspraak op alle rechten en vrijheden, in deze Verklaring opgesomd, zonder enig onderscheid van welke aard ook, zoals ras, kleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale of maatschappelijke afkomst, eigendom, geboorte of andere status. Verder zal geen onderscheid worden gemaakt naar de politieke, juridische of internationale status van het land of gebied, waartoe iemand behoort, onverschillig of het een onafhankelijk, trust-, of niet-zelfbesturend gebied betreft, dan wel of er een andere beperking van de soevereiniteit bestaat. Artikel 3 Een ieder heeft het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid van zijn persoon. Artikel 4 Niemand zal in slavernij of horigheid gehouden worden. Slavernij en slavenhandel in iedere vorm zijn verboden. Artikel 5 Niemand zal onderworpen worden aan folteringen, noch aan een wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing. Artikel 6 Een ieder heeft, waar hij zich ook bevindt, het recht als persoon erkend te worden voor de wet. Artikel 7 Allen zijn gelijk voor de wet en hebben zonder onderscheid aanspraak op gelijke bescherming door de wet. Allen hebben aanspraak op gelijke bescherming tegen iedere achterstelling in strijd met deze Verklaring en tegen iedere ophitsing tot een dergelijke achterstelling. Artikel 8 Een ieder heeft recht op daadwerkelijke rechtshulp van bevoegde nationale rechterlijke instanties tegen handelingen, welke in strijd zijn met de grondrechten hem toegekend bij Grondwet of wet. Artikel 9 Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige arrestatie, detentie of verbanning. Artikel 10 Een ieder heeft, in volle gelijkheid, recht op een eerlijke en openbare behandeling van zijn zaak door een onafhankelijke en onpartijdige rechterlijke instantie bij het vaststellen van zijn rechten en verplichtingen en bij het bepalen van de gegrondheid van een tegen hem ingestelde strafvervolging. Artikel 11 Een ieder, die wegens een strafbaar feit wordt vervolgd, heeft er recht op voor onschuldig gehouden te worden, totdat zijn schuld krachtens de wet bewezen wordt in een openbare rechtszitting, waarbij hem alle waarborgen, nodig voor zijn verdediging, zijn toegekend. Niemand zal voor schuldig gehouden worden aan enig strafrechtelijk vergrijp op grond van enige handeling of enig verzuim, welke naar nationaal of internationaal recht geen strafrechtelijk vergrijp betekenden op het tijdstip, waarop de handeling of het verzuim begaan werd. Evenmin zal een zwaardere straf worden opgelegd dan die, welke ten tijde van het begaan van het strafbare feit van toepassing was. Artikel 12 Niemand zal onderworpen worden aan willekeurige inmenging in zijn persoonlijke aangelegenheden, in zijn gezin, zijn tehuis of zijn briefwisseling, noch aan enige aantasting van zijn eer of goede naam. Tegen een dergelijke inmenging of aantasting heeft een ieder recht op bescherming door de wet. Artikel 13 1 Een ieder heeft het recht zich vrijelijk te verplaatsen en te vertoeven binnen de grenzen van elke Staat. 2 Een ieder heeft het recht welk land ook, met inbegrip van het zijne, te verlaten en naar zijn land terug te keren. Artikel 14 1 Een ieder heeft het recht om in andere landen asiel te zoeken en te genieten tegen vervolging. 2 Op dit recht kan geen beroep worden gedaan ingeval van strafvervolgingen wegens misdrijven van niet-politieke aard of handelingen in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties. Artikel 15 1 Een ieder heeft het recht op een nationaliteit. 2 Aan niemand mag willekeurig zijn nationaliteit worden ontnomen, noch het recht worden ontzegd om van nationaliteit te veranderen. Artikel 16 1 Zonder enige beperking op grond van ras, nationaliteit of godsdienst, hebben mannen en vrouwen van huwbare leeftijd het recht om te huwen en een gezin te stichten. Zij hebben gelijke rechten wat het huwelijk betreft, tijdens het huwelijk en bij de ontbinding ervan. 2 Een huwelijk kan slechts worden gesloten met de vrije en volledige toestemming van de aanstaande echtgenoten. 3 Het gezin is de natuurlijke en fundamentele groepseenheid van de maatschappij en heeft recht op bescherming door de maatschappij en de Staat. Artikel 17 1 Een ieder heeft recht op eigendom, hetzij alleen, hetzij tezamen met anderen. 2 Niemand mag willekeurig van zijn eigendom worden beroofd. Artikel 18 Een ieder heeft recht op vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst;dit recht omvat tevens de vrijheid om van godsdienst of overtuiging te veranderen, alsmede de vrijheid hetzij alleen, hetzij met anderen zowel in het openbaar als in zijn particuliere leven zijn godsdienst of overtuiging te belijden door het onderwijzen ervan, door de praktische toepassing, door eredienst en de inachtneming van de geboden en voorschriften. Artikel 19 Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven. Artikel 20 1 Een ieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering. 2 Niemand mag worden gedwongen om tot een vereniging te behoren. Artikel 21 1 Een ieder heeft het recht om deel te nemen aan het bestuur van zijn land, rechtstreeks of door middel van vrij gekozen vertegenwoordigers. 2 Een ieder heeft het recht om op voet van gelijkheid te worden toegelaten tot de overheidsdiensten van zijn land. 3 De wil van het volk zal de grondslag zijn van het gezag van de Regering; deze wil zal tot uiting komen in periodieke en eerlijke verkiezingen, die gehouden zullen worden krachtens algemeen en gelijkwaardig kiesrecht en bij geheime stemmingen of volgens een procedure, die evenzeer de vrijheid van de stemmen verzekert. Artikel 22 Een ieder heeft als lid van de gemeenschap recht op maatschappelijke zekerheid en heeft er aanspraak op, dat door middel van nationale inspanning en internationale samenwerking, en overeenkomstig de organisatie en de hulpbronnen van de betreffende Staat, de economische, sociale en culturele rechten, die onmisbaar zijn voor zijn waardigheid en voor de vrije ontplooiing van zijn persoonlijkheid, verwezenlijkt worden. Artikel 23 1 Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtmatige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid. 2 Een ieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid. 3 Een ieder, die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld. 4 Een ieder heeft het recht om vakverenigingen op te richten en zich daarbij aan te sluiten ter bescherming van zijn belangen. Artikel 24 Een ieder heeft recht op rust en op eigen vrije tijd, met inbegrip van een redelijke beperking van de arbeidstijd, en op periodieke vakanties met behoud van loon. Artikel 25 1 Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten, alsmede het recht op voorziening in geval van werkloosheid, ziekte, invaliditeit, overlijden van de echtgenoot, ouderdom of een ander gemis aan bestaansmiddelen, ontstaan ten gevolge van omstandigheden onafhankelijk van zijn wil. 2 Moeder en kind hebben recht op bijzondere zorg en bijstand. Alle kinderen, al dan niet wettig, zullen dezelfde sociale bescherming genieten. Artikel 26 1 Een ieder heeft recht op onderwijs; het onderwijs zal kosteloos zijn, althans wat het lager en basisonderwijs betreft. Het lager onderwijs zal verplicht zijn. Ambachtsonderwijs en beroepsopleiding zullen algemeen beschikbaar worden gesteld. Hoger onderwijs zal openstaan voor een ieder, die daartoe de begaafdheid bezit. 2 Het onderwijs zal gericht zijn op de volle ontwikkeling van de menselijke persoonlijkheid en op de versterking van de eerbied voor de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het zal het begrip, de verdraagzaamheid en de vriendschap onder alle naties, rassen of godsdienstige groepen bevorderen en het zal de werkzaamheden van de Verenigde Naties voor de handhaving van de vrede steunen. 3 Aan de ouders komt in de eerste plaats het recht toe om de soort van opvoeding en onderwijs te kiezen, welke aan hun kinderen zal worden gegeven. Artikel 27 1 Een ieder heeft het recht om vrijelijk deel te nemen aan het culturele leven van de gemeenschap, om te genieten van kunst en om deel te hebben aan wetenschappelijke vooruitgang en de vruchten daarvan. 2 Een ieder heeft het recht op de bescherming van de geestelijke en materiële belangen, voortspruitende uit een wetenschappelijk, letterkundig of artistiek werk, dat hij heeft voortgebracht. Artikel 28 Een ieder heeft recht op het bestaan van een zodanige maatschappelijke en internationale orde, dat de rechten en vrijheden, in deze Verklaring genoemd, daarin ten volle kunnen worden verwezenlijkt. Artikel 29 1 Een ieder heeft plichten jegens de gemeenschap, zonder welke de vrije en volledige ontplooiing van zijn persoonlijkheid niet mogelijk is. 2 In de uitoefening van zijn rechten en vrijheden zal een ieder slechts onderworpen zijn aan die beperkingen, welke bij de wet zijn vastgesteld en wel uitsluitend ter verzekering van de onmisbare erkenning en eerbiediging van de rechten en vrijheden van anderen en om te voldoen aan de gerechtvaardigde eisen van de moraliteit, de openbare orde en het algemeen welzijn in een democratische gemeenschap. 3 Deze rechten en vrijheden mogen in geen geval worden uitgeoefend in strijd met de doeleinden en beginselen van de Verenigde Naties. Artikel 30 Geen bepaling in deze Verklaring zal zodanig mogen worden uitgelegd, dat welke Staat, groep of persoon dan ook, daaraan enig recht kan ontlenen om iets te ondernemen of handelingen van welke aard ook te verrichten, die vernietiging van een van de rechten en vrijheden, in deze Verkaring genoemd, ten doel hebben.
Ik ben blij vandaag bij jullie te zijn op de dag die de geschiedenis zal in gaan als de grootste demonstratie voor vrijheid ooit, in ons land. Vijf maal twintig jaar geleden tekende een groot Amerikaan, in wiens symbolische schaduw wij staan, de Proclamation of Emancipation. Dit gedenkwaardige decreet werd een groots baken van hoop voor miljoenen negerslaven die waren verschroeid in de vlammen van een verwelkend onrecht. Het was als de vreugdevolle ochtend na de lange nacht van gevangenschap.
Maar honderd jaar later moeten we het tragische feit onder ogen zien dat de neger nog steeds niet vrij is. Honderd jaar later wordt het leven van de neger nog altijd droevig beperkt door de handboeien van rassenscheiding en de ketenen van discriminatie. Honderd jaar later leeft de neger op een eenzaam eiland van armoede te midden van een grote oceaan van materiële welvaart.
Honderd jaar later verkommert de neger nog altijd in de uithoeken van de Amerikaanse maatschappij en bevindt hij zich in ballingschap in zijn eigen land. Daarom zijn we vandaag hier samengekomen, om een afschuwelijke toestand te benadrukken. In zekere zin zijn wij naar onze nationale hoofdstad gekomen om een cheque te innen. Toen de ontwerpers van onze republiek de prachtige woorden van de Grondwet en de Onafhankelijkheidsverklaring schreven, ondertekenden ze een promesse waarvan elke Amerikaan erfgenaam zou worden. Deze belofte was een belofte die alle mensen het onbetwistbare recht zou garanderen op leven, vrijheid en het najagen van geluk. Het is nu overduidelijk dat Amerika haar verplichting niet nakomt wat betreft haar gekleurde burgers.
In plaats van deze heilige verplichting na te komen, heeft Amerika de negerbevolking een waardeloze cheque overhandigd; een cheque die wordt geretourneerd met de opmerking 'ontoereikende fondsen'. Maar we weigeren te geloven dat de bank van gerechtigheid failliet is. We weigeren te geloven dat er ontoereikende fondsen zijn in de grote kluizen van mogelijkheden van dit land. Dus zijn we gekomen om deze cheque te innen, een cheque die ons na inning de rijkdom van vrijheid geeft en de veiligheid van gerechtigheid. Wij zijn tevens naar deze aanbeden plek gekomen om Amerika te herinneren aan de heftige noodzaak van nu. Er is geen tijd om rustig tot bedaren te komen of de verdovende drug der geleidelijkheid te slikken.
Nu is het moment om de belofte van democratie na te komen. Nu is het moment om uit de duistere en dorre vallei van rassenscheiding te trekken naar het zonovergoten pad van raciale gerechtigheid. Nu is het moment om alle kinderen van God een kans te geven. Nu is het moment om ons land uit het moeras te tillen van raciale ongerechtigheid op de solide rots van broederschap. Het zou fataal voor het land zijn de uiterste noodzaak hiervan over het hoofd te zien en de vastberadenheid van de neger te onderschatten. Deze verzengende zomer van de legitieme onvrede van de neger zal niet voorbijgaan tot er een stimulerend najaar aanbreekt van vrijheid en gelijkheid. Negentien drieënzestig is geen einde maar een begin. Diegenen die hopen dat de neger stoom moest afblazen en nu tevreden zal zijn, zal ruw wakker geschud worden als het land terugkeert naar hoe het vroeger was. Het zal rustig noch stil in Amerika zijn tot aan de neger zijn burgerrechten zijn verleend. De wervelwinden van opstand zullen de grondvesten van ons land doen schudden tot de schitterende dag van gerechtigheid opdoemt. Maar er is iets wat ik mijn mensen moet zeggen die op de warme drempel staan die ons het paleis van gerechtigheid binnenleidt.
Tijdens het verkrijgen van onze rechtmatige plaats moeten we ons niet schuldig maken aan foute daden. We moeten er niet op uit zijn uit dorst voor vrijheid uit de beker van bitterheid en haat te drinken. We moeten onze strijd voeren vol waardigheid en discipline. We moeten niet toelaten dat ons creatieve protest vervalt in lichamelijk geweld. Steeds weer moeten we reiken naar de majestueuze hoogten waarin lichamelijk geweld wordt tegemoet getreden met de kracht van de ziel.
De wonderbaarlijke nieuwe strijdlust die de negergemeenschap heeft overspoeld mag niet leiden tot een wantrouwen van alle blanke mensen, want velen van onze blanke broeders, zoals blijkt uit hun aanwezigheid hier vandaag, zijn tot het besef gekomen dat hun lot is verbonden met ons lot en hun vrijheid onlosmakelijk is verbonden met onze vrijheid. We kunnen niet alleen lopen.
En terwijl we lopen, moeten we de plechtige belofte afleggen dat we door zullen gaan. We kunnen niet terugkeren. Er zijn mensen die de aanhangers van burgerrechten vragen: 'Wanneer zijn jullie tevreden?' We kunnen nooit tevreden zijn zolang de neger het slachtoffer is van onuitsprekelijke gruweldaden door wangedrag van de politie. We kunnen nooit tevreden zijn zolang onze lichamen, dodelijk vermoeid van het reizen, geen onderkomen kunnen krijgen in de motels langs de snelwegen en in de hotels in de steden. We kunnen niet tevreden zijn zolang de neger alleen maar kan verhuizen van een klein naar een groot getto.
We kunnen nooit tevreden zijn zolang een neger in Mississippi niet kan stemmen en een neger in New York gelooft dat hij niets heeft om voor te stemmen.
Nee, nee, we zijn niet tevreden en we zullen niet tevreden zijn tot gerechtigheid en rechtvaardigheid ons deel zullen zijn. Ik ben niet vergeten dat sommigen van u hier zijn gekomen na grote beproevingen en onheil. Sommigen van u komen net uit benarde gevangeniscellen. Sommigen van u zijn uit gebieden gekomen waar uw zoektocht naar vrede u geslagen heeft achtergelaten door vervolging, en wankelend door wreedheden van de politie. U bent de veteranen geweest van creatief lijden. Blijf doorgaan in de overtuiging dat onterecht lijden bevrijdend is. Ga terug naar Mississippi, ga terug naar Alabama, ga terug naar Zuid-Carolina, ga terug naar Georgia, ga terug naar Louisiana, ga terug naar de krottenwijken en getto's van onze noordelijke steden, in de wetenschap dat op de een of andere manier deze situatie kan en zal veranderen. We moeten ons niet overgeven aan wanhoop.
Ik zeg u vandaag, mijn vrienden, dat ondanks de moeilijkheden en frustraties van nu, ik nog altijd een droom heb. Het is een droom die ferm geworteld zit in de Amerikaanse droom. Ik heb een droom dat op een dag dit land zal verrijzen en zal leven naar de ware betekenis van haar credo: 'Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend; dat alle mensen gelijk geschapen zijn.'
Ik heb een droom dat op een dag op de rode heuvels van Georgia de zonen van vroegereslaven en de zonen van vroegere slavenhouders naast elkaar kunnen zitten aan de tafel van broederschap. Ik heb een droom dat op een dag zelfs de staat Mississippi, een woestijnstaat die verzengt in de hitte van ongerechtigheid en onderdrukking, omgevormd zal worden in een oase van vrijheid en gerechtigheid.
Ik heb een droom dat mijn vier kleine kinderen op een dag in een land zullen leven waar ze niet zullen worden beoordeeld op de kleur van hun huid maar op hun karakter.
Ik heb een droom vandaag.
Ik heb een droom dat op een dag de staat Alabama, waar de mond van de gouverneur op dit ogenblik vol is van woorden als interventie en nietigverklaring, omgevormd zal worden in een plaats waar kleine zwarte jongens en zwarte meisjes hand in hand kunnen gaan met kleine blanke jongens en blanke meisjes en samen kunnen lopen als broeders en zusters.
Ik heb een droom vandaag.
Ik heb een droom dat op een dag elke vallei omhoog zal komen, elke heuvel en elke berg klein gemaakt zullen worden, de dichtbegroeide plaatsen tot vlakten zullen worden, en de scheve plaatsen recht zullen worden gemaakt en de glorie van de Heer onthuld zal worden en al wat van vlees en bloed is dit tezamen zal zien. Dit is onze hoop. Dit is het geloof waarmee ik naar het zuiden van de Verenigde Staten terugkeer. Met dit geloof zullen we in staat zijn een kiezelsteen van hoop te houwen uit de berg van wanhoop. Met dit geloof zullen we m staat zijn de schetterende wanklanken van ons land om te vormen tot een prachtige symfonie van broederschap. Met dit geloof zullen we in staat zijn samen te werken, samen te bidden, samen te vechten, samen naar de gevangenis te gaan, samen op te komen voor vrijheid in de wetenschap dat wij op een dag vrij zullen zijn.
Dit zal de dag zijn dat alle kinderen van God met een nieuwe betekenis zullen kunnen zingen: 'Mijn land, het is van u Zoet land van vrijheid Over u zing ik: Land waar mijn vaders stierven Land waarop pelgrims trots zijn, Laat van elke berghelling Vrijheid klinken.'
En als Amerika een grote natie wil zijn, dan moet dit waarheid worden. Dus laat vrijheid klinken vanaf de enorme heuveltoppen van New Hampshire. Laat vrijheid klinken vanaf de machtige bergen van New York. Laat vrijheid klinken vanaf de hoogten van de Allegheny Mountains in Pennsylvania! Laat vrijheid klinken vanaf de besneeuwde toppen van de Rocky Mountains in Colorado! Laat vrijheid klinken vanaf de weelderige pieken van Californië!
Maar niet alleen dat; laat vrijheid klinken vanaf Stone Mountain in Georgia! Laat vrijheid klinken vanaf Kaap Lookout in Tennessee! ' Laat vrijheid klinken vanaf elke heuvel en molshoop in Mississippi.
Vanaf elk berghelling, laat vrijheid klinken.
Wanneer we vrijheid laten klinken, wanneer we het vanuit elk dorp en elk gehucht vanuit elke staat en elke stad laten klinken, zullen we in staat zijn de dag te bespoedigen waarop alle kinderen van God, zwarte mensen en blanke mensen joden en niet-joden, protestanten en katholieken, de handen ineenslaan en de woorden zingen van de oude gospelsong van de negers: '
Eindelijk vrij! Eindelijk vrij! Dank God almachtig, wij zijn eindelijk vrij
Met ons huidige campertje reden we tot nu toe ongeveer 220 000km, de meeste miles en kms in noordelijk Amerika. De eerste dag in de VS wat aarzelend. Daarna was het: genieten. Gewoon aan het hectische verkeer en agressieve gedrag in ons landje was het ginder onvoorstelbaar rustig rijden, zelfs in NY en de Hways rond de steden in 't spitsuur. Het ligt vooral aan het gedisciplineerde rijgedrag, al of niet onder druk van de hoge boetes. Elk rijvak van een Hway wordt gebruikt, iedereen aan dezelfde niet al te hoge snelheid en er wordt slechts van rijvak gewisseld om de weg op of af te rijden. (een beetje zoals het blokrijden naar de kust hier in de zomer) Ritsen is hun 2e natuur. Ze rijden tot het einde van het invoegvak en kunnen gewoon inschuiven. Hier is dat steeds wringen om er zo vlug mogelijk tussen te komen. Niemand rijdt tot het einde van 't invoegvak omdat wie op de hoofdbaan rijdt er ook niet gemakkelijk iemand tussen laat met het gevolg dat over heel het oprijvak kleine files ontstaan en er rechts voorbijgestoken wordt. Het binnenste rijvak is voor carpoolers en steeds zo goed als leeg want de Amerikaan rijdt meestal alleen in zijn wagen tenzij hij ambtshalve een chauffeur heeft. Dus een stad inrijden op 't spitsuur geen probleem als ge weet welke uitrit nemen.. Verloren rijden in een stad is bijna onmogelijk als men de windrichtingen kent - en de straten en avenues lopen steeds in dezelfde richting - hooguit eens een "blok" rondrijden... bij het uitleggen van een route doen ze dat dan ook aan de hand van bloks en niet aan 't zoveelse licht...2 blocks north and 1 block east ... Veel straten hebben een voorselectie die op het baanvak zelf is aangegeven en meestal niet via verkeersbord. Wij hebben dus de eerste dagen ettelijke verkeersovertredingen gedaan door onoplettendheid omdat we in een vak met volle witte lijn zaten. Geen probleem want ze zijn zeer elegant en laten u onmiddellijk inrijden. De verkeerslichten hangen ook steeds achter het kruispunt wat ook wat gewennen vraagt. Veel kruispunten waar geen lichten staan hebben het 4way verkeersbord - iets dat heel goed werkt in de VS maar wat ik hier niet zo zie functioneren... stoppen aan 't kruispunt; wie eerst komt mag eerst oversteken en daar wordt zeer gedisciplineerd aan gehouden.... niemand maar dan ook niemand rijdt voor zijn beurt. Speed. Boetes zijn hoog en maximum snelheid worden zelden overtreden. Aan scholen kan "speed" uw rijbewijs kosten voor 't leven, hetzelfde met een schoolbus voorbijsteken als de "stop"borden uitsteken en dat in beide richtingen. Regelmatig Miami vice toestanden gezien. Iemand rijdt een paar mls te hard, wordt gevolgd door een politiewagen met sirene, die roept zijn makkers op en tegen dat de auto aan de kant staat zijn er een 5tal andere politiewagens met sirene op om bijstand te verlenen. Zelf nooit uitstappen, wachten tot de politieman aan uw venster is en... deze komt niet voor er een andere politiewagen in de buurt is. Big show maar wel veilig voor hen. Aan de andere kant: hoed af voor de vriendelijkheid die wij van de politie mochten ervaren. De meesten zijn echte bodybuilders, in short en met glimmende spierballen maar zeer behulpzaam...weg wijzen en zo nodig voorop rijden, onze kapotte band verwisselen, stoppen om een moeder met verschillende kinderen de baan te helpen oversteken enz.. Verzekeringen zijn duur en buiten smijten de reactie op een ongeval zelfs als de tegenpartij in fout is. Kinderen mogen dus bijna nooit met de wagen van de ouders rijden en lenen reeds op 16 jaar om hun eigen bakske aan te schaffen. Verzekeringen zijn in veel staten niet verplicht maar de eisen bij ongeval heel hoog. Een verzekering tegen ongeval met onverzekerde wagen is dus bijna een must. Men kan ook alles apart laten verzekeringen ..tegen hagelinslag...tornado...botsing met beer.. al naargelang het risico al of niet groot is in de streek waar u woont voor ons was dus een full coverage aangewezen. Tanken: een belevenis op zich. De meeste stations zijn echte supermarkten en voor truckers hele plaza's. Langs de hways ook overal diesel te krijgen. In 't noorden en in dun bevolkte streken hebben ze wel nogal specialiteiten... wisten ooit niet welke brandstof te kiezen en achter de kassa een jong ding dat er helemaal niets van kende. We hadden de keuze tussen: diesel, red diesel, off road diesel, car diesel hway use only, coupon diesel ... en dan nog met bankkaart of voorafbetaling aan de kassa. Keuze te over... 'k laat jullie raden met wat wij daar hebben rondgereden... Dat vooraf betalen is ook zo'n systeem en eentje dat ze hier best ook kunnen gaan invoeren. Men schat hoeveel men wil tanken en betaald - dan krijgt men nummer van de pomp - tankt men minder: overschot terug. Ook met visakaart ofwel direct betalen aan de kassa ofwel kaart in depot geven tot er getankt is.
Al lang spookte het idee door ons hoofd maar altijd werd het weer opgeborgen... de durf om de stap te zetten, hoe begin je daaraan, mijn ventje toen toch al 65j en weinig kennis van auto's en hun techniek... Seabridge in Duitsland verkocht paketten met alles in en regelde de papieren maar....peperduur Tot vrienden de stap waagden. We ontmoetten hen in Atlanta en ja... waarom wij niet?
Het eerste dat we deden was zoeken naar een frighter .. Cobelfret leek ons OK We kregen een vragenlijst - welke haven hadden we gedacht? met een lijst van de havens die ze aandeden...wow zoveel We wilden het bij NY houden - waarom? zou ik nu niet meer weten - juiste afmetingen van de wagen - prijs wordt berekend per m3 - de geschatte waarde - afmetingen aan de hand daarvan maakten ze een prijsofferte
Ondertussen op zoek naar een verzekering voor de auto. We namen contact met grote verzekeraars hier bij ons, in Nederland en Engeland - duur en onvolledig Vonden een paar adressen in de VS: Thum en American Internat. Underwriters Thum was voor ons het voordeligste - de afhandeling ongezien vlug Had een mailtje gestuurd en kreeg dezelfde avond telefoon met de vraag om te kunnen faxen 10' later rolden hier de papieren van de band 't Was even uitkijken want er waren zoveel mogelijkheden - uiteindelijk wilden we toch een volledige dekking. De dag erna even rondgebeld en in 't reisagentschap wat uitleg gevraagd Papieren ingevuld en teruggestuurd - vraag prijsofferte full coverage - voor 6 maand Dezelfde dag hadden we de berekening Bij een verzekering voor de VS is Canada systematisch inbegrepen Voor Mexico moet men een Mexicaanse verzekering nemen voor de BA maar de full coverage kregen we bij Thum er bij. Wie verder zuidwaarts wil kan bij AIO of AIU zich laten verzekeren voor Centraal en Zuid Amerika
onderweg de verzekering nog eens voor 6m laten verlengen - afgehandeld in een telefoonbox per fax op ongeveer 15'
Cobelfret terug gecontacteerd We zouden verschepen met Wallenius - welke datum was beschikbaar?? wanneer de aankomst in NY??
We spreken een datum af - gaan een vlucht naar NY boeken in 't reisagentschap
De kogel is door de kerk: we gaan ...
De wagen klaarmaken Eerst naar een installateur van LPG om de gastank volledig leeg te maken en de leidingen door te spuiten - attest is nodig
We wisten dat tijdens de boottocht nogal eens wat voorwerpen uit de auto gestolen werden - de sleutels blijven op de wagen steken voor de vlugge afhandeling en in geval van nood. Op zijdeur en achterdeur een slotje binnenin bijgeplaatst - het fietsrek(voor de rolstoel) hebben we in de middengang gezet en vastgemaakt met ketting zodat de doorgang van de stuurkabine naar de leefruimte een beetje versperd was. Al ons gerief stopten we in de zitbanken en sloten af met slotje.... ook het bestek hebben we weggestoken want.... ze gebruiken het om slotjes open te breken. (ze zijn wel onderweg in de wagen geweest (vuile voetsporen op de kussens) maar er was niks weg en kapot.
Ook reserveonderdelen meegenomen: oliefilter, luchtfilter, dieselpomp, riemen ...
De auto moest een dag voor vertrek in Zeebrugge zijn. De aflevering geen heel vlot omdat alle papieren reeds klaar waren. Daar vertelde men ons dat men ook rechtstreeks via Wallenius (of andere) kan en de douaneformulieren op het havengebied zelf in orde worden gebracht.
Uiteindelijk was het dus een fluitje van een cent.
Het ging zo vlot dat we, toen we onderweg waren naar huis vaststelden dat we de wagen en sleutels achtergelaten hadden zonder daarvoor een ontvangstbewijs te hebben gekregen.....
't Was dus bang afwachten
Het zou een overtocht zijn van 8d maar we konden slechts de 10e dag de wagen ophalen (lees verder verslag)
Wat ik zeker de volgende keer zou insteken: wat instantsoepjes, chocolade (als 't niet in de zomer is) en mijn konfituur.... Het enige dat we ginder misten was een goeie degelijke boterham ipv toastbrood dat ge tot een paar cm kon samendrukken ....
Het is de eerste keer dat we voor zo lange tijd vertrekken. Het afscheid nemen doet dan ook serieus raar.
We vliegen met Air Lingus van Brussel naar Dublin. Hier moeten we een tijdje wachten op onze vlucht naar Newark, New Jersey. Nergens zien we op borden deze vlucht aangegeven. Op hetzelfde uur vertrekt er wel een binnenlandse vlucht naar Shannon. Blijkt dus onze vlucht te zijn. Nergens, zelfs niet op de tickets stond aangegeven dat er een tussenlanding was. In Shannon moet iedereen uitstappen. Ik blijf wachten tot ze me met de rolstoel komen halen maar dat zijn ze blijkbaar vergeten en wij blijven rustig zitten. Plots grote paniek dat wij nog daar zijn. We moeten hier naar de Amerikaanse immigratie. Wisten wij veel. Het is dan ook van vlug, vlug. Aan de balie gaat het tergend traag. De vlucht vertrekt dan ook met vertraging.
Verenigde Staten
In Newark landen we in block B. We halen onze bagage op en reppen ons naar de info balie. Hier valt weinig te rapen. Geen citymap- geen subway, trein of bus info. Alleen hotel en tour reservaties. Er is een andere desk: ground transport information, waar men ons wel alle uitleg kan geven maar ook hier hebben ze geen kaarten of timetables. Bijna alle hotels hebben een gratis shuttle dienst. Daarvoor moeten we met het monorail treintje naar station E. (de andere haltes zijn: A,B en C voor de luchthaven blocks, D1, D2 en D3 voor de parkings)
Wij hadden van thuis een kamer geboekt bij Econo Lodge, New Jersey voor 81$ taks in/kamer/ontbijt/senior Het is te laat om naar Wallenius te bellen. Gaan enkel nog naar de "7 eleven" om drank te kopen en een telefoonkaart. Douchen en naar bed. We zijn vroeg wakker en gaan uitgebreid ontbijten. Ik voel me niet zo best en heb keelpijn. We popelen om nieuws te horen van Wallenius want we zijn er toch niet zo gerust in. Hebben de auto in Zeebrugge afgegeven zonder bewijs te krijgen. En met al die berichten over diefstallen aan en in de wagens. De boot is er nog niet wegens slecht weer op zee. Ze verwachten hem deze avond laat.
We gaan dan maar NY bezoeken. We kunnen met de shuttle bus naar de luchthaven . Daar nemen we bus 62 naar Pennstation/Newark. 1$- voor senior/gehandicapten 0,45$ te betalen met gepast geld want ze hebben geen wisselgeld. Sommige bussen hebben faciliteiten voor rolstoelen (in de periferie niet alle) en voorbehouden plaatsen voor mindervaliden. NJtrein naar NY 1,75$ - 1,10$ senior/gehand. Retour: dubbel. Speciale faciliteiten en plaatsen voor gehandicapten. We stappen uit in Pennsylvaniastation- centraal in Manhattan. Het is een enorm groot complex en men kan er rechtstreeks naar de metro. We foefelen een beetje met de automaten om aan onze Fun Card te geraken. Deze kost 4$/pp/24u met onbeperkt gebruik van subway en bus in het city center. Plan subway is gratis te bekomen aan sommige kiosks in het station. Busplannetjes bij elke buschauffeur. We vragen er dan ook ééntje bij de eerste bus die stopt en zien dat we zonder problemen heel de stad kunnen doorkruisen. En ALLE bussen hebben een rolstoellift en een speciale verankerplaats. Nooit zoveel gehandicapten zelfstandig met de bus zien reizen en nooit zon behulpzame chauffeurs gezien. Stoppen en stappen uit als er een sukkelaar aan de bushalte staat.
HOED AF EN EEN DIKKE MERCI VOOR AL DEZE MENSEN.
Wat ons ook opvalt is dat alle buschauffeurs kleurlingen zijn (afro) en bijna de helft zijn vrouwen. NY is aan de bussen en de taxis. Veel politiewagens, brandweer en vuilkarren, wat leveranciers met truck of cammionette, enkele privéwagens en heel veel voetgangers. Tijdens een busrit van Nord Harlem naar South Ferry krijgt men een overzicht van de inwoners; van de gekste figuren in Harlem tot omhooggevallen yuppies in het financieel district. Hoe gek men er ook bijloopt niemand lijkt er aanstoot aan te nemen. Er zijn ook veel daklozen maar we hebben niemand echt zien bedelen. In Central Parc zijn zoveel joggers en rollerbladers dat men rond het waterbassin éénrichtingsverkeer heeft ingesteld. We lopen over Broadway met zijn enorme reclameborden. Op Times square staan lange rijen aan te schuiven voor last-minute tickets voor de voorstellingen. De ene leest een boek, de andere werkt op zijn laptop, twee jongeren jongleren. De politie op de fiets, in short met blinkende gespierde benen, slaat hier en daar een praatje. Een drukte maar heel relaxt. We verkijken ons op al die hoge torens: Chrysler, Empire, Twin Towers enz. Als we in het civic center zijn met de City Hall en de verschillende gerechtsgebouwen begint het ineens heel fel te regenen. Iedereen schuilt. Water gutst overal tussendoor. De straten staan in een minimum van tijd blank. En dan leren we een ander aspect van NY kennen: iedereen praat tegen iedereen, sjofel en chique, blank en zwart De bui is over en ieder gaat weer zijns weegs.Een heel aparte ervaring. We lopen nog langs Woolworth Building en St Pauls Chapel. Aan het WTC is een zelfbedieningsrestaurantje waar we gaan eten en een beetje bekomen van al het rijden en stappen. Men betaald er per gewicht dat men op zijn bord schept. Via Tobin Plaza naar de Twin Towers. Boven is er een uitkijkplatform Langs Little Italy en Chinatown naar het financieel district. Trinity Church en NY Stock Exchange brengen ons in Wall street waar ook de Chase Manhattan en JP Morgan hun zetel hebben en de Fed. Reserve Bank. We springen nog even op de bus naar Battery Park vanwaar de ferry naar Staten Island vertrekt. Doodmoe stappen we terug op bus, metro, trein en bus naar Newark. Het shuttle busje brengt ons terug naar ons motel. Hebben de ganse dag niet veel tijd gehad om aan de kampeerauto te denken. Hopelijk morgenvroeg goed nieuws.
Terug een prachtweertje. Ben zo hees dat het bellen niet goed wil lukken. Vermoedelijk iets opgescharreld tijdens de vlucht van warm naar airco enz. Zal maar vlug starten met AB We laten dan maar een taxi bellen om naar de haven te rijden. De taximan spreekt moeilijk Engels en we verstaan hem slecht. Het is een latino uit Guatemala. Zelfs met een roadbook vind hij de lokatie niet Distributionstreet, 340, Port North/ Porth Newark Hij blijft maar rondrijden en we moeten hem aanporren om zich eens te bevragen. Blijkbaar waren we er al dicht bij geweest. Het is een afgerasterd terrein waar een paar houten keten op staan. Het zal vandaag niet meer lukken om de vracht vrij te geven. We laten ons terugbrengen naar het motel en rekenen af. Amaai een dure rit voor niks (46$) en het is slechts 5miles van de luchthaven voor langs de parkings.
We boeken een nachtje bij. Dus gaan we nog een dagske NYen. We weten nu de weg. Er is nog zoveel te zien dat we goed moeten kiezen. Er zijn heel veel musea maar die trekken ons niet zo fel. Gaan vandaag stappen in Harlem en de Columbia University die aan de Hudson ligt. Kijken onze ogen uit maar houden onze creditcard goed opgeborgen als we door 5th Avenue lopen (poep chique winkels). Gaan naar de NY Public Library om te emailen. Er is een bericht van Els: ze hebben hun handen vol met het verwijderen van de virussen en rommel op mijn pc; de Kaya breekt verschillende keren uit (misschien wel op zoek naar ons ); ze heeft een huizeke gevonden. We kijken nog eens binnen in een paar kerken en nemen dan de bus naar Greenwich village. Om de dag af te ronden nemen we terug de bus naar Central Park en ontmoeten Belgen die reeds vele jaren hier wonen. Zitten wat op een bankje te genieten van de paardenkoetsen en een bus met Japanners die bijna in extase raken. Hier en daar hebben we een babbeltje. Kan me niet herinneren in Brussel ooit aangesproken te zijn geweest. We stappen terug langs de Av. of the Americas, vergapen ons aan de Radio City Music Hall en slepen ons doodmoe naar de metro. Hier nog even een grootwarenhuis in om wat drank en eten aan te kopen. In Pennstation gaan we onze eerste Mac kopen. Zullen dat niet te dikwijls doen denk ik. In t motel nog even de kranten doornemen en naar bed.
Bij Wallenius hebben ze goed nieuws. We mogen de auto gaan ophalen. Aan de balie bellen ze een taxi. We rekenen af en moeten een supplement van 12$ betalen voor onze telefoontjes naar Wallenius. (slechts 25km af maar in een andere staat is voor hen dus internationaal...) We weten nu de weg en zijn op een tiental minuten daar. We krijgen papieren waarmee we naar de douane moeten in de Corbinstreet. Gelukkig hebben ze een plannetje zodat we het probleemloos vinden. Voor wie ooit wil debarqueren in NewArk: Vanaf de luchthaven Port volgen dan Portstreet, Corbinstreet, re Kellogstreet, li Marlinstr, re Distributionstr aan de rechterkant. Bij de douane vragen we of het niet mogelijk is de wagen langer in de VS te laten. No way- car illegal in the US will be confiscated. Stempel op de papieren en terug naar Wallenius. Pa krijgt een papier om wat verder op een parking de wagen te gaan ophalen. Gaat heel vlot. We rekenen vlug af met de taxi en betalen slechts 18$ deze keer.
Ik schrik wel even als ik ons bakske zie. De linker kant glinstert van het zeezout. Als we de deur openen zien we dat ze er in geweest zijn. Over de zetels en de rolstoel gekropen. Er staan voetsporen op de kussens. Voor zover we kunnen zien is er niets weg.We hadden wel goed onze voorzorgen genomen: alles goed afgesloten, bestek weggestoken (dat hadden ze bij vrienden gebruikt om aan de kast te wringen) We plaatsen het fietsrek en de rolstoel er op. Zo goed als mogelijk vullen we de kasten. Het eerste dat we moeten doen is tanken en LPG indoen. LPG tank was leeggeblazen voor vertrek Diesel aan 1,379$/gallon -1$= ongeveer 39 à 40 bf Propane zullen we verderop moeten zoeken en ook een carwash waar we in kunnen. Ik voel me nog steeds ziek maar dat zal vlug over zijn als we rijden .
We zijn vertrokken
We nemen de 1-9 noordwaarts. Ergens zijn we de grens NJ/NY overgestoken maar hebben er niets van gezien. Eerst is het een drukke Hway tot voorbij de Lincoln Tunnel. Daarna is het een verschrikkelijk slechte weg. Aan de linkerkant zien we propane. We moeten er vele mls voorbij rijden voor we kunnen draaien. Ze naaien er ons een oor aan. We betalen 3$/gallon en er zit ook geen overdrukbeveiliging op. Gelukkig is hij leeg en weten we hoeveel er in kan. We nemen de Palissade Interstate Parkway. Hier is het mooi rijden en er zijn heel mooie uitzichtpunten op de Hudson River, the Bronx en Manhattan. Stony Point Battlefield is gesloten. Hier hebben de engelsen in 1779 hun laatste slag in het noorden verloren. We parkeren op een grasplekje om wat te eten. Nog niet gewoon van te rijden met het rek achterop kust hij de boom die achter de auto staat. Alleen wat schade aan de hoek van het fetsrek. We rijden West Point binnen via de Stony Lonesome gate. Waren benieuwd na het zien van verschillende films over de opleidingen hier en de faam van de academy. Er is een wachthokje en we worden welkom geheten met een folder en een plannetje van het domein. We komen aan een grote rustige parking. Er staat nog een motorhome en we besluiten hier te stoppen en te overnachten. De eerste dag op de baan was zwaar genoeg. Slapen dus op het militaire domein... We worden vroeg wakker en horen de vogels fluiten in de bomen. Goed uitgerust willen we kriskras door het domein rijden. Het is een mooi park. Er zijn een paar vijvers en het terrein is golvend. We stoppen regelmatig om te genieten van een mooi uitzicht of een mooi gebouw (sommige reeds van de 18e eeuw de meesten mooi gerestaureerd) Er zijn veel sportvelden die reeds druk gebruikt worden. Op het paradeplein is er ook reeds veel activiteit. Gelukkig is er op de parking voor gehandicapten nog een plaatske vrij en niet te ver van het podium. Het is nochtans nog maar 7u s morgens. Gedurende een hele week zijn er parades door en voor de gegradueerden. s Morgens worden oefeningen gehouden. De parades gaan meestal door rond de middag of in de namiddag. De familie van de gegradueerden komt massaal om werkelijk alles te kunnen meemaken. Met stoeltjes, koelboxen en bloemen installeren ze zich rond het immense paradeplein en ze zijn heel fier. Om 10 u ziet het er al zwart van t volk. De grote podia zijn voorbehouden voor de hoge pieten en daar hebben ze hier geen gebrek aan te zien aan de lijsten van de genodigden die uithangen. Omdat het nog maar oefeningen zijn installeren wij ons op de banken. Heel discreet wordt ons gevraagd om straks plaats te ruimen. We zijn echter niet zinnens hier een ganse dag te blijven. Aan het North Dock aan de oever van de Hudson is een parking voor RVs voorzien en er staan er een aantal met luifel uit en stoeltjes buiten. We verlaten het domein langs de Thayer Gate. Daar is ook het Visitor center en een museum.
Er zijn nog veel bezienswaardigheden hier in de omgeving: Storm King Art center, Boscobel mansion, Vassar college, de mansions van de Vanderbilts en de Roosevelts en Hyde park. We zijn echter 2 dagen langer in NY gebleven dan voorzien en willen verder noordwaarts. Voor we terug huiswaarts verschepen willen we hier nog wel wat rondrijden. We volgen verder de parkway tot Newburgh en nemen den Hwy 84 oost. Na veel vragen en rondrijden vinden we eindelijk een Foam carwash in Fisshill waar we met ons bakske binnen kunnen. Gelukkig is er een wisselautomaat want we hebben heel wat quarters nodig voor hij proper is. Eindelijk kunnen we weer rustig van de omgeving genieten in plaats van naar carwashes te zoeken. In de bib hier kunnen we ook gratis emailen. De kleinste dorpen hebben een public library en deze is meestal aangegeven door een bord met pictogram (vrouwenhoofd en boek in de hand) Ze krijgen hier niet veel toeristen over de vloer en zijn benieuwd van waar wij zijn. Belgium? It s in Brussels? Oeps een beetje les in aardrijkskunde dus.. We gaan hier ook winkelen en deftig onze voorraad indoen.Het meeste brood hier is toastbrood en niet duur. De broden die wij gewoon zijn kosten driemaal zoveel. Groenten en fruit zijn ook prijzig en alles staat aangeduid in Lbs (pounds -1kg = 2,3lbs) Het is wel effe omrekenen. We rijden miles = 1,6 km en meten in inches=2,54 cm, feet=0,3Ocm, Yards=0,91m We tanken gallons = 3,79 liter Wegen doen we in ounces=28,35 gr, pounds= 0,45kg of 1kg=2,2 pounds (lbs), We betalen met $= 39,5 tot 40bf
Connecticut Terhoogte van Danbury rijden we Connecticut binnen. In het visitor center krijgen we een kaart van de staat en wat uitleg over wat er te zien is via de scenic 7 road. We krijgen er ook een drankje aangeboden. Er is ook een 24u RVdump. We volgen een tijdje Lake Candlewood en af en toe stoppen we op een restarea met alles erop en eraan. In Bulls Bridge is er een overdekte brug over de Housatonic river en kruisen we de appalachian trail (een lange afstands trail 200mls van Maine naar Georgia) We volgen de Schachticoke road door het Schahticoke indian reserve en rijden voorbij een oude indiaanse begraafplaats. In Kent wonen veel kunstenaars en dat is er aan te zien. Heel gezellig. Kent Falls state park is aangenaam om wat te stoppen en een stapke te doen. Ter hoogte van Cornwall bridge en Mohawk state park zijn er ook verschillende mooie rest areas. In West Cornwall is er ook nog een mooie overdekte brug gebouwd in 1864. De namen van de stadjes getuigen van het pioniersverleden en laat vermoeden dat vooral veel Engelsen hier neerstreken. We hebben de indruk door een enorm groot park te rijden. Mooie banen met heel nette kortgemaaide wegbermen. Veel ruimte en groen rond de huizen en ook hier prachtige gazons. Even voorbij Canaan steken we de grens over naar Massachusetts.
Massachusetts
Hier geen visitor center en dus ook geen state map. De state visitor centers situeren zich bij t binnenrijden van elke staat via de Hways. Massachusetts was de eerste staat die in 1783 slavernij illegaal verklaarde. Bartholomews cobble: een mooie rotspartij met wandelweg aan de Housatonic. We komen hier in The Berkshires. Vanuit Great Barrington kan men de Tyringham valley volgen . Hier vestigden zich veel volgelingen van de Hancock quakers. Vooral kunstenaars waren tot deze vallei aangetrokken: schrijvers, schilders, acteurs en sculpteurs. Zoals Henry Kitson die voor zijn atelier een soort sprookjeshuis liet bouwen: the Gingerbread House= het peperkoekenhuisje. De wandeling naar de top van Monument Mountain is te moeilijk voor ons. Het was vroeger een arendsnest voor de indianen. Stockbridge is ook een aangenaam stadje en er is heel wat te beleven. Het Mission House werd door John Sergeant gesticht om the Mohicans te evangeliseren. Na zijn dood trokken ze echter weg richting Wisconcin omdat de nieuwe kolonialen hun hun vrijheid niet gunden In Tanglewood hebben we een uitzicht op de Stockbridge Bowl een meer dat in de zomer als decor dient voor grote symphonische concerten. Pittsfield is de hoofdstad van de Berkshires en heeft dus veel winkels. Van hieruit kan men het Hancock Shaker Village bezoeken. Deze quakers immigreerden van Manchester in Engeland. Ze onderscheidden zich van de anderen door de danspassen die ze deden tijdens de ceremonieen. Ann Lee, één van hun volgelingen had in de gevangenis een visioen over de dubbele natuur, man en vrouw, van Christus. Ze werd daarvoor in Europa achtervolgd en vluchtte naar de VS. Ze beslissen zich van de wereld terug te trekken om het rijk van God op aarde te verwezenlijken. Ze hebben vier grondregels: -gescheiden leven van de seculiere wereld -celibaatswens met scheiding maar gelijkheid der geslachten -collectieve eigendom -openbare biecht Ze namen regelmatig wezen op om als groep te kunnen overleven. Hun produkten worden overal geprezen voor de hoge kwaliteit en worden in catalogussen aangeboden. De laatsten zijn hier in 1960 vertrokken. Het is nu een museum. We staan spijtig genoeg voor een gesloten poort en moeten ons tevreden stellen met de brochures. Williamstown is vooral bekend als halteplaats op de Mohawk trail.
Vermont
We steken de grens over naar Vermont en vinden een grote parking voor de nacht rechts aan het Vermont Information center te Bennington. Het is beginnen regenen. Nu heeft onze pa last van keelpijn. Het zal toch zeker geen ziekteverlof worden? Het heeft de ganse nacht geregend en het regent nog. Niettegenstaande hebben we allebei goed geslapen. We zijn om 6u15 opgestaan en om 7u rijden we. Geen state map wegens te vroeg en info nog gesloten. Het is weer een mooie route maar het zegt niet veel met de regen en de bewolking. In Manchester verlaten we de scenic 7 en rijden oostwaarts via de 100 langs Londonderry naar Bridgewater en daar de 4 richting White River Junction In Woodstock neen niet dat van de psychedelic picnic, dat ligt in NYstate- weten we niet goed wat we zien. Op het gazon voor de city hall staat een groepje mensen op een rij te oefenen met de zwiepengel. Vissen op t droge dus. Durf geen foto nemen. Zou iets voor Elie zijn.Het stadje gaat er prat op de eerste skilift te hebben geinstalleerd in 1934. Het was een kabel getrokken door een automotor op de hellingen van de Suicide Six. We steken de grens en de Connecticut river over naar New Hampshire richting Lebanon. New Hampshire
Via de 10 noordwaarts. Ter hoogte van Hanover ontdekken we dat we een lek hebben aan het dakvenster van de badkamer. Pffffffff we zijn precies onder een slecht gesternte aan onze reis begonnen. We steken terug de rivier over en gaan in St Johnsbury op zoek naat tape en siliconen. Geprobeerd om het van binnenuit te fixen maar het lukt ons niet. De tape lost. In Monroe een tiental mls zuid zou er een RV repair zijn. We hebben hem vlug gevonden en ze herstellen het voor 20$ (drooggeblazen en coating op gedaan) Of het zal houden? Het is ondertussen gestopt met regenen. Hopen maar. Via Littleton nemen we de 202 en gaan met een bocht door de White Mountains rijden. Deze streek is beroemd voor haar Indian Summer. In het najaar kan men dagelijks de vordering van het kleurenpalet volgen via internet of info vragen via telefoon. We hadden graag de 3 naar Lincoln genomen en dan west via de 112-Kancamagus hway maar er zouden slidings zijn door de overvloedige regenval van vorige dagen. We volgen de Bear Notch. Dit zou in de herfst het mooiste stukje zijn. Bretton Woods, het eerste plaatsje dat we aandoen is niet zozeer gekend voor zijn natuurschoon maar voor de monetaire akkoorden die hier door de Verenigde Naties afgesloten werden in 1944 en waarbij afspraken voor de internationale wisselmarkt gemaakt werden en de prijs van het goud vastgelegd op 35$/ounce. We rijden voorbij de Silver Cascade en stoppen even aan Willey House cafetaria om vast te stellen dat het uitzicht beperkt is en we geen bergen zien. Naar Arethusa Falls is het een 2u wandeling en zeker niet te doen met deze modder. We blazen en vragen ons af wat we hier komen doen. In Bartlett willen we niet verder zuid. We rijden naar Glen en vandaar noordwaarts naar Glen House en Mt Washington. We volgen de Ellis river en het water is heel wild. Het klotst over de brugskes. We rijden door een kloof. Glen Ellis Falls is spectaculair. In Glen House loopt het vol trekkers. Iedereen zit vast want alle trails zijn voorlopig gesloten. Er heerst wel een heel speciaal sfeertje. Vergelijk het met die aan de berghutten in zwitserland. Alleen het uitzicht ontbreekt. De route naar Mt Washington is een tolroad. Daar vertrekt de Cog Railway die de doorsteek naar Fabyan mogelijk maakt. Het was een hele toer in 1869 om hellingen tot 37% te overwinnen. Geen optie vandaag met al die mist in de bergen. We willen niet te lang op de parking blijven staan want als het nog een goeie geut doen kan ons bakske als bootje dienst doen. We rijden terug tot Glen en zoeken ons een plaatsje op de parking van Story Land. De parkwachter komt even horen of we blijven staan en het mag als we hier morgen een bezoekje brengen. (het is een sprookjesland voor kinderen!!!) Er zijn nog andere parkings maar hier staan we droog en niet onder de bomen. We ergeren ons al een paar dagen omdat de GSM geen ontvangst heeft. Tussen de bergen OK maar in de steden? Hadden betere ontvangst in de Westelijke Sahara dan hier. Het regent weer volle bak. Het loont niet hier in de bergen toertjes te rijden. De sprookjes laten we ook voor de kinderen. We vertrekken zoals vorige dagen reeds rond 7u Via North Conway en de 302 rijden we richting Portland in Maine.
Maine
Het is een heel mooie en aangename baan, lanen met majestueuze bomen, soms langs een meer. Het is ondertussen wat opgeklaard en het is aangenaam rijden. Af en toe zelfs een waterzonneke. Via de 77 rijden we door het cetrum van Portland naar de haven Voorbij de oude haven en via de Eastern promenade over één van de vele grote en mooie bruggen noordwaarts. Ook dit is een heel mooi stuk met regelmatig prachtige zichten op de kust. Bath is bekend voor de Bath Iron Works en de bouw van grote schepen. Ook een hele reeks bekende zeilboten en windjammers. Even voorbij Brunswick slaan we af naar Boothbay harbor dat op één van de vele schiereilandjes ligt. Heel deze streek werd van de indianen gekocht voor 20 pelsen van CASTORS Het is een badstadje vooral geapprecieerd door zeilers wegens de wind en de heel vele inhammen en eilandjes. De straten zijn één winkeltje en restaurant. Het is zondag en heel druk. We vinden een parking aan een monument aan zee een beetje buiten het centrum. We genieten er van onze lunch en een uurtje platte rust. Camden ligt aan zee omgeven en beschut door heuvels. Achter de public library is een amfitheater met als decor de wilde kust. We willen hier absoluut ooit terugkeren. Het is wondermooi. We hebben ogen tekort. Het is wel terug beginnen regenen en er hangt een dikke mist boven de kuststrook. Veel stoppen zit er niet in en we passeren het ene mooie plaatsje na het andere. In Bucksport zouden we naar Bleu Hill en Deer Isle gaan maar we zien met moeite waar we rijden. Niet dus. Ook Acadia NP zit in een erwtensoep. We rijden alleen tot Bar Harbor voor het visitor center. Ze geven voor de eerst volgende dagen hetzelfde weer dus loont het niet om hier rond te blijven hangen. We vinden het zonde maar onze pa wil zeker in Alaska geraken. We rijden door tot in Calais, aan de Canadese grens Af en toe trekt de mist wat op en hebben we een mooi uitzicht. Zucht, zucht, zucht.. Slapen op de parking van het visitor center aan t water.
We hebben een heel rustige nacht gehad. Geen regen gehoord. Als we de rolluiken opdoen zien we zelfs het zonneke schijnen. We gaan naar het visitor center en doen onze voorraad kaartmateriaal in. Willen gaan emailen maar de Library is maandag voormiddag gesloten. Aangezien de diesel in Canada een stuk duurder is willen we onze bak hier nog volgooien. In Calais vinden we geen station dat diesel heeft maar onze pa had er onderweg eentje gezien. We rijden dus eerst terug. Hoeveel km.? Ik weet het niet juist maar t waren er veel. Hadden het beter niet gedaan...
Met onze eigen camper, een Fiat Ducato door de VS, Canada en Mexico
We reden er dus rond met een ingerichte Fiat Ducato. Zo'n soort bestelwagens kennen ze ginder niet, zeker niet met een verhoogd dak. En dat ge zo'n klein autootje kunt inrichten als RV (recreational Vehicle) gaat dus helemaal hun petje te boven. Herhaaldelijk per dag werden we dus aangesproken met de bedoeling eens een kijkje te komen nemen (in Canada reed er ééntje meer dan een uur achter ons tot aan een parking!!!) Het merk FIAT is totaal onkekend in Noord Amerika - geen enkele garage heeft er ook maar iets van informatie over in hun dikke boeken met merknamen.. dus zeker geen wisselstukken.. En al wat ze niet kennen is vermoedelijk "German"... Dat Lamborghini ook van Fiat is en dus ook Italiaans willen ze bijna niet geloven. Ook via die verkooppunten geen wisselstukken..nog geen schroef vast te krijgen..want die worden speciaal voor de amerikaanse markt gemaakt en milimeters kennen ze overseas dus niet. Op de zijkant vooraan de wagen staat 28 TDI cat en die "carterpillar engine" kennen ze niet en willen ze graag eens zien... catalisators kennen ze ten andere ook niet. Dat hier carterpillar geen gebruikelijke motor is voor wagens maar wel veel gebruikt in de landbouw krikt dan weer het imago van onze landbouw een paar stapjes hoger. Een blik op ons motorblok doet ons dan wel kilometers in hun achting dalen. Wat is dat? Hoeveel cilinders? Hoeveel kms kunt ge daar mee rijden? Kunt ge daarmee een helling op? Al 100 000 miles gereden? Het verbruik dat wordt even rekenen want 8 l/100km omzetten in gallons en miles .. en ze rekenen en herrekenen want dat kan toch niet - waar zit de vergissing . De kleinste kampeerauto ginder zit aan een verbruik van 28 tot 30l/100km en de grote met slide-outs 45 tot 50l diesel voor 100km. Hun wagens wegen dan ook enorm veel - weet het gewicht niet juist meer... ze slepen wel 120 gallons diesel en 150 gallons zuiver water mee en in hun afvalwatertank kan ook 150 gallons (x 3,79 voor liters) De meubels zijn van vol zwaar hout en een stel zware leren zetels..een volledige keukenuitrusting, wasvat en droogtrommel (meestal in 1 apparaat) minimum 2 grote TV's, generators enz.. tel dat gewicht maar eens op...normaal toch dat ze diesel zuipen. Gewoonlijk hebben ze er dan ook nog een auto of een boot achter aan hangen (in Alaska zelfs helikopters) We hebben ons dus een pamfletje ineengeknutseld om achteraan voor 't venster te hangen.... Fiat - Italian brand Belgian Licence Flamish people No Carter pilar engine NO GERMAN We can drive, climb and speed. No entrance fee. dat we aan het WC venstertje ook een pamfletje hadden met : room with a view vonden ze een beetje genant... Amerikanen lopen niet over van humor en nemen alles nogal letterlijk.. Toen mijn ventje een TShirt droeg met de tekst: op mijn ouderdom heb ik alles gezien, alles gehoord, alles meegemaakt maar ben ik ook alles vergeten, werd hij herhaaldelijk aangesproken door senioren met de melding dat zij zich alles nog goed herinnerden. Hij werd er zo pissig van dat hij het ginder niet meer wilde aandoen.. Hier thuis reageerde er nooit iemand op. Maar terug naar de auto Diezelfde auto moest de grens over naar Mexico. Bij de douane moet ge daarvoor een papier halen dat ge bij 't verlaten van 't land terug moet aanbieden om thuis geen gepeperde rekening te krijgen bij het vermoeden dat ge de auto in Mexico illegaal verkocht hebt. Die papieren echter zijn standaardformulieren op hun pc waar alleen naam en nummerplaat enz. ingevuld worden... Laten ze nu toch geen papieren hebben voor een Fiat zeker. Uren heeft het geduurd om een oplossing te zoeken, over en weer telefoneren... wij drinken ondertussen op hun kosten een hele pot koffie leeg en van de zenuwen zakt ook het niveau in de koekskensdoos drastisch... we willen zuidwaarts. Uiteindelijk geven ze het op en vullen als merknaam "otros" in. Als dat later maar geen problemen geeft. We vragen hun dan ook er een begeleidend briefje bij te doen voor wantrouwige en overijverige ambtenaren onderweg. Gelukkig kunnen ze er zelf om lachen. We houden het afgestempelde papier nog steeds goed opgeborgen thuis in geval van... We reden probleemloos 85 000km door Noord en Centraal Amerika en vooral steeds op een zeer rustig tempo.
Onderhoud: Ook dieselfilters doen ze niet graag daar de meeste wagens ginder op benzine rijden. Hebben ons dan doorverwezen naar een service point op de Hway... waar de trucks die wel op diesel rijden hun onderhoud doen. Namen dus ook oliefilters, luchtfilters, dieselfilter, riemen enz. mee - banden, ja, die waren wat te groot om mee te nemen en we moesten ons ginder dus behelpen met een maatje groter. Veel warenhuizen hebben een snelservice ...met een vaste prijs waar alles in berekend is...Doorgaans verloopt alles vlot zonder problemen maar... Eens waren ze de olie aan 't aflaten - we gaven de filter aan en ...ze stopten...ja, als ze onze filter moesten gebruiken konden ze de onderhoud niet doen want alles was in de prijs in... geen discussieren hielp- ze mochten de prijs laten als ze maar onze filter opzetten. Niks van... Bandenspanning: zij zetten de banden met veel minder druk en berekenen dat volgens de pli x2. We reden er dus heel galant met platte banden over de gravelroads...340KPa= 3,5kgr/cm2 Banden wissel: hoeveel kracht mag er op de vijzen gezet worden??? Wij vielen bijna achterover... daar hadden we nog nooit van gehoord en we kregen een gratis les over het gevaar van teveel kracht en vijzen die afbreken... 103Nm=10,5Kgrm Distributieriem: Fiat staat niet in hun boekjes en op sommige plaatsen wilden ze er niet aan beginnen - kwamen uiteindelijk wel terecht en betaalden een schijntje van wat het ons hier kost.
Een hele boterham maar laat er u niet door afschrikken... alles komt uiteindelijk op zijn pootjes terecht.
Als wij er op uit trekken lezen we vooraf over het land, de mensen, de cultuur.
Dikwijls vraag ik mij af wat zij over ons weten.
Zelden worden vragen gesteld over ons leefmilieu, onze cultuur. Meestal gaan vragen over ons zelf Where are you from? whats your name? Youre married? Children? House? A good job? How much $/day? how many servants?
De vraag die ons op onze reizen wel het meest wordt gesteld is: Where are you from? Het antwoord ontlokt steeds de meest uiteenlopende reacties: Belgium in Germany? Belgium in Brussels? In de VS kennen ze soms beter Vlaanderen al linken ze dat door de taal weer aan Nederland. In Azië krijgt ge 9 van de 10 keren als antwoord; I have a friend in Antwerp, Ploegsteert, Linter of wat ook... niet dat ze weten waar dat ligt - wel gekregen van onbesuisde toeristen die overal hun adres achterlaten en dan wel eens erg zouden kunnen verschieten als hun voormalige gids voor hun deur staat thuis of hun adres als referentie aan iemand heeft meegegeven. (uitzonderlijk maar het is al gebeurd). In Azië stopt het ook niet bij de vraag vanwaar ge komt maar zijn ze ook geïnteresseerd in uw job, uw loon, uw huis, uw kinderen, uw auto, uw huispersoneel...in 't begin voor ons nogal confronterend maar 't lijkt er allemaal heel normaal. Wij maken er doorgaans ginder een spelleke van als ze te opdringerig zijn en ons voor de zoveelste keer weer eens als Duitsers aanzien... wij komen van Iceland (kennen ze absoluut niet - leven in een iglo en jagen op ijsberen... gegarandeerd dat ze stilvallen want dat kennen ze helemaal niet... weer goed voor wat binnenpret.. Wat weten ze van ons landje? En ge verschiet soms wat er dan boven komt.. vooral bij de Amerikanen... buiten belgian choclats, belgian beer, belgian andives (witloof), Brussels sprouts - FN - ze kunnen niet geloven dat wij ginder zonder wapen rondrijden en sommigen tonen ons hun speeltje.. made in Belgium - ons openbaar vervoer - ge geraakt zonder problemen en vlug overal met bus en trein - en ze rijden "on time" (heb ze maar in hun geloof gelaten) Ge zult Amerikanen hier zelden zien rondrijden met een wagen - ze rijden gegarandeerd verloren want kunnen geen kaart lezen en onze steden zijn voor hen ware doolhoven. - kant en Brugge maar tot onze verwondering ook de Brusselse kant - dat ge hier moet betalen om naar een WC te gaan - dat er lingeriewinkels zijn met uitstalraam aan 't straat waar zo maar alles tentoon gesteld is.. - dat films op TV aangeboden worden in de originele taal en voor ons ondertiteld - ze verwonderen er zich ook over dat ze hier overal met engels terecht kunnen... volgens velen het enige land ter wereld waar de mensen nogal vlot verschillende talen spreken... - ons onderwijs: velen kennen Vlaamse leraren en professoren die in hun scholen les geven.. op de vraag of we ze niet kennen moeten we dan wel toegeven dat België klein is maar toch 11 miljoen inwoners telt die we absoluut niet allemaal kennen... zoveel mensen op een oppervlakte kleiner dan Maryland dat is iets dat ze ook absoluut niet kunnen snappen. En dat we dan nog niet allemaal in torengebouwen wonen... - over WO II weten ze meer details dan ik en de Flanders fields kennen ze allemaal - zo weten ze meer over Vlaanderen dan over België al hebben de meesten ook niet het minste idee waar het ligt. Honderden keren hebben we kaartmateriaal of onze opblaasbare wereldbol boven gehaald.. - Dutrout en de dioxine krisis niet alleen in Amerika maar in alle continenten - op de vraag hoe het komt dat ze de Dutroux's van andere landen niet kennen en alle nieuwsjes uit ons landje wel, gaf mij ooit een diplomaat het volgende antwoord... Brussel telt na Washington het grootste aantal residerende journalisten (meer dan NY zelfs) die geacht worden dagelijks copy te leveren... als onze parlementen en die van de EG in vakantie zijn is alles goed om hun kranten overseas te vullen (als ik me goed herinner kwamen die 2 feiten ook in die periode aan 't licht)
In Canada weten ze dan weer heel veel over de vlaamse prijsduiven... onze taalstrijd (hebben ze in hun landje ook wat mee te maken) ... over onze baggermaatschappijen In India ontdekten we dat er in de ardennen zwarte marmer wordt gevonden die ze in Agra verwerken. De paleizen van de Maharadjas hangen vol met FN wapens, vlaamse oude tapijten, oud en nieuw kristal van Val St Lambert (ginder ook gewoon Belgian glass genoemd) - glazen luchters en prachtige staanlampen, beschilderd glas of ingezet in lood, gewoon geslepen glas ... om uw ogen uit te kijken... stukken die ik in eigen land nog nooit heb gezien.. Blijkbaar waren onze glaswerkers vroeger in de VS ook zeer gegeerd en zijn er nog een paar grote bedrijven met belgische roots... wist ik ook niet...
En overal kennen ze Antwerpen als diamantstad.. Rond Banjarmarsin in Kalimantan zijn diamantmijnen en zelfs daar in de modder hadden we het over "'t stad" zoals die van 't stad zeggen.
Ge ziet op reis kunt ge 't één en 't ander van uw eigen landje leren... een bezoekje aan een belgische ambassade en consulaat zo in 't voorbijgaan kan ook wel eens interessant zijn.. op sommige plaatsen weet het personeel zelfs niet waar Vlaanderen ligt...
Wat mij het meest is bijgebleven: de Amerikanen zijn geïndoctrineerd over de rest van de wereld vooral door middel van pers en TV maar wij zijn dat niet minder over hen.. De manier waarop hier bericht wordt is ook heel dikwijls verre van ernstig... freedom of speech heeft voor ons een heel andere betekenis gekregen... die freedom wordt meestal misbruikt om te manipuleren...en meestal weten we het niet...
zo dat was het weer voor vandaag... volgende keer weer over iets anders zeker ... er is nog zoveel te vertellen wat niet in de reisboekjes staat ... en vooral hoe wij het hebben aangevoeld...
Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt. Het is gewoon zoals je het zélf wenst. Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed. Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.
Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat. Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard.
Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig. Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.
Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.
Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".
Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen. In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.
We boekten bij Connections een vlucht naar Bangkok met Turkish Airlines en betaalden 1488. Via Parijs zijn de vluchten veel goedkoper maar met de trein naar Charles De Gaulle gaan met onze bagage en rolstoel is voor ons geen optie. Ook Biman Bangladesh heeft heel goedkope aanbiedingen maar dan zitten we 6u vast in Dakla en komen 's nachts aan.
Via internet heb ik een kamer gereserveerd in Trang Hotel in Banglamphu area 54/3nachten ontbijt buffet in.Zaterdag 29-01 Peter moet niet werken en gaat ons naar de luchthaven brengen. Els en Tom komen ook nog langs om afscheid te nemen.Peter wil vlug terug thuis zijn want Mathiaske krijgt seffens zijn eerste fruitpapje. De vlucht naar Istanbul verloopt vlekkeloos. In Istanbul heeft de aansluiting vertraging. We zitten in de taxfree waar men alles voor de nacht begint op te ruimen en te kuisen. Een flesje water kost 2,500TLira - krijgen van 2$ 0,50Tl terug. We vertrekken uiteindelijk met iets meer dan 1 uur vertragingOok deze vlucht is zeer rustig. We hebben zelfs een heel stuk geslapen dankzij een half slaappilleke. Zondag 30-01 Bangkok. We gaan aan de info balie wat kaarten en info over Bangkok halen en wisselen 20=988,80ThB dus 1ThB is ongeveer 0,80 oude BFr. Als we buitenkomen overvalt ons de hitte. We schuiven aan voor een taxi. Onderweg hebben we de indruk dat de stad wat opgepoetst is sinds ons vorig bezoek. Het verkeer is nog steeds druk al zien we veel minder tuktuks op de grote verbindingsbanen. De verkeerslichten hebben een aftelsysteem tegen dat het licht verspringt. Zouden ze bij ons ook moeten hebben zo weet ge tenminste wanneer het gaat verspringen. Nabij Banglamphu zien we weer meer tuktuks. Niettegenstaande de taxi een meter heeft vraagt hij 300ThB een surplus voor luchthaventaks en tolwegen.Het inchecken gaat vlot met de voucher die we thuis uitgeprint hadden. De lift is nipt maar het lukt. De kamer is ruim met een goede badkamer, airco en een koelkast waar 2 gratis flesjes water voorzien zijn. We houden platte rust. Tijd om op verkenning te gaan. Met een paar trappen geraken we aan het buitenrestaurant dat heel mooi gelegen is met waterpartijen en Kooivissen. Het zwembad ligt ingesloten tussen de gebouwen en het doet er wat benauwd aan. We trekken de straat op. Ik had dit hotel gekozen omdat het de indruk gaf aan een kleinere baan te liggen. Mis dus. Als we buiten komen staan we op een grote boulevard waarvan de rijrichtingen van mekaar gescheiden zijn door een afsluiting. Geen middel om er met de rolstoel door te geraken. We moeten dus helemaal rond. Het is een heel eind en we geraken zelfs niet tot Kaosanroad. Voor de brug keren we weer. Wat ons opvalt is dat het voor ons geen probleem is om op de drukke banen te rijden en zelfs een viervaks over te steken. Bussen, auto's en taxi's, tuktuks en brommers, iedereen stopt om ons te laten oversteken. Had nooit gedacht dat ik mij in Bangkok met de rolstoel zo gemakkkelijk in het verkeer zou kunnen wagen. Bedankt lieve Thaïse mensen. We gaan avondeten in het hotel. We houden ons maar bij bekende dingen en bestellen sweet and sour schrimps/chicken met plain rice. Het smaakt heerlijk. Door de planten en het water zitten er wat muggen maar een coil onder tafel doet wonderen. De volgende dagen er aan denken dat we ons insmeren. Pa gaat alleen nog eens op verkenning en komt kaalgeschoren terug. Voor 100ThB haar en baard geknipt en een uitgebreide massage van zijn gezicht.We gaan vandaag maar vroeg slapen. Willen zo vlug mogelijk aan 't uurverschil wennen
Maandag 31- heel goed geslapen. Als we opstaan begint het reeds warm te worden. Het ontbijtbuffet is voldoende gevarieerd en we genieten vooral van het heerlijke verse fruit.De parkwachter houdt een tuktuk tegen en voor 40 ThB brengt hij ons naar Kaosanroad. Het is er nog redelijk rustig. Men is volop bezig de vele kraampjes op te zetten. Op de omrastering op de hoek aan het politiebureel hangen foto's van vermisten en overledenen van de Tsunami met bloemen en linten, teksten en gedichten. Even terug met onze voeten op de grond: het is niet overal zonneschijn. We stappen een reisagentschap binnen om ons vervoer naar Vientiane te regelen. We besluiten dan toch maar met de nachtbus te gaan 700ThB/pp en laten het aan hen over om voor ons visum te zorgen 1600ThB/pp en ze rekenen 3% kosten voor betalingen met Visa. De bus stopt aan de hoek en we zullen dus een oplossing moeten zoeken hoe we het gaan doen met onze bagage. We gaan een kijkje nemen bij D&D Inn. Goed gelegen, wat achterin en rustig met een buitenterrasje. Er zijn heel veel kamers en ze trekken met ons de hele bouw door om een kamer te tonen. Ze zijn netjes, niet al te groot maar met keiharde bedden. We doorkruisen nog een paar straatjes, kopen een kam voor meer dan 100ThB (weet niet meer waar ik de mijne opgeborgen heb) en muggenmelk. Op de middag gaan we iets eten bij Sawasdee. We nemen een taxi terug naar het hotel om tijdens de grootste hitte (38°C) platte rust te houden en wat te lezen.'s Avonds gaat de rolstoel achter op een tuktuk en voor 40ThB zijn we weer op Kaosan. Het is er nu volle drukte. De straat is afgesloten voor auto's. Het is nog warm maar heel draaglijk. We hebben een babbel met jong en oud. Pa gaat nog wat geld wisselen. 20=993,38BF = betere koers dan op de luchthaven daarom hadden we daar ook minimaal gewisseld. Er zijn om de 100m wisselkantoortjes. Er staan zelfs ATM's in camionnettes die hier en daar onbewaakt geparkeerd staan. We gaan nog wat eten en laten ons daarna terug naar het hotel tukken.We zijn blij dat we de beslissing genomen hebben naar hier te komen. Een heerlijke douche en 't bed in. Dinsdag 01-02 Blijkbaar zijn we moe genoeg om een ganse nacht goed te slapen. We doen rustig aan. Genieten van ons ontbijt. Laten ons weer naar Kaosan rijden. We verkennen de andere straatjes. Wandelen tot aan New Merry V waar we vroeger logeerden. Aan een boom hangt een automotor omhooggetakeld om te herstellen. In een internetcafé betalen we 10ThB voor 30'. Intercontinentaal bellen kan voor 10ThB/' en 20ThB naar een mobiel dat zullen we deze namiddag eens uitproberen. We gaan terug middageten bij Sawasdee. We weten niet goed wat doen: tempels en paleis gaan bezoeken of lekker nietsdoen. We kiezen voor het laatste.In de namiddag probeer ik de kinderen te bellen. Kan geen van de drie bereiken. We lopen toch in de val van een vent die me gratis advies wil geven over alternatieve middelen om terug fatsoenlijk te kunnen stappen - achteraf komt hij aandraven met een rekeningnr om te storten voor zijn advies....... We springen het reisbureau binnen en spreken af dat we onze bagage morgenmiddag bij hen kunnen droppen; Hij zal voor iemand zorgen om ons naar de bus te brengen. 's Avonds eten we langs de straat noodles, vegetable 15Thb en met ei 20Thb. Het smaakt. Aan een paar karretjes verkopen ze ook geroosterde insecten: sprinkhanen, wormen, schorpioenen enz. maar proeven is er voor ons niet bij, ik griezel nog als ik er aan denk. De dag vloog voorbij.
Woensdag 02-02 We slapen wat langer en nemen uitgebreid de tijd voor ons toilet. Het is nog niet te warm als we buiten zitten voor het ontbijt. We maken onze pakken en houden fleeces en truien apart want we hadden vroeger slechte ervaringen met de koude aircobussen. Rond de middag checken we uit. Een taxi vraagt 100ThB en dropt ons aan het reisbureau.We zoeken de lommerrijke straatjes op. Kijken hier en daar rond naar GH's. Rambutti village lijkt ons rustig gelegen en vrij groot. Pa gaat een kijkje nemen naar de kamers en die zijn goed. Er is een lift dus een kamer op 't verdiep kan geen probleem zijn. Het zwembad is op 't dak en daarvoor moet men wel trappen doen. Gaan op een terrasje genieten van een gemengde fruitsap. Overal is er internet en we springen even binnen om te zien of er berichtjes zijn. Blij met het berichtje van Els. Overal staan stalletjes met vers fruit, zelfs durians en een paar ons onbekende vruchten die niet lekker smaken. Langs de straat eten we pannenkoekjes en ananas. Ik probeer nog eens naar de kinderen te bellen; zonder resultaat. Om 7u moeten we aan het reisbureau zijn. We krijgen onze passen met visum terug. Moeten nog een tijdje wachten tot er een jonge gast opduikt die met ons naar de bus zal gaan. Tegen zijn zin sleurt hij de bagage mee en forceert het handvat van het rolkarretje. Als we veel stoepen over moeten laat ik mijn stem horen en stopt hij toch even om te helpen. We moeten nog een heel stukje gaan door een smal achteraf straatje waar ook veel GH's zijn. Het kantoortje van de busmaatschappij is onooglijk klein maar we worden er zeer goed opgevangen. Vandaar moeten we weer een stuk tevoet tot de bus. Ze zijn hier zeer behulpzaam. We mogen eerst vertrekken en ze dragen onze bagage en helpen met de rolstoel. Deze gaat in de koffer van de bus. We hebben zitplaats 1 en 2 boven in de dubbeldekker met veel ruimte voor de benen en een 1e klas uitzicht. De bus heeft toilet en er zijn dekentjes voorzien. Onze buren zijn Canadese tweelingzusters uit Quebec.Het eerste stuk is het zeer druk. De bus rijdt goed door. Het blijft een goede autostrade. Iets na middernacht wordt er een sanitaire stop gehouden en hebben we de kans iets te eten te kopen.
Donderdag 03-02 Niettegenstaande de komfortabele bus slapen we niet veel. Er is teveel te zien en de lichten flitsen. We hebben eigenlijk weinig last van de rit. Rond 6u stoppen we ergens op een verlaten parking. Niemand weet waarom. Als we verder rijden zijn we kort bij een restaurant aan de oever van de Mekong. Hier worden de passen en visums voor de grens nagekeken en betaald voor diegenen die nog geen visum hebben. Wat later aan de grens ontdekken we dat dat eigenlijk wat geldklopperij is want aan de grens zelf kan men zonder problemen een visum kopen. Aan de Thaise grens kan ik in de bus blijven zitten. Pa gaat met de passen en ze kijken gewoon even door hun venster. Even verder is er onduidelijkheid. Iedereen dacht dat de bus zou doorrijden naar Vientiane. Mispoes. We moeten tevoet door de grenspost en douane voor het oversteken van de grens. De helper van de bus draagt onze bagage naar de overkant. We betalen ook 20ThB entry fee. Na een tijdje komt een andere kleinere bus ons opladen. We rijden over de vriendschapsbrug Laos binnen en het duurt toch nog een tijdje voor we in Vientiane zijn. We worden in 't centrum gedropt. We nemen een songtaew om naar een hotel te gaan zoeken en moe van al het geleuter aan de grens vergeten we serieus te onderhandelen en betalen héél véél teveel: 100ThB. Hij rijdt met ons dan wel de hele stad door op zoek naar een goed bed. In het ene GH zijn de kamers te klein, teveel trappen, te ver van 't centrum...landen uiteindelijk in Inter Hotel- een oud koloniaal huis dat opgeknapt is en betalen 40$/nacht incl ontbijt. Eigenlijk is dat teveel voor Vientiane maar we willen een goed bed en aan de rivier. We hebben uitzicht op de Mekong, de eetstalletjes aan de rivieroever en een wirwar van electriciteitsdraden. De rolstoel parkeren we beneden naast de lift. Hij kan wel mee naar boven maar de ingang van de lift ligt op een verhoogske en boven zijn de gangen smal.We spoelen het stof af en gaan iets eten in het restaurant. Het is chique en rijkelijk gedecoreerd met oud koloniaal meubilair maar.......het is en blijft Azië...de onderleggers schuiven we demonstratief opzij. Onze platte rust wordt een serieuze dut.We gaan op verkenning. De inkomhal van het hotel heeft een houten vloer, donkerbruin bijna zwart geverfd (zelfs onze pa kan dat beter) dus elke voetstap laat sporen na. Ze hebben dan ook personeel dat de ganse dag met een droge floche staat te zwabberen. Voor mensen met grijze haren hebben ze veel respect en bij 't voorbijsteken buigen ze zo diep dat wij er ons niet zo goed bij voelen. Op 't straat slaat de hitte ons tegen. Dat is het probleem met die airco hotels. Zullen moeten opletten voor vallingen. Er zijn niet zoveel auto's maar wel ontelbare brommers. Anders dan in BKK stoppen ze hier niet als we de baan oversteken. Het is opletten geblazen vooral de jeugd rijdt roekeloos. Er loopt een "promenade" langs de rivier maar die is zo geaccidenteerd dat het beter rijden is op de baan. We vinden een goed terrasje waar ze lekkere fruitsappen en shakes hebben en onze pa geniet er van...a fresh coconut!! voor 5 000kip/elk. We kunnen hier overal wel betalen met ThB en $ maar we gaan toch wisselen. Voor 20 krijgen we 267 400Kip dus 1 000Kip is ongeveer 3 oude BFr en aangezien 5 000 en 1 000 zowat de meest gankelijke coupures zijn krijgen we een stapel briefjes voor 20. De binnenstraten zijn heel rustig. Overal internet voor 100kip/' of 18bfr/u en intercontinentaal bellen voor 2 500kip/' In een reisbureauke informeren we naar de prijs voor een bus naar Vang Vieng: 180ThB ongev.3u30 tot 4u vertrek om 9u. We bestellen het uiteindelijk in het hotel voor 160ThB met pick-up. Avondeten doen we in een klein restaurantje. De prijzen varieren van 6000Kip voor een grote kom soep met groenten en noodles tot 30 000K voor het duurste gerecht. Cola is er 5 000K. We blijven er wat hangen met andere trekkers. Het valt ons op dat de meesten voor langere tijd onderweg zijn. Een Nederlander van zowat onze ouderdom komt elke winter naar deze regio. Het is al laat voor ons doen als we terug naar ons hotel wandelen. Hopelijk een goede nacht. Vrijdag 04-02 Na het ontbijt nemen we een tuktuk (10 000kip) naar de morningmarket. Deze markt is enorm groot en niet zo gemakkelijk om er binnendoor te rijden met een rolstoel. We houden ons dus bij de buitenkant. Ook hier zijn het brede lanen en brede stoepen. Het verkeer heel rustig. Vientiane lijkt wel een stoffig provinciestadje. We gaan op zoek naar het toeristisch bureau van Laos. Aan de politie vragen helpt ons niet veel verder en de gewone man in de straat spreekt helemaal geen woord engels. Zelfs de toeristen weten niet waar het is. Na wat verkeerd lopen zien we een GH waar we juiste informatie krijgen. We zitten weer terug nabij de market maar aan de zijkant. We krijgen een kaart van Vientiane en veel uitleg over de pracht van de natuur en de verschillende stammen. Krijgen ook een boekje mee met "do's & don'ts" in Laos. De tijd is weer vlug voorbijgevlogen. We laten ons terug afzetten in de nabijheid van de rivier en gaan een kleinigheid eten. Het is weer snikheet en hoogtijd voor wat rust.In de late namiddag gaan we weer op pad. Eerst nog wat binnenstraatjes verkennen en dan weer richting rivier. We gaan een kijkje nemen in het Lane Xang hotel en worden er met open armen en een heerlijk drankje verwelkomt. Het is een groot hotel. 's Avonds bij het avondeten treden er traditionele groepen op. De kamers zijn ruim en goed. Nemen hun kaartje mee om te reserveren bij de terugreis. Als we terugwandelen langs de rivier horen we luide muziek. Onder een groot afdak met podium staan honderden mensen (jong en wat ouder-maar slechts een paar toeristen) aerobics te doen aan een hels tempo en dat houden ze zomaar een uur vol. We gaan avondeten in ons restaurantje er tegenover en daar verteld men ons dat het er elke morgen en avond zo aan toegaat en dat er steeds heel veel mensen op af komen. Mijnen hoed af daarvoor. Voor ons avondeten betalen we alles in 28000Kip -(coca 3000kip) In het hotel lezen we nog even de krant en dan is het weer bedtijd. Zaterdag 05-02 We checken uit en wachten op de bus. Om 9u30 is die er nog niet. Ze bellen en er zouden problemen zijn. Er komt een tuktuk ons ophalen en dropt ons een 300m verder waar nog reizigers met pak en zak staan te wachten. Er zijn problemen met de bus en we vertrekken later - niemand weet wanneer. Sorry, late en een brede glimlach. Als de bus er aankomt blijkt er nog een ander probleem te zijn...overboeking??? of hebben ze gewacht en de mensen voor de middagbus wat vroeger opgehaald? Er worden stoelen in de middengang gezet en de bagage steekt overal en doet ook dienst als zitplaats om de nog steeds ontbrekende zitplaatsen op te vangen. Mijn rolstoel wordt er als laatste vooraan in gezet. Gelukkig zijn het allemaal brave mensen want niemand reclameert. We rijden in 1 trek naar Vang Vieng. Half weg wordt de natuur heel mooi. De rivier maakt op veel plaatsen een soort delta en er zijn veel vissersbootjes.We worden ergens gedropt voor een hotelletje. Ik had van Lut de uitleg gekregen van Savanouk GH dat aan een voetgangersbrugske over de rivier ligt en dat sprak ons wel aan. En zoals steeds kost het om u ergens naartoe te voeren meer dan het dubbele dan om er weer te vertrekken. Ze weten dat ge hun nodig hebt en dus betalen we 20 000kip voor de tuktuk. In Savanouk moeten we veel woorden geven om toch aan een kamer te komen. De mooiste kamers zitten vol en er zijn slechts een paar kamers met 3 bedden heel achteraan. Er ligt losse grint en het wordt duwen voor de rolstoel maar geen probleem, hulp genoeg. Kamer en badkamer zijn eenvoudig maar netjes. Tussen de bergen hangen wolken en we zijn nog maar pas hier of er steekt een hevige wind op. Alles vliegt in het rond. Het begint te gieten en er vallen dikke hagelbollen, het dondert en bliksemt en al de electriciteit in het dorp valt uit. We zitten dus in 't donker op ons bed en vrezen dat de golfplaten van het dak zullen gerukt worden. Als de bui over is is het buiten een ravage. De Laoti hadden nog nooit hagel gezien en ze waren echt in paniek. Kinderen hadden er in rondgelopen en sommigen nogal geschrokken van de pijn die het had gedaan. Er ligt een hele witte laag en ze willen het allemaal proeven. Grote paniek in de chique 100$ bungalow tegenover ons. De pannen zijn van het dak gewaaid en de bedden zijn kletsnat. Het zijn fransen die hier in de regio werken die daar logeerden. Ze worden ondergebracht in de kamer naast ons. En weer verwonder ik mij dat dat zonder protesteren gaat van luxe naar zeer eenvoudig. Het restaurant staat volledig blank en de keuken is buiten gebruik. Drie mannen die wat verder logeren brengen voor ons eten mee uit 't dorp en een paar kaarsen en willen niet dat we daarvoor betalen. Veel smaak heeft het niet maar we zullen niet omkomen van de honger. In de late avond komt een deel van de electriciteit terug. De bedden zijn goed en droog en we hebben weer licht. Zonder zorgen kunnen we gaan slapen. zondag 06-02 Ze hebben deze nacht nog hard gewerkt want keuken en restaurant kunnen weer iets op tafel toveren. Over de bediening mogen we niet stoeffen maar het uitzicht is prachtig. Onze pa gaat even kijken in het hotel aan de overkant van 't wegske en daar is het voor ons veel gemakkelijker. We besluiten hier dus uit te checken en betalen 15$ voor de kamer. Vraagprijs was 18$. Maar ze zijn enorm behulpzaam. Ze helpen ons zelfs verhuizen met hun handkarretje. In Nam Sok hotel hebben ze een rechthoekige blok met 16 kamers rug aan rug. Kamer is ruim genoeg en heel netjes met een zacht beddeke en vensters die open kunnen. De badkamer heeft ook continu warm water. We krijgen een kamer aan het terras dat overdekt is. Het is er zalig zitten met zicht op de rivier. Ze hebben er ook heel lekkere baguettes met bacon and cheese of kip of... In de late namiddag installeer ik mij met een boek en pa gaat wandelen aan de overkant van de rivier waar een dorpke is en grotten. In 't midden van nowhereheeft de hightec zijn intreden gedaan: er staan zonnepanelen! Mijn rust is vlug over als er een groep engelsen aankomt. Ik versta hun reisplan niet goed...doen veel op korte tijd maar vooral vliegen en rijden veel over en weer en blijkbaar is de tocht zwaar genoeg om tweedracht in de groep te krijgen. Het bier dat ze naar binnen kippen helpt niet om de sfeer te verbeteren. En dan plots steken er weer donkere wolken op. Louis is op juist op tijd binnen. Het begint weer te regenen en te hagelen. Al het personeel met de paraplu op het gazon om bolletjes te rapen die vandaag goddank maar kleintjes zijn en er is ook gene wind. Heel de zaak is weer wat opgefrist maar ook de electriciteit heeft het weer begeven. Het is deze avond dus weer behelpen. De kamers staan op generatoren en dus slaan ze een kamer aan om te toasten, de rest wordt op een open vuur gekookt. We willen het hun niet te moeilijk maken en houden het eenvoudig maar lekker. Pa bestelt soep en krijgt een grote waskom vol groenten en mie en hij moet serieus werken om ze binnen te krijgen. Ze hebben hier ook heerlijke fruitjus en vers fruit en daar doen we ons best aan. En neen, tot nu toe geen belly-belly problemen. We gaan slapen met de ramen wagewijd open. Goed muggengaas en tot nu toe geen last van beten.maandag 07-02American BF op het terras met uitzicht. We kunnen het niet beter dromen. Ik installeer me met een boek en pa trekt naar het dorp dat blijkbaar een onooglijk gat is dat alleen leeft door de jonge toeristen. Sommige restaurantjes hebben ligkussens ipv stoelen en de TV en videofilmen staan reeds van 's morgens vroeg aan. Blijkbaar mis ik dus niets want de helling naar de mainstreet is niet mis. Onze pa heeft al moeite genoeg om alleen boven te komen en ik heb niet veel zin om me er steeds te laten op duwen. Geniet van mijn spannend boek en wat praten met de andere gasten: een SriLankese familie die in Vietnam woont. Fransen die in Hanoi werken enz. Onze pa heeft zowat rondgevraagd voor de verplaatsing naar Luang Prabang. We betalen 21$ en reserveren 3 plaatsen in het minibusje (normaal 8$/pp) 's Avonds gaan we eten in Savanouk en ergeren ons nog eens aan hun service: we bestellen soep met garlic brood - eerst krijgen we de broodjes en een half uur later de soep- vragen nog brood en we hebben de keus:wachten op het brood en onze soep koud eten!? Het lukt hun gewoon niet om 2 dingen samen te serveren. Onze buren krijgen een fruitschotel, dan rijst en een hele tijd later hun groenten en vlees. Ze lopen hier nochtans met genoeg volk rond. We ontmoeten hier ook 2 belgische koppels. Eén van de mannen is militair en zijn vriend werkt voor Dovo in Zuid Laos. Ze kregen de jeeps ter beschikking en mochten daarmee een maand rondrijden. Ter plaatse kregen ze overnachting en eten gratis, daar moesten ze toch van profiteren want dit jaar trekt dovo zich terug. Heb nogal op mijn tanden moeten bijten en maak mij de bedenking hoeveel profiteurs er gaan genieten van het verzamelde geld voor de Tsunami. Op ons terraske genieten we nog van een fruitshake en na een goed doucheke duiken we in bed.Heb van thuis mijn waterkoker en koffie, thee en melkpoeder meegebracht. Elke namiddag en ik ook 's avonds genieten we dus van een goei tas koffie. Pa verklaarde me gek toen ik hem inpakte maar is nu wel blij want in de koffie hier ligt veel dras en de smaak is ook niet alles - doorgekookt?.
dinsdag 08-02 Zalig is het om met open venster te kunnen slapen en geen airco te moeten opzetten. We ontbijten nog eens buiten en checken uit. Betalen 20$/2p/n/ABF inbegrepen en vinden dat een goede prijs. We moeten nog even op het busje wachten. We krijgen de voorste bank en kunnen onze benen goed uitstrekken maar onze voeten zijn te groot om recht op de vloer te zetten. De tweede bank is 2-1 en de achterbank is voor mij te moeilijk om in te kruipen. De rolstoel gaat boven op de pakken op het dak. Het wordt een lange rit met veel bochtenwerk. Het is een mooi berglandschap maar tegen 't einde van de rit wordt het wel vermoeiend en kunnen we er nog weinig van genieten. Half weg wordt een sanitaire stop ingelast. We smullen er van lekker sappige mango's 5000K/stuk.Luang Prabang is in zijn geheel opgenomen als werelderfgoed. Het busje stopt in een straat waar verschillende GH's en hotelletjes zijn. In de tempel is men de trom aan 't slaan. De GH's die wij voor ogen hadden zitten bomvol. Ook in de andere is er zonder reservatie geen plaats of zijn er veel trappen te doen. Het is ook al laat op de dag. Na er een paar gecheckt te hebben gaan ze bij Senesouk eens rondbellen. Bij Manephone hebben ze nog kamers gelijkvloers. De chauffeur van het minibusje is verdwenen en we nemen een tuktuk -20 000K wegens ver en veel bagage.De kamer valt zeer goed mee en ze vragen slechts 10$/n. Het hotelletje zelf ligt buiten het centrum maar op 10' zijn we in de hoofdstraat. Thongbay GH moet ook heel goed zijn en daar hebben ze een grote tuin aan de rivier maar dat ligt nog verder van het centrum en heeft nu ook maar voor 1 nacht een kamer vrij. Wij hadden er geen rekening mee gehouden maar het is Chinees nieuwjaar en heel Indochina en de rest van Azie is in verlof. Veel westerlingen die er werken voor de staat, bedrijven of ngo's gebruiken het verlof om de streek te verkennen. We ergeren ons een beetje aan de manier waarop ze het doen. We zien ze rondrijden in jeeps en moto's geschonken door de Europese Unie, AZG of Rode Kruis. Ze scheppen op dat ze zelfs de tankkaarten mogen gebruiken.Het restaurant dat verbonden is aan het hotel ligt wat verderop en ze vallen zowat uit de lucht als we er binnenstappen. Alleen restauratie 's morgens en 's avonds. We drinken iets en nemen terug een tuktuk naar 't centrum en zoals overal kan er nu onderhandeld worden over de prijs; betalen 10 000K en ook hier geen probleem om de rolstoel mee te nemen. Internetten doen we voor 5000K en zijn blij met al de berichtjes. We zoeken ons een restaurant uit waar we rustig buiten kunnen zitten in de schaduw. We worden bediend als prinsen en betalen 44 000kip alles in. Omdat het zo'n drukke periode is willen we onze verdere reis plannen. Men kan van Luang Prabang naar zowat overal. Waren van plan noordwaarts te trekken en daar kleine dorpjes te bezoeken. We vermoeden echter dat de reis wel eens te vermoeiend zou kunnen zijn en dat de dorpjes alleen tevoet te bereiken zullen zijn. Tot nu toe hebben we echt niets nieuws gezien in Laos en denken dat we de dorpjes kunnen vergelijken met die in Noord Thailand en Birma. Het wordt dus moeilijk kiezen: gaan we terug via Chiang Mai en Mae Hong Son of direct naar BKK en naar Pattaya. De beslissing wordt ons uit handen genomen. Alle vluchten voor de volgende dagen full. De prijzen zijn nochtans heel goed: 57$ Vientiane- 75$ Chiang Mai- BKK 90 -120$. Het zal dus over land moeten gebeuren. Pa wil wel nog eens terug naar Vang Vieng. We zullen er nog eens over nadenken. Tegen de avond wordt de hoofdstraat deels afgesloten en opent de avondmarkt. Mooi handwerk en houtsnijwerk valt er te bewonderen maar ook de kledij van de dames die van verschillende stammen komen. Het is leuk maar vermoeiend flaneren want de baan ligt rond en ik moet voortdurend de rolstoel tegenhouden en dan komen er ook nog volgeladen brommers en fietsen door de smalle baantjes. Tussen al hun uitgestalde waren wordt dan ook nog hun potje gekookt en baby's gezoogd. En de mensen zijn zo vriendelijk en niets opdringerig. De groenten, fruit en andere markt ligt er vlak naast maar is onbegonnen werk voor ons. De doorgangen zijn zo smal dat er tevoet zelfs moet doorgeschuifeld worden. Pa gaat een voorraadje fruit kopen en we nemen een tuktuk terug naar ons hotel. Terwijl we in de lobby gaan zitten zetten we de airco volle bak open. We duiken nog eens de douche onder (het is zo warm - sinds we landden in BKK tussen de 35 en 38°C - dat we aan een gemiddelde van 3 spoelbeurten per dag zitten) Het zijn goede bedden en een goede leeslamp wat kunnen we ons nog meer wensen?woensdag 09-02Onze pa is opgestaan met keelpijn. Vermoedelijk gisteravond een kou gevat op de tuktuk. 's Avonds koelt het af en door de snelheid krijgt ge wel een koude wind op uw bezweet lijf. Hopen dat het vlug over gaat. We ontbijten op het terras van een klein restaurantje in de hoofdstraat. 't Zal varen thuis als we het weer moeten doen zonder al die verse vruchtensappen en vers fruit. We stappen een reisbureauke binnen en bestellen de bus voor Vang Vieng. De mevrouw raadt ons aan de grote bus te nemen omdat daar meer plaats is en meer lucht dan in de minibus en we slechts 2 plaatsen moeten reserveren aan 8$/pp. Daarna gaan we op stap om wat tempels te bezoeken. Onderweg stappen we nog een chic hotel binnen om eens te gaan informeren maar de prijs staat helemaal niet in verhouding. Zoals in Inter in Vientiane :veel personeel, veel buigen, mooie kamers maar ze bieden als comfort niet veel meer dan waar we nu slapen (allé ge hebt hier wel een haardroger en een groter flaconnetje shampoo en badschuim en de handdoek is wat groter) al vallen de prijzen in het restaurant nog mee. In de straat staan verschillende tempels.Aan de meesten is er helemaal geen beweging. We lopen er alleen rond. Aan één van de grotere zijn japanners foto's aan 't nemen en misschien kunt ge er u iets bij voorstellen. Ze zijn met de fiets en sleuren een massa apparatuur mee. We worden aangesproken door een paar monniken die echter weinig engels spreken. Het valt ons op dat niettegenstaande het toerisme zo bloeit er zo weinigen zijn die een woord engels verstaan laat staan spreken. Hier en daar wordt nog wel frans gesproken en dat is dikwijls de uitkomst voor ons. Het gesprek gaat beter vlotten als er 2 Thaïse monniken bijkomen die hier op een soort retraite zijn en die zich wel goed verstaanbaar kunnen maken. Wel engels met véél te véél l's. Ge weet wel: velly solly. Wat verder staat één van de mooiste en bekendste tempels van Luang. Hier lopen wel wat toeristen rond. De enige Laoti die we zien zitten achter een tafeltje om entry fee te innen. Dat is wat we in Laos zo missen...geen lokale mensen die naar de tempel trekken om te bidden of te offeren, geen monniken die tesamen bidden of zich met de gelovigen onderhouden, buiten de bedeltocht 's morgens ziet men ook aan de huizen of in de straten geen geloofsuitingen, geen offerandes, geen wierookstokjes, hetgeen we toch zo associeren met ZO Azie en dat Thailand, Birma, Indonesië enz. zo'n speciaal sfeertje geven. De mensen zijn heel vriendelijk maar 'k mis hier iets....... Na de tempels wandelen we terug langs de Nam Khan. In tegenstelling tot de Mekong oever is hier weinig beweging, heel plezant om met de rolstoel te wandelen maar we moeten zoeken voor we iets vinden waar we iets kunnen gaan drinken. Als we dan uiteindelijk toch een terrasje hebben gevonden en van een lekker mangosap en coconut genieten krijgen we wat gratis spektakel. Aan de overkant van 't straat zijn jongelui bezig hanen af te richten voor gevechten. Het gaat er nogal heftig aan toe. Als ik probeer foto's te maken pakken ze hun boeltje bij mekaar en vertrekken. Voor de hoofdstraat moeten we terug het bergske op en we kijken uit voor een niet te kapot wegdek om omhoog te duwen. Het lukt al heeft pa wel op zijn adem moeten trappen en ik voel me weer schuldig. Voor de watervallen vragen ze 5$ met tuktuk maar pa wil het rustig aan doen en voor een waterval niet zo ver rijden,hij zou er ook alleen moeten naartoe wandelen want met de rolstoel kan ik er niet geraken. We gaan in ons zelfde restaurantje eten en nemen dan een tuktuk om tijdens de grootste hitte wat te gaan rusten. We laten in Maniphone bellen naar Nam Sok in Vang Vieng om een kamer te reserveren voor een paar dagen. Helaas ook maar voor 1 nacht vrij. We zullen het ermee moeten doen. 's Avonds laten we ons terug naar 't centrum voeren. Als we het ziekenhuis zien hopen we dat ons hier niks serieus overkomt. We doorkruisen nog wat straatjes. De huizen met balkonnetjes scheppen een echt koloniaal sfeertje. We vragen ons af wat een opknapbeurt als resultaat zou hebben? Misschien toch maar best niet doen... Op de avondmarkt is het weer te druk om rustig iets te kunnen bekijken en onderhandelen, erger me aan mijn rolstoel waarmee ik nergens korter bij kan en zonder kan ik het niet wagen want ze lopen mij van mijn sokken. Bij de bakker kopen we nog wat croissants voor morgenvroeg want anders moeten we nog naar 't stad voor dat de bus ons komt ophalen. Bij 't avondeten hebben we nog een gezellige babbel. We wachten niet tot het te fel afkoelt om terug te keren. We rommelen nog wat in onze bagage en gaan slapen. Donderdag 10-02 Pa voelt zich minder goed, wat last van zijn adem en fluimen. Daar hij in januari en begin februari ziek was en herviel sta ik er op dat hij toch met AB start. Tegen zijne goesting om dikke pillen te slikken maar beter dan hier in de problemen te komen. De bus komt redelijk op tijd en er zit al redelijk volk op. Een australier wil voor ons verhuizen en we krijgen de stoelen op de 2e rij. De rolstoel wordt vooraan binnen gezet. We krijgen nu de meeste bochten in het begin en dat is minder vermoeiend lijkt het ons. We stoppen op dezelfde plaats en herinneren ons dat de mango's heel lekker waren. Dat hier op die baan niet meer ongelukken gebeuren verwonderd ons. Er zitten veel bussen en trucks op die aan een serieuze snelheid rijden. De huisjes staan vlak aan de baan en overal lopen kinderen en vee rond. Er wordt wel goed getoeterd. Langs de kanten ligt ook groen te drogen. Eerst dachten we dat het rijst was en op sommige plaatsen was het dat ook maar dat andere kennen we niet. Ze kloppen er de zaden uit en maken kleine bundels - voor de daken??? Komen het niet te weten want mijn gebarentaal is niet duidelijk genoeg en waar we stoppen ligt het natuurlijk juist niet.....Ook niemand op de bus weet het. In Vang Vieng wordt halt gehouden op de busstand. Een tuktuk brengt ons naar Nam Sok en we krijgen terug een kamer aan de voorkant. Ze hebben de volgende dagen echt geen kamers vrij en we willen morgen niet weer verhuizen. We vragen hen dan ook voor morgen vervoer te regelen naar Vientiane en een kamer te reserveren in Lane Xang Hotel in Vientiane. Opvallend; nergens in Laos vroegen ze ons om te betalen voor de telefoons voor reservaties van kamers. We maken een stevige tas koffie en duiken ons bed in voor een lange dut. Een frisse fruitshake kikkert ons op. Ik ga buiten wat zitten lezen en pa gaat een klein stapke doen. We doen maar rustig aan en genieten van het uitzicht en praten met andere gasten in 't frans of 't engels en neen....geen duits, die zijn hier opvallend afwezig. We vallen wel over de Canadezen en fransen. Voor 't avondeten wagen we ons nog eens naar Savanouk en het lukt hen de soep en de baguette samen te serveren. Pa lust de soep zo graag dat hij nog een tweede neemt. We blijven nog wat nagenieten op het terraske voor we in bed duiken.
Vrijdag 11-02 Onze bagage is vlug gemaakt. We hebben nog tijd zat om rustig te gaan ontbijten voor ze ons om 9u komen oppikken. Om 9u30 gaan we toch eens navragen of ze ons soms niet vergeten zijn. Neen, ze komen ons met een tuktuk halen om ons naar het busstation te brengen. Voor ons ook goed al was ons beloofd dat ze aan het hotel kwamen ophalen. Aan het busstation is er even verbijstering. Alle busjes zijn weg. We maken hun duidelijk met ons ticket in de hand dat de afspraak wel degelijk gemaakt werd. Ze doen ons teken dat we nog even moeten wachten en daar arriveert een minivan nog nat van de vlugge poetsbeurt en we krijgen het busje voor ons alleen. 'k Zou graag onderweg een paar foto's nemen maar pa vindt dat ik niet teveel van de gelegenheid moet profiteren en hem maar gewoon door moet laten rijden. Heb daar naderhand serieus spijt van gehad. De chauffeur en pa hadden ondertussen een piske kunnen doen en een klikske duurt toch niet zo lang. We rijden 3u30' voor we aan Lane Xang in Vientiane stoppen. We worden weer met grote sier ontvangen. Een lekker drankje en verfrissingsdoekje. We nemen een kamer aan de achterkant met zicht op zwembad (stel u van het uitzicht niet teveel voor) De kamer is prima en we hebben zelfs vers fruit in het kastje. We trekken er eerst op uit om iets te gaan drinken en eten een shake aan de rivier en eten in ons restaurantje aan de pepsi plaat. Een douche frist ons voldoende op om een rustig dutje te doen. We trekken terug de stad in om te internetten, proberen nog eens de kinderen te bellen zonder succes en gaan ons bevragen voor een terugvlucht of de andere mogelijkheden. We kunnen met de bus terug naar BKK of met de bus naar Udon Thani en vandaar voor 600ThB naar BKK vliegen. We willen niet in Udon Thani overnachten en zijn niet zeker of we de vlucht dezelfde dag halen. Iedereen zegt van wel maar we hebben ondertussen al wel andere beloftes zien de mist in gaan. Vluchten Vientiane naar BKK zitten de eerste dagen vol. De nachtbus was ons niet tegengevallen dus kiezen we daar maar voor. (680 ThB nu ipv 700) en ze komen aan 't hotel ophalen. We reserveren weer de zitten vooraan. Daarna nog wat paraderen door de rustige straatjes en wat valiezen keuren. Onze zak doekt het nog zijn dienst en we kopen niet. (bleek later niet zo verstandig) Bij het avondeten ontmoeten we een nederlander die hier al een tijdje rondhangt en elke winter deze richting uitkomt. Het wordt later dan gewoonlijk en hebben vandaag zelfs geen krant gelezen.Veel helpende handen bij het ontbijtbuffet. Eigenlijk zouden we ons aan wat exotischer stuff moeten wagen maar tot nu toe doen onze magen en de rest het goed en dat willen we zo houden. Zelfs voor ontbijt is er keuze uit Lao, Thai, Japans, Chinees en westers ontbijt. Suchi? Nee, het worden gewoon sapjes en fruit en heerlijke broodjes met bekende toespijs. Spijtig? Misschien ja maar wel veilig en niet pikant. Daarna zijn we weer op trot langs tempel en museum en door rustige straatje met lommerrijke bomen. Er is veel jeugd die samenkomt aan de Mekongoever. De parkings en straten staan vol brommers. Er is een WE marktje waar ze zowat alle prularia verkopen die ge u kunt inbeelden. Het dochtertje van de restauranthouder gaat er oorbelletjes kopen die ze daarna verder wil verkopen. Ze heeft bijna het hele WE plezier aan het schikken en herschikken van haar uitstalkastje met goedkope sierraden. Bij de gewone straatgeluiden klinkt er nu uit de luidsprekers ook "moderne" muziek. Abba is nog steeds in, ongelooflijk hoe populair die in deze landen blijven. We hoorden "dancing queen" zowat overal in de omringende landen gedurende de laatste 10 jaar en ze overleven het nog. Het is weer verschrikkelijk heet en ik laat me verleiden tot een pineaplle shake die me later wat opspeelt in de buik. Eigen schuld dikke bult ...'t kan niet altijd ongestraft ijskoud drinken in deze hitte en vermoedelijk niet alleen melk maar ook ijs ondergedraaid. Gelukkig is het maar éénmalig en ben ik na de platte rust weer fit. Onze pa, die geniet van zijn fresh coconuts. We zouden dat thuis ook moeten kunnen vinden dan zou hij tenminste altijd voldoende drinken. Elke noot bevat ongeveer 3/4liter aan 3 stuks per dag is dat niet mis hé. We gaan ons met een boek aan 't zwembad installeren. We zijn voorlopig de enigen, ze zetten de ligzetels onder de bomen en we leggen de matrasjes dubbel. Een drankske en een boek; meer moet dat niet zijn. Als de temperatuur weer wat draaglijker is zijn we weer de baan op; flaneren. Den hollander is ook weer van de partij en is in 't gezelschap van een gekke amerikaanse dame. Van gezellig wordt het vermoeiend en we kramen vroeger op. Het is nu wel wat meer opletten want blijkbaar zijn al de jongeren van 't stad hier op hun brommertjes aan 't paraderen en ze letten absoluut niet op. Mijn krukken doen dienst om wat ruimte te scheppen bij 't oversteken. De aircokilte overvalt ons in de lobby en we maken ons vlug onder de voet uit naar de kamer. Te moe om nog veel te lezen vallen we vroeg in slaap Na even wakker geweest te zijn deze nacht terug ingeslapen en we zijn laat opgestaan. We hebben tijd zat en willen het rustig aan doen. Na een uitgebreid ontbijt waar weer veel expats zitten gaan we onze pakken maken. We vertrekken maar deze avond maar we moeten uitchecken voor de middag. We trekken nog een laatste keer het stad in en gaan nog eens internetten. We mogen onze bagage in de lobby droppen. We betaalden hier 28$/n voor ons beiden voor zeer goede service en wat luxe. Pa wil nog eens van de lekkere soep gaan eten, ik hou me maar bij een belegde baguette. Mijn fruitshake vervang ik door cola want er ligt een lange busrit in 't verschiet. Terug in Lane Xang installeren we ons met een boek aan 't zwembad. Er komt meer volk vandaag. Een Lao/engelse familie komt er met hun zoontje zwemmen. Ze hebben aan de rand van de stad een nieuwe woning gebouwd (van de prijzen bij ons thuis bouwt ge hier een heel dorp) mijnheer (42j) leeft op zijn rente na enkele jaren voor een firma in ZO Azie te hebben gewerkt. Sommige mensen kunnen zich toch gemakkelijk los maken van hun vertrouwde milieu en familie en zich aanpassen in een heel andere cultuur. Ik zou het niet kunnen denk ik. Zo gaat de tijd vlug voorbij en moeten we ons reppen om nog wat te gaan eten voor de bus ons komt ophalen. Het is ondertussen Maandag 14-02. Rond 9u stopt er een minibusje dat al goed vol zit. Het wordt een probleem onze bagage en vooral de rolstoel er nog bij te krijgen. Pa gaat voorin zitten naast een zuurpruim en ik deel de bank met 3 jonge Israëliers. 't Is krap maar de afstand naar de grenspost niet ver. We hebben nu de formaliteiten in omgekeerde richting. Gelukkig is de helper van de grote bus dezelfde als bij de heenrit en hij neemt weer onze bagage over waarvoor pa hem goed beloond met de resterende Kip. Exit fee 20ThB/2pp- pascontrole enz. en aan de overkant staat de bus klaar. Jonge gasten hadden zich reeds op onze plaatsen geïnstalleerd en waren niet erg happig plaats te ruimen maar genummerde plaatsen zijn genummerde plaatsen. Aan de Thaise grens stapt pa alleen uit met de passen. Ik ga aan 't venster zitten zodat ze mij van in hun hokje kunnen zien maar voor pa aan de beurt is rijdt de bus naar de overkant Thaïland in. Ik voel mij er niet gerust in maar de mannen zeggen dat het geen probleem zal zijn. Ik voel me maar pas gerust als ik pa zie. We stoppen terug aan het restaurant aan de Mekong waar eten voorzien is. Ik voel er niks voor om uit te stappen en eet een stukje van de broodjes die we uit Vientiane meenamen. Ze stoppen zelfs nog even op de verlaten parking en niemand weet waarom. Naast ons zit een groepje jonge Zweden en ze presenteren ons een Valiummeke om te slapen...telkens als we terug vertrekken stopt hij er een paar in zijn mond. Hebben er zo onze bedenkingen bij en houden ons bij een gedeeld pilleke uit onze eigen voorraad. De bussen hebben zo hun vaste stopplaatsen en voor het ochtendgloren wordt er nog eens halt gehouden. Ik blijf zitten en pa is blij met de sanitaire stop. Rond 9u stoppen we midden in Kaosanroad. Bij 't uitladen ontdekken we dat onze zak gescheurd is. zal ermee terug moeten naar de Carrefour. Dat is nu de 2e zak van het setje die het laat afweten (de eerste een uur voor 't vertrek thuis). We willen naar een GH een paar honderd meter verder. De eerste tuktuk die we aanspreken vraagt 100ThB en zijn buurman ook. Ik vertel hun effe wat ik van hun schandalige houding denk en dat ze een schande zijn voor hun eerlijke collega's. Ze zijn er niet gelukkig mee vooral omdat ik er in 't plat vlaams nog wat aan toe voeg en heel duidelijk tourist police laat horen. Ze verdwijnen alletwee. We kunnen evengoed tevoet tot daar. Een taxichauffeur spreekt ons aan en voor een faire prijs rijdt hij ons tot daar (50ThB want als auto moet hij volledig rondrijden) We willen ons laten afzetten aan Sawasdee want de naam van het GH waar we naartoe willen zijn we vergeten maar is er juist naast. Wisten wij veel dat er in de omgeving verschillende Sawasdees zijn; het vraagt dus wat uitleg voor hij weet welke we bedoelen. In Rambutti Village is zo vroeg op de morgen nog geen kamer vrij. We schrijven toch in, laten de bagage en een pas achter als garantie en kunnen tegen 11u terugkomen. We gaan dan maar ontbijten in Sawasdee. Een franse dame zit er te wachten op een minibusje dat maar niet afkomt. Ze wil naar één van de eilanden om uit te rusten voor ze weer naar huis gaat na weken onderweg geweest te zijn. Als het minibusje komt zijn er problemen. Eén van de jongens heeft 2 stukken bagage bovenop gegooid maar geen supplement betaald voor het 2e stuk niettegenstaande het overal uithangt dat dat een surplus is. Hij moet bijbetalen of het busje uit. Hij wil niet en het wordt een patstelling. De andere reizigers ook lastig voor het tijdverlies. De chauffeur start maar zegt iets tegen zijn collega van "police" en die hebben hun kantoor op 't hoekske.. weet niet hoe het afgelopen is - ben nog altijd curieus - vond het gedrag van die gast voor een paar ThB ferm arrogant. De kamer die we krijgen in Rambutti is zonder veel problemen met de lift te bereiken. We doen bijna een stap achteruit als de deur opengaat door de groene kleur die ons overvalt. Als we binnen zijn valt het reuze mee. De weerkaatsing van de zon in een spiegel was oorzaak van het effect want de muren waren zacht licht groen. Een perfecte kamer met koelkast en perfect werkende Tv en een heel mooie badkamer. Zijn prijs 650ThB meer dan waard. Op het dak een zwembad maar slechts met trappen te bereiken. Het GH ligt heel centraal en een stukje achterin en dus heel rustig. We gaan 's middags op het pleintje in een restaurantje iets drinken. de prijzen liggen er redelijk hoog en voor 't middageten gaan we dus bij de buren in Sawasdee. We hebben daar zowat ons vast zitplaatske. Na de middag gaan we wat slapen want een nacht in een bus, ook al hebt ge geslapen, blijft vermoeiend. Daarna gaan we weer op stap. Nog maar eens proberen te bellen: noppes. Voor 5ThB onze mailbox bekijken en een berichtje zenden. We stappen hier en daar een reisbureauke binnen want morgen willen we toch naar Pattaya. Ben benieuwd wat dat gaat worden. Pa zou het toch eens graag zien en als het ons niet bevalt kunnen we nog door naar HuaHin. Een taxichauffeur biedt ons de reis aan voor 1200ThB wat verder wil ééntje het doen voor 1100. We spreken af dat hij ons 's morgens om 10u komt ophalen. Ik laat me verleiden door de geur van pannenkoekjes. Ze smaken lekker maar druipen wel van 't vet. Het fruitkarretje kunnen we zo ook niet voorbijlopen en onze pa ziet ge genieten van zijn ananas. We doen niets en toch is de dag zo vlug voorbij. Op Kaosanroad bestellen we nog een schoteltje noodles maar ze bevallen pa niet zo fel. Misschien geraakt zijn maag wel wat overhoop van die zware AB. Hij voelt zich wel beter maar heeft nog heel veel last van hoesten en fluimen. Al dat verschil van airco kou naar hitte doet er ook geen goed aan. Deze nacht kunnen we weer slapen met open raam. BR>Dinsdag 15-02We zijn vroeg op en om 8u zitten we al aan ons ontbijt. De eerste taxichauffeur staat er en wil ons wegdoen voor 900Bath alles in. We zeggen OK en gaan onze bagage halen om uit te checken. Terwijl pa alles in orde brengt probeer ik alleen het stoepje achterwaarts af te rijden en ga glorieus met de benen de lucht in. Vermoedelijk heeft het gewicht van de handtas een beetje geholpen maar aan de andere kant was het ook een buffer zodat ik niet met mijn hoofd tegen de grond bonkte. Een heleboel volk om te helpen en ik verlegen. 't Zal me leren alles zelf te willen doen. De bagageruimte van de taxi's is maar klein door de LPG tank die er in ligt de rolstoel moet dus op de voorzit. Zonder voetstukken en wielen lukt het perfect. Het is een rit van meer dan 200km. We rijden langs de tolweg en hij vraagt ons te betalen omdat hij niet voldoende geld bijheeft. We maken hem wel duidelijk dat dat dan van de eindafrekening afgaat. Het blijft autostrade tot Pattaya en er is op de meeste plaatsen druk verkeer. We moeten 3x toll betalen en de prijzen hangen uit (30 tot 60ThB) De eerste indruk van Pattaya valt ons fel tegen. Drukte en nog eens drukte. En ge gelooft het of niet, het eerste grootwarenhuis dat we voorbijrijden is de Carrefour. Amaai een echt glazen paleis. De chauffeur kent een goed hotel en we laten hem doen misschien krijgt hij er iets voor. Het is echter full. De volgende ook. Wij hebben ook een adresje maar dat weet hij niet te vinden (zogezegd) We hadden gevraagd de airco af te zetten en het wordt te warm in de auto en we zijn moe. Na een deel hotels full of niet met de rolstoel te doen vinden we Sunbeam. Het is wel duur maar het kan ons niet schelen voor 1 nacht. We rekenen af en daar we op zijn meter zien dat hij er echt geen overschot aan heeft geven we hem een goeie fooi. Er is wel een serieuze helling om 't hotel binnen te komen maar ze schieten langs overal toe om te helpen. Onze pa vindt het gevaarlijk. Binnen is het grote chic. Ze vragen 1800ThB/dubbel met ontbijt. De kamers zijn mooi, zeer netjes en hebben een terrasje. Voor we op verkenning gaan willen we eerst wat bekomen van de rit en de douche is heerlijk. Ook hier kan ik het zwembad moeilijk bereiken. Ben wel eens 1x gaan kijken. Amaai met palmbomen op 't dak en bar in 't zwembad. In de late namiddag gaan we op verkenning.We zitten middenin de bars en drukte van Pattaya. Het geeft nog wat een verlaten indruk. En zo vol tegenstrijdigheden. Aan elke bar zijn er ook altaartjes voor Buddha en de offergaven zijn zeer gevarieerd: van water, rijst, fruit tot alcoholische dranken en sigaretten maar ook hele kippen en een varkenskop. Iedereen is even vriendelijk. We rijden richting zee. Het is wel wat hellend maar gemakkelijk te doen met rolstoel en de chauffeurs van de auto's heel attent. De zeeboulevard heeft een lange promenade maar helaas zijn ze hier en daar aan 't werken en ligt hij volledig onderbroken. Het tourist office heeft niet veel te betekenen. We krijgen er een folderke en dat is het. Nu hebben we wel een stadsplan en we gaan op zoek naar Sawasdee Sea Veuw hotel. We reserveren er een kamer voor de volgende dagen. Er zijn kamers vanaf 250ThB Wij nemen er eentje van 900ThB in de nieuwbouw omdat die te bereiken is met lift. Met 1 groot bed is het 100ThB goedkoper maar bij deze hitte hebben we liefst elk ons eigen nestje. De kamer is perfect. Het hotelletje ligt ook in een rustig straatje en daar zijn we blij om. We eten hier wat vooraleer we terugkeren naar ons hotel. Overal zijn de bars nu open. Een heel spektakel. Overal meisjes die roepen en groeten, heel vriendelijk. We kijken onze ogen uit. We hebben van 't hele verlof nog geen olifant gezien maar hier lopen ze nu met een jong dier rond en de toeristen betalen voor de bananen die hij eet. Wat verder loopt er ene met een dikke vette slang rond zijn nek. Griezel, griezel. Na al die drukte en lawaai duurt het even voor we tot rust komen op ons terrasje. Als een paar kamers verder teveel bloot gegeven wordt trekken we de gordijnen toe en gaan slapen. Woensdag 16- Niettegenstaande de muziek in de bars de ganse nacht door gaat hebben we toch redelijk goed geslapen. We doen weer rustig aan en 't is al na negenen als we gaan ontbijten. Er is een grote variatie aan verse broodjes, verschillende kazen en verse salades en heerlijk vers fruit. We proberen de eieren, spek en worstjes zoveel mogelijk te vermijden want die lagen de laatste week wat te dikwijls op ons bord. Onze pakken zijn heel vlug gemaakt. We checken uit en krijgen de 200ThB waarborg cash terug. De bellboy's zorgen voor een wat grotere tuktuk zodat wij en onze bagage wat meer ruimte hebben. In Sawasdee zijn ze zeer behulpzaam en het hellingske wordt zonder problemen genomen. De kamer is ruim met zachte bedden, mooi en netjes en we hebben uitzicht op zee. 's Middags betalen we 45ThB voor een hamburgerbroodje met lekkere frietjes en een frisdrank. Daarna gaan we het bed uitproberen en we vinden BVN op TV. Raar naar VRT nieuws te kijken zo ver van ons vlaamse landje. Voor we weer op stap gaan gaat pa rechtover de was binnendoen - ze vragen 12ThB voor wassen en strijken van een lange broek en 10ThB voor bloes of Tshirt. We trekken terug naar de strandboulevard, wandelen 50m en zetten ons weer onder een palmboom om van het uitzicht en het flaneren te genieten. We proberen er achter te komen wie van de meisjes op zoek is naar een prooi. Ze lopen hier met tientallen maar zijn niet opdringerig maar vriendelijk en hebben blijkbaar veel plezier onder mekaar. Waar we bang voor waren om teveel plakkerij te zien of te jonge kinderen blijft ons bespaard. Slechts één maal twijfelden we of het meisje niet meer tot "de kinderen" moest gerekend worden. 't Was een beetje een opluchting voor mij want ik was niet erg scheutig om naar Pattaya te komen.Wat later gaan we nog eens internetten en als de temperatuur wat gedaald is gaan we weer wat op verkenning. Onderweg keuren we wat valiezen want onze zak zullen we niet veel meer moeten gebruiken. Het blijft bij keuren. De restaurantjes die we tegenkomen zijn meer bars dan eetgelegenheden en na ze overdag gezien te hebben spreken ze ons niet zo erg aan. Een beetje uit de drukte vinden we er toch eentje dat ons aanspreekt. We bestellen Noodles with mixed sea fruit. Het vruchtsap van de cocosnoot wordt heel lichtjes gesuikerd opgediend in een glas en smaakt overheerlijk. Ook de noodles smaken en zijn heel lekker gekruid. Pa vindt de stukken inktvis te taai en die krijg ik dan doorgeschoven maar de rest is zo overvloedig en lekker dat we hier zeker nog eens terug komen. Gelukkig kijk ik even de rekeningen na want die kloppen aan geen kanten - blijkbaar zat er nog een rekening bij van een vorige vrolijke klant die zich had tegoed gedaan aan een teveel aan coctails. Probleem wordt opgelost met veel verontschuldigingen. En neen, ik had niet het gevoel dat het opgezet spel was, eerder dat de man aan de kassa meegedeeld had in de coctails... We trekken nog eens door de drukte en verwonderen ons erover dat we er ons eigenlijk goed bij voelen. Vermoeden dat het komt door de vrolijke en zeer vriendelijke sfeer. Het is lijk lopen op een kermis. We zijn moe als we aankomen in Sawasdee en na een doucheke liggen we vlug in bed en geen van beiden heeft nog veel in zijn boek gelezen.
Donderdag 17- Het ontbijtbuffet is sober maar goed. Daar we tussen de tafeltjes door moeten om een goed zitje te vinden gaat pa alleen het eten halen en krijgt spontaan hulp van één van de Thaïse meisjes. Naderhand zien we dat ze in het gezelschap is van een oude westerse man die heel moeilijk te been is. Ze zit met hem buiten in de schaduw op het terras, smeert zijn boterhammekens, haalt zijn krant, verplaatst de parasol, zit rustig naast hem te breien enz. De rest van de dag zagen we haar hem begeleiden naar het strand, zijn wasgoed afhalen enz. We zien nog meer van die koppels soms zelfs met een kind erbij. Eerst dachten we dat ze misschien getrouwd waren of samenwoonden of zoiets. Blijkt dat heel veel oudere westerlingen voor het seizoen naar hier komen en jaarlijks beroep doen op dezelfde meisjes. Die komen dikwijls uit dorpen in het noorden om hier op een 4tal maanden het geld samen te rapen voor de onderhoud van hun familie. Zo hebben sommige mannen er niets op tegen dat ze hun baby meebrengen, zolang ze ook maar voor hem zorg dragen. Het gaf ons nogal te denken en ik heb mijn idee over Pattaya toch wat moeten bijstellen. Pattaya= een betaalbaar privé rusthuis? Er zijn er natuurlijk ook anderen, meestal een stuk jongere mannen die alleen op seks uit zijn. Nu, zolang het om volwassenen gaan en ze op straat geen aanstoot geven moet ik daar niet over oordelen.We huren een strandzetel en genieten onder de parasols van het uitzicht en een zeebriesje. Er is veel beweging op het water maar slechts enkelen wagen zich erin om te zwemmen. Van lezen komt niet veel terecht maar we genieten wel van de lekkere tijgergarnalen met dipsausje. Op de middag valt het briesje en wordt het weer te warm voor ons.We trekken naar onze kamer en pa kijkt naar Blokken en het VRTnieuws. Ik kan niet stoppen met lezen in een spannend boek. We hebben de indruk dat de hitte blijft hangen. Nadat we uiteindelijk toch een nieuwe valies hebben gekocht houden we het voor gezien en keren we terug naar ons GH om daar iets te eten. Nog even de krant lezen voor we naar de kamer gaan. Voor de derde keer vandaag onder de douche, wat TV kijken en lezen. We zetten de ramen wagewijd open voor de nacht en zijn blij niet meer midden in de drukte te zitten. Vrijdag 18-02 Deze dag verschilt niet veel van de vorige. Eten, wat stappen, luieren aan zee en genieten van een portie garnalen die ze nu zelfs voor mij pellen. We bestellen de taxi die ons morgen naar de luchthaven zal brengen en gaan 's avonds nog eens noodles en vis eten .
Zaterdag 19-02 We checken uit en droppen onze bagage achter de balie.
We hebben niet veel zin om nog veel rond te lopen en spenderen onze tijd met lezen van kranten en een stukske eten in de zeteltjes op t terras. De taximan is goed op tijd daar en we rekenen af met de bediende van t kantoortje. Het gaat in een dolle vaart richting BKK. We vragen om snelheid te minderen, de airco af te zetten. No English Aan de luchthaven vraagt hij ons dan wel in t engels mee uit te kijken naar de naam van de luchtvaartmaatschappij en die is vlug gevonden. Half zat stappen we uit, steken de rolstoel in mekaar en halen de bagage uit. De chauffeur vraagt drinkgeld en wij antwoorden no english.. niet met ons.. geen reden om te danken voor zon dolle rit.
In t luchthavengebouw moeten we eerst met de bagage door de veiligheid waar die gesaeld wordt .. vlug dus onze dikke jassen er nog bij steken. Aan de balie reserveren we plaatsen waar ik mijn been kan uitsteken. Waren vergeten dat men hier exit-fee moet betalen. Gelukkig is MrCash open. Aan de douanecontrole slaan de bellen tilt.. het minste stukje metaal geeft alarm.. Broeksbanden en schoenen uit alle mannen met hun broek in hun handen door t poortje. Ook ik en mijn rolstoel ondergaan een grondige controle.
De vlucht heeft vertraging.. oei, dat wordt rennen in Istanbul Op t vliegtuig realiseren we ons dat rennen niet veel zal helpen.
Istanbul: we mogen in de VIP lounge wachten, mogen ons van drank en knabbel voorzien en hebben een zetel waar we lui kunnen in liggen. Ik probeer Peter te bellen maar voor me dat lukt komen ze ons al ophalen voor een vlucht naar Munchen. t Zal bibberen worden want in Munchen ligt sneeuw en vriest het. Ook hier goede opvang en daar we 4u moeten wachten mogen we gaan slapen op een brits.Ze maken ons wakker als t tijd is en met een sneltreinvaart rijden ze ons in zon open karretje tot aan het vliegtuig op de tarmac. Biber bibber, als wij hier niet ziek van worden dan weet ik het niet hadden we maar het Lufhthansadekentje meegenomen.
Als we in Zaventem stoppen bel ik direct Peter op. We gaan de bagage ophalen en trekken vlug onze jassen aan. Doodmoe maar toch eerst nog langs Boutersem om de kleine Mathias te zien en te knuffelen. 28-02-2005 om 00:00
geschreven door ribbe
Oeps nog maar pas terug van Tenerife en mijn ventje heeft een last-minute gevonden voor Tunesië. Hij voelt zich niet zo goed thuis met dat vochtig weer hier. We reserveren 14 dagen "niets doen" en aangezien stilzitten niet echt tot onze gewoonten behoort zal het wel weer een nieuwe ervaring worden zeker.
De bagage is vlug gemaakt: een grote koffer vol met boeken en ééntje met toiletgerief en wat kleren. De buurvrouw kan er maar niet aan uit dat dat zo vlug gaat... We weten ondertussen wel in welke kleren we ons het best voelen en in geval van nood kan overal gewassen worden. Onze prioriteiten: onze medikatie, een waterkokertje en lectuur. Het waterkokertje: een goei tas koffie kan mijn dag goed maken en gewoonlijk is die moeilijk te vinden in hotels en café/restaurants in de Maghreb landen. Dus 250gr bagageruimte voor puur genot...
De vlucht vertrekt wonderwel maar met 20 minuten vertraging. Over de service aan boord hoort ge ons nooit klagen daar onze verwachtingen jaren terug reeds bijgesteld werden.
De opvang aan de luchthaven lijkt chaotisch maar verloopt perfect; ge moet het hen nageven dat ze dat goed onder de knie hebben. De hostes op de bus wil iedereen overtuigen van de noodzaak van de aanwezigheid op de ontmoetingsbijeenkomst (ze willen u zeer graag uitstappen verkopen voor ge de kans hebt in 't centrum uw licht op te steken en voor minder dan de helft van de prijs dezelfde trip te reserveren) Aangezien we vroeger uitgebreid Tunesië bezochten willen wij deze dagen alleen maar luierikken.
Hotel El Hanah Beach ligt aan de strandboulevard in Sousse - heeft slechts 3* maar is prima toegankelijk voor mij met de rolstoel. - voor de tuin moet ik wel door de kelderloopgraven en keuken maar ik kom er zonder hulp. De kamer is sober, netjes maar heeft een balkonnetje met een mooi uitzicht op tuin, boulevard en zee. Het eten is wat ge er van moogt verwachten: geen haute cuisine maar wie uit zijn doppen kijkt vindt wel iets naar zijn gading zonder belly belly te moeten oplopen. De tweede dag wist de ober dat we de soep (en ook de rest) "heet" wilden en daar desnoods ook wilden op wachten... we werden vanaf dan ook zeer goed verzorgd, zelfs in de watten gelegd. De animatie in 't hotel sprak ons niet aan maar was vermoedelijk wel op maat van de "iets" jongeren. Wij vonden vlug een bont en aangenaam gezelschap en het heeft ons 's avonds nooit aan gespreksonderwerpen ontbroken of verveeld.
De tuin had ideale hoekjes, deels achter glas, waar het heerlijk was om in dit tussenseizoen een boek te lezen of wat te soezen. Aan het zwemdok was het voor mij te fris en zelfs een klein briesje deed er de gevoelstemperatuur te fel dalen. Aan de hoofdingang staan ook wat stoeltjes, goed uit de wind en fijn om de beweging op straat en aan de winkeltjes tegenover te becommentariëren. De venters met sigaretten passeren herhaaldelijk en hun prijs daalt zonder dat we er ook maar met één woord over onderhandelen. De verhalen over hun familie interesseren ons meer. Eigenlijk zijn het seizoenarbeiders in hun eigen land. Ze komen zelfs van Tabarka en Sbeitla, huren hier samen een kleine kamer en gaan af en toe naar huis. Vooral de periode van de Ramadan willen ze thuis zijn zogezegd om toezicht te houden op de kinderen of die zich wel aan hun plichten houden???Waar of niet??? Heb er geen idee van, als niet roker, wat de kwaliteit is van die sigaretten maar uiteindelijk zou de prijs ongeveer 9 bedragen voor een farde. Weet niet goed wat ik er allemaal moet van denken en wil me absoluut niet schuldig voelen omdat ik mij de luxe kan permitteren om hier te zijn. Besef wel wat een geluk we hebben in Vlaanderen te zijn opgegroeid.
Met wat behendigheid kon ik met mijn rolstoel tot op de strandboulevard, die wel wat herstelwerkzaamheden zou kunnen verdragen. Op 't einde was er een cafeetje met tafeltjes achter 't glas waar ze heerlijke thee schonken en waar we steeds bekenden troffen. De haven lag ook in mijn bereik al had ik daarvoor hier en daar wel wat hulp nodig. In de haven liggen ook nog oude schoeners die voor tochtjes kunnen geboekt worden. De prijzen en de staat van de boten zijn echter veel beter in Port El Kantaoui. Het lossen van de vissersboten interesseert ons steeds. Volgens ons een nogal magere vangst maar blijkbaar worden ze voor de kleine visjes ook nog goed vergoed door de grote hotelketens die daar een soort vulsel voor paprika's van maken - het recept wordt in geuren en kleuren uitgelegd en als delicatesse beschreven - ik eet dus van nu af geen met "visprak" gevulde groenten meer - zie het al gebeuren: alles samen in een grote ketel en hier en daar zal er wel wat anders dan een visje tussen zitten zeker of gaan ze dat allemaal manueel uitsorteren? Voor Magrebijnen zijn ze wel zeer open en vrolijk en stoort mijn vrouwelijke aanwezigheid niet - ook weer iets nieuw. En allemaal zijn ze fier op hun talrijke kinderen en spreken een beetje neerbuigend over onze magere kroost. De vrouw niet gewillig genoeg vragen ze aan 't ventje. Ja wadde! De Medina had ik jaren terug al bezocht en is nogal moeilijk te doen op wielen. Mijn ventje ging er wel een paar maal kuieren en vond het enige verschil dat er nog meer winkeltjes met souvenirs waren. En de tapijten krijgt ge nog steeds voor un bon prix en very cheap. We namen het open treintje naar Port El Kantaoui. Kregen spontaan hulp bij het inladen van de rolstoel en een zetje voor mijzelf. Het rammelt nogal en is niet echt comfortabel maar voor mij wel de gemakkelijkste manier om er te geraken (buiten een taxi natuurlijk) Port El Kantaoui zelf is een toeristenparadijs geworden. Helemaal opgesmukt en met een overvloed aan accommodatie, restaurantjes en winkeltjes. De ingesloten haven is een streling voor het oog. Leuren met waren is uit het havengebied gebannen. En al was het vroeger veel origineler ik heb er nu toch ook echt van genoten - een tchai bestellen en een bord appelsienen als toegift krijgen, ge moet er maar opkomen en de thee was nog heerlijk ook. Andere uitstappen hebben we deze keer niet gedaan. We wilden luieren en van de zon genieten en dat is ons ook gelukt. We vonden een piepklein internetcafeetje. De eerste keer zijn we er 's avonds naartoe gegaan en hebben een paar lessen geleerd: - 's avonds zit het vol jeugd, niet erg als ze niet allemaal tegelijk het geluid van hun oorlogsspelletjes aan hebben - 's avonds wordt er veel electriciteit verbruikt en het net is daar niet op berekend met het gevolg dat, tegen dat ge uw bericht ingetypt hebt heel de boel stilvalt op ééntje na ... die op een generator staat. Dus de volgende dagen steeds op die gewerkt - klavier: blind kunnen typen is een groot voordeel want slechts enkele letters zijn nog leesbaar en uw handen wassen achteraf is een "must" - geen verdere omschrijving nodig zeker. Maar wat van belang was, we hadden contact met "de wereld" Zalig toch. Vlug een berichtje naar de VS en wat nieuws van vrienden in Z Afrika en de kinderen op het thuisfront.
Zoals steeds met charters: het uur van vertrek is onzeker .. het wordt 's avonds voor vertrek uitgehangen. Ipv 's avonds te vertrekken vliegen we reeds vroeg in de morgen. Niets tegen in te brengen want in de brochures staat in kleine letters "dag van vertrek en terugkomst zijn geen verlofdagen maar reisdagen"
Op de luchthaven wacht de zoon ons op. "Enne, hoe was 't? Waar zijde overal naartoe geweest?.." Als hij ons verhaal hoort kan hij moeilijk geloven dat het ons bevallen is ..." in Sousse gebleven ja, veel gelezen en in 't zonneke gezeten en een paar zeer interessante mensen ontmoet" We stoppen onderweg bij de bakker want brood dat vinden we nergens zo lekker als thuis.
Het heeft nogal wat voeten in de aarde gehad voor we weer eens konden vertrekken. Gewoonlijk trekken we in 't voorjaar zuidwaarts met de kampeerauto maar vorig jaar was het zo'n rotweer geweest met veel regen en vooral veel wind zodat mijn ventje graag wat meer zekerheid zou willen voor 't weer. (alsof dat zomaar effe te bestellen is) Als hij thuiskomt van de markt heeft hij bij Jetair een goede aanbieding gezien voor Tenerife. We waren nog nooit in deze regio en volgens de buren valt er wel wat te zien. Het vertrek is over 3 dagen en ik bel dan maar onmiddellijk om te zien of de plaatsen nog beschikbaar zijn en de rolstoel mee kan. Om 15u is alles afgehandeld. Tickets moeten aan de balie op de luchthaven afgehaald worden. Het vertrek is gepland op zaterdag om 7u. Els kan ons naar de luchthaven brengen en neemt de zorg voor de hond op zich. Vrijdag voormiddag telefoon dat de vlucht later is en we slechts om 14u zullen vertrekken. We beslissen dan maar zelf naar de luchthaven te rijden met het wrak van Els. 's Morgens komen ze de Kaya halen en wordt er van auto gewisseld. Aan de uitleg van Els te horen zullen we er wel geraken maar is 't niet zeker of hij volgende week wil starten. Dat zien we dan wel weer. Volgens de routeplanner kan er geen probleem zijn om Bierset te bereiken ttz als er geen wegenwerken zijn. Aan de luchthaven zelf zijn ze de parkings aan 't veranderen en tegelijkertijd ook de verbindingsroute met de autostrade.
Mijn ventje zet mij af aan de vertrekhal en gaat daarna parkeren. 't Was blijkbaar niet gemakkelijk om op de parking te geraken. Voor we onze tickets aan de balie afhalen zien we al op de borden dat er een vertraging is aangekondigd. Het probleem met Bierset is dat het er heel klein is en alle tafeltjes en stoelen bezet. We zullen dus niet moeten kaarten om de tijd te verdrijven. Gelukkig wordt het vertrekuur niet verder uitgesteld en is dat uurtje vlug voorbij. We vliegen uiteindelijk met Martinair en de service is naar Hollandse normen en OK. Onderweg is er een tussenstop in Las Palmas en iedereen moet het vliegtuig verlaten voor de veiligheid omdat er moet bijgetankt worden. Het is reeds laat als we op Aeropuerto Tenerife Sur landen.
Wij moeten naar Hotel Club Paraïso en de voorlaatsten die moeten afstappen. We krijgen dus een sightseeing van de andere hotels. Wat we vooral opvalt is dat de meesten ver van een centrum liggen en er serieuze hellingen zijn. De hostes wil ons graag morgen ontmoeten in een nabijgelegen hotel blablabla Aan de balie is het een dringen van belang. Ze vallen bijna over hun eigen bagage. Bang dat ze geen bed gaan krijgen? Voor de lift moet ik wel de voetsteunen van de rolstoel doen. Op 't gelijkvloers zou er morgen een kamer vrijkomen en zou ik kunnen ruilen. We zien wel.
De kamer die we verwachtten is eigenlijk een klein appartementje met kookhoek en zitkamer en een ruim balkon. Op de eettafel staat een grote schotel met broodjes, koude schotel en veel fruit en heel fijn verzorgd. Dat ze zo maar verder doen... De verkenning houden we voor morgen en na een deugddoende douche duiken we met een boek in bed - vensters wagewijd open. 't Is heerlijk wakker worden met een zonneke dat tussen de gordijnen piept. We hebben ook lang geslapen. We ontbijten buiten. Morgen moeten we ons een beetje beter organiseren want pa moet verschillende keren over en weer naar 't buffet. We zitten er niet lang als er een paar poezen langskomen om wat restjes te bedelen. En mijn ventje zorgt er voor dat ze morgen zeker weer op 't appel zullen zijn. De broodjes smaken lekker en... ze hebben lekkere koffie. Als we rondrijden komen we langs het zwembad maar verder is er geen tuin. Er is alleen een fel hellend vlak om terug binnen te geraken of terug via het restaurant. Zullen ons moeten bevragen hoe we het moeten doen als 't restaurant gesloten is. Vooraan het hotel is een grote afgesloten parking voor de auto's van de gasten. Eens op de doorgangsstraat zien we ons probleem; de straat loopt berg af naar het centrummeke. We rijden tot de eerste grote winkel, doen een voorraad drinkwater en wat andere prullen in en keren terug. Op 't hoekske is een spellenhal en ze hebben er ook een paar pecekes staan om te internetten. Aangenaam is anders want het lawaai doet pijn aan de oren. We hebben een paar verhuurbedrijfjes gezien voor auto's. Mijn ventje gaat op ontdekkingstocht en ik ga me met een boek aan 't zwemdok installeren. 'k Sta wel even voor een probleem want om er ook maar in de nabijheid te komen moet ik langs trappen of, door de bar. 'k Sta een beetje op mijn strepen en na wat gemor verzetten ze de bakken die het hellend vlak versperren ( ze rijden hun voorraad de helling op en laten alles ter plaatse staan). Ik vind een rustig plaatsje en een goede ligstoel. Het boek is spannend en de tijd vliegt. Mijn ventje heeft goed onderhandeld en komt terug met een paar aanbiedingen die hij tegenover mekaar kan uitspelen - 't is low saeson en dat schept mogelijkheden. We besluiten dat hij gaat proberen een groter model te versieren voor dezelfde prijs zodat we gemakkelijk de rolstoel kunnen inladen. Na een hapje gaat hij zijn kans wagen en 't is vlug beslist bij de overbuur. Voor de rest van de dag houden we het bij luieren en lezen en is de zondag vlug vervlogen tijd
Heerlijk weer. We ontbijten en delen de restjes met de poezen. Terwijl 't ventje de auto gaat ophalen zorg ik voor de knapzak. Lekker zelfgemaakte thee, een paar broodjes en een grote zak fruit. We bekijken ook de vrijgekomen kamer op 't gelijkvloers. Die ligt aan de parking, heeft geen terras en voor 't venster staan hoge struiken. We blijven wel waar we zijn. Tenerife is niet groot en we willen een beetje plannen om niet teveel dezelfde routes te moeten nemen. We hebben ook nog geen idee hoeveel afstand men hier op één dag kan afleggen zonder zich te moeten haasten. Voor onze eerste trip kiezen we Masca als doel en we zien wel waar we uitkomen. Vanaf Armenime nemen we de kustroute. Er valt niet veel te beleven. Veel bananenplantages en beschermingsplastiek en weinig uitzichtpunten. De kleine badplaatsjes laten we links liggen, die verkennen we later wel als we wat zicht hebben op de te spenderen tijd. Vanaf Los Gigantes wordt de route interessanter. Er zijn verschillende uitzichtpunten en zien zelfs andere eilanden in de verte. Straks op een kaart eens nagaan welke dat zijn. Santiago del Teide, een stadje op een kruispunt en dus redelijk wat winkeltjes en aktiviteit. Er is zelfs een parking, ideaal om met een camper te staan (het zit in ons onderbewuste gebeiteld - elke parking wordt geëvalueerd in funktie van...) Van hier naar Masca is het avontuurlijk rijden. Het kustgebergte is zeer gevarieerd de route smal en bochtig. We stoppen regelmatig midden op de baan om eens goed te kunnen rondrijken- het verkeer is hier heel rustig. In Masca komen we in drukte terecht - de parking staat vol . Het wegske naar het dorpke is niks voor mijn rolstoel. Pa waagt zijn kans maar komt buiten adem terug. Het dorpke is aangenaam en er vertrekken verschillende wandelingen, sommige georganiseerde waar men op de kustlijn opgewacht wordt door bootjes die u terug naar Los Gigantes brengen. De klim terug naar de hoofdbaan heeft hij onderschat. De route verder naar Buenavista del Norte blijft afwisselend en mooi. Er is ondertussen wel meer verkeer. De afdaling vraagt wat stuurkunst maar dat is mijn ventje zijn lang leven. Ik trek af en toe mijn linkerbeen bij - een nutteloos reflex. De route naar Faro de Teno wordt afgeraden bij slecht weer. Bij dit stralend zonneke met de vensters wagewijd open is het er zalig rijden met uitzicht op de zee die de rotskust teistert. Aan de vuurtoren is het druk en we riskeren een platte band door over een scherp lavaveld te rijden om een goed staanplaatsje te vinden "met uitzicht" We nemen hier rustig de tijd om te eten en te gaan wandelen- er zijn aangelegde paden tussen het lava en er is zelfs ééntje die ik aankan. Voorzichtig verlaten we ons plekske. Niks loos met de banden? Oef - geluk gehad. Garachico me gusto mucho. Het is er druk. Alle parkeerplaatsjes bezet en de terraskes bomvol. Aan de haven is de gehandicaptenparking vrij. We duiken er vlug in. Op een bank genieten we lang van het uitzicht op het oude havengedeelte met zijn staketsels vol wier en mosselen - de meeuwen die rond de vissersboten hangen, het zonneke dat ons lijf opwarmt. In Icod de los Vinos staat in een parkje achter de kerk een beroemde boom, de "drago tree". We rijden er een paar maal voorbij want vanaf de parking is het een slechte kasseiweg en overal staan kriskras door mekaar auto's geparkeerd. We hebben "de boom" gezien en daar ge wegens afgesloten hekken er toch niet kan gaan onder zitten is dat voor ons voldoende. Ook hier alle wegwijzers naar de bezienswaardigheden maar het stadje verlaten doet men met de natte vinger en de windrichting. Met een omweg langs druivenvelden komen we toch terug op de hoofdbaan. Via de autopista rijden we nog tot Puerto de la Cruz. Vinden het een aangenaam stadje. We gaan een kijkje nemen aan het fort en het strand. Het centrum ligt op de helling en dus doen we een sightseeing met de auto. Wie goed te been is zal hier wel zijn gading vinden: leuke winkeltjes en rustige pleintjes met platanen. We nemen deels dezelfde weg terug. Rijden via Erjos, Santiago del Teide en Chio naar Guia de Isora dat ons ten zeerste kan bekoren. We snuffelen wat rond door de smalle straatjes om daarna in één trek naar ons hotel terug te keren. De verlichte palmboom op het hotel dient ons als gids door de veldwegskens. Het dinnerbuffet biedt ons een grote keuze aan verse groenten, vis en fruit en... mierzoete maar o zo lekkere toetjes.
Weer veel plannen voor vandaag. El Teide. We gaan eerst het plaatselijke strand eens bezichtigen en geven het de kwotatie: noppes. Halfweg staan wel een tiental campers hoog boven de zee. Een Duitser toert reeds meer dan een maand over het eiland en heeft overal mooie plaatsjes gevonden. Het zet ons aan 't denken. Via de autopista del sur naar Los Cristianos waar we de afslag nemen richting Granadillo. Een rustige beklimming met uitzicht op de vallei of de kust. Na de afslag naar Vilaflor verandert de begroeiing, veel pijnbomen, weinig uitzichtpunten. Nabij het dorp staan de villa's van de gegoeden. Amaai, allemaal met een park als tuin. Het parkwachtershuis voorbij Vilaflor is gesloten. Er vertrekken verschillende wandelingen. Voor Boca de Tauce hebben we wel nog een paar wijdse uitzichten. Boca de Tauce, waaauw - moeilijk te beschrijven. Is zo voor het ganse park dus 'k ga het woord "mooi" niet teveel gebruiken. Lavavelden en formaties in verschillende kleuren met op de achtergrond de Teide. In de Parador de Canadas del Teide vinden we al de info die we nodig hebben om het park te bezoeken. Er vertrekken verschillende wandelpaden. Eéntje is zelfs met de rolstoel te doen. Aan de kabelbaan staan de auto's aan te schuiven tot aan de splitsing. We rijden tot boven om poolshoogte te nemen. De bakken liggen stil en niemand om uitleg te geven ( bevragen in 't hotel voor vertrek voor wie naar boven wil) We stoppen heel dikwijls onderweg en mijn ventje gaat regelmatig een stapke doen, de ene keer tussen zwarte massa's en op een andere plaats door licht geel zand. Aan het parkwachtershuis in El Portillo nemen we de tijd om te eten en binnen een kijkje te nemen. Ook hier zijn kleinere wandelingen te doen. Voor wie wil is er een grote trekking uitgestippeld die over de Teide loopt en langs de zuidzijde van het park. Daarna nemen we de Orotava vallei. Orotava zelf is een aangenaam toeristisch stadje en heeft gezellige terrasjes. De terugrit gaat via autopista del Norte en het westen.
Normaal zijn wij niet zo voor parken en dierenshows maar over Loro Parque hadden we reeds veel goeds gehoord. Vroeg vertrokken en de snelle autopistas genomen. Aan de ingang kan men scooters huren maar volgens de dame aan de balie was er nergens een probleem voor mijn rolstoel. Ja wadde. Die dacht zeker dat wij atleten zijn. Op sommige plaatsen hebben ze mij met 2man de helling moeten op duwen. We bestuderen even het plannetje en proberen een parcours uit te stippelen dat we zoveel mogelijk voedertijden en optredens kunnen bijwonen. Het is een prachtig park om door te wandelen. Het onderkomen van de pinguins en de vissen kon ons ten zeerste bekoren. Er is een redelijke diversiteit en ze hebben een paar prachtexemplaren zowel bij de vogels , de katachtigen, de apen, de zeezoogdieren enz. Ook de flora was de moeite waard. We hebben onze tijd goed gebruikt, zowat alles rustig kunnen bezoeken en juist voor sluitingsuur het park verlaten. Voldaan maar doodmoe. Via de autopistadel Norte rijden we naar Los Gigantes. Aan de haven een piepklein gehandicaptenparkingske reeds half ingenomen door een dikke bak. Wij nemen de andere helft in beslag. De havenkom is gemakkelijk te doen met een rolstoel en vanop een terraske genieten we van de va et viens. Daarna doen we alle kleine playa's aan. De meesten zijn totaal verlaten. In Playa de San Juan gaan we nog een stukske wandelen voor we binnen rijden. Te moe om eerst naar de kamer te gaan schuiven we aan voor het buffet. Tut me thuis ook niet op voor 't avondeten. Genieten in ons hoekske van het lekkere eten en het komen en gaan van de gasten. Wie heeft vandaag te lang in de zon gelegen? Hoelang zou mevrouw aan haar opschik gewerkt hebben? Kan men van zijn eten genieten als de buurman veel te veel van de "for men" heeft opgedaan? Plezant toch wat kommentaar geven... Tijdverdrijf als men te moe is om op te staan.... De cocospudding is heerlijk en we genieten van een dubbele portie. Uiteindelijk zijn we toch verplicht om op te staan. De rugzak zullen we morgen wel leegmaken. Nu een warme douche en duik het bed in.
De katten hebben een vriendinnetje meegebracht - ze zijn met 5 nu. Wij vertrekken terug via Los Cristianos. In Cabo Blanco nemen we de binnenbaan naar Vilaflor. We rijden langs een paar grote boerderijen, vooral veeteelt. In Boca de Tauce stuift het lavazand over de baan. We genieten nogmaals vanuit de auto van al die pracht. In El Portillo rijden we richting La Laguna. De route loopt ook nog deels door het park. Op het hoogste punt is een astronomisch observatorium. We zien van ver de satellietantennes maar we geraken er niet bij want de route is met een bareel afgesloten. Spijtig. Hebben in de VS de smaak van het hemeltje kijken te pakken gekregen en waren ook hier graag eens een kijkje gaan nemen. Het weer is toch niet zo goed als de vorige dagen. Af en toe krijgen we rukwinden en rollen er stenen van de zijkant. We worden attent want we zijn niet scheutig op slidings. Ook aan deze kant van het park zijn verschillende wandelingen uitgestippeld maar wij vinden het gezelliger in de auto. We rijden naar de uitzichtpunten maar tegen de flanken hangt een dichte mist. In La Laguna is 't weer van dat - veel éénrichtingsstraten en geen wegwijzers richting Las Mercedes. Na een paar keren rondtoeren zien we platen richting Santa Cruz. We zullen dus de toer door Anaga maar in tegengestelde richting doen. Who cares? De hoofdstad kan ons bekoren. Mooie lanen en goede richtingsaanwijzers. We toeren wat door de stad, nemen de strandboulevard en langs de haven richting San Andrès. De baan volgt kort de kustlijn en we vinden regelmatig een mooi plekje om wat te vertoeven. Er is hier ook veel minder wind. Door de bergen rijden we naar El Balladero. Steigen en draaien, wisselende uitzichten maar vooral heel verlaten. De afdaling naar Almacica is om van te snoepen. De wind waait aan deze kant van de bergen hard genoeg om de golven hoog op te zwiepen tussen de rotsen. Aan het keienstrand zijn een paar kleine visrestaurantjes met 2 tafeltjes en een paar stoelen. We rijden langs de mooie kustroute tot Playa de Santiago. Hier is alles verlaten. Deze strandjes zijn vooral geliefd bij de inheemse bervolking zelf. Er komen weinig toeristen van het vasteland. Wij vinden het hier charmant en ja...ook hier kan een camper rustig een tijdje staan. Nabij de houten pier staan een paar tentjes op de keien. Op hun vuurtje van wrakhout bakken ze visjes. Maak me een beetje zorgen dat ze met die wind niet hun hele zaak in de fik steken. De terugweeg loopt midden over de Montes de las Mercedes. Er zijn verschillende afslagskes naar uitzichtpunten maar na een paar houden we het voor bekeken. Aan de zuidkant kleeft een dikke mist en op die aan de noordkant waaien we omver. Aan een gezapig tempo rijden we terug. In La Laguna zien we de afslag voor de autopista del sur. Steken die over en nemen de route via Barranco Grande. Het is wel aangenaam rijden door piepkleine plaatsjes maar de baan is in slechte staat. In Candelaria nemen we weer de autopista. nadat we even door het centrummeke hebben gereden en de kerk bewonderd. Heb even mijn gordel uitgedaan om op de achterbank wat fruit te nemen. We mogen aan kant van de zwaantjes. Ze geven me een vriendelijke vermaning. Hasta la vista maar dan met gordel om. We zijn vroeg terug. De wind is nog meer opgestoken. Buiten vliegen tafels en stoelen over en weer. Ze worden met kettingen vastgelegd. De gasten worden verzocht alle buiten en binnendeuren gesloten te houden en de grendel op de vensters te doen. Boven huilt de wind rond het gebouw. Voor we uit de douche zijn komt de regen met bakken naar beneden. Na het avondeten ontmoeten we medereizigers die ons vertellen dat de hostes kwam vertellen dat het uur van vertrek zal wijzigen. Ze doen maar. Als we het maar tijdig weten. We hebben een dramatisch zicht op het tegenover liggend hotel. Het water stroomt als een gordijn van het plat dak over de verlichte voorgevel - beelden voor een film. Het gebulder van de wind is nog toegenomen. Voor we naar bed gaan kijken we nog even de ramen en terrasdeuren na.
Laatste dag dat we beschikken over de wagen. Het is opgehouden met regenen maar de wolken hangen laag en 't is grijs. We gaan er toch maar op uit. Aan de eerste bocht staan we reeds voor een probleem. De baan is ondergelopen en er staat reeds een auto in 't midden vastgelopen. We zullen proberen rond te rijden via kleine wegskens. Is het wel verstandig? Als het nu weer eens harder gaat regenen? We wagen het erop - de brandweer zal haar werk wel doen zeker. Ter hoogte van Guia is het wat tricky - modder en stenen komen naar beneden van de hoge wegkant. We nemen de westelijke toegang van El Teide maar zitten vlug in de mist en maken rechtsomkeer. Dan maar naar Playa de las Americas. Hotels, superetten, winkels en al wat de moderne toerist maar kan verlangen. Er zijn veel parkings en ook veel gehandicaptenparkings die vrij zijn. We halen de rolstoel uit en gaan flaneren op de km lange strandboulevard. Moet hier heerlijk zijn bij mooi weer. Gelukkig is mijn ventje even teruggelopen om de KW's te halen anders waren we nooit droog terug bij te auto gekomen. We eten een broodje en daar het weer over is wagen we een kans in tegengestelde richting. We doen nog wat aan sightseeing door het centrum en langs Los Cristianos. Rond 15u houden we het voor bekeken. De fut is er wat uit, niet veel nieuws meer te beleven, smosregen. We rijden rustig terug naar Paraïso via een omwegske. De baan is vrijgemaakt. We kruipen onder de wol met een boek en een goei tas koffie. We mogen niet klagen. De mensen snakten hier naar regen. Wij genoten van een deel mooie dagen. Op het informatiebord staan 2 vertrekuren.... 3u 's nachts en 7u 's morgens afhankelijk van de maatschappij die gaat vliegen. De hostes komt deze avond nog langs om te bevestigen wat het wordt. Als we 's nachts vertrekken moeten we dan gaan slapen? Duimen voor 7u en de mogelijkheid om nog een tas koffie te krijgen. Het wordt dus 7u, gelukkig. De pakken zijn vlug gemaakt en we liggen vroeg in bed.
Aan tafel, na 't ontbijt, een paar broodjes meegenomen Mijn ventje schudt zijn hoofd maar ik doe het toch, ik betrouw die chartermaatschappijen niet zo goed en als ze gisteravond nog niet wisten met welke maatschappij we zouden vliegen??. En of ik gelijk had. Bij 't binnenkomen op de luchthaven hangt reeds een vertraging uit van 4u. Geen hostes te zien, geen uitleg. Van het timetable kijken wordt ge ook niet vrolijk - regelmatig wordt het uur bijgesteld... een beetje vroeger ... weer wat later. Sommige reizigers bellen hun reisagentschap, anderen rechtstreeks naar Jetair. Er zal iemand komen... Misschien vliegen we morgen pas. Ik blij met de meegenomen broodjes. De snackbar heeft veel te doen. Uiteindelijk moet er toch iemand geweest zijn want een paar mensen hebben een sorrybon gekregen en wisten te vertellen dat er een vliegtuig was maar dat dat nog de toelating moest krijgen om op Bierset te landen. Anders zouden ze ons naar Zaventem vliegen.........Mijn stekels gaan zo stilletjesaan rechtop staan. Waarom werd niet iedereen ingelicht? Zo groot is de hal hier toch niet. Uiteindelijk valt het vertrekuur nog mee: 13u20. In die tussentijd heb ik al wel een leuk briefje geschreven voor Jetair. We vliegen met Futura - nooit van gehoord - een maatschappij die 2 vliegtuigen in omloop heeft. De reddingsvesten liggen los op de grond. We landen weer in Las Palmas maar mogen blijven zitten. In Bierset staat ons wrak nog op zijn plaats en start zonder problemen.
Thuis staan potten op 't aanrecht en is de koelkast volgestopt. 's Avonds draait de wasmachine op volle toeren en zien we op 't late nieuws dat er in de wereld niet veel veranderd is terwijl we weg waren.
Tweede Kerstdag 2003. Na de drukte van de feestdagen hou ik het vandaag rustig. Wat lezen en een beetje surfen. In mijn mailbox een bericht met lasr-minutes van Connection. Ik weet niet goed wat ik zie: aanbiedingen voor vluchten naar Goa Zuid India, Colombo in Sri Lanka en zanzibar Tanzania voor 199/pp/retour. Ik kan het moeilijk geloven en bel de permanentie. Het is correct en er zijn verschillende vertrekdata. We overleggen. Sri Lanka was mooi maar liever een nieuwe , als we naar Zanzibar gaan willen we ook de rest van Tanzania en Kenia doen en is de periode te krap. Zuid India spreekt mijn ventje al lang van. de beslissing is vlug genomen. We bellen terug, reserveren voor de 28e dec en betalen met Visa. Tickets kunnen op de luchthaven afgehaald worden. We bellen de kinderen eerst nogal verontwaardigt doen omdat we dat gisteren niet gezegd hadden.... ja, toen was er van India nog geen sprake. Het www afstruinen op zoek naar een verhuurbedrijf voor auto met chauffeur. Via 't lezen van een verslag in de on line bib van Wegwijzer kom ik ook een rolstoeler tegen die daar tevoren was.Even een telefoontje en veel info. We kiezen voor een Toyata met airco, groot genoeg om achteraan ook de rolstoel in te steken. Als ze dat vernemen vragen ze of wij een klein pakje willen meenemen voor de chauffeur waarmee zij ginder rondtoerden. Voor ons geen probleem.
De zoon doet ons naar de luchthaven. In 't luchthaven gebouw ontmoeten we die mensen en vallen bijna flauw bij 't zien van dat pakske ... een heel grote oude valies... ja, is hun uitleg, we hebben toch vervoer vanop de luchthaven... gelukkig hebben wij voor onszelf weinig gewicht bij. We zouden daar schoon gestaan hebben.
Bij de heenvlucht een tussenstop in 't Midden Oosten - wie naar Colombo gaat stapt hier over en bij ons komen Duitsers die uit 't vliegtuig voor Colombo kwamen.... Nogal omslachtig en dus moesten we naar de transithal.... vertraging - drankjes en een broodje - speciaal sfeertje, heet en 't stinkt er.
Landen in Goa. Er komen een paar magere ventjes aan boord en die gaan wij de trap af dragen... slik, slik...zouden zij zich ook geen vragen gesteld hebben bij mijn gewicht?? Ik geraak met de schrik op 't lijf maar zonder kleerscheuren beneden. De rolstoel die ze daar staan hebben is kramakkig, van kinderformaat... ze gaan dan maar de mijne uit de bagage halen...Daar er werken zijn moeten we half de luchthaven door en 'k vraag mij af waar we toch aan begonnen zijn.... Wisselkantoor: gebruiken een wisselkoers die boven alle logica gaat - niet voor ons dus want 'k heb geen kleine briefjes bij dom - noteren voor volgende keer...De mannetjes helpen moij buiten en daar staat iemand met een bordje op ons te wachten....Gelijk vallen we hem op de nek om kleingeld te vragen om als fooi te geven... wat moet die gedacht hebben op dat moment. We lenen en vragen om zovlug mogelijk met ons naar een wisselkantoor te rijden en ergens te stoppen om flessen water te kopen want 't is verschrikkelijk warm en we zweten met liters. Hij koopt water en we gaan naar een ThomasCook wisselkantoor...We moeten hier ook het geld voor de huur van de auto wisselen en daar zijn ze niet op voorzien... wachten tot ze ergens anders geld gehaald hebben. We stappen er buiten met 2 plastiek zakken vol roepie briefjes max 1000rps waarde. Prakash stelt voor dat we vandaag nog een stuk gaan rijden om uit de drukte te zijn .. Voor ons geen probleem - dachten we. Het wordt een vermoeiende rit na een lange vlucht en dat hadden we beter niet gedaan. Slecht wegdek en volgens mijn kaart heb ik de indruk dat hij nogal een toer rond rijdt... We vinden uiteindelijk een bed in Hubli nabij de market. Niet zo'n beste plaats maar 't is genoeg geweest voor vandaag....
de rest van het verhaal leest u onder de verschillende fotoalbums.
Badami is de eerste site die we bezoeken. Een klein stadje gelegen tussen rode rotsen. Vroegere hoofdstad van het Chalukya imperium (4e tot 8e eeuw) Over de geschiedenis ga ik niet uitweiden daarover bestaat genoeg literatuur. Het dorp heeft een Fort met grote watertank, verschillende tempels maar is vooral bekend om zijn grottempels. De eerste tempel en de eerste obstructie voor mij.... trappen. 't Ventje gaat dan maar alleen op verkenning. Ik rij wat rond tot aan de watertank waar families de was aan 't doen zijn. De rotsen zitten vol apen. 'k Geniet ervan na de drukke reisdagen. Op de parking een fresh coconut drinken en .. en route Prakash houdt nogal van airco en we moeten pramen om die minder te zetten want voor 't ventje vooraan zit de kans op een valling er dik in. Ik heb me geïnstalleerd op de achterbank en 't rijden valt mee. We gaan naar Hospet om te overnachten. Het hotelletje dat we voor ogen hadden zit vol ...'t Is oudjaar en ook vele Indiërs zijn op verlof. Wat verder vinden we nog een mooie grote en nette kamer. Onder ons raam eetstalletjes. We begeven ons in de drukte, kijken onze ogen uit ..ja.. we zijn weer in India en gaan aan een straatstalletje iets eten. 's Avonds in 't restaurant is het feestelijk maar ze kunnen er niet aan uit dat wij ons niet bezatten? Veel Indiërs die hier rindlopen hebben al wat diep in 't glas gekeken, komen toasten, lallen... Het spreekt ons niet aan en we trekken voor middernacht naar de kamer. We zijn zelfs boven ons boek in slaap gevallen. Om middernacht plak ik bijna tegen 't plafond van 't verschieten...dacht eerst dat er benenden een gasfles was ontploft tot het doordrong: ze schieten hier met grof geschut het nieuwe jaar in.
Hampi: Een droomsite om de eerste dag van 't nieuwe jaar door te brengen. Rustig en vooral warm. Naast het kleine dorpje Hampi ligt Vijiayanagar - hoofdstad van één der grootste Hindu koninkrijken. Gesticht in 1336 en in 1565 verwoest in de strijd tegen de moslims. Het was een uitgestrekte site en om te bezoeken eenvoudiger in te delen in het Sacred Center ten noorden en Royal center ten zuiden. Het is een mooi site midden rotsformaties. Een bezoekske aan Virupaksha tempel -Virukapsha één van de gedaantes van Shiva Hemakuta Hill met uitzicht op Virupaksha en Hampi bazaar- waar verschillende tempels staan, velen Jaïn, een monoliet met afbeelding Ganesh, de leeuwen lan/god Narasimba en een Krishna tempel. Hampi bazaar = een 750m lange straat met aan beide kanten de resten van de huizen met arcades en balkonnetjes voor de pelgrims - in ééntje ervan staat de karos die gebruikt wordt bij festiviteiten. Aan 't eind van de laan een beeld van Nandi de "bull" van Shiva Het Royal Center: Even voorbij Queen's bath komen we aan de Royal enclosure area - omsloten door een lange wal. Het eerste dat opvalt zijn de watertanks en acquaducts .... we lopen langs de Olifanten stallen, bekijken een paar tempels en 't is genoeg voor vandaag. Terug naar Hospet voor een welverdiende rust.
Via Chattradurga naar Bangalore. Onderweg gestopt om te gaan eten en even de benen te strekken. Een lange route en 't is donker als we in bangalore aankomen. Prakash zoekt met ons een goed hotelletje en het 3e is raak - mooi, ruim , vooral veel Indiërs hier maar rustig. Hij maakt een afspraak voor morgen op het verhuurbedrijf. Wij gelukkig dat we eindelijk van die volle zakken geld gaan verlost geraken. 's Morgens lezen we de krant en verwonderen ons over de oproep aan de jeugd om Spaans te gaan leren... uitleg gevraagd..Call centers zoeken personeel dat Spaans spreekt. Bangalore heeft zich opgeworpen als silicon valley van India. Veel westerse maatschappijen (ook belgische banken) doen beroep op hen voor hun programmaties. Aan de andere kant stikt het er van de Callcenters van grote bedrijven van over de hele wereld. Citybank, Axa, Lloyds... Deze maatschappijen poten immense buildings neer, leiden personeel op om telefonisch contracten af te handelen, ze krijgen daarbij een westers klinkende naam, leren de tongval van het opdrachtgevende land, krijgen een goede verloning naar Indische normen enz.enz...Wij kwamen met dit systeem in contact toen we in de VS een verzekering afsloten voor onze auto die we hadden verscheept... dachten te praten met een oude bediende in Newark die niet met pc wou werken.. alle papieren opsturen naar een PB.. via telefoon en fax werd alles bliksemsnel geregeld. Een rondrit door de buitenwijken van de stad opent een onvermoede wereld van bedrijvigheid. Op 't kantoor van de verhuurmaatschappij, onooglijk klein en gelegen in een klein achterafstraatje en door ons alleen zeker niet te vinden, ontmoeten we ook de chauffeur van de andere Belgen die al verwittigd was dat er een "pakske" voor hem was. We rekenen af, nog een praatje en een drankse en we zijn weer op trot. Het is een heel drukke stad. Lalbagh Botanical garden en Cubbon parc zijn de groene longen. Studenten en nog eens studenten. Nijba Cubbon duiken we in de market... Bloemen, fruit, groenten en kruiden.... Het Tipu Sultan's Palace spreekt ons erg aan. In de tuin een tempel die helemaal bedekt is met kleurrijke afbeeldingen van goden. Op Bugle Hill nemen we een kijkje bij de Nandi monoliet ... (Nandi Shiva's rijdier) Bangalore Palace een replica van Windsor Palace lijkt ons een beetje een misplaatste grap maar ja, wie rijk is .... Na een bezoekske aan 't postkantoor houden we Bangalore voor gezien.
Het wordt weer een dagske reizen met hier en daar een halte aan een rijstveld, een tempel, een restaurantje. In Mamallapuram heel vlug een goed GH gevonden - gelijkvloers met tuintje en gezellig restaurant onder de bomen en ook nog in 't centrum. Zalig gewoon. Alles wat we nodig hebben. We bellen de kinderen. Struinen door de straten en lopen in en uit piepkleine winkeltjes. De tempelsites liggen ook zeer mooi. De Shore tempel is vooral mooi door zijn ligging. Deze zorgde er echter ook voor dat er veel erosie was door water en wind. Eens onder bescherming van de Unesco werd een grote rotswand gebouwd voor beschutting. Arjuna's Penance gekerfd in de rotsen.. ik vond vooral de olifanten mooi Ganesh Ratha - tempel gebouwd in de vorm van een karos. Nabij de zee de Five Rathas - 5 tempels in de vorm van karos. En nog een hele boel kleinere maar zeer mooie sites in die oker kleur. 's Avonds gaan we naar de dansperfomances van het Pongal festival. Een drukke dag en eigenlijk zouden we hier veel langer willen blijven maar.... nog zoveel moois ligt op ons te wachten.
De stad Pondicherry, een voormalige Franse kolonie staat helemaal in 't teken van de Sri Aurobindo Ashram, gesticht door de mysticus Sri Aurobindo. Overal in de stad zijn er gebouwen en GH'ses gerelateerd aan de Ashram. The Marble Samadhi in de Ashram bevat het stoffelijk overschot van beide leiders. De stad doet Mediteraans aan met nette en groene boulevards. De straten heben Franse namen, De Indiase politieagenten dragen uniformen die heel Frans aandoen. Rond de tempel kan men zich door de tempelolifant laten zegenen Pondicherry ligt aan zee maar heeft zelf geen strand, daarvoor gaat men naar Auroville. Er is wel een aangename strandboulevard met restaurantjes en waar druk geflanneerd wordt. Ons beviel het hier wel.
Noord van Pondicherry ligt Auroville, een kibboetsachtig dorp waar idealisten uit de hele wereld samenwerken voor een betere leefwereld. Het werd gesticht naar aanleiding van een droom van één van de volgelingen van Sri Aurobindo, een Française. Sri Aurobindo concentreerde zich op het geestelijke leven, zij nam de organisatie voor haar rekening. Ze werd bekend als "the Mother" Volgens haar zou er ergens op aarde een plek moeten zijn die aan geen enkele staat toebehoorde, waar men kan leven zonder staatsburger te zijn van een bepaald land, waarvan geen enkel ander land de eigendom zou kunnen opeisen. Een plek waar alle mensen van goede wil, oprecht in hun doelstelling, vrij als wereldburgers zouden kunnen leven. Een modelstad voor een ideale samenleving. India schonk het terrein en deed afstand van alle rechten. Bij de aanleg is aarde uit 121 verschillende landen samengebracht in een heel grote urne. Het spirituele centrum is de Matrimandir, een imposant gebouw voor samenkomsten. Binnenin kan men een reusachtig kristal bewonderen. De huizen liggen verspreid op over het terrein. Iedereen betaalt, draagt bij naar eigen kunnen. Het centrum is zelfbedruipend. Er zijn ambachten, groententuin, school en ziekenhuis. Een proefperiode gaat de toetreding tot de gemeenschap vooral en ieder lid beslist mee over het al of niet aangenomen worden. Ons viel vooral de serene sfeer op en de rust.
De eerste stop vandaag en we gaan weer op tempelbezoek. Thanjavur was de hoofdstad van de Chola Koningen. Brihadishwara temple is in 1010 door Raja Raja gebouwd en behoort tot de mooiste van India - gewijd aan Shiva als Nataraja, koning van de kosmische dans. Meer dan 200 lingans staan in schrijnen op de omringende muren, de meeste afbeeldingen gaan over dansen , hett verhaal van het huwelijk van Shiva met Paravati en Shiva in de 108 houdingen van de Bharata Natyam. Een van de weinige Indische tempels die opgenomen zijn in de lijst van ons werelderfgoed. Heel mooie tempel maar voor ons vooral heel aangename plaats.
De geschiedenis van Trichy start voor onze jaartelling. Even viel ze ook ten prooi aan de Vijayanagar keizers van Hampi en bleef dat tot 1565. Rock Fort Temple staat 83m hoog op een rotsuitsteeksel. 437 ruw stenen trappen maken er een fise klim van. Onderweg komt men voor bij een Shiva tempel. Boven zijn kleine tempels uit de rots gehouwen. Sri Ranganathaswany temple is een heel groot complex en heeft verschillende toegangspoorten - rond de tempel een wirwar van straatjes. Vanop het dak van een nabijgelegen winkel heeft men een mooi uitzicht over de vele tempels en hun verschillende torens en daken. We hebben er zoveel mooi's gezien dat het achteraf heel moeilijk om alles nog geplaatst te krijgen - het ons nog te herinneren. De daken, de olifant, het Shiva schrijn en de vele mooie zuiken staan we nog goed voor de geest. Een goed bed is welkom en we hebben voorlopig genoeg tempels gezien. Prakash lacht er eens mee...
Madurai werd in de 10e eeruw voor Chr ingenomen door de Chola's, gevolgd door de koningen van Hampi en daarna door de Nayaks tot in 1781 de stad overging in Britse handen
Midden in het centrum ligt de Sri Meenakshi tempel - barokke iarchitectuur met torens vol kleurrijke afbeeldingen van de goden. Het terrein is 6Ha groot, de tempel heeft 12 mooie torens tussen de 45 en 50m hoog. Aan de ingang wordt men welkom geheten door de tempelolifant. Het museum huist in een hal met duizend pilaren allen om ter mooist. De mooiste tempel die we zagen?? Hieronder een plannetje om een idee te geven.... geen beter gevonden.
Aleppey gelegen tussen de Arabische zee en het Vembanad meer lijkt wel het Venetië van India. Grachten doorkruisen de stad en zijn overwoekerd met waterhyacinten. Eénmaal per jaar worden hier kleurrijke roeiwedstrijden gehouden nu vooral ter ere van " de toerist" Samen met Quilon vormt ze het middelpunt van een waterrijk gebied: de backwaters. Quillon ligt aan het Ashtaludi meer. De grachten en kanalen die tot ver in het binnenland reiken zijn van een onvergelijkelijke schoonheid. De engelsen bouwden het stelsel van waterwegen uit, verboden grachten, kanalen en meren, om het te gebruiken voor vervoer van mensen en goederen. Met een woonboot kan men tochten maken op de backwaters van 1 dag tot 14 dagen. Per boot is er een schipper, kok en gids die wat engels praat. Het is onvergetelijk mooi, rustig en men kijkt zijn ogen uit. Wij hebben er enorm van genoten en willen het zeker nog eens over doen voor langere tijd.
Vooral in Kochi zijn de opeenvolgende invloeden van Portugezen, Nederlanders en Engelsen nog goed voelbaar. Portugees aandoende huizen, Hollands kerkhof, het fort. De stad ligt op onderling met bruggen verbonden schiereilanden Wij struinden er door de Joodse wijk, langs de haven met zijn chinese visnetten. We bezochten 's avonds een performance van Kathakali dansen. Deze dansen worden alleen uitgevoerd door mannen en begeleidt mety tromgeroffel. Het schminken tevoren vergt veel tijd en als bezoeker kan men daar ook eens gaan kijken. De moeite waard al blijft het verhaal voor ons steeds moeilijk te volgen. De St Franciscus kerk in 1503 gebouwd De Santa Cruz Basiliek gebouwd laatst herbouwd in 1984 - de eerste kerk werd op deze plaats in de 16e eeuw door de Portugesen
Udhagamandalam zo heet het nu weer maar ik gebruik graag Ooty = een klein beetje gemakkelijker, ligt op 2240m hoogte.. Vroeger was het de streek van de Toda wiens leven in 't teken stond van de buffel..In de 18e eeuw stichtten de Britten hier een hillstation om zich vooral in de zomermaanden terug te trekken. Het leek hoe langer hoe meer op Zuid Engeland en Australië met de lage stenen cottages en mooie tuintjes, de schaduwrijke rechte lanen en de ingevoerde eucalyptus bomen. Nu zijn het vooral toeristen die Ooty bezoeken en veel is verdwenen door wildgroei van hotels enz. maar wij zagen er nog de oude kerk, privé scholen, de Ooty Club, de botanische tuin.Er is ook het paleis van de Maharadja dat gerenoveerd werd. Wij reden er naartoe met het treintje. Een enige ervaring. Vooraan zijn grote ramen en men zit op een balkon. Rijden doet men langs Wellington Station, Bristol station enz. De trein wordt geacht te stoppen aan een overweg en autobussen te laten voor gaan. De stoomfluit verwittigt mens en dier om de sporen vrij te maken. Wij waren begin Januari daar en... het was er bitter koud. Van 35°C in Cochin naar vriestemperaturen 's nachts in Ooty. Ons hotelleke was er op voorzien ... geen verwarming maar we sliepen tussen de dons. 's Morgens ontbeten met al onze jassen aan en de botanische tuin graag aan ons laten voorbijgaan ... geen wandelweer en dat was een raadsel voor Prakash want wij kwamen toch uit een koud land! Het was mooi maar graag overdoen in een ander seizoen...
Periyar Wildlife sanctuary Het park is 777km2 groot met een meer van 26km2. VanWeinig kans dus omm één de 35 tijgers en luipaarden die er te ontmoeten. Schuw als ze zijn hebben ze ruimte zat waar geen mens hen stoort. We deden een tochtje op het mooie meer en moesten vaststellen dat ook bisons en olifanten zich verscholen hielden. Antilopen, apen en heel veel fraaie vogelsoorten plezierden ons met hun aanwezigheid. Een mooie rustige dag maar niet echt wow...
Bandipur NP Dit vond ik persoonlijk een heel aangenaam park om door te rijden .. vooral ook omdat het hier weer lekker warm was na de kou in Ooty. Een heel rustig smal baantje, geen te dichte bush zodat we gemakkelijk olifanten, gazellen, apen enz. konden spotten. Voor de apen moesten we niet veel moeite doen. Van 't ogenblik dat de auto stopte zaten zetegen de voorvenster, op het dak.... In het park is ook een olifantentrainingscentrum dat kan bezocht worden...
Een stuk buiten het park op de weg naar Mysore een uitzichtpunt
In Mysore vinden we een overnachtingsplaats niet ver van Tipu Palace en hebben 's avonds een mooi zicht op de verlichte gebouwen, vooral vanop het terras van het restaurant van het naburige hotel. Een leuke plek om de avond door te brengen want ze serveren er heerlijke schotels. De mooie beplanting zorgt wel voor een overvloed aan muggen. We bezochten het prachtige paleis, bewonderden er Belgian glass, zilveren smeedwerk, geschilderde taferelen die de geschiedenis van het paleius vertellen. Chamundi Hill met de Sri Chamundeswari tempel ... pelgrims worden verondersteld de klim tevoet te doen wij rijden er met de auto naartoe en stoppen onderweg even bij Nandi. We wandelen door de markt die even kleurrijk is als die in Bangalore. Op een paar km van de stad ligt Lalitha Mahal Palace Hotel - vroeger een paleis van de Maharadja, nu een peperduur hotel. We kunnen het ons niet laten en vragen heel nederig of we er een kijkje mogen nemen en... ook hier Belgian glass en Belgian black marble... Een stad die ons kon bekoren.
De route er naartoe loopt door zeer vruchtbaar gebied. Channekeshava tempel is gebouwd op een stenen plateau. Rondom versierd met friezen - 18 grote beelden van vrouwen in dansende of rituele houding. Binnenin even prachtig.
de zusterstad van Belur heeft 2 Hindu tempels en een Jain tempel en zoals in Belur staat de tempel op een stenen platform. Ook hier de buitenmiren vol rijen friezen Hoysaleswara tempel is men beginnen bouwen rond 1120 - gedurende meer dan 80 jaar aan gewerkt en nooit afgeraakt - nu nog tonene gidsen u de plaatsen waar de friezen ontbreken. We vonden beide tempels mooi, anders dan de andere maar..... we waren een beetje tempel ziek en vermoedelijk hebben we er niet van meegedragen wat er te rapen viel maar .... genoeg is genoeg.
Na Belur en Halebid gazan we overnachten in Mangalore. Een chic hotel. 's Avonds loodst men ons naar het airco restaurant maar we kunne ze overtuigen om toch in dat met de fan en openstaande deuren een plaatsje te krijgen. We zitten weer tussen de Indiërs en genieten van de luxe die ons geboden wordt. Voor wie alleen rondtrekt is het zeker de moeite de echte Indische hotels eens na te kijken ipv die uit LP en alle andere gidsen. de prijs ligt er een schijntje hoger maar de service is onbetaalbaar. Morning tea en krant aan bed. Verwarmde handdoeken voor de douche enz.. We rijden noordwaarts. Onderweg is er veel volk op de been en schalt er muziek uit de luidsprekers. Ik hoef het niet meer te zien maar mijn ventje bruist nog van energie en gaat op stap. Het zijn tempelfeesten en heel vlug betrekken ze hem bij 't gebeuren... Ik stuur Prakash er opuit om te gaan kijken waar hij blijft en ze komen beiden terug met een tika... 't was goed...
Voor we naar huis gaan willen we weer wat bekomen. Prakash rijdt met ons naar Murudeshwar Beach het Naveen Beach resort.... buiten het bereik van de buitenlandse toeristenstroom en halfweg tussen Mangalore en Goa. Er is slechts één ander Indisch koppel en we hebben de tuin voor ons alleen. Heel even wordt het druk als er een hoge beambte langs komt om te eten en te vergaderen. Jawadde.... die heeft een heel leger personeel bij ... De bodygards weten niet goed wat ze met ons moeten doen Het stoort hun blijkbaar dat we daar zitten maar op dat gebied zijn wij Oost Indisch doof. Eentje wil naar ons komen maar wordt door een andere teruggeroepen. 'k Wil gaan vragen wat ze van ons willen maar 't ventje houdt me tegen... moei er u niet mee ... We hebben er een fijne tijd ... kortbij strand, niet om te zonnen maar om de bedrijvigheid te volgen, dicht bij centrum om rond te struinen en ons tegoed te doen aan lekker fruit. 't Ventje wandelt tot boven op de heuvel waar een tempel en beeld van Shiva staat.
In Colva Beach, binnen bereik van de luchthaven, houden we nog een paar dagen rust voor we terugvliegen. Naam van hotel vergeten maar er zijn er heel veel en veel toeristen. Aan 't strand zijn er grote open restaurants en vermoedelijk heeft 't ventje daar toch iets gegeten dat hem later opbrak (wou gebakken aardappelen) We nemen in Goa afscheid van onze chauffeur.... zeer dankbaar voor de mooie en veilige trip
Bij de tussenstop in 't Midden Oosten wordt mijn ventje plots onwel, moet overgeven ..hij dacht eerst dat het van de geuren in de luchthavenhal was maar ikhad andere vermoedens. De ganse terugvlucht is hij onpasselijk geweest.. Gelukkig had ik mijn medikatie in de handbagage.
Thuis hadden de kinderen de verwarming aangezet en eten klaargemaakt: gelukkig geen rijst
Niettegenstaande ik onderweg goed gegeten had en geen problemen staat rijst voor mij niet meer op 't menu....
De "straat" in India is chaos en het is "ondergaan" want gewoon worden zullen we het nooit. Meegaan in de stroom en niet gaan vergelijken van...bij ons... Men woont in een huis, als men dat al heeft, maar men leeft op straat. En de mens deelt die straat met al wat 2 of 4 poten heeft met al wat wielen heeft. Ieder doet zijn ding...op zijn eigen manier en volgens zijn eigen regels... De straat ligt vol koeiendrek, rot fruit, plassen doen vrouwen in 't midden op de stoep..even door de knieen en de rok wat opheffen...en uitlaatgassen mengen zich met de geuren van eetstalletjes .... stikkend heet. 't Verkeer heeft regels maar niemand die er zich aan houdt. Ze storen zich hier niet aan decibels. Mijn ogen hebben zoveel te zien dat mijn inprenting er door gestoord wordt ...kleur en kleur en nog eens kleur. Eigenlijk moet men het ondergaan om te weten wat het is. Men houdt van India of men verfoeit het. Kan me niet voorstellen dat er een tussenweg is want alle zintuigen staan hier werkelijk op scherp. Maar de Indiër, die leeft rustig voort ....zolang hij zich niet gemotoriseerd moet gaan verplaatsen. In hun auto's zijn ze "gek" Aan een bushalte wil iedereen het er eerst in maar ook als eerste uit ...vlug vlug om daarna gehurkt aan de straatkant te gaan zitten.... Aanschuiven in een rij voor tickets is een aanslag op mijn privacy. Ze denken blijkbaar dat hoe korter de rij, hoe vlugger het gaat. Ze persen zich dan ook tegen mekaar aan en ik heb herhaaldelijk mijn stem in 't plat vlaams verheven en gesticulerend wat ruimte moeten scheppen. Goeroe's en sadou's moeten met respect bejegend worden al heb ik het niet zo gezien op die onverzorgde venten. De armoede en de daklozen een aanslag op ons hart maar ook niet te vatten met onze logica. Aan een "uitgemergeld graamte" geven we chapati's, hij kust onze voeten en geeft de chapati's aan de koe op straat.... waar moet ik dat plaatsen? boetedoening? offeren aan een hoger wezen? De straat in India is toutcourt een aanslag op ons westers voelen en denken....
De tempel neemt een zeer grote plaats in in 't leven van de Indiër, zowel bij de Hindu als de Jaïn Het is er dan ook steeds druk. Elke tempel heeft zijn eigen monniken, goeroe's, sadou's en soms tempelolifanten - de meeste tempels zijn ook aan verschillende goden gewijd. De hiërarchie van en verbanden tussen die goden zijn voor mij te moeilijk. 'k Weet dat Brahma de schepper is, Vishnu de bewaarder en Shiva de vernietiger. Sommige heiligdommen zijn continu te bezoeken andere bevinden zich achter gesloten deuren en worden slechts op zeer bepaalde tijden aan 't publiek getoond met als gevolg: hysterisch dringen om er als eerste binnen te komen... niemand wordt ontzien en mensen vertrappelen hoort er bij. Meestal echter gaat het er zeer vredig aan toe. Mensen komen offeren, met mekaar praten, aan de watertank hun was doen - voor armen is er steeds eten in de tempel. Offergaven, vooral bloemen, bananen, rijst en water kan men op het terrein zelf kopen en worden dikwijls wat aan de toeristen opgedrongen... Ook een zegening van de olifant krijgt ge niet zo maar. De meeste tempels zijn juweeltjes. Men wordt geacht zijn schoenen uit te doen bij 't betreden uit eerbied maar.... Indiërs spuwen en overal liggen oranje klodders... wij dus oude sokken mee die we houden voor tempelbezoek.
Nog meer dan in de rest van Azië is eten in India een ervaring. Als op de menu kaart "meal" staat verstaan ze daar gewoon Thali onder .. een schotel rijst opgediend met linzen (dahl) en sambars (allerlei sausjes met dahl, groentenpureetjes met tamarind, chutneys enz.) Soms opgediend op een grote schotel, hoop rijst in 't midden en katoris (potjes) met de sausjes errond - samen aan dezelfde schotel Soms opgediend op een bananenblad. De ober legt het bananenblad en rijkt u water aan om over het blad te smossen (om beter te schuiven? maakt het voor ons moeilijker ) daarna droppen ze daarop de rijst en in hoopjes errond de bijhorende sausjes. Men heeft vegetarische en andere met schaap, kip enz.. De hoeveelheid is onbeperkt, van 't ogenblik dat ze zien dat iets opgeraakt wordt royaal bijgevuld... Maar gegarandeerd altijd spicy. In afgelegen streken is er ook voor de toerist 3x rijst per dag onder verschillende vormen - wij vonden de rijstkoekjes die we in gelei dopten wel eetbaar. Steamed rice met veel fruit onder gesneden..En nan....het platte, dunne brood dat we sopten in hete sausjes of bestrooieden met suiker, smeerden met confituur....al naargelang het uur van de dag ('s morgens rice/dahl???? niet voor onze magen) We vergingen niet van de honger maar zochten regelmatig onze toevlucht in restaurants waar ook westers te eten viel.
Fruit is er in overvloed en lekker zoet. Koffie wordt geserveerd met het bezinksel - heel lekker en zoet. Daarom heb ik altijd een klein filterzeefje mee..een reserve tas en, laat ze maar lachen maar ik kan van mijn tas koffie genieten Thee zetten ze heel sterk en een kom kokend water wordt graag bijgebracht. Water staat er steeds op tafel, doorgaans wel vooraf gekookt maar we wagen er ons niet aan. Indiërs zijn snoepers en aan zoets en lekkere dessertjes geen gebrek.
Uit eten gaan in een goed restaurant buiten de toeristische route is een ervaring. Rijke Indiërs laten zich verwennen. Tafel en bestek in ongeziene pracht (allé voor mij toch) Met veel ceremonie en égards van het personeel maar.... ook van de andere gasten... Van dit diner met 5 gangen, kostprijs 420BFr/2 personen, genieten we nu nog na. Heb nog altijd spijt dat ik daar geen foto's heb kunnen/durven nemen maar 't zit diep in mijn hartje.
Wat we overal ter wereld graag doen is langs de markten lopen. En aan markten geen gebrek in India. Op kleinere markten komen de omwoners gewoon hun eigen teelt of zelfgemaakte producten aanbieden, op andere is er een beestenmarkt met doorgaans graatmagere dieren die hier en daar een laagske verf kregen als versiering, 't zij de horens, 't zij de poten. De 2e handsspullen zijn bezienswaardigheden. En steeds een stand met felle gekleurde poeders. De steden hebben grote overdekte markten en die van Bangalore is gekend voor zijn groot aanbod. Die overdekte markten zijn voor mij een probleemke om er binnen te komen. De toegangen zijn versmald met ijzeren of betonnen palen zodat de koeien er niet tussendoor kunnen om ravage aan te richten... .
Bij 't verlaten van de luchthaven leerden we onze chauffeur kennen die gedurende al die weken met ons door Zuid india zou rijden: Mr Prakash. Hij was verwittigd dat er een rolstoel meeging en voelde zich daar in 't begin wat onwennig bij. Het was dus wel even wennen de eerste dagen. Hij was vriendelijk gereserveerd. en voor mij de eerste keer ver weg met mijn charette. Na een paar dagen had hij wel door waar onze interesses lagen, zowel voor 't bezoeken van sites, het uit eten gaan als het zoeken van onderdak. Hij bracht ons veilig door het land al hebben we de eerste dagen wel af en toe de ogen gesloten.. Indian roads = no rules en ja, Indiërs hebben verschillende levens ... maar vlug duidelijk gemaakt dat wij er maan ééntje hebben. Af en toe kwam hij onderweg collega's tegen en was een avondje vrijaf welkom ..het was hem graag gegund. Een formule zeker voor verhaling vatbaaar.
Eén van de opdrachten voor vrouwen bij de aanleg of onderhoud van wegen is stenen kappen - oud en jong zagen we aan de straatrand zitten om stukken rotsblok manueel in steeds kleinere stukjes te kloppen. Onder het motto: waarom het machinaal doen als er zoveel arbeidskrachten voor handen zijn .
De Unesco heeft veel tempels onder haar bescherming en doet er alles aan om in stand te houden. Restaurateurs van overal ter wereld zijn hier werkzaam om dat fijne werk te doen. De vrouwen, die kloppen de stenen klein en vermalen ze tot gruis.
Zuid India - ambachten - van suikerriet tot suikerklomp
Wij wonen in een streek waar veel suikerbieten worden geteelt, niet zo ver van Tienen. We hadden dan ook het geluk de suikerfabriek te hebben mogen bezoeken.
Overal in India wordt men geconfronteerd met suikerriet. Het geperste sap wordt langs de straten verkocht, al dan niet met een fluokleurtje, en de Indiërs zijn er gek op. Op de markten en in winkels verkoopt men de suiker in donkerbruine klompen. Het persen is een hard en kleverig werk. Via plastiek slangen (die lekken) wordt het sap in een groot openvat aan de kook gebracht tot het een harde gecarameliseerde massa is.Eens afgekoeld wordt het in klompen gesneden en in oud krantenpapier verpakt en verkocht.
Van de cocospalm wordt alles gebruikt. De vezels van de stam worden geplukt, gedroogd en tot koorden getwist. Daarna vooral verkocht op markten. Heel de familie wordt erbij betrokken en iedereen heeft zowat zijn vaste taak. Zeer arbeidsintensief en het brengt niet veel op maar zelden zo'n gelukkige en tevreden mensen ontmoet. We hadden hier graag ons kampeerautootje bij gehad om een tijdje op hun erf te verblijven........
We zijn dit jaar al heel wat onderweg geweest. Om 't jaar af te sluiten reserveerden we een last-minut Egypte boottocht op de Nijl vanaf Luxor en kleefden er een verblijf in Hurghada aan vast. Op de luchthaven in Luxor werden we opgewacht door een hostess. Ze wilde onze passen voor het verblijfsvisum ... dat doen we zelf wel en ... dat stond haar niet erg aan. Uiteindelijk betaalden wij voor die stempel 10 minder Met de bus naar een parking nabij de ligplaatst van de boten. Onze bagage wordt naar de boot gebracht en wij mogen volgen. Ze stappen nogal ferm door en ik op mijn krukken kan met moeite volgen... de hostes erop attent maken helpt niet meer ....volg maar. We zien gelukkig waar ze opstappen maar.... er liggen een heel deel boten naast mekaar en we moeten van de ene op de andere .. de overstappen soms hoog .. gelukkig krijg ik hulp van de bemanning. Eindelijk op onze boot heb ik met haar wel een hartelijk woordje gewisseld. We krijgen wat uitleg en worden aan een lokale gids voorgesteld die ... Nederlands praat.
Het verblijf op de boot is aangenaam. Het weer mooi en we genieten op het dek van het voorbijglijdende landschap. Over het eten aan boord viel niet te klagen, ook niet te stoeffen. Dranken zijn appart te betalen en duur. Waarwe konden deden we in de steden onze voorrad fruit en drank in. Op de boot wordt nogal gepusht om sieraden enz. te kopen - leuk maar niet waardevol.
De meeste bezoeken heb ik mee kunnen afleggen en 't was wondermooi en met volle teugen genoten. Slechts één maal was het genoeg en heb ik me buiten op een bank onder een afdak geïnstalleerd terwijl mijn ventje nog wat graven ging bezichtigen. De tocht met de calèche in erfud gaat te dwaas om er echt te kunnen van genieten.
Met de bus naar Hurghada - lange rit - zogezegd in konvooi maar daar had ik mijn vragen bij
Hurghada - een weekske rusten - ontdekt dat het verschrikkelijk kan waaien - 's morgens en 's avonds frisjes
Tempel van Karnak "In het noorden van Luxor ligt de tempel van Karnak, die drie goden eert: Montu, een oude lokale strijdersgod; Amon, de belangrijkste god van Thebe; en de godin Mut, vrouw van Amon.
De bouw van de tempel van Karnak begon in het Middenkoninkrijk en werd voltooid tijdens het Nieuwe Koninkrijk, zowat 1.600 later jaar. Elke opeenvolgende koning van deze era voegde iets aan de tempel toe, die twee hectaren land groot is.
Een weg van sfinxes met de hoofden van krullend-gehoornde rammen leidt tot de ingang aan de eerste pyloon. . Tussen hun poten is een klein beeldje van Rameses II, die de beroemde Slag van Kadesj tegen Hittites in Syrië won (1274 v. Chr.)"
Tempel van Luxor
De tempel van Luxor ligt midden in de huidige stad. Het is een van de best bewaard gebleven tempelcomplexen uit de Egyptische oudheid. De tempel is gebouwd door Amenhotep III en Ramses II, en gewijd aan de Thebaanse drieëenheid Amon, Mout en Chons. De tempel diende voor de processie ter ere van Amon bij het begin van het Egyptische nieuwe jaar. Een indrukwekkende laan van sfinxen voert naar de toegangspoort. Vroeger verbond deze laan de tempel van Luxor met de tempel van Karnak. Er zijn plannen om deze processieweg weer geheel in de oude staat terug te brengen.
Twee kolossen van Ramses II houden bij de ingang wacht. Vlakbij staat de uitzonderlijk fraaie roze granieten obelisk van Ramses II. Een tweede obelisk werd door Mohammed Ali in 1831 aan Frankrijk geschonken, en siert nu de Place de la Concorde in Parijs. De belangrijkste gebouwen van het enorme tempelcomplex zijn de tempel van Amon-Re, de tempel van Seti II gewijd aan Amon, Mout en Chons, de tempels van Ramses III, de befaamde grote hypostylenzaal met zijn enorme zuilen en het Amenhotep III-binnenplein. Het oudste gedeelte van het complex, de tempel van Amenhotep, is met zijn zuilen en kelkkapitelen zeker het fraaiste geweest.
Het dal der koningen
Het dal der koningen is in tegenstelling tot wat je vooraf denkt niet een lieflijk dal met veel groen bij de Nijl. Het wordt er in de loop van de dag heel heet en de witgrijze rotsbrokstukken weerkaatsen het licht.Voor de oude koninklijke Egyptenaren die hier zijn begraven had het dal de betekenis dat hier in het westen de zon onderging die de volgende dag telkens weer als herboren in het oosten opkwam. Zo zouden ook zij herrijzen uit hun graven. Het gebied wordt daarom in diverse oude geschriften 'het prachtige westen' genoemd.
Na de periode van de pyramides zijn de oude Egyptenaren om nog steeds niet geheel duidelijke redenen overgegaan tot het begraven in graftombes in deze omvangrijke begraafplaats.Helaas mogen er nergens foto's worden gemaakt in de graftombes die te bezichtigen zijn, want die zijn voorzien van prachtige tekeningen,schilderingen and beautiful carvings. Dit is eigenlijk maar goed ook, dit belangrijke stukje historie moet wel zo veel mogelijk in takt worden gehouden.
Via de paden kom je bij de graftombes. Voor een graftombe bevindt zich meestal een prattegrond met een beschrijving.
In de graftombes gaat men natuurlijk een aantal meters onder de grond. In sommige bevindt zich nog een stenen sarcofaag, maar wat er te zien is, is met name aangebracht op de muren en de plafonds. Daarop wordt met name het oude Egyptische idee over het leven na de dood weergegeven en uitgelegd. Het gaat over de nachtelijke reis (12 uur corresponderend met twaalf kamers waarin deze zich afspeelt) van de zon en haar scarabee-achtige wedergeboorte in de ochtend.
Hier kunt u tevens het graf van Toutanchamon vinden. Deze overigens blijkbaar maar kleine graftombe is zo beroemd geworden omdat haar ontdekking een indruk bood van de geweldige schatten die de doden in hun graven werden meegegeven. Veel van deze schatten uit deze tombe zijn te bewonderen in het Egyptisch Museum te Cairo en helaas mag ook daar niet worden gefotografeerd, maar wij kunnen u verzekeren dat het ongelofelijk veel en prachtig was. Toetanchamon was pas 18 jaar toen hij plotseling stierf. Omdat alles na duizenden jaren ongeschonden te voorschijn is gekomen, zijn we via deze tombe heel veel aan de weet gekomen.
In het Dal der Koningen bevinden zich een dikke zestig graftombes, waarvan er 25 van koningen zijn en de overige (relatief eenvoudige) van hoge hoffunctionarissen.Het is heel merkwaardig en heeft iets mysterieus om in dit gebied rond te wandelen met zijn veelvuldig omgewoelde rotsblokken.
Vallei der koninginnen
Deze vallei bevindt zich in het uiterst zuidelijk gedeelte van de Thebaanse necropool. Hier werden vanaf de 18de dynastie de eerste prinsen en prinsessen van koninklijke bloede, maar ook andere belangrijke personen begraven. Ook werd hier vanaf de tijd rond van Ramses II, de koninginnen die de titel 'koninklijke gemalin", droegen begraven. En tijdens de 20ste dynastie veranderde Ramses III de traditie en liet hier graven voor enkele van zijn kinderen maken. De Wadi el-Melikat, zoals het Arabische bevolking de vallei noemt, dank zijn naam aan Champollion. Ook deze plaats was net als de Vallei der Koningen heilig. Volgens oude Egyptenaren was de grot symbolisch voor de buik of de baarmoeder van de goddelijk koe (Hathor) waaruit het water stroomde dat de aanstaande verrijzenis van de overledene voorspelde die op deze bevoorrechte plaats begraven was. De graven kunnen in twee groepen worden verdeeld. Tot de eerste groep behoren de grafschachten (meer dan zestig) die tot de 18de dynastie teruggaan en tot de tweede, de grote Ramessaanse graven van de 19de dynastie, die een complexe structuur vertonen en uit echte begrafenisvertrekken bestaan, deze laatste lijken veel op de graven in de Vallei der Koningen, alleen wat eenvoudiger. De eerste gemalin die hier werd begraven was Sat-Ra, echtgenote van Ramses I en moeder van Seti I. Na het einde van de Ramessaanse periode en de daaropvolgende systematische schending door grafrovers, werden de begrafenissen in de vallei hervat. Vanaf de 21ste dynastie en in de Derde tussenperiode werden graven een begraafplaats voor personen die niet van koninklijk bloed waren. In het begin van het Romeinse Rijk veranderde de vallei in een openbare begraafplaats tot halverwege de 4de eeuw v. Chr. toen de Kopten zich hier vestigden. Zij verbranden vernielde graven en verbranden het klooster, Deir Roemi, hiervan zijn de ruines nog te zien. Al tijdens het uithakken van de graven moet bekend zijn geweest dat deze rosten niet geschikt waren, zei moesten daarom maatregelen nemen, ze gebruikte muna, een speciale pleister die vaak hele wanden en plafonds van de graven bedekte. Soms was de kwaliteit zo slecht dat de architecten opdracht gaven op een nieuwe betere plaats opnieuw te beginnen, hierdoor zijn eer veel onvoltooide graven. De eerste archeoloog die hier systematische opgravingen verrichte was de Italiaan Ernesto Schiaparelli, die in de periode tussen 1902 en 1906 werkte, samen met een Egyptoloog Francesco Ballernini. Zij ontdekte de belangrijkste graven, zoals de kinderen van Ramses III "Setherchopsjef, Chaemwaset en Amonherchopsjef, maar ook het graf van Nefertari, de vooraanstaande koninklijke gemalin van Ramses II", een van de mooiste graven van alle Thebaanse graven. In 1970 ging een aantal projecten van start, die door het CNRS van Parijs, het Louvre en het CEDAE en door de Egyptische oudheiddienst werden uitgevoerd. De graven werden schoongemaakt en opnieuw bestudeerd, en er kwam een systematische analyse van alle gaven.
Hatshepsut was de enige vrouwelijke farao die Egypte regeerde. Zij was getrouwd met Tuthmosis II, die stierf voordat zij een zoon had voortgebracht. Hatshepsut nam de zaken voor de nog zeer jonge troonopvolger Tuthmosis III waar. Toen Tuthmosis III oud genoeg was om zelf te regeren weigerde ze evenwel om de macht uit handen te geven.
Ondanks de afwijkende vorm harmonieert de gedeeltelijk in rotsen gebouwde tempel van Hatshepsut met het landschap. In de tijd dat de tempel gebruikt werd stonder er bomen en bloemperken omheen, wat de tempel een heel ander aanzicht gaf. De toegangsweg naar de tempel was geflankeerd door sfinxen met het hoofd van de koningin. Hiervan is niets meer over, net zo min als van de eerste pyloon. De tempel begint daardoor bij het eerste terras. Vandaar gaan twee flauw hellende paden naar de bovenste twee van de drie verdiepingen tellende tempel. De zuilenrij van het eerste terras wordt in tweeën gedeeld door de hellingbaan, die door twee leeuwen bewaakt wordt, en bestaat uit twee keer elf zuilen. Achter de zuilen zijn mooie reliëfs verborgen; ze vertellen het verhaal van het vervoer van twee obelisken van Aswan naar Karnak, waar een van de twee nog steeds overeind staat.
Via de hellingbaan wordt het tweede terras bereikt. Ook hier is de zuilenrij onderbroken. De geboortehal aan de rechterkant bevat veel reliëfs over de geboortelegende van Hatshepsut; de verwekking van de nieuwe koningin door de god Amun, die de gedaante van Tuthmosis I heeft aangenomen, het 'maken' van het lichaam van Hatshepsut op de pottenbakkersschijf door Heket, de godin van de verloskundigen (te herkennen aan de kikkerkop), de hoogzwangere moeder wordt door scheppergod Khnum en Heket naar de verloskamer begeleid, waar de goddelijke geboorte in een baarstoel plaatsvindt. De nieuw geborene wordt ten slotte aan de goden van Egypte voorgesteld.
Hatshepsut wordt altijd voorgesteld als een man, met het bekende koningssikje onder de kin. Dat er weinig afbeeldingen van haar overgebleven zijn komt door Tuthmosis III, die na haar door de meeste afbeeldingen en cartouches weg liet halen. Tuthmosis III had namelijk een grondige hekel aan zijn stiefmoeder, die hem als regentes 22 jaar lang uit de koningszetel hield.
Aan dezelfde kant als de geboortehal bevindt zich de Anubis-kapel, gewijd aan de dodengod en uitvinder van het beheerste mummificatieproces. Mooie reliëfs tonen verschillende offertafels. Tuthmosis III heeft de offerscène van Hatshepsut laten weghakken.
Links van de hellingbaan is op de Punt-colonnade een gedetailleerd verslag te zien van het handelsexpeditie naar Punt. Via ruilhandel verkregen de Egyptenaren tal van exotische producten waar zij, gezien de uitbundige terugtocht en thuiskomst, erg blij mee waren.
Aan de linkerkant van heet tweede terras staat ten slotte nog een kapelletje van Hathor, de godin die onder andere de dodensteden beschermde. De kapitelen van de zuilen zijn met haar hoofd versierd. De reliëfs zijn ook hier goed bewaard gebleven. Er is onder meer een processie te zien en een afbeelding van de koningin met een heilige koe. Opvallend is ook dat er beeltenissen van de architect Senenmut, in de nissen aan de achterzijde, in de rotskapel zijn aangebracht. Men vermoedt dat de architect, die een innige relatie met de koningin had, deze zonder toestemming heeft laten aanbrengen en dat hij uit de gratie is geraakt toen zij de reliëfs ontdekte.
Een tweede hellingbaan komt uit op het derde terras. In het verlangde van de weg ligt tegen de rotsen het allerheiligste, waar de dodencultus bedreven werd. Men neemt aan dat het hele, nu kale, terras volgestaan heeft met zuilen. De zuilenrij is wel bewaard gebleven; ervoor staan kolossale standbeelden van Hatshepsut met koningsbaard. Er zijn twee cultusruimten: het heiligdom van Hatshepsut en het heiligdom van Re.
Twee grote enorme stenen beelden stonden aan weerszijden van de deur aan de eerste pyloon van de dodentempel van Amenhotep III. De tempel is totaal vernield, maar werd gezien als een van de mooiste tempels van Thebe. Door de jaarlijkse overstromingen en het gebruik als steenhouwerij voor bouwmaterialen is het gesloopt. De twee kolossen ,die de goddelijke farao voorstellen zijn het beste bewijs voor dit mooie bouwwerk. De twee 16,6 meter hoge beelden gehouwen uit twee kwartsieten rotsblokken zijn van de steengroeve van Jebel el-ahmar nabij Cairo afkomstig. Tengevolge van een aardbeving in het jaar 27 v. chr. stortte de noordelijke kolos gedeeltelijk in. Sinds die tijd vond elke ochtend een buitengewoon fenomeen plaats; Tengevolge van de opwarming overdag door de zon na de vochtigheid van de nacht, maakte het beeld geluiden, die op het geluid van een citer leek. De oude Egyptenaren verklaarden dit als een legende van Homerus over Memnon, de zoon van Eos en Titon, die door Achilles werd gedood en in Thebe als beeld terugkwam en elke ochtend klaagde als hij zijn moeder in de hemel ontdekte. Dit fenomeen, dat in de oudheid zeer beroemd was en talloze bezoekers uit elke hoek van de regio aantrok verdween na de restauratie die keizer Septimius Serverus aan het einde van de 2de eeuw n. Chr. had bevolen.
Esna
Esna (Isna) ligt zowat 53 kilometer ten zuiden van Luxor bij Ad-Dair. Esna was lang het eindpunt van de karavaanroute en was altijd een drukke marktplaats. Begin deze eeuw werd het, na de bouw van de grote Nasserdam, een belangrijk landbouwgebied. Midden in de bazaarwijk staat negen meter in onder het niveau van de nieuwe straten de, overvloedig versierde, tempel van de godsram Chnum. De god van de schepping werd hier alleen vereerd tijdens hetNieuwe Rijk. De zuilenhal gaf toegang tot de overdekte tempel die in de 2de eeuw gebouwd werd door de Ptolemeus-dynastie. De zuilenhal werd aangelegd door de Romeinse keizers Claudius en Vespasianus, maar dat was 200 jaar later. Esna is een van de best bewaarde Grieks-Romeinse tempels van het land. Op de zuilen staan ook de namen gegrift van Romeinse keizers, die het heiligdom bezochten. Hun offeranden zijn afgebeeld op reliëfs. Het gebouw is ongewoon door de vormrijkdom van de bloemkapitelen van de vierentwintig zuilen en de vele religieuze hiërogliefen waarvan nog maar een deel is ontcijferd. Er zijn ram-hiërogliefen en krokodil-hiërogliefen. Vermoed wordt dat de hymnen aan Chnum gericht zijn. De tempel werd indertijd omringd door tuinen, lanen met sfinxen (dromod) en kanalen.
Meer dan waarschijnlijk ligt nog een belangrijk tempelgedeelte achteraan onder grond en hedendaagse woningen verscholen. Omdat onteigenen te duur zou uitvallen, heeft de overheid nieuwbouw en restauratie verboden, in de hoop de omwonenden ooit tot verhuizen aan te zetten. Bepaalde zolderingen van de tempel zijn verkoold. Dat is een gevolg van de eerste christenvervolgingen. De betrokkenen verschansten zich hier en leidden een verborgen bestaan..
Edfu
Edfu (Idfu) ligt halverwege Luxor en Aswan en is een kleine provinciestad. Zij was een belangrijk handelscentrum onder de farao's. De pilonen van de tempel, gewijd aan de valkgod Horus, zijn vanop afstand zichtbaar. Men komt er via een brede Nijlbrug. Het gebouw is vrijwel onaangetast gebleven. Hij wordt door een granieten beeld van Horus. Na die van Karnak is dit de oudste bewaarde tempel van het land. De geschiedenis van Edfu dateert al van het Oude Rijk. De oude stad bestaat niet meer en ligt bedolven onder de nieuwe. De bouw van de 137 meter lange en 79 meter brede tempel begon in 237 voor onze jaartelling onder Ptolemeus Euergetes I en werd in 57 voor onze jaartelling voltooid onder Ptolemeus XII, de vader van Cleopatra: een penode van 180 jaar dus. Van de oudere gebouwen is alleen nog een poort te bewonderen uit de regeerperiode van Ramses II. Langs de weg naar het centrale heiligdom ligt een geboortetempel. Op reliëfs wordt hier de geboorte van Horus verheerlijkt en meteen ook de goddelijke afkomst van de farao, die zich met hem identificeert. Op de kapitelen van het zuilenportaal staan afbeeldingen van de dwerggod Bes, die ook aanbeden werd bij het baren. Op de eerste pyloon, die 79 meter hoog is en 36 meter breed, troont Ptolemeus XIItraditioneel de overwinnaar van de vijanden van Horus en Hathor (in het gebied van Edfu werd zij vereerd als echtgenote van Horus). Boven het portaal schittert een gevleugelde zon. Dat is ook één van de gedaanten, die Horus kon aannemen. Het eerste hof wordt omringd door een zuilenrij van 32 stuks. De kapitelen hebben de vorm van diverse planten en op muurschilderingen worden offeranden en rituelen getoond die bij de kroning van de farao horen. Op de linkerzijde draagt hij de kroon van Neder-Egypte en rechts die van Opper-Egypte. De bootprocessie verwijst naar de bruiloft van het godenpaar. Het beeld van Hathor reisde jaarlijks van Dendera naar Edfu voor een bezoek aan echtgenoot Horus Dat was een afstand van 160 kilometer via de Nijl. Twee weken lang werd er dan gefeest. Dat was ook het geval tijdens de jaarlijkse spelen van de Horuslegenden waarbij de overwinning van het goede op het kwade werd gevierd. Op de afbeelding wordt dit gesymboliseerd door Horus met de valkenkop die een harpoen werpt naar Seth, die de vorm aannam van een nijlpaard. In de grote zuilenhal troont het symbool van Edfu, de granieten valk met dubbele kroon, en in het allerheiligste wordt de mythische grens tussen hemel en aarde gesymboliseerd door een oplopende vloer en een steeds lager wordende zoldering.
Aswan
De stad ligt op de rechteroever niet ver van de grens van 500.000 inwoners de belangrijkste stad in Opper-Egypte. Gele zandduinen glijden hier in het blauwe Nijlwater, dat op sommige plekken langs granieten rotsmassa's vloeit. Het zijn grote afgeronde vormen., die de farao's aan olifanten deden denken. Zij noemden het met palmen bedekte eiland Abu, de olifantenstad. Nu is het Elefantina. Vroeger was het een commercieel centrum en de handelsmarkt tussen equatoriaal Afrika en Egypte. Het eiland Elefantina dankt zijn naam ook aan de handel in ivoor. Het moderne Aswan ligt hier vlak tegenover en zij is de zuidelijkste stad van het land. Etnisch bekeken is het een Nubische stad. Het Nubisch gebied reikt van de Dzjebel al-Silsila tot de Sudanese hoofdstad Khartoum. De donkerhuidige, rijzige Nubiërs zijn intussen volledig gearabiseerd, hoewel in sommige gebieden hun talen Kenouzi en Mahasi nog worden gesproken en ook tradities in ere worden gehouden, zoals de witte tulband of de kleurrijke gehaakte muts. Aswan telt meer dan een kwart miljoen bewoners. De economische bloei die met de bouw van de grote Aswandam (Sadd al-Ali) was aangekondigd, is minder groot uitgevallen dan voorspeld was. De stad zelf bestaat uit twee straten, met de zowat twee kilometer lange Nijlpromenade. In de vele winkeltjes vindt men ook de meest verse specerijen van het land, zoals de pinda's (ful sudani) en de robijnrode hibiscusthee (karkade). Aswan (toen ook Sunu en door de Grieken Syene genoemd) was nog slechts een kleine marktplaats. De Perzen maakten er in de 5de eeuw een belangrijk centrum van. Uit die tijd dateren de Elefantina-papyri waarop bittere vetes werden verteld tussen een joodse militaire kolonie en de Tempel van Chnum. De priesters waren door de joden geschokt toen die paaslammeren slachtten. Alle vondsten, zoals de granieten beelden van Sarenput II en de bijna levensechte beelden van gouverneur Hekajib, die op dit eiland werden verricht, prijken in het museum van de Nubische Cultuur. Belangrijk op Elefantina is de Nijlmeter, een rotstrap die de Nijl induikt en die negentig treden bevatte. De waterhoogten staan op de zijwanden gebeiteld. Aan de hand van de waterstand kon de omvang van de oogst worden bepaald en meteen de te betalen belasting. Boven de Nijlmeter staat de woning van Wellicocks, een Brits ingenieur die meewerkte aan de eerste stuwdam van Aswan. Het huis is nu een klein museum waarin de mummie van de heilige ram Chnum prijkt.
Elefantina Abu of het Olifanteneiland (Elefantina) is 1,5 kilometer lang en is het grootste van de Nijl. Naast het heiligdom van Chnum bevindt zich een Nubisch dorp. Tempels, paleizen en woningen lagen hier in de schaduw van de palmen en van een grote vesting. Abu was een handelscentrum voor de karavanen die uit Nubië schatten aan goud, ivoor, ebbenhout en specerijen meebrachten. Eén van de belangrijkste blikvangers is de Nijlmeter. Hij is één van de drie die zin overgebleven. Hiermee werd het waterniveau stelselmatig gecontroleerd. Het eiland bevat de ruïnes van de tempels van Chnum en zijn echtgenote Satet. Zij dateren uit de regeringsperiode van Hatsjepsut (18de dynastie). Ook de Nubische godin Anqet kreeg hier een heiligdom. De Ptolemaïsche kapel ligt ten zuiden. Zij oogt prachtig vanop de Nijl. De tempels van Thutmosis III en Amenhotep III werden door de Ottomanen verwoest in de 19de eeuw. Het eiland bevat ook mooie tuinen en enkele gastvrije Nubische dorpjes met mooi beschilderde woningen. Tempel van Chnum De Tempel van Chnum ligt langs de kade op een groot terras. Hij ligt op het hoogste deel van de ruïneheuvel. De granieten poort geeft nog een idee hoe indrukwekkend het bouwwerk uit de 13de dynastie was.
Tempel van Satet Ten noorden staat de Tempel van Satet, zijn gemalin. Hij dagtekent uit de tijd van Hatsjepsut en is in de oorspronkelijke afmetingen herbouwd op een betonplaat. De reliëfs werden in het nieuwe geheel ingepast en de ontbrekende stukken werden bijgetekend. De onvoltooide obelisk Bij de granietgroeven, zuidoostelijk van Aswan gelegen, rust "de onvoltooide obelisk" . Zij dagtekent uit de tijd van Hatsjepsut (15de eeuw). De liggende monoliet weegt 1168 ton en zou met zijn lengte van 42 meter en een basis van 4,2 op 4,2 meter de grootste obelisk van Egypte geworden zijn. Dat doel mislukte omdat de steen onverwacht barste toen men hem van de granietrotsen wou afscheiden. Voor archeologen was de onvoltooide obelisk vooral belangwekkend omdat in haar nabijheid ook alle werktuigen werden gevonden die toen gebruikt werden om zulke kunstwerken te vervaardigen. Nabij de obelisk bevindt zich ook een begraafplaats van de Fatimiden.
Kitchener Island Het Bloemeneiland werd aangelegd door de Britse lord Herbert Horatio Kitchener, die einde vorige eeuw gouverneur van Sudan was. Kitchener Island was onder de Britse heerschappij het eigendom van de gelijknamige gouverneur-generaal. Zijn palmpark werd de basis voor een botanische tuin, die de Egyptische regering echter aanlegde en die nu het volledige eiland bestrijkt. Kitchener (1850 - 1916), een Ier van geboorte, onderscheidde zich in Palestina, Cyprus en Sudan. In dit Oostafrikaans land was hij gouverneur tot de Britse overheid hem in 1892 bombardeerde tot commandant van haar troepen in Egypte. Van hieruit bestookte hij succesvol de Sudanezen en versloeg hij het leger van de Arabische leider Abdullah et Taaisha, bijgenaamd de Kalief. Kitchener werd hiervoor benoemd tot generaal-majoor en baron van Khartoum. Nadien leidde hij nog de Britse koloniale troepen in India en behaalde de graag van veldmaarschalk. Hij werd vervolgens benoemd tot consul-generaal in Egypte. Tijdens Wereldoorlog II werd hij door zijn regering teruggeroepen en benoemd tot Staatssecretaris voor Oorlogszaken. Kitchener verdween in zee toen de kruiser Hampshire op een mijn botste.
Mausoleum Aga Khan Op de westelijke over ligt het Mausoleum van de Aga Khan, Nur as-Salaam of "Licht van de Vrede" geheten. Het is volledig in wit marmer gebouwd en prijkt boven aan de geelachtige duinen. Mohammed Shah Aga Khan was 48ste imam, de geestelijke leider van vier miljoen Ismaïlieten. Hij genoot een opvoeding in Europa en volgde in 1885 zijn vader op. In 1957 stierf hij, 80 jaar oud. De man was steenrijk. In 1945 werd de Aga Khan, die een robuuste figuur was, op zijn verjaardag gewogen met diamanten die nadien onder zijn volgelingen werden uitgedeeld. Zijn zoon Karim Aga Khan volgde hem op. De volgelingen zijn vooral afkomstig uit India en Oost-Afrika en deze sekte beschouwt zich als afstammelingen van de Fatimiden. De leider rust in een sarcofaag, gemaakt van witte marmer uit Carrara. Nog elke dag wordt er een roos op gelegd. Al jaren doet het gerucht de ronde dat de rozen met een privé-jet in Parijs worden opgehaald wanneer er in Egypte geen te vinden zijn. De Ismaïlieten vormen een sekte die zich tussen de 10de en 12de eeuw afscheurde van de sjiïeten. Zij bestaan nu uit twee groepen, de Bohras in Bombay en de Khojas, de grootste groep, die geleid wordt door de Khan's. De aanhang van de Khojas zou twintig miljoen volgelingen bevatten. Het mausoleum is niet altijd bezoekbaar. De Begum, de weduwe van Aga Khan heeft een hekel aan de toeristische drukte. Is zij aanwezig, dan wordt niemand toegelaten. Wie de klim naar boven doet, kan van de bewakers meestal bekomen dat hij binnenin mag fotograferen 'door de kier van de deur'. Een kleine fooi volstaat. Voor een bezoek gelden dezelfde kledijvoorschriften als voor een moskee. Een mannequin en een filmster De Aga Khan III (1877 - 1957) werd geboren in Karachi als Aga Sultan Mahomed Shah. Samen met zijn Ismaïlieten steunde hij de geallieerden tijdens WO II. Hij huwde een Franse mannequin. Zijn zoon Karim Al Hussaini Shah werd geboren in 1936. Hij was een fanaat van renpaarden. Een andere zoon Ali Khan, huwde in 1949 de Amerikaanse filmdiva Rita Hayworth (Margarita Carmen Cansino).
St. Simeon Op een twintigtal minuten wandelen staan de ruïnes van het St. Simeon - klooster waarin tot 1321 ruim 300 priesters woonden. Het klooster op de westelijke Nijloever is nu verlaten. Het was één van de grootste koptische kloosters van het land en het ontstond in de 6de eeuw. De volledige afwerking volgde pas in de 7de eeuw. Aanvankelijk was het klooster opgedragen aan Amba Hadra, een bisschop van Aswan in de 4de eeuw. In het lager gelegen gedeelte van het gebouw vallen nog koptische schilderingen te bewonderen. De verdiepingen bevatten de woonruimten van de monniken. De muren van het klooster waren oorspronkelijk tien meter hoog en zij huisvestten ook diverse wachttorens. In de 10de eeuw werd het klooster herbouwd, maar Saladin verwoestte het in 1173 omdat hij vreesde dat het zou worden ingepalmd door rondzwervende Nubische christenen. Echte opgravingswerken hebben nooit plaatsgehad.
Old Cataract Old Cataract is het hotel waar de Britse detective-schrijfster Agatha Christie de sfeer kwam opsnuiven en waar zij vanop het terras een enig uitzicht had op de stroom. Het terras is ideaal om een (hygiënisch) ijsje te proeven - er is een ruime keuze - of van een theeuurtje te genieten volgens Britse traditie. Het oude hotelgedeelte dagtekent van 1899 en is in Victoriaanse stijl opgetrokken. Het dankt zijn naam aan het feit dat het water van de Nijl hier voor het eerst op de granieten rotsen, beukt. Zo ontstaat de 'eerste cataract'. Benevens Agatha Christie verbleven hier ook Winston Churchill, Aga Khan en diverse beroemdheden. In het nieuwe gebouw van dit hotel kan taksvrij worden aangekocht.
Abu simbel
Ook Abu Simbel moest voor het water wijken en werd, met steun van de Unesco, verplaatst tot op 280 kilometer van de Sudanese grens. Gewoon gigantisch. De 3.300 jaar oude tempel ligt, 700 kilometer ten zuiden van Cairo, langs de oevers van het Nassermeer en werd gebouwd ten tijde van Ramses II en zijn vorstin Nefertari (1304-1237 voor onze jaartelling).
De tempel werd uit de bergen gehouwen. Ramses prijkt er met tussen zijn voeten een beeld van zijn moeder, koningin Touy, zijn vrouw en zijn zonen en dochters. De operatie kostte ongeveer 300.000. De tempel ligt 270 kilometer ten zuiden van Aswan. De twee tempels werden in duizend stukken van liefst 30 ton gezaagd en bovendien herbouwd in dezelfde oostwest-ligging. Dat had een belangrijke reden. De beelden van de zittende Ramses II zijn 20 meter hoog en ook de staande vrouwen en kinderen zijn meer dan levensgroot. Bovenin toont een fries 22 bavianen, die met geheven armen de zon aanbidden. Omstreeks 20 februari en 20 oktober schijnen de zonnestralen recht in het 64 meter diep in het in de rots gelegen heiligdom. De zon verenigde zich daar met de beelden van de grote goden Amon, Re, Ptah en middenin de heer Ramses II persoonlijk. Hij verscheen al als een god onder de goden eer hij overleden was en vereert hij dus ook zichzelf in de afbeeldingen, boven het portaal, van zijn offeranden aan zonnegod en valk Re-Harachti. De Oude Egyptenaren hadden dit zeer mooi berekend. De zuilenhal in de tempel bevat acht 10 meter hoge beelden van de farao. Kleurenreliëfs hemelen zijn moed op. Hij verslaat Aziaten, Nubiërs, steekt Libiërs dood, bestormt Syrische vestingen enzoverder. In het allerheiligste staan de beelden van Ptah, Amon en Re-Harachti. De kleine tempel was opgedragen aan zijn geliefde Nefertari en de godin Hathor, met wie zij wordt vereenzelvigd. Aan de voorzijde tonen kolossen Nefertari als de elegante dame met de hoornkroon van een godin. Zij is omringd door beelden van haar echtgenoot. Het binnendeel is ingedeeld door zes pilaren, versierd met Hathor-hoofden en op de heel goed bewaarde reliëfs worden verhalen verteld over de offeranden, de kroning van de farao en ook de kroning van Nefertari door lsis en Hathor.
Oktober 2000 en de grauwe dagen rijgen zich aaneen. We willen weg. Lufthansa doet een veiling op internet. We zijn nog maar bleukes op dat gebied maar ik schrijf me toch in om mee te doen. Ik kijk eerst de kat uit de boom en ontdek dat sommige vluchten de deur uit gaan voor een habbekrats minder dan die ge in 't reisbureau kan reserveren maar dat er andere zijn waarvoor zo goed als geen interesse is. We zoeken er een paar voor ons interessante bestemmingen uit qua bestemming maar ook de reisduur.. naar Hongkong of Taïpe voor 5 dagen zien we helemaal niet zitten. Joburg: de prijs schiet de hoogte in ...andere evenzeer. We wagen onze kans voor Atlanta en een paar minuten voor 't afsluiten staat het nog op 2100BFr (taksen inclusief) ..2150- 2200- 2250 Mijn ventje spoort mij aan er nog 50 bovenop te doen.... proficiat u heeft een vlucht geboekt naar Atlanta voor de prijs van 2300BF met vertrek op 28/10/2000 retour 12/11/2000 te gek. Onmiddellijk ook maar een mailtje gestuurd naar onze vrienden die ergens in Zuid Virginia toerden op dat ogenblik. Misschien kunnen we ergens afspreken. De kinderen zijn ondertussen al wel gewoon aan onze plotse reisoprispingen maar Atlanta? wat gaat ge daar nu doen? Een auto huren en heel veel gaan zien en genieten van 't zonneke.... Diezelfde avond ligt een provisoir reisplan klaar.... Wat er ginder allemaal te zien en te beleven is leest u in een volgend bericht.
Het verhaal
Landen op de grootste luchthaven van de VS is weer eens wat anders. Gelukkig hebben we "assitance" en mogen we met de rolstoel via een binnenweg langs immigratie en douane. Dat we niet weten waar we deze nacht gaan slapen is voor de afwisseling weer eens een probleem bij dr immigratie.... Zeg dan maar vlug dat ik het ben vergeten in te vullen en we naar de Day's Inn gaan... elke stad heeft er minstens ééntje dus hopelijk ook Atlanta. Voor 't afhalen van de bagage mogen we de trein op en krijgen we een sightseeïng om U tegen te zeggen. Wauw zo groot... In de folder met plannetje van de luchthaven komen we dan ook te weten dat het de grootste is. We moeten effe op de bagage wachten en weten niet wat we zien als daar plots Jos en Germaine staan. Wat een weerzien. Ze hebben hun MH op de parking van de metro gezet. Wij moeten nog ergens een wagen gaan huren en prijzen vergelijken wat niet alles is met hun verschillende verzekeringen en dekkingen. Eerst nog wat bijpraten en wat info vergaren over de stad. Volgens hen heel gemakkelijk te bezoeken. We spreken een dag af om mekaar in Charleston te ontmoeten - zullen onderweg contact houden per email.
De bagage de auto in en weg zijn wij richting noord. Willen de eerste dag buiten de stad slapen. Eens op de baan zijn we direct "in the mood" In mijn couponbook staat een goed motel in Cassville en 't is al lang donker als we er aankomen. Normaal rijden we nooit zo laat. Gelukkig nog een bed vrij. Het enige dat we vandaag nog doen is bij 7/11 onze voorraad gaan indoen.
Via toeristische baantjes rijden we door het Chattahoochee Nat.Forest de uitloper van de Bleu Ridge. Door het Cherokee Forest rijden we Tennessee in en volgen er een tijdje de rivier. Het Great Smokey Mountains National Park ligt in de uitloper van de Appalachians Mts (de appalachian trail vertrekt van hier 2000 mls- 3200km noord) Het is nog steeds één van onze favoriete parken, zeker in de herfst. We rijden het park binnen langs de noordkant via Pigeon Forge waar we geconfronteerd worden met Dolly Parton die hier geboren is. Eén van de mooiste plekjes in het park vind ik persoonlijk Cades Cove met een paar verlaten homesteads en schuren en een mooi kerkje; heel pastoraal... en er huizen beren in de omtrek. We genieten van de "indian summer" We rijden North Carolina in. Cherokee is een stadje dat nog volledig door de Cherokee wordt gerund. Er is een heel interessant museum en goede accommodatie. Een paar miles buiten het stadje begint de Bleu Rigde Parkway die over de kam van het appalachian gebergte loopt en heel mooi is om te rijden maar niet voor nu dus want ze zou ons teveel noordwaarts brengen. We doen enkel het zuidelijkste stuk Asheville is een modest stadje met als festiviteit van het jaar het Blue grass folkfestival. Het voornaamste gebouw is de Vanderbilt Estate het grootste privé huis van de VS en een copy van één van de kastelen van de Loire (naam ontsnapt me voor 't moment) In Asheville overnachten we in een Cabin op de camping.. weer eens iets anders maar heel speciaal ... de cabins zijn echte loghuts en staan apart in een stukje bos, met een houten veranda en rocking chair. Er is een gezamelijke kookplaats onder een afdak. Gezellig om een paar dagen te genieten. We verlaten de Bleu Ridge in Spruce en verkijken ons onderweg op de piepkleine dorpjes waar zowat alles in teken staat van halloween. Lake Norman op de Catawba river is een vissersparadijs en de oevers zijn verbonden door verschillende heel grote bruggen. Het is warm weer en we stoppen bijna in elke inham van de bruggen om te genieten van 't uitzicht en 't heerlijk weertje. Laten ons inwijden in 't visserslatijn en vertrekken met een plastiek zak vol "avondeten" Nabij Charlotte rijden we South Carolina in. Een bezoek aan het visitor center levert ons kaartmateriaal en een goed overnachtingsadres, we werden er verwelkomt met drankjes en koekskes. We slapen met terras op Lake Wylie Voorbij Lancaster rijden we door de cottonfields. De pluk is bezig en langs de baan staan immense balen en overal ligt het bestrooit met katoenvlokken. Florence heeft ons buiten een bed niet veel te bieden. In Nixons crossroads komen we aan de Atlantische Oceaan en de stranden. We zoeken een bed in North Myrtle beach met terras op zee en installeren ons voor de rest van de dag aan 't strand. We halen de vis uit de koelbox en steken de bbq aan. Tussen hier en Myrtle Beach centrum is er aan sommige gebouwen veel schade door een orkaan en windhozen die hier passeerden. Overal zijn ook wegwijzers voor Huricane escape roads en op verschillende plaatsen goed aangegeven shelters. We stoppen regelmatig en genieten volop van zon en strand ... op verschillende picknickplaatsen hangt een briefke met reservatie voor 't WE voor een familiebbq. We geraken nog tot in Georgetown. Georgetown heeft een mooi historic center...In het visitor center kan men een straatplannetje bekomen waar wat uitleg staat over de mooie oude huizen. Er is een rijstmuseum en in de omgeving kan men verschillende plantagehuizen bezoeken. Eéntje heeft zelfs nog een bijna intacte slavenstraat met de houten shacks en een kerkske. De streek is dan ook "black area". Langs de baan worden groenten uit eigen tuin en met grassen geweven manden verkocht. Shagging, dansen op r'n'b muziek is zowat de traditionele dans hier. Ingevoerd door de zwarten en door de blanken afgedaan als immoreel tot een voorzitter van een culturele organisatie het ging promoten. Men kan er op verschillende lokaties leren shaggen en de inwoners gaan er prat op de juiste bewegingen te kunnen demonstreren aan wie er zich aan interesseert. Charleston: een heel mooi en aangenaam stadje met een rijke geschiedenis. Gesticht in 1670 door een groepje engelse aristocraten. Door de rijst en katoenplantages won de haven aan belang. Fransen, Duitsers, Italianen enz. stroomden toe. Minstens 1/3 van de afrikaanse slaven kwamen hier aan land en werden hier op de slavenmarkt verkocht. Er leefde ook een grote groep vrije zwarten in de stad en zelden waren er onlusten.na die ene oprisping in 1823 waarna de citadel en de militaire school gebouwd werden. In 1861 begon hier de Civil War in Fort Summer. Ook WO II had veel invloed op het stadje. De haven werd heraangelegd voor wapen en troepentransport. Ze is nu nog altijd één van de belangrijkste zuidelijke havens van West VS Veel is in ere gehouden en gerestaureerd. Er valt dus heel wat te zien en zullen er gerust een paar dagen kunnen doorbrengen. We hebben met Jos en Germaine afgesproken aan de camping omdat ze hier ook cabins hebben. (met dank aan de public library's en hun pecekes die gratis ter beschikking stonden) Deze vallen echter tegen in comfort, onderhoud en prijs en we rijden naar een motel waar zij zich met hun MH op de parking installeren. Een hele avond om te semmelen.... 's Morgens is het weer afscheid nemen tot December als zij voor een paar weken naar huis komen. We rijden de volgende dagen nog wat zuidwaarts. Rockville en Beaufort vinden we zalig. De plaatsjes zelf, de natuur maar vooral de mensen. We genieten met volle teugen. Het wordt stilaan tijd richting atlanta te rijden. We zetten een paar dagen de zware voet op het pedaal. Van de routetussen Augusta en Elberton hadden we meer verwacht. Er zijn slechts een paar plaatsen waar men tot bij de Savannah river kan. Wel weer een paar mooie bruggen gezien. Athens een gezellig universiteitsstadje met veel bookshops, platenwinkels en restaurantjes en cafés met terrasjes. Thuishaven van REM en B52 zijn er nogal wat (rivaliserende) muziek clubs elk met zijn eigen publiek. De ander attractie is een canon dat na de Civil War hier is blijven staan. Stone Mountain State Park In de rotsen is het reliëf uitgebijteld van de helden van de Confederatie: Jefferson Davies, Robert E.Lee en Stonewall Jackson. Men kan met kabelspoor tot boven op de rots en heeft onderweg een mooi zicht op de beelden. Atlanta. Werd slechts belangrijk door de Civil War en de wapen industrie. Sherman liet de stad platbranden en op deze feiten is het boek (en film) Gone with the Wind gebaseerd. Na de heropbouw bleef het een industrieel centrum dat bankiers en alle rand ondersteuning meebracht. Meest bekend voor ons zijn Coca Cola en CNN die beiden te bezichtigen zijn. CNN viel wat tegen omdat men slechts vanop een omloopplatform zicht heeft op de werking en men nu niet zoveel info krijgt. Coca Cola neemt u mee terug in de tijd met veel oud documentatie materiaal. Maynard Jackson werd de eerste zwarte burgemeester en zorgde samen met Ted Turner (CNN) dat de olympische spelen naar Atlanta kwamen al was de inbreng van Coca Cola ook niet te versmaden. Atlanta heeft ook een zeer grote zwarte gemeenschap; meestal in de gegoede klasse. Het geboortehuis van M.L King werd gerestaureerd en er is een museum aan de jonge geestelijke gewijd. De Ebenezer Baptist Church waar hij pastor was ontvangt graag bezoekers. Het Peachtree centrum is een groot ondergronds centrum met winkels en amusement en al wat ne mens in een stad gaat zoeken... zeer gebruiksvriendelijk en aangenaam. Sweet Auburn, het zwarte district, de public library en nog veel andere dingen zijn het bezichtigen waard maar onze tijd zit er op...
Atlanta... wat valt daar te beleven vroegen de kinderen ons..... heel veel dus
visitor center: -elk fatsoenlijk dorp/stad heeft een bezoekerscentrum waar u steeds vriendelijk ontvangen word - de grote die op de Interstates aan de grens liggen verstrekken gratis kaartmateriaal (en meestal een verfrissing of versnapering - de centra van de parken hebben kaartmateriaal over de parken en meestal dia/film over hun park - parkpasses voor al de nationale parken kunnen overal in die centra of de ingang van 't park gekocht worden - 50/wagen voor een gans jaar voor alle NP, Nmonuments enz.
frigo box in een soort isomo zijn te koop in warenhuizen en benzinestations voor een paar $ - ijs is overal te krijgen in grote packs
bbq en picknickplaatsen op alle toeristische plaatsen - kunnen gereserveerd worden voor een privéfeestje
campings sommige hebben cabins opgetrokken in hout- varierend van basic tot luxueus - buiten seizoen niet nodig vooraf te reserveren
coupon books Op de straathoeken in de steden, op de plaza's en aan warenhyuizen en soms ook in de visitor centra zijn gratis boekjes ter beschikking waar reductiecoupons in staan voor motels/hotels Men kan ze nu ook online afprinten: www.roomsaver.com/ www.travelcoupons.com
Last minute genomen bij Sunair. Hotel OK - wel geen avondanimatie want de hostessen enz. doen geen klop meer daar het de laatste reizen zijn die Sunair organiseert. auto gehuurd - eiland afgedweild - niet aan 't strand geweest - natuur is er prachtig 5 dagen voldoende om hele eiland te zien. Bij de terugvlucht veel problemen omdat ze geen vliegtuig en crew meer hadden. Fijne week gehad voor welgeteld 3600BFr/pp 3* HP -
Last minute geboekt bij Sunair 8000Bfr/pp 2 weken 3+sterren HP in Agios Nikolaos. Carl en Mimi hebben ook nog een paar plaatsen kunnen bemachtigen. De eerste paar dagen gebruikt om het stadje en de nabije omgeving te verkennen Daarna 7 dagen auto gehuurd
Hebben zowat het hele eiland gedaan op de uiterste oostpunt na en het is ons zeer goed bevallen. Fijne mensen, fijne sfeer en mooie natuur. Vooral de sfeer in de kleine achteraf dorpjes zal ons zeker bij blijven. Om naar het oosten te rijden hadden we lunchpakket meegenomen en zijn we een dagske onderweg blijven slapen zodat we wat ruimer in de tijd zaten. Daar mijn benen niet meer mee willen zijn we niet gaan wandelen in de kloven. Alleen telkens zover gereden als het mogelijk was Zagen hier ook een paar kampeerauto's rondrijden. Spreekt ons wel aan.
Een reis anders dan anders. Last minute aanbieding op VTMtext bij Dexia: 15d/14n 3* all inclusif 22890bf/pp Ook mogelijk vlucht alleen te boeken: 12490bf Zelfde dag te boeken/betalen wegens dagelijks schommelende prijzen afhankelijk van vraag en aanbod Tel. Onderhoud: bestemming van de vlucht is Puerto Plata‑ Naam hotel wordt bij aankomst daar medegedeeld‑ vlucht met Air Belgium ‑ tickets worden opgestuurd of kunnen bij vertrek op de luchthaven opgehaald worden (naargelang de tijdspanne tussen het boeken en vertrek) Tickets waren uitgeschreven door Sunair. We vlogen uiteindelijk met Citybird (technische problemen bij Air Belgium) ongeveer 1 1/2u vertraging. Service: berg‑ en beenruimte: OK. Bier, wijnen enz. te betalen frisdranken vrij.
Aankomst in Puerto Plata: Bagageclaim: chaotisch‑ niettegenstaande verschillende transportbanden wordt de bagage van opeenvolgende vluchten op 1 band gegooid, op en over mekaar met gevolg dat er veel afvalt en beschadigd wordt. Opvang door Sunair crew: gewoon goed. Hebben naamlijsten met toegewezen hotel en nummer van bus die er u naartoe brengt. Zowat iedereen wil zich over uw bagage ontfermen om een paar pesos te verdienen‑ Om zeker te zijn dat uw bagage samen met u in het hotel aankomt kunt ge ze best zelf tot de bus brengen (max. 50m) of zeer kordaat 1 persoon aanduiden die dan wel zal zorgen dat alles op zijn plaats komt. Op de bus de eerste info met de nadruk op de vele mogelijkheden om iets van het eiland te zien en uw tijd zo aangenaam en duur mogelijk door te brengen‑ alles kan geboekt worden - de afgevaardigde van Sunair komt de eerste dag langs het hotel voor verdere info. Na een busrit van een 20tal minuten komen we aan in het Playa Dorado complex. Een immens groot domein met 13 hotels en bijna 5000 bedden. Op het domein: winkelcentrum, banken, casino's, disco's, golfterrein, tennisvelden, fietsen, paarden, alle watersporten en al wat ge maar bedenken kunt zodat ge niet van het domein af moet want, buiten het domein kunnen ze zogezegd uw veiligheid niet waarborgen .................. Wij werden ondergebracht in hotel Heavens; één van de kleinere hotels. Iedereen kreeg een gekleurd plastiek bandje rond de pols zodat men u in en rond het hotel als gast herkent (hetzelfde soort bandje dat verwarde patienten in ziekenhuizen omgedaan wordt) Voor hen heel efficient maar over het hele eiland herkent men u van ver als toerist en gast van dat bepaald hotel. (men zoekt inventieve geesten die een betere oplossing vinden daar dit systeem van toepassing is in de meeste all inclusif resorts en het door de meeste gasten als onaangenaam wordt ervaren ... Waag uw kans!)
Niet gewoon van in grote hotels ons verlof door te brengen hadden we geen vergelijkingsmogelijkheid wat de kwaliteit van de kamer betrof. Ruim, proper, groot en goed bed, badkamer ok, ander meubilair dringend aan vervanging toe (goed voor een aanbieding maar zouden daar zeker geen volle pot voor willen betalen ‑ normaal 35000 tot 40000bf) Kluis te betalen ( ongeveer 500 bf/week) Het uitzicht is niet fameus: de kamers van de andere blok en de pinnekensdraad van de omheining. De ganse nacht 1awaai van vertrekkende auto's en brommers en tierende mensen. Het eerste dat we de volgende dag doen is dan ook aan de balie gaan informeren voor een rustigere kamer. Door de hoge bezettingsgraad vraagt men ons te wachten tot de namiddag. Voor ons geen probleem. De andere Belgen die samen met ons aankwamen hadden dezelfde problemen ( het grootste deel van het hotel heeft overlast van de disco die in het hotel zelf is ondergebracht en die openstaat voor iedereen‑ alleen de kamers aan de binnenkant van het complex hebben er geen of weinig last van) Wij kregen onze rustige en evenwaardige kamer zonder opleg. Een kamer met terras of een grotere kamer was na een paar dagen beschikbaar tegen bijbetaling van 10 US$/pp. Wij waren blij met onze rustige kamer die tevens ook wat beter was dan de vorige.
Eten en drinken: Ontbijt‑, lunch en dinnerbuffet: gewoon goed ‑ westers ‑ weinig local food ‑ grote vleeseters zullen misschien wat ontgoocheld zijn - hadden wel meer variatie van tropisch fruit verwacht. Door het grote aanbod vanaf de eerste dag hadden sommigen na een tiental dagen de indruk dat het steeds hetzelfde was (gewoon een luxeprobleem) Koffie‑thee‑melk en fruitsappen bijna de ganse dag beschikbaar Alcoholische dranken: vanaf 10u tot middernacht. s Namiddag: snacks en 's avonds laat voor de discogangers: hamburgers, pizza enz... Op het strand: bar van 10 tot 16u Salade bar ‑kip‑ pizza‑hamburger enz. van 12 tot 16u;
Watersporten en animatie: Handdoeken voor zwembad en strand gratis ter beschikking Ligzetels aan zwembad en strand gratis ter beschikking. Veel animatie aan en in het zwembad ‑ aerobics‑ spelen‑ voor wie wil een gratis duikles 's Voormiddags mogelijkheid om aan te sluiten voor een fietstocht door het domein. Voor gratis paardrijden u richten tot het animatieteam. Op het strand: aerobics en volleybal Trampoline - snorkelen‑ surfen‑ windsurfen‑ zeilen‑ zeekayak : gratis Gemotoriseerde sporten mogelijk tegen betaling: jetski‑ parasailing‑ bananaboat enz. Andere sporten: Tennis: volgens de sunairgids: gratis Sommigen betaalden: 125bf/u voor het veld en 125bf/racket Golf.‑ een heel mooi golfterrein ‑ prijs???
Ook als het bewolkt is gevaar voor huidverbranding! Zagen opvallend veel open brandwonden
Aangeboden tours: Namen er zelf niet aan deel maar willen u wel de indrukken van onze reisgezellen meedelen: Tocht naar Samana en whale watching: 3 1/2u rijden‑ op de palmbomen en af en toe uitzicht op zee na niet veel te zien‑ het zogezegde Bountyeiland is heel klein met palmbomen en mooi wit zand en heel, heel veel toeristen en souvenirverkopers. Men zag verschillende walvissen ‑ toeristenboten mogen er niet kort bij komen ‑ (kleine lokale vissersboten doen het wel en blijven langer op zee) prijs 85 US$ Jeepsafari : was meegevallen maar vonden ze veel te duur voor wat ze kregen. De tocht met de jeep er naartoe en terug was zeer onaangenaam door de te hoge snelheid. Het avontuur beperkte zich tot éénmaal door een ondiepe rivier rijden en het beklimmen en afdalen over de gladde stenen van de waterval. Ze kwamen terug met schaafwonden opgelopen bij het uitglijden of springen‑ het werd door de omstanders en gids als "spannend‑gevaarlijk‑gedurfd beschouwd maar niemand had iets van ontsmettingsmiddel bij Catamaran: vond men aangenaam‑ vooral het liggen in de zijnetten met een tropisch drankje had zijn charme‑ vooral voor bootliefhebbers‑ het snorkelen was mooi maar er was niet veel meer te zien dan dat men al zwemmend vanaf de kustlijn kan gaan bewonderen Rafting: was goed ‑ tot cat.5‑ zijn prijs waard. Rancho montana paardrijden: tocht door de suikerrietvelden was mooi. Dorstig door de hitte en het rijden in de zon werd er een 4tal keren gestopt aan padstalletjes om wat te drinken: 1 biertje in plastiek beker: 120bf Ze betaalden 45US$ voor de trip + drankjes + fooi voor de gids en vonden het puur geldklopperij. Santo Domingo: 55US$. Werden de avond tevoren door de barman verwittigd dat de trip niet doorging wegens te weinig interesse... Wij probeerden onze zaakjes zelf te regelen ... Wisselden een paar dollars in de bank van het shoppingcenter IUS$ = 16 $ (pesos) Koers in het hotel iets lager.Voor bf een heel slechte koers 30% verschil In de bank in Puerto Plata IUS$= 16.20$.
Lokaal vervoer. Van de uitgang van de luchthaven is het 250 tot 300m naar de baan. Daar passeren voortdurend kleine busjes (guagua-wordt als wawa uitgesproken) zonder vaste halteplaats die als ze plaats hebben spontaan of bij een klein teken stoppen - laden tot 20personen‑‑overvol maar spotgoedkoop vb luchthaven‑Playa Dorado 3$ ‑ Pto Plata 5$‑ Sosua 3$ Playa Dorado‑ Pto Plata 3$ ‑ Sosua 5$ ‑ Cabarete 10$ Grotere lokale bussen rijden minder frekwent ‑ zijn even kramakkel maar bieden meer ruimte voor dezelfde prijs Nooit prijs vragen ‑ gepast geld geven en doen of ge zeker zijt van de prijs‑ is het niet voldoende dan vragen ze het verschil wel ‑ kunnen niet weergeven op grote bedragen. Voor langere afstanden: 2 maatschappijen: Metro en Caribe tours. Vertrekken van een vaste standplaats rechtstreeks naar de bestemming‑ niet mogelijk om onderweg op te stappen‑ als ge het lief vraagt laten ze er u wel vroeger uit. Voor het Metro busstation kunt ge u laten afzetten door de guagua of bus, die rijden er voorbij of op een tiental meter langs. Caribe is een tiental minuten tevoet vanaf parque central‑juist voorbij de supermarket. Naar Santiago 40$ ongev. 1 1/2u Santa Domingo 85$ ong, 3 1/2 u Samana 80 $ ong. 3 1/2u Deze bussen zijn heel comfortabel maar meestal ook heel koud door de airco die continu op volle toeren draait en blijkbaar niet kan afgezet worden! In de steden rijden commun taxi's ‑gedeelde taxi's‑ die meestal een bepaalde route hebben van Z naar N of O naar W en terug‑ 3$/pp zolang men dezelfde richting volgt. Men herkent ze aan het bordje taxi en de bestuurder die meestal met zijn hand door het open venster rondjes maakt‑stoppen ook spontaan als ze volk zien staan. Let wel op voor de gewone taxi's (die er doorgaans een tikkeltje beter uitzien) die er u als toerist uithalen (zeker als ge zo'n prachtig bandje rond uw pols hebt) Zeg gewoon derecho‑derecho (rechtdoor) als ze vragen waar ge naartoe wilt dan weten ze dat ge een commun wil. Een goed stadsplannetje is natuurlijk een goede hulp maar spijtig genoeg niet overal te vinden. Voor wie het aandurft zijn er ook zowat overal de motoconcho's ‑ lichte moto's die als taxi gebruikt worden en die liefst 2 passagiers meenemen voor ongeveer dezelfde prijs. Opgelet: na 19u valt het lokale openbare vervoer stil ‑ motoconcho's en gewone taxi's rijden dag en nacht. In de guagua is er weinig plaats voor bagage‑ een paar $ doen ook hier wonderen.
Daar wij vastzaten op 1 plaats was het moeilijk om naar kleinere plaatsen in het binnenland te gaan‑ we moesten steeds terug. Wie het eiland rond wil door steeds verder te trekken heeft geen vervoersproblemen. Auto huren is zeer duur ‑ minimun 5OUS$d voor een kleine wagen indien minimum voor l week gehuurd. Auto met chauffeur: gewone taxi's kennen alleen de nabije omgeving van hun standplaats‑ de meeste kunnen geen kaart lezen. Vonden via‑via toch iemand die het zou kunnen maar die ook wist dat er zo goed als niemand anders was. Gevolg: bedragen om van achterover te vallen. Besloten dan maar de bussen te nemen.
Santo Domingo: busrit door het binnenland: heel mooi ‑ bergachtig‑ rijstvelden - suikerrietvelden‑vele kleine en kleurrijke dorpjes. Metrobusstation # kin van het koloniale centrum‑ commun taxi op av.Winston Churchil tot kruispunt av. independentia ‑ 3$‑ vandaar commun taxi via Independentia tot centrum. Vonden het heel aangenaam en mooi prachtige gebouwen en een paar leuke musea Houtsnijwerk enz. veel goedkoper dan in Puerto Plata. Samana: uitgestapt in Sanchez. Met guagua naar Las Terrenas. Kinderen nemen u voor een paar $ mee naar uitzichtpunten vanwaar u de walvissen kunt zien. Sanchez zelf heeft wel wat sfeer en is niet toeristisch. Met bus naar Samana. Samana zelf niet veel bijzonders -wel mogelijk om met lokale vissers in het bootje te stappen om de walvissen te gaan zien. Vroegen 15 US$ -kan allicht voor minder maar we hebben er niet op geboden omdat we niets zinnens waren hier nog eens naar walvissen te gaan zien . Sosua‑ heel toeristisch‑ wel veel aanbod om te gaan duiken en veel goedkoper dan het aanbod in het hotel. Accommodatie aan zee vanaf 20 US$. Veel restaurantjes en reisbureautjes. Cabarete‑ heel toeristisch ‑ strand kleiner maar toch gezellig. Minder duikaanbod. Slapen‑ eten en drinken‑ toeraanbod: idem als Sosua In Puerto Plata lopen ook heel veel toeristen rond‑ niet zo speciaal‑ wel veel couleur locale als men een beetje van de toeristische straatjes wegtrekt. Wij hadden er heel wat gezellige kontakten . In 't centrum een paar eenvoudige maar nette hostels ‑goedkoop met fan ‑ veel te duur met airco (kamer had speciaal geurtje van de koeling) Bevolking: van licht getint tot pik zwart Gewone bevolking meestal vriendelijk ‑ goedlachs ‑ behulpzaam discreet - houden van keiharde merengue muziek Huizen: buiten rommelig en vervallen. Binnen meestal heel netjes en gezellig. Kleurrijk geverfd. Schoolgaande jeugd droomt van een toekomst en werkt er ook voor‑ zelden jongeren zo ijverig zien studeren. Personeel in de toeristische sector: gaf me een heel ongemakkelijk gevoel. Waren enorm vriendelijk en behulpzaam (te ) Maar ik had de indruk dat al die toeristen ferm hun strot uitkwamen en dat ze bang waren eens vergeten te lachen als de baas het zag. Probeerden ook op een verdoken manier wat te schooien. Het moet wel moeilijk zijn voor een hongerloon mensen te bedienen die hopen eten versmossen en zich dagelijks lazarus drinken omdat het inbegrepen is en u dan met een knipvinger roepen om hun rommel op te ruimen.
Gezondheid: kraantjeswater is niet veilig‑ malaria alleen in het westen nabij de grens met Haiti‑ bij vochtig weer wel veel muggen en andere stekende insekten‑ problemen door hitte en blootstelling aan de zon. Over maag‑ en darmproblemen hoorden we niet veel wel over een houten kop. Volgens de gids in het hotel was het momenteel niet mogelijk naar Haiti te reizen daar er discussies waren over de visumprijzen ‑ waren ineens verdrievoudigd volgens hen ‑ hebben dit zelf niet kunnen checken‑ niemand kon er ons over inlichten. Onafhankelijke toeristische info is zo goed als niet te krijgen ter plaatse ‑ zelf in Santa Domingo was het kantoor voor onbepaalde tijd (altijd?) gesloten ‑ best dus hier opvragen en meenemen.
Terug naar huis. Op de luchthaven zelf in de bus moeten kruipen om er onze bagage uit te halen. Niettegenstaande de gids verwittigde voor de chaos met de dragers waren zij het die de bagage uit de bus haalden en stond het sunair personeel een paar meter verder met de rug er naartoe. Vlogen terug met Airtours (werkt samen met Air Belgium) Service: men bekomt een zakje met vliegtuigsokken en tandenborstel enz.. Maar dat is het dan. Voor elk drankje moet men betalen vb 40bf voor een kleine cola. Gewoon water wordt met duidelijke tegenzin gegeven. Bergruimte OK ‑ zitcomfort beneden alles‑ eten: gewoon goed. Oorsetje voor muziek moet betaald worden: 200bf Bij vertrek onverklaarde vertraging van bijna 3u Enorme chaos bij boarding.
Besluit: Was voor ons een anders dan anders verlof wegens omstandigheden. Geen verlof om over te jubelen‑ geen andere wereld ontdekt‑ gewoon voor één keer een rustige en toch betaalbare vakantie. De formule perfect voor wie van zon en zeevakantie houdt‑ te duur voor wie in groep iets van het eiland wil zien. Voor trotters: last minute vluchten aan 12500vbf zijn regelmatig te bekomen. Op eigen houtje rondreizen: geen probleem. Prijzen voor overnachten en eten‑ volgens ons iets te duur voor wat men krijgt. Snorkelen goed ‑ duiken duur. Mooi en aangenaam eiland met een goede temperatuur in februari ‑ overdag van 25 tot 30oC ‑'s nacht koel 's avonds en 's nachts serieuze buien . Postkaarten naar Belgie: 10P in de post (correos) van Puerto Plata Tussen parque Central en strandboulevard Gidsen vragen 25P/kaart (42.5 bf) om er zogezegd voor te zorgen dat uw post tijdig aankomt op de Plaza vragen ze 15P/kaart Wij gaven onze kaarten gewoon af in de post- betaalden 10 p/stuk en ze waren na 1 week thuis Opgelet bij de aankoop van CDs en casettes: gewoon slechte copys ook in zogezegd erkende winkels. Telefoonkaarten met inbelnr: 25P voor 1 min naar Belgie 45P 2min15sec 90P 5min
Het kopje onder gaan van Sunair en 11 sept. joegen de prijzen wel de lucht in.
Gelukkig dat ik Greetje nog gebeld had voor een vroegere vlucht want Lufthansa had bijna 2 uur vertraging. In Frankfurt hebben we ons nog serieus mogen haasten. Hadden plaatsen re vooraan in het kompartiment en dat viel wat tegen met de beenruimte. Bom vol, dus ook geen mogelijkheid om te wisselen. Het is al bij al nog meegevallen. In Buenos Aires een tussenstop van l u. Juist tijd genoeg om te gaan informeren naar de tel. tarieven en een voorafbetaalde kaart te kopen via een gratis inbelnummer. De prijzen van de kaarten zijn dezelfde als die van de Argentijnse Telecom maar het aantal minuten dat men naar Europa kan bellen verschilt enorm ( telefoneren in Argentina is zeer duur goedkoopste met munten of telecom card: 3.15$ tot 4.29$ per minuut een fax naar Chile: 5$) Met de andere kaart: 1,5$ per minuut. De vlucht boven de Andes was spectaculair. Zou dat zwarte lintje daar onder ons de verbindingsweg zijn van Los Andes naar Mendoza?
Chili
Santiago de Chilé In het luchthavengebouw, nabij de bagageband, is een info stand. Veel hebben ze er niet zeker geen info over huur van campers wel een brochure van Santiago en info over ander vervoer en overnachtingen in de stad. We wisselen: 1 U$ = 525pesos (in de stad 539) Busticket TUR Express 1OOOP/pp tot Alameda busterminal (1 1/2u) waar we onze aansluiting moeten nemen naar Villaricca. Vanop de luchthaven vertrekken verschillende bussen naar de verschillende busterminals (ze rijden niet van de ene naar de andere terminal) elke maatschappij heeft haar eigen terminal. 200m links buiten het luchthavengebouw vertrekken ook goedkopere lokale bussen goed als men spaans spreekt en een duidelijk stadsplan heeft. Alameda terminal (blijkbaar de andere ook) is zeer goed uitgerust: info balies loketten voor tickets (credit card mogelijk) bagage depot (nogal prijzig berekend per stuk en grootte)- metro halte toiletten/douches afdeling telecom met telefoonboxen en verkoop voorafbetaalde kaarten diverse shops en snackbars. Metro ticket naar centrum: 200p. Er zijn verschillende soorten lange afstandsbussen: commun, ejecutivo en salon cama. Commun: is een gewone bus Ejecutivo: heeft meer beenruimte en zetels die in ligstand kunnen. Aan beide kanten van de gang 2 zetels Salon Cama: nog iets comfortabeler met aan I kant 2 zetels en de andere kant slechts 1, zodat er tussen de zitten zelf meer plaats is. De prijzen zijn afhankelijk van het geboden comfort (meestal ook eten voorzien), van de periode en vraag en aanbod. Steeds vragen of er geen reduktie tarief is. Wij betaalden voor ejecutivo ongeveer 0,90bf per km. in november en iets minder dan l bf/km eind december (Kerstverlof). In Chile rijden enorm veel bussen Turbus en nog een paar andere maatschappijen bestrijken het hele land. Tussen kleine steden en dorpen rijden lokale bussen of gedeelde taxi's. In de steden lijnbussen en in de kleinere steden en dorpen gedeelde taxi's die meestal een bepaald traject afleggen. Als lange afstandsbussen binnen komen zijn er steeds lokale gedeelde taxi's aanwezig. We kennen geen enkel ander land waar het openbaar vervoer zo goed geregeld is. Alleen een paar verlaten stranden en enkele afgelegen nationale parken zijn niet met openbaar vervoer te bereiken. De meeste lange afstandsbussen vertrekken 's avonds tussen 21 en 23u. De ene na de andere bijna op de minuut op 10min. zijn de bagage en reizigers ingeladen op laatkomers wordt niet gewacht.
Wij spendeerden onze namiddag met een bezoekje aan het centrum van Santiago en vonden het een aangename en levendige stad. (behalve de grote blvd waar bussen in ononderbroken stromen de lucht verpesten) Het was mooi weer wandelstraten met rustbanken het stadstheater gaf straatvoorstellingen orkestjes en dans in de straten mooie gebouwen auto's die met plakband aaneenhangen geldtransporten rijden met open zijdeuren politie met 2 op 1 brommer aardbeien in novernber opvallend veel loslopende verwilderde honden. Onze eerste indrukken van Chile: zuid europees sfeertje maar toch heel anders in de details veel bruisender. We voelden ons prima. Als om 2 l u de zon verdwenen is koelt het vlug af en is het hoog tijd om terug te keren naar het busstation.
Tien minuten voor vertrek is de bus daar, en samen met onze bus een 20tal andere. Geen paniek; alles is heel goed aangegeven bagage wordt gelabeld en met heel veel zorg ingeladen. Wij reden middenklasse en hadden heel goede zitplaatsen met heel veel beenruimte en zetels die ver achterover kunnen. Als de bus vertrekt krijgen we bingokaarten toegestopt. We moeten nogal onnozel gekeken hebben. Prompt kregen we een uitleg van hier tot ginder in het Spaans waarvan we met moeite enkele woorden verstonden. We knikten heel overtuigend dat we het begrepen..bingo speelden we met de kinderen ... en Spaans ... wie verstaat dat nu niet???wij dus! Als troost omdat we geen petje wonnen van Turbus kregen we een lunchpakket. Uiteindelijk vrij goed geslapen op de bus. s Morgens is de eerste halte Temuco. Het is er vreselijk druk (spitsuur) de buurt is grauw en het weer nog grauwer. We rijden door een mooi groen landschap naar Villarrica.
Villarica: Herr Bernard, de verhuurder van de camper, stond ons aan de bushalte op te wachten. Onze vreugde bij het ontmoeten duurde niet lang. Hij deelde ons met een smoesje mee dat de wagen nog niet klaar was. Hij zou ons op zijn kosten naar een hotelletje bregen waar we op zijn kosten konden ontbijten en wat rusten. In de namiddag zou de wagen klaar zijn. Wij zijn echter niet zinnens voor een paar uur een ganse dag te betalen. Na wat onderhandelen zouden we de wagen de volgende dag ophalen en een dag langer mogen gebruiken de kosten van overnachting enz. voor hem. We maken er een rustige dag van. We verkennen de stad. De vulkaan en een groot deel van het meer zitten onder de wolken. Nemen een uitgebreide middagpauze en worden wakker van de plensende regen. Onze papa voelde er zich niet zo best bij. Ons eerste bezoek aan een warenhuis leert ons dat we zeker geen honger moeten lijden maar dat de prijzen heel Europees zijn. Betalen met crediteard mogelijk. Frisdranken, melk, conserven: duurder Groenten en fruit: even duur Vlees en vis: goedkoper 's Avonds doen we de verwarming aan op de kamer waar zijn we aan begonnen?
5 November Echt herfstweer. Het is hier nochtans lente. Bernard komt ons ophalen met de camper. We regelen de paperassen en krijgen een notariele akte met een deel copies waarvan we er, telkens we Chile verlaten, er eentje zullen moeten inleveren. Vanbuitenuit ziet het er prima uit maar we verschieten wel een beetje (veel) als we de camper vanbinnen zien. De inrichting is OK maar heel oud... We voelen ons een beetje bekocht. De auto zelf was perfect in orde en de opbouw leek onderweg ook mee te vallen er was veel bergruimte het bed is goed en met het keukentje kunnen we ons redden. Alleen, zoals in Australie en Nieuw Zeeland, kent men hier ook geen verwarming op gas. Daar we zinnens zijn vrij te overnachten kan een elektrisch blazertje ons niet helpen. Er zijn echter voldoende slaapzakken en reserve dekens voorzien. De achterdeur sluit niet zo goed en we kregen op de vele ripio's nogal wat stof binnen. De wagen zelf, een Ranger pic up was heel goed in orde met nieuwe banden schokdempers lucht en oliefilter.Achterop 4 jerrycans wat ons eerst wat overdreven leek maar waar we later heel blij mee waren. Het duurde niet lang voor we ons in ons bakske thuis voelden.
Ontmoetten later Duitsers en Zwitsers die bij een andere maatschappij gehuurd hadden. Hun opbouw zag er op het eerste zicht nieuwer uit en was ruimer. Hadden echter met dezelfde problemen af te rekenen. Wat erger was: de auto zelf leek bij allen nogal wat mankementen te vertonen allen waren al bij een garage langsgeweest en een paar hadden zelfs heel wat dagen stilgestaan. Ook de prijs lag heel wat hoger van ongeveer 3400bf/dag tot 4000bf/dag
Besluit: een auto of camper huren in Chile of Argentina is en blijft voorlopig een avontuur. De prijs tussen beide ligt niet ver uiteen Camper komt voordeliger als men vrij overnacht. Maken nog een paar afspraken met Bernard en vertrekken met een wat raar gevoel.
Eindelijk de baan op. Het is ondertussen serieus beginnen regenen. Na onze aankopen wagen we ons in het verkeer. Het is wel uitkijken met de éénrichtingsstraten. Er staan geen verbodsplaten wel pijltjes op de straatnaamborden/op de muur of op de stoep. Door de regen beslissen we niet onmiddellijk de Andes over te rijden via de Tromenpas maar rond te rijden langs Osorno. 's Middags stoppen we op de parking van een benzinestation. Die zijn er zo te zien voldoende. De meeste hebben een shop/snackbar/toiletten/telefoons; de Copec stations hebben aparte sanitaire blokken met toiletten/douches en een ATM om geld op te vragen met creditcard. Als we willen vertrekken krijgt papa de wagen niet aan de praat. We vragen hulp aan één van de pompbedienden, die zonder problemen start en ons het truukje toont. De routa 5 is een heel drukke baan veel trucks en bussen en heel veel wegenwerken. Het landschap is ook niet het van het. Als we van Osorno richting Tres Lagos rijden verandert het plots. Een heel rustige baan en heel veel groen. Met af en toe een klein dorpje en heel veel verkiezingspropaganda: Viva Lagos El cambio con Lavin .... Het is de aanloop naar de verkiezingen op 12 december In Tres Lagos wil ik de kinderen bellen. Na enig zoeken een telefoonkot met kaartlezer: kapot... De volgende: kapot... Even verpozen aan het meer. Nog wat onwennig proberen we een paar woorden te wisselen met een visser. Hij toont ons zijn vangst en we zijn verwonderd over de vele vissen. We leren dat de vis goed bijt als het regent; ttz.we vermoeden dat dat zo ongeveer is wat hij ons wil vertellen ... onze Spaanse woordenschat behelst geen visserslatijn. Aan een klein benzinestation vullen we onze tank: 275p/1 ik bel met munten: 500p/min.=hetzelfde als met de telefoonkaart. Ik geniet van het wonder der telecommunicatie en hoor mijn zoon vertellen dat thuis de zon schijnt. Ik verzwijg maar dat hier de wolken in de toppen van de bomen hangen. We rijden verder door het Puychue nat.park. Mooi en rustig rijden, een stroomversnelling, een rustig picnic plaatsje, een mooi uitzichtpunt. Een mooi wandelgebied met korte en meerdaagse wandelingen. Zijn benieuwd hoe het gaat verlopen aan de grensovergang. Voor een bareel stoppen we, dos??si!! en krijgen een papiertje met een paar krabbels op. De bareel gaat open. Rijden maar. Een paar honderd meter verder staat het douanegebouw van Chile. We volgen de anderen naar binnen. We wenden ons tot een loket grote heibel we moeten eerst een andere stempel hebben en een papier invullen maar we hebben geen papier weer terug. Aan de slagboom richting Argentina: weer terug er ontbreekt nog een stempel op het kleine papiertje. We zweten. Als dat aan elke grensovergang zo'n gepalaver wordt... Blijkbaar hadden ze hier wat last van het slechte weer want aan alle andere grensovergangen, en we deden er heel wat, verliep alles zonder problemen. We weten het nu wel. Eerst stoppen bij de lokale politie aan bareel of binnen in douanegebouw niet doorrijden voor ge van hen een papiertje krijgt waar soms alleen een cijfer voor het aantal personen in de wagen op staat maar soms ook een volledig afschrift van pas en autopapieren. Dan met dat briefje naar de internationale politie die het afstempeld en passen en autopapieren kontroleert. Dan naar de douane waar men een notariele akte moet afgeven en een papier moet invullen om de wagen uit te voeren (er zijn vier vakken: uitvoer land origine invoer ander land uitvoer ander land invoer land van orrigine) en dat men bij terugkomst moet inleveren . Bij t verlaten van het land informeert men u dat het niet mogelijk is verswaren mee de grens over te nemen bij betreden van een land moet men papier tekenen dat men niets invoert op sommige plaatsen is daarop geen kontrole maar aan andere grensovergangen wordt alles afgezocht. Uiteindelijk moet men aan de lokale politie (binnen of aan de bareel ) het papierije inleveren dat men eerst kreeg. Het is aan elke grenspost hetzelfde: lokale politie internat. politie douane lokale politie. We rijden nu door niemandsland over de pashoogte. Verder over een gravelroad, hier en daar wel erg smal/steil en fel uitgespoeld. Amaai de camions die hier over moeten. (veel vrachtvervoer, zelfs met aanhangers het is één van de twee grote verbindingswegen tussen Chile en Argentina) Niettegenstaande we af en toe de wagen voelen schuiven raken we toch zonder problemen aan de Argentijnse grenspost. Hier dezelfde formaliteiten . Oppervlakkige controle of we geen verswaren vervoeren. Alles verloopt heel vlot.
Argentina here we are
Het begint te schemeren. De baan is terug geasfalteerd en loopt heel mooi langs het meer. We vinden een overnachtingsplaatsje met een 5* uitzicht. De wind is opgestoken en we parkeren de wagen achter de bomen.
6 november Niettegenstaande de wind, die op de zijkant van de wagen stond en ons af en toe het gevoel gaf dat we te diep in het glas hadden gekeken, en de zeer lage temperaturen (blijkbaar goede slaapzakken) toch goed geslapen. Het ziet er buiten stralend uit. De zon op de pas besneeuwde bergen! Het meer met de vele kleine eilandjes! De broodjes smaken. Om 8u Zijn we al startensklaar. We volgen verder het meer. Villa La Angostura is het eerste Argentijnse dorpje dat we tegenkomen. Het lijkt ons heel toeristisch maar zowel de toeristische dienst als het kantoor van het Nat.Park Nahuel Huapi zijn nog gesloten. Het zonnetje schijnt maar het blijft fris. We rijden verder langs het immense meer richting Bariloche. (De afslag naar St.Martin de los Andes via de zeven meren route laten we links liggen en hopen die op de terugweg te doen - het ziet er een vrij fatsoenlijke ripio uit) De routa 40 is vrij druk het is zaterdag. Bij het binnen rijden van Bariloche moeten we stoppen aan de politiepost. Dondé va? Licencia ? Buen viaje! Zolang het bij losse woorden blijft verstaan we ze wel. In Bariloche vinden we een parkeerplaats aan de oever van het meer nabij de toeristiche dienst. Brrr.. Die wind. Veel documentatie valt er niet te rapen. Dom genoeg vragen we waar we een superemercado kunnen vinden. En daar staan we weer met onze mond vol tanden .... een niet te stuiten woordenstroom: tres quartos ... un quarto ... derecha ... izquierdo ... we knikken maar. We vragen toch maar om ons op een stadsplannetje de beste route aan te duiden. De stad ligt op een helling met vele smalle straatjes en het warenhuis midden in het centrum. We stoppen voor het warenhuis op de rijbaan. Zien nergens verkeerstekens dat we er al of niet mogen staan. Het warenhuis is stampvol. Op een zaterdag winkelen in Argentinie is zoiets als bij ons tijdens de solden. We kopen het hoogst noodzakelijke. Zoals in Villarrica Chile kunnen we ook hier met Visa betalen (alleen nummer van paspoort noteren, de pas zelf echter bekijken ze niet eens) Blij dat we geen bekeuring hebben (zien toch geen briefje onder de ruitenwisser en de politieman op 't hoekje steekt vriendelijk zijn hand op) proberen we uit deze wirwar van smalle eenrichtingsstraten te komen, richting El Bolson. De voorstad waar we doorrijden ziet er zeer arm uit met veel zwerfvuil. (lijkt op een townships in Zuid Afrika) De streek noemt niet voor niets het merendistrict. We rijden langs lago Gutierrez, Lago Mascardi, Lago Guillelmo, één groot recreatie gebied met vakantiechalets en campings. Op de achtergrond de besneeuwde toppen van de Andes. El Bolson: een aardig en gezellig stadje met een artisanale markt. We hebben geen Argentijnse Pesos en de banken zijn gesloten. Op het infokantoortje geeft men ons de raad te proberen US$ te wisselen in El Anoninia (een warenhuisketen) We kopen een lekkere kaastaart en betalen zonder problemen met een US$ biljet en krijgen A$ terug.( de wisselkoers van de argentijnse peso is gelijk aan de U$ en U$ worden zonder problemen in de meeste winkels, warenhuizen en benzinestations aangenomen) Op het marktje laten we ons verleiden door artisanale marmelade. We zitten hier midden de fruitstreek van Argentinie maar zien er weinig van. In de warenhuizen is het fruit naar onze normen zelfs redelijk duur appelsienen, mandarijntjes en de kleine rode appeltjes gaan nog- de rest peperduur. We tanken aan 0,7$/1 bij een ACA benzinepomp (automobiel club van Arg.) en vragen een lijst met telefoons in geval van pech ( we hebben hier nog geen echt idee van de desolate gebieden) We nemen de afslag naar Nationaal Park Los Alerces. Onze eerste serieuse gravelroad. Het lijkt wel mee te vallen. We laten wel een serieuse stofwolk achter. De tegenliggers knipperen en iedereen mindert vaart. Het eerste stuk is er weinig te zien; vrij dor en verlaten. Nemen de afslag naar Cholila waar Butch Cassidy, de Sundance Kid en Etta Place ooit verbleven tussen 1901 en 1905. Na nog een heel deel km verandert het landschap. Immense bossen (met aleces Fitzroya Cupressoides een beschermde boomsoort nergens een vertaling van gevonden het lijken ons een soort cypressen) De hut aan de ingang van het park is verlaten. Vermoedelijk vragen ze in het seizoen toegangsgeld. Er zijn verschillende meren. We rijden lang langs Lago Rivadavia, daarna Lago Verde en lago Futalaufquen. Er zijn een paar hostels, ingerichte campings en vrije campings. Wij zetten ons bakske neer op een vrije camping aan de meeroever. Er staan reeds verschillende families met tentjes diep verscholen onder de struiken. Wij zoeken ook een plaatsje een beetje beschut voor de wind. Een paar jongeren komen ons een fles drinkwater vragen. Uiteindelijk komt het er op neer dat ze ook honger hebben. Ze zijn op een achtdaagse trektocht en hebben alleen nog poedermelk, zakjes soep en een restje aardappelvlokken. De Argentijnse jeugd gaat graag op trekking maar alle geconserveerde voeding ligt ver boven hun budget. Het kortsbije bevoorradingspunt ligt op ongeveer 60km. Na een eenvoudig maar lekker avondetentje spelen we nog een partijtje yatse.
7 november Het weer ziet er wat somber uit. Papa heeft nog steeds problemen met het starten, dus doe ik dat maar. Men moet nogal precies tegelijkertijd de sleutel en de onderliggende schijf draaien. We rijden verder langs het meer. Hier en daar zien we nog tentjes en vissers. Er zijn verschillende wandelpaden uitgezet voor wie goed te been is. We willen richting Esquel. Onderweg zien we alleen schapen en paarden en welgeteld 1 tegenligger. Problemen dus aan een kruising waar ooit wegwijzers gestaan hebben maar die nu tegen de vlakte liggen. We puzzelen en hopen dat we in de goede richting zitten. De weg wordt smal, bochtig en heel steil, mooi ook. We hopen echter dat het de goede richting is want de baan zelf heeft veel weg van een omgeploegd patattenveld. Na een uurtje komen we aan een splitsing, de asfaltbaan Trevelin Esquel. We hebben genoeg gehobbeld en kiezen de omweg via Esquel. (Trevelin Tecka: kleine ripio) Esquel: modern town in a fertile valley. Geen wegwijzers bij het binnenrijden van de stad. We volgen de asfalt die na een tiental meter eindigt zoeken en vinden het centrum moeten ons herhaaldelijk bevragen om het enige benzinestation van de stad te vinden (0,55$/1) dat op de baan richting Bariloche/Tecka ligt. De besneeuwde bergtoppen van de Andes liggen achter ons (we zouden achteruit moeten rijden voor het zicht) de pampa ligt voor ons. Gelukkig hebben we in Esquel getankt want Tecka zijn we door zonder dat we het goed beseft hebben. Uitkijken als we volgende keer doorkomen. We nemen de afslag naar Trelew (routa 25) Rechts en links pampa; af en toe een benzinestation aan een kruising van wegen. Hoe meer naar het zuiden hoe goedkoper de benzine. Ook hier in de afgelegen streken betaald men rond de halve$/l. Tot nu toe betaalden we steeds met ereditcard. Hier aanvaarden ze wel US$ cash maar geen dreditcard. Er is ook steeds een ACA dienst, een klein restaurant en een openbare telefoon die meestal met cash werkt en niet met een kaart tenzij men natuurlijk een voorafbetaalde telefoonkaart heeft met gratis inbelnummer). Tussen Los Altares en Dolovan is de natuur prachtig met de Chubut rivier en felgekleurde en geerodeerde rotsen. In Gaiman gaan we op zoek naar de oude Capilla's. Het is een heel ander sfeertje dan de vorige dagen ge voelt dat ge in een mijnstreek zit. Trelew lijkt ons bijzonder druk en nodigt ons niet uit tot een uitgebreide verkenning. We rijden door via Puerto Madryn naar het Peninsula Valdes. Dit schiereiland is door een smalle landengte met het vasteland verbonden. Bij het binnenrijden van het park heeft men een Visitor Centre waar men ook inkomgeld betaalt (5$/auto) maar het is gesloten wegens werken. De uitkijktoren is wel toegankelijk en de moeite waard om naar boven te klauteren (vergeet je verrekijker niet) Het is al duister als we in Puerto Piramides aankomen. We vinden een overnachtingsplaatsje achter de camping. Er zijn veel kantoortjes waar men trips over het schiereiland en whalewatching tours kan boeken. Door de felle wind zijn alle walvistochten voor morgenvoormiddag geannuleerd met een beetje geluk kan er s namiddags misschien wel uitgevaren worden.
9 november 7u30 We worden wakker van de tourbussen die aan en afrijden. (tours vanuit Trelew en Puerto Madryn opletten bij reservatie; sommigen met all inn prijzen garanderen geen terugbetaling als de boottocht wegens weersomstandigheden niet kan doorgaan wat blijkbaar nogal regelmatig gebeurd) Heel de rit over vrij goede gravel. In het midden van het schiereiland een groot zoutmeer. Vanop afstand lijkt het wel roze. Er zitten heel veel vogelsoorten waaronder de roze flamingo. Er grazen heel veel schapen en Guanaco's. Schrale plantengroei. Op Punta Delgade in het zuiden zagen we heel veel zeeolifanten en werden we gezandstraald door de wind. Onze wandeling over de rotsen duurde dus niet zo lang. (er is een hotellrestaurant op 1 1/2km) Ter hoogte van Caleta Valdes vinden we de kuststrook heel mooi. Er is ook wat infrastructuur: info snack/restaurant enz zodat hier wel wat volk rondloopt. De paar Magelhaan pinguins die hier nesten trekken zich daar weinig van aan. Hier zijn ook zeeolifanten van zeer kortbij te zien; de mannetjes zijn kolossale beesten; de vrouwtjes iets eleganter. Punta Norte was een belevenis door de geboorte van een zeeleeuwtje binnen ons gezichtsveld. Hier zijn naast de grote kolonie zeeolifanten ook zeeleeuwen en zeehonden te zien. In de golf van San José ligt een eilandje waar heel veel vogelsoorten hun thuishaven hebben. Men mag er niet naartoe maar er staan goede vaste telescopen opgesteld om ze te bewonderen. In de late namiddag zijn we terug in Puerto Piramides en worden overspoeld met foldertjes voor de boottocht. Er is toelating gegeven om uit te varen en daar de meeste bussen al vertrokken zijn worden loslopende toeristen een begeerde prooi. We betalen 20U$/pp krijgen een grote plastieken cape en lifejackets omgegord. Door de dikke jas die we er onder dragen zien we er uit als Michelinmannetjes. Het is een belevenis. We bleven ongeveer 1 1/2u op 't water en waren meer dan een uur in de onmiddellijke omgeving van de walvissen. "Amazing" Een cape is geen overbodige luxe. We kregen heel wat water over onze kop. mouwen en broekspijpen waren doordrenkt met zeewater.... Voor wie niet op de boot wil: er is een heel mooi uitzichtpunt ongeveer 1 a 2 km rechtsaf voor men in Puerto Piramides dorp is ( zicht op dorp en baai vanop het hoogste punt zicht op de spelende walvissen). Zetten ons voor de nacht met de kop in de wind en zicht op zee...
10 november De zon schijnt , een helblauwe lucht. We rijden nog eens naar het uitzichtpunt en genieten van de staartvinnenshow. Op naar Puerto Madryn. Het stadje bevalt ons. Met het Spaans gaat het ook al wat beter. Op de toeristische dienst demonstreren we weer eens wat een voordeel het is Vlaming te zijn in de europese lappendeken en spelen tolk tussen Fransen, Nieuw Zeelanders en de bediende. Hier maakt men ook lekkere snoepjes: marsepein; chocola; nougat.... In de vissershaven zien we de allergekste weekdieren en rare vissen. In ons Spaans Prisma woordenboek vinden we de meeste namen niet terug .... volgende keer een woordenboek kopen van een Zuid Amerikaanse uitgever! In de haven zwemmen zeeleeuwen tussen de vissersboten en de duikende kinderen. De gravelroad van Puerto Madryn naar Rawson is in erbarmelijke staat en totaal verlaten. Rawson is de hoofdstad van de provincie Chubut. Op ons maakt ze weinig indruk. Het enige dat we er beleefden: we geraakten de stad niet uit in de richting die we wilden nl. Punta Lomo. Na wat rondrijden zien we het politiekantoor en gaan daar ons licht opsteken. Met de kaart in de hand en het nummer van de baan die we willen volgen blijft het moeilijk, het groepje politiemannen groeit aan, ze trakteren op een tas maté en discutieren geanimeerd - ik kan niet meer volgen ... staan ze ons hier voor de gek te houden??? Nee hoor, na een telefoontje komt de oplossing. De baan die op de kaart staat is jaren geleden gepland maar men is nog niet met de aanleg begonnen ze vermoeden zelfs dat ze er nooit zal komen. (nieuwe wegenkaart gedrukt 5/98) Ontdekken later dat er in Argentina nog zo'n paar wegen bestaan/niet bestaan. Na wat schouderklopjes en handenschudden en een getekend plannetje zitten we vlug in de goede richting. Alleen op de wereld. (tourbussen volgen eerst een stuk de grote baan) Aan de ingang van het natuurpark treffen we vriendelijke natuurwetenschappers met veel tijd die ons heel wat vertellen over Patagonie de mensen nu en vroeger planten en dieren en over hun project: de pinguins (Magelhaanse en andere) Hier in het park zitten er meer dan 200 000. In deze periode zijn de meeste mannetjes nog bezig hun nest mooi te maken. Sommige vrouwtjes zijn al aangekomen. Het is een spektakel. Wat zuidelijker nabij Cabo San Jorge is er nog een reservaat waar veel pinguins zitten en ook zeeleeuwen en zeeolifanten waar weinig toeristen komen en de parkwachters u op hun terrein een tentje laten opslaan of overnachten in de camper. De baan er naartoe zou echter heel verlaten zijn en in zeer slechte staat wegens werken. Voor ons van het goede teveel. Nog eens nagevraagd hoe we het best terug op routa 3 geraakten en weg waren we richting Comodoro Rivadavia. Nabij het eerste benzinestation dat we tegenkomen zoeken we een rustig plaatsje voor de nacht.
11 november Het slaapplaatsje was heel rustig maar rond 5u stak de wind weer op zijwind We waren dus vroeg uit de veren. Maar de zon schijnt en het is redelijk warm. We tanken en vullen ook onze reserve jerrycans. Verder door de pampa. We hebben de wind schuin op kop en de wagen zuipt benzine. Halen soms max. 40km/u. Hebben één benzinestation overgeslagen omdat ze alleen super hadden en moeten nu uit onze bussen bijvullen. Onderweg valt er niet veel te beleven en we hebben nog niet de echte rust te pakken. Links en rechts: pampa met hier en daar schapen. De baan zelf is een goede tweevaks en matig druk grotendeels vrachtvervoer met zeer attente chauffeurs (kunnen onze agressievelingen een lesje leren) Comodoro Rivadavia is een grote stad. In de omgeving was vroeger veel mijnbouw en oliewinning nu hier en daar nog sommige mijnen kan men bezoeken. Iets noordwaarts is ook een museum van de Oliewinningen. De toeristische dienst heeft kaartjes en routebeschrijvingen. We touren wat door de stad laten ons uitwaaien op de strandboulevard (stel er u niet teveel van voor) en sukkelen de stad uit (wegwijzers ??) Puerto Deseado laten we links liggen ( magelhaan pinguins, aalscholvers, Commerson dolfijnen komen hier broeden maar het is nu niet het goede seizoen) Ook het nationaal park van de bosques petrificados (versteend bos) 15 km re van routa 3 via gravelroad kan ons niet bekoren (misschien wel de moeite als men het fenomeen nooit eerder zag of fel geinteresseerd is in fossielen enz..) Puerto San Julian is heel rustig en we treuzelen niet om ons hier te installeren. Hier werd de eerste Eucharistieviering in Argentinie gehouden nadat Magelhaan een van zijn scheepsjongens had gedood vertelde ons de priester in de kleine maar mooie parochiekerk. Het is te winderig om te gaan genieten van de mooie stranden van Cabo Curiosa en de ruines van Florida Blanca een nederzetting uit 1870 (blijkbaar niet de moeite waard). Voor Estancia La Maria moeten we 300km om rijden. Er is een zeer grote archeologische site in een canyon met 25 grotten met muurschilderingen van guanacos die tussen de 4000 en 12000 jaar oud zijn: voor wie goed te been is.
Beseffen nu al dat we veel tijd gaan tekort komen.
12 november Wij vervolgen onze route zuidwaarts. Routa 3 biedt ons hetzelfde als gisteren met nu af en toe wat zicht op zee en wegwijzers naar Estancia's. Rio Gallegos is een grote stad we rijden er kriskras door. Ze kan ons niet inspireren en we zitten vlug weer op ... routa 3. Verder zuid richting Punta Delgada in Chili aan de straat van Magelhaan.
Weer in Chili
De grensovergang gaat vlot. De baan tot de ferry is onlangs geasfalteerd (soms 1 rijvak) We moeten ongeveer een uurtje aanschuiven voor de boot en betalen I5 U$. Cash te betalen op de boot met U$ of A$ De overtocht duurt ongeveer 3/4u vrij woelig. We overnachten aan het zeer primitieve benzinnestation/restaurant van Cerro Sorubreno
13 november Zon, warm weer, weinig wind; meer moet dat niet zijn. We rijden weer op gravelroads en slikken veel stof. De natuur op Vuurland is toch anders dan Patagonie meer gras mooie estancia's, veel schapen en loslopende kudden paarden. Guanaco's gordeldieren mara's ( ziet er uit als een uit de kluiten gewassen konijn op hoge poten met hondenoren ... ) en heel veel soorten eenden en ganzen. Ook veel oliewinningen die het uitzicht wat ontsieren. Ook de grensformaliteiten in San Sebastian verlopen vlot.
Terug in Argentina
We stoppen aan het benzinestation/winkeltje juist over de grens om te tanken. Dit lijkt wel uit een ander tijdperk te stammen. Na wat rondkijken vinden we iemand om de pomp te bedienen en ja, men kan hier met Visakaart betalen ... loop maar even mee naar de winkel aan de andere kant van de straat... Het leven lijkt hier zo eenvoudig de mensen eenvoudig en vriendelijk we voelen ons goed we willen hier blijven rondhangen. Eindelijk het goede gevoel. We hebben de laatste dagen teveel gereden, deels door de lange afstanden. We hadden te weinig kontakt met de mensen. Het druilerige weer van de eerste dagen en de steeds strakke wind hielden ons binnen. We besluiten verder rustig aan te doen; ons niet meer druk te maken over datum, dag en uur of de nog af te leggen weg... We zien wel waar we komen.
Een deel km voor Rio Grande zien we rechts van de baan een oude kerk en mooie oude houten gebouwen. Een vroeger infokantoortje is gesloten maar in het grote gebouw verderop is heel wat beweging. We steken onze neus binnen en zien een klein winkeltje. We zijn terechtgekomen in een tuinbouwschool. Eén van de secretaressen spreekt engels en wordt ons als gids toegewezen. De school is zeer modern uitgerust en is ondergebracht in de gebouwen van de eerste missiepost op Vuurland gesticht door de Salesianen. Er woont nog steeds een oude dame die afstamt van de oorspronkelijke inwoners. De school huisvest ook een heel mooi museum met uitleg over de verschillende stammen die ofwel op bootjes op zee leefden ofwel als jagers op het land de komst van de blanken en de missionarissen de fauna (opgezette condors, zeeleeuwen, enz ... ) en flora en een meteorologisch station waar men ook de windsnelheden kan aflezen (momenteel 68km/u en wij die dachten dat het vandaag niet waaide) De jeugd wil graag een praatje maken; in 't spaans natuurlijk. Ze krijgen wel engelse les maar zoals we reeds veel ondervonden vinden ze dat niet echt nodig buiten Brasil spreekt toch heel Midden- en Zuid Amerika spaans. Ze tonen hun akkers en bloemenserres en spelen gids in het prachtige kerkje. In het winkeltje doen we onze voorraad natuurprodukten in (vette worst, lekkere kaas en youghourt, eendeeieren want kippen hebben ze hier niet -die worden voor warenhuizen en restaurants ingevoerd per boot uit de Falklands wat goedkoper is dan over de weg uit het noorden van Argentina leerden ze ons) We verlaten La Candelaria (zo heet de missiepost) ergens in de late namiddag. Rio Grande is de grootste stad op Vuurland en dient als centrum voor de schapenindustrie. Er is een heel grote stal voor het scheren van schapen waar, in tegenstelling tot andere landen, de boeren hun schapen naar de scheerders brengen in plaats dat de scheerders naar de estancia gaan. Er is ook een grote diepvriesfabriek voor schapenvlees die men kan bezoeken. Het stadje tracht een modern uitzicht te verwerven en heeft langs de strandblvd en andere grote lanen versieringen aangebracht met grote felgekleurde ijzeren buizen speciaal is het wel. De warenhuizen bieden alles wat je maar dromen kan en vooral lekker streekbrood. Van Rio Grande tot Kaiken is de baan weer deels geasfalteerd. We rijden ook naar het Andesgebergte toe en het decor verandert. Eerst golvend, dan bergachtig met prachtige meren. Het is hier ook toeristischer. Vooral Chilenen en Argentijnen komen hier hun verlof doorbrengen om te vissen. Na Kaiken komen we weer op een zeer stoffige gravelbaan. Er is redelijk veel verkeer en veel trucks van de wegenwerken verderop. Bij het kruisen duurt het een poosje voor men door de stofwolk weer de baan ziet; niet echt veilig. We steken nu het Andesgebergte over want Ushuaia is de enige Argentijnse stad die aan de oostkant van de Andes ligt. De weg is slecht maar de natuur prachtig. Voor we Ushaia inrijden nog een politie kontrole (wat ze hier onder kontrole verstaan: dondé viene- donde va??Waar we naartoe gaan?? De weg loopt dood een deel km voorbij Ushuaia dus die vraag verstaan we niet zo best. Ze tonen ons op een plannetje waar de toeristische dienst is, waar we goed kunnen parkeren waar een gratis camping is enz ... de politie uw vriend! Het stadje ligt heel mooi op de helling aan het Beagle kanaal met rondom besneeuwde toppen. Het is er redelijk druk en in de straten geen parkeerplaatsje vrij. We vinden een plaatsje aan de haven en gaan tevoet op verkenning. Op de toeristische dienst is men zeer vriendelijk en ze beschikken over goede praktische informatie wat betreft vervoer te land, water en lucht accomodatie aanbod van tours enz.. Er is zelfs iemand die wat Engels praat. Verder zuidelijk kan men niet meer over land. Wie naar Puerto Williams wil, de meest zuidelijke nederzetting van Amerika of zelfs naar Antarctica kan zich hier informeren. Het eerste prijzig maar betaalbaar( afhankelijk van seizoen en bezettingsgraad) en wordt nogal eens gekoppeld aan een bezoek aan de Harberton Estanza. Er is een groot aanbod van souvenirshops en restaurantjes prijzen iets aan de hoge kant. Postkaarten 0,5 tot I U$ postzegel voor kaart naar Belgie: 1 1/2U$ zeer weinig kaartjes van hieruit verstuurd. Promenade 's avonds heel gezellig. Veel mooie houten huizen. Parque Nacional Tierra del Fuego: Bij het verlaten van het centrum aan de li kant aan sportterreinen: gratis camping in mooie setting. In seizoen is er een parkwachter. Nu: water afgesloten sanitair vies. Gratis warme douches aan YPF benzinestation op hoofdbaan nabij centrum. El tren del fin del mundo: stoomtreintje dat van even buiten het park tot in het park rijdt. 22U$ enkel 25U$ retour + 5U$ inkomgeld park. Mooi maar doet slechts 7,5km. Halte aan eerste kruispunt in het park. Een deel van het parcours kan men gewoon wandelen. Inkom 5U$/pp gratis campings zonder faciliteiten: camping Rio Pipo aan de rivieroever heel mooi ; richting waterval Rio Pipo (eigenlijk meer een stroomversnelling dan een waterval) en camping La Ensenada nabij Bahia Lapataia, beschut tussen de bomen. Er zijn nog een paar andere gratis campings en een betalende met alle comfort. Tijdens het WE veel jonge Argentijnen die gaan kamperen om vuurije te stoken en de ganse nacht bier te drinken. Het is een heel mooi park met vele meren lagune's zeldzame vegetatie en veel en kleurrijke vogels diverse soorten eenden. Op de campgrounds regelmatig vossen. Er zijn veel wandelpaden uitgezet van verschillende lengte en met verschillende thema. Er zijn beverdammen en moerasgronden. Voor de liefhebbers zijn er kayaks of tochtjes op het Beagle kanaal dat hier wel bijzonder mooi is. Van La Ensenada kan men met een Zodiac naar Lapataya of omgekeerd (geen grote afstand ) Met de auto door het park is ook een avontuur over wankele bruggen en smalle wegskens. Vonden dit een heel mooi en rustig park. Onvoorstelbaar als men door Patagonie en Vuurland reed om hier zo'n brok natuur te vinden. Zuidelijker kunnen we niet meer met de camper. Vanaf nu is het dus: al norte. Na een paar dagen terug naar Ushuaia. De benzine is hier heel goedkoop dus tanken we alles vol(ook onze jerrycans) Het regent wat vandaag. Het zicht op de bergen is beperkt maar het zicht op de baan is verbeterd geen stof= niet blind rijden. Na een paar uur breekt de zon door maar ze komt niet alleen het begint terug te waaien.
Terug in Chili De grensovergang is hier eigenlijk een formaliteitje Onze vriend van het benzinestation bij San Sebastian verwittigd ons dat de ferry naar Punta Arenas stil ligt wegens de storm. We moeten dus terug via Cerro Sombrero. Er komen zo'n zwarte drijgende wolken opzetten dat we een beschut stopplaatsje zoeken achter het benzinestation. Na een korte maar hevige bui zijn de wolken verdreven door de wind. Het zonnetje schijnt weer maar de wind blijft. Een heel speciaal en ruw klimaat hier het weer verandert plots: wolken, regen, wind en zon het is alsof ze om het uur lotje trekken wie de voorrang heeft. Ondertussen hebben we nog maar weinig of geen tegenverkeer gezien. We fronsen het voorhoofd. En na een paar km staan we in de file (klinkt wat raar ",file" hier op 't eind van de wereld) We gaan tevoet op verkening. Veel volk en veel gepalaver in het restaurant/office. Te veel wind, te gevaarlijk! Vermoedelijk valt de wind wat als de zon onder is zeker is men niet geduld is de boodschap. In sommige auto's installeert men zich al om te slapen. Wat verder staat nog een camper met Argentijnse verlofgangers die huiswaarts keren. Met het uitwisselen van informatie gaat de tijd snel voorbij. 2l u Plots is er beroering. Aan de overkant wordt de boot geladen en kan de Straat van Magelhaan weer overgestoken worden. Nu gaat het heel vlug. Men probeert zovlug en zoveel mogelijk auto's over te krijgen. Eerst bussen, dan wagens en daarna vrachtvervoer. Rond middernacht kan de ferry, die anders 's nachts niet vaart, stoppen. Alles wordt heel vlug stil rond de haven en wij hebben hier een kort maar rustig nachtje. We rijden nu langs de straat van Magelhaan over een éénbaansbeton naar Punta Arenas. Wat door het stadje gereden. Het zegt ons niets. De mooie laan die naar het stadje voert was nochtans hoopgevend. De ferry naar Vuurland ligt nog steeds stil. Naar Puerto Natales ligt er nu een betonbaan deels enkel, deels dubbelvaks. Onderweg zien we veel emu's. Eentje met zeker 10 jongen die opschrikt van het lawaai van de motor en zelfs nadat we stopten niet wist welke richting uit hij (of zij,) zijn jongen zou sturen. Heel veel vossen, mara's, gordeldieren , guanaco's, flamingo's en allerlei soorten wilde eenden. Langs deze baan treffen we ook kleine dorpjes heel gezellig. Al rijden we hier ook door de pampa het is meer afwisselend dan routa 3. Puerto Natales ligt mooi aan het water, omringd door sneeuwtoppen. Het is ook heel toeristisch maar minder blasé dan Ushuaia. Vinden de mensen hier ook heel vriendelijk. De toeristische dienst heeft veel mondelinge informatie maar weinig kaartmateriaal. Nochtans hier wandelkaarten voor Torres del Paine kopen daar ze er geen hebben in het park (wel wandkaarten) Veel reisbureautjes, heel vriendelijk en helemaal niet opdringerig. Wisselkoersen heel goed. Kregen 540 Chileense $ voor I U$. Nog zo'n stadje waar we wat langer zouden willen blijven. Door de wind weer veel benzineverbruik. Voorbij Villa Castilla onze benzineblikken overgegoten. Iedere wagen die voorbijkwam stopte om te zien of we problemen hadden. Ook hier is de politie opvallend vriendelijk voor ons. Vragen de papieren om hun lijst in te vullen maar geven ondertussen toeristische tips, vertellen over hun land. De meesten kennen Belgie niet maar hebben al veel gehoord van Brussel en wie zegt het wel te kennen komt met verhalen over kinderverkrachters, corruptie (we zijn nochtans in Chili) en vergif in de voeding. Proberen hun te vertellen dat het enige grote probleem dat wij in Brussel hebben een teveel aan internationale journalisten is die dagelijks copy nodig hebben voor hun colums in kranten over de hele wereld en dat Belgie nog zo slecht niet is om te leven maar te klein om dagelijks veel wereldschokkend nieuws te leveren.
N.P Torres del Paine. Zou ik eigenlijk met hoofdletters moeten schrijven, zo mooi Inkomgeld: 6500$lpp. Te betalen in het rangerstation aan de slagboom. Weer heel vriendelijke mensen heel veel mondelinge info plan van het park met wandelroutes en overnachtingsmogelijkheden hangt aan de muur hebben en verkopen geen planneijes om mee te nemen. Het is een prachtig park en we hebben reuze geluk. Het is wel wat bewolkt maar we hebben een goed zicht op de Torres. We nemen vlug wat foto's want men vertelde ons dat men ze meestal niet te zien krijgt omdat ze in de wolken zitten. De meren, de bergen; het overweldigt ons. De wegen zijn heel avontuurlijk om te rijden: smal geen uitzicht heel scherpe heuvelruggen. We verkneukelen ons reeds voor de komende dagen en zoeken een overnachtingsplekje op de P. van het hotel aan lago Grey. Krijgen er het gezelschap van een andere camper met een Duits koppel. Zij kwamen van het noorden en konden ons dus goede praktische info geven. Ze wilden niet verder zuidwaarts hadden genoeg van de vele km gravelroad en hadden al heel veel problemen gehad met de wagen. De camper zag er nochtans veel nieuwer en mooier uit dan de onze maar de wagen zelf was blijkbaar niet goed onderhouden. De opbouwcel was ruimer oogde nieuwer maar heel wat zaken (zoals waterpomp enz) functioneerden niet. Hadden wel niet zoveel last van indringend stof. Betaalden ongeveer 1000bf/dag meer.
's Morgens vertrekken we voor een wandeling naar de Grey gletsjer via de achterkant van het hotel vanwaar men een prachtig zicht op de gletsjer heeft. Wat een flater. Kwamen vast te zitten aan een diepe geul smeltwater en moesten een hele toer om. Het was wel heel mooi door heel speciale vegetatie maar mijn benen begaven het zowat. De afgebroken ijsschotsen bedekken bijna het hele meer. Aan de oostoever kan men via een smal wandelpaadje omhoog en heeft men een prachtig uitzicht over heel de gletsjertong. Plots steekt de wind weer op, de temperatuur daalt drastisch. Wandelen wordt worstelen en we zijn doodmoe als we terug aan de wagen komen. Na een hete tas soep houden we platte rust. We rijden terug tot lago Pehoe waar we een prachtig uitzicht hebben . De wolken jagen over de pieken. We kruipen in onze slaapzakken met zicht op de bergen. In de late naniiddag valt de wind. Er zijn geen wolken meer te bespeuren. We geraken niet uitgekeken. Een Parijs koppeltje op huwelijksreis vraagt om mee te mogen rijden tot aan de administratie. Ze hadden op een smal bergpad moeten schuilen voor de wind en hun pic up afspraak gemist. Onderweg zien we Condors. Ze vliegen zo snel dat het moeilijk is om ze met de verrekijker te volgen. Op de administratie zijn ze blij met ons vrachtje ... hadden hun al op het lijsije gezet (bij het betreden van het park moet iedereen zich inschrijven, zijn bestemming opgeven en wanneer men het park wil verlaten wandelaars die zich niet tijdig uitschrijven worden na 24u opgespoord) Wij rijden naar lago Azul. Over het bruggeije rijden is millimeterwerk. We zien een paar mooie watervallen en stroomversnellingen en heel veel dieren. Lago Azul is een vogelparadijs. Het is er heel rustig weinig toeristen wagen zich over de slechte weg het ligt wel op één van de wandelroutes. De zeer eenvoudige camping vinden we veel te duur (10 000$ ) We vinden ergens anders een rustig plaatsje. Voor de grensoversteek naar Argentina moeten we terug via Cerro Castilla. Volgens de kaart moet er hier een benzinestation zijn. We hebben al een paar maal de 4 straten waaruit het plaatsje bestaat doorgereden en niets gevonden. Er is een museum met tourist info en gaan daar informeren. Niet te verwonderen dat we het niet vonden. Er staan 2 benzinepompen in een soort gesloten bushokje. Als men toetert komt er wel iemand om u te helpen. De motor wordt ingeschakelt en de leiding door het venster gestoken. Een mechanisch tellertje houdt de hoeveelheid bij. Betalen hier 330$/1. Tussen de houten schuren vinden we een beschut plaatsje voor de nacht.
De grenspost is gevestigd in een klein huis en zeer uitzonderlijk slechts door 2 personen bemand. Ook de Argentijnse grenspost in Cancha Carrera is heel eenvoudig maar zeer efficient.
Terug in Argentina
Het grenshoppen zijn we nu gewoon. Ontmoeten hier een zestal Canadezen die een busje met chauffeur hadden gehuurd en er onder weg een gratis cursus autopechverhelping hadden bijgekregen. We bevragen ons over de route en men verzekert ons dat de cortado vanaf Tapi Aike naar El Cerrito geen problemen oplevert en dat het niet nodig is langs La Esperanza rond te rijden. Het is werkelijk een goede gravel, op sommige plaatsen heel smal, maar aangezien er zo goed als geen verkeer is ( 2 auto's over het hele traject) helemaal geen probleem. Vanaf El Cerrito asfalt tot El Calafata. El Calafata is een klein stadje waar meer toeristen rondlopen dan er inwoners zijn en dat laat zich zelfs voelen aan de prijs van het brood om van de rest niet te spreken. Het toeristisch bureau is in het busstation. Men krijgt er heel wat goede mondelinge informatie en ze beschikken over goed documentatiemateriaal. We gaan informeren voor een boottocht op Lago Argentina naar de Upsala gletsjer. Er zijn verschillende mogelijkheden. Er zijn 2 verschillende dagtrips die afwisselend om de andere dag gaan; de ene 9SUS$ de andere 107US$. Buiten het seizoen is er geen probleem de tickets 's morgens te kopen in Punta Bandera waar de boten vertrekken. In het hoogseizoen reserveren aangeraden. Wij rijden naar de Perito Moreno gletsjer ( te zien in elke folder en elke documentaire van Argentina) Op de weg er natoe zijn hier en daar uitzichtpunten. De gletsjer zelf is ongeveer 60m hoog hij kraakt zonder ophouden regelmatig breken er stukken ijs af. Via plankiers en wandelterrassen kan men tot heel kort bij de gletsjer komen. Adembenemend.Er zitten wel veel zeer kleine maar zeer agressieve muggen. Zouden graag hier op de parking blijven overnachten maar er staat een verbodsplaat jammer! We rijden terug en gaan overnachten in Punta Bandera aan de aanlegsteiger. Als het morgen klaar weer is willen we wel de boot op. Droom er reeds lang van om tussen ijsschotsen te varen.
We betalen 85U$/pp last minute ... misschien mogelijk door onderhandelen er nog iets af te pitsen maar we waren zo begeesterd dat we er niet aan dachten. Middagmaal kan men op voorhand bestellen. Snacks en drank in de bar te koop. Er zijn hier en daar vensters die openschuiven...goed plaatsje voor fotografen. Eens de boot uit de haven is mag men op het dek. We hebben geluk. Het is stralend weer. Het werd een onvergetelijke tocht door een sprookjeswereld van ijs. Konden niet tot aan de voet van de Upsala daar de vaargeul afgesloten was door immense ijsbergen- gingen wel naar Onelli en Spegazzini. Een dag om nooit te vergeten en zeker zijn geld waard. We zoeken ons een rustig plaatsje achteraan op de parking nabij het busstation en deden geen oog dicht door het lawaai van immense generatoren ergens aan de overkant... Via routa 40 verder al norte! We rijden km rond Lago Argentino en zelfs aan het eind waar het meer uitmondt in Rio Sta Cruz en Rio Leona liggen nog grote ijsblokken. Aan de noordkant van het meer slaat een gravelroad af naar de andere kant van de Upsala gletsjer en een ander wandelgebied in het Pque Nac. Los Glaciares. Vanaf Paso Rio La Leona loopt een gravel langs lago Viedma naar Estancia Helsingfors vanwaar men Cerro Norte kan verkennen. Via de noordoever van Lago Viedma komt men in El Chalten. Een nog jong en eenvoudig toeristisch dorp toegespits op trekkings naar de Fitz Roy. Gezellig. Tres Lagos: een kruispunt van wegen met een benzinestation en enkele huizen. Treffen hier een koppeltje rugzaktoeristen die hier reeds een paar dagen op vervoer wachten. De noordkant van het park is heel mooi maar er is weinig openbaar vervoer. Georganiseerde trekkings nemen zelden lifters mee. Verder naar Perito Moreno. Onderweg zijn er een paar mogelijkheden om af te slaan naar Pque Nac. Perito Moreno. Dit park is een van de meest verlaten oorden van Argentina schijnt wel heel mooi te zijn met veel meren voor ervaren wandelaars dus niet voor ons. Routa 40 vanaf El Calafate noordwaarts: eerst ruwe bergen dan pampa dan fel gekleurde rotsen soms heel mooi en soms eentonig veel paarden en gaucho's vossen en schapen en heel veel meren en rivieren. De "dorpjes" onderweg: een paar huizen en soms een benzinestation met winkeltje. De gravelroad is soms goed, soms slecht en soms heel heel slecht (dansende auto=geen grip meer op de baan) Honderden km, één korte rechte lijn afgewisseld met honderden km bochten en bergop en bergaf Langs de baankant veel kapelletjes en kleine indianenheiligdommen met offers in plastieken flessen en andere... Veel uitleg konden we er niet over loskrijgen. " De Argentijnen en Chilenen zijn zeer godsdienstig en aanbidden veel heiligen... De Indiaanse bevolking heeft haar eigen rituelen" vertellen de "blanken". De Indianen zelf reageren niet erg op onze blijken van interesse. Misschien als we een weekje zouden kunnen blijven rondhangen dat er dan wel wat meer vertrouwen zou kunnen groeien maar op een uurtje?? Een grote familie op uitstap nodigde ons echter uit op de maté ( de nationale drank in Argentina een soort thee die gedronken word uit een peervormige, verharde vrucht) Zij waren hier gestopt om drank te offeren voor een behouden reis , de halfvolle fles hoestsiroop van hun zoontje dat dank zij San Pedro genezen was en een versleten sportschoen van een andere zoon die hoopt een goede voetballer te worden. Ze werken op een grote Estanza en mochten met een vrachtwagen van het bedrijf hun uitstap maken naar een feest bij vrienden en onderweg maakten ze van de gelegenheid gebruik om de heiligen te danken. Zouden onderweg nog bij een ander heiligenbeeld stoppen voor de goede afloop van de zwangerschap van één van de vrouwen. Voelden ons een beetje voyeur maar het kontakt was eigenlijk vrij spontaan. Met veel animo en geposeer werden een paar foto's genomen die we hun zeker zullen opsturen. Een ontmoeting midden in nowhere! In Perito Moreno, een klein ingeslapen stadje, laten we de wagen eens goed nakijken: luchtfilter uitblazen, olie vervangen, water nakijken. Blijkbaar is de luchtfilter ver aan vervanging toe maar nergens het juiste model te vinden... Een argentijns koppel die ook op rondreis zijn met een camper komen een praatje slaan. Ze drukken ons op het hart steeds voldoende water en eten mee te nemen. Daar waren we wel op voorzien. In het benzinestation wachtte een amerikaanse motorrijder op een lift zuidwaarts. Hadden bandenpech. Hij had zijn vriendin in de tent onderweg achtergelaten en was gisteren al liftend naar hier gekomen voor nieuwe banden. Wij hadden onderweg geen tent gezien. Volgens Jack stond ze wel een stukje van de weg af. Als men onderweg pech heeft kan het een tijdje duren voor men geholpen is. Er zijn geen telefoons en men moet hopen dat er een estanciero langs komt die thuis radioverbinding heeft (de meesten weten wel weg met pech maar hebben geen onderdelen) Ik moet er even aan denken hoe naief we waren met ons vertrouwen in de bijstandsverzekering ... de afstanden zijn hier zo enorm, de wegen zo slecht... Gelukkig, moesten wij pech krijgen, we zitten niet met een strak schema en hebben genoeg mondvoorraad. Een beetje ten zuiden van Perito Moreno ligt lago El Cisne. Bekend bij vogelliethebbers voor de vele soorten vogels, eenden, veel flamingo's en witte zwanen met zwarte nek. Er zijn een paar uitzichttorens opgesteld. Van Perito Moteno kan men via verschillende wegen de Andes over naar Chile om dan via de caretera Austral naar Puerto Montt te rijden. Wij hebben voor 't ogenblik een beetje genoeg van de gravel en verkiezen de routa 40 verder te volgen. Rio Mayo is niet veel meer dan een kruispunt van wegen naar Comodoro Rivadavia aan de oostkust en naar Puerto Aisen in Chili. Er is geen benzinestation. Onderweg horen we een getik onder de motorkap. We hopen heelhuids in Gobernador Costa te geraken. Gobernador is een vrij groot centrum. Voor het geluidje onder de motorkap stuurt men ons naar een mecanic. Vermoedelijk de alternator. Er wordt met vereende krachten (heel de buurt staat er rond) wat aan gewerkt en siliconen ingespoten. Het is voorlopig verholpen maar men kan ons niet verzekeren dat we er lang mee verder kunnen. Van betalen willen ze niet horen. Dat wordt dan maar trakteren. Het is Vrijdagavond en ik probeer Herr Bernard te bellen. Niemand thuis. Dan maar naar YPFbenzinestation waar ze een fax hebben. Hopen op antwoord. Het zoeken van een overnachtingsplaats is een gemeenschapsgebeuren. Men wijst ons een mooi plaatsje op de camping municipal (die zeer eenvoudig is) maar de mekanieker heeft graag dat we bij hem op zijn eigendom staan. De zaterdag besteden we aan het opkuisen van de wagen, het bijwerken van ons dagboek en wat leuteren met de bevolking. Iedereen weet van het probleem en iedereen wil eens naar de motor kijken. Kijken mag maar aankomen liefst niet. Wat ons deze weken opviel is dat de Argentijnen zeer joviaal zijn en zelf heel gemakkelijk kontakt zoeken. Zijn ook zeer opgewekt en houden van muziek en dansen. Onze Spaanse woordenschat wordt dagelijks bijgewerkt. Bij onze inkopen in een klein winkeltje worden we door een groepje vrouwen bijgestaan. Dat moeten we proberen en iets anders kunnen we beter in de rekken laten staan. Aan appelsienen en appelen moeten we eerst goed ruiken. Ze hebben heel lekkere artisanale marmelade. Wij beseffen maar weer eens hoe onze rijkdom ons afstompt en hoe ondoordacht wij thuis onze aankopen doen. Ik zie me in de GB al aan appelen staan ruiken.
Zondag. Nog steeds geen antwoord uit Chili. De klokken luiden. De halve gemeenschap trekt naar de kerk. Het is een mooi, modern kerkje, met veel lichtinval. Het is heel rustig op straat Alles lijkt stilgevallen. Bakker en winkels openen slechts na de zondagsdienst. We brengen onze zondag door al lezend en met een paar spelletjes. Maandagmorgen. Nog steeds geen antwoord. We beslissen maar op ons geluk te rekenen en in Villarrica binnen te rijden voor we naar het noorden gaan. We rijden nu door een prachtig stuk natuur. Meren, zicht op de besneeuwde bergtoppen. Overal staan brem en lupinen in bloei. Achter een rij bomen zien we Tecka liggen en rijden het centrum in. Verstaan niet hoe we hier bij de heenrit zijn kunnen voorbij rijden. Vinden zonder problemen het kleine benzinestation. We betalen al 25% meer /1 dan in 't zuiden. We besluiten vanaf Tecka de asfalt te nemen via El Bolson naar Bariloche. De route via El Maiten is gravel en we willen de wagen wat sparen. Deze route hebben we ook gereden bij het vertrek maar het verwonderd ons toch hoe verschillend het uitzicht is. We hebben de Andes voor ons. Het zonnetje schijnt en alles staat in bloei. We verspelen niet veel tijd in El Bolson of Bariloche. We overnachten aan de oude bibliotheek in Villa La Angostura. Na al die eenvoudige dorpjes lijkt het stadje wel een toeristenparadijs en we weten niet goed hoe we ons daarbij voelen. Het is mooi maar druk. We steken de grens over door het Nahuel Huapi NP. Alle formaliteiten verlopen heel vlot.
Terug in Chili Aan de Chileense kant probeer ik nog maar eens naar Herr Bernard te bellen. " Dit nummer heeft geen aansluiting Nogrnaals gecontroleerd. Het juiste nummer. Wat gebeurt er??? Hopelijk vinden we straks iemand thuis. Osorno, Rio Bueno, Loncoche. We ervaren de baan als zeer druk. Veel vrachtwagens en bussen. Veel wegenwerken. We trachten al terug naar onze gravelroads. We zijn gelukkig als we in Villarrica aankomen en de deur van het kantoor open vinden. Blijkbaar hebben we de antwoordfax gemist??? De telefoon is nog steeds aangesloten en heeft nog steeds hetzelfde nummer maar blijkbaar heeft Telefonica Nac.de Chile wat last met efficientie. We bespreken de problemen en de wagen gaat voor nazicht naar de garage. Wij profiteren van de gelegenheid om het meer en de vulkaan te bewonderen onder een stralend zonnetje. Na een paar uur staat de wagen weer klaar We hadden een paar sterretjes van de steenslag in de ruit maar blijkbaar is dat geen reden voor aanslag op onze borgsom. Hopelijk herinnert hij zich dat ook bij de afrekening. Herr Bernard komt ons wel fair over.
We herzien onze routing en besluiten via routa 5 door Chile naar boven te rijden. Om te overnachten rijden we van de grote baan af naar Lautaro en slapen naast een park in een doodlopende straat. En zoals meer het geval is verwekt dat een kleine volkstoeloop. We zijn welkom. We hebben er een rustig nachtje. Dit stuk van routa 5, (ook panamericano genoemd omdat het de enige weg is die van het noorden tot het zuiden loopt) deden we 's nachts met de bus bij de heenreis en heerlijk gezegd hebben we toen niets gemist. Het blijft druk met veel bus en vrachtverkeer en heel veel wegenwerken. Het is niet te schatten hoeveel mensen hier aan de banen werken; het moeten er vele duizenden zijn. Regelmatig moet men ook tol betalen tussen de 1300 en 1900$ wat bij een gemiddeld loon van 100000$/m toch aantikt. Rond Curico komen we volop in de fruitstreek. We stoppen en kopen aardbeien 2kg voor 500pesos bij plukkers langs de weg. We proeven er mispele volgens het woordenboek mispels, maar het zijn echt niet de mispels die we hier kennen. Er zijn nog verschillende vruchten die we niet kennen en waarvan ik ook geen vertaling in het woordenboek vind. Na San Fernando volgen we dan ook de fruitroute richting San Antonio. Onderweg stoppen we om onze voorraad in te doen: 10 kg appelsienen voor 1 000pesos -kersen 500p/kg. We rijden langs verschillende gezellige dorpjes. Smalle straatjes, mooie kerkjes. De enige open ruimte die niet beplant is met groenten of fruit is de speelplaats van het dorpsschooltje. Regelmatig moeten we de ons bevragen voor de weg. De grote verbindingsweg gaat in de meeste dorpjes over in een wirwar van kleine straatjes. We vinden een overnachtingsplaatsje achter een benzinestation en ook hier gaat dat niet ongezien voorbij. Anders dan in Argentinie hebben de gezellige praatjes wel een bijbedoeling. De kok van een restaurant een honderdtal meter verder komt wat klagen over het gebrek aan klandizie en zijn lage inkomen. Een vrouw wat verder in de straat heeft een logeerkamer vrij.
Als we 's anderendaags de heuvels achter ons laten en de kust naderen wordt het mistig. In Llolleo vinden we een mooie parking aan het strand. Niettegenstaande het in de omgeving vol staat met vakantiehuizen is het hier totaal verlaten. Bij zonneschijn een zalig plaatsje. Nu wat kil om buiten te zitten. We houden onze siesta met een boek onder een slaapzak. Als we in de namiddag richting Valparaiso rijden klaart het uit en is de zon weer stralend van de partij. Vanop afstand hebben we een mooi zicht op de stad die tegen de heuvelflank plakt. Als we het centrum naderen wordt het heel druk en met de rijstijl van de Chilenen is het helemaal geen pretje. Per auto de stad verkennen zien we niet zo zitten en daar mijn knie het niet zo goed doet om te gaan wandelen rijden we via de ring rond de stad. In Vina Del Mar dat ook vrij druk is maar minder chaotisch vinden we een parkeerplaatsje aan de strandboulevard. Parkeerwachters komen aangelopen met een zonnescherm voor de voorruit. Ze zijn verwonderd dat wij verkiezen te genieten van de warmte en de zon. Het valt ons steeds meer op dat mensen die wonen in zonnige streken, waar ook ter wereld de schaduw verkiezen. Het is een mooie en gezellige strandboulevard. Louis gaat wat wandelen en ik installeer me op de ligweide. Het is een heel rotsachtige kuststrook en ze blijft heel mooi verder noordwaarts. Het is ook heel aangenaam rijden: een redelijk goede asfalt, niet teveel verkeer en mooie uitzichtpunten. We vinden verschillende mooie overnachtingsplaatsen, sommige 's nachts wet eens bezocht door vrijende koppeltjes. In Concon zijn er op het middaguur reddingsoefeningen. Een hele voorbereiding: de marine is aanwezig in groot ornaat er wordt nogal wat gesalueerd, een rode kruiswagen (uit het jaar stillekens) met een twintigtal witschorten (moeilijk te zien of het dokters of verplegenden zijn, ze dragen allen een stetoscoop rond de hals) vrijwilligers die als slachtoffer zullen fungeren; een groot marineschip ligt een stuk uit de kust en helicopters vliegen over, er wordt druk gepraat via communicatielijnen en mobiele telefoons. Aan publiek geen gebrek. Er zijn verschillende schoolklassen (kleuters lagere en middelbare school studenten) De kleine visrestauranijes zitten vol. We zijn benieuwd. Ongeveer 2u telaat starten ze. Er worden 3 slachtoffers uit het water gehaald: 1 per helicopter; 1 met een zodiac en 1 door de redders op het strand. Na welgeteld ½ uur is iedereen gered en afgevoerd en alle volk vertrokken.... Efficiente oefening of show? We weten het niet.. De route die we vanaf Zapallar volgen moeten we later terug doen. We beslissen ons tempo wat op te drijven. Op de terugweg zien we dan wel hoeveel tijd ons nog rest. Zolang we zo langs de kust rijden is het 's morgens af en toe wat overtrokken maar ééns 10 u schijnt de zon weer volop. Het blijft mooi rijden. We hebben prachtige uitzichten op de kust. Het binnenland wordt droger en desolater. We wijken af van de panamericano om naar Tongoy te rijden. Volgens Lannoo een populaire en zonnige badplaats. Het deel van het centrum dat op de helling ligt is moeilijk te bereiken door wegenwerken. De straatjes zijn smal en steil. De uitzichtpunten kunnen we niet bereiken. Het stadje heeft aan beide zijden mooie stranden. Langs de zuidkant is er een haventje waar de vis ook rechtstreeks verkocht wordt. We zien er vooral veel soorten schelpdieren; loco (wat eigenlijk gek betekend) een soort slak in een schelp met het uitzicht van een steen; piure heeft een kleinere schelp, ziet er rood/oranje uit en wordt rauw gegeten een soort oesters ook en dan ook heel veel pulpa (inktvis) verpakt in heel grote, doorschijnende plastiek zakken( alleen al het kwabbelende uitzicht beneemt me alle eetlust) Op het strand is heel wat bedrijvigheid. Vissersboten worden met vereende krachten op het droge gesleurd. Oude boten met veel zorg en primitieve werktuigen hersteld. Zeewier wordt aan land gebracht en uitgeschud tot alle blaadjes en vuil er afgevallen zijn en dan in grote zakken verzameld voor de cosmetische industrie. Bijna elk gezin doet er aan mee hetzij als bestaansmiddel, hetzij als bijverdienste. Iedereen helpt mee, zowel de grootouders als de kinderen, zelfs tijdens de middagpauze. Het is een vrij zware job. Diegenen die het wier verzamelen staan voortdurend tot kniehoogte in het zeewater. Voor het proper maken staat men steeds gebukt. De opbrengst is miniem: ongeveer 500pesos Zeewier wordt aan land gebracht en uitgeschud tot alle blaadjes en vuil er afgevallen zijn en dan in grote zakken verzameld voor de cosmetische industrie. Bijna elk gezin doet er aan mee hetzij als bestaansmiddel, hetzij als bijverdienste. Iedereen helpt mee, zowel de grootouders als de kinderen, zelfs tijdens de middagpauze. Het is een vrij zware job. Diegenen die het wier verzamelen staan voortdurend tot kniehoogte in het zeewater. Voor het proper maken staat men steeds gebukt. De opbrengst is miniem: ongeveer 500pesos voor een grote zak als hij goed gevuld is. Wat verderop zijn een paar grote maar momenteel totaal verlaten campings. Wij vinden een rustig overnachtingsplaatsje aan het noordelijke strand nabij tennisvelden en een groot verlaten hotel. Er staan een paar stalletjes overladen met souvenirs voor toeristen. Wij vragen ons af waar die mensen de moed halen om hier elke dag te staan. Wij hebben de ganse dag geen enkele andere toerist gezien. Ze vertellen ons dat binnen een paar weken het seizoen start en dat ze dan toch een grote omzet hebben. Souvenirs spreken ons niet aan maar ze kunnen ons morgen wel verse vis verkopen. Afgesproken dus. Half nacht, ongeveer 3u, schrik ik wakker van luide stemmen. Ik loer even door het raampje. Het zijn vissers die naar de haven stappen. Gerustgesteld leg ik me weer neer. 's Morgens is het weer wat mistig. We kopen 2 grote vissen (vraag me de naam niet maar ze waren heel lekker) en betalen graag 1000pesos. Ze worden zelfs gekuist en gefileerd. Tegen dat onze casilla (camper) opgeruimd is, is ook de zon terug van de partij. We rijden verder naar het volgende stadje Guanaqueros. We stoppen even op de grote parking aan de vissershaven en telefoneren de kinderen. Het centrum zelf is niets speciaal We rijden door Coquimbo en La Serena. Ook Valle del Elqui, de druivenvallei, slaan we over. We zien wel op de terugweg of er tijd over is. Wijnstreken buiten Europa hebben ons tot nu toe niet echt kunnen begeesteren (tenzij Zuid Afrika waar we vooral de mooie huizen bewonderden) De panamericano trekt meer het binnenland in en de omgeving krijgt meer woestijnallures. Atacama woestijn = droogste woestijn ter wereld. De baan slingert zich door de bergen en het uitzicht is prachtig. Er zijn nog wel regelmatig wegenwerken maar door het minder drukke verkeer ook niet zo storend. Minder druk wil wel niet zeggen dat er geen beweging is. Er rijden nog steeds veel trucs maar vooral ook veel autobussen. De enkele dorpjes die we tegenkomen zijn piepklein. Tussen de dorpjes hier en daar een restaurantje/hostal/mecanie. Het eten is er meestal eenvoudig, goed en goedkoop. Drinkwater alleen in flessen. Hun drinkwater wordt bezorgd met tankwagens ander water pompen ze op met generatoren, is wel veilig maar heeft een brakke smaak en vieze geur. Wij deden onze bevoorrading van water steeds aan de benzinestations (soms met de brandslang) De pompbedienden zijn doorgaans zeer vriendelijk en behulpzaam. Ruiten kuisen en vloeistoffen nakijken behoort tot de routineservice. De Copec stations hebben alle faciliteiten en men kan er steeds met creditcard betalen wat in de meeste andere stations niet steeds mogelijk is. Cachhiyuyo el pueblo de 230 amigos, ligt aan een oude spoorweghalte. Er is nog een oude waterput. Op het pleintje speelt de jeugd voetbal. Vragen ons af hoe ze tussen die stofwolken de bal nog kunnen zien. De cactussen staan in bloei met witte, gele en rode bloemen. De grote kandelaars doen ons denken aan de Mojavewoestijn in Arizona.(waar ze wet veel groter zijn) Vallenar bevalt ons wel. Het lijkt op dit middaguur wel een ingeslapen stadje. We genieten op een bank in het parkje. Vrouwen zijn de kerk aan het poetsen en dragen bloemen aan. Een km buiten het centrum, nabij sportcentrum en park, is er een bedevaartsoord met een wenende madonna dat we zeker moeten bezoeken. Ze willen ons bloemen meegeven om bij het beeld te zetten. We doen maar of we het niet begrijpen... Wenende madonna's zijn een beetje teveel van het goede. We stappen nog even binnen in een paar winkeltjes om ons proviand aan te vullen en rijden verder al norte. In Copiapo zijn er wegenwerken en omleidingen. Veel te druk voor ons. We rijden weer richting kust en verlaten de panamericano naar Bahia Inglesa. Het is een toeristisch stadje dat op deze weekdag zo goed als verlaten is. De straten zijn smal en allen eenrichtingsverkeer. We parkeren eerst op een kleine parking in de bocht aan het einde van het strand. Het lijkt wel de vergaderplaats van de jeugd en daar die in Chile tot lang na middernacht buiten rondhangen, niet zo'n goed idee voor een rustige nacht. We verhuizen naar de grote parking. Genieten van een mooie zonsondergang. Caldera is een aangenaam stadje. We parkeren rechtover het zeerestaurant. Louis doet zijn wandelingetje en komt terug met verse vis haai aan 1 500pesos/kg. Op de terugweg willen we hier wat meer tijd spenderen. Terug op de 5 vallen ons vooral de vele kleine en grote sanctuaria op zoals gewoonlijk omringd met plastiek flessen en berichtjes en gebeden op stukken doek en papier (geen andere voorwerpen zoals we in zuid Argentina zagen) Er zijn ook veel graven en kleine kerkhofjes versierd met plastiek bloemen en kledij over een houten kruis. (komen de betekenis hiervan niet te weten) De baan blijft de kust volgen en regelmatig hebben we prachtig uitzicht op de kuststrook. Chanaral stond ons aan maar daar ik zeer onregelmatig mijn nota's bijhoud kan ik er mij nu niet veel meer bij voorstellen. Alleen met sterretjes genoteerd op de wegenkaart. We rijden nu terug het binnenland in door de woestijn. De eerste tientallen km zijn heel mooi het laatste stuk voor Antofagasta heel desolaat. Er staan zelfs geen cactussen meer. De woestijn overhoop gehaald door de oude mijnsites. Steenwoestijn. Uren niets. Zelfs de Andes is slechts een ver silhouet. We rijden, drinken, eten, lezen. Hebben zelfs de indruk dat er heel wat minder verkeer is. Wegenwerken worden zelfs een afleiding. Herhaaldelijk worden we door de seingevers (meestal vrouwen) aangesproken om hun flessen drinkwater te vullen of geven ze boodschappen mee voor de mensen aan de andere kant van de werken. Sommige van die vrouwen heben zelfs hun kleine kinderen bij die onder een beschutting aan de kant van de weg zitten te spelen. De afdaling naar Antofagasta is dan weer heel mooi.
4 Antofagasta naar San Pedro en terug tot ChiuChiu
Antofagasta We stoppen op de parking van een klein kerkje met uitzicht op zee. Er is veel bedrijvigheid. Vrouwen zijn de kerk aan 't versieren voor een trouwplechtigheid. Buiten is de vader van de bruid zijn auto aan 't kuisen. De plechtigheid is om 2 lu en de vader nodigt ons uit. Het is een zeer geanimeeerde dienst. Iedereen zingt mee en heel wat mensen richten een woordje tot het jonge paar. Bij het buitenkomen worden ze bestookt met bloemblaadjes en zakken rijst. De stoet vertrekt met hels getoeter. Wij bedanken en kruipen in ons bed. Middernacht. Er wordt op de deur gebonkt en door de gordijnen zien we een fel licht. Militairen met het geweer in aanslag. Als we de deur openen verschieten ze wel even dat we toeristen zijn en geen Chilenen en ze verontschuldigen zich herhaaldelijk voor het storen. Blijkbaar staan we op militair domein( gendarmerie is er juist naast). Om deze nacht niet weer gestoord te worden (hun dienst zit er bijna op) vragen ze ons de wagen te verplaatsen. Ze tonen ons een parking waar het zeker zo rustig is, wensen ons goede nacht en verontschuldigen zich nochmaals. Gelukkig zijn we geen Chilenen want ik vermoed dat hun optreden dan wel wat anders zou zijn. Het is een grote stad. Teveel voor mij om tevoet te bezichtigen. We rijden dan maar kriskras door de stad om er toch een idee van te hebben. De strandboulevard is wel netjes. De binnenstad nogal onverzorgd en vele straten om de één of andere reden afgesloten. Het wordt dan ook weer wat rondrijden voor we weer in de goede richting zitten; nl Calama. Het is heet vandaag. De wind maakt pirouettes in het zand. Rechts en links resten van verlaten mijnen. Hier en daar een huisje met wat geiten. Op vele plaatsen langs de panamericano verkopen ze hun kaas of gedroogd vlees aan truckers en toeristen. Badequeno is een oud mijnstadje. Op de terrasjes van de bar liggen alleen een paar luie zwerfhonden. (Over honden gesproken. In geen enkel land ter wereld zagen we zovele zwerfhonden midden in de wandelstraten van grote steden maar evenzeer op de meest verlaten plaatsen in de woestijn. Als men stopt duurt het niet lang voor een paar uitgemergelde honden rond de wagen hangen) De weinige mensen die hier nog wonen verdienen hun kost door het onderhoud van de wegen, met een winkeltje/restaurant/bar en een paar geiten. Toeristen stoppen hier nogal eens voor het oude treinstation en het kerkhof en om resten te zien van één van Pinochet's concentratiekampen. Zondag in Calama. Al de groene plekken in de stad zijn ingenomen door piknikkende familie's. Rond het zwembad van het sportcomplex kan men op de koppen lopen. Wij tanken bij Copec maar kunnen hier niet met creditcard betalen en ook de watervoorraad van de camper bijvullen is niet mogelijk. Ruiten van de wagen kuisen hoort niet meer bij de service ze gunnen het werkloze mannen om een centje bij te verdienen Vrouwen verkopen ijsjes uit een koelbox (vertrouwen de koeling niet erg) maar een koud blikje frisdrank kunnen ze aan ons wel kwijt. Giechelend proberen ze een kijkje te nemen in de casilla. De jeugd komt een praatje slaan. ( steeds dezelfde vragen: vanwaar kom je heb je kinderen hou je van Chile wat is je beroep verdien je daar veer geld mee ) Aan de kruising naar San Pedro de Atacama staat een oorlogsmonument en aan de overzijde een kerkhof. Ook hier is het enorm druk. Bloemenverkopers (meestal plastiek) doen hier gouden zaken. De kerkhoven liggen er meestal vervallen bij maar aan bloemen ontbreekt het niet. Even voorbij Calama wordt het uitzicht weer wondermooi. We hebben uitzicht op de Andes en proberen te ontdekken welke berg de uitgedoofde Licancabur is. De toppen zijn witbesneeuwd en de flanken zijn felgekleurd. Aan de voet van de bergen lijkt het zand bijna zo wit als de sneeuw erop. We stijgen voortdurend. Het zonlicht is heel fel. Op de hoogte zijn de rotsen felgeerodeerd. In de verte zien we de schittering van de zoutwoestijn. We dalen nu af door de Cordillera de la Sel de zoutbergen heel speciaal van vorm en kleur, van licht geel tot lichtbruin. In de verte zien we het groen van San Pedro (in de woestijn ziet men steeds van ver of er huizen staan rond elk huis staan minstens een paar bomen) San Pedro de Atacarna ligt op 2438m hoogte. Het is een heel klein dorp met lemen huizen en smalle stoffige straatjes. We vinden een parking aan een van de irrigatiekanalen waar een paar verkoopstalletjes staan. Het dorpje heeft iets. Vooral het parkje met rustbanken overschaduwd door peperbomen charmeert ons. Vooral de stilte valt op. Er lopen nochtans wat toeristen rond hier. San Pedro ligt op een van de favoriete overgangswegen voor rugzaktoeristen van en naar Argentina. Maar ook het georganiseerde toerisme heeft de weg naar hier gevonden. Gek genoeg, waar deze laatsten meestal in wat betere hotels verblijven lijkt het hier deels omgekeerd. Veel rugzaktoeristen gaan even bekomen in het komfortabele hotel na dagen bus en woestijn, sommige bustoeristen proeven hier van de eenvoud van de Residencias. Aan logiesmogelijkheden is er voor 't ogenblik geen gebrek maar of dat zo blijft? Het dorp floreert door het toerisme. Er zijn verschillende redelijk grote winkels waar men alles kan vinden wat een reiziger onderweg nodig heeft. Natuurlijk ook veel souvenirshop, restaurantjes. Maar vooral veel reisagentschapjes waar men zowat alles kan boeken ( de meeste in handen van Europeanen vooral Duitsers en Hollanders) Ze zijn er wel zeer behulpzaam en helemaal niet opdringerig. Hebben veel goed kaartrnateriaal van de streek - ruilen lektuur. Georganiseerde trips met paard, fiets of jeep. Waar je ook naartoe wil: ze kunnen het voor je regelen. Het archeologisch museum vonden we zeer interessant. Ook een bezoek aan het postkantoor mag men niet overslaan. Het is werkelijk het centrale verbindingspunt met de buitenwereld. Zelfs schapenvellen met een koord samengebonden worden hier afgestempeld en verstuurd. De openbare telefooncellen onder de zuilengalerij verbinden me probleemloos met de kinderen. (ook hier heeft men een kantoortje met telefoonboxen die vind men tot in het kleinste dorp in Chile en Argentina vragen een kleine toeslag voor de service maar zijn heel efficient en hebben doorgaans ook fax faciliteiten) Even buiten San Pedro is de douanepost. Wie naar de salar rijdt mag door. De anderen worden verzocht de formaliteiten te vervullen. Controle is meestal vrij streng. Rond San Pedro zijn er verschillende oases ontstaan door het degelijke irrigatie systeem. Redelijk wat groenten en fruitteelt maar vooral schapen, geiten en lama's. Communicatie bemoeilijkt door de taal meesten spreken geen Spaans. We stoppen even in Toconao om het oude kerkje van nabij te bezichtigen. Indien gesloten: sleutel hangt naast de deur. Men sluit hier niet uit angst voor dieven maar om de loslopende honden buiten te houden vertelde men ons. Vanaf hier is er een heel slechte gravelroad en daar er links en rechts bitterweinig te zien is geeft het de indruk dat er geen einde aan komt. Ze zijn wel heel hard aan de weg aan 't werken. Men vertelde ons dat ze gaan asfalteren daar er zoveel toeristen komen, wat we dan ook weer van het goede teveel vinden. Het zoutmeer zelf vonden we wat overroepen.(in vergelijking met andere) Er zijn slechts een paar plaatsen waar men het mag bezoeken. Er zaten wel een paar tientallen Chileense flamingo's, maar wij zijn niet zo gespecialiseerd in vogels dat we absoluut de verschillen willen opsporen met de andere flamingo's die we in het zuiden met massa's zagen. De parkwachters zijn anders wel heel toeschietelijk eens ge uw ingangsticket betaald hebt. Het zout glinstert fel lijkt soms zelfs roze het is een stukje bizarre natuur maar naar de mooie zoutstructuren moet ge wel met vergrootglas zoeken. Wat we wel heel mooi vonden is de Valle de la Luna. Het is een echt kleuren en licht spectakel. Alle kleuren van licht geel tot oker. Mooi geerodeerde rotsformaties en echte zandduinen. In plaats van terug te rijden via de baan kan men beter omdraaien en het in de andere richting over doen geeft een heel ander zicht. Als men zelf rijdt moet men wel oppassen niet vast te rijden in het mulle zand. Als er een beetje wind is is er van het spoor op sommige plaatsen niet veel meer te zien. Op sommige plaatsen is het baantje wel heel smal en vooral in de late namiddag is er wel wat verkeer. Om niet teveel tegenverkeer te hebben: de meeste tours vertrekken via Calle Caracoles en komen langs de grote baan terug. De tocht naar de geiseres del Tatio hebben wij niet gedaan. We veronderstellen dat het heel mooi moet zijn. Het stijgingspercentage ligt voor ons te hoog in 90 km (2u rijden) van 2500m naar 4500m hoogte lijkt ons nu niet verstandig. (komende van N.Argentina of Bolivia is de overgang veel geleidelijker) We willen er ook geen meerdere dagen voor uittrekken, Het is een moeilijke beslissing. Wat doen we dan met Lauca NP?? Daar zullen we dan met hetzelfde probleem zitten. Na een nachtje geslapen te hebben (achter het museum vonden we een prachtig overnachtingsplaatsje) hakken we de knoop door. Zowel Tatio als Lauca zullen we later combineren met Peru en Chile en dan zoals onze eerste planning via de Braziliaanse laagvlakte starten en langzaamaan hoogte winnen en aanpassen. Onderweg terug naar Calama stoppen we nog herhaaldelijk om van de mooie uitzichten te genieten. We zijn juist op tijd in Chuquicamata om de mijn te gaan bezichtigen (vertrek om 10 u) Het bureel waar men moet inschrijven bevindt zich op de hoek van Av JM Carrera en Tocopilla. De begeleide tour is gratis maar men vraagt een kleine gift voor het kinderziekenhuis. Er is eerst een montage met uitleg in Spaans en moeilijk te verstaan engels. Vragen om langzamer te praten helpt. Daarna rijdt men per bus naar de mijn. Het is de grootste bovengrondse kopermijn ter wereld. Er werken iets minder dan 10000 mensen die zeer goed betaald worden en met zeer goede sociale voorzieningen. Navertellen heeft geen zin; het is zo gigantisch dat men het moet gezien hebben om zich een idee te kunnen vonnen. De afmetingen van de trucks de banden de diepte van de put waar trucks als mieren tegen de wanden opkruipen. Eén op 10 trucks sproeit water over de wegen om het opstuiven van stof te verminderen. We waren serieus onder de indruk. Van deze bedrijvigheid rijden we naar het schattige dorpje Chiu Chiu. En daar is het weer dat gevoel van te willen blijven. We parkeren onder de bomen aan de plaza rechtover de school (steeds goed voor een babbeltje). Het dorp bestaat uit één lange mooie hoofdstraat met een paar zijweggetjes. Een paar kleine winkeltjes, zelfs een souvenirwinkeltje met prachtige wandtapijten, één enkele geparkeerde auto aan de post, zelfs een hotelletje, maar zo ver we kunnen zien geen andere toeristen. Het mooie kerkje is gesloten. De vrouw die de sleutel heeft is op doktersvisite naar Calama. We wachten wel. We hebben tijd. Wat lezen en schrijven; de bedrijvigheid aan de school in 't oog houden. De schooldeur is altijd open. De kinderen komen er na de schooluren spelen of hun werk maken (geen opvang door volwassenen) Iets voor 20u horen we het klokje kleppen en zien we dat de deur openstaat. Ik vind het kerkje nog mooier dan dat van San Pedro. Een paar vrouwen en een achttal kinderen bidden een rozenhoedje. Daarna is er een discutie. Onze blijken van interesse lopen uit op de geijkte vragenlijst. Alleen vraagt men ons hier ook of wij katholiek zijn of communist met rechtstreekse vragen heeft men hier geen probleem. Het valt ons hoe langer hoe meer op. Argentijnen spreken u spontaan aan en vertellen over van alles en nog wat; Chilenen moet ge eerst zelf aanspreken en starten dan met een reeks vragen over uw persoonlijk leven maar over het hunne zijn ze zeer terughoudend, vertellen alleen dat ze arm zijn en met hard werken zeer weinig verdienen wat je steeds een nogal ongemakkelijk gevoel bezorgt. De dag was heel warm maar nu daalt de temperatuur heel snel. Blijkbaar kan het hier 's nachts heel koud worden; veel kouder dan in San Pedro dat nochtans op dezelfde hoogte ligt. We leggen dan maar direkt een slaapzak bij. Om 6u30 schijnt de zon reeds door de gordijnen. Het is nog erg fris buiten. Voor we verderrijden gaan we toch nog maar eens zien voor een wandtapijt.. ik vind ze heel mooi en trakteer mezelf.
5 terug zuidwaarts, nog 2x de Andes over en naar huis
Terug zuidwaarts Als we niet naar Lauca gaan vinden we het ook niet erg zinvol om meer noordwaarts te rijden. We rijden recht naar Tocopilla. Hier en daar verlaten mijnsites en een mijnstadje. Veel electriciteitsleidingen en een spoorweg. Veel vrachtvervoer. Weinig inspirerend. De afdaling naar de stad is dan wel mooi. Tocopilla is een nette stad. Spijtig dat de strandboulevard opengebroken ligt. We ontdekken dat er een dikke vijs in de groef van de band steekt. Durven ze er zelf niet uittrekken, bang voor een perforatie. In het centrum naar een vulcanisation. Ze trekken de vijs eruit en checken of ze er door zat: geen probleem. (hebben tot nu toe geluk gehad nog geen bandenpech wat gezien de toestand van de wegen en de afgelegde afstand een wonder mag heten. Men ziet dan ook heel veel "vulcanisationes" zelfs in de meest verlaten oorden) We vinden een rustig plaatsje op de rotskust. Er zijn een paar zwempoelen afgebakend, een picnic plaats, restaurantjes.. We zitten tot heel laat buiten. Hier aan de kust zakt de temperatuur s avonds niet zo veel. Op een paar honderd meter is er een bakker voor morgenvroeg. Jongeren halen al duikend "loco's" boven en komen ze ons te koop aanbieden. Ze begrijpen niet dat ik er geen zin in heb alleen het uitzicht brr. We volgen de kustweg naar Mejillones. Een mooie rotskust met hier en daar diepe insnijdingen (soort calanques) en heel mooie plaatsjes om uit te rusten en te genieten. Méjillones is een rustig en mooi stadje. Aan de strandblvd is er een mooie parkeerplaats. Men is er bezig een nieuw Shellstation te bouwen. Een paar mannen moeten het hele zaakje bewaken en wij zijn verzekerd van goed gezelschap. Werk, economie en verkiezingen; het zijn de gespreksonderwerpen waar we niet onderuit kunnen. Ze kunnen maar niet verstaan dat wij ook in andere zaken dan het strand geinteresseerd zijn. De telefooncellen doen het weer niet slikken alleen maar geld. Dan maar naar Entel waar ze 700p/min vragen. Goed nieuws thuis wij blij. We zitten buiten tot na middernacht. De mannen wisselen van ploeg en wij duiken in bed. Bij het wakker worden schijnt de zon fel door de gordijnen. Om 8u is het reeds goed warm. Voor we aan onze lange rit door de woestijn beginnen rijden we tot aan de portada. Een geerodeerde rots in zee noord van Antofagasta, lijkt wel een brug en uitgeroepen tot nationaal monument. We nemen de strandboulevard door de stad en stoppen alleen om wat mondvoorraad in te doen voor we het grote "niets" inrijden. De zon brandt op de hoogvlakte. De omgeving spreekt ons niet erg aan en Louis zet stevig de voet op het gaspedaal. Rechts van de weg zien we een vreemdsoortig kunstwerk. Een enorm grote hand vol graffiti. We stoppen en verwonderen ons dat we dit op de heenweg niet gezien hebben. Hadden we zo ons verstand op nul gezet?? Waren we zo versuft door de warmte en eentonigheid van de weg?? We kopen een bol kaas van een paar jongeren. Verjagen een paar opdringenge verwilderde honden. Houden een lange middagpauze. Zijn blij als we na meer dan 400km weer wat bomen zien in Taltal. We vinden een rustig plaatsje achter de vismijn. Het stadje is klein. Er is niet veel te zien maar toch voelen we ons prima. Een paar vissers zijn een bootje aan t repareren. Of het nog zeewaardig wordt lijkt mij niet erg waarschijnlijk. Ze wijzen op de naam "Titanic" en vragen of we geen zin hebben om te gaan vissen. Zou me eerder visvoer dan visser voelen vertel ik hun. Op de pier is men volop boten aan 't lossen. Hele zakken inktvis, loco's en piure (vraag me geen vertaling ik weet het nog steeds niet). Vrouwen sorteren de inktvis naar grootte ze meten de lengte van de "armen" het resultaat en gewicht wordt per visser in een dik, vies bekladderd schrift bijgehouden. Als we op een bank in de zon tegen de muur van de vismijn gaan zitten duurt het niet lang voor we gezelschap hebben. We willen wat vis gaan kopen maar er zijn alleen maar van die soorten slakken in schelpen en ze kunnen me echt niet bekoren. Men probeert ons te overtuigen dat het heel lekker is. Na een tijdje is het zo ver dat ze het ons willen demonstreren. Ze halen de beesten uit hun schelp en spoelen ze af onder de kraan. Ze willen ze voor ons frituren in de kampeerauto. Een pan een béétje olie (de olie staat l cm hoog in de pan!!!) waar ze de stukgesneden slakken ingooien kruiden (als ze tussen onze kruiden niet vinden wat ze nodig hebben gaan ze met de pan naar het restaurant er tegenover om er kruiden op te doen daar er geen volk in het restaurant is komt de kok ook mee) Met 6 in de auto en 10 man errond. De olie spat in 't rond straks steken ze ons boeltje nog in de fik. Druipend worden de stukken uit de pan gehaald en verdeelt over al de borden en bordjes die we hebben. Iedereen wacht op ons om te proeven. Het lukt me om een stukje in mijn mond te steken maar vraag me niet naar de smaak Het was zo fel gekruid dat ik van het beestje niet veel heb geproefd (misschien best zo slakken, wormen en maden, slangen en krokodillen ik slaag er maar niet in mijn weerzin te overwinnen) Alle anderen vonden het muy rico. We betaalden met plezier een extra portie voor hen. Ze zullen deze avond thuis aan 't vrouwtje weer wat kunnen vertellen. Ze nemen Louis mee achter in hun pic-up om onze gaflessen te gaan vullen. Louis had tijdens het kookexperiment wat snoepjes uitgedeeld aan de kinderen. Nu komen ze voortdurend naar hem vragen. Begin me ook wat ongerust te voelen als hij te lang wegblijft. Hij mocht onderweg overal op visite drongen zo erg aan dat hij niet durfde weigeren en daar hij bij de ene mee naar binnen ging moest dat ook bij de anderen. 's Avonds willen we buiten nog wat lezen. Daar komt niet veel van terecht. Caballero, una pastilla por favor! Wie kan dat nu weigeren. Ze komen hun werkjes laten zien die ze op school gemaakt hebben ééntje ging haar schooluniform en schoenen aandoen... We gaan dan maar binnen verder lezen. Lang nadat wij onder de wol kropen hoorden we ze nog spelen rond de auto. Zelfs kleuters spelen hier tot ver na middernacht op straat. 's Nachts hebben we allebei last van buikkrampen en diarree: te vettige slakken?
Geen van beide voelt zich fit vandaag. We maken er dan maar een slenterdag van. Rond de middag stoppen we ergens in de woestijn. De buik nog steeds niet in orde. Een paar tassen thee volstaan. We ruimen de wagen wat op en doen onze was. Een trucker komt ook zijn middagdutje doen en wij maken van de gelegenheid gebruik om onze wasdraad tussen de twee wagens te spannen. Zon en wind. Na eer uurtje is onze was droog. We rijden nog wat verder en vinden een prachtplaatsje. De kust is heel grillig en rotsachtig met veel prachtige stranden. Het enige teken van bewoning zijn een paar verlaten vakantiehuisjes een paar km verder. We installeren ons in de schaduw van de wagen. Zelfs na het vallen van de avond blijft het warm zodat we nog lang van de sterrenhemel genieten. Als we al een tijdje in bed liggen hoor ik stemmen. Onze papa zegt dat ik te lang in de zon heb gelegen of begin te hallucineren door die slakken van gisteren. Hij kijkt eens buiten maar het is zo pikkedonker dat hij toch niets kan zien. Om 3u30 schiet ik wakker en hoor gitaar spelen. Ik zie geflikker. Als ik onder de gordijnen kijk zie ik op een tiental meter van ons een kampvuur. We realiseren ons dat het vrijdag is - het WE begint en de jeugd is op stap. Kilometers ver is er open ruimte en naast ons hebben ze hun tentjes opgeslagen. Als wij 's morgens opstaan is alles stil. Wat verderop zijn wat families neergestreken. 's Middags staan ook onze buren op en maken we kennis. Nadat ze uitgebreid hebben geeten breken ze hun boeltje op en vertrekken. Ook de andere families zijn vertrokken. Om 14u hebben we het land weer voor ons alleen. In de late namiddag gaan we nog een stukje rijden. Even voorbij het centrum van Caldera, is er ook veel parking maar we herinnerden ons Bahia Inglesa ook als een leuke overnachtingsplaats. Het is al donker als we op ons plaatsje aankomen. Het duurt niet lang voor we in bed liggen na 2 onrustige nachten. Om 5u stopt er een bus naast ons. Hebben allicht de ganse nacht gereden en willen nu een plasje doen en hun benen strekken. Onze papa hoort er niets van; ik draai me ook om en slaap verder. De bakker is toch niet open voor 9u. Ergens halfweg tussen Copiapo en Vallenar houden we onze middagpauze. We hebben tijd genoeg, we zijn terug in het woestijnritme, de desolaatheid van het landschap stoort ons niet. Huasco gaan we eerst even met de wagen verkennen. Zoals alle stadjes is ook hier het opvallendste gebouw de kerk. Door de hoofdstraat komen we aan de vissershaven. Er is weinig parkeerplaats. Van hieruit hebben we zicht op de oude overslaghaven. We rijden het bergske af en rijden langs de kust terug. Hier zijn wel een paar mooie overnachtingsplaatsen. Goed voor straks. We rijden door en moeten wat slalommen tussen afgebroken barelen en slechte beton. Als we op 't eind over een smal bruggetje, zonder zijbescherming, rijden komen we op het strand. Er is vrij veel volk. We zwieren onze stoelen buiten en gaan luieren. Een man komt ons vis aanbieden; 10 vissen voor 1000pesos. Ok als hij ze voor ons wil kuisen. Het zijn geen al te grote vissen en allicht heeft hij ze gekregen van een schipper als vergoeding voor het opknappen van een werkje. Zagen in verschillende vissershavens dat helpers bij het lossen en versjouwen naar de vismijn in natura betaald werden. Als de avond valt zoeken we ons plaatsje op op de parking boven op de rots. Een paar mannen werpen er hun lijn, een gewone visdraad met lood en haak, uit. De vangst is redelijk goed. Een van de vissers zat vroeger op de lange vaart en deed heel veel wereldhavens aan. Hij is fier engels te kunnen praten maar ook hij weet geen andere benaming voor loco en piure. Van Huasco naar La Serena rijden we weer door een prachtig stuk natuur. Bergachtig. Mooie uitzichten. Weinig trucs maar wel heel veel families onderweg. La Serena heeft een aangename strandboulevard maar het is er vandaag heel druk en dat zijn we niet meer gewoon. We gaan naar "Lider" een enorm shoppingcentrum onze voorraad aanvullen. Louis heeft van het veel in de zon zitten de laatste dagen nogal een rode kleur gekregen. In de cosmetica afdeling veroorzaken we wat commotie als we twee flacons Nivea (beschermer en after sun)mee naar de kassa nemen. Men toont ons de producten die zij gebruiken ze zijn veel goedkoper en even goed ge hoeft geen twee flacons te nemen en nog veel uitleg waar we, daar ze allemaal dooreen ratelen niet veel van verstaan. We bedanken voor hun hulp maar kopen een tijdje later toch maar vlug onze nivea. Aan de fruitafdeling zijn de plastiekhandschoenen om het fruit op te pakken op iedereen wacht geduldig tot ze weer aangevuld zijn niemand haalt het in zijn hoofd met de blote hand fruit of groenten aan te raken. We hebben de indruk weer meer in de fruitstreek te komen. Er is een grote keuze en voor een warenhuis zelfs vrij goedkoop. Ook hier krijgen we weer hulp bij het uitzoeken van papaya's en andere vruchten die we willen proberen. De dame die het fruit moet afwegen gaat zelfs ongevraagd voor ons op zoek naar een paar streekspecialiteiten om te proeven. Winkelen is hier steeds weer een belevenis. Gaat ge naar de bakker dan moet ge proeven van hun zelf gebakken koekjes ; in een klein groenten en fruitwinkeltje zoeken ze u de beste stukken uit of geven je tussendoor een receptje mee in de vissershavens fileren ze uw vis, moet ge piure proeven of komen ze slakken bakken; in warenhuizen krijgt ge van zowat iedereen raad als ze vinden dat ge u als een onwetende buitenlander gedraagt. Als we na een paar uur terug buiten staan is de drukte nog toegenomen. Aan de Faro monumental is het zelfs file rijden. We volgen de kustweg richting Coquimbo. Nabij de campings gaat de asfalt over in grintweg. Het is één grote parkeerplaats maar daar het zondagavond is vermoeden we dat het druk zal worden met op en af rijden van koppeltjes. We beslissen door te rijden tot Tongoy en gaan weer overnachten aan het voetgangersbrugje. Ook hier doen de openbare telefooncellen het niet. Slikken alleen maar geld of je krijgt een operator aan de lijn die geen engels spreekt en in snelvaarttempo een uitleg afvuurt. Ik ga dan maar naar Entel. Ook daar lukt het vandaag niet. Misschien morgen wel vertelt de juffrouw. Ik dacht dat ze dat alleen zij om zich wat te verontschuldigen maar nee hoor; de dag erna werkte alles weer perfect en lag Belgie weer aan de andere kant van de lijn... Vandaag blijven we de ganse dag aan Playa Grande. We zien dezelfde families wier uit zee halen. De herstellingswerken aan de boot van Manuel zijn heel goed gevorderd hij is al aan 't opschilderen. We willen wat lezen maar er is zo veel te zien dat het bij een paar blz blijft. We helpen wat bootjes op 't droge slepen. Al de vissersbootjes worden hier met mankracht aan land gesleept een paar ronde balken en een lier zouden hun werk wel kunnen verlichten maar ja, wie ben ik om hun manier van werken te willen corrigeren! Wat verder op de hoek heeft een jong gezin een restaurantje geopend. Wachten vol verwachting op het begin van 't seizoen. Het is hun eerste zaak en ze hebben er alles ingestoken. Wij zijn hun eerste echte klanten. We bestellen het dagmenu: casuela en vis met groenten 1800pesos. Als ze de soep brengen schrikken we wel even: soep met een groot stuk kip, een halve maiskolf rijst boontjes en twee aardappelen. Normaal is dat voor ons zelfs teveel voor een ganse maaltijd. We proberen wat pauze in te lassen door een babbeltje te slaan. Daarna serveert men de visschotel: een hele, grote vis en een apart bord met groenten en een schotel rijst. Doorgaans is uiteten gaan hier steeds wel copieus maar dit is werkelijk van het goede teveel. De dagschotels en locale keuken is ook spotgoedkoop. Het gebeurt dat men voor een cola en een kleine koffie na meer betaald dan voor het ganse menu. De vissers verzekeren ons dat de zee in dit seizoen niet verder opkomt en dat we de nacht rustig op het strand kunnen doorbrengen.
Als wij wakker worden zijn de mensen reeds druk bezig met algenverzamelen. We voelen ons wat verlegen met onze manier van leven en relatieve rijkdom en benijden hun langs de andere kant voor de rustige en gemoedelijke manier waarop hier gewerkt wordt. Hoog in het dorp zien we een andere camper rijden. Voor we 's middags willen opbreken komen ze ons gezelschap houden aan het strand. Het zijn Argentijnen uit Toledo. Zij trekken noordwaarts. We delen onze ervaringen, wisselen adressen uit en hopen hun binnen een paar jaar in Europa terug te ontmoeten. We zitten weer op de peaje richting Los Villos. Onderweg geen mogelijkheid om te stoppen door de wegenwerken. Ze hebben over ettelijke km één baanvak volledig uitgegraven. Los Villos. Op de kustbaan is heel wat parking maar ofwel te kort bij de draai waar de bussen en trucs optrekken of juist naast de rijweg. We blijven buitenzitten tot de zon ondergaat. Bij de heenrit waren we hier reeds gestopt aan het vissershaventje met restaurant. Toen we hun vangst van nabij gingen bekijken waren ze daar niet zo mee gediend. Nu kunnen we zelfs niet meer gaan kijken want er is een afsluiting geplaatst rond de haven. We zetten ons op de parkeerstrook naast een paar gesloten houten hokjes. Als papa, in 't donker, tussen de rotsstenen een plasje gaat doen kijkt hij plots in het schijnsel van een sterke pillamp. Het is één van de wachters rond de vissershaven. Weet niet wie het hardst geschrokken is : onze pa of de wachter. Om te overnachten gaan we toch maar op de grote parking achter het busstation staan. Het is er heel rustig en er schijnen geen grote lampen van de haven door de gordijnen. 's Morgens is het busstation open en is het er gedurende hooguit een half uurtje een komen en gaan van bussen en locale collectieve taxi's. Daarna wordt alles weer gesloten tot 's avonds. Terug op de baan zien we weer veel fruitstallen staan met een heel gevarieerd aanbod, alles locale teelt: kersen, aardbeien, appelen, appelsienen, mandarinnen, pomelo's, citroenen, abrikozen, perziken, nectarinen, pruimen, papaya's, mango's, shirrymoya's, meloen en watermeloen, cactusvruchten, mispels , noten en een heel deel die we zelfs niet kennen. We kunnen aan een spotprijs onze voorraad indoen. We schaffen ons ook een paar bokalen aan met ingelegde papaya's (heel lekker) en een notenpasta. Pichidangui is onze volgende halte. We voelen dat we korter bij Santiago komen. Er staan hier al veel mooie vakantiehuizen. Ook het vissershaventje heeft zijn soevenirwinkeltjes en de omgeving is heel netjes aangelegd met parkjes en rustbanken. De frisdrankstalletjes op het strand zijn wel nog geslotenen en dienen alleen als schuilplaats voor de alom aanwezige zwerthonden. We rijden verder door het stadje langs de zeer mooie rotskust en houden halt aan het kerkje. Een pareltje. Ligt op de rotspunt. Binnen zijn de zijwanden van glas en kijkt men langs beide kanten op de rotsen en klotsende zee. Het is een moderne kerk die er zeker nog niet lang staat toch steken er boomkruinen door de muren allicht rond de bomen gebouwd konden het door de rotsen niet van kortbij bezien. Het geheel charmeert ons enorm er straalt zo'n rust uit van dit plekske. Los Molles kunnen we niet in. We rijden steeds dood op wegenwerken. Spijtig want het lijkt ons een leuk stadje. Aan de kruising met de hoofdbaan wippen we binnen in een kunstatelier. De man is zeer vaardig met leer en hout heeft verschillende kunstwerkjes hangen gemaakt van allerlei nieuwe en oude materialen. Zelden een man gezien die zo fier was over zijn werk en met zoveel overtuiging kan praten over de materialen waarmee hij werkt. Zijn leerbewerking is heel mooi (heeft een paar heel mooi bewerkte koffers staan). Papuda vinden we mooi en gezellig. We zien een schitterend parkeerplaatsje maar spijtig no casas rodantes... Het is de eerste en enige plaats waar we dit in Europa zo goed gekende verkeersbord tegenkwamen. We parkeren aan de strandboulevard. Aan 't uiteinde van 't strand houdt de Chileense vrouwengilde een piknik. Chilenen houden van zoet, Aan een kioskje laten we ons helpen bij het uitkiezen van wat eigengemaakte snoep. Ze vinden dat we hier in Papuda een paar dagen moeten blijven. Als we hun wijzen op het bordje tonen ze ons een parking aan 't strand aan de noordkant. We moeten zeker niet op de Camping communal gaan want daar vragen ze zelfs geld om te piknikken (10 000pesos) zelfs van de lokale bevolking de burgemeester deugd niet (gemeentepolitiek in Chile verschilt niet zoveel van die hier bij ons ondervinden we ook hier kent men zijn vriendjes) Papuda is wel de moeite om eens rond te wandelen heeft nog een deel heel oude koloniale gebouwen die mooi opgefrist zijn. Naar Zapallar loopt de weg heel hoog over de rotsen. Op de heenweg waren we even de steile helling naar het dorp ingereden maar het leek ons nogal smal met de camper. Vandaag proberen we het toch. Langs een smal kronkelend baantje komen we aan het strand. We rijden voorbij aan prachtige villa's. Een dorpscentrum hebben we niet gezien en wegwijzers zijn ook hier onbestaande. Iedereen die hier woont kent de weg wel en de anderen ja, die blijven weg of zoeken het maar uit. Beneden is er een mooie parking aan een prachtig zandstrand. In het park aan de achterzijde is een piknikplaats. Langs de kust, over de rotsen en aan de voet van prachtig aangelegde tuinen, loopt een mooie wandelweg met zeer oude bomen. Er is wel wat volk op het strand, vooral jongeren die komen sporten. Een paar bezoekers voor het chique restaurant een beetje verderop. Het is hier heel mooi maar we missen toch wat het sfeertje. Het is te fel opgepoetst. We hebben een prachtige zonsondergang en het wordt heel rustig. De verlichting op de parking belet dat we tenvolle van de sterrenhemel en de heldere maan kunnen genieten. We moeten zelfs onze verlichting niet aan doen om ons bakske klaar te maken voor de nacht.
Het is al laat als we wakker worden. Buiten is er geen mens te zien. We hebben het strand en de zee , de hele wereld voor ons alleen. We doen rustig aan. Op de piknik plaats nemen we water om onze container bij te vullen. Een gemeentearbeider ruimt blikjes en papiertjes op het strand. We proberen een andere baan om omhoog te rijden en komen uiteindelijk toch in het centrum. Er is heel wat aktiviteit. Er zijn zelfs veel handelszaken en opvallend veel banken ook. We moeten even de richting vragen om terug op de panamericano te geraken. Langs deze kant is de baan tot onze opluchting niet zo smal. La Laguna. We verkennen eerst het stadje aan de noordkant van de lagune. Hier veel gewone vakantiehuisjes. Aan een garage bevragen we ons waar we olie kunnen laten wisselen daar we nergens een plaats zien waar het hoog genoeg is om met de camper binnen te rijden boven de put. Hij weet het niet. De meeste transportfirma's doen hun onderhoud zelf. Misschien kunnen we het bij hen vragen... We zullen wel zien. Hebben geen zin om in een stad te gaan zoeken naar transportfirma's. We rijden in Puchuncavi nog wat verder zuidwaarts langs de kust tot in Las Ventanas. Hadden gehoopt hier nog een rustige dag aan zee door te brengen. Het valt tegen. Voor het stadje is het één grote werf en het stadje zelf is heel oud. De baan naar Horcon loopt door het binnenland brengt dus ook geen soelaas. We keren, rijden door een heel smal straatje naar de vissershaven. Voor de laatste maal doen we een verse portie vis in. Kunnen niet wisselen en moeten al ons kleingeld bijeen rapen juist genoeg voor de vis en een fooi voor het kuisen. We rijden terug tot Puchuncavi en nemen de baan naar Nogales. Deze keer betalen we tol voor een baan die er werkelijk bij ligt als een biljarttafel. Van Nogales naar San Felipe. Nogmaals een tolbaan maar deze keer eentje met enorme gaten Het laatste stuk voor San Felipe is daarbij nogeens zeer druk. Het is de aanloop naar de voornaamste grensovergang tussen Chile en Argentina. Onderweg is er weer heel veel aanbod van fruit. We laten ons weer verleiden met kilo's shirymoya's (in Europa alleen te vinden tussen Motril en Granada in Spanje maart en april) We vergeten dat we ze niet mee over de grens mogen nemen. In San Felipe in het Shell station kunnen we de wagen laten nakijken. Vervangen olie- nieuwe oliefilter luchtfilter uitblazen andere vloeistoffen checken en bijvullen enz,. En betalen daarvoor nog geen 1 000bf Er zijn verschillende goede overnachtingsplaatsen hier. Het is echter nog vroeg en we denken in Los Andes ook wel een goed plaatsje te vinden.
Los Andes is een typische grensstad. Veel drukte veel vrachtverkeer veel bussen en zo goed als geen parkeerplaatsen. Het is een echte mierennest. We rijden kriskras door de stad maar de drulte werkt me op de zenuwen ik wil hier zo vlug mogelijk weg. Wegwijzers???ja, richting Santiago maar daar moeten we helemaal niet naar toe. Ons richtingsgevoel zet ons op het verkeerde spoor. Vragen maar. We hebben al zo dikwijls de weg moeten vragen dat onze woordenschat op dat gebied wel goed bijgewerkt is. Na Los Andes zijn er hier en daar wel een paar kleine parkings maar die staan vol trucs. We rijden nog wat verder en vinden uiteindelijk een redelijk ruime plek. We zijn ondertussen al wat geklommen en het is serieus fris buiten. Een paar kinderen met schapen steken de baan over en roepen ons wat toe. Het is te koud om lang op te blijven en we zijn moe van al die drukte in Los Andes. Van het gerij op de baan hebben we geen last. Het duurt niet lang voor we slapen. Onze papa is me natuurlijk weer voor en snurkt de pannen van het dak. Rond 1 u volle ambiance. We hadden het kunnen weten. Onder zullen de parkings vol zijn en wij krijgen gezelschap van een achttal carnions. Ze kennen mekaar. Een van de mannen heeft zo te zien problemen met zijn wagen. Met vereende krachten en veel getier wordt het probleem opgelost. Een koelwagen houdt zijn motor draaiend. Het is me het nachtje weer. Bij de eerste klaarte om 5u30 vertrekken ze weer. Wij kunnen ons gelukkig nog eens omdraaien. Wij moeten niet leveren, niemand wacht op ons. En we slapen tot 9u30! De zon schijnt op de wagen en heeft hem al wat opgewarmd. Buiten is het fris. Maar de lucht is blauw geen wolkje aan de lucht. Zalig weer om door de bergen te rijden. De baan heeft een serieus stijgingspereentage en zit vol korte haarspeldbochten. Camions hebben het heel moeilijk. We zien er zelfs een paar stilstaan op de baan. Wij doen het rustig aan en ons bakske doet het zonder problemen. Het is een prachtige brok natuur. Wat ons opvalt aan de Andes zijn de vele kleuren: van beige tot donkerbruin wit,grijs tot zwart geel tot oker bordeaux en alle tinten groen. Er zijn niet veel uitwijkmogelijkheden maar af en toe hebben we toch de kans om te stoppen en te genieten. Het is zalig. De voornaamste grenspost van Chile en dat zal men weten: groot gebouw, veel personeel en heel veel tralala (weet niet in hoeveel boeken we ingeschreven werden en aan hoeveel personen de papieren werden doorgegeven het nam in alle geval veel tijd in beslag lopen zeker niet over van vriendelijkheid vooral niet tegenover hun eigen volk) We betalen 1900 pesos tol voor Llaylay tunnel. Voor we aan de bareel van de Chileense Nat.politie zijn stoppen we om te lunchen. We hebben nog wat ajuin, tomaten en fruit en zijn niet zinnens ons daarmee problemen op de nek te halen. Blijkbaar vertrouwen ze niet dat we daar stoppen we moeten eerst over de bareel en onze afgestempelde papiertjes afgeven (waren ze bang dat we illegaal Chile terug inreden???) Vanwaar we hier zitten hebben we een prachtig zicht op de Aconcagua. ( met 6959m hoogste berg van Zuid Amerika) Niettegenstaande we op 3 100m hoogte zitten duidt de termometer 26oc aan. In de late namiddag breken we op. We moeten nog een heel stuk bergop tot Argentina. Aan de Argentijnse grenspost gaat het heel vlot. Men rijdt onder een galerij en boven een put en terwijl de ene de papieren in orde maakt wordt onderaan de wagen nagekeken (op verstopte smokkelwaar of op personen?). Eens terug buiten moeten we bij de douane de camper opendoen. Wat een ravage. Blijkbaar had ik de deur van de keukenkast niet goed gesloten. Door de vele haarspeldbochten is mijn pot met notengelei op de grond kapotgevallen en in alle richtingen over en weer gerold. Heel de vloer is één kleverige boel met stukken glas. De douaniers helpen ons zelfs opruimen en halen emmers water aan om te dweilen.
Terug in Argentina
De afdaling richting Mendoza gaat heel geleidelijk. De baan is goed mooi kleurenpalet uitzicht op Aconcagua en andere zesduizenders. Puente del Inca. Uitvalspunt voor bergbeklimmers en bergwandelaars. Ook het mountainbiken heeft hier zijn aanhangers. Georganiseerde tochten te paard. (als wij aan Argentina denken, denken wij automatisch aan paarden zoveel hebben we er gezien) Er is een grote natuurlijke brug over de Rio Mendoza, geel oranje door het afzetten van de warme solferbronnen. Aan de voet van de brug zijn nog resten van thermale baden waar men kan pootje baden. Er zijn wat stalletjes met locale artisanale produkten en veel prullaria maar het sfeertje is er leuk. Niet opdringerig, geen bedekte opmerkingen over rijke toeristen en arme bevolking zoals in Chile nogal eens het geval is; een paar mannen dansen op Salsa muziek. Als we interesse tonen voor de muziek krijgen we uitleg over de verschillende soorten muziek in de verschillende regio en noteren ze voor ons de naam van zanger en titel cd die we zeker in één of andere stad moeten kopen (niettegenstaande ze zelfs cd's verkopen) Een oudere gaucho komt er ook bijzitten en heeft ook zijn verhalen. Voor we het beseffen zakt de zon achter de bergen en daalt de temperatuur drastisch. Tijd om op te krassen. We willen nog afdalen naar Uspallata. We vermoeden dat het daar deze nacht niet zo koud zal worden. In Puente del Inca daalt de temperatuur 's nachts nog tot onder het vriespunt. We rijden wat door het stadje. Uspalata heeft de allure van een grensstadje maar is toch heel rustig. Er zijn verschillende mooie parkings nabij de verbindingswegen maar we vrezen er 's nachts het gezelschap te krijgen van het vrachtvervoer. We dalen af richting Mendoza en vinden een geschikt plaatsje op een heel grote parking achter een benzinestation. Het sanitair is er picco bello en de warme douches gratis (men mag achteraan op de parking ook gratis een tentje opzetten) Onze watercontainers vullen we met de brandslang.
Er rest ons nog maar een weekje en we zitten nog ver van Villaricca. We rijden door Tupungata (vrij groot) en Tunuyan (vrij druk) en via Pareditas (een paar huizen) naar San Rafael. Er zijn veel uitstapmogelijkheden van hieruit maar wegens tijdgebrek raadt men ons op het tour info aan zeker Valle Grande te doen. Bij het verlaten van San Rafacl doen we aan een straatstalletje onze voorraad fluit in en proeven er van hun zelfgemaakte brood. We rijden tot Rincon del Atuel een mooi stadje. Van hieruit volgen we de Rio Atuel naar Valle Grande (heel aangenaam) Er zijn heel veel parkings piknikplaatsen, campings en cabanas. Het is zondag, mooi weer en daar genieten ook de argentijnen van. Overal hebben ze de BBQ aan. Ook op de kleine rivier is het druk. Ze stroomt vrij snel en heeft verschillende serieuze stroomversnellingen; ideaal dus voor kayak. We vinden eenmooi plaatsje nabij zo'n stroomversnelling en genieten van de ambiance. Argentijnen zijn luidruchtige supporters en ook hier staan de beste stuurlui aan wal.. De bestijging naar de afdammmg is heel steil gravel met diepe putten en hoe hoger we komen hoe smaller de weg. Als we uit een smal, donker tunneletje van een paar honderd meter komen is het even paniek. Een scherpe, steile bocht naar links, politie, een sliding. Ze staan te molenwieken dat we snel moeten doorrijden maar wij hebben geen zicht op wat er achter ligt. Al schuivend raken we erdoor. Van uitblazen is geen sprake want het wegske kronkelt verder en er is geen uitwijkplaats voor tegenkomend verkeer. Boven aan de barrage hebben we een prachtig zicht op het meer en de vallei. De weinige parkeerplaatsen zijn zoals steeds overvol. We moeten goed uitkijken om te ontdekken waar de weg verder loopt. Van even op de kaart kijken is geen sprake. Als we even een klein hoekje zien bevragen we ons daar de weg die we zien er verschrikkelijk slecht uitziet. Het is ofwel terugkeren via de sliding of verder rijden richting El Nihuel. Alleen de eerste 5 km zou heel slecht zijn men is er ook aan de weg aan t werken- de andere 45 km is een goede gravel vertelt men ons. We wagen het erop. De weg is verschrikkelijk slecht. We vrezen even dat we er niet heelhuids uitkomen. Wat doen we? Verder of terug? Misschien wordt het toch beter. We sukkelen van de ene put in de andere tegen 10km/u. En ja, na een deel km wordt de baan beter en naderen we de canyon. Het is prachtig, diepe kloven, prachtige rotsformaties. We stoppen voortdurend om het uitzicht te bewonderen. Plots gaat de weg heel steil en heel smal langs de bergwand met heel scherpe haarspeldbochten. Ik hou mijn adem soms wel even in. Eens boven weer een prachtig uitzicht. Bij de afdaling wordt de weg weer breder. Af en toe moeten we door "banderas" en "dips", afwateringsgeulen waar nog water in staat soms een paar cm maar soms redelijk diep, Soms voelen we de wagen slippen. We komen aan de eerste elektriciteitscentrale. Plots stopt de weg. Gelukkig zijn er een paar mannen waar we ons kunnen bevragen en we geloven onze oren niet als ze ons vertellen midden door de centrale te rijden. De natuur blijft onvoorstelbaar mooi maar we vorderen langzaam. We hopen voor het donker wordt door de kloof te zijn. We zien onderweg geen uitwijkplaatsen om te overnachten De weg is werkelijk uit de rotsen gekapt. Bij de tweede centrale moeten we gewoon door de overloop van het afkoelingswater rijden. Hebben ze hier geen last van vandalisme vragen we ons af Zien dat in Belgie nog niet gebeuren. We rijden nu al 3u door de kloof Het blijft even mooi. Hebben geen idee hoe ver we nog van de bewoonde wereld zijn. Zijn onderweg goedgeteld 1 wagen tegengekomen. Als we de derde centrale zien liggen weten we dat we nog ongeveer 8 km kloof tegoed hebben. Na de kloof rijden we nog even over een plateau en zien voor ons het meer van El Nihuel. We vinden een rustig plaatsje aan 't einde van de woonkern. Het was een prachtige dag mooie natuur, zowel de vallei als de kloof Moe van het inspannend rijden, maar overgelukkig met deze heerlijke dag, kruipen we vroeg in onze slaapzak. Door de opwinding van het avontuur blijven we nog lang napraten en raken we moeilijk in slaap. We trekken de gordijnen open en met zicht op een heldere sterrenhemel komt uiteindelijk ook de rust. Om 8u worden we wakker door het gehinnik en getrappel van paarden. Door de duisternis hadden we gisteravond de drinkbakken niet gezien die op een 5tal meter van de camper staan. Een paar gaucho's begroeten ons. Ze gaan met de paarden (een dertigtal prachtige dieren) naar de markt in San Rafael. Onze pa is nog moe. Hij heeft in zijn droom de ganse nacht door lavavelden gereden en naar water gezocht... Als hij zegt dat bij graag de kloof in tegengestelde richting wil rijden omdat het uitzicht wel heel anders zal zijn heb ik heel mijn overredingskracht nodig om hem op andere gedachten te brengen. Er resten ons slechts 5 dagen en er valt nog heel wat te zien. We rijden richting El Sosneado. Niettegenstaande we ongeveer 140km van de Andes verwijderd zijn zien we in een zoutmeer de toppen van de bergen weerspiegeld. (navraag leert ons dat dat komt omdat de lucht hier zeer zuiver is) Van El Sosneado loopt een baan de Andes in naar Puerto de Azufre, de plaats waar op 4000m het vliegtuig neerstortte met de Paraguaanse basketballers en waar later de film Alive werd gedraaid. Er ligt nog teveel sneeuw en de weg is afgesloten. Wat zuidelijker nemen we de route naar Las Lenas; het duurste skioord van Argentinie. Een mooie baan, prachtig berglandschap, een wilde rivier (veel rafting) 2 kratermeren. In het centrum is er niet veel te zien alle hotels zijn gesloten. Onderweg in Los Molles zijn er thermaalbaden maar ook die zijn gesloten. Terug op de routa 40 is er regelmatig politiecontrole. Auto's moeten hun koffers openen, wij de deur van de opbouw en steeds is er de vraag "dondé va" We vermoeden dat er kontrole is op personensmokkel, er zijn in de omgeving verschillende kleine grensovergangen. Malague. Een heel aangenaam stadje met een zeer efficient informatiekantoor en een museum met een prachtige tuin en amfitheater. In een kleine muziekwinkel halen we het briefje van Puerta del Inca boven. We hebben geluk. De dame kent de zanger die in Mendoza woont persoonlijk en heeft de CD in voorraad. We kopen er ook nog een opname van een groepje dat lokale traditionele muziek brengt en krijgen in de winkel een gratis dansles. Argentijnen leven met hun muziek... Bij de kapper gaat Maradonna over de tong. Hij heeft er zijn voor en tegenstanders maar ze zijn het er allemaal over eens dat het een schande is dat hij naar Cuba gaat voor verzorging. In Argentinie zou men veel beter voor hem zorgen maar hij prefereert de omarming van Castro. Een uitgebreide knipbeurt met wassen, knippen, massage, parfum bijwerken van de baard enz duurde meer dan een uur en kostte 5$ We overnachten op de parking van Esso een heel grote parking met piknik plaatsen en bbq, Van Malague naar Chos Malal. Routa 40 is en blijft een route met verrassingen. Onderweg moeten we herhaaldelijk door het water maar de natuur is prachtig: bergen in alle mogelijke kleuren, gaucho's met enorme kudden paarden (honderden), koeien, geiten en schapen, kleine eenvoudige huisjes, brede rivieren door de dalen die zich soms door smalle kloven persen. De gravel is soms goed, soms slecht; km vlak afgewisseld met berg op en berg af en scherpe haarspeldbochten. We komen zelfs Australische fietsers tegen die deze weg verkiezen boven de panamericano door Chile die wel geasfalteerd is maar waar enorm veel verkeer op zit. Ze zetten meestal hun tentje neer nabij een huisje langs de baan en wisten heel wat te vertellen over echte kluizenaars maar ook grote families die hier hun bestaan hadden. Zij hadden ook de indruk veel vlugger kontakt te hebben met de Argentijnen dan de Chilenen. Ze waren al uitgenodigd om mee paarden te gaan opdrijven, aten samen met de familie.. Op dit stuk route komt men wel heel weinig toeristen tegen. Er is zeer weinig openbaar vervoer en er rijden slechts af en toe pic ups voorbij. De kinderen gaan zelfs te paard naar school. Ook burenbezoek gebeurt meestal te paard. Er wordt wel hard aan de baan gewerkt. Sommige stukken zijn al geasfaiteerd. In Chos Malal slapen we beneden aan de Neuquenrivier. Er is een grote open ruimte die gebruikt wordt als ligweide, autowasplaats, graasplaats voor de geiten en schapen, markt enz. We vonden Chos Malal centrum heel gezellig met een mooie plaza en een statige kerk. Er zijn een paar heel mooie oude hotels. Onderweg, op een slecht stuk ripio, ontmoeten we een jong Zwitsers koppeltje met een 4WD camper van Latino 120$/dag voor 3maand. Hadden alles samen al 12 dagen stil gestaan met pech (1 week wachten op stukken in Iguazu 2x problemen met dieselpomp) Wij hopen dat we zonder stukken teruggeraken de weg is nog lang.... We komen weer op een baan in aanleg het laatste stuk is lijk een biljarttafel. We weten niet wat ons overkomt..geen gebonk meer .. geen opvliegende steentjes geen stof. Aan de grens van Neuquen provincie worden de banden van de wagen ontsmet ( zeer oppervlakkig) voor 2$ en we krijgen er zowaar een afgestempeld en zeer officieel bewijsje van. Via Las Ujas en Zapalar langs een zeer goede baan minder bergachtig meer bewoond veel gaucho's met paarden. In Zapalar gaan we winkelen. Alles is hier redelijk duur: benzine winkelen in La Anonima -telefoneren vanuit een telefooncel (4$19 minimum bedrag mijn kaart is op en hier alleen in de post te verkrijgen die al gesloten is) Naar Junin de los Andes. De baan en omgeving blijven mooi. Junin is zeer toeristisch maar toch aangenaam om rond te kuieren. Bij Entel wil ik nog eens proberen om te bellen. Via hun openbaar telefoontoestel krijg ik geen verbinding. Zij kunnen ook geen verbinding maken daar de electriciteit afgesloten is tot een stuk in de namiddag en hun computers niet werken. Ik vraag hoeveel hun verbinding kost per minuut: 5$. Zal maar wachten tot we weer in Chile zijn om ons Els te bellen eer dat ze alles verteld heeft over haar honden en katten en vrienden ben ik een fortuin kwijt. De twee laatste dagen hadden we weer redelijk wat wind gehad maar steeds een strak blauwe lucht. Vandaag komen er wolken aanzetten en we vermoeden dat het niet lang duurt voor we regen krijgen. Bij Avis gaan we nog wat informatie over huurauto's halen (zie bijlage) en we rijden verder richting San Martin de los Andes. Was Junin toeristisch, hier is het nog drukker. Er is veel accommodatie en vrij druk verkeer. San Martin ligt heel mooi aan het meer en biedt alle mogelijke sportfaciliteiten. Niettegenstaande de drukte is het toch gezellig. Van Zapalar via Junin tot hier hebben we ook de prijzen trapsgewijs zien stijgen. Zelfs telefoneren kost hier 0,5$ meer per minuut. Fruit staat per stuk geprijsd. Van hieruit willen we de 7meren route doen. Het is heel mooi maar de wolken hangen te laag om een goed uitzicht te hebben. Als we goed op weg zijn begint het ook nog te regenen. Het eerste stuk is geasfalteerd tot aan de afslag van routa 63 maar daarna zijn ze aan de weg aan 't werken en het laatste stuk is ripio. Door de regen is het in de modder van de werken heel moeilijk en onaangenaam rijden. Door de regen hebben we ook weinig uitzicht Van Lago Hermoso en lago Falkner hebben we niets gezien. We vermoeden dat ook lago Traful in de mist zal liggen. We moeten ons serieus beraden. Rijden we door dan kunnen we de Andes over via Bariloche naar Osorno. Die baan hebben we echter al 2x gedaan en heeft ook een slecht stuk ripio op de pashoogte. Rijden we terug dan kunnen we via de Tromenpass die niet te doen is na veel regen of via de routa 40 rondrijden naar Bariloche. We besluiten in San Martin te gaan overnachten en morgen te zien hoe de toestand van de wegen is. Misschien stopt het met regenen. Nu door de modder blijven rijden kan ons alleen maar in problemen brengen. We rijden terug en vinden een plaatsje aan het meer voor San Martin. 's Avonds komen jonge fietsers ons weer om water vragen. Als ik 's nachts wakker wordt hoor ik het niet meer regenen. Hopen maar. In San Martin gaan we ons bevragen voor de Tromenpass. Blijkbaar heeft het die kant uit bijna niet geregend en kunnen we het erop wagen. In Junin blijkt het ook niet geregend te hebben. De aanloop naar de Tromen langs de Argentijnse kant is een vrij goede ripio. Aan de grenspost hebben we onze eerste heel grote kontrole. Heel de wagen wordt binnen en buiten nagekeken we moeten door ontsmettingsstof rijden. Kontrole van passen en papieren gaat heel vlot.
De laatste grensoversteek en weer in Chili
Ik bel naar de kinderen en hoor dat ze de kerstboom hebben gezet. Aan Kerstmis hebben we nog niet veel gedacht. Alleen in Junin en San Martin zagen we wat kerstversiering en de zonnige dagen deden ons de winter vergeten. Het begint weer stilaan te regenen. We nemen een koppel Australiers mee die een trekking in Nahuel Nat.P hadden gedaan. We verwittigen hen dat het in de camper achteraan wel eens schudden kan worden bij de afdaling. Voor hen geen probleem voor ons ook niet. De afdaling aan de Chileense kant is vrij steil, bochtig en smal het is redelijk glibberig. We hopen dat onze gasten achterin niet teveel blutsen oplopen. In Curarrehue stoppen we. Van hieruit nemen zij de bus naar Villarrica. Wij stoppen even voorbij het centrum aan de rio Pucon. Door niet verder te rijden langs de meren hebben we een dag meer. We leggen de kaarten op tafel en stippelen een route uit.In de late namiddag rijden we verder naar Pucon. We vinden een rustig plaatsje aan het meer. Ook Pucon is heel toeristisch. Het ligt ook zeer mooi aan het lago Villarrica. De prijzen zijn hier wel veel schappelijker dan aan de andere kant van de berg. Men ziet dat de kerstvakantie is begonnen. Veel groepen en scholen trekken van hier de bergen en het nationale park in. Niettegenstaande veel toeristen is ook Pucon een aangenaam stadje gebleven. We rijden even binnen bij Herr Bernard om na te gaan of de busreservatie in orde is en een uur af te spreken om de wagen binnen te brengen. We nemen de baan naar Lican Ray een klein stadje aan het lago Calafquen. Rustig - eenvoudige accommodatie en veel campings. Er wonen nog redelijk veel Mapuche in deze streek. Men ziet heel oude paardenkarren en ossenkarren.Eenvoudige maar mooie houten huizen en de tuintjes afgeboord met houten vlechtwerk en hagen. We volgen de meeroever tot Conaripe, een heel eenvoudig en rustig stadje. Hier stopt het asfalt en krijgen we weer ripio. Aangezien we midden de vulkanen zitten is ook de wegbedekking heel hard met puntige stenen. Niet echt vriendelijk voor de banden. Het wegske is smal en de takken van de bomen zwiepen tegen de wagen. Het heeft een beetje weg van een tropisch woud. Wat verder komen we aan de thermas een eenvoudig kuuroord midden in de bergen. We volgen de wegwijzers en rijden een smal wegske in dat doodloopt. Om te draaien moeten we even de poort van een erf openmaken. Als we terugrijden zien we de waterpoelen dampen. Het is er totaal verlaten. Langs de weg zien we een paar maal de houten menspoppen van de Mapuche staan om hun eigendom te beschermen. Deze zijn fel gekleurd en staan met een achttal bijeen. Soms zijn er prachtige uitzichtpunten maar de weg is zo smal en kronkelig dat we er niet ten volle van kunnen genieten. Aan de kruising moeten we onze kaarten boven halen. De namen op de borden komen helemaal niet overeen met die op onze kaarten. Gelukkig stopt er een wagen. Een taxi nogwel! Uit de taxi stapt een jongeman die vraagt of hij met ons verder mag naar Neltume. Volgens de chauffeur zitten we op de goede weg. David (North Carolina) zet zijn rugzak achterin en komt bij in de cabine zitten. Het is wel smalletjes maar met wat goede wil lukt het. Lago Neltume vinden we wondermooi . Aan de brug stoppen we om wat te eten en houden een babbeltje met een man met zijn twee zoontjes. David is al maanden onderweg door zuid Amerika en spreekt vlot Spaans. De man vertelt dat vorige dagen een brug een beetje verderop onderbroken was. Hij weet niet of dat nog zo is of ze al hersteld is. We wagen het erop. Na ongeveer 1 km komen we een auto tegen die ons teken doet om te stoppen. Het zijn jonge toeristen die voor de brug stonden en moesten omkeren. Er is geen mogelijkheid om over de brug te komen. Dat is een serieuze streep door onze rekening. Nu moeten we heel de weg terug tot Conaripe. David beslist met ons mee om te rijden. Even voor Conaripe nemen we de 201 naar Panguipulli langs lago Pullingue. We nemen nog even de tijd om wat te eten en genieten van het uitzicht en de rust. Dit stukje Chile is werkelijk prachtig, men rijdt van het ene meer naar het andere en het is er heel rustig. Slechts sporadisch ontmoet men andere toeristen. Overal staan ook prachtige kleine houten kerkjes. We denken hier herhaaldelijk aan Nieuw Zeeland.
Aan de kruising voorbij Pullingue stapt David uit. Hij wil proberen per autostop of met openbaar vervoer via de noordkant van lago Panguipulli naar Neltume te geraken om daar de boot te nemen over lago Pirehueieo en vandaaruit verder naar San Martin de los Andes. We voorzien hem nog van water en fruit en hopen dat hij niet te lang moet wachten. Wij rijden verder naar Panguipulli en vinden het een allesbehalve aangename stad, Van hier rijden we naar Los Lagos. Daar is het even zoeken om de weg richting Valdivia te vinden. We willen de gravel nemen die de rivier volgt omdat volgens de Lonely Planet men van hieruit prachtige zichten heeft. Volgens de lokale bevolking is het een zeer goede gravel; volgens ons: slechte baan, dikke keien, sporadisch een zicht op de rivier. Waar ge een uitzicht hebt is het dan wel bijzonder mooi. In een klein dorpje is Santa Claus op bezoek. Het hele dorpsplein is overrompeld met kinderen uit de weide omtrek. Het is al laat en we zoeken een ovemachtingsplaats. We zien een beetje van de baan af een pleintje met speeltuigen. Het gebouw is een school. Bij navraag of het geen probleem is dat we daar parkeren vertelt men ons dat het gebouw het internaat is van de regio. Kunnen het ons moeilijk voorstellen. Het lijkt meer een verzameling barakken of oude jeugdlokalen. Het personeel is bezig de stoelen op te laden want er is voor hen een feestje in het dorp. Ze tonen ons de weg naar een strandje aan de rivier waar men kan baden. Louis gaat op verkenning en is heel vlug terug. Het dorpje is heel vies en het strand en de rivier de stortplaats. We vragen ons af waarom juist hier een internaat staat. We slapen rustig en worden 's morgens wakker met een pony naast de deur. Als we Valdivia binnenrijden moeten we de weg vragen. De gravelbaan eindigde in het industriegebied en na wat rondtoeren op zoek naar het centrum zijn we volledig de richting kwijt. De stad ligt aan de samenvloeiing van de Rio Calle Calle en de Rio Cau Cau en tevens aan de oceaan. Het is een mooie stad omringd door water, heel aangenaam om rond te wandelen. De costanera is lommerrijk en er is veel beweging op zee, vissersboten en plezierboten. Aan het einde van de strandboulevard onderaan de brug is er een markt waar vooral zeevruchten worden verkocht. Overal hangen ook grote algenslierten waarvan men soep maakt. We willen voor onze laatste dag nog wat genieten van zee en strand en rijden naar Nubla. De route volgt heel mooi de rivier. Op de rivier veel plezierboten en zelfs vrij grote jachten. Het geeft de indruk het vakantieverblijf te zijn voor de beter gegoede klasse. In Nubla ook nog één van de forten die moesten helpen Valdivia tegen invallen te beschermen. Het stadje is klein maar gezellig. We volgen nog een beetje de kust tot Los Molinos en vinden een mooi plekje aan het strand. Het is zondag en prachtig weer. Veel gezinnen komen van het strand genieten. Aan de vismijn doet men gouden zaken met de verkoop van schaaldieren. We laten ons verleiden tot het proeven van een soort oesters. Onze papa vindt het lekker voor mij is het veel te glibberig. Op het strand is men bedrijvig met het verkopen van zelfgebakken koeken. Ze zijn lekker en we doen onze voorraad op voor onderweg naar huis. In de late namiddag is het dan zover. De baan naar San José de la Mariquina is heel mooi en heel aangenaam., Vandaar nemen we de 5 richting Loncoche. We tanken de wagen vol en proberen de buitenkant wat op te poetsen. We hebben veel beziens. De rest van de namiddag brengen we door in Villarrica aan het meer. Van rusten komt niet veel terecht. Om 20u rijden we binnen, rekenen af en nemen afscheid.
Voor de bus terug betalen we 10000pesos/persoon. Herr Bernard brengt ons naar het busstation. We moeten nog een kwartiertje wachten. De busrit verloopt prima.Het doet raar niet meer zelf te rijden. We kunnen zelfs redelijk goed slapen. Op het busstation hebben we vlug aansluiting naar de luchthaven. De vlucht terug was heel onrustig. Eerst dachten we dat het turbulentie was boven de Andes en het beter zou zijn verderop maar de wind bleef ons volgen boven Argentinie, boven de Oceaan.... In Frankfurt moesten we 3u wachten voor de aansluiting naar Brussel en daar overviel ons de moeheid als een loden blok. We voelen de kou in onze knoken. De kerstmuziek staat veel te luid. We zitten verloren tussen een massa mensen. We trachten naar thuis, de kinderen en ons bed. Zoals steeds als we zo kort bij huis zijn is dat laatste vluchtje er teveel aan. Het verlof zit erop... Het is goed geweest....
Thuis is het lekker warm. De kinderen hebben ons verwend: de huiskamer is eenvoudig maar mooi versierd, de tafel gedekt ....midden op tafel een nieuwe wereldbol, een boekenbon van Nomade en een leeg fotoalbum...Het zijn schatten. Overgelukkig genieten we van het moment. Morgen en overmorgen en nog heel lang zullen we vertellen over onze ontmoetingen onderweg en de zo mooie natuur... en 't zit er dik in dat we daarna weer plannen gaan maken
Parque Nacional de los Glaciares - El Calafata De gemakkelijkst bereikbare gletsjer is de Perito Moreno die nog steeds aangroeit. Regelmatig blokkert hij de Brazo Rico (arm) van Lago Argentino en vormt hij een brug met het land. Om de 4 à 5 jaar kan hij de druk van het water niet meer weerstaan en breekt af en kan dan weer beginnen aan de opbouw.
Hij vormt een muur van 60m hoog en door de druk van het achterliggend ijs breken er regelmatig grote brokken ijs af die met veel kracht en lawaai in het water terecht komen en een mooi spektakel leveren.
Met bootjes kan men tot aan de wand wat soms tricky kan zijn als er onverwacht een groot stuk afbreekt...
Oorspronkelijke planning: RWT ticket: Brussel Los Angeles(Usa)- Honolulu(Hawaii Usa) Nandi (Fiji) Christchurch (NZ)- overland naar Auckland- Brisbane (Australie) overland naar Cairns- Singapore Brussel 41 790bf geboekt bij Connections 4 maart tot 10 juni
Wegens omstandigheden slechts kunnen vertrekken op 2 april en de volledige routing moeten herschikken Uiteindelijk gevlogen met Air NZ via Frankfurt-LA-Auckland-Christchurch-overland naar Auckland-Brisbane en via Auckland-LA-Frankfurt terug 39 500BF +25000miles op mileage account van Star Alliance 41u onderweg 28u zonder donker worden- 21u vlucht (tegen 950 tot 1150km/u)
NZ: Economic campervan geboekt via internet bij United 40NZ$/dag Australie: economic campervan geboekt bij NQ rentals 25A$/dag Verzekering afzonderlijk te betalen Vrijstelling is zeer hoog: van 48 000 tot 120 000 ( sommige visa gold cards dekken deze franchise- in belgie niet gevonden wel in Frankrijk) Wagens al verschillende jaren oud en veel km op de teller, maar OK United geeft een lijst mee van garages waarmee ze samenwerken NQ is aangesloten bij de Australische automobielclub De uitrusting was heel volledig bij United maar heel juist berekend bij NQ. Deze laatste had wel een porta potti (niet gebruikt) Verwarming op LPG kent men niet, wel op electriciteit. Kregen op beide plaatsen zonder problemen meer slaapzakken mee Ook koelkast werkt enkel op 12V en elektriciteit Bij beide wagens waren stoelen en tafel voorzien om buiten te zitten
Nieuw Zeeland
04 04 99 tot 03 05 99
Al voor het landen in Auckland werd ons uitdrukkelijk meegedeeld dat er absoluut geen fruit, planten enz mochten ingevoerd worden. Er wordt aan de bagagebanden en verspreid over de aankomsthal met snuffelhonden gezocht en verdachte bagage wordt grondig nagekeken.(de honden rieken zelfs de appel die een paar dagen tevoren in je rugzak stak) Boetes starten bij 10 000NZ$ Niet tegenstaande men aan de andere kant van de aardbol zit heeft men niet de indruk zo ver van huis te zijn. Het enige verschil met andere luchthavens is dat het een kleine overzichtelijke en vooral rustige luchthaven is en dat iedereen er zeer nonchalant bijloopt (short-Tshirt en teenslippers niet tegenstaande het vandaag Pasen is) Aan de incheckbalie voor de vlucht naar Christchurch verwonderen we er ons over dat iedereen hier met zo n massas bagage rond zeult. Surfplanken, kayaks van sportievelingen van alle windstreken. Koffers, dozen, kledingzakken Wij voelen ons een beetje als landlopers met onze twee kleine rugzakken. Aan de balie stelt men ons gerust. Vele NZers verhuizen zo vaak en ze zijn zo weinig gehecht aan meubels enz dat ze hun hele hebben en houden gewoon als bagage kunnen mee nemen. Velen huren een gemeubeld appartement/huisje en laten dat zonder heimwee even vlug terug achter. Ze verstaan onze gehechtheid aan een eigen huis helemaal niet. Aan de info balies alle info over YHI en backpackers- huur auto en camper- lange afstandsbussen- accommodatie enz. Ook telefoonkaarten te koop. We moeten een shuttle bus nemen van de international naar domestic airport We krijgen zelfs een zitje op een vroegere vlucht De vlucht naar Christchurch is heel mooi. Men vliegt laag en heeft een zicht op de vulkanen, meren en eilanden
Zuideiland
Ook op deze luchthaven een zeer relaxt gevoel. We bellen naar United. Paniek daar ze nog bezig zijn met een groep Franse toeristen. We verzekeren hun van ons geduld en nemen een taxi naar het verhuurbedrijf (14NZ$ deze kosten worden terugbetaald) De Fransen hebben het druk en geraken maar niet weg. We spelen een beetje voor tolk en krijgen van de baas direct een werkaanbieding die we heel vriendelijk weigeren. We genieten teveel van ons brugpensioen. Van die Fransen vernemen we ook de voordelen van een Visa Gold card- die in Frankrijk meer voordelen biedt dan in Belgie. Nu is het onze beurt om ons wagentje in ontvangst te nemen. Mevrouw is nog druk bezig met de laatste poetsbeurt. Wij ronselen een paar extra slaapzakken- wat stoeltjes en een mat om onze voeten te vegen (nog zo n voorwerp dat down-under als overbodig wordt beschouwd- ze hebben er geen een soort dweil en een paar vodden zullen ons uit de nood helpen) Onze eerste stop is aan de lokale dairy (24u winkel) om proviand in te slaan. Niet tegenstaande we down zijn na 41u onderweg willen we toch de stad uit. We zitten aan de westkant van de stad en zijn op een paar minuten op de SH73 richting Arthurs pass. De eerste pick-nick plaats die we tegenkomen op de Porters pass is dan ook de onze. Het is ondertussen middag. Er staan nog een paar oude campers die een groot BBQvuur aanhebben (nationale sport) en zoeken een plaatsje uit de wind. Zijn te moe om contact te zoeken en maken heel vlug ons bed op. . Niet tegenstaande heel comfortabel word het toch maar een hazenslaapje. Te moe? Te gespannen? Te warm? Wie zal het zeggen? Er zijn nog verschillende pick-nick plaatsen. We rijden ook over onze eerste one-lane bridge Meestal smalle, houten bruggen. Rond 16u rijden we rustig verder richting pashoogte. Er is zeer weinig verkeer op de baan. Iedereen rijdt wel de max. toegestane snelheid. De camper heeft 219 000km op de teller staan maar trekt heel goed. Alleen aan de kreunende geluidjes van de vering zullen we moeten wennen. Het is hier enorm groen en het licht van de zon heel sterk (zonnebril absoluut nodig) En is het een gedacht? De kleuren lijken ons ook heel fel. Op de pashoogte is er een visitor center met vriendelijk personeel dat ons voorziet van de nodige info en documentatie. Verder zijn er een paar hotelletjes en een hostel (ontdekken later dat de meeste hostels hier op de mooiste plekjes gelegen zijn- heel net en heel gezellig) Het is hier echt tropisch groen met metershoge varenbomen. We zien dat ze die stammen veel gebruiken om te tuin te omheinen. Veel mossen, veel planten en bloemen die we niet kennen. Er zijn grote wegenwerken en daarom houden we maar even halt op de pashoogte en aan de kloof. Wandelen zit er vandaag niet in. Wat verder in Jacksons slaan we rechtsaf naar Mitchells via Lake Brunner en maken kennis met het secundaire wegennet: gravel smal - alleen op de wereld. Het wordt duister en we vinden een overnachtingsplaatsje aan een creek ( één van de duizenden) We slapen lijk russen en worden wakker van het getrippel van vogels op het dak. We willen het vandaag nog wat rustig aan doen niet tegenstaande alle jetlag verdwenen is. In Kumara komen we weer op de SH73 en nemen de N6 zuidwaarts. We stoppen op een parking aan het strand in Hokitika, beroemd om zijn greenstone Er zijn nog 77 diggers In Ross ligt de grootste goudklomp die in de streek is gevonden: 13kg Er zijn verschillende jadefabriekjes en winkeltjes met een grote keuze aan nuggets en sieraden. Het is een klein, gezellig stadje. In het visitor centre, waar men blijkbaar weinig Belgen ziet (zochten het op in het gastenboek) trakteerde men ons op een kop koffie en stuurden wij ons eerste mailtje naar huis (het was nieuw voor ons maar t lukte toch heel goed- moest wel heel vlug gaan want men kan niet off-line werken- 2NZ$/15 Wat meer zuidwaarts aan de kust stoppen we op een pick-nickplaats en maken binnen de kortste keren kennis met de sandflies. Een NZse familie komt ons te hulp met sprays en zalfjes. We eten onze boterhammekens dan ook maar liefst binnen op. De meeste pick-nickplaatsen zijn uitgerust met tafels en banken, bbqs, soms ook drinkwater en toiletten. Praktisch alle dorpen, hoe klein ook, heben openbare toiletten die meestal heel netjes zijn en ook voorzien van toiletpapier. De kuststrook is heel mooi. Weinig huizen en ongerept strand. Zo ongerept dat overal het drijfhout ligt opgehoopt aan de vloedlijn. Wandelaars komen aan hun trekken want regelmatig zijn er walkways aangegeven van een paar km tot meerdaagse trekkings. We verlaten de kustlijn en komen weer terecht in een tropische begroeiing met metershoge varens. Boven dit tropische woud zien we plots de Franz Joseph getsjer uitsteken. Een heel mooi maar raar zicht: besneeuwde toppen tussen tropisch woud. Op de parking, waar de wandeling naar de voet van de gletsjer start, zien we de eerste klikklakketjes busladingen Japanners Terwijl onze papa gaat wandelen vergaap ik mij aan de Keas die zeer agressief zijn. Ruitenwissers en andere gummi aan de wagen moeten er aan geloven met hun scherpe bekken. Ze pikken zelfs aan de schoenen van de mensen die gaan zitten. We gaan ook nog eens kijken naar de Foxgletsjer In deze dorpjes is het wel heel druk. Er worden ook scenic-flights aangeboden. In plaats van te vliegen rijden wij naar Lake Matheson, beroemd voor zijn weerspiegelingen. Er is een grote P aan de start van de zeer mooie wandelingen. (grote en kleine) Wij doen een wandeling van 1 1/2u- het maximum voor mij. Het water van de beekjes en kleine meertjes is van oranje tot rood-bruin door de mineralen en planten. De wandeling is heel mooi en rustig. Zagen veel planten en bloemen waar we het raden naar hadden. Het meer zelf is ook heel mooi al viel de weerspiegling ons wat tegen. De pic-nic plaats in Bruce Bay is onze volgende overnachtingsplaats. Kamer met zicht op zee. Men heeft hier ook verschillende kleine camping/pic-nic plaatsjes met honesty box- meestal 2NZ$/pp. Het weer blijft uitzonderlijk mooi. De nachten fris en heel vochtig. De brug over de Haast rivier is de langste brug met 1 rijbaan van NZ. (Er zijn er heel veel- de meeste goed onderhouden, andere op afgelegen wegen zeer kwakkel over sommigen delen de autos de baan met de trein) In Haast gaan we tanken, onze voorraad aanvullen en op jacht naar een goed middel tegen die lieve sandflies, die zelfs door de kleinste kieren binnengeraken. Het is hier precies een dorp op het einde van de wereld. Er zijn een paar hotelletjes en een gezellig hostel. Via de Haastpass komen we in een heel mooi merengebied. Het is alsof we door een fotoalbum rijden. Aan Lake Hawea stoppen we op een zalig plaatsje, smeren ons van kop tot teen in en nestelen ons in onze zeteltjes met zicht op meer en bergen. We moeten ons forceren om verder te rijden. We overnachten aan het meer in Wanaka. Dit is een rustig, mooi gelegen stadje We lezen heel goed ons huurcontract na en vinden geen beperkingen voor Crown Terrace. Dit wordt dan ook onze route richting Queenstown. Het eerste stuk is volledig geasfalteerd. We stoppen aan Hotel Cardrona dat nog uit de tijd van de gouddelvers stamt. Er waren toen niet minder dan 4 hotels en een post. Nu nog eentje en een benzinepomp. Het hotel heeft een zeer oude gelagzaal waar men in vergeelde albums fotos van vroeger kan bekijken. Het heeft een gezellige tuin met banken en er staan een paar zeer oude chevrolets. Men kan er nu ook nog overnachten. Van daar krijgen we een gravel baan in een redelijk goede staat. Het laatste stuk is wel heel smal, bochtig en steil naar beneden. We doen het rustig aan en zonder problemen. Beneden slaan we links af naar de Karawan gorge- heel goed gekend bij de avonturiers voor het benjispringen. We bewonderen de moed van de springers die beneden al of niet een duik in de rivier nemen. Hebben heel de installatie eens goed van kortbij bekeken en t leek wel veilig maar niet voor ons hahaha We rijden naar Arrowtown, een oud mijnwerkersstadje. Rustig en aangenaam door de straatjes wandelen. We slapen beneden aan het water. Van hier naar huis gebeld. Bij Peter alles ok. Els zoals zo dikwijls niet kunnen bereiken. Hadden ook een stommiteit gedaan onze GSM stond af en we betaalden meer dan 100BF om ons antwoordapparaat te beluisteren. Via Coronet peak en Arthurs point rijden we naar de shotover river. Ook zon avontuur. Met jetboats en canos gaat men door de waterversnellingen in een smalle kloof. Men heeft een goed zicht van bovenop de brug over de kloof. Waar de boten vertrekken en aanmeren is er een uitzichtterras. Ook deze activiteit is niets voor ons. Queenstown, het stadje van NZ voor wie zijn grenzen wil verleggen. Het stikt hier van de toeristen, vooral jongeren die hier een uitdaging willen aangaan. Dus veel boekingskantoortjes, hostels en restaurantjes in de mainstreet.Het is een gezellige drukte. We gaan voor 6NZ$ internetten en genieten van deze uitvinding om met kinderen en vrienden in contact te blijven. We slapen aan de oever van Lake Hayes. We volgen het Lake Wakatipu naar Glenorchy. Hadden er meer van verwacht. Via Kingston, Five fingers, Mossbrun, naar Te Anau.In Te Anau ook mogelijk om scenic boottochten te ondernemen op het meer. Vanaf hier veel DOC picknick/campings. Onderweg ook startpunt van verschillende tracks. Het landschap wordt groen/golvend met hier en daar een meer en héél véél schapen. We rijden richting Milford Sound. Het blijft redelijk vlak- veel weiland Chams- miror lakes. Een kleine wandeling naar een waterval die de grote stenen fel geerodeerd heeft en kleine heldere meertjes vormt. De boardwalk is heel mooi aangelegd. Het kustgebergte komt in zicht. We rijden door een smalle donkere tunnel. Op de kleine parking voorbij de tunnel worden we belaagd door verschillende keas die het weer op de rubbers van de auto gemunt hebben. Het begint een beetje te regenen - een grijze druilregen. Dan wordt het weer heel mooi rijden. Door de engte tussen de bergen met veel watervallen en wat verder redelijk bochtig en steil naar beneden. Tegen dat we op de parking van Milford sound komen is het serieus beginnen regenen. We zien een jong koppel Nederlanders dat voor een jaar op reis is en een Toyota huurden met een uitvouwtentje. Ze staan ten minste droog om hun potje te koken. We hebben niet veel zin om door de regen te lopen en kruipen vroeg in onze slaapzak. We nemen de boottocht van 9u voor dat de grote sloef toeristen aankomt.42NZ$/pp om 13 en 15u 47NZ$ en 55NZ$ met onderwaterobservatorium. Gelukkig regent het niet meer. Het is wel bewolkt en de mist die over het water hangt maakt het sprookjesachtig. De watervallen zijn door de regen goed gevoed en komen langs alle kanten van de steile rotsen naar beneden. Tussen de bergen is het water rustig. Eens in open zee is er nogal golfslag. We zien geen dolfijnen of wat ook. Wel veel vogels horen fluiten en heel veel kleine eekhoorns. Blij dat we het gedaan hebben was mooi één van de must see we terug zijn doen we nog een wandeling naar de grote waterval via een prachtige bordwalk tussen metershoge varens. Om te tanken moet men eerst in het restaurant gaan betalen heel duur 1,20$/liter (in Te Anau 0,859$) Terug via Te Anau en Manapouri richting zuid. In Clifden is een 100jaar oude hangbrug. Het wegske er naartoe is te glibberig voor mij. Tuatapere: op het tourist info krijgen we een heleboel uitleg. Moeten herhaaldelijk vragen om langzaam te praten want we hebben het moeilijk om het NZbrabbeltaaltje te verstaan. Krijgen veel kaartmateriaal over de southern scenicroads . Te Waewae bay- gemstone beach-Mac Craders Rest: mooi zonnetje maar het waait hier verschrikkelijk. We hebben een plekske met een duizend sterren uitzicht op het geweld van de golven op de rotsen. Dolfijnen zijn er niet te zien. Verder via Pahia naar Riverton. Heel veel mooie plaatsjes aan de kust. We willen overal stoppen. We rijden weer door een fotoalbum. Ge kunt het u zo gek niet voorstellen. Omdat het hier daardoor zo druk is rijden we door naar Bluff om te overnachten. Bluff is het zuidelijkste punt en men vindt er dan ook de typische km paal met afstanden naar bekende steden in alle continenten. Verder is het hier niet zo bijzonder. Van Fortrose nemen we de scenic byway en rijden vast in de modder op weg naar Waipapa point. Er staat veel water op de zandweg en we betrouwen het niet verder - we draaien de oprit van een boerderij in helaas bergaf op gras en bij het draaien gaan we patineren. We zoeken wat rommelhout om voor de wielen te leggen en ik ga duwen. We raken er uit maar ik zie er niet uit; onder de modder. Na wat grommelen op onze pa rijden we verder via Slope point en curio bay. Hier kunnen we een stapke doen t is echt de moeite waard. We zoeken maar weer de grote baan op. Het is weer beginnen regenen, gieten. Te slecht dus om op zoek te gaan naar de watervallen en caves. Hier in de Catlins zijn heel veel korte en langere tracks naar diverse uitzichtpunten. Er lopen hier ook miljoenen schapen op de groene hellingen. De Catlins zijn een erg golvend landschap. We zitten helemaal onder de modder. In Owaka overnacht aan watertje met eenden. Heel mooi en rustig. De asfalt gaat over in een slechte gravelbaan met scherpe stenen. Onderweg ontdekken we dat we een lek hebben aan een luik in t dak. Matras weggetrokken en potjes gezet. In Balclutha op het tourist office bellen we naar United. We spreken af dat we voor de nachten een kamer of zo gaan huren in een hotel of op een camping. Het wordt dus een camping en we betalen 20NZ$ voor een cabin. Heel eenvoudig maar netjes en alles voorhanden. Er is zelfs een heel grote keuken met verschillende vuren, microgolf ovens, waterkokers, afwasbakken, koelkasten, diepvriezers enz. Een eethoek en een grote zithoek met TV. Wat is er te zien? Rugby! Dunedin: een mooi typisch engels stadje. Vooral de universiteitsgebouwen. Dunedin castle bezoeken we niet. Op tourist office gaan we onze email lezen. Els nog steeds niet te bereiken op haar GSM. We rijden weer door een fotoalbum door Otago Peninsula. De natuur is onbeschrijfelijk mooi. We bezoeken de Yellow eyed penguins kolonie (23$/pp) naar boven rijden voor de Albatroskolonie 7,5$. Aangezien er slechts een paar nestten zijn we niet tot daar gereden. We zagen ze van op de klippen vliegen. Onderaan op het strand nog zeehonden en penguins. Hierboven heel mooie plaatsjes om te staan maar zeer veel wind. We rijden rond naar Port Chalmers waar we in de luwte staan. In Moeraki gaan we op zoek naar de beruchte Moeraki boulders. Vanop de parking van het hotel/restaurant vertrekt er een wandelwegske naar het strand. Onverklaarbaar hoe die dikke bollen daar in het zand liggen. Volgens geologen zouden ze gevormd zijn in de rotsen en van naar naar beneden gekomen. Oamaru is een mooi stadje dat ook zeer engels oogt . Zuidelijk van het stadje ook een kolonie geeloog pinguins die men gratis kan bezoeken. De uren dat ze aan land komen hangen uit. Er zijn uitkijkposten en men kan ook tot beneden gaan. We zagen er welgeteld 3 en vertrokken er bevroren van de kou. Aan de noordkant zijn er ook blauwe pinguins 8$/pp hebben we niet gedaan want we konden ons maar niet opwarmen Overnacht in een cabin op de camping 32$/cabin - eetgerief in cabin verder een volledige keuken- wasvat droogkast en strijkplaats- tv salon mooie badruimte met warme douches (die ons fel deugd deden na al die koude wind enz. We rijden terug het binnenland in langs de Waitaki river. Zacht glooiend landschap met weiden en schapen en zicht in de verte op de besneeuwde toppen van Mt Cook Terug veel prachtige meren. Vanaf Lake Pukaki heeft men heel mooi zicht op de berg. We rijden een stukje langs het meer en keren dan weer terug om af te slaan naar Lake Tekapo. Hier staat de Church of the Good Shepherd- gebouwd in 1935 met rots en eik. Er staat ook een beeld van een Collie- de schaapsherder bij uitstek. We staan er heel rustig tot we worden opgeschrikt door rescue helicopters die af en aan vliegen. We rijden verder tot Fairlie waar we weer in een cabin slapen (30$- geen kookgerei) Geraldine richting Mt Hutt. Vooral de route van Mt Hutt naar Christchurch spreekt ons fel aan. We rijden binnen om van auto te wisselen. Moeten weer even wachten om hem klaar te maken. Wij maken ondertussen gebruik om de stad te bezoeken. Het is er heel aangenaam en we zien de Nederlanders weer. Ze staan te koken aan de rand van het park en hebben veel beziens. We installeren ons op een bankje in het centrum en onze ogen vallen bijna uit onze kop als we een deftige heer uit een chique slee zien stappen- gekleed in short en hemd met korte mouwen en een deftige das, een dikke leren map onder de arm en .barrevoets. Zo stapt hij de bank binnen. De schooljeugd heeft ook mooie echt engelse uniformen met hoedjes en petjes maar blootvoets is in zelfs op de schoolbus We gaan op zoek naar een verwarmingstoestelletje op gas maar vinden het niet. Blauw campinggas is hier ook niet te vinden, wel Coleman gasbusjes. We rijden naar Akaroa op het Banks Peninsula. Verder noordwaarts richting Kaikoura. Dit is een landbouwgbied en onderweg passeren we veel groenten- en fruitkramen. Kiwis zijn hier duurder dan thuis. In Kaikoura is alles gericht op het verkopen van tours. Walvis spotten, zwemmen met dolfijnen en zeehonden, vluchten om walvissen te spotten enz. De zee is fel onrustig en we betrouwen onze magen niet. Er zou ook minder kans zijn om walvissen te zien ge krijgt dan wel 80% van het betaalde bedrag terug. We reden er veel kms voor om maar besluiten toch het niet te wagen. We zien in een baai wel een hele groep toeristen die met zeehonden aan t zwemmen waren. Als ge een wetsuit bij hebt kunt ge het dus ook op eigen houtje doen. We nemen de Amuri range. De 70 tot Culverden en dan de 7 oostwaarts. Weer door dichte begroeiing. De baan bochtig en steeds berg op en berg af. We hebben de indruk dan in heel NZ geen enkele baan 500m rechtdoor gaat. Hier zien we veel beginpunten en knooppunten van de verschillende lange afstandswandelingen. Naar Hammer springs en Amuri ski area. Er is niet veel te beleven hier. We rijden terug Down hill en slapen beneden aan de rivier. Verder via de Lewis pass en Mt Haast naar Westport. We keren en draaien, doen af en toe een stapke langs een korte track, genieten van de prachtige natuur onderweg. Het is weer wat bewolkt. Hopelijk blijft het over. We rijden naar cape Foulwind. Het is er prachtig wandelen maar de wind blijft onaangenaam. Aan de vuurtoren kan men niet blijven staan. Beneden op de rotsen ligt een robben familie. Er is ook nog een kolenmuseum dat op dit uur al gesloten is. We willen deze nacht niet gewiegd worden en rijden terug naar Westport. Komen er aan in de donker maar vinden toch nog een mooi plaatsje in het centrum. We boeken hier onze ferry en ontdekken dat ze zeer verschillende prijzen hanteren. De kustroute naar Karamea is niet veel bijzonders en halfwege keren we weer. Voor we definitief noordwaarts gaan rijden we tot Punakaika waar de pannenkoeken rotsen zijn en grote blowholes. Er hangen verschillende regenbogen rond en op sommige plaatsen hebt ge de indruk dat het water omhoog de rotsen over geduwd wordt- heel raar het is alsof het water bergop stroomt. Terug richting Wesport en via Buller gorge naar Inangahua landing. Geslapen op een parking langs de baan. Geen verkeer wel kwakende vogels, veel regen en wind. Via Murchinson, Kawatiri over de Hope saddle naar Motueka ook weer via een heel mooie route. We slapen in Motueka aan de haven. We zullen zien wat we kunnen doen in Abel Tasman. Kaiteriteri vinden we wondermooi- prachtig fijn geel strand met rotsen en holen aan de p een verbodsplaat en een hele boel barakjes waar men toers verkoopt, boten verhuurt enz. voor trekkings in het park. We rijden ook nog even verder tot Marahau langs een smal bergbaantje, al even mooi. We proberen met de auto één van de baaien te bereiken via Tanaka en Pohara.. Van hier wordt het een gravel baan. We hebben een prachtig uitzicht op Wainui Bay. We willen naar Totaranui. Het stuk regenwoud wordt dichter, het baantje smaller en af en toe moeten we door een beekje. We hopen dat het niet gaat regenen en dat we nog terug kunnen. Op een gegeven moment ligt het beekje diep in een gleuf en is de weg redelijk steil. Als we aan de overkant slippen bij het naar boven rijden vinden we het toch wat gewaagd om verder te rijden. Als hier nog een paar autos doorrijden wordt het spiegelglad en we hebben geen 4x4hé. We slaan een zucht van verlichting als we terug op een betere en bredere baan zitten. In Takaka slaan we af naar het mijnstadje Collingwood. Pupu springs zijn we vergeten te doen. Maar terug gaan overnachten in Motueka. Daar wordt ons door NZers getoond waar we mosselen en kokkels kunnen gaan plukken. Het zijn er enorm grote, zo lang als de palm van onze pa zijn hand. We zijn er niet echt gerust op of ze wel goed zijn. Ruby bay: mooi, Rabbit island: mooi, Tahunanui strand van Nelson, heel druk, goed georganiseerd, kermisachtig. We zijn Nelson langs alle kanten eens rondgereden. Het is zondag en iedereen is op de loop en alle terrasjes zitten vol. We volgen de zeer mooie kust naar Cable bay. Hier staat op een parking een NZer met een zelfgemaakte camper. Hij heeft zijn plantjes buiten staan en daar middenin een zonnepaneel. Zijn TV staat op het terrasje achteraan zijn auto. We luieren en genieten. Van hieruit werd een telefoonkabel naar Engeland gelegd 15 000miles Havelock is het mosselcentrum van NZ ( zij zeggen :van de wereld) Overal liggen grote vrachtschepen vol zakken met mussels. Als we ons geinteresseerd tonen geven ze ons de uitleg over de plaatsen waar ze gekweekt worden en hoe men ze moet eten. We krijgen 2 volle plastiek zakken mosselen mee. Een heel werk vooraleer ze allemaal gekookt geraken in onze kleine casserollekens. Maar ze smaken overheerlijk zonder dat er iets moet aan toegevoegd worden. Na t eten moet onze pa plat- dikgegeten van die lekkernij. We doen een omwegske naar Portage maar dat valt tegen: fel bochtig, zon in de ogen, door oerwoud dus geen uitzicht. Hier op de parking grote was gehouden. Terugrit met toch wat meer uitzicht. We installeren ons op P The Grove met zicht op de baai en de visservloot en de ferryboten. We eten de rest van de mosselen. Richting Picton voor de ferry. Even het stadje verkent en ons laten bekoren in een groot ijssalon. Als we buiten komen zien we de Nederlanders weer die dezelfde boot nemen. s Avonds laat nemen we de ferry.
We hebben overnacht op de parking nabij het rangeerstation van het goederentransport onmiddellijk re bij het verlaten van de haven. We bezoeken Wellington met de auto; rijden kriskras door de stad. In de bovenstad parkeren we aan het eindstation van de lower cable car terminal die door heel veel forenzen wordt gebruikt. Van hieruit en van de botanische tuin hebben we een mooi zicht over de stad en de baai. Het is een mooie stad. Spijtig te groot voor mij om rond te lopen Een weetje: als men van hieruit loodrecht door de aarde gaat komt men in Rijsel uit. Dus werkelijk aan de andere kant van de wereld. Langs de N2 gaan we richting Hastings. De eerste km is het heel druk op een soort autostrade. Maar langzaam aan wordt het rustiger en zijn het vooral loggingtrucks die we tegenkomen. De baan is goed en door een sterk golvend landschap. Hebben de indruk hier veel minder schapen te zien dan op het zuideiland. De benzine is hier ook veel goedkoper 0,793$/l Af en toe ziet ge uitingen van de NZse kijk op wonen Hastings is een gezellig stadje. De trein rijdt midden door de hoofstraat en heeft een halte midden op het plein met een fontein. Veel huizen zijn in art-deco en spanish mission stijl. De aardbeving van 1931 heeft wel de meeste huizen platgelegd. Die er nu zijn werden daarna terug heropgebouwd in dezelfde stijl. (hetzelfde in Napier) Heerlijk om te winkelen. We rijden op naar Te Mata Peak 399m boven zee. Het is een serieuze beklimming. De baan wordt vrij smal met scherpe bochten. Heel mooi rijden is het. Overal zijn ook wandelpaden. Van boven heeft men uitzicht over de plains en de mooie kuststrook. Tegen de avond wordt het er druk. De jeugd heeft van de baan een racecircuit gemaakt. Op het sein van een lichtflits in het dal (pillamp?) racen ze met hun autos naar beneden. Het vertrek gaat gepaard met veel lawaai. We gaan een praatje slaan om voorzichtig een beetje poolshoogte te nemen zogezegd naar de snelheid maar vooral om te weten te komen of ze de ganse nacht gaan racen. Rond 23u is het weer rustig. Alleen een paar koppeltjes genieten ook van het uitzicht. Napier is ook een gezellig stadje, meer georganiseerd dan Hastings en ook veel art-deco gebouwen. Er zijn mooie parkings aan de strandboulevard. Er is ook een groot gebouw met wcs en douches waar we gretig gebruik van maken en ook lockers voor de bagage. In het tourist office gaan we emailen en naar Peter bellen We genieten van het wandelen door het stadje. Via de Gentle Annie road rijden we terug weg van de kust. Maar de zogezegde bezienswaardigheden vinden we niet. De zon schijnt maar het is koud. We willen een overnachtingsplaatsje vinden voor we de bergen in rijden. We slapen in Waiouru op de parking van het Army museum. Het is een typisch legerstadje met veel betonnen huisjes. Als we s morgens wakker worden zijn de ruiten aan de binnenkant bevroren. We zetten vlug de waterketel op om thee te maken en ook zo de auto wat op te warmen en trekken vlug onze hele kleerkast aan. We verplaatsen de auto in t zonneke. Nadat we geeten hebben is het al wat opgewarmd. We trekken naar het Tongariro National Park. We nemen eerst de Ohakune mountain road (benzine is duur) mooie route tussen de bossen met uitzichtpunten op de besneeuwde toppen. Boven is het een skiarea. Er is een grote parking maar niet veel te beleven. We rijden via de 4 en de 47 naar de ingang van het park via de Bruce road. Er zijn ver schillende watervallen langs mooie tracks. Boven komen we aan Whakapapa village. In het infocentrum weet men ons te vertellen dat daar de nachttemperatuur niet onder de 7°C was geweest en dat Waiouru de koudste plaats van NZ is. Mt Ruapehu is de hoogste vulkaan 2797m en nog steeds aktief. Met verschillende kratermeren. Er loopt een wandelweg helemaal rond. Er zijn verschillende parkings vanwaar kleine en lange wandelingen vertrekken. We doen de 15 nature track. We rijden verder door de lava tot aan de stoeltjeslift. 15$/pp. nu gesloten Het opvallendste gebouw is het Grand Chateau Hotel. Via Tarungo rijden we naar Lake Taupo. In een van de eerste dorpjes aan het meer staan we langs de visrivier. Heel rustig. In Taupo gaan we eerst een paar bezienswaardigheden doen. Het Wairakei Geothermal Visitor Centre is voor ons uiterst interessant en heel duidelijk in uitleg via makettes, film enz. We rijden daarna tussen de stomende wolken naar de Borefield Lookout waar men een overzicht heeft van een deel van de installatie. We wandelen door de Craters of the Moon wat ons doet denken aan Yellowstone in t klein. De overzichtwandeling boven over de rand doen we niet want de beklimming is te steil Op de Waikato river heeft men een afdamming gebouwd. Dit had veel invloed op de Aratiatia rapids en na veel protest worden nu om 10 en 14u30 de gates geopend voor de toeristen. Het is een overweldigend zicht de massas water die zich door zo n smalle kloof wringen. We genieten ook van de Huka falls en vinden ze alle 3 de moeite waard. s Avonds gaan we naar de parking van de haven van Taupo om te overnachten. Van hieruit vertrekken ook de boottochten op het meer waarbij men de oude Maori rotstekening kan zien Bij Picn Safe gaan we onze voorraad aanvullen. Om te ontbijten stoppen we aan een plaats waar men aan benji springen doet. Het ligt aan een eilandje in de rivier. Door de ochtendnevel is het hier feeëriek mooi. Er zitten grote zwanen. Via een voetbrugske kan men op het eiland. We stoppen in Whakarewarewa (kort Whaka, de grootste en best gekende thermale zone rond Roturua. Er is een groot cultureel centrum 30$/pp een soort Bokrijk we leren er heel wat over de levenswijze en cultuur - zien een begroetingsceremonieel en dansen- We wandelen tussen de borrelende en pruttelende tuinen. En daar schapen centraal staan in NZ bezoeken we ook het Agredome. Het is een aktieve boerderij waar men exhebitie bij heeft genomen. Kunnen er kennis maken met verschillende schapenrassen en er zijn er bij die echte wolfabrieken zijn amaai zo n zware vacht We zien het scheren en het africhten van herdershonden. We nemen de toer met de huifkar over het landgoed dat naar onze normen fabuleuze afmetingen heeft. Ze gebruik van de toers om onderweg de dieren te voeren. Men heeft hier verschillende koeien rassen (Belgian bleu-nooit gezien bij ons thuis) en een mooie paardenstal waar ook echte Brabanders staan. In de Kiwi kwekerij laten ze ons proeven van wijn en jam. Het begint te regenen wat ons de goesting ontneemt om hier nog veel rond te lopen. We overnachten in Rotorua op een parking nabij het kerkje aan het meer. De St Faith anglican church heeft heel mooi Maori houtsnijwerk, geweven tapijten, schilderwerk en ingelegd glas. Er is een Christusfiguur gebrandschildert en het geeft de indruk dat hij over het water van het meer loopt.(lijk in Gallilea) Rotorua is heel speciaal. Onder de straten en huizen zit het vol geotermische activiteit. Tussen de straatstenen komt de stoom naar buiten. In de tuinen hebben de bewoners een naturelle bbq. Warm water is overal voorhanden. Maar: het stinkt naar rotte eieren. En zoals een roker gewoon is aan de geur van sigaretten hebben de mensen hier ook geen last meer van die geur. In een zaaltje is een koor aan het repeteren. Wij gaan een kijkje nemen in het meeting house (marae) waar regelmatig Maori concerten worden gehouden. Langs het lakefront staat ook een clocktower en in een parkt het Bathhouse dat nu een museum is. En ook daar een bowlingbaan. In Rotorua zijn ook Thermal pools en kuurhotels. Er is hier in de streek nog heel veel te doen maar we zullen moeten kiezen. We nemen de Tarawera rd naar Buried Village en de meren. Meren in verschillende kleuren. Het dorp bedolven onder lava na uitbarsting Mt Tarawera. Terug naar de kust richting Bay of plenty. We willen de oostkaap doen. Van Whakatane via Ohope en Cheddar valley naar Opotiki. Er is hier weer veel landbouw en we zien weer veel schapen. Het weer is zeer wisselvallig met een waterzonneke en af en toe een bui. Eerst hebben we dorpjes met mooie stranden, daarna rijden we hoog boven op de rotsen vlak op de kust. Er is alleen de natuur; geen dorp, geen auto, geen mensen tot in Te Kaha. Dit is een echte Maori gemeenschap. Overal staan platen dat het Maori ground is en men toelating moet vragen om wat ook te doen. In het benzinestation naast de zeer mooie marae vertelt men ons dat het een uiting is van zelfwaarde en dat de blanke NZers daar maar eens respect voor moeten gaan tonen. We zijn echter welkom om waar ook te parkeren. Op de stranden ligt veel drijfhout en overal wordt met de auto over het strand en zelfs tot vooraan in de zee gereden. Het regent dus vissen ze vanuit de auto! Ook in de volgende stadjes zijn de meeste bewoners Maori met hier en daar een paar vakantiehuizen van blanken. Het is een heel apart sfeertje. Boven Hicks bay stoppen we op een verlaten parking. Het regent nu continu en het wordt vroeg donker en de weg is redelijk spectaculair. Hopen op beter weer voor morgen. Hadden gisteravond nog een paar km verder moeten rijden. In Te Araroa is een zeer mooie parking. Het is zondag en veel volk op de baan. Veel Maori trekken met heel de familie en mooi opgetut naar de kerk. Aan de bakkerijen staan ze in rijen aan te schuiven. Wij doen mee en genieten van de lekkere broodjes en gebakjes. Maori zijn zoetekauwen. In Tikitiki is er een traditioneeel huwelijk. Heel de oostkust tot Gisborne treft ons hetzelfde sfeertje. We nemen de 2 via Te Karaka en Matawai terug tot Opotiki. Volgen de Bay of Plenty westwaarts en overnachten in Pukehina beach op t einde van de landstrook aan de strip voor de boten. Via Te Puke, Kiwi hoofdstad. In Kiwi fruit country kan men met wagentjes door de plantage rijden en in hun winkeltje koopt men kiwithee, kiwi snoepjes/honing/jam en ijs. Verder naar Mt Maunganui waar we gaan emailen en winkelen. Het is hier één fruitstreek en er zijn veel seizoenarbeiders. Tauranga, Katikati, een open kunststad met veel muurschilderingen- op visitor centre een plannetje vragen Waihi beach, waar de Martha mine en Martha hill zijn en waar we weer een pracht plaatske vinden. We hebben al zoveel gelezen over de wondermooie natuur op Coromandel peninsula dat we dat zeker niet willen overslaan. Het weer laat ons echter weer in de steek. We volgen gewoon de baan noordwaarts zonder veel af te slaan . In Whenuakite riskeren we het toch naar Hot water beach en Hahei. Het is er mooi maar verlaten. Ferry landing laten we maar opzij liggen. In Whitianga is het heel mooi staan aan de ferryboten. Vanaf Te Renanga moeten we het eiland oversteken want hier kan men niet verder noord. We krijgen 11km gravel-narrow-steep-winding en houden regelmatig ons hart vast. De vele regen heeft ook zijn duit in het zakje gedaan. De afdaling naar Coromandel town is onvergetelijk mooi. Duizenden eilandjes liggen in de baai en als de zon even doorbreekt en er lichte mist over de baai hangt houden we de adem in. Daarvoor doen we het. Vergeten de spanning van de slechte weg Overal staan platen dat er op het schiereiland niet wild mag gekampeerd worden.. We stoppen hier en daar op een mooi plekje en vinden toch een overnachtingsplaatsje op een parking achter een bocht van de baan boven de zee. We rijden tot Colville. Terug zuidwaarts. Deze kustroute is wondermooi met voort durend zichten op de eilanden en de kuststrook. Het zonneke schijnt weer. We moeten weer dikwijls stoppen om alles goed in ons te kunnen opnemen. We zijn heel blij dit stuk gedaan te hebben. Thames, stad van de eerste goudkoorts in NZ. Men kan de Golden Crown mine batterij bezoeken- de langste mijngangen ter wereld en dus niet voor ons. De laatste nog werkende stamper batterij is van buitenaf te zien. In het Brian Born hotel houdt men 2/maand Agatha Christie WEs. Pipiroa, Waitakaruru. We besluiten niet rechtstreeks naar Auckland te rijden maar via Miranda, Kaiauwa en Orere point langs Hunua regional park. Veel lagunes en shoreland met heel veel vogels.. Langs de Great South Road rijden we Auckland binnen. Het is heel druk. Wegwijzers verwijzen alleen naar de deelgemeenten en die hadden we tevoren nu niet zo goed bekeken. We rijden naar United waar men ons afrekent voor de overnachtingskosten die we onderweg hadden. We leggen hun ook de problemen uit die we hadden met de telefoonkaarten.(belwaarde die zo maar van onze kaart verdween) Ze bellen voor ons en we mogen naar de post gaan om nieuwe te halen. We rijden door Auckland en via de 1 naar de East coast bays. Het is er erg chique en de bewegwijzering is niet fameus. In Warkworth rijden we nog een richting kust In Sandspit staan platen verboden te overnachten. Op Snells Beach vinden we een plekje op een doodlopend pleintje. We doen deze morgen heel rustig aan. Het is weer prachtig weer. We genieten van de route. In Ruakaka slaan we af naar Marsden Point en bezoeken het NZ Refining oil Refinery visitor centre. Het is heel imposant. Binnen staat een heel grote maquette en bij de uitleg kan men door de lampjes heel het proces volgen. Wisten niet dat er zoveel producten gemaakt worden uit ruwe olie. In Whangarei bezoeken we alleen de Whangarei falls. The Old Russell road mogen we van de verhuurmaatschappij niet doen en ze zou momenteel ook veel te slecht zijn. We rijden dan maar door naar Opua en nemen daar de ferry naar Russell (16$/camper) Russell is een mooi stadje met wat winkels en mooie gebouwen. De grootste troef is echter zijn ligging in de Bay of Islands. De ferry trip is al meer maar de uitzichten vanaf de stranden zijn onvergetelijk zeker met de ondergaande zon. Hier mogen we niet blijven staan. Boven zou er wel een mooie parking zijn maar enkel te bereiken via een smal, steil baantje.We besluiten dan maar te gaan overnachten aan de kleine aanlegplaatsen vooraan in het dorp. Hier staan vooral de autos van mensen die op de kleine eilanden wonen en naar hier komen voor bevoorrading. Amaai wat ze allemaal in zo n bootje stouwen. Een deel van de parking staat onder water door de onophoudelijke regens van de vorige dagen. We zetten ons onder de bomen aan de kant van de weg en hebben er een rustig nachtje. Deze morgen nog eens rond gereden en eens gaan kijken naar de Old Russell road en zijn blij de ferry genomen te hebben We varen terug en trekken verder via Pahia en Waitangi voor de Haruru falls. De watervallen zelf niet zo bijzonder maar wel een prachtparking. Verder noord ook nog wat mooie plaatsjes om te staan. Kerikeri. Hier staat het oudste stenen huis van NZ en ook het oudste huis (hout). Genieten van de rust hier en de gezellige mensen. Rewas village, aan de andere kant van de haven, is een reconstructie van een maori dorp met een mooi klein museum. In deze streek zijn nog verschillende oude huizen te bezoeken zoals een mission house enz. maar we willen ze niet allemaal bezoeken. Ter hoogte van Matauri bay ligt het wrak van de Rainbow warrior Even verder ligt nog een beroemd wrak. Daar hebben de maori een houttransportboot laten in de lucht vliegen omdat een van de Maori bemanningsleden onderweg zou mishandeld zijn. Een lange tijd had deze streek dan ook een kwade reputatie. Van hier werden heel veel Kauribomen vervoerd. Het land werd volledig leeggeroofd met erosie tot gevolg. De resterende Kauribomen worden nu zorgvuldig beschermd Mangonui aan de Doubtless bay. Ook zo n bekende plaats. Hier zou in 925 Kupe, de oervader van de Maoris aan land zijn gekomen. Jaren later deed Cook hetzelfde.Ongetwijfeld was dit een baai dacht hij, vandaar de naam. In een viswinkeltje verkopen ze lekkere langoesten. Om mee te nemen pakken ze die in in ijs en krantenpapier. In Awanui slaan we af richting Cape Reninga. Eerst rijden we door een soort poldergebied maar daarna heuvels met steile hellingen. We stoppen in een dorp aan een druk vissershaventje. De winkeltjes onderweg zijn echte rommelwinkels, men kan er alles vinden. Langs de weg staat een bord: winterless, jobless, roadless, pennyless. Een ander wijst de weg: cemetery road, no exit. Aan alles ziet ge dat ge ver van alle af zijt. Alles is hier het noordelijkst.. het noordelijkste café, restaurant, haven enz. De laatste 24 km naar de kaap is in niet zon beste staat. Het is privégrond. Men rijdt door een poort met cattle grid. Op Cape Reninga hebt ge dan ook het meest noordelijke postkantoor waar ge speciale omslagen en postzegels kunt kopen. Uiteindelijk is de vuurtoren het meest noordelijke gebouw. Het waait hier verschrikkelijk hard. Op de wc is het zeer fris aan de billen. Het is een korte wandeling tot aan de vuurtoren. Van bovenaf kan men in de verte de duinen aan de 90mile beach zien. We rijden terug en gaan naar Spirits bay. De DOCcamping vraagt 6$/pp veel te veel voor een primitieve camping met enkel een wc. We stoppen aan het haventje. Het heeft heel de nacht geregend. In Waipapakauri rijden we naar de beach. Het is een beetje tricky want ge moogt wel op het strand rijden maar het zand ligt heel mul. We riskeren ons niet tever. Als we terug op de 1 zitten staan we plots aan slidings. De politie is er en de onderhoudsdiensten van de banen. Na efkens mogen we verder maar we zien onderweg regelmatig kleine slidings. We rijden niet zo gerust. In Mangamuke bridge staat de baan volledig onder water. Ze zijn volop aan t pompen en doen ons teken toch maar rustig door te komen. Hopelijk vallen we middenin die plas niet stil. Het lukt ons toch. We bevragen ons over de verdere weg. Tot nu toe zouden er verderop geen problemen zijn. Onderweg stoppen we toch nog even om naar de Kauribomen te kijken die niet ver van de hoofdbaan staan. Het begint terug te regenen. Het valt met bakken naar beneden. We willen zo vlug mogelijk stoppen. In Ohaeawai rijden we recht de parking op aan het gemeentehuis.Dit staat wat op een heuveltje. De straten staan al blank. We installeren ons met een boek en een tas koffie maar houden toch de parking rond ons in t oog. De benedenkant staat onder water. De brandweer is met man en macht bezig water weg te pompen, duikers vrij te maken.. Het is gelukkig gestopt met regenen. We zullen hier maar blijven staan. Ik sukkel wat in slaap maar schiet wakker van een geronk naast de auto. Ik geloof mijn ogen niet als ik een gemeentearbeider zie die het gras aan t maaien is en een andere de kanten aan t bijwerken. Waren vermoedelijk moeten stoppen voor de bui en gingen nu gewoon verder doen. Dit moet ik zeker aan Peter vertellen die thuis steeds maar als uitvlucht gebruikt dat het gras s voormiddags nog te nat is om te maaien. Hier heeft het juist gestortregend! De helft van het parkje staat zelfs nog onder water. In Kaihoke ziet onze pa politie een gebouw binnengaan. Hij er achter om zich te bevragen over de toestand van de wegen verderop. Ze doen nogal raar tot hij ontdekt dat dat gebouw de lokale gevangenis is. Als we in Opononi aan de Hokianga harbour komen krijgen we plots een pracht zicht op rood- gelige duinen aan de overkant. Het zand is prachtig en voelt heel fijn aan. Ze strekken zich uit tot voorbij Omapere. Een 50tal jaren geleden zwom hier een dolfijn die heel vriendschappelijk omging met een jongetje. Verder rijden we door het Waipoua forest. Zien terug majestueuse Kauri bomen . De "Tane Manhuta of god van het woud is de grootste in NZ, 51,51m hoog, en de " Te Matua Ngahere" de "vader van het woud" heeft de grootste omtrek nl 16,5 m. We gaan slapen aan Kaiiwi lakes. In Dargaville slaan we af naar Baylys beach. Er is echter alleen parking op t strand en we vrezen dat we daarop niet gaan gedraaid geraken zonder vast te rijden. Maar niet doen dus Matakohe heeft een interessant Kauri museum In Ruawai rijden we richting Tinopai. Een klein plaatsje , een speeltuintje en parking aan t water. Het is prachtig weer en we installeren ons buiten om te genieten van de laatste dagen. Via Helensville naar Shelly beach waar we aan het gezellige haventje slapen Vandaag moeten we de auto inleveren. We maken dus eerst onze pakken voor we richting Auckland rijden. Daar is zeer weinig parking. We vinden een plaats aan het station en aan t water. Schuin tegen over is een Aziatische winkel waar we nog een klein fleske melk kopen. Het is blijkbaar een soort sojamelk en echt niet onze smaak. We doen rustig aan en in de namiddag rijden we de auto binnen. Alles is OK We hadden nog een taxirit tegoed. Ze bellen voor ons een taxi en brengen ons naar Skyway lodge niet ver van de luchthaven en met gratis shuttle. Airport Skyway lodge, 30 Kirkbride rd, Mangere Auckland ph 09 2754443 fax 09 2755012 45$/dubbel 18$/bunk Alles pico bello + zwembad enz veel info gemakkelijk naar stad met openbaar vervoer. Morgen vliegen we naar Brisbane
Rotorua ligt midden in het geotermisch gebied van Nieuw Zeeland en dat zal men geweten hebben als men het stadje bezoekt. Rookt krinkelt ussen de straatstenen en alle voegen en het stinkt er naar rotte eieren dank zij de zwavelgeuren en, niet zo een klein beetje. Het meest imposante gebouw hier is het bathhouse met zijn thermale baden, zijn perfect onderhouden gazons en...de cricketspeler. Ge waant u even in vervlogen tijdenin Engeland. Er is een permanente tentoonstelling over Maori cultuur en de werking van het badhuis en rondom het gebouw zijn verschillende heilzame bronnen met elk een andere werking. Er zijn een dertigtal badhuizen momenteel waar men zich lekker kan laten verwennen. De oevers van het meer zijn aangenaam om te vertoeven en we vinden er een rustig plaatsje om ons huisje te stallen voor de nacht. Rond Rotorua zijn parken en een geothermische centrale om een beetje een indruk te krijgen van wat al dat gebroebbel onder onze voeten voorstelt en produceert. In Rotorua staat ook alles in het teken van de Maori. In 't centrum is er een marae waar traditionele hangi = feestmalen worden gehouden en demonstraties van ceremonies en dansen. Eieren kookt men er in een warmwaterbronneke een overkapping dient als haard en in het warme vijverwater doet men de was. In de nabijheid is ook een Maori vesting gereproduceert waar men traditionele bouwen en de manier van leven van nabij kan bezichten - het ligt ook midden pruttelende potten en geisers en rookpluimen. De aktiviteit van de geisers is verminderd de laatste jaren omdat alle huishouding, hotels en de centrale gretig warm water tappen. In de nabijheid is ook de Agrodome een nog steeds functionerend uit de kluiten gewassen boerenbedrijf dat zijn deuren voor de toeristen heeft opengezet... nooit geweten dat er zoveel verschillende soorten schapen waren en...ze hebben er echte brabantse trekpaarden. De St Faith's Anglican Church is een pareltje. Christelijke en Moari symbolen zijn er door mekaar geweven.. een heiligenbeeld met een Maori mantel enz. We hadden het geluk dat het lokale koor aan 't oefenen was en we kregen de toelating om er mee van te genieten. Ze hebben er een trucje uitgehaald: het christus beeld, ook met maori mantel lijkt wel over het Rotoruameer te lopen, een knipoog naar het meer van Genesaret. Na 2 dagen zijn we zelfs aan de stank gewoon en doen we van hieruit verschilde rondritten.
Nieuw Zeeland kende geen oerbewoners. De Maori zijn de eerste immigranten hier. Ze kwamen van andere polynesische eilanden en vestigden zich op het nieuwe land dat ze vermoedelijk bij toeval ontdekten. Vermoedelijk werden ze tot emigratie gedwongen door overbevolking maar nergens on men tot nu toe daar iets van natrekken. Verwarrend is dat ze de zoete aardappel kenden die van Zuid Amerika komt en niet van Azië. Er heerst dan ook mystiek rond hun oorsprong wat een goede voedingsbodem is voor allerlei verhalen. Bewezen is dat het niet één volk is. De verschillende groepen leefden niet zo minzaam naast mekaar en er waren nogal bloedige ontmoetingen. De "pa" hun omheiningen konden hen beschermen bij aanvallen. Met bevriende stammen hielden ze grote feesten. Hun welkomstritueel stamt uit die tijd. De bezoekers werden steeds aan de tand gevoeld. Een speer werd voor hun voeten in de grond geworpen. Werd de peer uit de grond getrokken dan was dat een teken van vredelievende bedoelingen. Bezoekers werden ontvangen in de marae, het gezelschapshuis. Het waren kannibalen die de getatoueerde hoofden van hun overwonnen tegenstaanders graag tentoonstelden bij de ingang van de pa. Toen kwamen de blanken. Nog meer Maori sneuvelden niet alleen door geweld maar ook door infectieziekten die ze meebrachten. De gebruiken van de Maori raakten op de achtergrond. Momenteel wordt er heel veel gedaan, vooral onder druk van de Maori, om heel veel terug in ere te herstellen en oude gebruiken worden massaal terug aangeleerd en getoond bij feestelijkheden of voor de toeristen. Ook de staat doet zijn duit in 't zakske om het cultureel erfgoed van de Maori te behouden en zo ook een stuk bij te dragen aan hun zelfbewustzijn. Momenteel kan men in Nieuw Zeeland trost zijn om Maori te zijn en men kan alleen Maoritanga (afstammelin van de immigranten) noemen als het bewezen is dat men Maori-bloed door zijn aderen heeft stromen. En neuze-neuzen om mekaar te begroeten ziet men regelmatig en volgens hun zeggen hoe langer hoe meer en niemand schaamt zich nog het ook buiten de familiekring te doen. Maori dansen stralen nog steeds daadkracht uit... echte krijgsdansen met fel beschilderde (naar de vroegere tatouages) gezichten. Wij vonden de Maori vooral fiere mensen en met veel daadkracht ... het was dan ook een grote ontgoocheling later in Australië kennis te maken met de aborriginals.
Rijden in Nieuw Zeeland, vooral op het Zuid Eiland is niks voor mensen die vlug wagenziek zijn. Veel berg op en berg af maar vooral heel zelden een kilometer recht door. Eénvaksbanen zijn schering en inslag. Uitgezonderd in Auckland is het ook heel rustig en relaxt rijden. Maar vooral, het is alsof men voortdurend door een fotoalbum rijdt .. zo mooi. De lucht is heel zuiver en het licht scherp. Een zonnebril bewees goede diensten. Wij hebben genoten van het rijden maar mijn ventje is dan ook geboren met een stuur in de handen en ik kan heel goed tegen shacken in welke richting dan ook.
Landen in Australie is weer iets anders Al in het vliegtuig wordt er rondgegaan met spuitbussen. Vooral de bagagevakken moeten het ontgelden. Wij zijn ook goed ontsmet. Het pakt serieus op de adem. Ook aan de bagageband wordt fel gecontroleerd. Wij moeten per 20 op een dubbele rij gaan staan met de handbagage in t midden. Honden speuren ons en de bagage na. We nemen een taxi naar NQ in Brisbane waar onze camper klaar staat. De kussens van het bovenbed laten we daar en we vragen extra slaapzakken. De auto heeft ongeveer dezelfde indeling als in NZ. De km teller staat dik over de 400 000 km Ze tonen ons waar we water moeten bijvullen. De batterij ziet er niet zo best meer uit.
We vertrekken richting zuid. Met een goed plan raken we vlug door Brisbane dat we de laatste dagen van ons verlof zullen bezoeken. We rijden over een heel grote brug en zien in t midden van de stad een strand aan de rivier. We stoppen aan een klein warenhuis om onze eerste voorraad in te doen. De Gold coast is op zondag redelijk druk maar in verhouding met onze kust is er hier nog veel parking beschikbaar. Overal grote attracties. En alles op de maat van de VS: big. We wandelen wat rond, snuiven de sfeer op en gaan eten bij de Chinees. We zien wel mooie plaatsjes waar we deze avond kunnen overnachten maar besluiten uiteindelijk toch naar een camping te gaan. We doen onze was want dat was er in NZ niet meer van gekomen. s Morgens beloven we onszelf dat we niet veel op camping zullen staan. We rijden Queensland in. In Tweed Head gaan we naar het visitor center en krijgen kaartjes van de scenic byways en een kaart met restareas. We zien het Capt Cook Memorial op Point Danger waar Cook aan land kwam. Vooral het uitzicht is er de moeite waard. Op de hway is het druk met veel vrachtvervoer en er zijn ook veel wegenwerken.. We stoppen aan een restarea en krijgen er gratis koffie aangeboden We nemen de scenic tweed coastway langs Kingscliff en Boganger beach. Rijden langs bananen- en suikerrietplantages en verschillende surfspots. Hier is het heel rustig rijden. Cape Byron is dan weer veel drukker. Het is er wel erg gezellig. We rijden naar de vuurtoren. Daar kan men een rondwandeling doen va een 4tal km met start aan Cp Cook look-out. t Is eind Mei en nog een paar weken te vroeg om de humpback whales te kunnen waarnemen Heel mooie stranden, meer dan 50km ononderbroken. Ballina is dan weer veel rustiger. Aan de rivier zitten overal vissers aan de oever of in bootjes op t water. We rijden tot Evans Head maar laten het Broadwater NP(gratis-shoreland) links liggen. Komen terug op de 1 om na 25km terug af te slaan naar Lluka. De baan er naartoe is prachtig evenals het plaatsje zelf. Het ligt in de delta van de Clarence river. Overal bootjes en vissers. Er is een kleine ferry naar Yamba. Er zouden hier Koalas zitten maar we zien er geen enkele. Aan het vissershaventje staan overal lange tafels met wasbakken om de vis te kuisen. Het zit er vol meeuwen en pelikanen. Terug op de Pacific Hway volgen we de rivier. Er zijn verschillende rustplaatsen. Grafton is een oud stadje met een paar merkwaardige gebouwen en mooie laantjes met jacarandas (moet hier in de lente heel mooi zijn met al die blauwe bloemen) Yuraygir NP is een echt wandelpark met hier en daar strandjes. Ge kunt er mooi met de camper op kleine zandparkingskes staan. Minnie Water is heel rustig. Terug de 1 op en weer wegenwerken. Coffs Harbour . We rijden eens rond door het stadje en langs het strand. We parkeren aan de jachthaven en wandelen tot Muttonbird island. Er zitten maar een honderdtal vogels meer. De rest is al een tijdje vertrokken. In het stadje is ook the Coffs creek walk die mooi de creek volgt tot in het stadje Nabij Urunga nemen we de mooie route bergop richting Dorrigo NP met onderweg de Dangar Falls in een echt tropische setting. Als we terug richting kust rijden stoppen we nog even in Bellingen aan de Never Never river in het zo genoemde Promised land. Zalig voor wie hier wil plonsen. Een paar heel gezellige winkeltjes Terug op de pacific hway verder zuid. We slaan terug richting kust en South West Rocks en Trial Bay Gaol waar een oude gevangenis is van de late 19°eeuw. Tijdens de 1°wereldoorlog werden er Duitsers vastgehouden. Hat Head is rustig en de Smoky cape lighthouse kunnen we bezichtigen. Port Macquarie heeft een mooie haven. Er is ook een Koala kliniek en andere plaatsen waar men Koalas kan bezichtigenen ook Kingfishers. Ook hier weer de bowlingclub We vinden nabij de haven een rustig overnachtingsplaatsje. Voor we verder rijden doorkruisen we het stadje nog eens in alle richtingen en genieten van de gezellige sfeer. We rijden verder zuid via Lake Cathie terug naar de Hway en blijven die een hele tijd volgen. We rijden voorbij verschillende NP langs de kust maar hebben niet de tijd om ze allemaal te doen. Effe links van de baan staat wel de grootste boom van NSW We rijden naar Port Stephens want daar zouden we dolphijnen en koalas kunnen zien Het is er gezellig rijden. We zien ofwel rechts de oceaan ofwel links de lagune. Overal kleine vissershaventjes. Voelen ons hier prima. Willen hier ook overnachten om morgen de dolfijnen te zien die hier de baai komen ingezwommen om wat vis te krijgen met bedenkingen van mij er bij maar allé. We gaan ook al eens op zoek naar de Koalas. Volgens een paar inwoners hangen er wel een tiental in de omgeving rond maar zij zien ze ook niet. Een jong koppeltje heeft heel het bos doorgewandeld maar ook niets gezien. Geslapen op een rustig plaatsje aan het warenhuis om morgen voormiddag onze inkopen te doen. Goed uitgeslapen en met een lekker vers broodje in de hand vertrekken we naar de ontmoetingsplaats met de dolfijnen. Men kan er visjes kopen om de dolfijnen te voederen. Uiteindelijk komen er een paar oudere exemplaren opduiken. Iedereen vooraan op een rijtje int water. Ze eten en laten zich even strelen en zijn dan weer weg. Via een scenic byway langs Yengo NP rijden we naar Sydney en komen er iets voor het middaguur aan. Geweldig druk dus. We rijden via de Harbour bridge de stad in. Ohweh wegenwerken en omleidingen. We sukkelen terug de brug over en langs de heel andere kant van de stad via deftige wijken en vele bruggen komen we terug uit aan de Darling Harbour. Vinden toch een plaatsje om te parkeren en lopen er wat rond. Daarna doorkruisen we het centrum met de auto. Sommige straten smal maar éénrichting verkeer. Op sommige plaatsen rijdt het monorail treintje boven ons hoofd. Via Hyder park en The domains naar de botanische tuin. We rijden de lus naar Mrs Macquaries point vanwaar men een mooi zicht heeft op het bekende Opera House. Als we terug rijden vinden we een parkeerplaatsje nabij de Art galery. Daarna rijden we nog wat rond tot onder de Harbour bridge en terug langs de haven, door Kings Cross en verlaten de stad via de 1- de M7 en de M2 richting Blue Mountains. Het is heel druk bij het verlaten van de stad. Overal aanschuiven aan de lichten . Op de M2 blijft het ook nog redelijk druk tot Riverstone. Eens Windsor voorbij kunnen we de wagens weer op onze vingers tellen. Bij een ingeweken Italiaan doen we onze voorraad fruit in. Een hele bak heel lekkere appelen, bananen en een ananas. Als we goed op de Bells line off road zijn begint het te druilregenen.Op Panorama point look-out stoppen we even om wat te eten maar veel is er niet te zien nu. Het is mooi rijden tussen de bossen. Wel heel bochtig en veel berg op en berg af. Mt Tomah botanic.gardens trekt ons niet aan. Bell is een gezellig winkelstadje. We gaan kijken naar het zig zag treintje en vinden er een mooi plaatsje De zon schijnt weer. In Lihgow volgen we de Great Western Hway met links en rechts verschillende lookouts. Sommige liggen wel een heel stukje van de hoofdweg en de gravel is niet overal even goed. Aan elk uitzichtpunt zijn ook kleine walks uitgezet. Katoomba is heel toeristich. Er is een waterval en een scenic skyway en een scenic railway. En er zijn heel veel mooie wandelingen, vb naar Leura cascade en Katoombas echo point en onderweg veel lookouts. In Leura hadden we het adres van een meisje die we in Angkor Wat in Cambodja ontmoetten. Spijtig genoeg niemand thuis. Leura is een klein stadje met veel oude houten huizen en leuke winkeltjes. In Wenworth Falls stoppen we nog eens voor het zicht op de bekende Jamison Valley. Via Camden , de Hume Hwy en de Federal Hwy naar Canberra. Een beetje ter zijde van de Northbourne avenue vinden we een rustig overnachtingsplaatske. Niet ver van warenhuizen waar we weer eens onze voorraad aanvullen. Het is een koude nacht en we geraken moeilijk uit bed. In de late voormiddag gaan we op verkenning. Wat vooral opvalt is dat het een cleane stad is maar wij voelen er ons wel goed. Er is in verhouding weing verkeer, veel water en veel groen. De Australian Nat. University ligt in een groot park. We rijden langs de rivier, daarna Australian War memorial om vervolgens via Commonwealth Avenue Capital Hill op te rijden. We doen het in twee richtingen eerst over de buitenste State circle en daarna over de Capitol circle. Aan de National Library vinden we een parking om te eten en wat te rusten voor we langs de High Court, galery of art enz onze wandeling verder zetten. Via Monaro Hwy zuidwaarts. Een licht golvend landbouwlandschap.Rond Cooma vinden we weer een rustig overnachtingsplaatsje. Maar het wordt weer koud. We zitten hier aan de rand van de Snowy mountains: de hoogste en koudste van Australie. Hier in de bergen ontspringt ook de Murray river, de enige rivier in Australie die nergens droog staat. Verder zuid rijden we vooral door eucalyptus bossen. We steken de grens over naar Victoria (geen quarantaine control gezien) In Cann river nemen we de Princess Hwy en in Cape Conran zijn we weer aan de kust. Het is heel mooi rijden langs de kilometer lange stranden. Er loopt een zandweg kort op de kust. Er zijn verschillende mooie plaatsjes om wat uit te rusten. We zitten volop in Gippsland. In Orbost steken we de snowy river over, in Australie nogal eens bezongen. Er zitten hier veel vogels waar onder pelikanen, eenden en ook zwarte zwanen op de rivier. Als ik me niet vergis hebben we in Lakes Entrance aan de haven overnacht. s Avonds daalt de temperatuur drastisch. s Morgens is het wat mistig maar de zon probeert door te breken. Er staat wel een strakke wind. Tussen Lakes Entrance en Bairnsdale heeft men mooie zichten op de 90 mile beach. In Bairnsdale stoppen we aan de St Marys church met zijn vele beschilderingen gemaakt door een Italiaanse inwijkeling. We rijden terug meer inlands tussen weiden en duizenden schapen. In Welshpool maken we nog een bochtje naar Agnes Falls en in Leongatha nemen we de Bass hwy naar Philip island. Ge ziet onmiddellijk dat hier veel toeristen komen. Veel winkeltjes en in de haven ook veel mooie jachten. We zien hier ook een plaatske waar we deze avond kunnen overnachten want het zal donker zijn als we terugkomen van de Pinguin parade. We rijden naar Cowes en verder kriskras over het eiland. Het is een echt vogelparadijs. De roze kaketoes maken schetterend geluid. We gaan onze tickets kopen en informeren om welk uur we daar moeten zijn. We hebben nog voldoende tijd en rijden tot Point grand. Er tegenover liggen rotsen in zee The Nobbies en leeft er een kolonie zeehonden op een eilandje voor de kust. Rond de jaarwisseling kan die groep aangroeien tot meer dan 5000stuks. Over de pinguins nu; de reden waarom we tot hier zijn gereden. s Avonds komen aan Summerland beach honderden little fairy pinguins aan land gewaggeld (goed 30cm groot) Juist buiten de vloedlijn wachten ze op elkaar om in groepjes aan land te komen. Het broedseizoen is juist voorbij en in elk nest zijn er jongen die ze komen voeden. Het vrouwtje maakt een hels lawaai zodat hun partner zonder problemen het nest terug vindt. Er is een heel interessant visitor center en via een boardwalk kan men tot aan het strand waar een podium is opgericht. Grote lichten zijn op het strand gericht en de pinguins schijnen er zich niet erg aan te storen. Men kan er pinguins van nabij zien vanop de walk waar ze onderdoor lopen. Een heel speciale belevenis die ik zeker niet had willen missen. Gelukkig wisten we naar naartoe om te overnachten want het is pikkedonker als we hier wegrijden. Via de South Gippsland hwy rijden we naar Melbourne. Met de kaart in de hand storten we ons in het drukke verkeer en doorkruisen zonder problemen het centrum. Daarna geraken we wel effe het noorden kwijt en vraagt het wat zoekwerk om weer in de juiste richting te geraken. In Geelong trokken we eerst naar het visitor center en kregen een hoop detailkaartjes van de kuststreek mee en werden getracteerd op een lekkere tas koffie met koekjes Het is een mooie stad met veel kunstwerkskes langs de strandboulevard. Aan de pier zit het vol vissers en is er een mooi restaurant. De haven ligt vol boten en ze verkopen er lekkere garnalen. Geelong was bij de eerste immigratie een centrum voor de landbouw en visvangst. Na het vinden van goud in het achterland was dit de grootste bron van inkomen. Momenteel is het een grote industriestad maar toch heel aangenaam. In Torquay zijn er aan de stranden hoger gelegen parkings met verrekijkers. Overal staan ook jongeren met de verrekijker in de hand te kijken naar hun passie: the surf. Zien dat later nog op verschillende plaatsen. Er staat een sterke wind en er zijn heel grote golven. Met honderden zijn ze aan t surfen en horen gelukkig het commentaar niet dat niet altijd even mals is. En alle winkels dragen surfing/surfworld in hun vaandel. De surfpatrol van de surf live saving club is dagelijks van dienst van zonsop- tot zonsondergang. Wat verder is een familiestrand met picnic, bbq en speeltuin. De Surf Coast Walk is een wandelingske van minimum 11u van Jan Juc naar Aireys inlet. Wij deden er een klein stukske van. In Anglesea gaan we op zoek naar onze eerste kangoeroes die lustig rondspringen op het golfterrein. De eerste momenten durven we er niet zo kort bij te komen. De golfballen die over het terrein vliegen storen hun blijkbaar niet. Aan het clubhuis wordt les gegeven- de bbq staat er naast te roken. Golfen is hier een van de nationale sporten en er wordt nog steeds gespeeld in een witte uitrusting. Bowlen is ook zo één van die sporten. Ze hebben mooie clubhuizen en iedereen houdt zich hier aan de dresscode ( waar die zowat overal elders aan de laars gelapt wordt) In Aireys inlet buigen we even af naar de Spit point lighthouse. Vandaar langs een paar kleine dorpjes naar Lorne. Een heel trendy stadje met restaurantjes en terrasjes In Geelong had men ons gezegd dat er hier achter de camping Koalas zouden zitten. Aan een klein winkeltje bevragen we ons. Het is de goede afslag en we rijden het baantje bergop.Na wat zoeken zien we ze. Ze hangen onopvallend te slapen hoog in de bomen. Hoe verder we rijden hoe meer we er zien. Vermoedelijk omdat we er in t begin over keken, zo moeilijk zijn ze te spotten. Terug aan het winkeltje doen we nog wat aankopen, versterken de inwendige mens voor we weer de baan op gaan. We moeten verder anders raken we nooit rond. Er is zoveel te zien en we zouden op elk mooi picnicplaatsje willen stoppen. Vanaf hier wordt het een spectaculaire rit langs de great ocean road. Een smalle baan met aan ene kant de rotsen van de Otway ranges en aan de andere de kliffen en woeste kust. Er liggen blijkbaar veel scheepswrakken. Wondermooi. Apollo bay is ietsje rustiger maar zeker zo mooi als Lorne. Even verder aan Mariners look-out doet men aan paragliding. Onderaan zijn mooie strandjes. Het uitzicht blijft spectaculair. We rijden terug meer het binnenland in door het Otway NP met vele rustplaatsen en tracks. Een mooie is de Maits rest Rainforest boardwalk- een verhoogde boardwalk in een stuk regenwoud. Rechts is er een afslag naar een paar watervallen via een slechte gravelbaan. In Moonlight Head start de shipwreck trail. In Princetown zijn we terug aan de kust en komen we aan het Port Campbell NP een dramatisch mooie kuststrook met bizarre rotsformaties . De meest bekende zijn de 12apostelen en Loch Ard Gorge. Overal zijn mooie parkings en zijn er tracks uitgezet. Mooi, mooi, mooi maar de wind staat te strak om er gezellig rond te lopen of te piknikken. We hebben ons dik ingeduffeld en wandelen er toch een paar uurtjes rond. Warnambool. Voor de walvissen zijn we nog wat vroeg. Verder hebben we hier niets verloren
Strijd tegen de fruitvlieg met beveiligde area's controleposten met vuilbakken om verboden fruit en groenten in te gooienvindt men aan staatsgrenzen
Hier trekken we weer het binnenland in. Het is hier heel aangenaam rijden. Naar Ballarat via Camperdown en Lismore. De eerste vondsten werden gedaan in 1851 en op het hoogtepunt verbleven er 60 000mensen in de stad. Er kwam een einde aan door de Eureka stockade, de opstand van de mijnwerkers tegen de woekerprijzen van de vergunningen. De laatste mijn wer in 1918 gesloten waarna veel van de goudzoekers naar de oorlog vertrokken. Er is de av of Honour waar bijna 4 000 bomen staan met namen van hen die van hieruit ten oorlog trokken. Men kan niet naast de herinneringen uit de tijd van de goldrush kijken. Er is Sovereign Hill waar men op de oude mijngronden het stadje heeft weer heeft opgebouwd. Met saloons, winkels, hotels, en bediening door ladies in kledij uit die periode enz. Men kan er ook goudwassen enz. Verder in Ballarat getuigen de statige huizen van de vroegere welstand. Via de Av of Honour verlaten we Ballarat richting Grampians. We rijden door Ararat en Stawell ook twee voormalige goudstadjes die echter nooit aan Ballarat konden tippen. De Grampians, in de achtertuin van Melbourne, zijn een populaire vakantiebestemming. Er zijn dan ook heel mooie picknick plaatsen en campings. Er zijn talrijke wandelwegen en de mogelijkheid tot bootje varen op de meren. Halls gap is een slordig samenraapsel van GHses, caravans, hotels en restaurantjes. In het visitor center gaan we ons licht opsteken wat er voor ons te doen valt. Juist achter het visitor center is er het Brambuk Living Cultural Center gezamenlijk gerund door 5 Koori gemeenschappen over hun leefwijze van voor de settlers tijd en hoe ze reageerden op de immigratie van de blanken. Vonden we heel interessant. We rijden wat rond in het park, doen een paar lookouts, de Wonderland Range met aangename wandelingen tussen rotsformaties, McKenzie Falls Van hier naar Zumstein. Als we op een P stoppen komen er kangoeroes eten bedelen. Om in Swan Hill te geraken moeten we onze ogen goed de kost geven zowel op de wegenkaart als op de richtingwijzers. Het is rustig rijden langs mooie weiden. De Murray river is de grootste attractie hier met de zwarte zwanen en de vele vogels. Voor de toeristen vaart er nog een mooie stoomboot, de Paddle steamer Pyap. Deze vertrekt aan het Pioneer settlement. Heel mooi opgevat en ook hier iedereen in klederdracht. We installeren ons aan de rivieroever tussen de snaterende zwanen. Bij het avondeten een concert van kwetterende vogels, lorrekieten en kaketoes. Echuca is de grootste binnenhaven van Australie. Een van de meest besproken inwoners was Harry Hopwood. Eerst dwangarbeider, daarna politieman en veerman en uitbater van een kroeg dat later een hotel werd. Ook hier weer bowlingclubs en dames en heren in picco bello wit uniform Bij de ontdekking van een doorgaansroute van zuid naar noord kwamen Burke en Wills hier ook voorbij. De Murray Valley Hwy volgt slechts op afstand de rivier. Het is hier landbouwgebied al is er niet zoveel water te vinden in dit overgangsgebied naar de outback. Er is veel irrigatie. We rijden niet om naar Hattah Kulkey NP dat vooral een wandelgebied is en meren om te kayakken. De meren vullen zich na zware onweders als de Murray overstroomt. Onderweg komen we langs de grootste tractor van Australie de Big Lizzy in Red Ciffs. Een stadje dat ontstaan is toen na de Eerste Wereldoorlog er zich 700 ex soldaten kwamen vestigen. Mildura aan de Murray wordt als de stad met de meeste uren zonneschijn aanzien. Sunraysia is de grootste producent ter wereld van gedroogd fruit. Maar de rivier is uiteindelijk de attractie met veel vis en boottochten tot in Melbourne. We rijden terug NSW in en zien geen controle aan de grens. Via de Silver city hwy naar Broken Hill. Wij hoorden van het stadje via de TV serie over de Flying Doctors. Op het visitor center is men heel vriendelijk en weet men heel wat te vertellen over de stad. We moeten onze klok een half uur later zetten want ze volgen hier de central time omdat ze veel meer te doen hebben met Adelaide en SA dan met Sydney. Het is een mijnstad, een oase aan de rand van de outback. De mijn bezit een van de grootste rijkdommen aan zilver, lood en zink en is tot op de dag van vandaag aktief en er zijn nog grote reserves. Momenteel zijn er 2 mijnen aktief. Door de moderne technologie zijn er wel minder mijnwerkers nodig maar velen zijn overgeschakeld op art In de stad ziet men veel kunstwerken en er zijn bekende ateliers. Vroeger was de stad eigendom van de mijn. Het heeft heel lang geduurd voor er, na een staking van meer dan 18m, een zogezegd onafhankelijk stadsbestuur kwam We bezoeken de basis van de dokters aan de luchthaven dat volop in actie is. Via de radio worden behandelingen doorgegeven. Er is een klein museum over de groei en de werking van het centrum. Met een knipoog ook naar de serie om wat fondsen te verzamelen. Aan de andere kant van het stadje is the school of the air. Willen we nog iets zien moeten we ons haasten want binnen een paar uur sluiten de lessen. Er is ook een gewone school aan verbonden. Blijkbaar zijn de resultaten van de kinderen die zelfstandig leren percentsgewijze beter dan van diegenen die naar de klas komen. Het grote probleem is om zich aan te passen als ze later naar de highschool gaan en lang van huis moeten blijven. Al is dat de laatste tijd veel verbeterd omdat steeds meer farmers een klein vliegtuig hebben. Er is ook een afghaanse moskee. De afghanen hadden er in 1891 een kamelen camp en hielpen de outback te openen. Op een heuvel een paar km buiten de stad is het Sculpture Symposium. Het is het resultaat van het werk van 12 kunstenaars uit verschillende landen die hier beelden uit zandsteen maakten. Een 25km verder noordwaarts langs een goede gravelroad ligt Silverton, een ghost stadje. In 1885 bereikte dit mijnstadje zijn hoogtepunt met 3000 bewoners. De mijn sloot in 1889 en de meeste bewoners verhuisden naar Broken Hil. Het stadje fungeerde herhaaldelijk als filmdecor (Mad Max II en A town like Alice) Een paar gebouwen staan er nog. Het Silverton Hotel is nog steeds in gebruik. De muren hangen vol oude fotos en fotos van de film. De drankjes zijn er zelfs koud en het eten lekker. De baan verder noordwaarts wordt heel vlug volledig verlaten. Een 5tal km verder kan men zich vanop een uitkijkpunt een idee vormen hoe het verder in de outback is. We rijden terug via Brooken Hill en via de Barrier hwy westwaarts. In Cockburn aan de grens van NSW met South Australia is er quarantaine control. Er staan al een paar km tevoren waarschuwingsborden maar aangezien we tot nu toe aan geen enkele staatsgrens gecontroleerd werden geven we er hier ook weinig aandacht aan: fout dus. Er staan hoge boetes op. Eitjes koken, peren en bananen stoven en appelmoes maken. De groenten interesseren hun niet (aan elke grensovergang zijn er andere regels boekje met voorschriften kan men bekomen op de luchthaven) Men is zo vriendelijk ons een boekje mee te geven voor de volgende grenzen. We rijden op een grote 2 vaksbaan met veel roadtrains. Aan een paar omheiningen staan of hangen borden met de tekst stay out of my property en hier en daar ziet men de gevolgen van het vervoer dat door de omheiningen reed. Peterbourough ligt aan een groot kruispunt en we zien een immense parking. Hier worden roadtrains samengesteld. Rond de steden en in druk bevolkte streken mogen die lange gevaarten niet rijden. Zuid van hier ligt de Barossa valley, een wijnstreek met sterk Duitse invloed. Spreekt ons niet aan en we rijden rechtdoor naar Port Augusta. Dit is een grote haven- een industriestad. In het grootwarenhuis gaan we inkopen doen voor de start door de outback. Ik heb de indruk dat ik heel wat voorraad heb ingedaan maar dat verbleekt bij de manier waarop ze hier winkelen. Ze passeren de kassa met 3 of 4 grote winkelkarren. Ook hier weer veel volk barrevoets. Als we willen vertrekken start de motor niet. Oeps we zijn nogal lang binnen geweest en vergeten de koelkast van de batterij te halen. In het warenhuis mogen we niet bellen. We moeten naar het centrum een heel stuk verderop. Pa blijft bij de auto. Ik bel naar NQ en daarna naar de AA Er is wat discussie wie gaat komen want het is zaterdag en WE dienst.. Tegen dat ik terug aan de auto ben is de assistance er al. Hij start ons en we volgen hem naar de garage. De batterij is totaal op en om zonder problemen de Stuart Hwy op te rijden plaats hij een nieuwe (in samenspraak met NQ) Wij betalen met Visakaart (kregen het later integraal terug) Klaar voor de grote trek noordwaarts nemen we de Stuart Hwy die sinds 1987 volledig geasfalteerd is. In 1860 vertrok John McDonald Stuart voor de eerste maal te paard in de hoop de beloning van 2000pounds te innen voor diegene die het continent van doortrekt. Hij werkte voor de zuid australische veeboeren om nieuwe veeteelt gebieden te ontsluiten. Tijdens zijn 3e expeditie stootte hij op 24 juli 1862 door naar de Timorzee op 100km het huidige Darwin. De andere routes worden na Lyndhurst stoffige gravelbanen voor 4x4s. Van Adelaide is de Stuart Hwy 3024 km tot Darwin en hij deelt Australie in 2 zowat gelijke delen Het is heet vandaag. Het landschap dor. Schapen grazen aan verdroogde grassprieten.De rechte baan lijkt oneindig. De verkeersborden (in t engels, duits en japans!!!!) vragen ons op te letten voor vee en kangoeroes. Waar een paar bomen staan zitten ook heel veel vogels die enorm veel lawaai maken. Woomera is sinds 1947 een Britse raketbasis. Blijkbaar liggen hier overal nog veel raketresten maar het gebied is goed afgesloten. Het is een stoffig stadje. In t centrum staan verschillende raketten tentoongesteld. Het museumke is gesloten op zaterdag. Op de parking aan het evenementencomplex vinden we een rustig plekje. Ouders komen hun jeugd afzetten om naar de cinema te gaan terwijl zij zelf gaan sporten of een danske doen in de bar Vragen ons af wat de jeugd hier verder kan doen zo ver van alles af. Kunnen ons niet voorstellen hoe onze kinderen zouden opgegroeid zijn en wat er van hen zou zijn geworden als we hier hadden gewoond. Zondag lijkt het hier wel uitgestorven. Uit voorzorg tanken we vol voor we weer de baan op gaan.. We vinden de outback hier heel mooi. Aan weerszijde zoutmeren maar vooral het glanzend witte Lake Hart en Lake Gardiner vinden we mooi. Op de kadavers van de kangoeroes, in alle staten van ontbinding, zitten roofvogels (wedgetailed aigles) die slechts op het laatste moment op vliegen. Aan de zijkanten van de baan stikt het van de krekels die een oorverdovend geluid maken (dacht eerst dat er iets aan de auto scheelde) . Als we in de verte grote molshopen zien vermoeden we dat we Coober Pedy naderen. Op t eerste zicht een stoffig, onooglijk gehucht met opvallend veel oud verroest ijzer en werktuigen en overal gele, bruine afgeknotte mijnsteenkegels. In 1914 kwam Jim Hutchison hier toe met zijn mannen. Ze waren in Hergott springs vertrokken met 6 kamelen en 636 liter water om hier goud te komen zoeken. Ze vonden geen goud maar opaal. 80% van al het opaal op aarde wordt hier gedolven. Claims werden afgebakend en t zoeken begon. Gebrek aan water en de grote hitte deden alle aktiviteiten vlug stilvallen tot in 1917 door de bouw van de spoorlijn Sydney-Perth er weer leven in de brouwerij kwam. In 1940 leefden er nog maar een 30tal doorzetters. In de zestigerjaren steeg de vraag naar opaal vooral in China, Amerika en Duitsland. Tegenwoordig wonen er rond de 4000mensen, van 45 vershillende nationaliteiten, maar dat valt niet zo direct op omdat de meesten in prachtige kamers ondergronds wonen (voor de hitte) en bovenop ligt de voorraad mijnstenen. Men kan nog al een concessie kopen, 50m op 50m, gedurende 1 jaar, voor ongeveer 30$ Men kan ook vrij tussen de opaalvelden lopen maar er zijn ook interessante tours met bezoek aan de mijnen. Wij beperken ons tot de Big Winch Lookout, een supergroot model van een schachtkooi, vanwaar men een overzicht heeft over stadje en heel de omgeving. Als laatste gaan we nog wat afkoeling zoeken in het onderaardse kerkje. Voltanken voor we vertrekken. Na even zien we rechts de beruchte dingo fence die 9600km lang is. Voor de schapenfokkers is de enige goede dingo een dode dingo. Met de slogan van de vleesindustrie: eet meer lamsvlees honderdduizend dingos kunnen zich niet vergissen kunnen ze niet echt lachen zeggen ze in de Lannoo. Nog wat verder zien we een lange trein rijden. Achteraf leek het de Ghan te zijn. Afghan Express naar de karavanen met Afghaanse kameeldrijvers die hielpen om dit gigantische werk te verwezenlijken. Het verhaal over de aanleg en de eerste jaren van deze spoorweg is imponerend met ontberingen, vertragingen, overstromingen... We stoppen aan het roadhouse van Marla. Op een tak nabij de parking zit een arend. Het is bloedheet vandaag, 38° wijst de termometer aan. De grote fans binnen doen deugd. Het eten, kangoeroesteak met spicy saus, smaakt heerlijk. Als we buiten komen zit de arend op het dak van de camper. Ik pak mijn fototoestel en laat de cabinedeur openstaan. Even later zit hij op de deurrand. Blijkbaar is het een dagelijkse bezoeker en tam. Ik durf het niet aan om mijn arm uit te steken maar de uitbater haalt hem er zonder problemen af. Een prachtdier. Hier is ook het kruispunt li naar Mintable een aboriginal mijnstadje- en re de Ootnadatta track. Wij gaan echter rechtdoor. Steken de gens over naar de Northern Territory en zien nergens iets van quarantaine control. Nog 1780 km naar de hoofdstad Darwin. Onderweg passeren we hier en daar een boorwatercontainer met drinkwater. Alleen in geval van uiterste nood te drinken want het smaakt verschrikkelijk slecht door de mineralen. Wat verder zien we tussen de desertoaks in de bush campers staan en dat wordt dan ook ons overnachtingsplaatsje. s Avonds steken ze een groot vuur aan voor de bbq maar vooral om de muggen en vliegen op afstand te houden. Ze halen hun waterketeltjes boven voor koffie en thee en bakken belly broodjes. En achteraf vloeit de wijn en het bier. De gitaar wordt bovengehaald samen met een repertoire Australische volksliedjes. En .vissers verhalen. Sommige zijn op weg om te gaan vissen aan de golf van Carpentaria, anderen gaan naar de Daly river. Sommige zijn jaren op de baan en volgen de zon. De inhoud van hun kleerkast is miniem: 1 goed hemd, 1 goede broek en een paar sokken en schoenen; verder een paar shorts, Tshirts en een paar slippers. Als ze op afgelegen plekken gaan vissen doen ze hun voorraad in van thee, koffie, poedermelk, meel, pasta voor op het brood, aardappelen en in de koelkast vlees, eieren en bier.Hun voorraad vis vangen ze zelf want zonder uitzondering hebben ze een bootje achteraan hangen. s Morgens worden we wakker van het gekwetter van de vogels, vooral veel wit/roze kaketoes en een soort vinken. Kulgera is een roadhouse toutcourt. Veel meer is er niet te zien. Aboriginals hangen te drinken aan een zijvenster. In Erldunda slaan we af naar Ayers rock. Bush en wat grasland, rode grond en zandbergen, tot we plots the rock zien. Nee, we vergissen ons, het is Mt Conner. Maar wat verder zien we ze, de heilige plaats van de aboriginals, Uluru=Ayers rock (genoemd naar premier Sir Henry Ayers) Eigenlijk is het geen monoliet maar de afgesleten en gladgeschuurde top van een oeroude berg. Op t eerste zicht een zeer kunstmatig gedoe. Ayers Rock Resort en alles wat er bij hoort van hotel, supermarkt, post, restaurant, shops. We bezoeken het park ranger station met alle uitleg die men over de streek en zijn originele bewoners kan wensen. Het hele gebied is teruggegeven aan de aboriginals maar wordt voor 99 jaar verpacht aan de Australische NP service voor 75000% en 20% van de entreegelden. Achter de infodesk staan blanken. Als we naar de film gaan kijken over de geschiedenis, cultuur en huidige leefwijze van de aboriginals liggen er een paar onverzorgde kinderen met veel lawaai op het tapijt te spelen; het is hier hun thuis. Er loopt ook een enquete over het al of niet beklimmen van de rots. Het nagebouwde aboriginal dorp is meer een verzameling toeristische boetiekjes. Allemaal interessant maar zeker geen waaaaaauw gevoel. Dat krijgen we wel als we rond de rots rijden, hier en daar eens stoppen en een wandelingetje doen. We rijden naar de Olgas. Aan de afslag naar Docker River, een aboriginalnederzetting staat een bord 220 km-no water Wij vinden de Olgas prachtig. Mooier zelfs dan Ayers rock. We rijden eerst naar Sunset viewing. Daarna gaat pa een beetje wandelen in de kloof maar het is echt te warm om veel prestaties te leveren. We rijden terug het park uit en zoeken een rustig plaatsje voor de nacht. Door de hitte hebben we weinig zin om over een gravelbaan te gaan hotsen naar Kingscanyon omdat wandelen daar er toch niet in zit. En de Henbury Meteorite Crater kan ons ook niet verleiden om een omweg te maken. Dus maar direct richting Alice. Camel outback safari: wij houden het bij ons vertrouwde camperke. Bij het zoeken naar een traject voor de telegraafverbinding naar Port Darwin stopte landmeter Mills in 1871 aan de bron van een droogstaande rivier. De rivier noemde hij naar zijn baas Todd en de bron naar diens vrouw Alice, vandaar Alice Spring Voor we in Alice komen krijgen we een zicht op de donkere MacDonnel range. Alice zelf heeft een frisse look. Het visitor center ligt aan een mooi groen park dat vooral gebruikt wordt door aboriginals om rond te hangen en te drinken (90%werkloosheid onder de aborigines. (We vergelijken steeds meer met de Maori in NZ die volgens ons veel meer fierheid hebben en meer drijfkracht om zelf iets op te zetten) In het centrum zijn hotelletjes, GHs, restaurantjes en winkeltjes. Nikske stoffig hier. We gaan emailen in een GH voor 0,50$ en hebben nogal veel bekijks. Men komt vragen of we geen hulp nodig hebben. Blijkbaar zitten hier niet veel grijze mannekens achter een pc. Voor we verder rijden bezoeken we het Telegraph station historical reserve.. We rijden een stukje richting Hermansburg om de Simpsons Gap en de Standley chasm te bezoeken, twee kloven door de eeuwen heen door het water uitgehold. Voor de rondrit kunnen we geen 2 dagen uittrekken vooral omdat stappen niet voor ons is weggelegd. We rijden verder richting Tennant Creek. Een beetje voorbij Alice passeren we de steenbokskeerkring. Onze eerste stop is in Ryans Well aan de verlaten Glen Maggies Homestead. De regering had de opdracht gegeven hier een bron aan te boren om het vee te drenken op de lange route naar het noorden. Nu vervoeren de roadtrains het vee en duurt het slechts een paar dagen ipv maanden.Het roadhous is vervallen. Ook in Ti Tree (van Tea tree well) werd een bron aangeboord. Nu is het een kleine enclave midden de door de aborigines beheerde Ti Tree Cattle station. Aan het Barrow Creek Roadhouse, hotel, pub en tankstation, stoppen we even. Het hangt vol met gesigneerde petjes en dollarbriefjes. Er hangt ook een Belgisch 20 frank briefje tussen. Hier is ook nog een telegraph station. Wat verder komen we aan de Devils Marbles. Ket lijken reuzengrote knikkers zoals de naam doet vermoeden. Er is een prachtige picnicplaats en we vinden gelukkig een plaatsje onder een grote boom. We doen vlug onze hoeden met muggengaas op want het stikt hier van de vervelende vliegen en de australian wave is niet uit de lucht. De camping is betalend maar er is plaats genoeg om vrij te staan. De Nobles Nob Mine juist naast Tennant Creek is te bezoeken. We rijden tot aan de Mary Ann Dam. We nemen een kijkje aan het old telegraph station De Devills pebbles lijken wat op de Devils Marbles. Aan de afslag naar Townsville in NQ staat het Three Ways Roadhouse waar we een kijkje nemen naar de muurschildering van een roadtrain. In Attack Creek werd John McDouall Stuart in 1860 aangevallen door aborigines en moest hij zijn ontdekkingstocht onderbreken. Renner Springs wordt aanzien als de scheidingslijn tussen het kurkdroge zuiden en het natte noorden. Elliott de cattle town. Daly Waters historical center. De pub hier zou de oudste van de territories zijn. Maar de streek hier is bij de niet-australiers beter gekend door het boek We of the Never Never geschreven door Jeannie Gunn, een vrouw uit het zuiden die hier op de Elsey rundveefokkerij kwam leven. Later trok ze hier weg in tegenspraak met de never-never lijfspreuk van de noorderlingen: wie hier woont verlaat dit nooit. Mataranka is het best gekend voor de Mataranka Thermal Pool. Het is snik heet en we zijn blij een plaatsje voor de auto te vinden onder de bomen. De oude Mataranka Homestead ziet er nu een gezellig hotel uit. Op het terras is het in alle geval heerlijk genieten van een koel drankje. Achter de homestead ligt een replica van het Elsey farmhouse, hier gebouwd als decor bij de verfilming van We of the never never en omvat een klein museumke over het leven op de farm en in de outback, the great Northern railway en WWII Het is een klein wandelingetje door tropisch groen naar de waterpool die een constante temperatuur van 34° heeft- heerlijk fris dus nu. Er is weinig volk en het enige dat de rust verstoort is het gekwetter van de vogels die hier in een paradijs leven. In het Elsey NP wandelen we nog een beetje langs de Waterhouse river. We rijden Katherine en de bezienswaardigheden voorbij omdat we hier weer voorbij komen en dan nog iets willen te doen hebben om de afstanden te overbruggen Links zien we plots een bord voor een recreation dam. We slaan af en komen na een stuk gravel op een gratis camping aan een waterpool. Er staat redelijk veel volk. Ook een Duitser met een grote nieuwe kampeerauto die ze verscheept hebben naar NZ en dan naar Australie. Aan hun verhalen te horen leek het niet zon goed idee om zon nieuwe bak over te zetten. (papierwerk- wisselstukken enz.) Toiletten zijn zeer primitief. Elke dag wordt er water uit de pool gepompt en gefilterd voor de was en de plas. Als we s morgens willen vertrekken hebben we problemen. De auto start niet en dat midden in de bush. Er is echter veel hulp en men ontdekt vlug dat er een leiding van het gaspedaal los is. De verantwoordelijke van de camping, die in een barakske woont, neemt me mee de bush in naar een mijn waar iemand van de AA zou wonen. We horen eerst een mijn in werking en komen dan aan een paar oude stacaravans met een heel hoge verbindingsmast. Er komt een halfbloed vrouw buiten met in haar bloes een drietal poezenkittens. John is in de mijn. Als ze een paar maal hard geroepen heeft komt de man er aan. Hij haalt zijn register en laat mij de formulieren invullen. Wij gaan tevoet terug en hij komt achterna met zijn auto (wrak) Het probleem is vlug verholpen maar hij zegt ons toch om voor de zekerheid in Katherine bij de garage langs te gaan om hem eens op de brug te zetten en nog een na te kijken. Hij verwittigt hen via de radio. Zo doen we dus. Het blijkt OK te zijn. Als we terugkomen nog eens stoppen. In Adelaide river zien we de resten van de landingsstrips van WWII. Hier kan men links naar Daly river. Vele avonden hebben we aan het kampvuur de verhalen gehoord over het vissen op die rivier. Men kan er dinghys huren om de rivier op te gaan. Blijkbaar is het heel mooi staan op de sandy riverbanks. Het is aborinialland maar men hoeft hier geen permit. Men mag echter geen drank meenemen (of de aussies zich daaraan houden?) Een beetje verder slaan we links ad naar Bachelor en Litchfield Npin de Table Top Range. Wat ons het eerst op valt zijn de enorme termietenheuvels/ Er zijn in totaal vier watervallen te bezoeken en in twee ervan is het heerlijk om te zwemmen .We doen Florence Falls, Tolmer Falls met zijn grotten en Wangi Falls. Sandy Creek falls ligt te ver van de hoofdbaan. In Wangi pools mag voorlopig niet gezwommen worden want na de laatste regens en overstromingen heeft er zich een crocodil genesteld. Aan de oever van de kleine beekjes kan men heerlijk picnikken en pootje baden. The Lost city de vergeten stad is een formatie van figuren, torens en grotten die zich door erosie door de eeuwen heen gevormd hebben. We willen het park langs de noordkant verlaten. Het is zo te zien een mooie gravelroad. Na een deel km zijn er aan weerszijden bosbranden We vernemen later dat dat gecontroleerde branden zijn en dat die aangestoken worden om het kleinhout op te ruimen en zo bij grote bosbranden te vermijden. We voelen ons niet erg veilig. We voelen de warmte tot in de auto. Liever de hele weg terug dan iets te riskeren. Als we een stuk terug op de Stuart Hwy zijn zien we daar ook branden. Vermoedelijk een beetje uit de hand gelopen want de brandweer staat er bij. Zien later hoe die aangestoken worden. Vanin de laadbak van een picup wordt benzine over de zijbermen gegoten. Een tijdje later volgt een tweede wagen die een soort fakkel met lange arm bijheeft. We vinden het toch allemaal maar riskant vuurtje stoken over zoveel km ineens. Voor hen is het blijkbaar gewoon. Door de omweg en het oponthoud aan de brandhaarden zijn we wat laat op de baan. Willen eerst op een grote p langs de Stuart staan maar verderop is er een zoo die reeds gesloten is. We overnachten langs de lanen. We rijden de stad in via een heel grote boulevard. Aan weerszijden truck stops, road train depots, super mechanic enz. Veel autoverhuurbedrijven. Darwin vinden we op t eerste zicht een kleine stad. Heeft ook maar 85 000 inwoners maar wel van een 50tal verschillende nationaliteiten. Het centrum is zeer overzichtelijk en het heeft een mooie strandboulevard met een paar prachtige parkings. We doorkruisen het stadje in alle richtingen, wat shoppen, naar de post, emailen enz. Gezellig op een bankje op de winkelpromenade. Er staan nog redelijk veel oude gebouwen niet tegenstaande een tyfoon een groot deel van de stad heeft platgelegd. Met een goed kaartje gaan we verder op verkenning. Op stokes hill warf is er een goed visrestaurant De Arcade. Aan de vismijn kunnen we verse vis kopen. We verkennen ook de ander kant van de stad. Heel mooi rijden en mooie stranden naar East Point Reserve waar ook veel kangoeroes zitten, Nightcliff, Les point. Het is hier prachtig en zo rustig. In het Casuarina shoppingcenter gaan we inkopen doen. Moeten wel uitkijken want het is enorm groot en vooral de aanleg van de parkings lijkt ons nogal onoverzichtelijk. We vinden uiteindelijk toch een rustig plaatsje niet ver van een ingang. We zitten hier ook in de residentiele wijken en waar we eerst dachten dat Darwin klein was moeten we onze mening serieus bijstellen . Naast de zeepromenade is er de Aquascene. Hier kan men ook gaan kijken naar het voederen van de vissen. Zelfs mantas komen hier op de afspraak en dat willen we niet missen. We overnachten hier ook op de parking.
Terug zuidwaarts. In Noonamah nemen we de Arnhem Hwy naar Kakadu. The crocodile farm en de Reptile world spreken ons niet aan. We bezoeken wel de Fog dam die helemaal wit ziet van de bloemen. Er kruipt een reuzegrote salamander over de baan. Er fladderen duizenden vogels rond. Wat verder zien we een zoutwater crocodile liggen. Weten niet goed wat we zien. Verwachtten die grote beesten hier niet. Komen blijkbaar van de Van Diemen golf via de Adelaide River. Aan de Adelaide river crossing kan men een bootje nemen om een tour en croco watching te doen. Onze volgende stop is het Window on the Wetlands visitor center dan een mooi uitkijkplatform heeft over de wetlands die helemaal in bloem staan Binnenin interessante uitleg over het eco-systeem, het leven van de aboriginals enz. Het is ook het hoofdkwartier van het Mary River NP. We rijden verder met af en toe een bebloemde billabong; mooi, mooi, mooi. Wat verder komen we aan de Mary river crossing. Ook over dit plaatsje hadden we aan het kampvuur veel verhalen gehoord over enorme barramundis die ze hier vangen. We vinden een klein parkingske en hebben een rustige nacht. Vroeg de baan op richting Kakadu. De gate is nog niet bemand en we KUNNEN dus niet betalen. Als we de Wildman river over rijden zien we beneden een groepke kleine krokodillen liggen. We mogen echter op de brug niet stoppen en men mag niet blijven staan op de brug. We rijden rechtstreeks naar het visitor center. Goed geinformeerd over klimaat, eco systeem en al wat ge maar wil weten over de vroegere en hedendaagse bewoners. Op onze vraag waarom men op de brug niet mag staan geven ze een uitleg dat het te gevaarlijk is voor het verkeer (er rijden hier amper autos) en dat men crocs kan zien on a tour. Ja, dag Jan. We rijden wat rond in het dorp en gaan piknikken aan een meertje. We rijden verder tot aan de east alligator river en Ubirr. De muurschilderingen hier kan ik me nu niet precies meer voor ogen halen. We hebben niet veel zin verder Arnhem land in te rijden en keren terug. In Nourlangie en Cooinda doen we nog een paar kleine wandelingen langs de billabongs van JimJim en Yellow water. De rotstekeningen van Nourlangie rock nemen we er wel graag bij. De riviertrip laten we aan ons voorbij gaan. We rijden terug het park uit en overnachten nabij Mary river roadhouse. We rijden terug richting Katherine. We slaan af naar Edith Falls, parkeren onder de bomen en doen een stapke naar de waterval waar ook kan gezwommen worden. Hier zitten soms ook crocs maar geen zoutwater dus zogezegd harmless (moeten we dat geloven?) In Katherine laten we nog eens naar de auto kijken. We hebben geen problemen meer gehad maar we moeten nog heel veel km doen. We gaan piknikken in het Katherine low level NP aan de oever van de Katherine river. Daarna Springvale homestead en the school of the air Op naar Karherine Gorge in het Nitmiluk NP. Eerst een bezoekje aan het visitor center en dan weer de wandelschoenen aan. Er zijn een paar tourbussen aangekomen die allen de boot op gaan- wij moeten passen wegens besproken We slapen deze avond nog eens aan onze recreation dam. Rechtaan, rechttoe naar Threeways (N v Tennant Creek) waar we de Barkly Hwy nemen richting east. Het was vroeger de Cob & Co coach run die in verschillende films werd opgevoerd. Het is een lange weg naar Mt Isa. Een paar benzinestations met de nodige voorraad en een bed om te slapen. De baan is op veel plaatsen éénvaks al zitten er ook veel roadtrains op. Camooweal is het laatste plaatsje voor de grens met Queensland. Het is het service centrum voor de rundveehouderijen van de Barkly tablelands. Er is een grote, heel oude, general store en een oud roadhouse. Mt Isa is een mijnstad waar vooral koper, zilver, lood en zink gewonnen word. Men ziet van heel ver de schouw van de loodsmelterij. We hadden daarna spijt niet naar de mijn te zijn gereden voor het John Middling Mining display en visitor centre. We waren het totaal vergeten. Vermoedelijk een beetje murw van de lange hete rit. We vonden een overnachtingsplaatsje buiten het centrum op een grote grasparking met waterkraantjes en ontmoetten er een Tasmaans koppel dat al meer dan 4 jaar door het mainland aan t rijden was. Veel verhalen natuurlijk. Krijgen het adres van hun homestay en mogen daar gratis gaan overnachten wanneer we maar ooit in Scottsdale komen. De sleutel hangt naast de deur van de garagebox de dochter woont er op het naastgelegen domein. Langs de baan naar Charters Towers over de Flinders Hwy is niet veel te beleven. Rijden, rijden af en toe een waterpomp waarvan het rad langzaam draait; we komen aan wegenwerken en rijden gewoon door de afwateringsgracht. Nabij Cloncurry rijden we over een éénspoorbrug die zo versleten is dat we inkijk hebben in de gracht er onder ( hier moeten dus ook die tonners over) Julia Creek en Richmond kleine stadjes maar leuk als afwisseling en om eens te stoppen. Dit is ook een koper stadje. Hier werd de Royal Flying Dr service geboren. Het museum hier heeft daarover dan ook alles te vertellen, maar ook over de Burke en Wills expedition die hier door kwam en de School of the air enz. Hughenden is een gezellig stadje aan de oevers van de Flinders river. Home of the beauty and the beast. Het beest is een skelet van de Muttaburrasaurus het grootste en meest volledige gevonden in Australie. The beauty is het Porcupine Gorge NP dat voor ons niet te bereiken is door de slechte toestand van de weg. We overnachten hier in een zijstraatje aan een haag. En dan komen we weer in de bewoonde wereld: Charters Towers. Een goudstadje. De rush kwam op gang nadat een aboriginal riep:Gold boss gold In het stadje zijn nog veel mooie oude gebouwen overgebleven zoals het stadhuis waar het visitor center is. Wij vinden het er aangenaam toeven. Hier rijden we noordwaarts richting Atherton Tablelands. Het is een smalle eenzame baan met alleen roadtrains als tegenligger. In Mt Garnet zien we een heel grote p. waar roadtrains worden samengesteld. We gaan ons achteraan plaatsen maar verhuizen als er zon grote naast ons komt staan met draaiende motor. Volgens onze pa naar een parking met gras hogerop boven de weg. Ik herinner het me niet meer. Verder via Ravenshoe naar Palmerston NP. Millaa Millaa een klein gezellig stadje. Kopen er een tshirt met roadtrain. Gaan de watervallen bezichtigen. Via Malanda, Ungaburra en Gordonvale rijden we naar Cairns. We rijden onmiddellijk naar NQ dat langs de grote doorgaansweg ligt niet ver van de luchthaven. Ondertussen hadden we ook een raar tokkend geluid en zaten we nog met de voorlopig gefixte kabel. Ze zien niet onmiddellijk wat het is en stellen ons voor om van voertuig te wisselen. Achteraan staan een deel oudere campers en we kiezen er eentje uit met dezelfde indeling waaraan we nu goed gewend zijn. Ze zullen hem tegen morgen opkuisen en nazien en dan kunnen we ons gerief overhevelen. We rijden wat door het compacte centrum, wandelen langs de mall, de zeepromenade en The pier market place. Nabij het centrum vinden we nog een shoppingcenter om onze voorraad aan te vullen. We slapen aan de Yarabah Aboriginal Community. We bezoeken het centrum dat in verschillende delen is opgesplits. Het Creation Theatre over de legendes en het geloof. Een nagemaakt dorp waar demonstraties zijn van speer- en boomerangwerpen. Ze tonen ons welk voedsel ze in de natuur vinden. Er is een danstheater en de opvoering is perfect. We zien ze de didgeridoo bespelen en ze tonen ons hoe ze gemaakt worden. In de winkel die er aan verbonden is zijn prachtige zaken te koop. We praten een beetje met een jongere die hier in opleiding is en nog maar korte tijd bij zijn familie weg is. Het is een hele grote stap want er is weinig waardering voor hem. Voor de blanken zijn ze nog steeds een beetje (veel) tweederangsburgers. Voor hun familie verraders en alleen nog aanvaard om geld naar huis te brengen. Het was een hele ervaring en weer hebben we dat vervelende gevoel en vergelijken met de Maori in NZ die met veel meer fierheid over zichzelf praten. We gaan terug naar NQ. De wagen staat klaar en we laden al onze rommel over. Het vergt heel wat uitleg om hun aan het verstand te brengen dat de kussens van het bovenbed naar de andere camper moeten omdat we de onze in Brisbane lieten en niet onderweg gedumpt hadden. We bezoeken Kuranda. Rijden met de camper tot boven aan de parking. Via een boardwalk door het regenwoud komen we aan de Barron river met de falls. Daar stopt ook het treintje. Verderop bereiken we nog een andere waterval. Het is hier prachtig. De hitte is hier ook veel zwaarder en we zweten een stukske af. We vinden s avonds een mooie parking haaks op het strand in Palm Cove. Het is een mooi strand in een chique buurt. Op het strand liggen grote schelpen en er wordt nogal wat afgejogd. We slapen rustig met alle ramen open en worden s morgens wakker van het vogelgekwetter. We blijven hier nog wat rondhangen. Daarna zoeken we hogerop hier en daar nog een strandje op. Rijden verder en maken een omwegske naar Port Douglas langs een mooie door palmbomen omzoomde laan. In 1911 bijna volledig van de kaart geveegd door een wervelstorm is het nu een echt toeristisch centrum. Vanaf hier rijden we echt door vochtig tropisch landschap met bomen met lianen, grote bloemen en veel mos. In Mossman komen we aan de Daintree river waar men met een veerpont over moet. Er is hier heel veel drukte. Men kan de rivier op met een soort rupsboten. Overal verwittigingsborden voor krokodillen. Binnen een afsluiting zijn er een hele hoop grote exemplaren te bewonderen. Verder noordwaarts ligt Cape Tribulation. Een zeer verlaten streek. Alleen Cooktown is nog van enige betekenis en daar zouden we nog wel geraken met onze auto. Hier zette die eerste bekende Europese toerist voet aan wal in 1770. Verder noord is onbegonnen werk daar men door rivieren moet rijden en de gravelbaan in zeer bedenkelijke staat. Het is alleen voor de avonturiers. In Daintree NF doen we een mooie wandeling langs een glibberig boardwalk. Onderweg terug naar Cairns stoppen we aan de Crocodile farm. Deze is echter al gesloten alleen de wc blok is open en we houden daar dan ook een grote wasbeurt. Willen op de parking overnachten maar men komt ons vragen te vertrekken daar we op privé terrein staan. Ze tonen ons wel de weg naar een mooi strandje: terug de brug over en re de zandweg in. Het is een zalig plaatsje. Het bord met verboden kamperen ligt ergens tussen de struiken. Later komt er ook nog een jong koppeltje Australiers aan die dit plekje zeker kenden. Overal staan verwittigingsborden voor krokodillen en stingers. Aan het verwittigingsbord is ook een fles met azijn die men moet gebruiken om de stinger te laten loslaten. We zagen die flessen ook op al de andere stranden (zouden die bij ons ook blijven liggen?) Via Kurunda rijden we richting Mareeba en onderweg doen we de Davies Creek Falls. Via Mareeba naar Tolgo. Van daar gaan we naar Lake Tinaroo en de Cathedral Fig een enorme boom. In Uyngaburra staat de Curtain Fig. Een boom waarvan de luchtwortels een echt gordijn vormen. We slapen in Malanda in een picnikparkje. Terug naar Millaa Millaa voor de waterfall circuit road. Aan enkele watervallen kan gezwommen worden in een prachtige natuur. Verder via de Palmerston hwy en nog een mooie waterval terug richting kust. Onderweg zien we de aankondiging: grootste suikerriet plantage van Australie. Innisfail is een leuk stadje. Er is een museum van het suikerriet. We nemen een scenic road langs de suikerriet dorpjes Silkwood en Mena Creek. Suikerriet zover we kunnen zien en ook hier zijn ze vuurtje aan t stoken om het vuil en het meeste loof te verbranden maar vooral om het ongedierte (waaronder giftige slangen) te verjagen voor men de oogst begint. Met grote machines wordt het riet afgereden. Tussen de velden liggen sporen met wagentjes die men vult en naderhand naar een groot en lang spoor brengt waar ze aan elkaar gekoppeld worden en zo een lange trein vormen om naar de suikerfabrieken te brengen. Zijn een beetje geschrokken van de primitieve installaties hier (Tienen is er een paleis tegen) Alleen de geur komt ons zeer bekend voor. Onderweg staan regelmatig stalletjes met fruit, vooral bananen en ananas. De prijs staat er op en er is een busje om uw geld in te steken ( wordt hier niet gestolen?). In El Arish rijden we richting Mission Beach. Het is een aaneenrijging van kleine plaatsjes met mooie stranden. Van hieruit kan men naar de Dunk Islands en het Barrier reef. Daar wij niet duiken of snorkelen is het niets voor ons. Tully is het natste plekske in Australie. Hier valt meer dan 4000mm/jaar. De rivier is een beruchte rafting plaats. We overnachten in Tully heads. Cardwell is een van de oudste stadjes en is ook het enige tussen Cairns en Brisbane waar de baan de kust raakt. Het is eigenlijk maar één lange straat met winkeltjes. Langs de 1 komen we nu ook restareas tegen waar men een kop koffie kan krijgen en overnachten. Overal staan ook verwittigingsborden om tijdig te rusten. Ingham is het grootste suikercentrum van de streek en een paar km inland staat ook de grootste suikermolen. We overnachten een stukje voor Townsville. Townsville is een grote stad. We willen hier vooral 2 dingen doen: de MHshow en het aquarium. Met een goed plannetje in de hand gaan we op zoek naar de fairgrounds. We vinden een parking langs de straatkant in de nabijheid van een gate. Als we daar zijn blijkt er alleen ingang te zijn voor personeel en moeten we helemaal de blok om. Het grootste deel van de grounds wordt ingenomen door een camping waar zowat elke Australische MH club zijn plek heeft. Er worden volksspelen enzo gedaan. Op de show zelf is niet echt zoveel te beleven. Er zijn een tiental nieuwe modellen met allen zowat dezelfde inrichting. We maken kennis met een deel leden van de Brisbane Mhclub. Veel van hun leden hebben er eentje ingevoerd van overseas=Engeland daar deze verwarming en koelkast hebben op LPG Daarna rijden we kriskras door de stad. Wandelen langs de Flinders st mall en de rest van het compacte centrum. Via The strand, een aangename zeeboulevard rijden we naar East Flinders street waar het Greet Barrier reef Wonderland is met museum, omnimax theather en het aquarium. Vooral dit laatste vonden we enorm mooi met de koralen, de soorten gevaarlijke vissen en de stinger (wat een lange armen .) Hier overnachten we op een parking/picnikplaats langs de 1. Het was er onverwacht rustig. Bowen is het fruit en tuinbouwcentrum van de streek. Er strijken hier dan ook veel seizoenarbeiders neer en de meeste hostels zijn op hun ingesteld. Op het visitor center kan men alle info krijgen over een job. Wij vinden een paar mooie plaatsjes aan het strand. s Avonds staan we op een betonparking aan de zijkant van een hotel. We krijgen bezoek van de politie die ons vraagt naar de camping te gaan omdat het hier op vrijdagavond niet echt veilig is. Hadden ons ook al vragen gesteld toen we aan een telefoonkot een chaos zagen en een leeggeschudde portefuille die er lag. We gaan dus naar de camping en betalen 12$ Doen hier dan ook maar onze was en nemen een zalig lange douche. Van Bowen naar Airlie Beach. Een aangenaam toeristisch stadje. Alles staat hier in het teken van het duiken. Van hieruit kan men ook naar de eilanden. In Dryander en Conway NP zijn er verschillende wandelingen uitgezet met goedbeschutte parkings aan kleine strandjes. We rijden naar boven tot op Mt Rooper Lookout en naar Mandalay point. Terug naar de Hwy en voor Mackay slaan we af naar Seaforth. Hier is een parking aan het strand en op het pleintje. Het is er nogal druk. We rijden nog wat verder tot Cape Hillsborough NP. Nabij het rangerstation is er een parking en picnickplaats. Voor het strand moet men lang een steil padje naar beneden. Als we buitenzitten komen de kangoeroes tot aan onze voeten om te bedelen. Er zitten blijkbaar ook koalas maar we zien er geen. Het was hier rustig slapen We vertrekken naar Eungella NP Tijdens de aanloop zien we vooral tuinbouw. Dan wordt het klimmen. Onderweg moeten we door het water rijden. Aan het visitor center is er een picnick en parking. We stoppen om ons te informeren en zien opgezette platypuses = vogelbekdier(een soort otter met een platte bek zoals eenden-in t groot dan) We gaan aan de rivier kijken, er is een uitkijkplatform gemaakt dat een stuk over het water uitsteekt, maar we zien ze niet zo direct. Zullen morgen heel vroeg nog eens moeten komen kijken. We rijden verder bergop. Onderweg aan de rivier veel startplaatsen voor kayak en nog andere rustige plekjes. We rijden tot heel boven aan de kloof waar een waterreservoir is. Onderweg ook mooie plaatsjes om in t water te plodderen daar waar het riviertje breed is en aan de kanten zeer rustig. We overnachten op de camping van het NP Ook deze morgen geen platypusses te zien Onderweg naar Mackay zien we weer veel treinsporen voor het suikerriet. In dit stadje is ook de grootste sugar-loading terminal en het is er erg druk. Het stadje rijden we rond. Het heeft wat oude gebouwen maar dat is het dan ook. Rockhampton Richting Yeppoon en van daar naar Emu park. Over heel deze kuststrook zijn er mooie strandjes. Onderweg doen we Double Head, Bluff point en Pinnacle point, 3 mooie uitzichtpunten. In Emu park staat er een monument ter ere van Cp Cook-the singing ship- het zijn pijpen waar de wind door blaast. Gladstone heeft een heel grote haven. Even zuidelijker in Agnes Waters is een gratis camping. Er staan een paar campers en een paar tentjes. Het toiletblock is nog nieuw. Jonge Australiers die met hun fiets rondtrekken zijn bijna opgepeuzeld door de muggen. s Avonds wandelen we naar het centrum, kopen in het enige oude winkeltje een ijsje. De afstand viel wat tegen, we willen een stuk afsnijden maar lopen vast op de spoorweg. Het is al goed donker als we thuiskomen. Bundaberg is onze volgende stop. Vinden het een leuk stadje en vinden een mooie overnachtingsplaats op een mooie betegelde parking aan het strand. Er staat nog een Australische camper die hier elk jaar een paar maanden staat. Er zijn nette openbare toiletten. We blijven hier een paar dagen rondhangen. Childers is een schilderachtigstadje en heeft een paar leuke winkeltjes. In Torbanlea slaan we af naar Hervey Bay (Torqay, Urangan enz.) Het is hier een echte toeristische stopover vooral naar Fraser Island. Voor t ogenblik zijn er geen walvissen in de buurt dus liggen de boten werkloos aan de pier. Wij slapen aan de boatlanding. Overal aan de pubs hangen de winnende vangsten uit (grootte/gewicht) We eten er een fisch and chips en krijgen een portie voor een hele week. Maryborough doorkruisen we in alle richtingen. Het heeft mooie lanen en heel mooie oude huizen. Tin Can Bay. Ook hier komen dolfijnen s morgens vroeg naar het strand om gevoed te worden. Eerst gaan we naar Rainbow beach en rijden door het mooie Great Sandy NP. Vanop de parking kan men het grote duin beklimmen en heeft men een prachtig uitzicht. Terug in TinCanBay rijden we helemaal de kuststrook zo ver we kunnen. Er zijn mooie picnickplaatsen en we vinden een mooi plaatsje aan het strand om te luieren. s Avonds gaan we achter een warenhuis overnachten. s Morgens is het nog heel fris als we al op uitkijk staan. Er worden emmertjes met vis verkocht om de dolfijnen te voeren. Onze papa beleeft er veel plezier aan. In Gympie nemen we de O15 en nabij Imbil rijden we naar de Borumba dam. Het is mooi rijden en boven aan de dam is een mooie picknickplaats. Kenilworth naar Maleny en terug noordwaarts via de mooie route naar Mapleton langs het mooie Kondalilla NP, een mooi stukje regenwoud. We rijden ook door het zeer toeristische Montville. In Nambour kan men er niet neven zien dat men in de ananasstreek is. Er staat langs de baan een exemplaar in fiberglas van 15m hoog. We rijden naar de sunshine coast. Van Colum beach naar Maroochydore door het deltagebied van de Maroochy river. Er is een mooie strandboulevard en aan de wharf is het heel aangenaam. Er staat redelijk wat wind en er zijn veel surfers. Van hier tot Caloundra is er weer veel bebouwing. Het staat ons hier wel erg aan. Naar Landsborough en Beerwah waar we de Glass House Mnts inrijden. Er rijden nogal wat tourbussen hier. Veel mooie winkeltjes en gezellige restaurantjes. Een heel mooie route om te rijden. Het gebergte heeft een bizar uitzicht: een hoge heuvel met overal bergkegels op. Nabij Strathpine vinden we een rustig plaatsje op een soort restarea met picknick enz. We kiezen deze plaats omdat we van hieruit niet ver van Brisbane zijn. Vandaag gaan we Brisbane verkennen met de auto. Daarna staat het Lone Pine Koala sanctuary op het programma. Het is een mooi groot park. Buiten koalas zijn er ook nog kangoeroes, de tasmaanse duivel, kazuari's en andere inheemse dieren te zien. Het is een rustige afsluiting van onze reis. We gaan terug naar Strathpine en rekenen morgen op een goed uurtje om naar NQ te rijden. We ruimen zoveel mogelijk op en maken onze bagage klaar Na een niet zo goede nacht ( bang om ons te overslapen?) rijden we binnen. De afrekening valt zeer goed mee. Krijgen alle kosten terugbetaald en nog wat meer omdat ze zich misrekend hadden ( kon niet vinden waar maar als het voor hun OK is voor ons ook natuurlijk.) Ze bellen een taxi en het doet raar weer in een gewone auto te zitten. Het wordt een lange reis: Van Brisbane via Auckland, LA, Frankfurt (waar we meer dan 6u moesten wachten) naar Brussel
Platupys geen eigen foto er slechts ééntje van ver weg gezien
vogelbekdier in 't water, op 't droge en een beetje getruckeerde foto
Het vogelbekdier is een uniek Australisch dier. Het heeft de kenmerken van drie andere bekende diersoorten: de snavel van een eend, het lijf van een mol en de staart van een bever. Toch is het vogelbekdier een heel ander dier dan één van deze drie dieren. Samen met de miereneter behoort het vogelbekdier tot de monotremen. Monotremen zijn de meest primitieve zoogdieren, ze zogen hun jongen hoewel ze eieren leggen en niet levend baren zoals alle andere zoogdieren. Het woord monotreem komt uit het Grieks en betekent één gat. Ze hebben namelijk maar één uitgang die meerdere functies heeft: paren, eieren leggen en uitwerpselen. Monotremen komen van nature alleen in Australië voor.
Na Zimbabwe hadden we serieus de smaak van Afrika te pakken. Toch viel de beslissing om naar Zuid Afrika te trekken nogal onverwacht. Regelmatig trokken we naar Brugge om bij Wegwijzer te snuffelen in reisverhalen en reisgidsen. Mijn ventje kan niet zolang stilzitten en was 't stad ingetrokken maar kwam heel vlug terug. In het uitstalraam van 't VAB/VTB kantoor hing een aanbieding ... iemand verkocht zijn tickets aan 16000bfr/pp... datum vrij te kiezen.... Wie of wat houdt er ons tegen? Niemand - niks. De beslissing is heel vlug genomen en een uurtje later komt hij terug met tickets en een autoreservatie... De rest van de dag duiken we in allerlei gidsen en lezen verslagen. 's Avonds bellen we de kinderen dat we volgende week naar Zuidelijk Afrika vertrekken.
Reispassen en vaccinaties zijn nog OK - reischeques hebben we nog voldoende... Aangezien we een auto ter beschikking hebben moeten we niet zo op een stuk bagage kijken. We willen nog voor ene keer met de tent gaan. Die van ons is wat aan de krappe kant maar de tunneltent van Els is perfekt want de kampeerbedjes passen er ruim in. Matrasjes, slaapzakken, ons colemanneke en een paar potten, pillamp en koplampen... Het is omvangrijk maar we blijven ruim onder de toegestane 40kg en na jaren ervaring kan ik me bedwingen om de laatste momenten er nog 't één en 't ander te willen bijfoeffelen.
We hebben een nachtvlucht met Sabena en landen rond 9u30 op Jan Smuts in Joburg. Gelukkig want er staat een lange rij aan 't wisselkantoor en 't lijkt niet vlug vooruit te gaan - veel gediscussier over rekeningen die niet kloppen...ook wij moeten hun vragen het nog eens na te tellen want er is wat te kort...ekskuses, jaja, dat kennen we. Aan de balie van Avis staan slechts 2 klanten voor ons maar ze hebben er blijkbaar niet veel zin om er tegenaan te gaan. Omdat we de auto ook meenemen naar Zimbabwe, Botswana en Namibie moeten er extra papieren ingevuld worden en ja... op 't middaguur is dat niet zo evident... Het gekste.. we moeten na 30dagen ergens een Avis kantoor binnenrijden om de verhuring te verlengen.want ze verhuren slechts per periodes van 1 maand. Dat we in 't bezit zijn van formulieren voor 45d. hindert hun niet... binnenrijden moeten we anders kunnen ze het voertuig laten opsporen wegens "ontvreemding" Ja wadde... Met een trolleybusje worden we tot bij ons autootje gereden. Even nakijken waar alle knopjes staan en we zijn er mee weg. Tanken en de hway op richting Pretoria. Joburg zullen we later wel doen als we het verkeer wat gewoon zijn aan 't verkeer.
Links rijden is weer even wennen en het neemt zo onze aandacht in beslag dat we de afrit voor Doornkloof en het Smuts'house gemist hebben waar we op de camping wilden. We nemen dan maar de volgende.Rondrijden heeft niet veel zin want binnen een paar uurtjes valt de duisternis en daartegen willen we toch ons tentje recht hebben (de eerste keer steeds weer wat wennen) en vroeg naar bed na een nacht in de lucht.
Pretoria: administratieve hoofdstad van Zuid Afrika en hoofdstad van Transvaal. We zijn er op 't goeie moment om de stad in al haar pracht te zien. De duizenden jacaranda's staan in bloei en we rijden door weelderige blauwe lanen. We rijden kriskras door de stad en stoppen om wat mondvoorraad in te doen. Een bezoekje aan Fort Klapperkop en het Voortrekkersmonument mag niet ontbreken. Ik persoonlijk vind het Voortrekkersmonument zelf vooral groot maar niet echt mooi. Binnenin worden de heldhaftige verhalen verteld van de trek van de boeren die met ossewagens vanuit Kaapstad door het ruige landschap noordwaarts trokken. De kring van wagens, laager =een taktiek die ze tijdens hun tochten toepastten om zich te verdedigen, rond het monument vond ik wel indrukwekkend. Het verhaal van hoe boeren, Hollanders, tegen hun verleden aankijken. Het vertelt dus enkel de blanke kant van de Zuid Afrikaanse geschiedenis en de boeren zijn er enorm fier op. "Ons vir jou, Suid Afrika" Terug naar Pretoria en we moeten wat zoeken naar een oprit voor de Hway. We vragen de weg aan een paar stadsarbeiders en oeps daar is het al... blanke vrouw spreekt zwarte man aan op straat....not done blijkbaar maar ze wijzen ons wel de goede richting. Een mooie en nieuwe autostrade. Onderweg houden we halt aan een rusplaas. Een heel modern benzinestation, resautrant, winkels en zelf sanitaire instellingen met douches. Alle heel net. We doen wat proviand in en zijn weer de baan op. In Machadodorp verlaten we de grote baan en rijden door de Schoemanskloof In Witrivier vinden we een hotel met camping. We zetten onze tent op begluurd door een stel kraanvogels. Van hieruit verkennen we de Drakensbergen. Via Sabie, LongTom pas, Lydenburg, Pilgrim's rest (oud mijnstadje nu een gezellig toeristenoord) Grasko, Blydenberg canyon met pinacle, God's window en Bourkes'luch holes, Strijdom tunnel en Erasmus pas en terug via Hazyview De volgende rit gaat zuidwaarts naar Barberton en omgeving. Swaziland willen we later doen. Onderweg komen we langs fruitstalletjes met bananen, mangoo (5R de emmer) lychees (10R de grote plastiek zak.) We smullen. Kruger NP. Na Zimlbabwe hebben we dieren spotten hoog op ons programma staan. We rijden het park binnen via de zuidingang Malelane. Week pas gekocht, overnachtingsplaatsen vastgelegd en goed geluisterd naar alkle do's and not done's . Onze eerste overnachtingsplek wordt Pretoriuskop. We slapen in een kleine rondavel met bed, koelkast, klein klerenrek en..aircon. Outside bathroom en kitchen. We vertrekken 's morgens vroeg, houden 's middags platte rust en in de late namiddag weer op bol. De eerste uren vallen we een beetje terug op de anderen om de plaatsjes te vinden waar iets te zien is maar na een tijdje lukt het ook ons om goed tussen de struiken te kijken. Genieten, rustig wachten aan een waterpool en ondertussen smikkelen van 't fruit. In het visitor center alle info te bekomen, rangers staan her en der met standjes en geven ook uitleg .. Vlaams? Kennen jullie Helmut Lotti? ni te geloven. In 't park zijn picknick area waar men mag uitstappen - een winkeltje en BBQ's - Het lukt me niet met mijn wegwerpfototoestelletje een fatsoenlijk beeld te nemen van de dieren ... Ons volgende camp wordt Balula - inschrijven in Olifantskamp want geen bureel in Balula, alleen en wachter die de gate open en toe doet. Een basic camp maar een droomplekske. De avond valt als we ons tentje nog moeten opzetten - eten klaarmaken met de pillamp op een gasvuurtje, eten aan een stenen tafeltje met koplamp op. Ik hoor iets, hef mijn hoofd op en mijn lamp schijnt in de ogen van een dier nog geen 3m van mij, achter de rug van mijn ventje maar ook acher de fence goddank.... een hyena. 's Avonds in de tent nog liggen luisteren naar de geluiden en raden wie er achter dat stukje zeildoek langskwam. Onze week hier zit er vlug op. We deden geen nightsafari of voettocht die in de grote camps georganiseerd worden. Zo spannend genoeg voor ons. Via Magoebaskloof en Louis Trichardt noordwaarts naar Messina. Hier zouden we de grens oversteken naar Zimbabwe en moesten we ons bij Avis melden. Blijkbaar onze papieren niet in orde - zouden nog veel moeten bijbetalen voor zekering en day tax. plus, diegene die ons aan de grens zou begeleiden door de administratie en mafiose toestanden is niet aanwezig. de dame is heel voorkomend. Wij willen niet nog meer gaan betalen en wachten op iemand die er niet is. Voor ons hoeft het niet meer. Na een paar telefoontjes kan zij ons de reeds betaalde som terugbetalen met een litanie aan het adres van die domme zwartjes die ze in dienst nemen. Ik krijg een stevige por in mijn zij van 't ventje..bang dat ik daarop zou reageren? Een beetje pissig om het gemiste Zimbabwe en de verloren tijd vertrekken we richting Botswana. Via Alldays, Maasstroom, Swartwater naar Tom Burke. Botswana binnen via de Groblersbrug over de Limpopo rivier. Kleine grenspost, vriendelijke mensen, wat over en weer geloop met papiertjes, hier en daar een stempel. Als uitwuif vertellen ze ons dat de baan 100km opgebroken is en dat we de zijslopen moeten nemen. Met ons city golfke? Geen probleem, volk genoeg langs de baan. De slopen die ze provisoir gegraven heben zijn diep, smal en zanderig. Wat als we een tegenligger krijgen... 't zal zich wel oplossen zeker. We rijden, schuiven en vooral aan de oversteken van de rechter naar de linkerkant van de baan moeten we opletten dat we niet vastgeraken. Onze eerste tegenligger komen we tegen als we op een paar kms van Palapye weer op de asfalt rijden. en dat volk onderweg???
In Botswana is een encounter met olifanten op de grote verbindingsbaan Francistown - Livingstone geen uitzondering. Het is de grote verbindingswag tussen Zuid Afrika en Zambia en dus vrij veel vrachtvervoer. Dat ze regelmatig in de remmen moeten gaan voor olifanten is te zien aan de wrakken langs de baan. Op de meeste plaatsen is het struikgewas een paar meter langs beide kanten van de weg verwijderd en toch... we waren verwittigd maar 't was toch schrikken toen ze plots voor onze wielen de baan overstaken.. Ik vond altijd dat Botswana een speciaal sfeertje heeft en vraag me niet waarom.... omdat we zo weinig blanken zagen? Veel couleur locale? Op de kleine campings onderweg zagen we enkel Zuid Afrikaanse toeristen en was er een echt safarisfeertje. Chobe NP ligt grenst in 't noorden aan de Zambesi. In het maincamp wel veel groepen met toeristen... vooral bussen met volledige slaapgelegenheid of een rijdende camping;..We hadden vroeg de tent opgezet maar na een paar uur stonden we ingesloten tussen groepen die blijkbaar een wedstrijd hielden in "om 't hardst lawaai maken" Effe aan de receptie gaan vragen en doorgereden naar een kleinere plek. Zalig... we vinden een mooie plek zonder hoog gras (remerber snakes) tussen de rivieroever en onder een heel hoge boom. De tent stond op 1 - 2 - 3 recht maar was nog vlugger terug afgebroken toen de parkranger kwam melden dat we op het pad stonden dat de nijlpaarden 's nachts gebruikten.... daarom was het ook zo mooi vlak... Hebben die avond heel lang naar de geluiden buiten liggen luisteren. Hoorden we een hyana? was dat getril het stappen van olifanten of..een nijlpaard? Uiteindelijk toch in 't slaap gesukkeld... we vertrouwen op de ranger. (de eerste kerten dat we in Zimbabwe op een open camping verbleven hebben we wel de nacht doorgebracht in de tent maar de eerste twee heel weinig geslapen... zelfs onze eigen ademhaling hoorden we...) Een telefoonkaart gaan kopen en de kinderen gebeld. door een paar winkeltjes gelopen. We doen een boottocht op de Zambesi tussen de croco's en de hippo's, niet zo spectaculair dan ik verwacht had maar wondermooi. De Okavonga delta spreekt ons niet aan. Met kleine bootjes in een waterrijk gebied waar vermoedelijk heel veel muggen zitten. We kiezen om door de caprivi te rijden. Tot de grens en een stuk er voorbij een zeer slechte weg. Aan de grenspost doen ze "belangrijk" Alle papieren van de auto en van ons ... een resem documenten invullen en... tonen waar het nrplaatje van de auto zit... We nemen een Noorse backpacker mee die hier al sinds gisteren op vervoer zit te wachten. Het is snikheet. We rijden op een mooie asfalt door dichte bush. Veel dieren zien we niet, vermoedelijk veel te heet. Hier en daar een kleine nederzetting met meestal mooi opgeveegde erfjes. 't Is zondag en de mensen trekken mooi opgedirkt en geschminkt naar de kerk. We stoppen af en toe om iets te drinken en te eten en de Noor maakt een diep gat in onze voorraden. In Rundu vinden we een hotelletje met camping. Onze lifter kan er een kamer vinden en wij zetten ons tentje op in de tuin. 's Avonds eten we er een lekker potjie van gemsbok. Etosha rijden we in via de Van Lindquist gate (yep vroegere Duitse kolonie) We gaan even op verkenning. Etosha heeft 3 camps ééntje hier, halfweg Halali en aan de andere kant van 't park Okaukeujo. 't Is nog te vroeg om hier al halt te houden. we rijden dus verder en stoppen regelmatig om wat rond te kijken - hier en daar via eeen rondweg. Het is hier heel anders dan de andere wildparken: heel open, zoutpannen. De zon brandt en de dieren vermoedelijk ergens slapend onder de struiken. Halali vinden we niets voor ons en dus zetten we ons tentje op in Okaukeujo. Dit camp heeft zowat alles wat we kunnen dromen.. goed info - zwempool waar we uiteindelijk geen gebruik van maken - een mpooi hotel - maar wij hadden het meest plezier aan de verlichte waterpool. Uren hebben we daar doorgebracht op een bankje. De va et viens van de dieren in 't oog gehouden - de lange nekken van de giraffen tegen de ondergaande zon, de machtsstrijd tussen neushoorn met jong en olifantenventje met zijn aanhang... briesen, blazen...trompetten maar uiteindelijk moet de olifantenfamilie de baan ruimen. Genoten en nog eens genoten. Koakaland en de Himba is niet te doen met ons autootje. In Outjo zien we wel Himba op de markt. Waterberg Plateau park kan ons niet zo aanspreken - vermoedelijk ook wat te moe en we rusten er gewoon uit. Via Karibib naar Swakopmund. Teveel wind om ons tentje op 't strand neer te zetten zoeken we onderdak in een klein GH. Ook hier in de stad veel traliewerk voor ralmen en deuren van vensters en afgesloten parkings. Van hieruit doen we verschillende tripjes: Noordwaarts langs de kustbaan. Nogal mistig 's voormliddags en vooral drukbezocht door vissers - auto's met 5 tot 6 grote vislijnen vooraan op de bumper - gek zicht. Rössing mine, 's werelds grootste uranium mijn. Welwitschia area. Deze plant komnt nergezns anders ter wereld voor; Voor 't eerst ontdekt in 1959 zijn ze er tot nu toe nog niet uit bij welke plantenfamilie ze het meest aanleunt. De plant is beschermd en zonder permit mag men niet het gebied in. Langs stranden en hoge duinen naar Walvis bay waar we een leuk visrestaurantje ontdekken en de patron een wachter bij onze auto plaats. Nog even tot de lagune en de zoutpannen waar 't krioel van de vogels. De volgende dagen staat er voor mij weer een hoogtepunt op 't prograam - hopen foto's had ik gezien van de Namib Naukluft En we gaan er naartoe met ons city golfke. We doen wel een fameuse voorraad water in.. ge weet maar nooit. Kilometers rijden op een brede gravel die dezelfde kleur heeft als de gravelwoestijn rechts en links van ons.... Welgeteld één tegenligger komen we tegen. Ter hoogte van Kuisebbridge vind ik persoonlijk het heel mooi. De rievier is een zandbedding en heeft slechts een paar weken per jaar water dat dan nog niet eens tot aan de zee geraakt Nabij de camping in Homeb kan men een kijkje nemen in de grot waar de geoloog Henno Martin met zijn collega 3 jaren onderdoken tijdens WO II ( boek The sheltering desert) Een deel kms voor Sesriem komen we langs een farm die camping aanbiedt. Er zijn ook mooie kamers maar we verkiezen ons tentje neer te zetten onder een schaduwrijke boom. Het eten (potjies) is er lekker. Van hieruit is het wel nog een stukje rijden naar sesriem. sesriem een benzinedorp en een paar krotten. We zijn blij dat we niet gekozen hebben voor de camping van 't park want 't zit er stikvol met groepen die veel lawaai bij hebben. Sossusvlei. We rijden zover we mogen met 2WD en stappen daar over op een 4x4 - onvergetelijk mooi. De volgende dag kwamen we hier nog eens terug.... mijn borstkas was een paar maatjes te klein om al die emoties te torsen. Voor wie denkt in Sesriem zijn voorraad te kunnen opslaan ... een benzinepomp en een verfrommeld winkeltje...Doorgaans omdat de meeste toeristen hier georganiseerd komen. Wij verder zuidwaarts naar Aus en vinder er onderdak in de Arendslodge bij een farmer. De lodge ligt nog 4 km van het hoofdgebouw via een smal zanderig wegske. Rij maar zegt de boer - ik volg - ik rij toch vlugger dan zie ik als jullie vastrijden. Bij mij gaan de alarmbellen rinkelen maar het lukt ons. De lodge kan groepen tot 10 man herbergen. Is gebouwd uit rotssteen en tegen de rotswand aangeplakt. Achteraan een BBQ plaats, hout en een aansteker (hahaha) Binnen petroleumlampen. Water uit een watertoren. Back to basics - we feel good. We bestellen producten van de farm - gaan heel zijn installaties eens bekijken. Hij woont hier samen met zijn broer en runnen de zaak onder hun beidjes. Voor bank en andere aankopen moeten ze 284km ver rijden... Wij bezoeken van hieruit Luderitz... deels verdwenen onder de duinen. We hebben het gezien maar hebben er zeker ons hart niet verloren. Vooral een toeristen gedoe. Voor vertrek vers fruitsap ingedaan en op de gas moeten trappen om tijdig in Keetmanshoop te geraken om geld te wisselen. En weer moeten we beslissen: Fishers Canyon of de Kalahari. Het eerste is vlug afgeschreven: in deze periode mag men de canyon niet in wegens te grote hitte (er zijn touroperators die het toch aanbieden ...een paar dagen geleden is een Nederlands meisje hier omgekomen door uitdroging en niet tijdig geëvacueerd te kunnen worden) De Kalahari is dan ook weer een naam die als muziek in mijn oren klinkt. Het enig dat van hier tot de grens te zien is zijn de Kookerbomen...quiver trees ... Aroab nabij de grens en het enige dorp onderweg heeft niets te bieden. Zelfs het benzinestation is gesloten. De grensovergang in Rietfontein: een houten kot aan de straatkant en een ijzeren bareel die opgehaald wordt met de koord. Vriendelijke mensen, leuke babeel en we zijn weer in ZA We rijden richting Bokspits. Dit stadje ligt weer op Botswana. Voor 't centrum slaan we links af en volgen de Nossob river naar Kalahari Gemsbok NP. ( bij zware regenval zorgt deze rivier ervoor dat we weg helemaal komt onder te staan) Geen regen nu maar wel een stoffige gravelbaan.
Kalahari gemsbok NP Eén van de parken waar wij zeer goede herinnereingen aan overhouden is het Kalahari Gemsbok NP - in het NO Van Zuid Afrika geprangd tussen Namibië en Botswana. Er is geen parkgrens tussen deze landen en de dieren hebben dus een enorm gebied. Voor ons zijn slechts 3 banen uitgezet lans de Nossob rivier en de Aoub rivier en een verbindingsbaan tussen beide. Het is eigenlijk een half woestijn en er valt een 200mm regen per jaar. Tussen beide rivieren ligt een rood/bruin duinengebied. Wij waren er in December en het was er snikheet - ook 's nachts koelt het niet af. In de rondavels, restaurant en toiletblok is airconditioning. Het grootste kamp is Twee rivieren waar ook nog een winkel is maar vlees, groenten of brood is er niet te vinden. Profiand meenemen dus. De kortsbije stad ligt op 4 à 5 u rijden via een stoffige zandweg. De camping is leeg, plaats zat dus om ons tentje neer te zetten. 's Avonds komt er een zwitserse familie bij die rondrijden in een jeep met tent boven op het dak - het is een jong koppeltje met de moeder van het meisje. Veel toeristen denken dat, van zodra ze achter de omheining zijn hen niets meer kan overkomen en worden nonchalant. Zo ook deze familie. Ze hebben hun tafeltje en stoelen in de schaduw onder een boom gezet. BBQ aan en lekker smullen. Plots slaakt het meisje een verschrikkelijke schreeuw. Ze krijgt niks gezegd maar wijst naar de boom. Achter de rug van de moeder, in de vork van 2 vakken, richt zich een groen slang op. Iedereen achteruit. De moeder naar de auto.... De slang kiest het hazenpad. De wachter is op het geschreeuw afgekomen. Ze vertellen hun belevenissen en hij zegt dat het een cape cobra was... de giftigste slang van Afrika. Voilà, terug een beetje met twee voeten op de grond... we zijn in Afrika... in de wildernis...en velen vergeten dat nogal eens en denken in "hun" wereld te vertoeven maar 't is echt die van de beestjes.. De moeder hebben wij niet meer gezien en niettegenstaande ze hier een 4tal dagen dachten te blijven waren ze 's middags verdwenen.. Wij controleerden 's avonds de tent ook extra en zorgden er voor dat de rits goed dicht was.... lawaai maken is 't beste om die lieve beestjes op afstand te houden.
Het is weer een hete dag. We rijden vandaag naar Nossob kamp. Voor we vertrekken moeten we doorgeven waar we naartoe willen. Als we ginder niet opdagen....gaan ze zoeken. We volgen de Nossob rivier....gewoon een droge bedding. Gelukkig hebben we koude thee meegenomen. Tegen de middag is de wind die door 't open raam blaast zo heet dat we natte handdoeken op onze schouders leggen om wat af te koelen - de thee is warm maar daar hadden we op gerekend...Cola of limonade zou niet te drinken zijn.. We ontmoeten een jong koppel uit Nassogne die met een heringerichte oude marktwagen op ronde zijn. Ze staan ook aan wat eens een waterpool was en nu nog slechts wat opgewoelde modder. Zij hebben airco in de auto ... goed rondkijken en vlug oversteken... al zijn de dieren bij zo'n hitte ook loom... we spreken af voor straks op de camping. We zien vandaag veel Gemsbokken - prachtige dieren die vooral hier in overvloed voorkomen. Gieren genieten van een maal maar we kunnen niet onderscheiden wat het is... Na het aanmelden op de camping en het geruststellende telefoontje naar Twee Rivieren zetten we onze tent op. Hier redelijk veel volk - vooral zuid Afrikaners... Ze hebbben het nogal op onze tent gemunt en zouden ze graag overkopen ... We hebben er echter zelf te lang moeten naar zoeken. Is er ééntje waar we recht in kunnen staan en ook met de slaapbedjes ons nog bewegingsruimte geeft. We sleuren de bedjes buiten onder de (goednagekeken) boom en ik leg natte badhanddoeken over mij.... na een paar minuten zit de handdoek vol vlinders die op het water afkomen... Ben blijkbaar ingeslapen en wakker geworden van de kou.... Natte handdoeken is een goede methode om af te koelen maar blijkbaar het temperatuurverschil een beetje te drastisch... Die nacht daalt de temperatuur van 42 naar 39°C - in de verte dondert het en het is verschrikkelijk beklemmend. 's Morgens is alles kletsnat... We beslissen hier geen tweede nacht te blijven want we hebben serieus last met ademen. We rijden niet naar Mata Mara maar nemen de verbindingsweg. In de hoge en mooi gekleurde duinen zien we nog een paar cape cobra's kronkelen..overal liggen grote vruchten ...woestijnmeloenen .. met grote gaten in door het pikken van de vogels. In Twee Rivieren nemen we een bungalow met airco voor de volgende nacht. Ben zo dom geweest ook wat kleren te wassen en buiten te hangen.... kan ze 's anderendaagsmorgens terug uitwringen... nog natter dan toen ik zo ophing. Leg alles dan maar achteraan voor 't venster. Nogal een tentoonstelling van ondergoed maar...daar droogt het tenminste. Vond de Kalahari heel mooi - zeker om eens terug te komen als 't niet zo heet is.
Via Upington naar Springbok. Augrabies laten we rechts liggen want 't is hier nog veel te heet om te gaan wandelen. Over de Burkes's Pas naar Kamieskroon. Deze streek, Namaqualand, is heel bekend voor zijn bloemenpracht na de eerste regenval.
. Die periode is het moeilijk nog een plaatske te vinden op camping of een bed in een hotel want zowat van overal komt men naar hier om die prachtige bloementapijten te bewonderen. Nu dus geen probleem want t is krikkeldroog.
Via Garies, Vanrhynsdorp en Klawer naae Clanwilliam, een heel gezellig stadje. Een bezoek aan t toeristenbureauke levert ons een campingadresje midden in de Sederberge. Een camping midden de natuur, eenvoudige maar heel mooie site en we staan er alleen.
Van hieruit doen we een toertje rond via Pakhuispas, Batterkloof, Calvinia, Loeriesfontein, Nieuwoudtville waterval, Vanrhyns pas. Op sommige plaatsen heel mooi, soms heel slechte baan. Het ontneemt ons de zin om hier nog veel met de auto door de bergen te rijden.
Later ontdekken we dat een 15/20 kms meer zuidelijker nog een camping is van t park heel mooi gelegen in een vallei aan een riviertje. t Is aanlokkelijk maar we willen nog heel wat zien de volgende dagen.
In Citrusdal nemen we de R303 via Middelbrergpas en Gydopas naar Ceres. Onderweg stoppen we aan een fruitstalletje en weer moeten we voor de grote hoeveelheid gaan per kg verkopen ze niet. We vertrekken hier dus met een grote kartonnendos vars perskes en een andere doos appelkosen .. de achterbank staat weer goed vol.
In Tulbagh gaan we naar de historische huizen kijken en rijden verder via Malmesbury en Wellington. We rijden nog even verder door de Bainskloof daar hadden we het adres van een mooie camping. Deze blijkt echter vol te zitten met groepen. Maar terug en naar de camping die we juist buiten Wellington zagen.
t Is WE en de camping zit vol WEers. Leren er wat mensen kennen en volgen met aandacht de werkzaamheden bij de uren die juist toekwamen ze installeren zich professioneel met lampen in de bomen en boven de picnic tafel spijtig dat de autobatterij niet zo akkoord was. We lenen ze onze pillampen
Vandaag een rondrit door wijnland. We zien weer opvallend veel jacarandas in de stadjes. We rijdenlangs Paarl en door Worcester,over de Hex River pas,door de Matroosbergtunnel, over de Rooihoogtepas en de Burgers pass naar Montagu waar we een ruzie over onbetaalde rekeningen meemaken in een terminologie die ik in deze tijd niet meer mogelijk achtte. Kogmanskloof brengt ons naar Robertson en terug in Worcester.
Met de wijnroute langs Franschhoek en Stellenbosch en een paar proeverijen sluiten we de dag af.In Ome Samie se winkel neuzen we rond tussen de dure snuisterijen .. gezellige kitch.
Met een omweg via Melkbosstrand en Kreeftebaai naar Kaapstad. Onderweg gestopt bij een kolonie Jan Van Genten. Amai wat een lawaai en vooral, wat een stank maar mooi, dat wel.
We rijden door Kaapstad naar kommetjie en zetten daar midden de erfdieren onze tent neer. Van hieruit zullen we de kaap bezoeken.
We reden er kriskras door de verschillende stadswijken, brachten een bezoek aan t office van deNP, gingen kuieren op de visserswerf.
De tafelberg stond op t programma. Met de kabel naar boven. En zoals met veel van die must dos lag de verwachting veel te hoog. Wij vonden Signal Hill veel interessanter qua geschiedenis en uitzicht. Geen spijt dat we het deden maar zeker niet voor herhaling vatbaar.
We gingen rijden en wandelen in het Kaap de Goede Hoop natuurreservaat en pinguins kijken.
Ons volgende nachtje slapen we ergens nabij West Sommerset op t strand naast de gesloten camping.
We volgen de kustroute oostwaarts. In Hermanus houden we halt, gaan er verse vis kopen, 6R voor een grote haaifillet,voor de BBQ en een wandeling maken langs de kust. Van walvisspotten komt er in dit seizoen niks terecht.
Kaap Agulhas en zijn scheepswrakken, Molshoop met oude vissershuisjes, Arniston ook oude huisjes en een mooie camping door hoge hagen beschermd voor de wind en ieder plaas heeft eigen sanitair. Nabij Swellendam komen we weer op de hoofdbaan en droppen we op de camping van Bontebok NP al vonden we dat één van de mindere parken (of al teveel gezien?)
Weer noordwaarts via Tradouwspas naar Ladismith. De Seweweekspoort en Bosluiskloof brengen ons aan Gamkapoortdam waar we zelf onze rooibos plukken. Huiswierpas, Calitzdorp Swartbergpas naar Prince Albert. Een rustig dorp en gezellig om een terrasje te doen.Via Schoemanspoort naar Oudtshoorn waar we nog juist bij tijd zijn om de laatste struisvogelshow mee te maken Neen, wij hebben er niet op gezeten.
t Wordt laat en we rijden in één trek door naar Wilderness NP.
Hier blijven we zeker een paar dagen staan. Mooi terrein, mooie omgeving, mooie wandelingen.
We rijden naar George airport om de volgende huurperiode te laten noteren. De auto heeft veel kms gedaan en we lispelen het vermoeden dat hij aan onderhoud toe is. Ze stellen ons een vervangwagen voor en wij accepteren graag want in de andere kraakt alles naar t zand. De rode wordt vervangen door een blauwe en we zijn weer op weg Outeniekwapas, Robinson pas naar Mosselbay en Gouritsmond.
Een ander tochtje naar KrysnaPrince Alfredspas, Uniondale, de rust en Meiringepoort We doorkruisen zowat het ganse hinterland met zijn vele passen en kloven.
Tsisikama NP is onze volgende halte. Wandelen en met de auto de omgeving verkennen en de dagen zijn weer te vlug voorbij.
Al lang geleden dat we nog olifanten zagen wij dus op naar Addo elephant park één van de kleinere parken maar wel met veel dikhuiden. Op één van de rondritten voelden we weer ons hart wat sneller slaan toen we achter een kudde olifanten op een smal wegske reden maar ook achter ons een kudde volgde reden we hun niet voor de voet???
Om wat vlugger vooruit te komen nemen we de N2 tot Kokstad en daar gaat het weer noordwaart naar de Drakensberge via een smalle baan, deels gravel. We houden halt in een stadje waar camping staat aangegeven ( en k kan mij met de beste wil de naam van het oord niet meer herinneren) We volgen de pijlen en staan voor een gesloten poort. Er hangt wel een vermelding met telefoonnummer maar om te bellen moeten we terug naar t centrum. We stoppen aan een telefooncel aan t gemeentehuis.waar juist mannen buiten komen. We vragen hen of er in de omgeving nog een andere camping is.. ze verwijzen ons naar die dat gesloten is Als we vertellen dat we voor een gesloten poort stonden worden we binnen genodigd en de campinguitbater opgebeld. Die bevindt zich kms van hier en t zou nog uren duren voor hij terug is; Geen probleem, ze roepen iemand op om ons binnen te laten. Wij terug naar de camping en daar komt iemand aan die met een grote tang gewoon het slot openbreekt en ook dat van de sanitaire ruimte we verslikken ons even geen probleem want t is maar een slot..s Morgens hebben we bezoek van de burgemeester die zijn excuses komt aanbieden met een korf met ontbijt wij verlegen en nog erger als ze later geen standgeld willen aannemen Eigenlijk hebben we heel veel van die anekdotes waar mensen zo spontaan helpen en zo vriendelijk zijn voor ons.
We nemen de afslag naar SaniPas Hotel. Een mooie route. Keren waar de route doodloopt
Nog een paar anderedoodlopendedalen in gereden maar ze lijken een beetje op mekaar
Cathedral Peak een heel mooie camping, heel gezellig maar voor ons zijn er slechts een paar korte wandelingen. Er vertrekken op de camping veel echte bergwandelingen maar daarvoor zijn we een beetje te oud en te stram. Zijn al blij dat we hier in deze mooie omgeving een dag kunnen doorbrengen.
Golden Gate Highlands NP met Parkoffice, hotel en grote camping. Bij t opzetten van de tent komen ze hulp aanbieden maar uit ondervinding weten we dat we dat best onder ons beidjes toen anders wordt het een gevecht met tentstokken...Ze komen ons dan maar verwennen met een frisdrank en wat fruit. Het ene gezin is een dominees familie uit Witbank, de anderezijn farmers in hetN/O. We kunnen er nog steeds niet van over wat een vleeseters die Afrikaners toch zijn voor 3p heel de grote braairooster vol met worsten, beef, halve kippen
Een paar kleine wandelingen liggen binnen ons bereik. De rest rijden we rond met de auto en gaan zelfs eens kijken aan het gierenrestaurantniet ver van de kraal. Er worden karkassen in de diepte gegooid waar deze op af komen is het restafval of doen ze het voor de toeristen? Daar hebben we het raden aan en we willen het ook niet vragen. In de omgeving liggen ook een paar mooie dorpjes.. gezellig winkeltjes lopen en door de parken wandelen.
Harrismith, Ladysmith naar bloedrivier waar als herdenking aan het bloedbad, aangericht tijdens de Grote trek tussen de voortrekkers en de zulu,als herdenking een museum is opgericht.
Via Vryheid en Piet Relief naar Barberton. t Wordt vlug donker en we droppen op de eerste de beste camping .. een beetje een speciale wat rommelig maar met gezellige mensen. De rest van de sites zijn verlaten buitenlandse toeristen komen hier zelden overnachten. Ons potje koken en vroeg naar bed.
En we trekken weer naar Kruger. Onderweg doen we weer onze voorrad fruit in vooral mango en vars perskes en appelen.
We rijden kruger weer in via Malelane. Op t bureel lachen ze eens als we smeken of er nog ergens nog een plaatske is voor ons tentje ze doen de verhalen van t office in Kaapstad af als fabeltjes..op de campings is er altijd wel plaats. Wij voor de eerste nacht naar Malelanecamp op een paar kms van de hoofdingang . En we zijn de enigen in heel het camp. Niemand in de rondavels en geen enkele tent. We worden hartelijk welkom geheten door de campranger en de mannen die instaan voor het onderhoud. Zetten onze tent op en zijn blij met de mooie sanitaire blok en de grote keuken, een grote ruimte binnen met alles erop en eraan en zelfs een grote diepvriezer en buiten onder een afdak ook nog eens kookgelegenheid en een leuke eetplaats Hier eten doet men wel niet alleen.. we zitten nog maar pas of we worden omringd door kleine aapjes die uit zijn op elk kruimeltje.
Ons eerste toertje gaat naar Pretoriuskop. Onderweg wat ambiance want een oude, zieke olifant loopt snuivend over de baan achter hem autos en een hele colonne waar hij op afstapt.. wij in deze colonne. Autos beginnen achteruit te rijden en dat is om problemen vragen.. een aanhangwagentje gaat in de verkeerde richting staan..moet afgekoppeld worden..nerveus gedoe.. na een hele tijd besluit dikhuid toch maar de bush in te wandelen. Vermoedelijk zou hij dat al eerder gedaan hebben was iedereen blijven staan.. maar ja, wie weet wat de olifant denkt..nabij Pretorius zien we een jonge luipaard in een boom we blijven rustig aan de kant staazn, eten wat fruit en..daar zijn de impalas oeioeioei als dat maar goed afloopt de luipaard neemt zijn sprong en weg is iedereen..We rijden maar tijdig terug want stel dat mister elephant het verkeer weer wat regelt komen we niet tijdig binnen hem niet meer gezien.
Het heeft hier de vorige weken nogal veel geregend en onderweg moeten we regelmatig door beekjes die anders droogstaan. En het begint weer op een gegeven moment is aan t kruispunt de route die we willen nemen versperd wegens flood.. we nemen dan maar de andere iets langere weg. Plots staan we weer voor een rivier het water gust van de bergkant en t water nogal bruisend maar de bodem voor zover we kunnen zien verhard. Maar aan de overkant moeten we de helling op die nogal uitgeslepen is door t water. Wat nu.. t ventje wil het er op wagen want de alternatieven: terug helemaal rondrijden dan komen we hier niet uit voor het donker en is de gate gesloten blijven staan hahaha in Kruger weten ze niet waar ge naartoe rijdt en komt niemand zoeken (behalve de beestjes misschien) We wagen het erop.. voldoende gas geven om tegen de heuvel op te kunnen.. het lukt met een slipke tussenin maar pa lost het gaspedaal niet. Oef, oef wat hebben wij toch een sterk hart..t bonst wel lijk de wilde beesten en we zien allebei een beetje bleek rond de neus maar kicking and alive.. Als we terug aan de grote doorgangsweg komen zien we dat in de tegengestelde richting ook een versperring stond.. moesten ze versleuren om er uit te geraken en heel goed rondgekeken of er niks beweging in de struiken was. Terug in t camp vroegen we of ze die paden niet eerst controleerden of er niemand opzat voor ze die afsloten En dat dus met ons city golfke alles behalve een 4x4
En nog is t avontuur niet gedaan. In de nacht wordt ik wakker van de wind en het onweer. Het doet verdorie lelijk. De tent gaat aan één kant plat. We moeten met beide handen stokken en tentzeil vasthouden we proberen ons zo vlug mogelijk wat aan te kleden in geval van Het begint bovenaan en aan de zijkanten ook door te sijpelen.. we schuiven alles naar t midden en maken een noodplan. Als we t niet meer kunnen houden alleen de kleine rugzak en onze matrasjes mee naar de keuken De tent houdt het .. rond 4u valt de storm..we kruipen weer in bed maar van slapen komt niet veel meer in huis. s Morgens nemen we de ravage op 2 tentstokken hebben het begeven, bovenaan de afsekklep losgescheurd en verschillende spanrekkers zijn kapot.
We breken de zaak af.. bagage in de auto en de tent op de wasdraad om in t zonneke te drogen. We rijden naar t office om te kijken of ze ons voor de volgende nacht een onderdak kunnen aanbieden.
In Crocodilebridge zijn nog safaritenten.. we reserveren.
Tent is zo goed als droog als we ze inpakken..zullen binnen een paar dagen thuis wel bekijken en op die tijd zal ze wel niet gaan stinken zeker.
t Is onze voorlaatste dag in ZA en we rijden langs de hoofdbaan naar Lower Sabie waar we s middags picknickken hier staan sommige tenten werkelijk in 10cm diep water.. onderweg moeten we stoppen voor een grote troep gnoes die noordwaarts trekken..over de asfalt die verdwijnt onder de poep. In de bomen enorme gieren die de troep volgen.. Als t begint te regenen schuiven we meer over de baan dan rijden.
Juist binnen in t office van Crocodilebrug als de hemelsluizen helemaal open gaan. We schrijven in, krijgen de sleutel en installeren ons om te wachten tot het wat minder wordt. We zien buiten alles onderlopen en t water stijgt nog geen nood zegt de ranger, de stoep is hoog genoeg.
Er komt meer volk binnen tenten lopen onder en iedereen op zoek naar iets anders voor de nacht. Wij blij dat we al gereserveerd hadden. Als t water na een paar uurtjes meer zakt is het al donker we gaan eerst tevoet, schoenen en kousen uit, onze tent opzoeken. Ze staat op een houten verhoog grote ruimte met alles erop en eraan onder t afdak buiten koelkast en kookinstallatie. We riskeren het om met de auto tot hier te rijden Voor we de kans hebben uit te pakken komt iemand van de rangers langs om de tenten na te kijken. Bij ons loopt onderaan het zeil wat water binnen maar we kan ons eigenlijk niet deren. Toch dringen ze er op aan om naar een rondavel te verhuizen want stel dat het midden in de nacht problemen zouden zijn. Wij willen wel maar willen er ook geen fortuin voor betalen.
De rondavel is luxe met een groot zacht bed en een luxe badkamer. Op het terras een grote moderne ingerichte keuken en een zithoek. s Avonds worden buiten de lichten aangestoken richting fence zodat men van in de lodge de langskomende dieren kan bewonderen.
s Morgens schijnt het zonneke weer. Wel een probleem: de uitgang over crocodillebrug is versperd voor alle verkeer wegens overstroming. We moeten dus weer helemaal rond naar Malelane en deze avond om 20u30 vertrekt onze vlucht.
Als we onderweg nog eens in een file terechtkomen wegens een ongeval slaat de paniek toe. Ik zoek het telefoonnummer van Sabena al op en we zullen onderweg bellen als we denken het niet te halen. De rest van de weg over autostrades met de voet ferm op de gas en een redelijk overdreven snelheid.
Nog even tanken voor we de auto inleveren. Alles OK zeggen ze.
We komen thuis met ons hoofd en ons hart vol weken zullen we vertellen
Heb hier met opzet niet telkens vermeld welke dieren we allemaal zagen want dan zou dit verslag nooit eindigen.
We zagen er heel veel van de kleine mestkever tot de grote mastodonten. We vroegen en kregen uitleg van de rangers.
Blijven met het gevoel dat we dat graag eens zouden over doen.
Veel toeristen die georganiseerd naar Kruger gaan klagen dat ze zo weinig wilde dieren zagen. t Ja r is geen dierentuin waar ze op u staan te wachten. Meestal rijden de bussen midden in de dag het park in bij volle hitte, als alle dieren schuilen en t zelfde als ze s anderendaags weer vertrekken. Gevolg dat iedereen heel graag een nachtsafari meemaakt om toch iets te zien
Wij zagen Cheetah en luipaard op nog geen km van de ingang van t park de kms die men aflegt hebben niet zo veel belang wel het tijdstip en de manier waarop men rustig en aandachtig tussen de struiken leert kijken en dat vraagt toch wat tijd.
We reden regelmatig bij vergissing een township in. Voor ons een openbaring... veel volk, arme maar meestal netjes opgeveegd naast hun platen/vodden behuizing. Voelden er ons onwennig en maakten dat we wegkwamen niet zozeer uit onveilkigheidsgevoel maar we voelden ons voyeurs. Voor ons blijft Zuid Afrika een topper de mensen en de natuur.
Vlucht naar Bangkok ter plaatse alle verdere vluchten georganiseerd Planning was: Thaïland, myanmar, Zuid-China, Vietnam, Cambodja, Thaïland
Zoals heel dikwijls tijdens onze reizen is het verloop nogal verschillend van de planning. We vlogen met de Turken naar Bangkok. Op KaoSan road kochten we een ticket voor Rangoon en zorgden we voor een visum voor Myanmar.
Myanmar het vroegere Birma
Op de luchthaven konden we toen niet ontkomen aan de verplichte wissel 1$=7 Kyatts officieel - black market: 100 tot 120Kyatts - nogal een enorm verschil. Wij lieten ons niet overtuigen om dat land te boycotten. Het is niet omdat er een dictatoriaal regime is dat de bevolking daar de gevolgen moet van dragen. Dat al het geld dat toeristen binnenbrengen naar de overheid gaat is ook een fabeltje. Het is heel goed mogelijk de bevolking een graantje te laten meepikken. Wij namen geen trein waar toeristen een forse prijs mogen betalen maar charterden een auto met chauffeur..TumTum die we heel toevallig ontmoetten op een terrasje. De eerste dag reed hij met ons door Rangoon van de ene ambassade naar de andere. We wilden hier zowel ons Chinees als Vietnamees visum kopen en dat is ons perfect gelukt op 1 dag. Aziaten zijn wat onwennig als vrouwen het grote woord voeren. Ik dus mijn beste beentje voorgezet en 't lukte. Hebben voor beide visums voor 2p nog geen 20$ uitgegeven. In Brussel vroegen ze voor Vietnam voor 1p al meer. We gingen ook een vlucht reserveren voor Kunming in Zuid-China, een route die onlangs werd geopend. De overige tijd besteedden we aan het bezoek van de stad en de tempels, TumTum's familie en een voorouderverering. TumTum bracht ons overal waar we het vroegen en onderhandelde voor ons voor tickets van boten enz. Het was voor hem de eerste keer dat hij zoiets deed maar wij wisten goed wat we wilden en hij leerde een heleboel voor volgende trips... Heb vooral heel mooie herinneringen aan Inle Lake (waar ze roeien met de benen - vrouwen sigaren roken en we varen tussen de drijvende eilanden), Mandalay, Bagan met zijn honderden tempels en de zo vriendelijke mensen met witte wangen. Wel een dégout gekregen van een groep mannelijke chinese toeristen... brutaal, ongemanierd en werkelijk vies... hun in 't plat vlaams verteld wat ik van hen dacht en nooit zo'n grote ogen gezien van verwondering... Terug in Rangoon vertelt men ons dat de vlucht naar Kunming is geannuleerd wegens te weinig passagiers en de volgende vlucht gaat maar eerst binnen 14 dagen... zouden er dan genoeg passagiers zijn? Wat doen we 14d in Rangoon? In 't zuiden zijn nog vele plaatsen gesloten voor toeristen ... We beslissen dan maar ons ticket in te leveren en vliegen terug naar BKK.
terug in Bangkok
In 't reisbureauke zijn ze verwonderd ons reeds terug te zien en ze doen hun uiterste best voor een andere routing... Kopen een ticket BKK naar Ho Chi Ming , Vietnam met een stop-over in Phnom Penh, Cambodja en een vlucht Hanoi-Vientiane, Laos. Vandaar zouden we overland weer naar BKK terugkeren. Ze moesten ook ons visum voor Vietnam laten veranderen want toen moest men nog correct de datum en plaats van binnenkomst in 't land en de juiste datum en grensovergang bij vertrek bij 't visum plaatsen. We kregen het zonder meerkost.
Cambodja het vroegere Kampuchea
Phnom Penh airport is zeer goed georganiseerd -na de bagage komt men bij de immigratie: een heel lange tafel waar een tiental ambtenaren zitten met stempels en nietjesmachines en...Gewoon pas afgeven aan de eerste en verder de file volgen en aan 't einde betalen en pas recupereren. Ze zorgen blijkbaar voor werkgelegenheid. PP lijkt een provinciestad in verhouding met andere Aziatische steden.. heeft een prachtig Koninklijk paleis, nationaal museum en een paar mooie tempels. De stad zelf oogt redelijk Frans. Een bezoek aan de school waar de rode Khmer hun gevangenen opsloten, maar zeker ook 't bezoek aan de Killing Fields, gaat me in de kleren zitten. Hoe is het mogelijk dat mensen dat andere mensen aandoen? In Cambodja verplaatsten we ons naar 't noorden met de speedboot (5 à 6u) over het Sonlé sap lake. Er kan ook op Siem reap gevlogen worden, wat slechts het dubbele kostte. Bussen waren nog verboden voor toeristen. Wij kozen de boot omdat we iets wilden zien en een beetje van de boottocht op zich genieten. Ja wadde. De boot hotst en botst uren achtereen over 't water. Tempo wordt hoog gehouden uit angst voor overvallen. Op dek en dak is het snikheet en in de boot zelf ijskoud door de tocht daar er bijna geen ramen met glas zijn..Zouden ze reddingsvesten hebben?? Van een aangename boottocht was geen sprake. Siem Reap daarentegen was een onooglijk klein maar lief dorp met wat hotelletjes en GHses ('t schijnt er nu over druk te zijn) Vriendelijke mensen. Geen bedelende kinderen. Wel trucks met soldaten die 's avonds met veel lawaai door 't dorp razen. We huurden een auto met chauffeur voor verschillende dagen want de site is enorm groot en fietsen daar beginnen we in deze hitte niet aan. Angkor Wat zelf is onvoorstelbaar mooi en op veel plaatsen door de jungle overwoekerd. 'k Vergeet nooit Tha Prom en Bayon, het mooiste dat ik ooit zag. We hebben er uren doorgebracht met als enig gezelschap onze chauffeur en de venter met warme frisdrank! (Blijkbaar zijt ge er nu nooit meer alleen zoveel bezoekers zijn er nu) In ons GH leerden we een alleenreizende Japanse fotograaf kennen die ziek was. Ons een paar dagen over hem ontfermd want de post van AZG lag er verlaten bij en wij hadden voldoende chimique bij. Zijn dank was groot en hij kon onze chauffeur overtuigen hem mee te nemen daar hij een toegangslicentie had voor plaatsen die anders voor ons ontoegankelijk bleven. 'k Kreeg daarna een deel foto's die ik met zijn toestemming in mijn diavoorstelling heb verwerkt.
Vietnam
We vliegen naar HCM, Vietnam en komen op de luchthaven in één grote chaos terecht. Geen mens die weet waar hij welk papiertje moet halen of waar laten afstempelen. Zijn al blij dat we onze bagage konden bemachtigen. We zijn zo moe dat we de eerste de beste taximan aanspreken om ons naar 't centrum te brengen. Van andere reizigers kregen we een goed adres maar 't had heel wat voeten in de aarde voor hij ons naar dat plaatsje wilde brengen..is te duur, is te vuil, is gesloten.... niks van, hij kreeg daar vermoedelijk geen percentje want 't was er pico bello. De stad zelf is druk .. duizenden brommers en fietsers en daartussen een sliert auto's. Een straat over steken is een kunst (en wij die dachten dat dat in BKK erg was) Gewoon verstand op nul, schuin oversteken en zeker niet stoppen... we hebben het overleefd. Een ander fenomeen is de handel... in de toeristische buurt zetten handelaars winkelwaar en terrasjes buiten. Als ergens politie gesignaleerd wordt verdwijnt alles in een mum van tijd. Rekken vouwen samen, iedereen neemt zijn bord op en de tafels verhuizen naar binnen waar men dan bijna op mekaars schoot zit. Voor onze uitstap naar de Mekong Delta en onze trip naar 't noorden kopen we tickets in Sing Café -het zuiden is een 3daagse uitstap - van zuid naar noord koopt men een totaalticket voor de bus en men kan afstappen op elke halte en daarna vandaar weer verder. Een heel goed systeem al zitten de busjes soms wel vol en gaan zelfs fietsen mee in het middenpad. Het was ook het enige vervoer dat nog serieus werkte de rest lag plat wegens TET, het Chinese nieuwjaar. Wij vonden Vietnam heel mooi. De geoogstte rijst wordt gewoon op de weg gelegd zodat auto's enz. er over kunnen rijden - daarna halen ze de lege halmen weg en vegen de rijst bij mekaar. Heb sindsdien niet echt meer smakelijk rijst gegeten...Danang was veel fruit en een mooi meer waarop geroeid wordt met de voeten. Na Thrang een kustplaatsje waar we op 't strand vers gebakken vis of garnalen aten. Na 2 dagen werd de prijs van onze kamer verdrievoudigd. TET - het Chinese nieuwjaar. In 't hotel was in de namiddag een drink en 's avond een feestje maar op straat was helemaal niks te zien. De mensen vieren het thuis en de kinderen gaan op bezoek bij familie om een centje te krijgen. Overdag worden er wel offers naar de tempels gebracht en is het daar een grote drukte. We kregen regelmatig nootjes en zoetigheden toegestopt en staan vermoedelijk op honderden foto's van die dag... Mijn grijze korte haren zijn ook hier een bezienswaardigheid en zelfs voor mijn sproeten krijg ik flaconnetjes met........ in. Hoi An: heel speciaal sfeertje ..veel mooie chinese villa's, huizen in franse stijl en een beetje dorpssfeer. We liepen er 2 dagen rond in de gietende regen en toch kon 't ons bekoren. In Hue kwamen we toe in de regen en de kou die het echt onaangenaam maakte. 'k Was de eerste bij Vietnam airlines om een ticket te bemachtigen naar Hanoi want wegens TET heel druk en heel weinig vluchten en 'k had enorm geluk want we konden de volgende avond vliegen. We bezochten het fort en de perfume river dan ook in een record tempo. Hanoi. We vinden een net hotelletje niet zo ver van 't centrum. Het is er koud en de kamer heeft ramen met klepglaasjes. Al de reten met WCpapier proberen te dichten. 's Morgens worden we wakker en weten niet wat we horen: gekeel van varkens en andere dieren. Voor de deur van 't GH is 't markt en de dieren worden ter plaatse geslacht. Mijn eetlust foetsie en die was al niet meer zo de laatste dagen...'t wordt dus "baguette met la vache qui rit" Niettegenstaande de kou en de wind vonden we Hanoi aangenaam. We verkennen de stad kriskras en niet echt doelgericht. Komen zo uit bij de meest onwaarschijnlijke tafereeltjes. Willen iets kopen en vragen de prijs.. als we willen afdingen verhogen ze plots de prijs...we verstaan er niks van. Onze tocht naar de Laotiaanse ambassade was er eentje om niet te vergeten. Eerst verdwalen we door de kleine straatjes. Op de ambassade zelf zitten 2 mannen achter een tafel maar zijn niet bereid een visum voor Laos te geven - 't is TET en als we er eentje willen zullen we er moeten voor betalen.. 50$ each en 5 dagen wachten (ipv toen 5$/pp)...ja salut, aan dat spelleke doen we niet mee. We wisten ondertussen dat ook in Laos het weer slecht was anders hadden we het er op gewaagd en gehoopt bij 't binnenkomen op de luchthaven desnoods een tijdelijke permit te kunnen bemachtigen. Wij dus naar Vietnam airlines om te proberen ons ticket voor Vientiane te ruilen voor ééntje naar BKK en ze deden dat zonder problemen en zonder 1 cent meerkost. Chapeau voor de service (kregen er zelfs een tas thee bovenop) Zo ziet ge - geen China en geen Laos...maar wel
terug naar Thaïland
Even terug in KaoSanRoad en vervoer met de bus georganiseerd naar HuaHin Stralend weer en een mooi GH met terras boven zee waar ze lekkere visschotels serveren. 's Avonds ergeren we ons blauw aan een groep aangeschoten Duitsers. Een flirt uitdagend met een serveerster - bij de afrekening geeft hij haar een (vermoedelijk dikke) fooi met de luide opdracht dat het voor haar alleen is en ze tegen de andere diensters niks moet zeggen.... het jong ding zit er duidelijk verveeld mee... voilà wij Duitsers kunnen de wereld en iedereen kopen..wees ons dankbaar... Na een paar dagen houden we het voor gezien en trekken met de bus naar Phuket. Het hotel waar we onze eerste nacht doorbrachten was blijkbaar ook ééntje waar de meisjes van plezier zich thuisvoelden... we zijn dan 's morgens maar vlug op zoek gegaan naar iets anders en kwamen in een klein resort terecht.. We doen het rustig aan, wandelen wat langs de stranden, genieten in de visrestaurantjes. We reserveren plaatsen op de boot naar Kho PhiPhi en Krabi. Het eiland PhiPhi is eigenland slechts een smalle zandstraat midden het koraalrif. Op sommige plaatsen kan men tegelijk de stranden aan de noord en zuidkant zien, zo smal. Het stikt er van de GH's, restaurantjes en winkeltjes. De voornaamste bezigheid hier: zonnen, snorkelen en duiken Van hier gaan we met de boot naar Krabi. We voelen dat het tegen 't einde van 't verlof loopt - denken veel aan de kinderen - de fut is er wat uit. Nog één tochtje komt op de planning: Phang Nha met zijn speciale rotsen en het moslim vissersdorp.
Met een minibusje terug naar Phuket waar we een vlucht nemen naar BKK
Mooi verlof - veel plannen gewijzigd - ontdekt dat het in Noord Vietnam ferm koud kan zijn en men er zich dus best kan op voorzien qua kledij
Na het zien van een diareeks op de reismarkt ging het kriebelen. Toen we Helga ontmoetten die met Bashir is getrouwd zagen we het helemaal zitten en gingen aan het plannen. Volgens haar zou het interessant zijn de tent mee te nemen omdat op sommige lange afstanden slechts zeer basic accommodatie voorhanden is. We maakten een reisplan en vroegen een prijsofferte voor het transport met jeep en chauffeur omdat we nogal routes wilden doen waar zo goed als geen openbaar vervoer was. Reserveerden bij Connections een vlucht met Turkisch Airlines via Istanbul naar Karachi. Ter plaatse zullen we proberen een binnenlandse vlucht naar Islamabad te nemen.
Het pakken van de rugzakken vergt wat discipline aangezien de limiet per persoon op 20kg ligt en we de tent en luchtmatrassen meenemen. We besteden wat meer aandacht dan anders aan het samenstellen van de apotheek en kunnen het niet laten wat zakjes suiker en een pot choco mee te nemen. Op 't laatst steken we er ook nog wat vuurblokjes bij...ge weet maar nooit.
4 september 1995 We voelen ons toch wat nerveuzer dan anders. De vlucht verloopt zonder problemen. De luchthaven van Karachi is "adembenemend" door de hitte, de rook en een mengeling van oosterse geuren. Er lopen opvallend weinig westerse reizigers rond. De vlucht van PIA naar Islamabad zit vol en we reserveren op de volgende met Air Asia. "De" maatschappij om uw adrenaline naar ongekende hoogten te brengen. Buiten mij zitten er slechts 2 andere vrouwen in het vliegtuig. Rijke dames met prachtige gewaden. Tegelijk met het starten van de motoren worden de gelovigen opgeroepen voor het gebed. Allah is groot maar ik voel me heel kleintjes. Geen van beide geluiden is geruststellend. De startbaan heeft veel weg van de kasseien in een vlaamse wielerklassieker. Het intrekken van de wielen doet het vliegtuig schudden. Is hetuit angst dat Allah zo aanroepen wordt? Het wordt de engste vlucht die ik ooit meemaakte en 'k durf slechts terug diep ademen als de motoren in Islamabad gestopt worden. No more Air Asia... In Islamabad zien we niemand die op ons staat te wachten. We maken zelf een bordje met onze namen op. We worden nogal begaapt tot ik plots besef dat ik best wat discreter kan zijn en stop vlug het bordje in mijn ventje zijn handen. Niemand reageert. We hebben een telefoonnummer en na veel uitleg krijgen we Bashir aan de lijn. Hij vraagt ons met een taxi tot het New Kamran Hotel in de Kashmir Road in Rawalpindi te komen. Het begint al goed. Op het opgegeven adres is het eerst effe slikken. Waar zijn we hier terecht gekomen? De kamer zelf is wel OK. Bashir heeft een hele uitleg over Helga die in Belgie bevallen is van zijn dochter en hij moet bij de telefoon blijven en kan ons niet rondrijden enz. enz. Hij heeft wel een andere chauffeur, Karim, een jong ventje. We beraden ons. Er zit niet veel anders op dan het erop te wagen. We beslissen een voorschot te geven en de rest in stukken te betalen als we tevreden zijn over het verloop. We willen eerst wat rusten en spreken af om daarna Pindi te gaan verkennen. Rawalpindi is een satelliet stad van Islamabad waar vooral rijken en diplomaten verblijven. Voor de rest geeft de stad een vervallen indruk. Gelijkvloers piepkleine winkeltjes en de verdieping vervallen. We gaan naar de grote bazar om ons een shalwar qamiz te laten maken - vooral omdat het zo praktisch en gemakkelijk is om dragen. Eigenlijk is de halve stad één grote bazar tussen 2 grote boulevards. We kiezen lichte stof en laten maten nemen (zie er het nut niet van in want de broek is een olifantsgedoe en het bovenstuk heeft ook niet veel model) In de fruitbazar doen we onze voorraad in: bananen-altijd goed, lekkere druiven. Het avondeten kan ons niet echt bekoren - we zijn ook te moe en niettegenstaande duurt het lang voor we de slaap kunnen vatten.
Islamabad via babusar naar Gilgit
Om 5u worden we gewekt voor het gebed. Wij ongelovigen kunnen nog een paar uurtjes blijven liggen. Het ontbijt, thee met chapatis en een pikant sausje. Haha maar ik heb suiker en choco bij... Karim zit op de bumper van de jeep op ons te wachten. Het wagentje ziet er fatsoenlijk uit met voldoende beenruimte. We bespreken de route: Murree, Abbottabad, Mansehra, Balakot. Eerst echter terug naar de bazar om onze kleren op te halen.Het zicht in de spiegel werkt op onze lachspieren. We verkijken ons op de fel gekleurde en versierde busjes en trucks. De cabinedeuren lijken op overdadige kastdeuren met een kijkgat ter grootte van de zijspiegel die er juist voor hangt. Boven de cabine op een piepklein balkonnetje zitten zelfs passagiers. Murree is een toeristisch centrum in de Gali's dat vroeger als zomerresidentie diende voor de engelsen. - de verschillende Gali dorpjes liggen tussen de 2200 en 2500m in pijnbossen en vooral gekend voor de pistachenoten. We laten ons een zakje nootjes roosteren. De baantjes zijn smal en het lokale transport gebeurd per paard. In Ayubia National Park nemen we de stoeltjeslift. We zien de toppen van de Nanga Parbat 8125m hoog en nog 175 km hier vandaan. We wandelen met een familie pakistaanse toeristen terug naar de parking. Ze praten goed engels en zijn zo benieuwd naar onze leefwijze als wij naar de hunne. In Abbottabad weet Karim een goed restaurant en we krijgen lekkere soep (??) en een grote rijstschotel met groenten en een pikante bonensaus (dahl). Mansehra is een marktstadje op de kruising van de Karakorum Highway en de route naar Kashmir via Muzaffarabad. Tea-time dus in één van de vele roadside kotjes. Halfweg Muzaffarabad begint de Kaghan Valey. Deze route over de 4173m hoge Babusar pass was de enige verbinding met het noorden voor men in 1960 met de KKH begon. De route is slechts open van juli tot en met september. Balakot ligt aan het begin van de route. Karim brengt ons naar Park Hotel dat mooie kamers heeft. en warme douches. Het avondeten: rice and dahl.
We worden wakker van belgerinkel na een zeer goeie nacht en staan vroeg op want het wordt een lange rit. Bij het ontbijt is de thee heerlijk en de koffie niet om drinken. Karim stelt ons voor alle bagage in grote plastiek zakken te steken tegen t stof dat we onderweg zullen te slikken krijgen. Aan de brug over de rivier is 't veemarkt. Er komen nog steeds schapen en geiten met belletjes uit de bergen. Aan de overkant van de rivier is een nomadenkamp.In de verte komt nog een kleine karavaan aan. Het doet me denken aan de prentjes over de vlucht naar Egypte. Karim vertelt dat het hier nog druk gaat worden daar de herders naar het dal komen voor de wintermaanden. De route is smal maar voorlopig nog geasfalteerd. 24 km verder in Kawai nemen we een jeep track naar Shogran. Karim zet pinnen vooraan op de motorkap. Eentje in 't midden en eentje links vooraan.Holala dat hij nu maar naar de baan kijkt ipv naar boven! Hij legt uit dat hij de helling in 't oog houdt voor rollende stenen en dat hij door de pinnen op de cm kan rijden. En "die" uitleg zou me dus moeten geruststellen. Voorbij het chique Pine Park Resort komen we op Siripia. Het is een plateau met prachtige bloemen en uitzicht op de 5290m hoge Malika Parbat. en heel veel wandelmogelijkheden. Wij doen rustig aan. De benen en de longen moeten nog aanpassen. Bij de afdaling moeten sommige bochten in 2x genomen worden. Shinu, Jared, Mahandri, het zijn plaatsnamen op de kaart met wat winkeltjes en restaurantjes en de NWFP die hier een paar guesthouses en viskwekerijen op de Kunhar rivier heeft. Kaghan is alleen van belang omdat het ook in de winter te bereiken is. Van hieruit wordt de baan zeer smal. We schrikken effe als we een muilezel zien met een mand aan de zijkant waar een baby in ligt. Achter de bocht volgt de rest van de familie met heel hun hebben en houden. Naran, op 2400m is het zomerparadijs. Van hieruit worden tochten georganiseerd tevoet, te paard of per jeep. Het aanbod in de restaurantjes is zoals overal; rice and dahl. We slaan af naar Lake Saifal Muluk Het baantje is nog smaller en meer geaccidenteerd dan dat naar Sapipia. Het is prachtig. Het water van 't meer is melkgroen en er ligt sneeuw op de toppen van de bergen. Er staan een paar verlaten maar nette stenen gebouwtjes en een open restaurantje waar een paar herders huizen. Karim gaat onderhandelen en we mogen voor een paar roepies onze tent opstellen. We zitten op 3200m en we trappen op onze adem als we de luchtmatrassen gaan opblazen. Karim steekt een handje toe. Het is nog warm en mijn ventje legt zich in 't zonneke op zo'n soort bed/ligbank met brede gevlochten banden. Niet erg comfortabel want hij houdt het geen 10' uit.We steken een vuurblokje aan voor soep en daarna thee en worden geconfronteerd met de wetten der natuur en moeten lang wachten voor het water kookt. Koude groentenschotel met versgebakken chapati's , grote fruitschotel. We genieten van een prachtige zonsondergang gehuld in onze slaapzakken want 't wordt verdorie koud. We slapen lijk marmotten.
Karim komt ons wekken met een pot gloeiend hete thee. Hij leert ons slurpen...genoeg koude lucht meenemen zodat ge uw tong niet verbrandt. We lopen nog wat rond in Naran bazar. Bewonderen het zelfgemaakte speelgoed van de kinderen. Doen een bod op een karretje van ijzerdraad en plastiek dat spijtig genoeg de reis niet heeft overleefd. Vanaf nu is het voor Karim het serieuze werk. Niks asfalt meer, heel smal en af en toe over het puin van een sliding. Water stroomt over de weg en brengt stenen mee van de helling. Midden van nowhere is een nis in de rotswand met een raar beeld (dier of mens zonder hoofd? een bepaald voorwerp?), een offerkistje en vlaggetjes. Karim steekt er centen in maar doet of hij oost-indisch doof is als we vragen welk beeld het is - for safety...daar moeten we het mee doen. Aan een houten brugske zitten een paar mannen te wachten op materiaal om het te herstellen. Karim krijgt een bestelling mee om af te geven in Babusar village (werken zullen dus nog een tijdje stil liggen) In de verte zien we een grote stofwolk. Hopelijk geen nieuwe verschuiving. Uiteindelijk is het een kudde geiten en schapen. Ze worden de helling opgedreven om de wagen door te laten. In Oburai stoppen we aan de tea shop (er is geen enkel ander gebouw te zien)- een kot met wanden van stukken rots en een dak van een soort patattenzakken/karton/golfplaat. De glaasjes worden in kokend water gespoeld voor ze er de thee in gieten. Er staat nog een jeep met een Pakistaanse heer en dame. Zij rijden nog tot Lake Lulusar en gaan dan weer naar Naran. De baan wordt nog moeilijker maar het uitzicht is adembenemend. Lake Lulusar is het grootste natuurlijk meer van de regio Hazara en de bron van de Kunhar rivier die we reeds van in Balakot volgen. We zien een paar kampementen van Gujar nomaden maar volgens Karim zijn ze nogal op zichzelf en 'k durf geen foto's nemen omdat de vrouwen nu al de benen nemen. In Gittidas is er een checkpoint. Het is het zuidelijkste plaatsje van Kohistani. We moeten naam, pasnummer enz. invullen maar vooral vanwaar we komen en waar we naartoe gaan. Gekke vragen want er is maar één baan (als ge dat al baan kunt noemen) Op de pashoogte 4145m is het koud, winderig en de lucht ijl. We dalen af naar Babusar village waar Karim de bestelling gaat doen bij het NAPWD Northern Areas Public Works Department. Wij stappen op aanraden van Karim niet uit. De bevolking lijkt hier ook niet zo vriendelijk te zijn. De route wordt weer beter en de afdaling gaat vlot. Als we in Thok zijn begint de duisternis te vallen en we komen in het pikdonker in Chilas aan.Karim gaat nog vlug tanken. Volgens hem zijn in Pakistan steeds 3 zaken dag en nacht geopend: fuel shop, tea shop, gun shop. De naam van het hotel waar we verbleven ben ik vergeten. Deed ons denken aan die in 't oostblok. Ver van gezellig maar de kamer proper en de douches kapot. Rice and dahl is onze avondkost
Het stadje oogt niet vriendelijk. We rijden langs het fort dat de Engelsen hier bouwden om de Babusar pass te beschermen , is nu politiekantoor. Voor de petroglifs moeten we te ver om en eigenlijk interesseren ze ons niet zo erg. Blijkbaar zijn er overal langs de KKH stenen en rotsen met inscripties van namen, gebeden voor een goede reis of jacht, namen van diegenen die het leven lieten onderweg enz. Van hieruit gaan we de Karakorum Highway noordwaarts volgen. Aan deze route werd in 1960 begonnen en ze was af in 1980. Ze is 1200km lang van Havelian tot Kashgar in China. Een leger van arbeiders is dagelijks bezig met het openhouden van de baan. Gelegen op de breuklijn van een paar aardplaten is het er zeer beving gevoelig en er gaat geen dag voorbij zonder slidings of modderstromen of stukken baan die de diepte in duiken. We rijden naast de Indus die hier een brede modderige stroom vormt - geen modder maar grijs van het bergpuin. In Raikot bridge steken we de Indus over. Een paar km verder is de plaats waar in 1841 een hele rotsmuur naar beneden kwam en de Indus afdamde. Toen die dam het begaf waren er vloedgolven die heel de vallei van de kaart veegden en een heel legerbataljon dat op 500 km van de plaats gestationeerd was. We krijgen meer en meer zicht op de Nanga Parbat ook de Killer Mountain genoemd omdat heel veel trekkers het leven op de steile wanden lieten. Hij is omgeven door verschillende andere majestueuze toppen (waarvan ik de Rakaposhi 7790m en heel scherp, de mooiste vind) en 6 zeer lange gletsjertongen. We zouden graag de Astore valey doen maar daar zouden we minstens 3 dagen voor moeten uittrekken en we beseffen dat we echt niet alles kunnen doen. Aan de afslag naar Skardu mogen we nog eens door het checkpoint en 't boek invullen. In Gilgit brengt Karim ons naar Mountain Refuge GH. Even toeteren en de poort gaat open. Na wat onderhandelen mogen we voor 10 rps onze tent op het gazon plaatsen. We hebben veel beziens bij het opzetten. Er logeren leerlingen van de verpleegstersschool en binnen de kortste keren zitten ze aan onze voordeur. Als mijn ventje weg is laten ze hun nieuwsgierigheid de vrije loop en zitten binnen de kortste keren binnen in de tent alles te keuren. k Moet mijn ogen goed openhouden want blijkbaar vinden ze alles fantastisch en kunnen ze alles gebruiken zelfs mijn waterketeltje. Na even zet ik ze resoluut aan de deur- show is over. Dialoog is spijtig een probleem want ze spreken Pashtun en niks anders. In de late namiddag wordt er weer getoeterd en als de poort open gaat geloven we onze ogen niet Jokke en Lut uit Korbeek-lo komen uit de jeep gesprongen. Ze hadden aan de checkpoints onze namen zien staan en de richting waarin we gingen. Hun chauffeur Uncle John was langs een paar andere GH's gereden maar vermoedde toch dat we hier waren. Ze zetten hun tentje naast de onze.
Karim gaat zijn moeder opzoeken en neemt de was mee. In het GH zijn douches die we tegen een kleine vergoeding mogen gebruiken. Voor avondmaal zal men yak klaarmaken. De elektriciteit valt uit, pillampen en kaarsen worden boven gehaald. We zien niet wat we eten maar het smaakt heerlijk. We blijven nog lang buiten zitten en luisteren naar de verhalen van diegenen die uit China komen, een Zwitserse fietser die al maanden alleen onderweg is door het Midden-Oosten en via China, Vietnam enz. verder door Azië wil trekken. We bestellen samen nog een grote kom pudding, brokkelen er koek en fruit in. De patron bekijkt ons met een scheef oog maar 't is lekker smullen onder een heldere sterrenhemel.
Een groepje mannen zit tussen de scheringlijnen van de tent en ze maken geen aanstalten om te vertrekken als wij willen gaan slapen . Lut en ik proesten het uit als onze mannen hun aan t verstand proberen te brengen (in t plat Vlaams) dat het verboden is naar ons te staren. Uncle John komt er bij en werpt zich op als onze beschermer. Mannen!!!!!!!!
Een strak blauwe lucht en fel zonlicht. De kleuren zijn hier veel heller dan thuis en een zonnebril is geen luxe. Als ontbijt kiezen we voor een kom porridge met suiker. En k heb weer veel bekijks van de Pakistani als ik er een bord vers fruit onder meng.
Vermoedelijk vertelt Karim hun nog meer over onze vreemde gewoonten want als we de tent gaan opbreken komt hij er aan met de patron om onze luchtmatrassen te tonen en testen en hem te laten proeven van onze witte choco.
We nemen afscheid van Jokke en Lut die noordwaarts de KKH op rijden en naar Kashgar in China willen. Onderweg willen ze ook een paar trekkings doen.
Voor we vertrekken wil ik nog naar de post om naar de kinderen te bellen en geld te wisselen. Er is onderweg zoveel te zien dat we de richting kwijt zijn. Heel beleefd vraag ik in t Engels aan een politieagent hoe we aan de post geraken. Verbijstering alom. Ik denk eerst dat ze mij niet verstaan tot mijne frank valt dat ik de verschrikkelijke fout maakte als vrouw een man aan te spreken. Verontschuldig mij zo goed als mogelijk met de uitvlucht dat mijn ventje geen andere talen spreekt. Er kan een flauwe glimlach af oef . In de post beheers ik mij en laat Louis het woord voeren. Voor t geld wisselen geen probleem. Telefoneren is dan weer wat anders. Ze kunnen geen verbinding maken met Islamabad en rechtstreeks gaat het niet van hieruit. Op de terugweg naar t GH zien we onze verpleegstertjes. Ze tronen ons mee om te tonen waar ze werken en wat ze allemaal al mogen doen. Zij kwebbelen er lustig op los maar die taferelen zullen me nooit meer loslaten en k maak het voornemen de verdere reis heel voorzichtig te zijn.
Op een sportplein zijn ze een partijtje polo aan t spelen. We blijven even kijken en t gaat er nogal hevig aan toe. Ze zijn aan t oefenen voor de nationale kampioenschappen die volgende week op de Shandur pass worden gehouden vertelt ons een jonge man. Hij mocht in Augustus meehelpen bij het bezoek van prins Charles die met de engelse ploeg deelnam aan de wereldkampioenschappen, ook op de Shandur. Hij vertelt dat het verschil daar in zit dat zij met trucks hun paarden vervoeren en dat die van de buitenlandse ploegen ingevlogen worden.
t Is al middag. We eten vlug een kleinigheid en vertrekken richting Skardu. We moeten eerst terug via de KKH en het ritueel herhaalt zich aan de controlepost. We steken de brug van de Indus over en staan voor de volgende controlepost. Leg maar eens uit waar we naar toegaan! Zo ver mogelijk waar is dat?
Door de Induskloof kolkt het grijze water. De skarduroad is een smalle asfalt. We komen langs borden slide area begins/ends Wat verderop staan we in de file: een truck en een bus voor ons en mannen die de baan aan t ruimen zijn. Karim kan er, na veel gemanoeuvreer, aan de bergkant over rijden en ik hou me aan de carosserie vast alsof dat helpt om de wagen in t gareel te houden .. Hier en daar zien we aan de overkant smalle paadjes. Daar er geen bruggen zijn steekt men de rivier over, hand over hand aan een kabel waaraan een soort klimkram hangt. Op één enkele plaats zagen we een bakje met een kabel die over een katrol liep en ergens anders mannen die al peddelend de rivier overstaken op een vlot van hout op opgeblazen varkensblazen. Op een andere plaats is een stuk van de weg de diepte ingedoken en probeert men met stukken rots de weg te stabiliseren. Na een dik uur rijden zien we op de bergflanken op de onmogelijkste plaatsen aanplantingen mogelijk gemaakt door zeer inventief aangelegde irrigatiekanalen.
Thowar is de district hoofdplaats en niet veel meer dan een paar huizen. Aan de overkant van de rivier ligt het oude koninkrijk Rondu tussen een défilé van bergtoppen. We naderen Skardu en de vallei opent zich als een groen lappendeken. Er worden volop groenten en fruit geteeld. Waar ze op t veld aan t werken zijn stoppen we en onderhandelen over tomaten, wortelen, meloen , druiven en abrikozen. Karim wikkelt alles in vochtige doeken. Blijkbaar is de lucht hier zo droog dat alles op zeer korte tijd uitdroogt.
De Indus stroomt hier traag door de 40km lange en 10 km brede vallei. De rivierboden lijkt op een immens keienveld hier en daar afgewisseld met zand duinen. En ook hier is het licht zeer intens en de natuur lijkt als bevroren de lage zandbanken lijken op ijsschotsen, geen mensen, geen bomen, geen vogels op de achtergrond bruine bergen, de achterliggende sneeuwtoppen kunnen we alleen vermoeden heel speciaal.
Deze streek wordt ook wel klein Tibet genoemd omdat er niet minder dan 60 toppen zijn die boven de 7000m steken.
We rijden Skardu bazar binnen en zitten onmiddellijk in de drukte. Koeien grazen aan de straatkant. Volgeladen trucks en karren en veel mensen op straat want t was marktdag. Karim brengt ons naar het PTDC K2 motel. Hij gaat onderhandelen en we mogen onze tent gratis opstellen in hun tuin.
We gaan vlug aan t werk want de avond gaat vallen en t wordt fris. Het avondeten is deliceous in verhouding met wat we de laatste dagen aten. Vermoedelijk hebben we dit geluk te danken aan een Nederlandse K2 (8611m) expeditie die hier is neergestreken. Ze hebben hun poging moeten staken door grondverschuivingen op de aanlooproute naar Concordia en daarna te groot lawinegevaar door de hoge temperaturen. Wat ons verwonderd is dat die mannen zoveel rommel achter laten. Overal staan lege, verhakkelde metalen kisten. Blijkbaar is het de gewoonte dat ze ook een deel van de kleding uitrusting achter laten. Karim heeft zich voor een appel en een ei een paar fleece jassen en oranje sous-pulls gekocht op de oude markt.
We lopen wat rond door de zalen en genieten van de vele fotos en de geschiedenis van de mountainiering. We luisteren naar de verhalen van een paar ontgoochelde klimmers. We vertellen dat we via de Hushe valley zo ver mogelijk willen geraken naar de voet van de MasherbrunnK1 (7821m). Ook ons zal dat niet lukken daar de baan afgesloten is door een enorme sliding. Te voet verder is voor ons onbegonnen werk maar de vallei lijkt wel de moeite waard te zijn.
Mijn ventje gaat ons toiletgerief halen in de tent want er zijn hier heerlijk warme douches. Hij komt terug met t nieuws dat er een bewaker van t hotel op een stoel naast de tent zit. Als we terug gaan worden we getrakteerd op thee en iets zoets dat het midden houdt tussen cake en pudding en druipt van de honing (baklava achtig). Een paar vrouwen komen er op de achtergrond bijzitten. De vrouwen zijn hier in Kashmir volgens Karim minder terughoudend dan in de rest van t land.
Ze fluisteren en giechelen achter hun sluier.
Doodmoe en boordevol van al dat mooie dat we gezien hebben kruipen we in onze slaapzak.
We vertrekken vroeg na een degelijk ontbijt en lekkere koffie.
Na een uurtje rijden komen we in Gol en de volgende controlepost. Er zijn een paar kleine Boedhistische stupas en rotsen met rotstekeningen maar ook hedendaagse grafitti. Karim weet ondertussen dat we daar niet zo in geïnteresseerd zijn. Wat verder vloeit de Shyuk river die het water uit de bergen van Ladakh in Noord India afvoert samen met de Indus. De baan is slecht en stoffig. Er komen zeer zelden toeristen omdat er zeer weinig accommodatie is hier en de mensen staan nogal schuw tegenover westerlingen. Ik heb dan ook mijn shalwar qamiz aangetrokken en trek een sjaaltje over mijn hoofd telkens we een kleine nederzetting naderen.
We rijden door Khaplu omdat we dit op de terugreis willen doen. Via een jeeptrack rijden we door de Hushe valley. Niet tegenstaande de baan slecht is, is het toch aangenaam rijden. Een heel andere natuur. Hier en daar is men graan aan t oogsten met een zeis. Het dorsen gebeurt onder een afdak met kleine paarden die een rad draaien. We zien weinig mannen meestal op de bok van een kar, veel vrouwen in fel gekleurde sarongs en héél véél kinderen. Karim raadt me af om fotos te nemen omdat het moslims zijn en zeer schuw. In Kande kan men een tent huren. De eigenaar spreekt al jaren om een Inn te openen. De tent is vies. Juist voor Hushe rijden we vast aan de sliding. Een paar trucks staan er geparkeerd en de mensen moeten tevoet over de hoge puinwal om hun dorp te bereiken. Wij klimmen een stukje naar de plaats die een paar jongeren ons aanduiden en vanwaar we toch een prachtig zicht hebben op de MasherbrunK1. Het is hier prachtig en wij gaan onze benen wat strekken. Karim wil naar Husche bazar voor de K2shop waar men alle mogelijke materiaal verkoopt bijeengezocht van expedities- men kan hier al het materiaal kopen of huren voor zijn eigen kleine expeditie. Hij komt teleurgesteld terug. Er is veel materiaal maar de prijzen zijn westers. Hij hoopt in Skardu nog iets op de kop te kunnen tikken. We koken water voor thee en bakken pannenkoeken. Onze vriend weet niet wat hij ziet en proeft. Wij eten ze met fruit en wat suiker, hij smeert een dikke laag choco. Aan een zeer rustig tempo rijden we terug, deels met spijt zelf niet in Hushe te zijn geraakt maar toch genoten van de mooie, rustige route. We stoppen in Kaphulu. Het stadje heeft veel meer sfeer dan Skardu. De Khaplu Inn en de Ghanche Inn zijn de enige GHs en ogen allebei even basic. Normaal kan men bij Ganche zijn tentje zetten maar het tuintje ligt onder het puin voor de nieuwbouw (contradictio in terminis) De kamer is fatsoenlijk, van de badkamer praten we liefst niet (we zullen het wel stellen met de wijde natuur) De kamers liggen aan één kant van een brede gang, de keuken en wat nog????? (we willen het liefst niet zien) aan de andere kant. Slachten wordt in de middengang gedaan. Rice and dahl, no meet wordt ons avondmaal..
Het geroezemoes in de gang gaat tot lang in de nacht door.
Maken zelf onze koffie en bestellen slechts chapati en hardgekookte eieren (no bacon) want alleen het zicht al op het gebeuren in de gang doet een aanslag op mijn maag.
Khapulu(op 2600m) hangt tegen de flank van een granieten rots. De huisjes zijn gemaakt van hout en rotssteen. Op de daken zien we ook geitenstallen. Moeizame irrigatiewerken hebben het tot een kleine oase gemaakt in deze woestenij van rots en zand. Smalle en steile straatjes voeren door de bazaar naar het centrum.en verderop naar het oude koninklijke paleis. In de bazaar vinden we een bakkerij en doen onze voorraad in. We komen langs het poloveld. Wat hogerop in het oude koninklijke paleis met zijn vier verdiepingen en balkons woont nog steeds een nakomeling van de laatste Raja Fateh Ali Khan. Ook andere familieleden leven nog in t stadje. De eerste settlers kwamen van Xinjiang, Hunza en Ladakh en de islam werd vanuit Kashmir meegebracht. In Chakhchun village staat een moskee gebouwd in de 15°eeuw maar spijtig voor ons niet toegankelijk. Men kan nog verderop naar maar kleine dorpjes. Maar wij verkiezen alleen nog tot the heights te lopen voor uitzicht op de Masherbrun.
Voor we vertrekken eten we nog een broodje en rijden terug naar Skardu. We kijken nu stroomafwaarts en verwonderen ons er over dat het zon groot verschil in uitzicht geeft.
We zijn blij ons tentje weer te zien en nog gelukkiger met een heerlijk avondmaal en een heerlijke warme douche.
Karim is weer op jacht naar koopjes.
Wat langer blijven slapen en uitgebreid gaan ontbijten. We krijgen hulp van een paar bijdehandse jongens bij t afbreken van de tent.
Skardus Shia Moslims vieren Ashura en Chhelum, herdenking van de dood van Hussain de kleinzoon van de profeet. Mannen en jongens trekken dan door de bazaar al zingend terwijl ze zichzelf kastijden met zweepslagen. De datum verschilt elk jaar en we zijn blij dat het niet tijdens ons verblijf hier valt - teveel drukte en teveel gruwel (zagen het ooit in Maleisië)
Achter het poloveld nemen we het steegje naar Karpochufort in de 17°eeuw gebouwd door Ali Sher Khan Anchan op deze rots. Het is een hele klim maar het uitzicht maakt ons sprakeloos. Terwij Ali Sher Khan op strooptocht was gaf zijn gemalin aan Mongoolse kunstenaars de opdracht voor haar ook een paleis te bouwen nabij de pologronden Mindoq Khar met een Mongools geïnspireerde tuin Hilal Bagh voor de aanvoer van water voor het onderhouden van die tuin liet ze dan ook maar een aquaduct bouwen. Van het paleis en de tuinen is niets meer te zien door de verwoestingen door Dogras en overstromingen. Het oude Raja paleis is nog steeds in gebruik. Qatal Gah is een fel gekleurd complex achter het Tourist Office met een moskee en de imam barge die alleen gebruikt wordt bij het Shia festival.
Doodmoe van al dat rondlopen op hoge hoogte en het klimwerk willen we gaan rusten aan een meer. Voor Kachura Lake moeten we niet ver om rijden. We kijken onze ogen uit op het kitscherige Shangri-la tourist resort, helemaal in Chinese stijl gebouwd en met een prachtige tuin. Een cola smaakt lijkt champagne in dit decor.
Tijdens de rit naar Gilgit kunnen we heerlijk genieten. We voelen ons ondertussen volledig safe met Karim achter t stuur. Aan de post voor Gilgit kijken we het boek eens door om te zien of we geen bekende namen tegen komen. Noppes.
We zetten ons tentje op, op dezelfde plaats en voelen ons direct thuis. Karim trekt een nachtje naar huis en neemt weer de was mee. Nieuwe klanten en nieuwe verhalen. Het avondeten zal yak op de bbq zijn want no electricity en gestoomde rijst. Bij het douchen moeten we elkaar bijlichten. We installeren ons met een boek op het balkonnetje en komen er niet toe ook maar 1 bladzijde te lezen want de hemel is helder, volle maan en duizenden sterren.
We slapen wat langer want we houden een dag rust. In de voormiddag trekken we weer maar eens naar de post. De weg kennen we ondertussen en de efficiëntie is er ook niet op verbeterd. Geen kinderen gehoord vandaag. Ze zullen zo stilaan wel ongerust worden. Maar ja, geen nieuws is goed nieuws hopelijk denken ze daaraan. Mijn chocopot is leeg. Op de markt kopen we abrikozen en perziken en ik slaag er in onder het toeziend oog van de patron een paar potten lekkere confituur te maken. Hij wordt goedgekeurd. s Namiddags roept hij mij om de juiste hoeveelheid suiker uit een grote baal te scheppen om te lachen natuurlijk. Als hij de vruchten spoelt en ontpit wil ik het hem graag nog eens voor doen. Het feit dat ik de potten afkook en na t vullen ondersteboven zet is blijkbaar weer zon westers fantasietje en wordt aan iedereen die binnenkomt uitgelegd. Dus als ge ooit in Gilgit komt en verse confituur voorgeschoteld krijgt remember me. De rest van de namiddag probeer ik dit verslag bij te houden. Vertrek steeds met goede voornemens maar elke dag schrijven lukt me gewoonweg niet.
Bashir zou ons hier komen opzoeken om te zien hoe het meevalt en wat we verder willen. No Bashir
Karim komt vroeg terug en hoort natuurlijk het confituur verhaal. En heb ik geen pannekoeken gebakken??? Voilà dat wordt dus het dessert deze avond. k Ga ooit nog eens een folderke moeten opstellen: koken voor je gastheren waar ook ter wereld. Na een zeer rustige dag en een gezellige avond genieten we van de rust in ons tentje.
De "KHH"
Daar gaan we dan. Lang droomde ik van de KKH, las boeken en ging kijken naar diavoorstellingen en films. Het is zo ver en ik voel weer wat spanning. Van hier tot de Khunjerab-pass aan de Chinese grens is het 258km spektakel. De KKH volgt de Hunza en later de Khunjerab rivieren, slingert zich door diepe kale kloven en windt zich rond 7000ders, gletsjertongen likken aan de baan. In verhouding met de vorige routes is deze heel druk bereden. Het is dan ook de verbindingsweg met China. We worden voorbijgestoken door jeeps met rijke toeristen die de tocht in één dag klaren. Wij hebben tijd zat en willen ons koesteren in de zon, al onze zintuigen op scherp. Vanaf de start wordt onze blik getroffen door de 7140m hoge Kampire Dior als een bewaker van de vallei. Na een half uurtje stoppen we aan het monument voor de duizenden arbeiders die deze route aanlegden. Het stelt een drilboor voor en er staat in Urdu een tekst onder (heb hem even opgezocht en geef hier de vertaling in t engels wil hem niet nogmaals vrijelijk vertalen) God has given humans integrity, faith, and a strong mind, and if they set themselves to it they can kick a mountain to powder or stop a river in its tracks Heel velen lieten het leven in de barre omstandigheden blootgesteld aan alle natuurgeweld. Voor t ogenblik zijn er nog dagelijks een paar duizend soldaten druk bezig met het onderhouden en vrij houden van de baan. In Jaglot moeten we beslissen of we de oude route nemen. Deze jeep track loopt een stuk over de bergwand aan de andere kant van de rivier. Daar werd in 1960 gestart met de werken op de oude karavaan route. De ingenieurs van het Pakistaanse leger hadden er zoveel problemen dat ze beslisten de route wat te verleggen. We hoeven even geen jeep track en nemen de nieuwe route. Vanuit Chalt vertrekken verschillende valleien naar de Karcheli en de Chaprot gletsjer. In de Garmasai vallei zijn ook warmwaterbronnen en er wordt nog gezocht naar robijnen. We gaan alleen even de baan af om uitzicht te krijgen op de gletsjers. Hier staat ook een informatiebord dat de eilandplaat eindigt en de Aziatische plaat begint hier botsen 2 continenten. Van hieruit draait de baan om de Rakaposhi (7788m) heen. Langs de baan zijn een paar restaurantjes die leuke terrasjes hebben met uitzicht op deze majestueuze berg -de 27° op de lijst van de hoogste bergen ter wereld maar voor mij één van de mooiste. We zitten goed en halen onze sunblocker en zonnebril boven. Een vers fruitsapke, benen op een andere stoel en Karim zijn fleece onder mijn hoofd. Wat kan het leven mooi zijn. Karim heeft ook een soulmate gevonden en beiden zitten ze gehurkt op de schokbreker vooraan de auto nootjes te peuzelen. Soepele mannekens. In Nazirabad steken we de rivier over en rijden over de mooie chinese brug bewaakt door twee rijen leeuwen. 10km verder rijden we het voormalig grondgebied van het Koninkrijk Hunza in het wordt nog steeds de Hunza vallei genoemd en ze is adembenemend mooi. Het was vroeger een rijke streek vooral door de overvallen op de karavanen. Op de vruchtbare hellingen liggen de tuintjes in terrassen afgeboord met rotsmuurtjes en de vele ranke populieren hebben reeds hun herfstkleur. . Er bovenuit steken de Rakaposhi, de Ultar en de Distaghil. Heb me een plannetje gekocht met al de bergtoppen en gletsjers op en dat doet goed dienst al kan Karim ons ook zeer goed alle toppen aanwijzen. Langs de baan staan zakken aardappelen, wortelen, bonen en abrikozen op vervoer te wachten. Zelfs boven op de Natco bussen zijn de zakken hoog opgestapeld en daar bovenop nog een tiental passagiers. Er lopen ook opvallend veel mensen langs de baan en bijzonder veel schoolkinderen. Ze wuiven en roepen naar ons. Oude mannen tikken hun tulband aan als groet en af en toe vertraagt Karim om een woordje te plaatsen en ons de kans te geven hun waren te keuren. Dat tikken tegen die tulband werkt op mijn lachspieren een verbasterde militaire groet??? Ze hebben ook allemaal zonder uitzondering grote messen of zeisen in hun lendenband steken. We kopen een zak druiven en een soort misvormde meloen. Neen, niet zo maar vlug vlug kopen. De waren moeten gekeurd worden, mooie rijpe kleur en geen gebarsten druif, aan de meloenen moeten we tasten en ruiken en wegen. Als de waren goedgekeurd zijn kan men onderhandelen over de prijs. De Hasanakloof slokt ons op, hoge massieve wanden, diepe kloven en diep onder ons de wilde rivier. Vanop de brug hebben we uitzicht op de uitlopers van de Hasana gletsjer en al staan we in volle zon toch krijgen we kippenvel door de koele bries die van de ijsvlakte komt. Vraag me af hoe men beslist heeft waar de weg moest liggen en waar men een brug kon bouwen moest men dat te voet of te paard verkennen of had men voldoende uitzicht vanaf het karavaan pad van de oude zijderoute? Moet ik later nog eens naar informeren. En dan zijn we in Aliabad en zien we hogerop Karimabad liggen.
Aliabad is druk en alleen interessant voor zijn busstation en de grote bazar. We rijden door naar Karimabad en zien een uithangbord Ideal View hotel/restaurant and camping point. a unique place for stay and dine. We volgen de pijlen via een smal bergpaadje een nog smaller en kramikkig brugske over een kloof en komen aan het hotel. We weten niet wat we zien. Een klein laag gebouw in de traditionele grijze Hunza steen met openingen waar ofwel niks ofwel donkere doeken voor hangen. Ze leggen ons uit dat het nog moet gebouwd worden maar ze hebben een keuken en er zijn toiletten. Het hotel dus niks maar de ligging is fabuleus en er is een grote tuin. Er staan een paar tenten opgesteld die verhuurd worden. Wij mogen de onze opstellen voor een paar rps. en kunnen kiezen welke bergtop/gletsjer we aan onze voordeur willen. We kiezen voor uitzicht op de Ultar. Mijn borstkas is vandaag een maatje te klein om al die overweldigende emoties op te bergen. Hebben niet veel kms gereden maar ik denk dat ze bij de top tien der wereld behoren. Karim zet ons af nabij het poloveld. We lopen naar de bazar (en pa doet zijn voorraad Tshirts in) en wandelen door het kleine centrum en langs de irrigatiekanalen. Blijf me verwonderen over de inventiviteit en oordeelkundigheid waarmee ze aangelegd zijn. We vinden wel de auto terug maar Karim is verdwenen. De tamtam treedt in werking als we in de teashop naar hem vragen en na een paar minuutjes is hij er en blinkt met zijn nieuwe zonnebril. Terug in t hotel waar men zich op onze terugkomst heeft voorbereid. Een jongere die in Frankrijk was wil voor ons frietjes bakken. Hij heeft de aardappelen al geschild en gesneden. Willen hem niet teleurstellen en bestellen voor elk een portie. De tomaten die ze hebben zien er goed uit en we nemen er 4 mee zullen die zelf wel pellen en snijden. Vlees hoeven we niet, onze wandeling door de bazar en de slachterij had onze vleeshonger verdreven. Het is ondertussen goed donker en koud. Aan de bomen worden lantaarns gehangen. We zetten de tuintafel in de voortent en wikkelen ons in onze slaapzakken. De frietjes komen er aan; een heel grote kom en ze druipen van t vet. We leggen een paar vellen van onze keukenrol op ons bord in de hoop van maar de vrees voor deze nacht. We durven niet anders dan er toch wat van te eten. Gaan een keteltje water koken, gooien er een paar zakjes soep in en eten er een half toastbrood bij. We ruimen zelf af en laten een deel van de vettige boel in plastiek zakjes verdwijnen om weg te gooien. De kok glundert als hij de lege borden ziet en ik neem me voor de zoveelste maal voor nooit meer in t buitenland frieten te eten want dat valt altijd tegen. We kruipen vroeg in bed, moe maar gelukkig. Tijdens de nacht doen we een race naar de WC en vallen onze voorraad Immodium aan.
Boven verwachting toch nog goed geslapen. Onze tent staat te dampen in de zon. Amaai, van temperatuurverschillen gesproken. Om 9 u zitten we in korte mouwen buiten een voorraad chapatis te verorberen. Onze magen hebben de aanslag blijkbaar goed overleefd. We rekenen af. De kok is zo fier dat hij voor ons heeft mogen koken dat we niet mogen betalen. We staan er op een vergoeding te geven voor onze staanplaats, de tomaten en het koken van het water maar dat we de frietjes graag als geschenk aanvaarden. We laten hem wat zakjes soep en nescafé achter. Hoog tijd voor een bezoek aan de forten Baltit en Altit. Ze liggen beiden op een rots. Stevig gebouwd van stenen en dikke houten balken en gepleisterd met in de zon gedroogde leem. De geschiedkundige verhalen en de verhalen over het interieur zijn te lang om hier te schrijven er zijn voldoende boekjes en folders over. We dwalen door de ruimtes en aanhoren de vele verhalen over prinsen en prinsessen, krijgsheren en de slotwachters Het waren feodale besturen. De boeren voorzagen de slotheer van al wat hij nodig had en in geval van oorlog of rampen kregen ze van hem bescherming. Via ladders heeft men toegang tot het dak en uitzicht op de Rakaposchi en de Ultar-gletsjer maar ook op de vallei en de dorpen. Op de daken van de huisjes die onder het fort gebouwd zijn leven geiten en schapen en worden groenten en fruit gedroogd. De daken zien oranje van de abrikozen. Van deze vruchten wordt alles gebruikt. De noot om verf te maken, de pit om te eten of meel te maken. Het vruchtvlees wordt gedroogd en grotendeels verkocht. Een deel wordt gehouden als aanvulling op de voeding. De vallei is wel heel vruchtbaar maar tegen t einde van de winter zijn de voorraden op. Buiten drogen en pekelen zijn er weinig bewaarmogelijkheden. Als er al electriciteit is kan men er toch niet op rekenen omdat die dagelijks vele uren uitvalt. Generatoren worden alleen in hotels en grote zaken gebruikt. Zelfs het lokale ziekenhuis beschikt momenteel niet over een generator. In Aliabad is het Pakistan Mineral Development Corporation project om de winning van edelstenen te bevorderen. Wat verderop kan men naar de ontginningsplaatsen voor robijnen wandelen. Ganesh ligt in een kronkel van de KKH waar deze naar beneden duikt om de rivier over te steken. Het is een zeer oud dorp en de meeste inwoners zijn sjiieten die nog vasthouden aan de oude tradities. Er is een fort met moskee en een wachttoren waarnaast een waterreservoir. De jongeren leren hierin zwemmen en bewijzen daarna hun kunsten en dapperheid door het oversteken van de rivier. De overkant van de rivier bereiken was in oorlogsjaren dikwijls de enige ontsnappingsweg. Kort bij de Ganesh brug is een rots die helemaal overdekt is met inscripties, namen van heersers en jaartallen sommige teruggaand tot de 5°eeuw. De tekeningen vertonen steekbokken en sjamanen. Aan de overkant ziet men dorpjes tegen de bergflank kleven. Overal ziet men massas puin die naar beneden zijn gekomen. Er is hier ook een derde van de KKH de diepte ingegaan. Er gaat een gat van een tiental meter lang. De arbeiders hangen in netten langs de bergwand om herstellingswerken uit te voeren. Weer even griezel, griezel. We zien wel veel borden slide area starts maar ze imponeren ons niet meer. Karim daarentegen is steeds zeer aandachtig en kijkt nog steeds meer omhoog dan naar het wegdek. We steken terug de rivier over via de Shishkot brug. Volgens de reisgidsen één van de mooiste uitzichten langs de KKH. En we moeten het beamen al heeft bij mij de Rakaposhi nog steeds een streepke voor. In Gulmit zitten we terug op een zeer vruchtbaar plateau, gemiddeld 2500m. Er is een klein museum, een fort en een boekerij waar veel lectuur in t engels te vinden is over de geschiedenis van de streek, mountainering enz. De deur is open en we steken even ons hoofd binnen. Veel bezoekers komen er niet vertelt men ons. De georganiseerde reizen zoeven hier voorbij en stoppen misschien even om iets te drinken. De trekkers komen voor de bergen en spenderen weinig tijd aan de rest. Af en toe blijven er een paar wereldreizigers rondhangen die zich dan wel gelukkig prijzen met de mooie en sommige zeer oude boeken. Er zijn wel een paar leuke GHs.. we zien wel op de terugweg. Even voorbij Gulmit komt de Ghulkin gletsjer helemaal tot aan de baan en eindigt onder de brug in de rivier. We stappen uit om hier ook de wind te voelen die van de ijsvlakte komt. Natuurwetenschappen in de praktijk, koude lucht daalt en warme stijgt. De weg klimt terug langs de zijmorene. 10 Minuten later zien we voor ons de Passu gletsjer, stralend wit en met diepe groenachtige kloven een pracht van een gletsjer zoals ge ze niet dikwijls ziet. Daarachter hoge pieken waarvan er zomaar zeven boven de 7500m uitsteken. Passu is een ontmoetingsplaats voor bergbeklimmers. Ook Jokke en Lut zouden hier gaan trekken. In de Passu Inn vinden we hun namen niet in het gastenboek. Misschien zitten ze nog in China. De vallei is hier breed en ook hier is de fruit en groenten teelt troef. Dat het dorpje niettegenstaande de vele mogelijkheden niet groter is is te wijten aan zijn geografische ligging. De gletsjers van de Shimshal vallei blokkeerden regelmatig de rivier met telkens waterdoorbraken en modderstromen die een deel van de rivieroever en het dorp meesleurden. De modderstroom van 1974 bedolf een groot deel van het dorp onder puin en vormde een meer waar nu op ganzen gejaagd wordt. Wat verder loopt de KKH over een brug over stroom van de Batura gletsjer (60 km lang en daarmee één van de langste in deze regio) Het grijze ijs en puin raakt regelmatig de baan. In 1976 haalde hij de oude chinese brug omver en 2 stalen bruggen raakten met de tijd buiten gebruik. De voorlopig nieuwe brug heeft een wegdek lijk een soort metalen zeef om zoveel mogelijk puin en smeltend ijs door te laten. Men vraagt zich hier af wanneer de gletsjer de baan definitief opvreet. Verderop in verschillende kleine dorpjes zijn projecten van het AKRSP zichtbaar van op de highway: irrigatiekanalen, boomgaarden en boom kwekerijen. Het aanleggen van de KKH bracht hier meer welstand. Sust/Soost het laatste centrum voor de Khunjerab pass en de grens met China. Het openstellen van de route en het toerisme deden in dit dorpje hotels uit de grond rijzen, veel vlugger dan de ondersteunende faciliteiten konden volgen. De gebouwen zijn er, de accommodatie basic en de restaurant serveren heel eenvoudig Pakistani food. Rond de immigratie en douanekantoren staan trucks en Natco bussen en is er wat over en weer geloop. Vermoedelijk is het drukker als de bussen uit China aankomen. Er is een klein bankkantoor, een post, een ziekenhuis (??) en een hammam (zalig warm op deze hoogte) Het is allemaal in mini formaat maar het werkt ook allemaal perfect.
In de Mountain refuge hebben ze een kamer vrij. De badkamer is rudimentair maar netjes. Centrale verwarming bestaat hier niet dus blijven we niet te lang op de kamer. Buiten in t zonneke en uit de wind is het heerlijk en met uitzicht. Er is een brief voor ons van Bashir. Had ons blijkbaar gemist in Gilgit. Zullen we maar geloven zeker. Hij stelt voor te gaan afrekenen bij zijn ouders in Hyderabad. Karim kent de uitbater van ons GH en ze nemen ons mee de bergen in. Daar op 3800m zijn diepe putten die het water van de bergen opvangen en ondergrondse tunnels vormen de irrigatiekanalen. De tunnels werden met de hand gegraven en voor de inhuldiging werd er zelfs een plateau uit de bergwand gehakt om de helikopter met de hoogwaardigheidsbekleders te laten landen bij de inhuldiging. s Avonds schuiven we bij kaarslicht aan in de eetzaal met een 6tal andere reizigers tussen de 25 en de 40jaar. Het gezelschap staat ons aan. In de hoek staat een soort open haard die aangestoken is en de temperatuur aangenaam maakt. We genieten van de reisverhalen en avonturen. China blijkt toch voor velen het moeilijkst ongeorganiseerd te bereizen. Tickets voor trein en bussen bemachtigen een kunst, uit eten gaan een gruwel want de chinese chinees kan niet koken in vergelijking met de chinees die wij kennen en de klanten onbeschoft en met ongemanierde manieren. Hoe mooi het land ook is de charme valt tussen de plooien van het steeds op zijn strepen moeten staan. Pakistan is luxe volgens hen. Ze dromen al van een vrijdagnamiddag drink op de Australische ambassade in Pindi. Weer iets geleerd. Blijkbaar is dat de enige plaats in Pakistan waar overvloedig en vrij alcohol geschonken wordt en aangezien dress code voor Australiërs zich beperkt tot shorts en sandalen zullen ze er niet te fel opvallen. Voor hen zijn wij oudjes met veel durf en dat we regelmatig de tent opzetten vooral als de accommodatie niet veel soeps is vinden ze geniaal. Maar ja, wij hebben Karim en zijn jeepke hé. Het menu: eenvoudig, smakelijk en spot goedkoop. De potten moeten regelmatig worden bijgevuld. Anton is verlekkerd op de vanillepudding en doet zijn bestelling voor morgenvroeg. Eentje heeft een gitaar bij en er wordt nog wat gezongen vooral uitbundig. Als de stoof uitgaat kruipen wij in bed en t heeft vermoedelijk geen 5 minuten geduurd voor we sliepen.
Ontbijt met porridge, vanillepudding en toast met ei. In de volgorde van het opdienen. Geeft ni t is lekker, warm en voedzaam. Tegen dat wij vertrekkensklaar zijn is Anton al aan t wassen. Kookwas op een vuurtje buiten. Kon nog juist een paar zaken redden .hij zou alles gewoon afgekookt hebben omdat de geur en t vuil van China er in kleefde. Mannen toch. De zon schijnt en de lucht is krikkel droog t zal wel lukken lm het drogen.
Van hieruit is het nog 85 km naar de pashoogte. Hebben de voorbije dagen niet veel kms afgelegd.. De vallei is smal en kaal. De rotswand is niet heel stabiel en grote stukken rots en platte stenen liggen op de baan en zolang ze geen groot obstakel vormen mogen ze er blijven liggen. De Hunza rivier is verleden tijd we volgen nu de Khunjerab river. De natuur blijft zo goed als hetzelfde. Hier begint het Karakorum Nationaal park, het territorium van het Marco Polo schaap met zijn mooie horens en waar jagen verboden is.. De vallei wordt breder en de rivier een klein bergbeekje met een grasoever en wilgen en berken (wat komen die hier op deze hoogte doen?) Onderweg zien we een paar Yaks In Dih, 6 stenen huizen groot, de laatste security check noteren we zorgzaam dat we van Sost komen en naar de pashoogte gaan. Straks zullen we hier het tegengestelde noteren. Administratie in orde. Nog 50 km. Na Dih zien we regelmatig vervallen betonnen gebouwen. Dit waren de GHs van 1960 voor de Chinese werkers aan de KKH. De laatste 30 km zijn heel gemakkelijk rijden. De baan is veel minder steil De baan volgt weer de oever van het riviertje. De 12 goed aangelegde haarspeldbochten brengen ons naar de pass hoogte. Ter hoogte van het douaniershuisje parkeert Karim de auto en zet meteen de motorkap omhoog om condens te voorkomen.
De Khunjerab ligt op 4733m hoogte en wandelen is op onze adem trappen. We doen rustig aan. Karim brengt ons tot bij de douaniers die ons thee aanbieden. De mannen verblijven hier een volledige maand op wat voor ons de meest verlaten douanepost ter wereld moet zijn. Ook de wintermaanden zitten ze in dit betonnen hok met een paar britsen alhoewel de pas dan officieel gesloten is. De enige luxe die ze hebben is een gasbrander om op te koken en het een beetje te verwarmen. Zouden ze niet stiekem naar Dih afzakken? Wie kan hun hier dan controleren? De lucht is ijl en droog. Het trekt op de lippen en het voorhoofd. Dit is de hoogst gelegen geasfalteerde grensovergang ter wereld. Even een foto nemen aan het O km KKH bord en het monument met de vermelding dat de pas in 1982 open ging eerst voor plaatselijk verkeer daarna ook voor toeristen.. De pas ligt op een continentale waterscheidingslijn. Het water aan de Pakistaanse kant gaat naar de Indische Oceaan, aan Chinese zijde verdwijnt het in de Taklamakan woestijn (wanneer je er in gaat kom je er niet meer uit)
Richting streep die de scheiding tussen de beide landen aangeeft. De Chinese douaniers hebben bezoek van hun baas, eentje met sterren op zijn épauletten. Ze vragen ons om bij op de foto te komen en ook de Pakistaanse douaniers. Ik neem ook maar vlug ééntje met mijn ventje tussen die opgetogen in de handen klappende mannekens. Het mag eigenlijk niet maar met een paar woorden Engels zweren we op ons zieltje dat we ze aan niemand zullen laten zien. De omkoopsom bedraagt de tegenwaarde van 5 zakjes oplossoep. We hebben dus illegaal op Chinese bodem gestaan.
Wat ons nog het meest verwonderd is dat op deze hoogte zo weinig sneeuw te zien is. Zo droog is het hier.
Voor we vertrekken een bezoekje aan de openbare toiletten ook hier gescheiden voor mannen en vrouwen en proper. Na een paar maal starten slaat de motor aan. Blij want duwen op deze hoogte zie ik niet zitten. Volgens Karim is dit een bijverdienste voor de douaniers: zorgeloze toeristen de berg af helpen. De verwachtingen zijn niet meer zo hoog gespannen en de terugweg zeer relaxt tot er een 20tal meter voor de auto plots een rotsblok naar beneden schuift. Karim, altijd attent, had het gezien en kon tijdig remmen en een stuk achteruit rijden omdat dit blok misschien andere stenen heeft losgemaakt. We geloven onze ogen niet als we onderweg de Zwitserse fietser uit Gilgit tegenkomen. Hij heeft de route dus bijna zo vlug afgelegd als wij. We stoppen in Sost voor een drankje en krijgen van Ibrahim de resterende vanillepudding voorgeschoteld. Anton ligt achteraan in de hangmat te soezen en wil hier nog een paar dagen blijven. De rest is vertrokken. In Passu gaan we in t GH iets eten. We installeren ons in de tuin onder een boom vol kakivruchten. We zouden hier ook graag een tijdje blijven maar we moeten ook nog langs de ouders van Bashir in Hyderabad en Karim verwittigt ons dat we dan een heel deel van de geplande route zullen moeten schrappen en dat willen we dan ook weer niet. In Hyderabad trekken we een smal wegske in. Karim is wat nerveus. Hij vraagt ons even in de auto te blijven zitten. Na een tijdje komt hij terug en stelt de vader van Bashir voor die ons uitnodigt naar zijn huis. We moeten nog een heel stuk via een smal padje bergop voor we er zijn. De moeder nodigt ons binnen. Door mijn hoofd spookt alles doorheen: wat is Helga hier komen zoeken? Zijn dat echt de ouders van Bashir en moeten we hier zomaar een groot bedrag $ achter laten? We krijgen thee en koekjes en fruit voorgeschoteld. Kakkerlakken lopen over de schotel maar dat blijkt niemand anders dan ons op te vallen. Ik verontschuldig mij dat ik zo boven hen uittoren maar door mijn knieën kan ik niet op de grond zitten en ga maar in de vensteropening zitten. Krijg ondertussen ook wat frisse lucht. De vader is gepikkeerd omdat Helga naar België gegaan is om te bevallen en niet onmiddellijk is teruggekeerd. Het kleindochtertje is ondertussen al 9 dagen oud en de buren zijn niet blij dat Helga het lesgeven zolang heeft stopgezet. Ze vergeet de familie enz. k Voel me meer en meer gespannen worden. Djeses, de schoondochter die niet opdraaft, die haar eigen gemak en het welzijn van de kleine niet opoffert voor de familie. Zou hier graag eens komen als Helga er is. Kan er mij geen voorstelling van maken. Is ze gelukkig hier? Wat als de kleine ziek wordt? Er is hierboven geen auto en te voet naar de baan is al gauw een paar uur stappen laat staan dat ge daar dan onmiddellijk verder vervoer vindt. En Bashir die steeds op trekking is. We rekenen af maar besluiten het laatste derde slechts in Islamabad , op t einde van de rit, aan Karim te overhandigen. De houding van die vent staat ons helemaal niet aan. Zo vlug als ons fatsoen het toelaat nemen we afscheid. Het commentaar van Karim op heel de situatie zal ik maar niet neerpennen, hij voelde er zich ook niet wel bij.
De rit is nog lang en de zware voet gaat op het gaspedaal, we stoppen af en toe even om nog wat fotos te nemen of te genieten van straattafereeltjes. Het is thuiskomen in Gilgit.
Gilgit via shandur naar Chitral
Voor we vertrekken gaan we nog wat inkopen doen. Op de Shandurroute is er niet veel mogelijkheid om proviand in te slaan. In de Chinar Inn lukt het mij om een telefonische verbinding te krijgen met thuis. Juist de tijd om te zeggen dat met ons alles goed gaat, nieuws van hun zal voor een volgende keer zijn want de verbinding valt uit.
Klaar voor de 400km lange jeep track naar Chitral. Volgens de boekjes moeten we rekening houden met een rijtijd van 25 tot 30u als alles meevalt. De vallei volgt de Gilgit river en de omliggende bergen behoren tot de Hindu Kush. De vallei behoorde tot 4 koninkrijken, Punial, Ishkoman, Yasin en Ghizar. Er worden dan ook veel verschillende dialecten gesproken maar de meesten verstaan het Shina dat ook in Gilgit wordt gesproken, gelukkig voor Karim en voor ons. Van 1989 werden ze ondergebracht in het Gilgit District maar teren nog sterk op hun eigen regels. De kledij van de vrouwen is er ook opvallend veelkleurig en op t hoofd hebben ze een soort beklede doos. Volgens Karim moffelen ze daar hun kleine schatten in vooral kohl voor de ogen. Het is prachtig rijden. Het pad, want meer is het niet, slingert naast de rivier tussen de bergen door. Waar de vallei wat breder is liggen hier en daar kleine dorpjes. In Golapur houden we teastop voor Karim en hij komt terug met een gebakken vis. We peuzelen er wat van, smaakt wel lekker, maar we durven hem ni
Zimbabwe is een deel van het vroegere Rhodesië dat onder Cecil Rhodes ook nog Zambia, Malawi en Mozambique omvatte. Harare was een suburb van Salisbury. Deze naam verdween, de hoofdstad werd Harare en de suburb is het huidige, zeer levendige Bwame.
De kogel is door de kerk. We gaan naar Zimbabwe. Na verschillende keren Azië als reisdoel te hebben gekozen willen we wel eens ergens naartoe waar het rustiger is. Na het lezen van wat reisverhalen en omdat we slechts 2 weken weg kunnen viel deze beslissing. We reserveerden een vlucht bij Balkan airlines. Het is er eentje met een tussenstop in Sofia waar we de nacht moeten doorbrengen.
De vlucht Zaventem-Sofia verliep vlekkeloos. Op de luchthaven krijgen we een transitformulier. Een minibusje brengt ons naar hotel Pliska nabij 't centrum. Tien minuten later zijn we reeds op stap in de stad. Een speciaal sfeertje en mooie gebouwen. We stappen een oude kerk binnen waar een huwelijksplechtigheid plaats heeft volgens de Grieks-Orthodoxe riten. We wisselen een paar DM in Bulgaarse Lev en schaffen ons een stadsplannetje aan en een paar gekke gadgets voor de kinderen. Op de tram moeten we ons laten helpen want we verstaan geen knijt van het ticketsysteem. De conducteur wordt er zowat gek van, wuift ons weg, laat ons gratis meerijden en verwittigd ons als we op het centrale stadsplein zijn. We slenteren door de smalle straatjes en stappen een winkeltje binnen. Oeps, grote consternatie als we vergeten te wachten tot er een winkelmandje vrij komt. Dit systeem kenden we van in Tjechoslowakije maar we hadden er in ons enthousiasme niet meer aan gedacht. Als eerste souvenir voor mij deze reis koop ik mij een setje met een tiental haaknaalden in diverse maten voor de prijs van omgerekend 2,80BFr We kuieren door het stadspark en nemen de trolleybus terug naar het hotel. Het avondeten is zoals overal in het oostblok: een soort linzensoep , aardappelen met kool en worst en een taartje als dessert. De kamer is groot, versleten maar proper. Zelfs de douchekop doet het. We liggen vroeg in bed want we worden om 6u30 opgehaald.
Op de vlucht naar Harare is achteraan nog veel plaats vrij. We mogen echter niet verhuizen omdat op de laatste rijen illegalen zitten die terug naar Nigeria worden vervoerd. Onverwacht landen we in Tunesië om bij te tanken. We mogen rustig blijven zitten. In Lagos, Nigeria moeten we wel naar de transitzone. Het is er snikheet en de airco doet het niet. Aan de douane post is er veel heibel. Een geharrewar van mannen, vrouwen en militairen en massas bagage in bijeengeknoopte doeken die de weg versperren. Een jongeman maakt gebruik van de herrie en springt terug over het dranghekken en verdwijnt richting landingsbanen. Uiteindelijk kunnen we met een half uur vertraging terug inschepen. Alles wordt wel een paar maal nagekeken op verstekelingen. Het wordt zo heet dat men de nooddeuren openzet om wat lucht te krijgen. Gelukkig wordt het weer rustig na het opstijgen. Van slapen komt niet veel meer. We landen rond 9u in Harare.
Eerst zorgen dat we Zim.dollars hebben. Ze proberen ons hier reeds in 't zak te zetten maar ik tel mijn centjes altijd goed na en het sorry, sorry lokt bij mij alleen een plat vlaams discours uit. Een taxi brengt ons naar The Executive Hotel nabij het centrum. De kamer en badkamer zijn ruim en netjes. De prijs zeer schappelijk. Het restaurantje is zeer gezellig en ze serveren er heerlijke maaltijden. We gaan op verkenning, eerst naar een autoverhuurbedrijf. Een paar blokken verder is er ééntje die ons een goede prijs maakt. Het behoort wel niet tot een keten maar heeft wel afspraken met garages in de verschillende steden. We mogen straks de wagen komen keuren en hem deze avond reeds meenemen naar 't hotel niettegenstaande het verhuurcontract morgenvroeg slechts start. We maken ook een afspraak voor drop-off aan de luchthaven de laatste dag. We trekken het centrum in. Daar is, aan het parlementsgebouw, een betoging door vrouwen voor het behoud van hun parochiepriester . Er wordt gezongen en gedanst. Wij gaan op zoek naar het Travel Center om wat informatie te vergaren, vooral over de parken. In het Main Post Office posten we een paar kaartjes in de hoop dat deze voor ons thuis zullen zijn. We wandelen verder door het centrum en stappen binnen in een paar zaken met lokale kunst die ons doen watertanden. 't Steekt hier vol met prachtige zaken die ik allemaal wel zou willen meenemen. Iets voor de laatste dagen. We paraderen langs het Meikles hotel - grand chique. Wandelen door de Harare Gardens en langs het open air theatre waar muzikanten aan 't oefenen zijn. Het sfeertje hier bevalt ons wel. Opvallend de vele MACs en JFK's en hier en daar zien we straatkinderen rondhangen. Een meisje, wiens ouderdom we op 7 à 8 jaar schatten, nemen we mee de broodjeszaak in en laten haar haar keus maken. Blijkbaar not done hier maar we vegen er ons voeten aan. We wandelen verder en nemen een bocht langs het Bronte Hotel. Het is een oud-koloniaal huis met een prachtige tuin waar we genieten van een heerlijk fruitsapje. De kamers zitten nu vol maar we zullen proberen onze laatste nacht hier door te brengen. De wagen ophalen zodat we morgenvroeg de baan op kunnen. Onze eerste dag op Afrikaanse bodem is ons goed bevallen.
In de badkamer hangen pamfletjes om zo zuinig mogelijk om te springen met water en dat doen we dan ook. Voor ontbijt kiezen we de afrikaner versie. Amaai daar kom ik normaal een hele week mee toe. De bagage de koffer in en we zijn op weg. We zoeken op het plannetje de gerichtste weg om op de baan naar Bulawayo te geraken. Eerst rustig aan want ze rijden hier aan de verkeerde kant van de weg en dat is toch steeds een tijdje aanpassen. 24 km richting zuid is het Lion & Cheetah Park. We willen het aan 't begin van 't verlof bezoeken om een beetje overzicht te krijgen van al die verschillende katachtigen. Hyena's vind ik afschuwelijk, de Hunting dog heel speciaal, de civet, genet en serval cat heel sierlijk, de cheetah's en luipaarden imponerend. We zijn juist op tijd om het voederen mee te maken. De poema's gaan nogal tekeer als ze grote hompen vlees toegeworpen krijgen. Aan de overkant van de baan kan men door een park rijden waar cheetahs en leeuwen vrij rondlopen. Mijn ventje draait de zijramen omhoog als er een paar jachtluipaarden te kortbij komen en aan de spiegel gaan likken. Langs de baan wordt er veel gelift. Wij pikken 2 vrouwen met hun baby's op. Prachtige gewaden (dat kan men niet zo maar gewoon kleren noemen) dragen de dames. Ze zullen wel een teken geven zeker als ze willen uitstappen want hun taaltje is wel het onze niet. We stoppen aan een soort fruitkraam en de mango's, bananen en pomelo's verdwijnen in een grote kartonnen doos. We rekenen af maar één van onze liftende dames komt kijken, keurt het fruit, verwisselt een paar mango's en onderhandelt blijkbaar over de prijs want we krijgen nog wat kleingeld terug. Als we in Gweru aankomen hebben we ongeveer 300km afgelegd. Het is een goede baan en 't gaat vooruit. We gaan iets eten en wat voorraad indoen.We willen niet te lang rondhangen om voor 't donker in Bulawayo te zijn. Op 't eerste zicht is Bulawayo een gezellige stad. Verloren rijden kunt ge er niet want het is naar amerikaans model opgevat in rastervorm met in de ene richting de avenues en in de andere de genummerde streets. Het Caravanpark ligt tussen 2 openbare parken en spreekt ons niet zo aan. We rijden dus verder naar Matopos Nat. Park Aan de gate betalen we de inkom en voor onze campingplaats. We willen ons tentje opzetten nabij de Malene Dam. We hebben nog maar pas alles uit de koffer gehaald of een dame komt ons thee en appelen aanbieden en vraagt of ze kan helpen. We zijn goed op elkaar afgesteld dus geen probleem. Als de tent staat komt ze een klapke doen. Ze heeft een kunstgalerij in Harare en komt naar hier om te schilderen. Ze heeft hier dan ook een zeer grote tent met verschillende kamers staan en alles goed ingericht. Ze vertelt ons dat we in Harare goed moeten opletten, het is er de laatste jaren zeer gevaarlijk geworden. Twee maanden geleden is er zelfs bij een blanke ingebroken. Wij verslikken ons bijna in onze appel ... (2 maand geleden? Bij ons op 't dorp elke week) Aangezien de kilokes beperkt waren op de vlucht hebben we niet veel kampeermateriaal bij. Zij vertelt ons waar we in Bulawayo alles kunnen lenen. Als het duister valt verschijnt er een gewapende bewaker. Er is geen afsluiting aan de camping en men weet maar nooit welke dieren op bezoek komen. (djeses, daar had ik zelfs nog niet aan gedacht) Hij steekt het vuur aan voor 't opwarmen van het water voor 't bad in de toiletruimte - geniaal systeem; verwarmt tegelijkertijd het water en de ruimte want 's avonds koelt het deze tijd van 't jaar wel fel af. Voor diegenen die het wensen steekt hij de BBQ aan, wij zijn blij met een vuurtje om gezellig rond te zitten.
Als we in onze slaapzak liggen horen we natuurlijk van alles en vooral datgene wat er niet is. De zenuwen staan een beetje gespannen, de eerste keer sinds lang terug in de tent slapen en ook de eerste keer terwijl er buiten vanalles kan rondlopen. We zijn moe genoeg om toch goed te slapen. We worden wakker van het daglicht. Met onze vuurblokjes koken we water voor thee. Ons ontbijt bestaat uit een groot bord vol fruit en wat graanvlokken. Het eerste dat we vandaag doen is op zoek gaan naar kampeergerief. We komen uiteindelijk bij Iversens Hire en vergroten ons comfort met een paar kampeerstoelen en tafeltje, kampeermatrasjes, een kookpot, een gasvuur en grote gasfles, gaslamp voor buiten aan de tent en Kopen een paar ankerslotjes om de ritsen van de tent vast te maken want blijkbaar zijn apen slim. De kinderen moesten ons bezig zien.. Luxe in ons klein tentje. Tijd nu om op safari te gaan en het park te verkennen. Spannend toch. Het park is verdeeld in verschillende wild area's langs beide kanten van de doorgangsbaan. Het zou een boek worden als ik hier moet neerschrijven wat we er allemaal beleefden dus een kort overzicht. De site zelf is prachtig met geel/rode rotsen en plateau's. Op verschillende plaatsen zijn er waterpools waar de dieren komen drinken en dikwijls zijn daar ook uitkijkplatforms. Aan sommige rivieroevers wordt verwittigd voor crocodiles. De campingplaats in Togwe area vinden we heel mooi liggen. De ranger heeft ons zien staan en komt ons verwelkomen, hij toont ons mooie plaatsjes en opent fier de deur van de toiletruimte die hij onderhoudt, het hout voor 't opstoken ligt klaar. Mooi, maar we zouden hier moedermens alleen staan en zo erg voelen we ons nu ook nog niet thuis in de wildernis. We spreken hier wel onze mondvoorraad aan en trakteren onze vriend op Belgian choclats die richting smeltingspunt dreigen te gaan. In de Northern area zijn ook veel rock paintings maar het voornaamste is toch wel het graf van Cecil Rhodes. We moeten een klimmetje doen om boven op de rots te komen waar de steen ligt. Een prachtige plaats, view of the world, en het is er werkelijk adembenemend mooi. We vinden een mooie platte steen om op uit te rusten en geven onze ogen de kost - gelukkig maar. De rust is vlug voorbij als ik in mijn ooghoek plots een slang zie wegkronkelen. Het is nog een beetje moeilijk om doordrongen te raken dat we echt in het wilde zitten niettegenstaande hier en daar wat menselijke inbreng te zien is. Tijd om onze kookkunst te tonen nu we een grote castrol en een groot vuur hebben. Mijn moortje kookt in geen tijd. De rijst wordt aangevuld met tomaat, paprika's en verse ananas. Vanuit de struiken wordt onze tafel bespiedt door een familie baboons. Niks onbewaakt achterlaten dus en de rits van de tent potdicht. 's Avonds zitten we met een tiental rond het vuur en converseren in het afrikaans/plat vlaams. Vanop onze matrasjes luisteren we naar de nachtelijke geluiden waar we zeer vlug aan gewoon geworden zijn. De ranger houdt de wacht. Ik slaap in één ruk door tot de zon de tent opwarmt. De volgende dagen genieten we nog hier in 't park. Mijn ventje heeft zijn hart verloren aan de impala's. Overstekende Kudu's doen ons regelmatig in de remmen gaan. Tegen de avond aan zijn het vooral de waterbokken die onze aandacht trekken. We zitten voortdurend met onze neus in de boeken om al die mooie dieren te kunnen benoemen. Al onze zintuigen staan op scherp en we leren heel vlug door de struiken kijken en het geritsel interpreteren. Als we een luipaard met zijn prooi zien hebben we het echter nog moeilijk om dit als "gewoon" te bekijken. Laatste avond. Afscheid nemen we met een pannekoekenbak op zijn vlaams. In Bulawayo gaan we naar 't warenhuis foerageren. Melkpoeder kan niet schiften, aardappelvlokken zijn vlug klaar, ontbijtvlokken voor bij 't fruit, spek om ons broodjes in 't vet te soppen. Fruit en groenten hopen we onderweg aan de "padstal"letjes te kopen. We zijn veel te laat vertrokken en onderweg herhaaldelijk gestopt voor aankopen of om te genieten De zon begint onder te gaan als we in Gwaai river aankomen. Links van de baan ligt de Umkombo Safari Lodge en ze hebben een kamer vrij. Amaai, wa ne luxe. Een heel mooi houten chalet met prachtig meubilair in koloniale stijl en een te gekke badkamer. De prijs ligt aan de hoge kant maar wel met HP. De gong gaat voor het avondeten en we delen de tafel met een groep Amerikanen die hier opnamen maken voor een film en een koppel Afrikaners die in Kariba wonen. Voor iedereen dezelfde kost maar heel lekker. Soep en potjie van springbok (om de vingers af te likken al kan ik bij benadering niet zeggen wat er allemaal inzit) met geflambeerd vers fruit na. Als toetje krijgen we in de tuin optredens voor de film door een folkloristische groep. Het wordt kot in de nacht voor we gaan slapen.
Aan de ontbijttafel zien we alleen de Afrikaners. Ze maken ons warm om een bezoekje te brengen aan hun thuisfarm. Hwange lokt. Onze verwachtingen staan heel hoog gespannen na de vele verhalen die we in Brugge/wegwijzer lazen. Na het vliegveld van Malindi slaan we af. We zijn nog maar een paar honderd meter verder als we reeds een groepje zebra's zien en wat verder giraffen. Voor we aan de gate zijn heb ik al een filmrolletje vol. De eenmalige entrance fee bedraagt 40Zim$/pp en 20Zim$/pp voor de camping per nacht. (1Zim$=4Bfr) We installeren ons op maincamp. Het is een groot terrein met vrije staanplaatsen. Aan de tegenkant staan een tiental rondavels. Er staan een paar sanitaire blokken - ligbad is common in Zimbabwe - verwarmd zoals in Matopos met een buitenkachel. Het is er zeer rustig. Alles bijeen een achttal plaatsen bezet ofwel met een immens grote tent of wel een jeep met daktent. Het tentje staat vlug recht, de rest doen we straks wel. Naast de weg staan een viertal kleine beestjes op hun achterste poten te loeren (mongoosen?)We zijn gretig om het park in te trekken. Pa ontdekt dat hij zijn portefeuille met bankkaart enz. in de lodge vergeten is. Een telefoontje stelt ons gerust. Alles is terecht en we kunnen het ophalen op de terugweg. Gelukkig onze centen wat verdeeld of we zouden hier schoon staan. Aan de gate vraagt men ons welke richting we uit gaan. Het wordt genoteerd en we krijgen een kaartje met nummer dat we bij 't verlaten van 't park moeten inleveren. Zijn we niet voor sluitingstijd aan de gate worden we gezocht en draaien we op voor de kosten. Wij willen naar Summamalisha pan. De ranger bekijkt ons eens raar en zegt dat het al vrij laat is en dat er verschillende uitkijkplatforms zijn een beetje verder. We zullen het er toch maar op wagen -ongeveer 100 km kan toch geen probleem zijn. Bleukes, bleukes... Het is een prachtige loop, Kudu's, impala's en nog meer. In de verte steken de nekken uit van een koppel giraffen die mekaar het hof maken door hun nekken tegen mekaar te kletsen - en niet stillekens hoor, we zijn er op attent gemaakt door het geluid anders hadden we ze misschien niet zien staan zo ver af. Plots lopen er ook olifanten op de baan een honderdtal meter verder. We rijden stilletjesaan verder en de kolossen trekken de bosjes in. Rond Kennedy Pan 1 is buiten de picnic site niet veel te zien. Aan Kennedy pan 2 heeft een familie whartogs (wrattenzwijnen) het gezelschap van een kudde impala's. Aan Ngwashla pan is ook een picnic site. We rijden de fence binnen. Een ketel kokend water staat op 't vuur voor wie thee of iets anders wil maken. De ranger woont hier met zijn familie. Als men in main camp toestemming vraagt kan men ook hier camperen en trekt hij 's avonds met u de bush in. Hij toont ons een paar gigantische termietenheuvels achter zijn woning . Op weg naar Summamalisha is de weg omgewoeld en loopt er veel groot wild rond een beetje teveel naar onze zin om tussendoor te rijden. Even tevoren hadden we een afslag gezien met plaatje naar Manga 3. We keren. De tijd snelt voorbij en we ontdekken dat het hier lange klms zijn en we best niet te veel meer blijven plakken. Manga 2 en 1 en jambile pan picnicsite laten we voor een volgende keer. We hebben de indruk dat hier minder dieren rondlopen (misschien zien we er over veel over of beloeren ze ons van ergens in een boom) In Dopi pan stoppen we voor een neushoorn die wat verder de weg oversteekt. En we blijven nog even staan want er komen ook nog olifanten overgestoken. En die blijven maar komen. Als we naar links kijken zien we dat heel de struiken vol zitten en dat ze allemaal deze richting uitkomen. Voor de auto blijft ne kleine staan om takken af te rukken en te eten. Een grote, vermoedelijk de moeder, windt zich behoorlijk op en begint met haar slurf een put in de zandweg te maken. Paniek besluipt ons. Mijn ventje zet stilletjes de auto in achteruit om wat ruimte te scheppen maar...te laat... ook achter ons steken ze het wegske over. Ik voel mijn hart in mijn keel kloppen en 't ventje voelt zich ook niet goed. We blijven doodstil zitten. Na een tijdje, en vraag me niet hoe lang dat tijdje echt duurde maar 't voelde aan als een eeuwigheid, is de weg weer vrij. De toegelaten 30km/u worden er 50 want wie weet wat ons nog te wachten staat. Aan Balla Balla pan op de grote weg is een uitkijkplatform. We gaan even een kijkje nemen en zie...honderden olifanten... en onze frank valt. Die beesten onderweg trokken naar de drinkpool en vermoedelijk stopten wij op hun oversteekplaats. Als we bij het verlaten van 't park de ranger ons verhaal vertellen moet die hartelijk lachen. "no problems" u behoort niet tot de voedselketen van olifanten als ge hun niet opschrikt zien ze u als een dood voorwerp. Ja, ja, als dat beestje effe zijne poot op dat dood voorwerp auto zet ben ik daarna vermoedelijk ook plat en dood. De olifanten blijven door ons hoofd spoken en de ene of de andere begint wel met...en stel dat...Onze eerste halve dag in een echt groot park zullen we nooit vergeten. Gelukkig hadden we onze doos fruit uit de auto gehaald want 't schijnt dat de olifanten gek zijn op appelsienen volgens hun info folder...of is dat een fabeltje? 'k Zal het toch maar nooit uitproberen. Er zijn optredens in 't restaurant en we gaan dus maar uit eten. Het wordt een gezellige avond. Als we naar de camping teruggaan komt de nachtranger ons bijlichten. Mijn ventje ligt te snurken voor ik me omgekleed heb.
We zijn zowat de eersten die 's morgens het park in rijden en doen de toer van Tshabema dam die een stuk korter is dan die van gisterennamiddag. We nemen rustig de tijd, nestelen ons met de verrekijkers in aanslag aan een pan en zien de va et viens van diverse dieren. Een leeuwenfamilie ligt onder een struik en slechts eentje doet de moeite zijn kop eens op te heffen. Wat verderop worden zebra's door iets opgeschrikt en slaan op de loop...wij zien niks. Rond 11u worden ook wij lui en gaan terug voor een siësta. Wij installeren ons onder een boom met thee en een broodje. De baboons liggen op de loer en een paar vervetaapjes hebben het op de spankoorden van de tent gemunt. Laat ze maar doen zolang ze van onze boterham blijven is 't goed, al vind ik baboons (bobbejane zeggen de afrikaners) wel lelijke beesten met hun bloot gat. In de namiddag doen we terug een toertje langs Dopi pan en zien, nu we er op letten, de oversteekplaats waar we gisteren middenop stonden. Ge kunt het eigenlijk niet missen - struiken zijn vertrapt en er liggen massa's grote hopen mest. Er zitten veel grote kevers rond die bolletjes mest wegrollen ettelijke malen groter dan zijzelf. We installeren ons vroeg nabij 't platform. Een paar struisvogels paraderen voorbij. Aan de pool staan gazellen te drinken en wat ons gisteren niet opgevallen was...ook hier is een pikorde.. als de grote verschijnen verdwijnen de kleine. De zebra wijkt voor de giraffe en deze voor de olifant en voor de neushoorn maakt iedereen plaats. Straks eens vragen aan de ranger. Als het donker wordt is het tijd om te gaan. Men kan hier 's avonds laat ook komen onder begeleiding van een gids We gaan nog even naar de winkel om onze voorraad aan te vullen. Als het begint af te koelen maken we pakskes soep die we wat aandikken met aardappelvlokken. Spek met eieren en een boterhammeke moeten de rest van de gaten vullen. Onze jonge Zuid Afrikaanse buren trakteren met geroosterde banaan met honing (mierzoet) We hangen onze olielamp in een boom als insectenval en genieten nog laat van de heldere sterrenhemel.
Laat op. De buren hebben hun picnictafel reeds gedekt. We zijn juist op tijd om te zien hoe de apen achter hun rug vlug de zakken meegritsen en in de bomen verdwijnen. We kennen nu ook een paar afrikaanse krachttermen. We willen vandaag naar Sinamatella. Eerst bijtanken want verder in het park is er alleen bevoorrading voor de rangers.Aan de gate hangt een bord met laatste vertrekuur op voor de verschillende campen in 't park. We krijgen een gekleurde kaart mee die we bij aankomst en inschrijving in 't kamp moeten afgeven ... ge weet wel om zoekakties te voorkomen. Het is ongeveer 120km. Voorbij Danga pan wordt het wegdek erbarmelijk. We laveren tussen de de "slaggate" Een felgroene soort hagedis steekt de weg over in een soort paradepas - navraag leert ons dat ze afwisselend rechter voorpoot met linkerachterpoot en omgekeerd opheffen en even gestrekt houden om af te koelen als de grond te heet is. In Shumba picnic site staat ook de waterketel te koken. Het is een teken van gastvrijheid vernamen we. Masuma dam is een vrij grote waterpool. Op het uitzichtplatform ontmoeten we een groep Zuid Afrikaanse ornitologen. Hun verrekijkers zijn van een ander kalliber dan de onze en we spenderen een heerlijk uurtje in hun gezelschap en leren veel bij over vogels en de politieke toestand in hun thuisland. Aan de oever liggen veel jonge krokodillen te zonnen maar ook een exemplaar om U tegen te zeggen. Er cirkelt een prachteksemplaar van een visarend boven onze hoofden. Men toont ons de hoekjes op het platform waar de kijkgaten zo zijn ingesteld dat men geen last heeft van de zon in de ogen. Voor we verder rijden krijgen we de raad zeker ook naar Robins camp te gaan. Dat is genoteerd. Sinamatella camp ligt boven op een rotsplateau. De helling is bezaaid met afgebroken takken en neergevallen bomen - helemaal verwoest. Rond het camp is een dubbele fence. We gaan ons inschrijven en vertellen dat we van Main Camp komen. Dit wordt onmiddellijk doorgegeven aan Main. We zijn de enige kampeerders hier maar er zijn wel een paar lodges bezet. Als we in 't restaurant willen eten moeten we nu reserveren. Dat doen we dan ook want er staat potjie op 't menu. Plaats zat dus om ons tentje te zetten. Niet te ver van de sanitaire blok die we voor ons alleen hebben. Na een heerlijk bad en ontdaan van alle stof parfumeren we ons met moscitocoil want het rottend hout van de omgeworpen bomen trekt garnizoenen muggen aan. De ravage in de bush is aangericht door de olifanten waarvan er hier voor 't moment veel te veel zijn. Ze wachten tot alle bladeren van de bomen zijn om de jacht te openen want er moeten er 3000stuks aan geloven. Erg? Ja! Een andere oplossing? Neen want delokatie is onbegonnen werk en het olifanten bestand groeit te snel over heel zuidelijk Afrika. De ranger toont ons een plek vanwaar we goed de zonsondergang kunnen zien. Vraag me nog steeds af waarom die zo spectaculair zijn in zuidelijk Afrika? Het is puur genot! Nagenietend gaan we aan tafel waar we nog meer verwend worden met een heerlijk geurende stoofpot opgeschept uit een ketel; formaat zeer kroostrijk gezin. Wie heeft willen inbreken? mongoosen of vervetaapjes? Hier en daar zien we onderaan het tentzeil kleine scheurtjes.
Heel lang geslapen. Ontbijten. Het tentzeil plakken en inspuiten met iets raar riekend dat we van de ranger kregen - houden de mongoosen niet van. We vertrekken richting Robins Camp met een roos kaartje op zak en de raad het zeker niet te vergeten. Beneden aan de heuvel rond salt spring is het druk We zien er leeuwen, olifanten, giraffen, zebra's, impala's en reeachtigen die we niet in ons boek terugvinden. Manduva dam heeft een picnic area en de pool is dichtbevolkt met nijlpaarden en krokodillen. Van op afstand kijken een paar prachtexemplaren waterbokken toe en als we goed zien zit er boven hun hoofd in de takken een visarend. Nijlpaarden vind ik logge dieren en 't is of ze steeds op de loer liggen met alleen die grote ogen boven 't wateroppervlak. We zijn nog maar pas terug op de weg als we halthouden voor een grote schildpad die oversteekt; We worden verwend ... De Mbejane pan loop is voor 4x4's en we zullen maar niks riskeren zeker. Ook de Chingahobe drive ziet er te zanderig uit. We combineren Dolido met Crocodile pools drive. Op 't eerste zicht lijkt de Deka River vol drijvende levende boomstammen te liggen. Volgens een bord mogen we hier de auto zeker niet verlaten en dat gaan we beslist niet doen want op 2 meter van de plaats waar we gestopt zijn glijdt een dikke krokodil door 't gras. We rijden voorzichtig verder. Wat zou zo'n beest doen als ge per ongeluk over zijn staart zou rijden? Op een eilandje in de rivier staat een grote kraanvogel majestueus op 1 poot. Als hij opschrikt en wegvliegt heb ik natuurlijk de verrekijker in de hand ipv 't fototoestel. We dachten dat hij wit/zwart van kleur was maar bij 't openen van zijn vleugels blijkt hij ook aan de oranje en blauwe verfpot te hebben gezeten. Mooi, mooi, mooi... Nantwich en Deka Camp zijn gesloten - off season - en we moeten dus ons tentje in Robins neerplanten. We schrijven ons in en laten Sinamatella verwittigen dat we aangekomen zijn. Een ranger gaat mee om ons te tonen waar we best ons tentje kunnen neerzetten. De kampplaats heeft geen fence, hippo's komen 's nacht uit 't water en hebben een vaste route zo ook de olifanten, onder de bomen is ook geen goed idee want er zijn veel slangen op trek en als ze zich uit de boom laten vallen ... als er aan de tent gesnuffeld wordt het tentzeil niet aanraken, vermoedelijk zijn het leeuwen en die reageren alleen als ge plotse bewegingen of geluiden met het zeil maakt. Ja wadde. Hij geeft ons een soort leeg olieblik want na 21u mag men niet meer uit de tent, ook niet om naar 't toilet te gaan. Gewapende rangers houden een oogske in 't zeil en zullen ingrijpen als het uit de hand mocht lopen. 'k Zal maar niet vragen zeker of dat dikwijls gebeurt. We proberen dus met al die dingen rekening te houden als we ons tentje opzetten en de wildste voorstellingen trekken aan ons oog voorbij. Muren van tentzeil, n'een dikke meter hoog en elke wind die binnen gelaten wordt zullen ze buiten wel horen en kunnen ruiken. Waar zijn we aan begonnen? Wat verder staat zo'n grote tent met Afrikaners die aan 't braaien zijn. Zouden de beestjes niet gelokt worden door die geuren? Wij houden het heel sober: aardappelpuree met koude groenten, gekookt ei en hesp uit een doosje en veel fruit (de appelsienen hebben we wel in de auto gelaten) Wassen en plassen - alles wat teveel geurt de auto in - de matrasjes worden goed in 't midden van de tent gelegd. en we nestelen ons in mekaars armen in de slaapzak.
Verslag van de nacht: heel veel gehoord, heel veel gefantaseerd, af en toe wat ingesoezeld om bij 't minste gerucht weer onze kop op te steken. We zien er niet uit als we opstaan. Onze buren hadden goed geslapen maar voor hen was het niet de eerste nacht op zo'n drukbezochte plek. 't Schijnt dat het went en dat we zeker een paar nachten moeten blijven en zullen versteld staan hoe vlug we weer vast kunnen slapen. We staan in tweestrijd. Eigenlijk zouden we het wel willen proberen en hier de omgeving verder verkennen en vertrekken als echte bushcampers. Aan de andere kant, de dagen snellen voorbij en er staat nog heel wat op ons programma. We willen VicFalls niet missen en wat met Kariba en het oosten? We vinden dat het voor deze keer genoeg avontuur is geweest en hopen hier zeker ooit terug te keren. Op weg dus naar Victoria Waterfalls. Aan 't eerste kruispunt moeten we er even de kaart bij halen.. Rechts naar Matetsi, links naar Pandamagenta. Dit laatste ligt echter in Botswana. We hadden ons niet gerealiseerd zo kort bij de grens te aijn. Een groot deel van Hwange loopt langs die grens. Victoria Falls dorp is niet groot maar heel druk. De camping in 't centrum lijkt ons niks. Naast de Zambesi river lodge, een paar km van 't centrum, ligt VicFalls rest camp. We komen er via de Zambesi river drive en de Parkway. We hebben de camping voor ons alleen. Ons tentje staat goed recht als het begint te motregenen. Dat hadden we nu ook niet besteld. We rijden terug naar 't centrum om wat rond te wandelen en ergens iets te gaan eten. Het is druk en ge moet opletten niet tegen iemand aan te lopen. Winkeltjes, restaurantjes en reisagentschappen zijn er bij de vleet. Met de LP en een stadsplannetje in de hand gaan we op zoek naar Livingstone's ontdekking op 16 November 1855. De Zambesi stort zich ier over een afstand van 1,7 km in de 100m lager gelegen Zambesi kloof. Het geeft een donderend geraas. Op de parking verhuurt men paraplu's. Wij doen beroep op onze KW's en plastiek zakken om onze rugzak, fototoestel en planneke enz in te pakken. 't Zal nodig zijn want we zullen niet alleen de mistregen van de waterval maar ook die uit de hemelsluizen moeten trotseren. Dat het nu juist vandaag moet regenen. Aan de parkingang is een info kantoor met uitleg over de watervallen, het stuk regenwoud en wat daar allemaal groeit en wie daar allemaal woont. We trekken op pad. Het wandelpad slingert door het "regenwoud" dat voor 't moment zeker zijn naam niet heeft gestolen. Er zijn regelmatig uitzichtpunten om het immense gordijn van de waterval te bewonderen. In deze tijd van 't jaar is er veel water in de rivier -volgens onze LP tot 5 miljoen kubieke meter per minuut. Het is waaaaaaaaaau Cataract point, Danger point (ook nog echt gevaarlijk door het natte mos) Aan de overkant ligt Zambia. Men kan bij de immigratie een tijdelijke permit kopen om de brug over de Zambesi over te steken en daar naar de watervallen te wandelen. Niks voor ons want het is naast wandelen ook klauteren. Onder ons zien we rafters het woelige water trotseren en kleine vliegtuigjes en helicopters vliegen langs het watergordijn. In 't stadje kan men al deze avonturen reserveren - een korte raft in First gorge, de 4 kloven, tot Kariba of helemaal tot Malawi. Wij keren terug tot Cataract point en aan het beeld van Livingstone trekken we het Zambesi N.P in. Het is wel opletten geblazen want leeuwen, olifanten, krokodillen, hippo's, buffels en diverse soorten antilopen worden hier regelmatig gezien. Het is gek te zien hoe de Zambesi hierboven zo rustig rond de eilandjes vloeit terwijl we verderop de opstuivende nevel zien en het donderende geraas horen. Aan de big tree, een grote boabab keren we weer naar de parking. We zijn doornat. Ons plannetje hangt aan flarden. In de autokofffer leggen we een vuilzak open om onze natte spullen op te leggen. In het camp hangen we zoveel mogelijk de natte spullen op in het sanitaire blok. Het dampt. We zullen ons maar gelijk wassen en alles droog aantrekken. Voor avondeten: een kom hete soep om onze broodjes in te soppen. We kruipen in onze slaapzak met een boek en pillamp. Geen dierengeluiden om naar te luisteren Zelfs de regen en het gebulder van de waterval kan ons niet wakker houden.
Voor 't moment regent het niet maar er hangen nog dikke pakken wolken. Wat nu? In ons tentje blijven en wachten op beter weer om his majesty nog eens een bezoekje te brengen? Het kan nog een paar dagen slecht weer blijven. Aan de receptie kunnen ze ons ook geen beter weer voorspellen. We pakken dus ons boeltje maar in. Heel voorzichtig om wat nog droog is droog te houden. De tent staat in bosgrond - heel de onderkant hangt vol bosgrond. We stoppen ze in haar geheel in een paar vuilzakken. We rekenen af en in 't stadje brengen we een bezoek aan de patisserie om ons even te verwennen. Daarna richting Bulawayo want Kariba hebben we ondertussen ook geschrapt. De route er naartoe is zanderig dus, modder nu. Met de boot over Kariba lake trekt me niet aan als ge voortdurend binnen moet zitten en er is veel stroming. Onze verzekering dekt het rijden in Zambia niet. We zien dus wel in Bulawayo. Het blijft maar regenen. In Gwaai river hotel stoppen we om te eten: steak met frietjes. We slaan ook af naar de Lodge om pa zijn portefeuille op te halen. Op de oprit moeten we in de remmen voor een aardvark? Djeses wie verwacht die beesten nu hier? Aan de balie liggen de verloren voorwerpen en een telefoonnummer waar we de Amerikanen kunnen bereiken voor een video van de film als die is afgewerkt. (telefoonnummer zo goed weggestoken dat ik het nooit heb weergevonden - zonde) 't Ventje zijn zware voet gaat op het gaspedaal. Het gezoef van de ruitenwissers gaat op mijn heupen werken. We zullen ons deze avond maar verwennen met een goed hotelletje zeker. The Eland Selborne Hotel ligt heel centraal. Het bestaat al jaren en heeft een zeer goede reputatie en, het gebouw heeft charme. De receptiebalie past juist onder de mooie trap. 270Zim$ met koffie aan bed en ontbijt. De kamer is ruim en in koloniale stijl, een veranda met rieten zetels en een groot terras vanwaar we uitzicht hebben op de boulevard waar bloemenstalletjes staan en verkopers hun handwerk aanbieden. Bij mij gaat een lampke branden. Als we nu de tent eens op het overdekte terras zetten om te drogen? Mijn ventje bekijkt me scheef maar ik ben nogal goed in 't overtuigen. Aan de balie roept de bediende hem achterna als hij met de grote plastiek zak de trap op sluipt. Sir, sir... en hij maar doen of hij het niet hoorde. 'k Wil ni weten wat die man moet gedacht hebben. Een lijk in een zak??????? Ze staat heel vlug recht. Onze buren hebben ons blijkbaar bezig gehoord. Het zijn Nederlanders die ons vragen of ze wel goed zien dat er bij ons een tent staat.... Even later hebben ze ook daar een terras met tent. Als we 's avonds samen 't stad intrekken bewonderen we van op straat, ja goed zichtbaar, de wijzigingen die we aan de architectuur hebben aangebracht. Ik laat me verleiden tot de aankoop van een paar postuurtjes in ....steen. Ze worden eerst nog eens goed opgepoetst met schoenblink. Dit stadje bevalt ons prima.
't Is niet te geloven. Om 7u koffie aan bed. De gordijnen mogen open en we genieten van een waterzonneke. De boy verschiet wel effe als hij door het venster een tent ziet staan. Wij nippen van onze koffie en hebben niks gezien. Aan 't ontbijtbuffet kan ik niet van de lekkere broodjes blijven. Weet nog steeds niet wat er in zat. Heb het woord, vermoedelijk Swahili, opgeschreven en op verschillende plaatsen nagevraagd. 'k Weet dus niet wat 't was maar wel dat ik ze heel graag lustte. De tent is droog en kan weer de zak in. We zullen samen de receptionist trotseren, ik zal afrekenen terwijl pa alle bagage in de koffer steekt. De dagen zijn geteld en we leveren ook ons gehuurde materiaal in. We rijden richting Masvingo. Onderweg worden we door de politie tegen gehouden. Blijkbaar hebben we een bord gemist voor de bergop en hebben we te hard gereden. Gepalaver helpt niet. Ze vullen een hoop papieren in. Ik vraag hun wel een kwijting of bewijs voor 't geen we zullen moeten betalen. We komen er vanaf met 20Zim$ ofte 80Bfr - ge hoort ons niet reclameren. We slaan af naar Great Zimbabwe Nat Monument maar tegen dat we daar zijn staan de hemelsluizen weer wagewijd open. We eten en drinken wat maar 't mindert niet. 't Zal wel de moeite zijn maar ruïnes staan nu ook niet bovenaan ons lijstje. We rijden door. Links en rechts van de baan zijn kleine dorpjes met lemen hutjes en strooien dak. Kinderen in hun blootje delen de ruimte tussen de hutten met geiten en kippen. 'k Zou willen foto's nemen maar ja ...'k durf toch niet goed. We rijden naar Chimanimani en we zitten direct in een andere omgeving. Veel theevelden en hier en daar ook een koffieplantage. Alles heel weelderig groen en alles blinkt van de regen. Chimanimane is piepklein. Het Chimanimani hotel is een koloniaal gebouw, de stijl is ouder dan het gebouw dat in 1955 voltooid werd. We zijn overdonderd als we de deur openen en in een grote ontvangsthal komen. Jachttrofeeen hangen aan de muur, oude leren zetel en een knapperend haardvuur. Normaal mag men in de tuin zijn tent opzetten voor een paarZ$ maar nu we dit gezien hebben is de tent vlug afgeschreven. Hier staan we dan. We voelen ons zwervers. 2 boys willen met mijn ventje mee om de bagage uit de auto te halen. Met 3 voor 1 zak? Gelukkig hebben we deze morgen wat serieus ingepakt en is er ook nog een zak met was. Terwijl we inchecken wordt de bagage naar de kamer gebracht. Als de liftboy met ons meegaat weten we niet waar eerst kijken. Die lift, de gang met balkonnetjes en uitzichten. De kamer: in de zithoek is het haardvuur aangestoken, we mogen slapen in een hemelbed, een telefoon is voor voor verbinding met de buitenwereld maar voor de verantwoordelijke voor het verdiep mogen we aan een belletje trekken. Hij zal alles voor ons proberen op te lossen. We mogen hem onze waszak meegeven. Alles zal morgen om 10u klaar zijn.De badkamer heeft een luxueus bad op verchroomde poten. Het uitzicht is onbetaalbaar en 'k zou met de regen willen meewenen want zo'n tableau vereist tenminste een straaltje zon. Beneden gaat de gong. De étageboy doet zijn toer met een bel om "dinnertime" aan te kondigen We proberen ons uiterlijk zo goed als mogelijk naar een ietsje hoger niveau te tillen. Snor en baard van 't ventje wat bijwerken. Ik mag even een strijkijzer lenen. De schoenen met toiletpapier wat opgeblonken. We "dalen" de trap af en worden naar een zitplaats naast de eetzaal geleid waar we apperitieven met het lekkerste fruitsapje dat ik ooit heb geproefd. De bediening is heel persoonlijk. Ik laat me zelfs overtuigen een scheutje van de huislikeur door mijn drankje te mengen. Aan tafel hebben we het gezelschap van een engels koppel. Zij kwamen hier reeds meermaals en verklaren een beetje de geplogenheden hier. Zij hebben ook een jongen die hun aan tafel bijstaat. De uitbaters proberen de sfeer van vroeger levendig te houden. Bij een volgend aangekondigt bezoek vragen ze zelfs of dezelfde jongen u ten dienste mag zijn. Raar voor ons. Hoe noemt ge nu zo'n jongen? Boy? Vinden we nogal denigrerend klinken al schijnt het dat niet te zijn. Het voorgerecht bestaat uit verschillende kleine hapjes. De keuze is moeilijk maar we worden heel goed geholpen bij onze keuze. Na de aspergeroomsoep is er gelukkig wat tijd ingelast. Er is keuze tussen een vis of vleesschotel. De naam van de vis zegt me niets, het vlees is van de gemsbok. Tijdens de tussenpauze krijgen we het optreden van een kwartet. De engelsen zijn aangenaam gezelschap en de tijd vliegt. De hoofdschotel, het dessert en de kaas na maken het perfect. Uiteindelijk hebben we bijna 2u aan tafel gezeten. In het salon wordt thee en koffie geschonken met een cognacske of een huislikeurtje. Het haardvuur knettert en het licht is gedimt. De tijd van toen bevalt ons. Wat een belevenis. Ik heb een beetje teveel van de likeur genipt maar onze jongen is zeer attent. De deuren gaan open, geen gezoek naar lichtknopjes. Aan ons voeteinde ligt een warmwaterkruik. Dus dat was zijn belleketrek- teken dat we in aantocht waren. Ik heb helemaal geen zin om in bed te kruipen. Deze zaligheid mag blijven duren
Een diskreet klopje wekt ons op het afgesproken uur. Thee aan bed. Rozenblaadjes voor in 't bad. Mijne god, een paar dagen geleden lagen we nog in ons tentje tussen de wilde beesten. We nemen de tijd om nog wat van alles te genieten voor we gaan ontbijten. Onze jongen, ik kan zijn naam met moeite uitspreken laat staan onthouden onthouden, zorgt dat alles zonder morsen aan tafel raakt. Fruitsap, fruit, knapperige broodjes en alle lekkers wat ge u maar kunt voorstellen. We nemen afscheid van veel lieve mensen. De was ligt klaar, gewassen en gestreken. We rekenen af met de glimlach 511 Zim$ alles, zelfs een duur telefoontje naar de kinderen, inbegrepen. Waarom kunnen we hier niet een paar dagen langer blijven. Een lang verhaal maar 'k moest het noteren, dit wil ik nooit vergeten. Ze raden ons af met dit weer verder de bergen in te rijden. Van wandelen zal er al helemaal geen spraak zijn. We stoppen in 't centrum en gaan het kerkje en het oude postkantoor eens van nabij bekijken. Vandaar via Mutare en door Mashonaland naar het RobertMcIlwaine Recreational Park. Eens uit de heuvels breekt de zon door. We rijden weer door piekpleine nederzettingen. We moeten nogal zoeken voor we de camping vinden. Deze is gesloten en normaal alleen voor caravans. We zullen niet te lang meer mogen zoeken want de avond valt en ze hebben hier geen straatverlichting zoals wij in ons belgenlandje. Het Hunyani Hills Hotel heeft kamers vrij. Het is mooi gelegen met uitzicht op het meer. . Er is een gezellig restaurant en een apart theehuis. De kamer is netjes maar eenvoudig. We liggen vroeg in bed met een boek.
Het zonneke schijnt weer volop. We schaffen ons een 1dag parkpermit aan voor Chivero South. Het is weer zalig rijden langs smalle zandwegetjes. We zijn ondertussen goed geoefend om goed tussen de struiken te kijken en bij de minste beweging te stoppen en te wachten. We zien vooral veel antilopen soorten, zelfs de kleine dikdik. Op een open vlakte wordt een groep impalas door iets achterna gezeten dat we van hier uit niet kunnen identificeren. We bewonderen hun sierlijke sprongen en verwonderen er ons over dat beestjes met zulke fijne pootjes zoveel kracht kunnen ontwikkelen om zo hoog en ver te springen. Boven de struiken zien we een rij giraffennekken voorbij golven. Aan de picnicplaats is een kleine pool tussen de rotsblokken. We installeren ons zo dat we niet tekort bij zitten maar toch met een goed uitzicht. Uren hebben we er zitten kijken naar de warthog die zijn kroost door de modder duwt, giraffen jongen die nog niet de kunst van de spreidstand onder de knie hebben om te drinken en in 't water vallen, zebra's met jongen die zo hard stampen met hun hoeven dat al de rest rond de poel op de loop gaat behalve de buffels. Zelfs de vogels op de rug van de buffels voelen zich blijkbaar veilig en blijven gewoon doorpikken. Er lopen zoveel verschillende soorten antilopen en we komen er dikwijls niet uit wat we eigenlijk zagen. Was het een sabel antiloop? Een Kudu of Tsesebe? We zoeken het niet meer maar genieten gewoon van hun sierlijkheid Het besef dat 't einde van deze mooie ervaring nadert maakt ons wat weemoedig. We rijden nog een paar uurtjes kriskras door de smalle wegskens. Zagen we een witte neushoorn of was het gezichtsbedrog? De verrekijker ligt op de achterbank, who cares? Als we terug in 't hotel aankomen merken we dat de kamer naast de onze bezet is. Het gaat er nogal hevig aan toe. Ruzie of sex met veel lawaai? Aan 't avondeten zitten onze buren wat verder aan een tafeltje. Chic opgekleed maar de dame heeft een paar serieuze rode builen die opzetten in haar gezicht. Djeses ik zou hier zo niet durven verschijnen. Is ze het gewoon en geeft ze er niet om of wordt ze verplicht hier aan te treden? 't Eten is lekker maar ik kan mijn ogen niet in mijn bord houden. We blijven nog wat genieten van de zonsondergang in 't theehuis. Van lezen op de kamer komt er niet veel door het tumult bij de buren. Als dat zo de hele nacht doorgaat. Ik ga naar de receptie even horen of 't niet mogelijk is om van kamer te ruilen maar alles is bezet voor 't WE. Ik zie wat later de manager wel bij de buren aankloppen. Hoe het opgelost is weet ik niet maar we worden niet meer gestoord.
Er rest er nog één nacht en die willen we in Bulawayo doorbrengen, niet te ver van de luchthaven. Onderweg naar Harare stoppen we nog nogeens aan het Lion park. Bij ons vorige bezoek hadden we alleen de dierentuin bezocht. Nu wilen we ook het erbij horende park doorkruisen. Het herbergt een paar prachtige rotsformaties waaronder de balancing rocks en de Hunyanihills. De rotstekeningen op circular drive vinden we mooi, ook de locatie zelf. Ook de viewpoints zijn de moeite waard, niet alleen het uitzicht dat prachtig is maar ook telkens de avontuurlijke rit er naartoe. Een struisvogel verspert ons de weg, kijkt ons onnozel aan en heeft niet de intentie opzij te gaan. Als we stilletjes vooruit rijden pikt hij naar de bumper. Een licht duwtje doet hem wel van gedachten veranderen. We laten ons toch niet imponeren zeker door iemand met een hersenvolume kleiner dan een vierkante centimeter. Wat verder proberen we de afstand tussen de voorpoten te schatten van een giraffe die staat te drinken ...3 of eerder 4m? 't Is geen zicht, achterste in de lucht om te drinken en ondertussen winden laten die heel de buurt opschrikken. Gelukkig staan we op veilige afstand voor de geur want 't schijnt dat dat niet mis is. Nog een weetje: mestkevers zijn verzot op de taarten die ze achterlaten. Wat ne mens al ni allemaal leert in Afrika. We gaan nog eens een kijkje nemen bij de opgesloten dieren want er is weer veel kabaal, vermoedelijk voedertijd. Er zit een pracht van een tijger. Die heben we in 't wild niet gezien. Aan het hok van de hyena's en de jachtluipaarden zijn verschillende sluizen gemaakt om het personeel de kans te geven ze veilig te voederen en 't hok op te ruimen. Men beperkt het kontakt met de verzorgers zoveel mogelijk omdat de kans er inzit dat ze weer uitgezet worden. Volgens mij een fabeltje want waar gaan ze weer andere dieren halen voor hun zoo? En veel betalen voor wat ze nu hier toch hebben. Volgens mij zijn de dieren onrustig door de kleine hokken. Dat is een vaststelling van mij, geen veroordeling. Vermoedelijk ontbreken de fondsen en de ruimte om er iets beter van te maken. In Harare gaan we toch terug naar de Executive. We krijgen zelfs dezelfde kamer. We droppen onze bagage, gaan even langs het restaurant om onze inwendige mens te versterken en rijden dan naar Chapungo Village. Dit is een centrum voor de Shona sculpture kunst. De skulpturen worden gemaakt in een steen die enkel hier in zuidelijk Afrika gevonden wordt (naam ben ik vergeten) In een groot wandelpark zijn de werken tentoongesteld van kunstenaars die dank zij dit centrum wereldberoemd zijn geworden. In de tuin en rond het meer is een expositie ingericht en zijn artiesten aan 't werk. Mooi maar onbetaalbaar voor mijne portemonnaie. Binnen is een tentoonstelling van kleinere stukken die ook wel heel mooi zijn maar 'k ben vooral geraakt door een grote kei, deels uitgehold met in de uitsparing een moeder met kind. Alleen om naar te kijken dus. Om 15u zijn er optredens door de Shona met dansen, uitleg over hun vroegere leefwijze, wat ze aten en hoe ze jaagden en hoe ze zich aan al de veranderingen leren aanpassen. Vooral moeilijk voor de opgroeiende jeugd. Het grote contrast tussen de internationale waardering voor hun werk, hun folklore en het proberen inpassen in hun thuisland. Vooral de positieve ingesteldheid van de mensen hier viel me mee. De namiddag is veel te vlug voorbij. 's Avonds laten we ons nog een stoofpotje makenen proeven we van een niet alcoholisch pikant drankje met cocos, pomelo en ananassap en iets dat we niet kennen. De lange nasmaak is zeer fris.
De voormiddag besteden we aan het inpakken en uitmesten van de auto. We gaan nog wat wandelen door de stad en 't valt ons nu meer op dan de eerste keer dat de winkels grillen hebben die ook overdag deels gesloten zijn. Voelen de blanken zich toch onveilig? Het kwam deze weken regelmatig aan bod. Is het echt zo onveilig of is het een beetje paranoia na de zovele jaren dat hun niets kon overkomen? Als lunch doen we ons nog eens goed tegoed aan het lekkere verse fruit. Aan het verhuurbedrijf is alles vlug afgehandeld. We waren zeer tevreden over de auto en hadden geen pech. We worden naar de luchthaven gereden. Daar kijkt de bediende nog eens na of het reservewiel er in steekt. De terugvlucht verloopt prima. In Sofia moeten we 10u wachten. We overtuigen Balkan airlines om ons een transitpas te geven om de stad in te kunnen. We krijgen niet alleen een pas maar ook vervoer en een kamer in Hotel Pliska. We zijn te moe om de stad in te gaan maar gaan slapen en laten ons tijdig wekken door de receptie. De kinderen staan ons op te wachten op de luchthaven. Veilig thuis en ons huizeke staat er nog zoals we het achtergelaten heben. Het is mooi geweest, heel mooi. Zimbabwe en zijn bewoners heeft ons hart veroverd.
Manapools, Kariba Lake en Matusadone NP zijn er overgeschoten maar zeker de moeite om een volgende keer terug te komen en dan misschien "de grote roker" VicFalls in de zon te zien en Hwange nog eens over te doen.
Zimbabwe is een deel van het vroegere Rhodesië dat onder Cecil Rhodes ook nog Zambia, Malawi en Mozambique omvatte. Harare was een suburb van Salisbury. Deze naam verdween, de hoofdstad werd Harare en de suburb is het huidige, zeer levendige Bwame.
De kogel is door de kerk. We gaan naar Zimbabwe. Na verschillende keren Azië als reisdoel te hebben gekozen willen we wel eens ergens naartoe waar het rustiger is. Na het lezen van wat reisverhalen en omdat we slechts 2 weken weg kunnen viel deze beslissing. We reserveerden een vlucht bij Balkan airlines. Het is er eentje met een tussenstop in Sofia waar we de nacht moeten doorbrengen.
Brussel naar Sofia De vlucht Zaventem-Sofia verliep vlekkeloos. Op de luchthaven krijgen we een transitformulier. Een minibusje brengt ons naar hotel Pliska nabij 't centrum. Tien minuten later zijn we reeds op stap in de stad. Een speciaal sfeertje en mooie gebouwen. We stappen een oude kerk binnen waar een huwelijksplechtigheid plaats heeft volgens de Grieks-Orthodoxe riten. We wisselen een paar DM in Bulgaarse Lev en schaffen ons een stadsplannetje aan en een paar gekke gadgets voor de kinderen. Op de tram moeten we ons laten helpen want we verstaan geen knijt van het ticketsysteem. De conducteur wordt er zowat gek van, wuift ons weg, laat ons gratis meerijden en verwittigd ons als we op het centrale stadsplein zijn. We slenteren door de smalle straatjes en stappen een winkeltje binnen. Oeps, grote consternatie als we vergeten te wachten tot er een winkelmandje vrij komt. Dit systeem kenden we van in Tjechoslowakije maar we hadden er in ons enthousiasme niet meer aan gedacht. Als eerste souvenir voor mij deze reis koop ik mij een setje met een tiental haaknaalden in diverse maten voor de prijs van omgerekend 2,80BFr We kuieren door het stadspark en nemen de trolleybus terug naar het hotel. Het avondeten is zoals overal in het oostblok: een soort linzensoep , aardappelen met kool en worst en een taartje als dessert. De kamer is groot, versleten maar proper. Zelfs de douchekop doet het. We liggen vroeg in bed want we worden om 6u30 opgehaald.
Op de vlucht naar Harare is achteraan nog veel plaats vrij. We mogen echter niet verhuizen omdat op de laatste rijen illegalen zitten die terug naar Nigeria worden vervoerd. Onverwacht landen we in Tunesië om bij te tanken. We mogen rustig blijven zitten. In Lagos, Nigeria moeten we wel naar de transitzone. Het is er snikheet en de airco doet het niet. Aan de douane post is er veel heibel. Een geharrewar van mannen, vrouwen en militairen en massas bagage in bijeengeknoopte doeken die de weg versperren. Een jongeman maakt gebruik van de herrie en springt terug over het dranghekken en verdwijnt richting landingsbanen. Uiteindelijk kunnen we met een half uur vertraging terug inschepen. Alles wordt wel een paar maal nagekeken op verstekelingen. Het wordt zo heet dat men de nooddeuren openzet om wat lucht te krijgen. Gelukkig wordt het weer rustig na het opstijgen. Van slapen komt niet veel meer. We landen rond 9u in Harare.
Zimbabwe - here we are Eerst zorgen dat we Zim.dollars hebben. Ze proberen ons hier reeds in 't zak te zetten maar ik tel mijn centjes altijd goed na en het sorry, sorry lokt bij mij alleen een plat vlaams discours uit. Een taxi brengt ons naar The Executive Hotel nabij het centrum. De kamer en badkamer zijn ruim en netjes. De prijs zeer schappelijk. Het restaurantje is zeer gezellig en ze serveren er heerlijke maaltijden. We gaan op verkenning, eerst naar een autoverhuurbedrijf. Een paar blokken verder is er ééntje die ons een goede prijs maakt. Het behoort wel niet tot een keten maar heeft wel afspraken met garages in de verschillende steden. We mogen straks de wagen komen keuren en hem deze avond reeds meenemen naar 't hotel niettegenstaande het verhuurcontract morgenvroeg slechts start. We maken ook een afspraak voor drop-off aan de luchthaven de laatste dag. We trekken het centrum in. Daar is, aan het parlementsgebouw, een betoging door vrouwen voor het behoud van hun parochiepriester . Er wordt gezongen en gedanst. Wij gaan op zoek naar het Travel Center om wat informatie te vergaren, vooral over de parken. In het Main Post Office posten we een paar kaartjes in de hoop dat deze voor ons thuis zullen zijn. We wandelen verder door het centrum en stappen binnen in een paar zaken met lokale kunst die ons doen watertanden. 't Steekt hier vol met prachtige zaken die ik allemaal wel zou willen meenemen. Iets voor de laatste dagen. We paraderen langs het Meikles hotel - grand chique. Wandelen door de Harare Gardens en langs het open air theatre waar muzikanten aan 't oefenen zijn. Het sfeertje hier bevalt ons wel. Opvallend de vele MACs en JFK's en hier en daar zien we straatkinderen rondhangen. Een meisje, wiens ouderdom we op 7 à 8 jaar schatten, nemen we mee de broodjeszaak in en laten haar haar keus maken. Blijkbaar not done hier maar we vegen er ons voeten aan. We wandelen verder en nemen een bocht langs het Bronte Hotel. Het is een oud-koloniaal huis met een prachtige tuin waar we genieten van een heerlijk fruitsapje. De kamers zitten nu vol maar we zullen proberen onze laatste nacht hier door te brengen. De wagen ophalen zodat we morgenvroeg de baan op kunnen. Onze eerste dag op Afrikaanse bodem is ons goed bevallen.
In de badkamer hangen pamfletjes om zo zuinig mogelijk om te springen met water en dat doen we dan ook. Voor ontbijt kiezen we de afrikaner versie. Amaai daar kom ik normaal een hele week mee toe. De bagage de koffer in en we zijn op weg. We zoeken op het plannetje de gerichtste weg om op de baan naar Bulawayo te geraken. Eerst rustig aan want ze rijden hier aan de verkeerde kant van de weg en dat is toch steeds een tijdje aanpassen. 24 km richting zuid is het Lion & Cheetah Park. We willen het aan 't begin van 't verlof bezoeken om een beetje overzicht te krijgen van al die verschillende katachtigen. Hyena's vind ik afschuwelijk, de Hunting dog heel speciaal, de civet, genet en serval cat heel sierlijk, de cheetah's en luipaarden imponerend. We zijn juist op tijd om het voederen mee te maken. De poema's gaan nogal tekeer als ze grote hompen vlees toegeworpen krijgen. Aan de overkant van de baan kan men door een park rijden waar cheetahs en leeuwen vrij rondlopen. Mijn ventje draait de zijramen omhoog als er een paar jachtluipaarden te kortbij komen en aan de spiegel gaan likken. Langs de baan wordt er veel gelift. Wij pikken 2 vrouwen met hun baby's op. Prachtige gewaden (dat kan men niet zo maar gewoon kleren noemen) dragen de dames. Ze zullen wel een teken geven zeker als ze willen uitstappen want hun taaltje is wel het onze niet. We stoppen aan een soort fruitkraam en de mango's, bananen en pomelo's verdwijnen in een grote kartonnen doos. We rekenen af maar één van onze liftende dames komt kijken, keurt het fruit, verwisselt een paar mango's en onderhandelt blijkbaar over de prijs want we krijgen nog wat kleingeld terug. Als we in Gweru aankomen hebben we ongeveer 300km afgelegd. Het is een goede baan en 't gaat vooruit. We gaan iets eten en wat voorraad indoen.We willen niet te lang rondhangen om voor 't donker in Bulawayo te zijn. Op 't eerste zicht is Bulawayo een gezellige stad. Verloren rijden kunt ge er niet want het is naar amerikaans model opgevat in rastervorm met in de ene richting de avenues en in de andere de genummerde streets. Het Caravanpark ligt tussen 2 openbare parken en spreekt ons niet zo aan. We rijden dus verder naar Matopos Nat. Park Aan de gate betalen we de inkom en voor onze campingplaats. We willen ons tentje opzetten nabij de Malene Dam. We hebben nog maar pas alles uit de koffer gehaald of een dame komt ons thee en appelen aanbieden en vraagt of ze kan helpen. We zijn goed op elkaar afgesteld dus geen probleem. Als de tent staat komt ze een klapke doen. Ze heeft een kunstgalerij in Harare en komt naar hier om te schilderen. Ze heeft hier dan ook een zeer grote tent met verschillende kamers staan en alles goed ingericht. Ze vertelt ons dat we in Harare goed moeten opletten, het is er de laatste jaren zeer gevaarlijk geworden. Twee maanden geleden is er zelfs bij een blanke ingebroken. Wij verslikken ons bijna in onze appel ... (2 maand geleden? Bij ons op 't dorp elke week) Aangezien de kilokes beperkt waren op de vlucht hebben we niet veel kampeermateriaal bij. Zij vertelt ons waar we in Bulawayo alles kunnen lenen. Als het duister valt verschijnt er een gewapende bewaker. Er is geen afsluiting aan de camping en men weet maar nooit welke dieren op bezoek komen. (djeses, daar had ik zelfs nog niet aan gedacht) Hij steekt het vuur aan voor 't opwarmen van het water voor 't bad in de toiletruimte - geniaal systeem; verwarmt tegelijkertijd het water en de ruimte want 's avonds koelt het deze tijd van 't jaar wel fel af. Voor diegenen die het wensen steekt hij de BBQ aan, wij zijn blij met een vuurtje om gezellig rond te zitten.
Als we in onze slaapzak liggen horen we natuurlijk van alles en vooral datgene wat er niet is. De zenuwen staan een beetje gespannen, de eerste keer sinds lang terug in de tent slapen en ook de eerste keer terwijl er buiten vanalles kan rondlopen. We zijn moe genoeg om toch goed te slapen. We worden wakker van het daglicht. Met onze vuurblokjes koken we water voor thee. Ons ontbijt bestaat uit een groot bord vol fruit en wat graanvlokken. Het eerste dat we vandaag doen is op zoek gaan naar kampeergerief. We komen uiteindelijk bij Iversens Hire en vergroten ons comfort met een paar kampeerstoelen en tafeltje, kampeermatrasjes, een kookpot, een gasvuur en grote gasfles, gaslamp voor buiten aan de tent en Kopen een paar ankerslotjes om de ritsen van de tent vast te maken want blijkbaar zijn apen slim. De kinderen moesten ons bezig zien.. Luxe in ons klein tentje. Tijd nu om op safari te gaan en het park te verkennen. Spannend toch. Het park is verdeeld in verschillende wild area's langs beide kanten van de doorgangsbaan. Het zou een boek worden als ik hier moet neerschrijven wat we er allemaal beleefden dus een kort overzicht. De site zelf is prachtig met geel/rode rotsen en plateau's. Op verschillende plaatsen zijn er waterpools waar de dieren komen drinken en dikwijls zijn daar ook uitkijkplatforms. Aan sommige rivieroevers wordt verwittigd voor crocodiles. De campingplaats in Togwe area vinden we heel mooi liggen. De ranger heeft ons zien staan en komt ons verwelkomen, hij toont ons mooie plaatsjes en opent fier de deur van de toiletruimte die hij onderhoudt, het hout voor 't opstoken ligt klaar. Mooi, maar we zouden hier moedermens alleen staan en zo erg voelen we ons nu ook nog niet thuis in de wildernis. We spreken hier wel onze mondvoorraad aan en trakteren onze vriend op Belgian choclats die richting smeltingspunt dreigen te gaan. In de Northern area zijn ook veel rock paintings maar het voornaamste is toch wel het graf van Cecil Rhodes. We moeten een klimmetje doen om boven op de rots te komen waar de steen ligt. Een prachtige plaats, view of the world, en het is er werkelijk adembenemend mooi. We vinden een mooie platte steen om op uit te rusten en geven onze ogen de kost - gelukkig maar. De rust is vlug voorbij als ik in mijn ooghoek plots een slang zie wegkronkelen. Het is nog een beetje moeilijk om doordrongen te raken dat we echt in het wilde zitten niettegenstaande hier en daar wat menselijke inbreng te zien is. Tijd om onze kookkunst te tonen nu we een grote castrol en een groot vuur hebben. Mijn moortje kookt in geen tijd. De rijst wordt aangevuld met tomaat, paprika's en verse ananas. Vanuit de struiken wordt onze tafel bespiedt door een familie baboons. Niks onbewaakt achterlaten dus en de rits van de tent potdicht. 's Avonds zitten we met een tiental rond het vuur en converseren in het afrikaans/plat vlaams. Vanop onze matrasjes luisteren we naar de nachtelijke geluiden waar we zeer vlug aan gewoon geworden zijn. De ranger houdt de wacht. Ik slaap in één ruk door tot de zon de tent opwarmt. De volgende dagen genieten we nog hier in 't park. Mijn ventje heeft zijn hart verloren aan de impala's. Overstekende Kudu's doen ons regelmatig in de remmen gaan. Tegen de avond aan zijn het vooral de waterbokken die onze aandacht trekken. We zitten voortdurend met onze neus in de boeken om al die mooie dieren te kunnen benoemen. Al onze zintuigen staan op scherp en we leren heel vlug door de struiken kijken en het geritsel interpreteren. Als we een luipaard met zijn prooi zien hebben we het echter nog moeilijk om dit als "gewoon" te bekijken. Laatste avond. Afscheid nemen we met een pannekoekenbak op zijn vlaams. In Bulawayo gaan we naar 't warenhuis foerageren. Melkpoeder kan niet schiften, aardappelvlokken zijn vlug klaar, ontbijtvlokken voor bij 't fruit, spek om ons broodjes in 't vet te soppen. Fruit en groente
Het is eigenlijk niet zo gemakkelijk nu een verslagske te schrijven over Sri Lanka nadat het landje geteisterd werd door de Tsunami en vermoedelijk veel mensen waar we overnacht hebben in de problemen zijn gekomen. De foto's van hutjes en GHses op de stranden heb ik dan ook met opzet niet opgeladen.
We waren herhaaldelijk op Sri Lanka, de laatste maal in 1993. Ik ga er geen dag voor dag van maken maar een beetje een overzicht hoe wij het eiland ervaarden.
Sri Lanka was voor ons een mix van , Portugese, Hollandse en Engelse kolonisatie. De laatste keer dat wij er landden werden we vooral met Duitsers geconfronteerd. Het begon reeds op de luchthaven. We wisten dat Negombo op slechts 7km ligt. De tuktuk's hadden ons vermoedelijk horen praten - toen we de prijs vroegen moet er op mijn gezicht verbijstering te zien zijn geweest - 300rps???. Onmiddellijk kwam de vraag: Deutschland? Niks van en ik wil niet meer dan 50rps betalen. Het wordt dus onderhandelen en neen we gaan niet naar het nieuwe hotel maar halen ons adresje van vroeger boven. GH Di Phani -500rs/dubbel met ontbijt tel 031.8225 verschillende kamers gelijkvloers met ruime badkamer - netjes - fan en klamboe en ... toiletpapier. Het tuintje met ligbanken en veel schaduw geeft rechtstreeks toegang tot het strand. Ze koken er lekker en er is veel lektuur ter beschikkings ...zelfs Nederlands. We worden er zeer hartelijk welkom geheten en onze vorige kamer is nog vrij - wij blij. Het duurt geen uren voor we door hebben dat Negombo zowat het domein van de duitsers is geworden. We bestellen in 't engels en krijgen antwoord in 't duits - ja wadde...ons eenvoudig vissersdorpje is niet meer... De kinderen van de huisbazin gaan voor ons fruit halen in 't dorp en we liggen vroeg in bed.. De eerste dagen willen we rustigaan doen. Vissers en kinderen delen het strand met koeien, loslopende schurftige honden en krantenpapier vol kleine visjes vol vliegen. Voor strandvakantie moet men zeker niet naar hier komen. De meeste toeristen zitten dan ook in de grote hotels met zwembad en een strand dat regelmatig wat bijgeharkt wordt. Van hier noordwaarts staan veel kleine katholieke kerkjes in verschillende kleuren nog overblijfselen van de Portugesen. De Hollanders lieten dan weer een fort achter waar een gevangenis in werd ondergebracht maar waar niet veel meer van overblijft. Wat er wel nog is zijn de 120km lange kanalen die van Colombo via Negombo tot Puttalam lopen. Op de markt worden al onze zintuigen tegelijk geprikkeld geuren en kleuren, verkopers die hun waren aanprijzen en ons laten voelen en proeven hoe zacht de vruchten zijn. Wij wandelen graag het binnenland in langs de lagune waar de vissers wonen aan de kleine binnenwatertjes. Er zijn heel veel winkeltjes en fruitstalletjes bij gekomen. Mijn ventje is verzot op "klappers" jonge kokosnoten met heel veel sap en de zoete ananassen. De keuze bij de bakker is nogal gevarieerd geworden. In 't GH komt 's avonds de uitbaatster een praatje slaan. Haar leven is er niet beter op geworden. Ze wordt dagelijks met toeristen geconfronteerd die een heel andere kultuur meebrengen. Aan de andere kant haar eigen kultuur... een man die haar onder de duim houdt en slaat als hem iets tegenzit. Weggaan bij die vent kan niet want dan wordt ze verstoten door heel haar familie en is zij "de slechte - de onwaardige" De kosten voor de opleiding van de kinderen en het weinige geld dat ze daarvoor van hem krijgt. Hij blaft en zij loopt. (is een gekend fenomeen in Sri Lanka - kwamen het op onze vorige reizen herhaaldelijk tegen) We trekken een dagske uit om naar Colombo te sporen en wat in 't stad rond te kuieren (trein 10rs/pp)- wat bootjes zien en ijsjes eten - proberen een vlucht te versieren voor Trivandrum-Zuid India. Die zitten echter bomvol omdat door de onlusten met de Tamil de veerboot niet meer vaart en het lukt ons niet binnen de tijd voor een 14tal dagen naar ginder te gaan - halen een treinticket voor Anuradhapura (96rs/pp) en ontdekken dat ze ons weer in 't zak willen zetten (de prijs op het kaartje is veel lager maar volgens hen is de prijs vandaag omhoog gegaan - goed maar dan moet ik wel een kaartje hebben met de juiste prijs...en, we krijgen centen terug
Anuradhapura. werd 5 eeuwen voor onze jaartelling reeds bewoond. Ze bleef tot de 10e eeuw de hoofdstad van een machtig koninkrijk waar 119 koningen hebben geregeerd waarvan er 3 zeer bekend werden. Dutugamunu versloeg de Tamils Valagamba gaf het onderwijs een steuntje en bouwde daarvoor het grote klooster waar onderricht werd gegeven in boeddhisme en wereldse kennis. Mahasan zorgde voor immense irrigatiewerken en citernes In 1820 ontdekte een engelsman de ruines.Het bleek een heel grote stad te zijn geweest met vermoedelijk tienduizenden mensen die leefden in huizen met verdieping. Het verblijf van de koning omvatte meer dan 1000 kamers en was omringd door vele heiligdommen. Kondamalu GH 300rs/dubbel met ontbijt - heel netjes maar afgeleefd . We kopen een combinatieticket Cultural Triangle 30$ of 1450rs- voor de 3 grote bezienswaardigheden ...hier- Polonnaruwa en de tempel van de tand in Kandy. Het bezoeken is dan ook een hele opgave en we huurden een auto met chauffeur/gids voor de ganse dag (500rs) om ons van de ene naar de andere plaats te begeven. Nog steeds is men bezig met restauratie. Er staat niet zoveel meer overeind en gelukkig kan de gids ons veel vertellen. Onder een afdakje staat een mediterende boeddha. Er zijn verschillende Dagoba -in eentje wordt een sleutelbeen van boeddha als relikwie verdient in een andere werd vroeger de "tand" bewaard. Andere werden gebouwd uit boetedoening of uit eerbied. Het bronzen paleis is bijna volledig verwoest geweest en er staan slechts een paar pijlers recht. Van het Mahasena paleis is alleen een maansteen over maar die is dan ook zo mooi dat ze er een afrastering rond hebben gezet. Er staan prachtige afbeeldingen op die de opeenvolgende stappen uitbeelden die men moet afleggen om tot wijsheid te komen. Er zijn 2 waterbassins (tanks)die dienden voor de reinigende baden. Het voornaamste in heel het domein is de oudste boom waaronder Boeddha de wijsheid heeft gevonden. Er is eigenlijk maar 1 tak over die moet gestut worden maar niettegenstaande de heiligste plaats in Sri Lanka. Voor we terugkeren naar 't stad rijden we langs de Wewa waar vrouwen aan 't wassen zijn en gelovigen hun rituele baden nemen. Mihintale We laten ons naar Mihintale rijden en we moeten alles uit de kast halen om de rots te beklimmen. Halfweg staat er een grote witte Boeddha en zijn en ons uitzicht is fenominaal. Nog hoger langs smalle ijzeren trapkes tot boven waar gelovigen gaan mediteren. Waauw voor het uitzicht maar wel met knikkende knieën van vermoeidheid vooral het klimmen zonder schoenen valt zwaar.
Polonnaruwa We nemen de public bus naar Pollonnaruwa ( 20rs/pp 3 1/2u rijden) en dat is weer eens iets anders. Zoals overal in Azië zit hij afgeladen vol. De mensen zijn hier echter veel minder schuw en na een paar minuten staan er een paar klein mannen tussen onze knieën en een derde op mijn schoot. Het is warm in de bus en ik haal mij ergernis op mijn nek als ik de venster niet wil openzetten. Niks van. We moeten nogal wat draaien en 't is gekend dat ze vlug wagenziek worden. In de bus hangen dus overal plastiek zakjes maar door 't venster gaat vlugger... en bij 't volgende raam komt de lading terug binnen... Niettegenstaande vol komen er onderweg toch kinderen op om te zingen en te bedelen bij de toeristen. Wij geven uit principe nooit aan kinderen. Geen geld, geen bic, geen snoep. Hoe meer ze krijgen hoe minder zin ze hebben om naar school te gaan. Geld krijgt ge niet...daarvoor moet ge werken. Schrijfgerief hebt ge nodig in 't school en niet om het verder te verkopen om er daarna snoep of snuff mee aan te schaffen... want van de toeristen leerden ze hoe lekker zoet dat is..en ja, als de toerist weg is hoe moeten ze daar dan weer aangeraken? Door te bedelen. We scheppen een vicieuze cirkel en hebben alleen ons eigen ego gestreeld door hun een prul toe te stoppen. En na een paar dagen zijn we weg...en komen er andere toeristen die het dan weer op hun heupen krijgen van 't gebedel.... Onderweg zien we badende olifanten, prachtige flora, ganse poppenfamilies op staketsels om de daarachterliggende dorpen te beschermen. Als de bus stopt worden we overvallen dor touts die ons naar hun GH willen brengen. Ze zijn enorm opdringerig en 'k kan zelfs niet in mijn gids kijken. Een paar krachtige plat vlaamse termen zaait wat onrust...een vrouw die zo tekaar gaat... en ze zijn weg. We vinden een rustige kamer aan 't kanaal: Kuruppu Gardens 420rs/dubbel AI
De site van Polonnaruwa valt ook onder het ticket van de Cultural triangle. Ze is veel kleiner in oppervlakte en dus veel beter te bewandelen dan Anuradhpura - van latere datum (10e eeuw en later) en de resten in betere staat - ge kunt er u veel meer bij voorstellen. Een 3tal singalese koningen lieten hier prachtige gebouwen neerzetten - een zeer geslaagde mengeling van singalese architectuur en indiase kunst. Parakrama Bahu aan wie de site zijn praal te danken heeft heeft zijn standbeeld onder een afdakje bij de ingang. Er naast staan nog een paar resten van de bibliotheek. Van het koninklijke paleis staan nog 2 van de 7 verdiepingen recht en 't heeft wat...vooral de reliefs in wat ooit de raadzaal was kunnen mij bekoren. Er is een shivatempel en het Terras van de tandrelikwie met een aantal kleinere monumenten. En zoals overal een watertank. De zittende en liggende boeddha op 't einde van 't bezoek gun ik slechts een snelle blik want ik heb genoeg monumenten gezien en mijn voeten branden... genoeg is genoeg... Vanop ons terraske hebben we uitzicht op 't meer en de gelovigen die zich komen baden en vrouwen met kinderen die schateren en spetteren (hebben ze door dat we hun in 't oog hebben?) Het is 's avonds ook heerlijk wandelen langs kanaal en meer.
Dambulla Samen met andere reizigers charteren we een minibusje (16rs ongeveer 3u rijden). Peter de Canadees onderhandelt over de prijs. Rond de middag zijn we ter plaatse en na de middagrust gaan we de rotstempel bezoeken. 't Zit ook bij in ons Cultural triangle ticket. (Srilankezen betalen nergens toegang) Sun Flower II was ons aangeraden. 250rs/dubbel Het stadje is één grote groentenoverslagplaats - ook de busjes puilen uit met zakken wortelen, uien en courgetten. Het is weer klimmen naar de rotstempel. Bovenop een groot boeddha beeld. Het zijn 5 verschillende heiligdommen die uit de rotsen zijn gehouwen, de muren versierd met mooie fresco's en de plafonds in één woord prachtig -hopen liggende, zittende en staande boeddha beelden in alle formaten. Vorige keer mochten we binnen foto's nemen nu is het weer verboden omdat teveel toeristen met boeddha zelf op de foto wilden. Bij 't avondeten is er spectakel in de keuken - de man van de kokkin is poempeloere zat en zit zijn vrouw achterna met een mes. Theo, de Nederlander verwittigd de GH uitbater. Zijn respons: laat ze maar doen en blijf in uw kamer zo kan hij u niets doen... of hij zijn vrouw iets aandoet zijn blijkbaar zijn zaken niet... Ik zie een grote zwarte harige spin in de badkamer. Ben nu wel niet bang voor een spinneke maar 't formaat van dit exemplaar is niet echt geruststellend. Iemand van 't personeel komt ze pakken en draagt ze buiten. Deze avond gaat mijn muskietennet heel goed dicht. Van in ons bed horen we de apen op het dak spelen. 's Morgens worden de kamers gedaan door een meisje van naar schatting 9 à 10 jaar. Ik met mijn groot blad spreek er de eigenaar op aan... en zeg dat we niet opgetogen zijn over zijn GH en er zeker geen reclame voor gaan maken. We verhuizen naar het resthouse een honderdtal meter verder. Peter en Theo verhuizen mee. Sigiriya= de leeuwenrots: we nemen de local bus ( 5,50rs 45') en worden afgezet op een 10' van de site. Aan een fruitstalletje langs de baan verwittigt men ons dat we wel voorzichtig moeten zijn omdat er wilde olifanten rondlopen die de laatste tijd wat amok hebben gemaakt en zelfs 2 mensen het leven ontnamen. Allé...een rustige wandeling gewenst. 't Is wel rustig langs het baantje maar bij 't minste geritsel geef ik mijn ogen goed de kost. Het fort staat op rood/bruine rotsen die hoog boven de jungle uitsteken. De koning vermoordde zijn vader en verjoeg zijn broer, bouwde een paleis en veel tempels en verwendde de monniken om zo in de gunst te komen bij Boeddha voor vergeving van zijn wandaden.. De beklimming is er ééntje om U tegen te zeggen... eerst mijn knie maar intapen...Achter een traliedeur en via een wenteltrap kunnen we de fresco's bewonderen die zich onder een overhangende rotswand bevinden. De jonge dames van Sirigiya zijn nog met 20 - men vermoedt dat het er vroeger meer waren - de fresco's zijn bijzonder goed bewaard gebleven. Ze hebben allemaal ontblote borsten op ééntje na (vermoedelijk een dienstbode) en er staat een hele boel grafitti op de muur die er door de eeuwen is aangebracht door bewonderaars (blijkbaar wordt er onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de lokale taal). Foto's nemen mag maar zonder flits en...nergens aankomen . natuurlijk. Verder omhoog tot waar een leeuw zijn voorpoten een stenen poort vormen. Hier heeft men de kans om al eens goed rond te kijken - ver boven de jungle. In de hoek staat een ijzeren kooi... voor als de bijen aanvallen... ¨Met de regelmaat van de klok installeren wilde zwermen zich tussen de structuren van de ladders die naar de top leiden. Een pamflet vertelt ons dat we niet in paniek mogen raken of op de vlucht slaan want dan vallen ze gegarandeerd aan. Ze worden regelmatig verwijderd maar komen even regelmatig terug. Volgens hetzelfde papierke is men in 't dorp voorzien om in te grijpen bij ongevallen en steken van bijen... liefst niet aan denken .. Boven op de top liet de koning een immens paleis bouwen waar nu niet veel meer van over is. 18 jaar later kwam zijn broer met zijn troepenuit India terug en verdreef de moordenaar. Het uitzicht is adembenemend en al de acrobatische toeren meer dan waard. We installeren ons om te genieten, wat te eten en te drinken maar vooral om te bekomen van de inspanning. De zon staat ondertussen ook hoog en 't is meer dan warm. Terug beneden bewonderen we de tuinen - ondergronds zijn waterreservoirs die met elkaar door kanalen verbonden zijn. In de deksels zijn gaten waardoor de regen kan insijpelen maar die bij overdruk echte fonteinen vormen. We nemen de bus naar Nalanda (6,5 rs 1u) en een half uur tevoet naar Nalanda Gedige de oudste tempel (ook op triangle ticket anders 12$ en er is voor ons zo goed als niks te zien.. 1 klein tempeltje met wat hindoemotieven - maar voor de gelovigen zelf van heel grote waarde. Op de terugweg men raken we de richting kwijt, geen mens te zien, we komen na een uurtje en veel zweten een paar kms verder terug op de hoofdbaan. In de namiddag bezoeken we nog een spicegarden Old Village een paar kms richting Matalé (bus 10rs)- De kruiden waren het goud van het eiland waar westerlingen naar op zoek waren.
Blijkbaar is Trincomalee terug open voor toeristen. Alle toeristische infrastructuur ligt er wel plat daar er jaren niemand binnen mocht maar er zouden al een paar GHes hun deuren geopend hebben. We willen er graag naartoe maar voor 't moment regent en waait het er fel en ze geven geen beterschap voor de volgende dagen. De route er naartoe loopt door een prachtig gebied. Langs de route heeft men veel kans olifanten en andere fauna te zien. De dieren zijn noordwaarts getrokken omdat het in Ya en Gal Oya nogal druk is geworden door de minibusjes die er rondrijden. Een beetje zonde maar we zijn niet naar hier gekomen om te verzuipen.
We nemen een directe minibus via Matalé (10rs) naar Kandy (6rs) de voormalige hoofdstad in de tijd der koningen. Ze ligt aan een kunstmatig meer en op ongeveer 500m hoogte. Ze heeft ons altijd al kunnen bekoren en we hopen er een weekje te kunnen blijven. Zijn vermaardheid dankt de stad aan de tand van boeddha die hier in de tempel bewaard wordt - hij wordt nooit getoond. Dagelijks komen honderden gelovigen hem eer bewijzen. Eens per jaar, in Juli of Augustus, gaat de tand op uitstap. Hij wordt in zijn zevendelig, zeer kostbaar schrijn op een olifant door de stad gevoerd. Duizenden drummers en dansers openen de stoet, gevolgd door heel wat versierde olifanten. Als laatste de Maligawa Tusker, meestal een oudere olifant die deze eer te beurt valt tot hij sterft. Hij draagt steeds een kopie van de tand bij zich. Als hij er niet meer is wordt zorgvuldig een nieuwe olifant gekozen en speciaal voor deze taak afgericht.. Er zijn weinig mensen die zoveel eer en zorg te beurt valt als dit dier. Het is een adembenemend feest.. men heeft ogen te kort en de drums vallen nooit stil. De festiviteiten duren tien dagen en die dagen kan men in Kandy op de koppen lopen. Wie het ooit wil meemaken kan best een jaar of langer tevoren een bed reserveren. Slapen buiten het centrum is geen goed gedacht want auto's kunnen de stad niet in en men kan kms stappen om er te geraken. Het is in alle geval één van de grootste en mooiste festiviteiten die ik ooit zag. Deze keer zullen we ons met minder moeten tevreden stellen maar er is nog genoeg te zien en te beleven dat we vorige keer wegens de drukte niet hebben kunnen doen. Van Peter kregen we het adres van de familie Nanayakkara die even buiten 't centrum kamers verhuurt. We hebben ze gebeld en ze hebben kamers vrij. Joe Nanayakkara, 29 Gemunu Mawathe, Hantana Place, Kandy tel 08 34767 350rs/dubbel met ontbijt kort bij Institute of Fundamental Studies waar een Belgisch echtpaar werkt - samenwerking KU Leuven. 1/2 uurtje tevoet of met driewieler 50rs (al kan die dikwijls het bergske niet op) In WE's en 's avonds komt Joe afhalen aan bus en treinstation We worden hartelijk ontvangen met vers fruitsap en gebak. De kamers liggen in een apart gebouw in de tuin met terras en uitzicht op Kandy en de omliggende bergen. De andere kamer is in gebruik door de zoon die er komt studeren. Tijd om ons eens goed te verwennen - een heerlijk schuimbad en een fris bedje, een boek en een drankje. De namiddag vliegt voorbij. Bij 't avondeten ontmoeten we de heer des huizes. Hij geeft les aan de technische hogeschool. De dochter is ook thuisgekomen en zit ook in 't onderwijs. De man voert het woord, de dames dienen op. Het eten was lekker maar spicy met heel veel potjes groenten en sausjes en....gelakte eend. Het dessert was voor zoetekauwen - honing, kaneel, safraan en kormijn - we hebben weer heel wat bijgeleerd en geproefd. De avond brengt afkoeling en we slapen met de vensters wagewijd open. Het muskietennet is blijkbaar handmate met bloemetjes en veel fantasietjes..wat kitcherig maar wel leuk. Het was zalig ontwaken... Op ons terraske staat het ontbijt klaar ...blijkbaar hebben ze ons van boven goed in 't oog gehouden want we zijn nog maar pas klaar of ze staan er met vers fruitsap, schotels fruit en geurende thee en koffie. We leren koffie drinken met cacao uit hun eigen tuin geserveerd op klontjes suiker. Vandaag gaan we op stap in Kandy zelf. De heer des huizes neemt ons met de auto mee tot in 't centrum en we spreken af voor de terugrit deze avond. 't Is nog niet te warm en we stappen het meer rond en gaan een tas thee drinken in het Suisse Hotel met zijn oude charme en mooie tuin. Lord Mountbatton logeerde hier toen hij onderkoning was van India. De namiddag gaan we naar de overdekte markt. Ik koester nog steeds de mooie vruchten waarin de kruidnoot zit en die ik daar van een handelaar als geschenk kreeg. We hebben er veel te zien en de meeste handelaars spreken vlot engels en geven graag uitleg nadat we hun vragen hebben beantwoord over onze job, loon, huis en kinderen... We proeven fruit en krijgen thee aangeboden. 'k Zie zoiets al gebeuren in Leuven op de markt... en dan nog wel tegenover farangs... Even buiten het centrum richting GH is een ziekenhuis. 't Zal beroepsmisvorming zijn zeker maar na een paar minuten weten we al 't één en 't ander over het reilen en zeilen. Het ziekenhuis en de behandelingskamers liggen aan de overkant van de baan. Hier zijn alleen de slaapzalen en de keuken. Een eenvoudig bed en ijzerentafeltje. Omdat velen geen cent bezitten wordt het eten gesponsord. Aan de muur hangt een lijst met namen van patienten met daarachter de naam van diegene die sponsord voor fruit - drank - ontbijt- of avondmaal... (de naam van onze gastfamilie staat er ook bij en tot mijn grote vreugde ook die van een paar westerse toeristen - wij zetten er graag de onze bij voor een jonge moeder met 2 kinderen) Middagmaal zie ik er niet bij staan...voor armen maar 2 maaltijden per dag zeker. Gelukkig hebben we afgesproken voor de terugrit want 'k zou met de beste wil ter wereld het bergske niet tevoet op kunnen. We leren weer andere schotels kennen. Krijgen een kaart van Kandy en omgeving met alle interessante bezienswaardigheden er op... en de adressen van batikzaken... ze hebben in hun living een prachtig tableau hangen en mijn bewondering heeft hun handelsgeest gewekt en ze geven het adres van..een vriend...Ze zullen voor ons ook toegangskaarten aanschaffen voor een voorstelling van de Kandy dancers (150rs/pp) Op de kamer staan thermossen met koffie, thee, fruitsap en ijswater - een grote schotel fruit en een blikken doos met koekjes... (op het deksel de engelse Royals) Als we hier lang blijven gaan er wel kilokes bijkomen .. We vertrekken vroeg naar de botanische tuin. Bus naar Peradeniya 3rs. De bussen zitten vol met schooljeugd. Buiten het centrum liggen een deel grote scholen geconcentreerd - in de nabijheid ook een golfclub en een bowling club... en alles very british, zowel de gebouwen als de uniformen die gedragen worden. Ge krijgt een beetje het gevoel terug in de koloniale periode te zitten. Peradeniya Botanical Garden is heel groot en is een van de beroemdste ter wereld en terecht..De laan met de reuzen palmen, de kruidentuin, de orchideeën tuin met de grootste soort ter wereld, een Birmaanse reuzenbamboe van 30m hoog, een gigantische ficus waarvan de takken 1500m2 beslaan, de billenkokos van de Seychellen en bomen vol vliegende honden (enorme vleermuizen) Het meest gekke voor ons zijn de koppeltjes hier en daar onder de bomen die zich verschuilen achter grote zonneschermen. Op het buitenterras vinden we een lommerrijk plaatsje en kunnen heel het gebeuren in 't oog houden.. allé de af en toe bewegende paraplus. Op de terugrit stoppen we daar waar we vermoeden de batikshop te vinden. We zijn er niet ver naast. -Kreations Peradeniya rd 877 Ogen te kort heb ik om al die mooie dingen te bekijken... we mogen even in 't atelier en zien hoe met geduld die prachtige werken tot stand komen. Het is geen serie werk. Elke kunstenaar maakt waar hij zin in heeft en bepaald zelf de prijs die hij ervoor wil ontvangen. Er komt 10% bovenop voor de galerijhouder. 't Is wel niet goedkoop maar 'k laat me toch verleiden door een fries met Kandydancers en een madame met blote borsten van 't fresco in Sirigiya . Wel nooit zeggen dat ge door iemand gestuurd zijt want dan komt er een percentje bij voor de doorverwijzer. -Ceygems international Gemmological Museum, Peradeniya rd 673 Een museum met heel mooie stenen - een nagemaakte mijn en een videoreportage over de echte mijnen. Natuurlijk ook een verkoopzaal maar goddank helemaal niet opdringerig. - maar: ga alleen, afdingen tot de helft van de prijs en.... Antwerpen kennen ze er heel goed... We moeten voortmaken want deze avond gaan we naar 't optreden. Ik bewonder zo de sari's van de dames dat ik van Ariya en Denithi een demonstratie krijg in de kunst van 't omwikkelen - tot 7m lang zijn de stoffen... en ze dragen ze met grote sier. De vrouwen gebruiken ook veel kruidentuiltjes voor hun bad. Verschillend voor als ge moe zijt of depressief, voor pijn in de spieren of knoken... ze houden ook veel van geurtjes en passen die aan aan hun gemoedsstemming.. nogal ingewikkeld want een foute keuze kan desastreuse gevolgen hebben voor de gemoedsrust.... ik knik maar en oh yes, ah... maar mijn kopke is te klein om dat allemaal te onthouden en...experimenteren zou dus desastreus kunnen ziijn. Geweekt in kruiden, gedept met exotische geurtjes en gewikkeld in een prachtig gewaad, mijn ventje in een brede beige broek en een breed en lang wit hemd dat er over hangt met een smal zwart sjaaltje onder zijn kraag zijn we klaar voor de soiré. 'k Ben blij dat zij zelf ook meegaan om niet teveel uit de toon te vallen en, moest mijne rok uiteen zakken iemand om me te helpen. In de zaal heeft een reisagent al de eerste rijen gereserveerd door er briefjes op te leggen maar er is nog niemand te zien. Na een praatje van onze gastheer met een paar mannen die daar rondlopen worden de briefjes bij mekaar geschoven en krijgen we zitjes helemaal vooraan en een tafeltje met verfrissingen. Gelukkig is er kunstlicht want ik voel me blozen tot achter mijn oren en 'k durf niet goed kijken als de groep Duitsers binnengestormt komt. Als ik hun kommentaar hoor geraak ik weer in een emotionele kakkewalk... 'k ben fier op mezelf en blij dat we het zo mogen beleven maar hun onbeschoft gedrag maakt dat de stoom uit mijn oren komt. Mijn Duits is niet perfect maar wel voldoende om hun op een belachelijk lieve manier (slecht karakter van mij) even attent te maken op de disharmonie tussen hun nood aan kultuur en hun wansmakelijk gedrag ... hoe dun het laagje vernis is als men denkt dat de tegenpartij u niet verstaat... Ze staan even met hun mond vol tanden en vooraleer ze de kans hebben te antwoorden richt ik me weer demonstratief tot onze gastheer en gastvrouw. Het spektakel zorgt binnen de kortste keren dat ik me weer goed voel. Hou heel veel van het opzwepende ritme van drums, mijn hart gaat er van bonken. Het lopen over hete kolen en slikken van degens vind ik dan weer wat minder. Na afloop bij 't applaus krijgen mijn gastvrouw en ik een orchidee aangeboden.. en 'k sta weeral met mijn mond vol tanden. Heb me na deze avond blijven afvragen welke rol onze gastheren in deze maatschappij speelden om zo'n voorkeursbehandeling te krijgen... zoveel honeurs ben ik niet gewoon. Een dagske naar het olifantenweeshuis. De dag begon niet zo denderend.. toen we voorbij het hoofdgebouw kwamen hoorden we klappen vallen en geschreeuw... wat gebeurd hier. We worden zonder veel woorden uitgenodigd om in te stappen ... alleen mijn ventje wordt aangesproken... hebben de vrouwen afgedaan voor vandaag? Op een vraag over de tempel en het museum krijg ik, in tegenstelling tot vorige dagen, amper antwoord. Was het daardoor dat ook het bezoek aan de olifanten ons niet veel zegde? Of hadden we al teveel olifanten gezien? Vermoed het eerste want voor mij horen olifanten tot mijn lievelingsdieren.. Als we aan de tempel van de tand komen is er nogal veel beweging. We begeven ons tussen de massa naar de binnen. Er is ter ere van de tand een muziekgroep dat optreedt. We schuiven mee aan om eer te brengen aan de "tand" maar 't moet zo vlug gaan dat we niet veel te zien krijgen en we lassen nog een tweede toertje in en treuzelen om eens goed te kijken naar al die luxe en franjes al worden we aangepord om voort te gaan. Buiten worden we aangesproken door een jonge monnik (allé jong voor ons-schat hem rond de 40) en op een bank in de schaduw van een boom komen we weer wat meer te weten over boeddha, zijn leer en het leven als leek en monnik. Terug bij ons gastgezien zien we bekende gezichten: Peter Abrams en Theo zijn gearriveerd. Het wordt dus een drukke avond - de gastvrouwen verzorgen ons met allerlei lekkers en de gastheer, die krijgen we niet meer te zien.
We willen richting bergen. Als we vertrekken staat Joe klaar om ons naar 't station te brengen. We opteren voor Ella als uitgangspunt voor de verkenning van de hoogvlakte. Het is een mooie rit door de theeplantages waar men volop aan de pluk bezig is. Niet ver van het station ligt in een zijwegske Lizzie Villa GH in een mooie tropische tuin. Het werd ons onderweg door andere trekkers aangeraden en 't heeft wel charme. De kamers zijn wel wat donker door de hoge bamboes en bananenbomen die voor 't venster staan. Het heeft hier de vorige dagen geregend en van echt wandelen komt niet veel in huis. Het Resthouse ligt aan één van de vele watervallen van de streek. Het is alsof het gebouw boven de afgrond hangt en het is gezellig tafelen in de grote veranda met een 5* uitzicht. We zijn blij een plaatske te vinden binnen want het is hier in de streek niks te warm. Ik had mijn stapschoenen onder het afdek gezet om wat te laten drogen. Als ik ze 's morgens wil aantrekken zie ik net op tijd dat er iets inzit ... en 'k heb letterlijk gekeeld... één van de personeelsleden haalt er een scorpioentje uit. Aangezien er door de modder niet te stappen valt gaan we de dorpen in de omgeving verkennen. Met de bus naar Nuwara Eliya. Een stadje op 1900m hoogte dat nog steeds een Britse sfeer ademt met zijn villa's in Tudorstijl, een golfclub waar ge voor 1 dag een lidkaart kunt kopen of er eens rondkuieren en de oude foto's bewonderen.Hill Club lijkt wel een brits landhuis met zijn mooie tuin. Nu is het een hotel. Er gaan eten kunnen we niet want er is een dressrule en we hebben geen overhemd of das bij (blijkbaar kan men dat daar wel huren maar zover willen we het nu ook niet drijven) We drinken er een tas vieze maar dure koffie (wie drinkt er nu ook koffie in 't paradijs van de thee- wij dus - ni echt slim) en gaan ook hier wat rondneuzen. Er is zelfs nog een bar "alleen voor mannen" Hier en daar hebben we mooi uitzicht op de grote theeplantages. Men kan hier een bezoekske afleggen aan een theefabriek waar men ook kan proeven maar daar willen we hier onze tijd niet insteken. We willen met de bus naar Haputale maar er is er geen rechtstreekse. Met de local bus naar Bandarawela. Een heel ander stadje. Blijkbaar komen er niet zoveel toeristen want de winkels zijn gevuld met local stuff en dat is altijd fijn om de sfeer op te snuiven.. voorwerpen te zien waarvan we niet weten waarvoor ze dienen .. gratis demonstratie en een volkstoeloop Voor de schooljeugd zijn we de attractie van de dag. Onder begeleiding komen we aan 't busstation voor onze volgende rit... We zullen moeten wachten tot de bus vol zit. Na een half uurtje wordt de bus gestart... mis... men tracht de bus te starten maar hij weigert. Geen probleem volk genoeg om te duwen. Neen, niet de mensen die al op de bus zitten want die blijven zitten om hun plaats niet te verspelen..Eens van de parking is er een helling en prrrrrt hij doet het. Ik voel me er niet erg gerust in. Tussen mijn voeten zie ik de baan onder ons voorbijschuiven... het karton dat er op lag was een beetje verschoven! Niettegenstaande veel hellingen lukt het. Haputale. Een paar huizen, een paar hotelletjes, een theefabriek en een treinstation. Het bevalt ons op 't eerste zicht. In het Resthouse gaan we een hapje eten en nemen hun kaartje mee voor de komende dagen. De trein brengt ons terug in Ella waar de regen neerstroomt. 's Morgens regent het nog. Er hangt een dichte mist en we lassen onze tocht naar de Horton plains af. Hadden nochtans graag Hatton en Adam's Peak gedaan. Het is een heilige berg die zowel door boeddhisten, hindoes als moslims vereerd wordt - 2250m hoog en een stevige klim...en naar World's End, maar in de regen? We nemen een minibus voor een lange rit naar de zuidkust. Yala laten we links liggen. Vanaf Hambantota rijden we langs de kust met regelmatig mooie uitzichten. Tangalle wordt onze eindbestemming. Een tuktuk brengt ons naar Villa Ocean Waves. Een korte inspectie van de kamer en het lijkt ons wel wat. Het is een oud herenhuis, de kamers hebben dubbele openslaande deuren en êen heel hoog plafond. De hall heeft een leeshoek met houten lambrizering. Er is verse vis en schaaldieren en de kok heeft er iets lekkers van gemaakt. We worden scherp in 't oog gehouden door een leguaan die in de tuin huist en blijkbaar niet erg schuw is. We hebben er een zeer fijne tijd. We wandelen naar 't dorp en de markt. We verkennen het strand in beide richtingen en weten niet wat we horen als vanop de verdieping van Lanka Inn GH op ons wordt geroepen. Daar is Peter weer. We spreken af om nog eens samen te gaan eten in een restaurantje op 't strand (volgens de informatie die ik nu heb zouden zowel GH als restaurantje in de golven verdwenen zijn) Een bezoek aan Galle, vol herinneringen aan de Hollandse kolonisatie, mocht ook niet aan 't programma ontbreken en het is er ons goed bevallen (het stadje zelf is door zijn omwalling redelijk goed ontsnapt maar al de vissershuisjes en visrestaurantjes op de stranden zijn nu ook weg) Volgens de hotelbaas is het weer mooi zonnig in de bergen.
We breken op - gaan met de trein naar Colombo en nemen daar de aansluiting naar Haputale. Het resthouse ligt ook op de kam van een berg en de enige kamer die vrij is krijgt de volle wind uit het dal en de houten vensterluiken en deuren rammelen. Morgen zou een andere kamer vrij zijn en kunnen we verhuizen. In Haputale leerden we dat het korter is om langs de spoorbils te lopen dan langs de weg, dat de treinen tuuten voor ze er aankomen en iedereen het spoor kan vrijmaken, dat barelen aan spoorwegovergangen in dit landje niet het minste nut hebben ... We wandelen door de theeplantages en de pluksters tonen ons hoe we het moeten doen .. op de fabriek, waar ook op zondag nog volk aan 't werk is, worden we door de eigenaar uitgenodigd en krijgen we een privé rondleiding, mogen we proeven en krijgen van alle soorten een pakje mee. (Als ik later thuis de foto's opstuur kont er een paar weken later een postpak met kilo's thee -genoeg voor familie, vrienden en buren) De enige leraar van 't schooltje vertelt over het onderwijs en de moeilijkheden en mogelijkheden. Hij is fier op wat hij hier kan doen. Hier zou ik ooit graag terugkomen... klein, rustig en gemakkelijk contact met de lokale bevolking. De tijd dringt. We moeten stilaan richting Colombo. Met de bus naar Kalutara. We vinden een GH aan de strandblvd. Er is een verhoogd terras met uitzicht op strand en vissers. De eigenaar is een duitser. Hij heeft een afspraak met een Srilankese familie. Zij runnen het GH en mogen de recettes houden. Hij heeft levenslang het recht op een soort appartementje en zij zorgen voor zijn eten en de onderhoud. Hij verblijft hier 9m/jaar. Gaat regelmatig naar Madras of Trivandrum zodat zijn reisvisum in orde blijft. Goed gezien maar ik zou het niet kunnen. Familie en vrienden achter laten.. nederlandse lektuur..een toneel.. een concert.. Neen ik moet regelmatig terug naar "huis". De vissers in deze streek zitten op staken in de branding omdat ze door het geweld van 't water niet kunnen blijven staan. Het is in deze streek een methode die vooral in ere gehouden wordt ten gunste van de toeristen. Zo ook het traditioneel plukken van cocosnoten en het tappen van cocosmelk. Er zijn koorden gespannen tussen de toppen van de bomen en ze zweven er over als echte evenwichtskunstenaars. Aan sommige stranden zijn ook schildpad reservaatjes. De eiren worden kunstmatig uitgebroed en de schildpadjes uitgezet. Bij een vorig verblijf op dit eiland hebben we een paar weken hier in 't zuiden doorgebracht en dat alles uitgebreid gaan bezoeken. Nu schiet de tijd er over... In 't centrum van Kalutara is een groot hindu heiligdom .. buschauffeurs, taxi's, auto's stoppen om geld te offeren in de vele gleuven in de muur. Het centrum heeft ook een grote groenten en fruitmarkt. We krijgen er maar niet genoeg van. Onze laatste volledige dag nemen we de bus naar Mt Lavinia voor onze laatste nacht. Het hotelletje is eenvoudig maar prijzig. Als ik ga slapen val ik nog door mijn bed. Geen probleem er zijn kamers en bedden genoeg. Mt Lavinia vinden we maar niks ... lawaaierig... een chic hotel waar de trein bijna door de tuin rijdt maar van hier geraken we gemakkelijk weg. De bagage is heel vlug gemaakt.. cadeautjes goed ingepakt want ze gooien nogal met de bagage op de transportbanden. We nemen trein tot Colombo en de bus naar de luchthaven.
Als we thuiskomen is het bitterkoud. De kilte zit in onze knoken en het duurt een paar dagen voor onze inwendige termometer zich heeft aangepast.
De smaak zit er in. Na mijn uitstap met Betty droomt ook mijn ventje van Thaïland. Jos, de mannelijke helft van onze goede vrienden wil hem graag vergezellen. De vrouwtjes blijven thuis. Wij wuiven ze vrolijk uit op Zaventem.
Hun verhaal:
Afscheid op de luchthaven. Germaineke een beetje onder de voet. Meteen goedkope vlucht en dus een paar tussenhalten via Milaan naar Rome en Bangkok met Al Italia. In BKK over de spoorbrug en met de trein naar 't centrum. Met andere reizigers een gedeelde taxi naar KaoSanRoad en ons een goed hotelletje gevonden. Een paar dagen de omliggende straten en de stad verkend. Tempels, drijvende markten, klongs, winkels. Met de nachttrein naar ChiangMai waar we in handen vielen van een tuktukker die vermoedelijk een beetje aan de drugs had gezeten en die ons in 't centrum naar een soort hoerenkot bracht. Toch nog vlug een heel goed GH gevonden. De eerste avond al naar de nightmarket en veel gezien dat ons interesseerde. Met een tuktuk naar DoiSuthep, veel trappen omhoog maar heel mooie tempel en we kijken onze ogen uit op de rituelen en offerandes - draaien ook eens aan de trommels enz. Op de ambachtenstraat zien we heel mooie dingen - houtwerk wordt gekeurd. 's Avonds naar een folklore avond met dan en lekkere maaaltijd. Als souvenir een mooie foto meegebracht ( de enige van de hele reis en waar ze nu ligt...als ik ze terug vindt komt ze hier bij 't verslag Met de bus naar MaeHongSon - een GH bij een oud vrouwke - goed. Het stadje verkend en een uitstap naar de bergstammen. Van MHS naar Pai met de bus, over de bergen langs een heelmooie route. Als we in 't GH komen ontdekt Jos dat hij zijn papieren en geld niet bij heeft. Gelukkig nog wel zijn reispas. Vergeten in MHS. Met dezelfde bus nog teruggereden. In 't GH natuurlijk niets meer te vinden...gaan aangeven op politiebureau - de politie mee naar 't GH en veel gepalaver maar geen oplossing. Jos naar huis gebeld om geld over te schrijven, contact te nemen met het reisbureau voor recuperatie tickets enz. Terug naar Pai en daar een paar dagen gebleven om wat te bekomen - we hadden er een goed GH en een goed eetkraampje. Met een minibusje naar Taton. Van hier kan men over de Kok rivier naar Chiang Rai. We reserveren voor de volgende dag. De boottocht is een heel avontuur: kleine bootjes, met 6 op de bodem zitten, af en toe vastvaren in 't zand en iedereen eruit om hem los te trekken. Zweten onder de loodzware hitte. In Chiang Rai over een smal plankje en we worden overspoeld door touts die ons naar hun GH willen brengen. Een goed GH maar de kamers slechts afgescheiden door bamboematten. Van hieruit een tocht met olifanten georganiseerd - onderweg aan een bamboehut was er eten voorzien - de chauffeur wacht ons op en we hebben nog een flinke wandeling bergaf tot aan een meer waar de auto op ons wachtte. Nog een bezoek aan de Golden Triangle. Onderweg aan de Birmese grens veranderd van bus naar ChiangMai Van ChM terug naar BKK met de bus. Terug in Bangkok naar Al Italia om de terugvlucht te regelen... een deel gepalaver maar 't kwam in orde. Op SilomRd regelen we ons transport naar 't zuiden met de nachtbus. We blijven op SilomRd slapen. We kopen grote zakken om al onze aankopen in kwijt te geraken De bus tot Surathani - hier een lange wachttijd om ons naar de boot te brengen richting Koh Samui. Het eiland was een beetje een tegenvaller. Er rijdt een minibusje rond het eiland die u afzet aan een GH. bevalt het niet moet ge wel wachten op zijn volgende passage. Toch een houten hutje gevonden op het strand. Het eiland staat vol cocospalmen. De afgerichte apen plukken de cocosnoten en gooien ze naar beneden. We zoeken een ander GH meer in 't centrum. We waren naar hier gekomen om uit te rusten maar dat zijn we hier vlug moe. We gaan kijken om terug te vliegen maar dat lukt niet. We zitten hier dan onze tijd maar uit. Ik ga nog een daguitstap doen naar speciale rotsformaties. Met de boot terug naar Surathani en van daar met de bus naar de luchthaven. Binnenlandse vlucht naar BKK Via een lange schacht van Domestic airport naar International airport. Met veel vertraging vertrokken. In Rome de aansluiting gemist. Veel geloop maar uiteindelijk kunnen we met Sabena naar Zaventem.... Maar hopen dat onze bagage mee is want daar hebben we geen zicht op. Alles OK bij de landing en de vrouwtjes heel blij ons weer te zien.
Ons verhaal: Germaine en ik bellen mekaar regelmatig. Ze zullen het ginder wel goed hebben zeker want de eerste tijd laten ze helemaal niks van zich horen. Het tweede telefoontje dat er door komt is niet zo'n best nieuiws. Jos is bestolen en zijn tickets, geld en papieren zijn weg. Ze waren onderweg naar Pai toen ze het ontdekten. Bus terug genomen maar weg bleef weg. Germaine hier zoveel mogelijk geregeld - naar Connections gebeld. In MaeHongSon hebben ze van de politie papieren gekregen - voor terugkomst zullen ze in BKK naar All Italia moeten gaan voor het ticket. We horen niks meer. 't Zal wel in orde zijn zeker. Dag van terugkomst: wij naar de luchthaven. De vlucht van Rome landt maar onze mannen zien we niet afkomen. Een beetje paniek. We gaan ons bevragen aan de balie en blijkbaar zaten de mannen er niet op. Zouden er ginderachter nog problemen geweest zijn? Niks gehoord.... Bij All Italia vertellen ze ons dat ze hun verbinding in Rome gemist hebben en met de volgende vlucht komen. We gaan maar een goei tas koffie drinken pm wat te bekomen. En ja, daar zijn ze dan. We kijken onze ogen uit. ze vertrokken elk met een kleine rugzak en zie ze daar staan met 2 van die grote zakken met wieltjes en ritsen om steeds groter en groter te maken... Ze hebben dus half Thaïland opgekocht voor hen en de familie. Mannen................. De enige foto die ze van hun reis mee terugbrachten is er ééntje van ChangMai waar ze een avondje uit hadden... Mooie meisjes maar waar de foto gebleven is...
't Ventje vertrekt weer naar Maleisië en Thaïland, nu met Daniël
De dochter volgt rijles en mijn ventje leert haar begeleider kennen. Ook iemand die graag reist maar ook nog nooit verweg was geweest. Verhalen, een bezoekje en huis en ja... 't ventje heeft het voor Thaïland en de plannen zijn vlug gemaakt. hun fotoalbum: klik hier
Met Malaysian airlaines naar Kuala Lumpur. Met de bus van de luchthaven naar 't centrum. We vinden een goed GH maar met heel veel en smalle trappen. We verkennen Kuala Lumpur en gaan een kijkje nemen vanop het hoogste gebouw ter wereld - 63 verdiepingen hoog, verkennen China town. 's Avonds gaan we naar de nightmarket De tweede dag weet ik niet wat ik zie als in ons GH onze beste vrienden arriveren: ja de Jos en Germaine. Wij vertrekken naar de Cameron Highlands en zij naar een ander GH... die trappen hé Met de bus door een prachtige natuur - heel bochtige route. We nemen onze intrek in TwinPinsGH - goed met een tuintje. Het zijn dagen van wandelen door de jungle en theeplantages. Er was er een zeer avontuurlijke bij over boomstammen, afdalen met lianen en te ver uitlopen... gelukkig komen we op de theeplantage een Singaporees tegen met een een auto die ons mee terug wil nemen want we hadden zeker nooit voor de nacht ons bed terug gevonden. De volgende dag neemt hij ons ook mee naar de stammen hier hoog in de bergen waar hij als ontwikkelingshelper werkt. Van hier naar Penang. Hier ook een GH in 't centrum. We bezoeken de stad en een paar tempels. Het is druk want 't zijn de voorbereidingen voor ThaiPussan. Overal zijn ze cocosnoten langs de openbare weg aan 't leggen die de dagen van de feesten op 't straat kapot gegooid worden en waar de boetelingen over lopen. Het kapot gooien gaat gepaard met veel lawaai en geroep. 27/01 Het is zo ver. Eerst de drukte in de stad en aan de botanische tuin daarna met de bus naar de tempel waar de echte ThaiPusan doorgaat. We weten niet wat we zien. Een brede baan wel 2 km lang vol volk. Hoe vindingrijk mensen zijn om zich te pijnigen...met priemen door wangen en lichaam ... op de rug haken met touwen aan waaraan anderen zich laten voortslepen - omgekeerde ijzeren hoepels die in het lichaam geprikt worden versierd met bloemen en bovenop beelden . Het is een lange weg en regelmatig zijn er stopplaatsen waar geofferd wordt en gedanst en de haken/pinnen nog wat bijgetrokken. Op 't einde van de route nog 258 trappen. Onmenselijk. We zijn er niet goed van. Blij dat we het gezien hebben maar zeker niet voor herhaling vatbaar. Morgen gaat het naar Hat Yai in Thailand. De mooiste herinnering aan Maleisië zijn de Cameron Highlands
Gelukkig zijn we wakker want de nachtwaker die ons ging wekken ligt nog in diepe slaap. De minibus komt ons ophalen en 't gaat in hoog tempo richting Thaïse grens. De grensformaliteiten verliepen heel vlog. Het stadje zelf is druk omdat ook veel Maleiers de grens oversteken om hier goedkoop te komen inkopen. We gaan poolshoogte nemen voor 't vervoer naar Phetburi. Blijkbaar de treinen vol en iemand die er rondhangt brengt ons naar een reisbureau om ons een veel te duur busticket aan te smeren. Niks van. Uiteindelijk zou er nog plaats zijn op de trein 3eklasse vertrek 16u55 aankomst Phetburi 7u30 - nachttrein dus - 145 ThB met de belofte dat we op de trein mits een kleine toeslag naar 2eklas zouden kunnen verhuizen. Een drukke en bonte menigte met veel bagage... dozen die onder de zitbanken moesten en andere goed zichtbaar in de bagagerekken. Douaniers deden voortdurend hun ronde om te controleren op smokkelwaar. In ons rijtuig stonden 2 vrouwen op uitzicht en als er douaniers in 't zicht kwamen verhuisden de dozen naar elders. Dat spelletje heeft zo uren geduurd... we hadden dus wel iets te zien. De rit verliep verder goed maar slapen, dat was wat anders. Gelukkig vonden we in Pethburi om 9u30 al een hotelletje mooi gelegen aan de rivier. Na een deugddoende douche direct in slaap gevallen tot 13u. We bezochten een paar tempels en namen daarna de bus naar het Kaeng Krachan NP. Onderweg moesten we overstappen op een camionette die ons aan de ingang afzette want het park is met de bus niet te bereiken. De 2 wachters kennen geen woord engels, ze halen er een jonge dame bij die voorstelt om ons achter op een brommertje door het park te rijden. Dieren zouden er niet te spotten zijn. Dat hoeft voor ons ook niet. We houden het voor gezien en gaan de 80km onverrichterzake terug... Liever morgen naar de River Kwai Phetburi is niet de ideale plaats om informatie te krijgen. De enige plaats waar men echt tourist onvriendelijk was. Ze willen ons alleen maar veel te dure tickets aansmeren. Uiteindelijk komen we er achter dat we de bus richting Bangkok moeten nemen tot Rathburi en daar overstappen op de gele bussen die allemaal naar Kanchanaburi rijden. De overstap daar ging heel vlot. In Kanchanaburi staan de tuktuks te wachten om hun GH aan te prijzen. Wij kiezen Sams Place aan de Kwai rivier met een enig mooie ligging. Hutten op palen 150ThB voor een dubbel met privé badkamer. Ge gaan op verkenning uit in de stad en naar het station voor vertrekuren trein naar NamTok. Het is hier heel druk en er lopen weinig toeristen rond. de meesten komen op uitstap vanuit BKK. We bezochten het kerkhof 61 000 zerkjes ... Daarna de trein 17ThB - kraken en rammelend en eindigend in een rijstveld - en nog 1 1/2km tevoet tot aan de beroemde brug - 't is stikheet (33-35°) en we zweten ons te pletter. We bezoeken het museum... nogal gruwelijk maar verder wel interessant. Als we de stoomfluit horen spoeden we ons naar buiten om de trein heel langzaam over de brug te zien rijden. Daarna zijn we er nog eens over gewandeld.. 't is opletten met de losse planken en gaten.. Daniël is niet te bewegen om transport te nemen en we wandelen nog een dik half uur terug naar ons GH. De mensen zijn hier enorm vriendelijk.... Douchen en platte rust tot het avondeten. En vroeg naar bed want... doodmoe maar tevreden. Ontbijten met een lekkere pannekoek met banaan, rugzak pakken, geld wisselen en naar de trein richting Sai Yok aan de grens met Myanmar/Birma.. Twee spectaculaire plaatsen: de brug over de river Kwai en 15 km verder NamTok, de trein gaat over krakende bruggen langs de rotsen ... Die heeft vertraging maar na een 2u durende rit komen we in sai Yok waar we een GH vinden dat echt niet veel voorstelt en met veel muggen. We sprayen alles vol en vertrekken naar de waterval ... een dun straaltje water dat een tiental meter naar beneden sijpelt - Daniël kan maar niet begrijpen dat dit "de" beschreven waterval is.... ja, ze zijn niet overal zo spectaculair lijk in Europa hé. De omgeving is mooi maar om verder naar het NP te trekken?? We vertrekken via Kanchanaburi en Supanburi (1 km tussen de busstations) naar Ayuttia. Een dagske rijden dus... Onderweg eten we gebakken banaan maar dat valt niet echt mee. Een tuktuk brengt ons naar PhaeLongGH heel mooi gelegen aan de rivier uitgebaat door een zeer vriendelijke Thaïse familie. Een heel mooie kamer met een typische badkamer buiten. We reserveren voor morgen een tuktuk om ons gedurende een 3tal uren door de site te rijden. Het blijft heet ...35° en we puffen... We bezochten de site maar voor de namen van tempels, wats enz. verwijs ik liefst naar een reisgids...zoveel... zoveel moeilijke namen. Onze tuktukker wil met ons naar 't GH rijden om onze bagage op te halen en ons naar 't busstation te brengen voor diezelfde 100ThB. Met de trein zou ook gaan maar die vertrekt slechts om 17u en 2u rijden wil zeggen dat we in 't donker gaan aankomen en dan nog een GH gaan zoekn is niet zo ideaal. De bus naar Sanaburi - even heibel want onze tuktukker wil plots 400ThB - niks van, afspraak is afspraak, direct een menigte rond ons maar de buschauffeur die wat engels spreekt neemt het voor ons op ... In Sanaburi even een gebakken banaan eten en..deze keer wel lekker. We moeten ons haasten voor de aansluiting naar Pak Chong. Na even een paar man van ons te hebben afgeschud zien we iemand die kaartjes heeft van Jungle adventure met GH. Het zijn duitsers die het uitbaten en de tochten in de jungle organiseren. Ze hebben geen kamer vrij maar we behelpen ons met "paljas par terre" in het bureau met de stellige belofte dat we morgen een kamer hebben. We reserveren de safari van 1 1/2dag. Patchong is één lange straat met eetstalletjes. De banken zijn gesloten, we kunnen niet naar huis bellen.. We slapen lijk marmotten op onze matrasjes op de grond... Deze voormiddag nog wat door 't stadje gewandeld en om 15u vertrek naar Khao Yai N.P met 30man. De tocht door de grotten waren voor mij geen lachertje... er waren niet voldoende pillampen .. slechts 5 ..we zochten ons een weg over stenen en gruis, omhoog en omlaag, op de knieen door smalle openingen en op de rug onder de stalagmieten doorschuiven. Het tempo lag voor ons te hoog - de rest van de groep 20-30 jarigen - Onderweg moesten de lichten uit, luguber ...plots kreten want een hele zwerm vleermuizen vloog ons om de oren. Het was me wat. Na 1 1/2u komen we bezweet en moe buiten, de camionette in om 30km verder aan een steile klim te beginnen. Na een kwartier hield ik het voor bekeken en besloot terug naar beneden te schuiven. (Volgens Daniel een verstandige beslissing want 't was een moeilijke klim). Toen ik een paar minuten beneden was dacht ik een trein te horen maar het waren duizenden en duizenden vleermuizen die de kloven en holen verlieten voor de nacht. Een machtig schouwspel. Terug in 't GH, douchen, eten en slapen. We worden verwittigd dat we om 5u zullen vertrekken ipv 10u het zal dus een lange dag worden. Om 6u vertrokken en om 7u30 al een stuk in 't park. Overal kleine apen, makaken. Om 8u start onze 4u durende trekking door regenwoud. Een hele belevenis.. na een kwartier stonden we al voor een rivier waarover een boomstam om over te steken en er hingen ook lianene ... de eerste bereikt al slingerend de overkant, voor het mijn toer is liggen er al een deel jonge gasten in 't water. 'k Zal dus geen belachelijk figuur slaan als ik er ook induik...een flinke aanloop, zwiep en ik land in 't struikgewas aan de overkant. We kropen over boomstammen, gleden over mos. .. gelukkig had ik een goede dag want met 60 zo'n avontuur!!! We zagen nog gibbons, hoorden de geluiden van de jungle .. een kleine uil maakt precies morse geluiden... Berg op, berg af, veel zweten en uiteindelijk staan we op het uitkijkpunt. Onvergetelijk mooi. Middag ... met de truck naar het hoogste punt en daarna weer naar beneden klauteren of..springen want de rotsblokken liggen ver van mekaar. Plots staan we op een klein plateau achterons de berg en jungle voor ons een grote diepte. Een mooie picknick plek - rijst, eieren en pijpajuin.mmm Er zijn nog 3 watervzallen te bezichtigen wel stappen over moeilijke wegen. Ik ga met de truck mee tot aan de laatste waterval, kan hier rusten met een drankje tot de anderen aankomen en we nog een stukske eten. 't Wordt donker en de trucks vertrekken met grote flashlampen aangestoken richting olifantenstek..We zagen veel reeachtigen maar.. geen olifanten. Het was een lange dag en jong en oud (ik) waren moe maar zeer tevreden. Ik sliep voor ik goed in bed lag. Vandaag trein naar Khorat, trein naar Udon Thani, bus naar NongKai aan de Mekong. GH, mooi aan de rivier met zicht op Laos. Het eten in het nabij gelegen restaurant niet te eten....hothothot en duur. Aangenaam stadje maar nogal prijzig, weinig eetstalletjes. Er zijn verschillende boottrips te doen maar te duur voor een uurtje. De tocht naar ChiangMai naargelang de waterstand maar 4000ThB - niet voor ons dus Met een gammele bus naar ChiangRai - het traject is niet bijzonder mooi. Vandaar naar PokChang met de bus langs de Mekong - heel mooie rit. Het is soms zo steil dat de bus het in 1° met moeite kan halen. PokChang is niet veel soeps en we besluiten de bus verder naar Loei te nemen. Loei is een broeierige en vuile stad. Ook de GH's naargelang. We vinden toch een goede kamer. De bazin spreekt frans. ze vertelt ons dat het het katoenfestival is. Een echte kermis. Veel attracties, kraampjes, eten, optreden van groepen, dans en muziek en hier voor de eerste keer Thai kickboxen gezien. Brutale sport waar alles toegelaten is met vuisten en benen. 's Anderendaags nog wat gaan wandelen en markten. We pakken onze bagage en gaan naar het busstation. De bus moest vertrekken om 10u30 ...om 3u nog geen bus en van armoe terug naar 't zelfde GH gegaan. De bazin vertelde ons over de bergvolkeren in LomSak. De volgende dag met de bus naar LomSak. Onderweg stoppen we aan een dorp op palen..deze bergbewoners war ze over gesproken had. Het is nog vroeg en we besluiten hier niet verder tijd door te brengen en nemen de expresbus naar Tak. De bus begint onmiddellijk aan klim langs een mooie route en dan weer de diepte in naar Pitsanoluk. Even halt en verder naar Sukothai....een mooie stad. daarna door de rijstvelden naar Tak. Gewone bussen rijden niet meer verder en we moeten met een minibusje naar MaeSot. De chauffeur was zo vriendelijk ons naar het MaeSot GH te brengen maar: volzet. Na wat heen en weer gepraat brengt hij ons naar GH4 ook daar geen kamers maar wel plaats op de slaapzaal. Buiten ons nog 1 andere gast. We sleuren alle matrasjes (ongev.3cm dik) bijeen zodat we toch een deftige onderlaag krijgen. We rijden met een tuktuk naar de rivier de Moei. We konden onze ogen niet geloven wat hier te zien is... alles wordt de rivier overgesmokkeld naar Birma... grote pakken worden op de schouder de rivier over gedragen... een drukte van jewelste. De GHuitbater verwittigd ons zelf niet over te steken wegens gevaarlijk... er wordt geschoten en de Karen worden uitgemoord. Die nacht horen we ook geweerschoten. We zullen maar wegblijven uit Birma. Met Songthaew naar TaSonYang in het gezelschap van 3 vrouwen..afgeladen vol met marktwaren en dieren. De eerste 50km niks te zien daarna weer bergachtig en mooi. In het dorp was er geen songthaw meer naar MaeHongSon... de volgende gaat morgenvroeg. In het GH laten we voor een paar BF onze was doen... Ze vertellen dat we gewoon aan de stopplaats moeten wachten en er wel iemand langs komt. Een lege songthaw laadt ons op voor een geweldige rit met duizenden bochten, berg op en berg af in een ferm tempo richting Chiang Mai. Aan een GH kort bij de hoofdbaan zet hij ons af. Rustig, goed bed en geslapen....We zitten op de baan ChiangMai -MaeHongSon. De GHkeeper iw een vlaggenfanaat.. de Belgische ontbreekt nog...hij vraag ons die op te sturen en bij hem gratis te komen overnachten. Hij voert ons ook gratis naar het volgende busstation. Over de bergen, heel mooi kwamen we in MaeHongSon; GH Jean is van mindere kwaliteit, dunne matras. Daniel gaat naar de longnecks ik ben aan wat rust toe en ik had ze al gezien met Jos. Ik slenter naar de markt met zijn vele kraampjes en de Birmezen die hier hun zaakjes komen verkopen. Ik wil wachten tot ChiangMai om cadeautjes te kopen zodat ik niet te veel moet sleuren. Aan de vijver is het zalig rustig en er is ook nog een mooie tempel op een heuvel met een uitzicht over 't stadje en de omliggende bergen. De boottocht op de Pai rivier is nogal gepeperd. En ik deed reeds met Jos een boottocht op de Pai... We gaan wel nog de tocht doen naar de Lisu. We vertrekken met een bont gezelschap naar de LodgeCave waar enorme vissen in de holen huizen en dan door de jungle. Het is slechts een spoor en we worden door mekaar gehusseld. Als 't spoor stopt pakt de gids een mat uit de auto en tovert er een lekkere lunch op. Daarna gaan we tevoet verder. Aan een open veld houden we halt... een papaverveld... we moeten osn wel wat in de luwte houden want helicopters vliegen over, volgens de gids staatscontrole. Hij geeft ons uitleg over de verschillende soorten, teelt en 't plukken. We rijden terug tot op de verharde weg om een half uurtje later weer de bush in te duiken tot bij een afgelegen dorp van de lisu stam. Er hangt een varken boven 't vuur te roosteren. Daar verneemt hij dat er een paar dorpen verder feesten zijn met dans en lekker eten om 't nieuwe jaar te vieren. Wij dus nog eens 2u hossen in de truck over iets dat op een spoor lijkt. Het dorp ligt tegen de heuvel aan en er lopen massa's varkens rond. In 't dorp worden we hartelijk welkom geheten door deleraar die ook wat engels praat. Hijzelf wat niet van hier waar gaf hier les. Al de mensen zijn in prachtige klederdracht.De dorpsoverste nodigde ons uit om mee te dansen en...we deden mee - de muzikant speelt op een bamboe instrument met verschillende pijpen - iedereen danst mee in een grote kring. Prachtig. We worden uitgenodigd om mee te eten van de geroosterde buffel, in een grote pot stond een soort soep te pruttelen met grote stukken vlees in en daarnaast grote potten gestoomde rijst. Het was heel lekker. We worden uitgenodigd om te blijven en zouden in 't schoolgebouw mogen overnachten maar... de gids heeft morgen weer een andere groep en de meisjes moeten de bus van 22u halen naar ChiangMai. Het wordt dus een wilde rit om tijdig terug in MHS te zijn. We zagen er niet uit, helemaal onder 't bruine stof maar wel een onvergetelijk dag, kostprijs 350ThB en een paar blauwe plekken Vandaag nemen we de bus naar Pai, een 4u durende route bekend om zijn mooie natuur, zijn vele bochten en het weeë maaggevoel. Ja, de kotszakskes deden weeral dienst gelukkig voor geen van ons beiden. Pai is op een jaar tijd fel verandert. Er lopen veel toeristen rond. Wel 10 bureaukes waar men kan inschrijven voor trekkings. Vorig jaar was hier van trekking nog zo goed als geen sprake. Met de bus naar ChiangMai. De chauffeur doet rustig aan. Onderweg stappen een deel reizigers af om naar Taton te gaan en vandaar met bootjes over de Kok rivier naar ChiangRai (deed ik vorig jaar) In ChiangMai een ruime kamer met al wat we nodig hebben. 's Avonds nog een bezoek aan de nightmarket en tegen 1u30 uiteindelijk in ons bed. De voormiddag de stad gaan verkennen en daarna platte rust want 't is weer verschrikkelijk heet. 's Avonds langs het post office om naar huis te bellen en daarna nog eens naar de nightmarket. Vandaag uitstap naar het olifantenkamp met wassen van de olifanten, ze aan 't werk zien en een showke - daarna een rit op de rug van mijn lievelingsbeestjes. Daarna de butterfly farm: mooi en de slangenfarm: interessant maar stinkend. De lunch daarna was lekker maar met de viese geur nog in onze neus... Nog een bezoek aan de ambachten in een omliggend dorp, zilver, hout, leder, paraplukes, edelstenen enz. en daarna met onze tuktuk terug naar de ChiangMai Inn. Een frisse douche en voor de laatste maal naar de nightmarket. Ik doe er mijn aankopen voor de thuisblijvers en een paar zijden hemden voor mij ... het bieden valt goed mee... Met tuktuk naar busstation en de bus naar Lampang. Wel even moeten zoeken voor een goede slaapplaats. Uiteindelijk vinden we het in 9Mituna Hotel naar onze zin. De stad zelf is niet veel bijzonders. De gebruikelijke stalletjes. De paarden dragen er met vloemen versierde hoedjes...De bezienswaardigheden liggen kms buiten 't centrum en we hebben al zoveel gezien dat het nu niet echt meer hoeft. Na 't avondeten kopen we ons busticket voor de volgende dag. De rit naar Bangkok heeft niets bijzonders - de aircon draait op volle toeren, het eten dat we krijgen is veel te spicy en krijgen we niet binnen. Bij een tussenstop kopen we kippenbillen en laten ons die goed smaken. Het busstation ligt 11 km buiten BKK . Een taxi brengt ons naar de KaoSanroad naar 't GH waar ik vorige keer verbleef. de prijs is gestegen en de kwaliteit gedaald.. morgen gaan we op zoek naar een ander onderkomen. Daniel wil morgen naar de WE markt wandelen, 10 km ... mij niet gezien in deze hitte en de uitlaatgassen. Na 't ontbijt naar de Wat Phra Kaeo. Druk, heet en lange rijen om aan te schuiven. We gaan dan maar naar China town. Hongerig van 't rondlopen eten we aan een stalletje uit de wok scheuten met ei en groenten. Al wandelend komen we aan de ChaoPraya rivier. Er liggen bootjes waarmme men naar de klongs kan, langs de koninklijke boten enz. Met een beetje onderhandelen kon ik de prijs drukken. Het werd een tochtje van een paar uur, door smalle klongs waar de mensen bijna op de rivier leven, we bewonderden de prachtige boten en stopten even aan de snake farm. Zware dag, douchen en eten. Daniel wil nog naar Silom Rd maar voor mij is de rek er uit. Mijn buik rommelt, ik blijf op KaoSanrd wat rondhangen, niet te ver van WC's. Als ik het tempo van Daniel blijf volgen lig ik straks plat en dat is niet de bedoeling. 38° broeierig heet. Daniel is na 't ontbijt weer op verkenning door BKK - 4 à 5u stappen in deze hitte haal ik niet. Ik laat me in de namiddag naar een Elephant Theme parc rijden en daarna naar een krokodillenfarm (wat uiteindelijk toch mee viel) Vandaag staat de Rose Garden op 't programma maar dat gaat niet door want de minibus is kapot. Een trip voor morgen geboekt. Om tempels te bezoeken is het veel te warm. Tegen de avond gaan we naar Silom Rd ( 1 1/2u door uitlaatgassen maar Daniel gaat tevoet) en ik vul mijn voorrad geschenkjes nog wat aan. voor de terugweg nemen we toch een tuktuk. Ze komen ons wekken voor de trip naar de drijvende markten en Rose Garden. Daniel was gisteravond al niet goed maar is nu ziek, koorts en kan niet eten. Hij bleef de ganse dag in bed. Een beetje gescharrel bij de minibiusjes. Ikke achteraan en trok me niks aan van terug uitstappen enzo plots Indisch doof...We voeren langs mooie kanalen, door een prachtige natuur. Op de drijvende markt was het druk - veel bootjes met waren en veel toeristen. Een prettig gestoorde menigte. Na de middag naar de show ... mooie omgeving, mooie optredens. Heb de ganse dag aan Daniël moeten denken. Terug in 't GH is hij wel op maar voelt zich nog goed ziek... teveel in de hitte gelopen en al die aircon winkels in en uit...veel te grote temperatuurverschillen weet hij nu ook. Hopelijk gaat het morgen beter. Na 't avondeten nog even naar 't vrouwke telefoneren. Thuis alles goed maar bitterkoud. Oei, hoe ga ik dat verwerken...hier weken heet en zweten... Vandaag tempelbezoeken. Daniel nog steeds ziek. Ik had ze wel al gezien maar 't is steeds de moeite waard en.. de trip was gereserveerd (eigenlijk voor Daniel) en 't is de laatste dag en die wil ik toch ook nog wat aangenaam doorbrengen. Het gezelschap viel mee.... Gelukkig is Daniet toch wat beter als we naar huis moeten vertrekken.... 't was goed - veel verschillende ervaringen - ook nogal veel op bussen gezeten maar het local transport is al een belevenis op zich 't Wordt tijd dat ik mijn vrouwke en kinderen in de armen kan sluiten
mijn verhaal: Ik heb ze de les opgedaan. Bellen aub....en af en toe doen ze het of sturen ze een fax. Geen commoties deze keer. Wel blij dat ik mijn ventje weer thuis had en... hoe goed het gezelschap ook, volgende keer weer liefst samen.
Vlucht van Jakarta in echt noodweer; landen op Medan in de pikkedonker wegens electriciteitspanne; koeien op de landingsbaan aan adrenaline geen tekort.
diavoorstelling Sumatra
.
Sulawezi
Het oude Celebes Door de botsing van de continenten heeft het eiland een heel opvallende vorm Wij gingen vooral voor de kleurrijke Torajacultuur en de prachtige koraalriffen
Van Palu op Sulawezi vlogen we eerste klas (dankzij overboekingen) naar Balikpapan, Noord Kalimantan (het vroegere Borneo) Met public taxi rijden we naar Samarinda. Over de Mahakam river hoorden we vele verhalen en het leven op en langs de rivier intrigeerde ons
Zuid Kalimantan
Banjarmarsin en de diamantmijnen
diavoorstelling Kalimantan zuid
In onze overmoed beslistten we de bus te nemen van Samarinda naar Balikpapan en van daar Banjarmarsin in hethet zuiden. We kwamen dus meer dan geradbraakt in Samarinda aan. Samarinda is een stad tussen water. De streek is gekend voor zijn diamantmijnen en de langneusapen.
Biak
Witte zandstranden, helder zeewater en paradijsvogels Kalksteengrotten hoeksteen van het Japanse verdedigingssysteem Heel vriendelijke mensen, de meeste van austronesische afkomst Zo goed als geen toeristen.
diavoorstelling: Biak.
Irian Jaya nu weer Papua
Nieuw-Guinea is na Groenland het grootste eiland ter wereld.
diavoorstelling: Wamena en Baliëmvallei
Irian Jaya neemt de westelijke helft van het eiland in. Vooral ongetemd, met afwijkende ecologische zones en nog veel ongekend gebied. Onlangs nog werden vele ongekende dieren en planten ontdekt. Land ook van de Dani en de Baliëmvallei
.
Bali Het eiland dat er in slaagt niettegenstaande veel toerisme en buitenlandse invloeden zijn eigenheid te bewaren.
diavoorstelling: Bali
Het verhaal zonder Sumatra en Bali - dat volgt nog
De kinderen zijn nog te jong om alleen thuis te blijven maar willen ook niet mee naar verre bestemmingen. We maken een keuzen. 't Ventje blijft thuis en ik zoek mij een reisgezelschap. Via berichtjes kunnen we een groepje van 6 samenstellen om zo gemakkelijk prové vervoer te kunnen charteren. Later bleek het niet zo'n beste formule te zijn. We hadden mekaar een paar maal ontmoet en samen een programma opgesteld. We reserveerden vluchten bij Garuda. Vele binnenlandse vluchten vroegen om een goedeplanning maar vooral om het betaalbaar te houden. Vlaamse en Nederlandse reisagentschappen gecontacteerd ..de ene had fligthcoupons, de andere toeristentickets aan 50% (beperkt aantal) Ik maakte een combinatie van beide en na serieus aandringen lukte het Connections om het bij Garuda toch gedaan te krijgen. Bij het vertrek in Zaventem had het vliegtuig lekke band - nieuwe moest van Schiphol overgevlogen worden....vliegtuigen hebben geen reservewiel aan boord, kunnen ook moeilijk onderweg even halt houden als hij gekapt is bij 't opstijgen.... Heel nipt de vlucht gehaald...
Sumatra
Van Jakarta vliegen we naar Medan op Sumatra door een pracht van een onweer. Midden in de nacht maar de lucht is helder van de bliksemschichten. Ik nijp ze... 't kan eens teveel worden hé. We landen op een luchthaven waar alle lichten zijn uitgevallen (hoe zou 't zijn met de apparatuur van de verkeerstoren?) We charteren een busje en de chauffeur haalt de eigenaar van een GH uit zijn bed om voor ons de deuren te open. Medan, een grote stad, met de allures van een provinciestadje - we laten ons rondrijden met fietsriksjas en bekijken Moskee, markt, Maimmon palace, de oude plantagehuizen, china town enz. Met de bus noordwaarts naar Bukit Lawang, Gunung Leuser NP en de rang-oetans heropvoedingsschool. Mooi dorp aan een wilde rivier, mooi GH en een fijn sfeertje. Met een wankel bootje en na een ferme klim op zoek naar de apen. We hebben een heel fijne tijd hier. We charteren weer een busje naar Berastagi. in het land van de Karo. Omringd door vulkanen. Onze eerste verkenning brengt ons van fruitmarkt naar groentenmarkt en bloemenweelde. Fruit in alle soorten en veel die we niet kennen ... het is dus proeven geblazen..sommige vinden we heerlijk maar andere walgelijk... We bezoeken een paar omliggende dorpen, verwonderen ons hoe verschillende families in zo één grote open ruimte kunnen samenleven (rumah adat noemen ze zo'n woonst)... We leren gestoomde rijst eten uit bamboekokers... Onze zintuigen staan op scherp en krijgen heel wat te verwerken. De botanische tuin echter is gesloten...waarom? geen mens die 't kan vertellen. Er is een bruiloft in de buurt en we kunnen er naartoe. We worden wel geacht een geschenk mee te nemen. In de winkel helpen ze ons bij onze keuze. Er is veel volk en de verschillende groepen bieden hun geschenken aan alzingend en dansend. Het is niet altijd gemakkelijk om te volgen wat er gaande is - mensen lopen aan en af. Voedsel wordt binnengebracht: dampende potten met rijst en sauzen en vlees. Ieder krijgt een bors. Ik heb een oogske geworpen op de ketels en...niks voor mij, schep me gewoon een beetje plain rice op. De buurvrouw stoot me aan als ik klaar ben en vraagt om mijn bord goed vol te laden - ze schudt het dan in een plastiek zak om mee huiswaarts te nemen. Als we het bruidspaar zien om onze geschenken af te gaan verwonderen we ons over de leeftijd.. ze wonen dus blijkbaar al vele jaren samen, hebben kinderen en kleinkinderen maar nu pas voldoende centen om een degelijk trouwfeest te geven voor de familie, zelfs voor diegenen die overseas wonen. Van Berastagi naar Prapat door Batakgebied. Even een kijkje nemen bij de Sipisopiso waterval en we rijden langs het toba meer gevormd door vulkaanuirbarstingen. Het Simulangun paleis is prachtig - de huizen hier zijn speciaal met aanbouwen met spitse daken. Als de dochter trouwt wordt een stuk bij aangebouwd ... één van de weinige echt matriarchale samenlevingen. Prapat: betalen om 't stadje binnen te mogen... we landen midden op de markt. Charteren een ferry naar Tuktuk op het eiland Samosir en nestelen ons in een mooi GH aan 't meer met een duizend* uitzicht. We bezoeken er het Batak museum, oude graven maar vooral genieten we er van de rust en de mooie natuur. We spenderen en paar dagen en stappen dan weer op de bus. Even een kijkje onderweg in het Balige museum, een stop aan de evenaar en 's morgens arriveren we in Bukittingi (hoge heuvel) in het land van de Minangkabau. Na wat zoeken hebben we een overnachtingsplekske gevonden. We trekken op verkenning. De stad is ontstaan rond het Fort Dekock van de Nederlanders en vanop de toren een uitzicht over de mooie omgeving- als herkenningspunt staat in ' centrum een grote kloktoren. In de grote overdekte markt vergapen we ons aan het aanbod, rond de markt veel souvenierwinkeltjes. We organiseren voor de volgende dag een rondrit naar het karbouwengat, stoppen aan rijstvelden en watervallen, gaan even kijken naar een bullfight waarrond de massa staat aan te moedigen... Voor mezelf heb ik een dagske jungle gearrangeerd met een gids.... van Bukittingi naar het Minanjaumeer.... Het is een aardig eindje stappen onder een hoog en dicht bladerdak, donker en vochtig waar de dierengeluiden veel laten vermoeden en we slechts verschillende soorten apen, vogels, insecten kunnen spotten. Veel parasietplanten met mooie bloemen. Midden in de jungle is een GH met een vriendelijke uitbater .. wie kort bij de natuur wil leven komt hiuer aan zijn trekken.... water uit de rivier, douche onder de waterval - geen electriciteit, eten wat de tuin opleverde... Van hier naar de bewoonde wereld nog een paar uur stappen. Het minanjaumeer is gewoon heerlijk. Voor wie er wil verblijven: voldoende accommodatie en weinig buitenlanders. Met de bus terug naar Bukittingi. Met taxi naar de luchthaven in Padang vanwaar we een vlucht hebben naar Ujung Padang in Sulawezi met tussenstop in Jakarta. Simatra: één brok natuur en cultuur - aangenaam om te verblijven
Sulawezi
Van de luchthaven met minitaxi naar de busstand aan de stadsrand van Ujung Padang (Makasar) Hier weer een busje gecharterd. We hadden een paar goede adresjes en een bed voor de nacht was dus vlug gevonden. We zitten op de strandboulevard en 's avonds is het er feest met de vele karretjes met versnaperingen en hun kleurrijke lichtjes. We reppen ons naar het bekende visrestaurant. Gezellig iw at anders, een heel grote zaal met witte plastieken tafels en stoelen maar...wat er op 't bord komt is overheerlijk en overvloedig. En de ijsjes achteraf echt voor lekkerbekken. Goed dus voor een dagelijks bezoek. De havenwerf is bekend voor zijn Buginese schoeners... gemaakt zonder nagels...prachtige boten. We rijden met een fietstaxi door de achterafstraatjes, kijken onze ogen ogen en belanden in een drukke haven. Havenarbeiders laveren over een balk om de zware lasten aan boord te brengen. Doet mij aan de Marco Polo verhalen denken. In Kampung Belang (nederlandse nederzetting) vinden we Fort Rotterdam - heel imposant en 't was 't bezoekske waard. Ik vind het een aangename stad om in rond te lopen. Nog even langs een orchideeenfarm en een juwelenwinkel want ze maken hier prachtdingen in filigraan. We kiezen terug voor een gecharterde auto om ons naar 't noorden naar het land van de Toraja te brengen zo kunnen we onderweg stoppen waar we willen. Aan de ene kant de zee en kleine lagunes aan de ander kant een majestueus gebergte. ParePare een haven, een bouwwerf van bagu en prahu boten. In zee staan wankele houten torens waar de visser op kruipt om zijn netten binnen te halen... De stad op zich bezoeken we niet want we willen verder. We rijden Torajaland binnen onder een grote boogpoort. Hier en daar kleine dorpjes en vele piepkleine barakjes/winkeltjes met de hoogst nodige zaken en zonder veel klienteel. De frisdrank staat er buiten zowat te koken. Van koelkasten geen sprake want electriciteit is er slechts af en toe een paar uur. Kleurrijk landschap met granieten rotsen, blauwe luchten, zon die weerkaatst in 't water van de rijstterassen...verroeste daken en grote en weelderige bloemen. In Rantepao een goed GH gevonden, wel een stapke van 't centrum. Een gids zoeken die u niet bedot is een opgave... loven en bieden en wachten. Ondertussen verkennen we het dorp langs alle kanten en proberen een paar restaurantjes. We gaan tevoet naar de markt waar vooral héél veel varkens, mooie buffels en prularia te koop worden aangeboden. Varkens met vastgebonden poten en een stok tussen worden tevoet, met de fiets, in een riksja of met het openbaar vervoer aangebracht. Markt dag is ook een goede kans om de kleine dorpen uit de omgeving te bezoeken want transport in overvloed...210 man in een busje samen met kippen en varkens ...maar we geraken er. Een bezoek aan een oud traditioneel dorp is de moeite waard - rijen huizen indezelfde mooie stijl met aan de voordeur de orens van de geslachtte buffels als teken van rijkdom. Bomen hangen vol vliegende honden die opvliegen als we een steentje gooien (sorry beestjes maar we wilden het ook eens zien) De toraja begraven hun doden in rotsopening in de berg. ze maken er een balustrade waar poppen op staan die de overledene afbeelden en die waken over de vallei. Baby's werden in uitgeholde bomen begraven met de voeten naar boven zodat ze mee zouden kunnen groeien... Rond de begraafplaatsen vliegen roofvogels en beenderen liggen alom gestrooid. Wij gaan met een busje terug anderen willen tevoet ...lopen hopeloos verloren en waren gelukkig toch iemand te ontmoeten nabij een theeplantage die hen op de goede weg kon helpen... Nog een paar prachtige wandelingen gedaan in de omgeving. We stellen ons vertrek een dagske uit want we kunnen naar een begrafenis... Die duren hier dagenlang... een houten dorp wordt opgezet voor de gelegenheid - de overledene ligt in een aparte kamer en groepen met familie en bekenden komen langs en allen brengen ze giften mee, van varkens tot buffels die terplaatse geslacht worden om de bezoekers te voorzien van overvloedig eten. Alle giften worden minutieus in een boek genoteerd zodat er rekening mee kan gehouden worden met de waarde op 't ogenblik dat u een bruids- of afscheidsmaal geeft. Het is een mix van oude en katholieke gebruiken... Goed om eens te zien maar de drukte, het lawaai en de geuren van het slachtafval temperen mijn inlevingsvermogen...teveel komt op me af... Ik heb het gezien maar kon er mij echt niet inleven. Verder noordwaarts. Pendolo aan het Posomeer. Een klein stadje aan het mooie meer maar verder niet veel te beleven - zelfs een fris drankje is ons niet gegund dus doen we het maar met thee. 't Is namiddag en dan zijn er grote golven op het meer, te gevaarlijk om met een bootje over te steken dus moeten we verder langs de baan naar Tentena. Er ligt een asfalt sinds 2 jaar maar de baan is al in een abominabel toestand door slidings en wegspoelingen. Tentena: een mooi hotelletje aan het meer. Van hieruit ook tochten te boeken naar de omliggende Nationale parken, watervallen en grotten. De sfeer in 't groepke is niet meer dat wat het geweest is. Een deel willen vooruit naar Bali om de rest van de zon te gaan genieten op 't strand. Van hier uitstappen te doen wordt niet meer gesproken. We rijden naar Palu en regelen er de vlucht naar Balikpapan. Vinden een adres van een snorkelparadijsje en verkassen. Een GH zonder tralala - geen electriciteit... bamboe verblijven op palen ... een open restaurant boven 't strand ..bananen a voloné en..... een wondere onderwater wereld op een paar meter van de shoreline. Alleen, de sfeer is wat verziekt domme domme domme toch.. We beslissen de rest van de trip verder met 3 af te werken... Er liggen zelfs pedalo's op het meer....
Kalimantan ( vroeger Borneo) :Noord De Mahakam rivier
Mahakam River
Van Palu op Sulawezi vlogen we eerste klas (dankzij overboekingen) naar Balikpapan, Noord Kalimantan (het vroegere Borneo) Met public taxi rijden we naar Samarinda. Het is avond als we aan de taxistand aankomen en we ons naar het centrum laten voeren. De zoektocht naar overnachting verloopt niet zoals we verwacht hadden. Eerste hotel: full, tweede: full, derde full... holala hier klopt iets niet. Nergens zien we volk in de lobby's. Het is weekdag dus al het werkvolk voor de houtkap is in 't binnenland. Vermoedelijk zitten we hier met een ons bekend probleem. De bediende achter de balie moet aangifte doen op het politiekantoor als er vreemdelingen overnachten en zegt voor 't gemak maar dat het hotel vol zit. Niet met ons dus. We installeren ons in de zetels en gesticuleren en praten hard om wat indruk te maken. Ik richt me terug tot de balie... ja, als alle hotels vol zitten kunnen we niet anders dan in de lobby slapen tot morgenvroeg of hij moet het politiebureel bellen om te vragen waar we kunnen overnachten. Ik zie zijn stoppen doorslaan. Hoor hem denken "wat moet ik met dat vrouwmens" Er volgt een druk telefoongesprek en ja... er zijn nog een paar kamers vrij die wel al gereserveerd zijn ... Uiteindelijk slapen we 3 nachten in de "gereserveerde" mooie kamers. En voor 't eerst op deze reis is er ook enkel en alleen maar rijst, wel in alle variaties, voor ontbijt gelukkig met heel veel vers fruit en lekkere pudding als toetje.. Het belooft voor als we de rivier op gaan. We vinden vrij vlug een gids om ons up river te begeleiden naar het woongebied van de Dayak. Van hieruit kan men met openbaar vervoer=riviertaxi het binnenland in maar we kiezen voor een privé optie - we moeten het nog overleven ook hé. Gaan met de gids naar de markt om proviand in te slaan om zeker nog wat anders mee te nemen dan COLA. We doen vooral onze voorraad fruit in om onderweg onder de rijst te mengen en water (lauw water nog altijd beter dan lauwe cola. Met de bus rijden we naar Tengarong. Wat ons het meest opvalt is de slechte aardeweg en de houtkap. Hele flanken leeggeroofd. Hier en daar is gestart met heraanplanting. Terwijl onze gids op zoek gaat om een bootje te charteren bezoeken wij het Mulawarman museum in het prachtige paleis met uitzicht op de rivier. 't Was vroeger een houten paleis dat afbrandde en de Nederlanders bouwden een nieuwe behuizing voor de sultan, niet in de traditionele stijl maar wel rijkelijk, de man waardig. Ons bootje: lang, smal, een plankske om op te zitten en ééntje om de rug te steunen en heel belangrijk: een luifel tegen de brandende zon. We vergapen ons op het leven aan de rivier - winkeltjes, drijvende markten - maken kennis met de sanitaire instellingen die op 't water drijven en het uiterste van ons evenwicht vergen... vogels van piepklein tot uit de kluiten gewassen met de mooiste kleuren, we gluren naar apen en de apen naar ons... In Kota Bangun houden we even halt. Het is wel klauteren om via de smalle houten plankjes en de steile helling aan land te geraken. We komen in een vlak afwateringsgebied van de rivier met vele ondiepe meren. Regelmatig moet het roer uit het water want het oppervlak zit dicht van de waterplanten. Op droge staken zitten honderden mooie ijsvogels. Soms varen we door dichte begroeiing en 'k vraag me af hoe ge in deze wildernis de weg kunt vinden....(stond zelfs een wegwijzer midden in nowhere) 's Namiddags houden we halt in Muara Muntai. Het is een moerassig gebied en het dorp heeft houten plankieren op stelten als wegen. Voor 't moment staat het redelijk droog en daarvoor zijn we dankbaar...misschien minder muggen. Onze gids brengt ons naar zijn broer, het schoolhoofd, zij zullen vandaag ons gastgezin zijn. In 't midden van de huiskamer hangt, in een opgeknoopte doek, de jongste telg: een paar weken oud. Het is er netjes, de mensen vriendelijk - alles OK dus. De leraar spreekt engels en vertelt honderduit over zijn dorp, de mensen en gewoonten. We gaan op verkenning, iets eten en drinken onderweg tot de iman zijn volk oproept tot gebed. Op een paar minuten is alles gesloten en valt 't dorp stil...iedereen naar de moskee. Goed uitgerust geraken we zonder ongelukken weer in het bootje. Na een paar uur varen zitten we weer meer ingesloten door de jungle - de indruk dat we op een beekje varen. De vissersbootjes met chinese netten liggen op 't droge - laag water. Af en toe moet er uitgestapt worden om de boot over de stenen te krijgen... We geraken toch nog in Long Iram. Hier gaan we ons in 't longhouse installeren. Het eerste dat ik doe is mijn muskietennet hangen en mijn bed goed afsluiten want tussen de plankenvloer zijn grote spleten en ik heb graag mijn bed voor mij alleen. Een groep duitsers die hier 'sd avonds landen hebben een folkloristische groep geïnviteerd en wij genieten mee van 't spektakel. Ik heb hier een mooie houtsculptuur gezien in ijzerhout en heb een paar dagen mijn amusement om erover te onderhandelen. 's Morgens is er buiten drukte en een optocht ... een overleden vrouw wordt weggebracht en in de optocht worden allerhande zaken meegedragen... haar matraske, kleren, voedsel en....een kruisbeeld. Onze gids geeft slechts mondjesmaat antwoord op onze vragen. Hij chartert een 4x4 om het binnenland in te rijden. Langs halsbrekende wegen komen we op de mooiste plaatsjes. Kleine dorpjes waar ik me wel even de vraag stel hoe het kan dat kinderen hier overleven...ze spelen in vieze poelen waar WC's en alle afval water inloopt - ze poetsen er hun tanden mee...Vrouwen dragen grote zware oorringen die grote gaten in hun oorlellen trekken - hoe lager ze hangen, hoe mooier. Aan al de huizen staan gesculpteerde beelden om het huis van onheil te bewaren. Elk dorp heeft ook zijn bevallingstrap ...een houten trap met baarstoel waar de vrouw ten aanschouwe van heel de gemeenschap haar kind kan baren. Vermoedelijk door mijn vele vragen rijdt onze gids ook met ons naar een begraafplaats. Van een gewoon heuveltje tot een rijkelijke bezuiging - overal ligt kapotte verpakking van rijstzakken enz. waar ongedierte zijn best heeft gedaan... verrotte matrassen en kleren. De overledene krijgt alles mee om zeker niet in armoede het nieuwe leven te starten. Een oude vrouw blijft rond mij plakken...wrijft over mijn armen (sproeten) en in mijn witte haren. Even later komt ze terug met een zwart papke, we vermoeden asse met varkensvet en wil het in mijn haren smeren.. Onze gids verstaat haar taal niet (zegt hij toch) Met veel gebaren en mijn handen op mijn hart bedank ik maar weer ik het aanbod af. Ze neemt me bij de hand - geeft me een stokje en gids me rond een graf en pakt mijn hand om in de aarde te prikken...raar...en onze gids zwijgt... Een hele ervaring - wat ziet ze toch in mij? een soort heks? Riverafwaarts gaat de tocht vrij vlug terug naar Samarinda. Spijtig dat we niet meer tijd hadden want 't was wel een ervaring om U tegen te zeggen.
Kalimantan Zuid en de diamantmijnen
overmoed beslisten we de bus te nemen van Banjarmarsin naar Balikpapan en van daar naar het zuiden. We kwamen dus meer dan geradbraakt in Samarinda aan. We hadden twee namen van GH'es. Het eerste hing half boven de rivier en werd overvloedig geparfumeerd door verrottingsgeuren. Het tweede was sober van bouw, heel netjes en met ruime kamers. Thee en kokend water a volonté. Er waren slechts een paar andere gasten zodat het vlug in kannen en kruiken was om samen uitstappen te regelen naar de mijnen en de langneusapen. Buiten dat heeft de stad vooral een zeer bedrijvige drijvende markt en een heel moderne moskee. Ook het aanbod aan restauratie is opvallend groot en er staan veel exotische gerechten op 't menu. Het enige waar ik toch eens van heb willen proeven zijn schildpadeieren..bah...griezel nog als ik er aan denk. Al de rest van aap, krokodil tot slang en wormen laat ik ongemoeid aan mij voorbijgaan. 'k Zal 't wel doen met rijst en kip en heel veel fruit. De uitstap naar het apeneiland was vooral interessant door de drijvende markt en een tropische regenbui die ons in een mum van tijd doornat maakte al zaten we onder een afdak. Blij dat de zon terug scheen als we aan land gingen en we werkelijk verdampten. De enige apen die we er zagen waren geen langneusapen en waren op het agressieve af om onze picknick te plunderen. Uiteindelijk hadden we het moeten weten dat zo'n korte uitstap niet veel kans geeft op een encounter met zeldzame dieren. De diamantmijnen, maar vooral de mensen die er werken, zullen mij mijn leven lang bijblijven. Smalle gaten tot heel diep ondergronds (5m en meer)- verluchting gebeurd door lange buizen waar de lucht doorgedreven wordt door manueel bediende ventielen -langs een smal en kramikkelig laddertje worden grote schalenklei bovengehaald die in een waterpoel gespoeld worden op hoop van een goede vondst, edelstenen of halfedelstenen. De grootste stenen die wereldwijd in omloop zijn komen van deze velden. Het werk dat geleverd dient te worden: onmenselijk. Het opvangcentrum voor oerang oetangs hebben we in Kalimantan niet bezocht omdat we op Sumatra reeds zo'n centrum bezochten. Verschillende rivieren komen uit in de delta rond Banjarmarsin en er zijn rivierboten om het binnenland in te trekken. Wij vermoeden dat het leven langs de rivieren zowat overal hetzelfde zal zijn en opteren voor een beetje rust op Bali Kalimantan heeft me laten proeven van het oerwoud en oude kulturen: de Dayak en hun longhouses, hun rituelen rond leven en dood, hun beeldhouwwerken en krijgstrofeeën (schedels) De rivier en het leven op het water, de rijkdom aan planten en dieren, vooral vogels en rare vissen. Ik heb er van genoten met al mijn zintuigen al ben ik soms heel diep in mijn reserves moeten gaan. 3x rijst per dag is zelfs voor mij soms van 't goede teveel en uren zitten op een plank in een bootje zou men beter doen in zijn jeugd ipv "op ouderdom"
Biak
Eén van de kleinere eilandengroepen is Biak dat ten Noorden van Irian Jaya ligt (West Papua - Nieuw Guinea) Bewoond door Melanesiërs die onder invloed van de vele zendelingen en kolonisten een groot deel van hun traditionele kultuur lieten varen. Tijdens WOII was het bezet door vele duizenden japanners. De eilandenworden momenteel vooral bezocht door ornithologen op zoek naar de paradijsvogel waarvan er in deze regio een 40tal verschillende soorten voorkomen. Spijtig want de stranden zijn zalig en de mensen enorm vriendelijk en gastvrij. Wij waren er op de nationale feestdag die door de autochtonen uitbundig gevierd wordt. Mensen komen van de kleinere eilanden en er wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om te dopen en te trouwen. We ontmoetten er verschillende mensen die voor een Nederlander hadden gewerkt en daar de kans kregen om te leren lezen en schrijven in 't nederlands.... Ze gingen mee naar het strand - plukten cocosnoten en trakteerden ons terwijl ze herinneringen ophaalden aan vroeger.
Irian Jaya - Papua
Nieuw-Guinea is na Ijsland het grootste eiland ter wereld. Het oostelijke deel is Papua Nieuw-Guinea dat onafhankelijk is. Het westelijke deel hoort toe aan Indonesië: Irian Jaya. Het maakt ongeveer 1/4 van de oppervlakte van Indonesië uit. Qua fauna en flora neemt het een heel speciale plaats in en er leven veel soorten die nergens anders ter wereld voorkomen. Het ligt ten oosten van de Wallace lijn en leunt meer aan bij Australië dan Azië. Na het Amazone gebied herbergt het het grootste regenwoud ter wereld. Het heeft met eeuwige sneeuw bedekte bergen tot 4595m hoog en in 't zuiden treft men in de vloedgolven mangroven en nipahpalmen en verderop moerasbossen. De inwoners zijn austronesiers, papuas die verwant zijn met de aboriginals, en aangevuld met Javanen en Sumatrezen door een doorgedreven spreidingsplan van de regering. Er zijn heel vele stammen en men vermoed dat er op 't eiland nog mensen wonen die nooit met blanken in kontakt kwamen. Ga alleen de voor mij 3 belangrijkste noemen. De Asmatters leven in 't zuiden en zijn moerasbewoners en waren koppensnellers. (zijn? niettegenstaande het onder Nederlands bewind verboden werd verdween er in 1961 Michael Rockefeller..ja, de zoon van..bril werd teruggevonden als eigendom van een asmati.) In het westen wonen de Ekari. Ze zijn grote economisten -de primitieve kapitalisten - Geschenken geven zoals wij dat bedoelen bestaat voor hen niet - alles wordt verhuurd, geleend en de rente wordt minitieus berekend. Ze werken met een heel ingewikkeld stelsel dat 60x herhaald wordt en waarbij alles om getallen draait. Na 't invoeren van onderwijs werden ze echte wiskundige bollebozen en pasten zich enorm vlug aan aan alle technische verbeteringen. Wij bezochten in het centrale bergland de Dani - ze dragen nog steeds hun traditionele kledij: de peniskoker, niettegenstaande eerst de hollanders en daarna de indonesische regering alles in 't werk had gesteld om het te verbieden maar alleen onrust hadden geoogst. Ontdekkingsreizigers werden gevolgd door antropologen, zendelingen, ondernemers/goudzoekersen nu zijn er de inwijkelingen en de toeristen. Wij landden op Setani de luchthaven van Jayapura en het was er beklemmend heet. We zochten onderdak kort bij de luchthaven omdat we door wilden vliegen naar Wamena in de Baliemvallei. Wat het eerst opviel was het enorme geluid van de krekels. Uit eten deden we in een restaurant temidden van zendelingen van diverse "merken" Jayapura, de hoofdstad, lijkt meer op een provinciestadje en ware het niet voor de hitte ik zou er gerust een tijdje willen verblijven. Op het politiekantoor voor de permit om het binnenland in te trekken zijn er lange wachttijden...geen wachtenden maar een voetbalwedstrijd die op TV wordt uitgezonden. Rechtover is echter een heel goede bakkerij. In weken zo geen lekkere broodjes geëten (en voorraad ingedaan) Merpati vliegt naar Wamena met kleine vliegtuigjes en onderweg hebben we een prachtig zicht over regenwoud en bergen. Landen in Wamena is een cultuurschok. De bagage wordt uitgeladen door mannen gekleed in peniskoker.. rond de arm een koordje waar veren tussen steken ..de ene een soort fietsketting als halssnoer, de andere een kepi op als teken van zijn waardigheid. Met een soort tuktuk naar een GH even buiten 't centrum. De ingang van het domein wordt beschermd met een boog en een poort om de geesten buiten te houden. Ook elk dorp heeft zo'n ingangsboog. De kamers zijn eenvoudig maar netjes...de badkamer herbergt een soort grote trog met water en er hangen biezen matten om wat privacy te garanderen. Voor de deur zitten een paar gehurkte mannen op wacht. Het knoppeke voor 't licht zit op blote draden en ik kom daar dus niet aan.. wachters genoeg om het voor mij te doen. Onder het afdak waar de tafel gedekt staat hebben we het gezelschap van een 20tal exotische vogels waaronder zelfs (illegaal) een paradijsvogel (wondermooi) De mensen zijn enorm vriendelijk en de taal is de grootste barrière. Vele zaken worden open gehouden door inwijkelingen. De meesten werden door de regering betaald om uit dichtbevolkte eilanden naar hier te emigreren. Eten gaan we doen de hoofdstraat in 't centrum nabij de markt. We eten er 3 dagen kreeft met bami ...Steevast aan de deur een paar Dani die 't één en 't ander proberen te slijten. Ze willen me absoluut een draagnet voor op de rug laten kopen ... om de baby in mee te dragen (op mijnen ouderdom? ) De mannen kopen een peniskoker en die wordt 's avonds onder veel jolijt geshowd. We bezoeken de markt, de geuren en kleuren zijn niet te beschrijvenen we geloven onze ogen niet als we er een vrouw een biggetje zien zogen. Schijnt hier een gewoonte te zijn, de ene borst voor de baby de andere voor de biggetjes. Mijn schroom is te groot om er een foto van te nemen (waarom zou ik het tenandere doen? om te bewijzen wat we zagen?) Ik koop er een paar lekkere ananassen om 's morgens onder de "plain rice" te snijden. We charteren samen met andere reizigers een minibusje en gids voor een paar dagen. We laten ons ergens afzetten om naar een paar dorpen te wandelen. Gelukkig hebben we genoeg copy's genomen van onze permits want overal komt het dorpshoofd in traditionele kledij (of geen kledij beter gezegd) met kepi op onze papieren afstempelen en hangt een copy aan de ingangsboog tot we weer vertrekken. Onze gids brengt ons ook naar een dorp waar ze een mummie van hun voorouder bewaren en vereren en waar we dik mogen betalen om hem te zien. We blijven er een tijdje rondhangen en proberen wat contact te leggen. De mannen mogen een kijkje nemen in de mannenhut. Ik ga een kijkje nemen in het "klaslokaal" We leren hoe ge uit brak water zout kunt halen door vezels erin te weken en ze later te drogen en verpulveren. En vermoedelijk nog heel veel andere dingen waar ik niet zo direct aan denk. Wamena heeft een diepe indruk nagelaten. De confrontatie met de cultuur, de lieve mensen, de manier van landbouw ( heel primitief maar zeer efficiënt), de zorg waarmee met de natuur wordt omgegaan. Deze herinneringen pakt niemand me af.
Bali
We komen uit het luchthaven gebouw en de beklemmende hitte overvalt ons. Van de luchthaven van Denpasar met een publictaxi naar Ubud. Een mooi GH gevonden buiten 't centrum met ruime kamers en een tuin. Pancake banana is de ganse dag door te krijgen en de pot thee wordt regelmatig bijgevuld. Slapen met deuren en vensters open, zicht op de sterren en begeleidt van krekelmuziek. Verder de grote stilte. Bij 't wakker worden zijn de lakens klam van de vochtige lucht brrr douchen, drogen en voor ge aangekleed zijt weer volop in 't zweet. Ubud telt veel kunstenaarszaken - om de vijf duren zit er wel iemand te schilderen...Paleizen en lotusvijvers, tempels maar vooral de onophoudelijke stroom van mensen die met kleurrijke offers naar de tempel trekken. Uren kan men op een terrasje zitten zonder zich te vervelen...En terrasjes zijn er in overvloed. Het is zalig dwalen door de straten. We nemen een busje naar het Monkey forest en keren tevoet terug al snuisterend in de vele kleine winkeltjes. Mijn buren zijn jonge duitsers en we spreken af om samen een auto te charteren om de omgeving te bezoeken. Rondom Ubud zijn dorpen die zich specialiseren in houtbewerking, in andere vinden we prachtige rijstterrassen. Goa Gajah met olifantengrot, de heilige bron en nog een deel tempels. Veel gezien...'s Avonds gaan we naar folkloristische optredens in Ubud waar de Ramayana wordt uitgebeeld. een andere avond naar Bedulu voor een Kecak uitvoering. De tempel van Besakih is op zich niet zo mooi maar ligt op een rots op het strand.. prachtig als ligging. Met ons vijven rijden we noordwaarts. In Bangli stoppen we voor een prachtige tempel midden in het bos: Pura Kehen...heel mooi. Heel de omgeving is prachtig om te wandelen. Midden in het beggebied ligt Gunung Batur een diep kratermeer. De tempel hier, Pura Ulun Danu Batur, heeft vele binnehoven met offertafels die van Kintamani vond ik persoonlijk nog mooier. Een snelle afdaling naar de kust, vele apen langs de baan die bedelen en hun leven riskeren. In Sangsit keren de vrienden terug. Voor hen zit de verloftijd er op, mij resten nog meer dan een week. Ik vind er onderdak in een zalig hotelletje. Uren kan ik zitten op een boomstam aan het zwarte strand en de bedrijvigheid van de vissers gade slaan. Bij een visrestaurant wordt ik dagelijkse klant. Het is hier minder vochtig dan in 't zuiden en 't centrum van 't eiland. Zie niet in waarom ik hier niet langer zou blijven. Voor de laatste dagen ga ik met een groep andere toeristen mee terug naar Ubud. Er is nog een kamler vrij in ons vorig GH. 's Avonds in een restaurantje ontmoet ik een jonge zweedse trekker die op dezelfde dag zijn terugvlucht heeft. We spreken af om gezamelijk naar de luchthaven te gaan. Nog gaan telefoneren naar huis... zolang zonder 't ventje weg is ook niet alles. Heel die caroussel van emoties kunt ge met niemand delen. En 't zat blijkbaar hoog... eerst een fax en dan nog een telefoontje... In Denpasar heeft onze vlucht vertragingt...1 u wordt 2u... we gaan op zoek naar sorrybonnetjes voor eten en drank...nestelen ons in een goeie zetel met een boekske.. Een rustige vlucht en een stormachtig weerzien..... Nooit meer zonder 't ventje.....
Conclusie: men kan beter alleen reizen dan met een groepke dat men niet goed kent - vlug strubbelingen als de vermoeidheid optreedt en klikvorming na liefdesperikelen onder de 3 alleenstaanden. Zelf de knoop doorgehakt en gesplitst zodat het geen verlof van onverdraagzaamheden zou worden. Ik ben verder getrokken met John en zijn vrouwke... ééntje vloog naar huis en het nieuwe koppel vloog naar Bali.... Nooit meer zonder mijn ventje op stap. De reis zelf is een aanrader en zou ik wel opnieuw willen doen...
Jaren later deden we onder ons beiden een deel over....
De eindejaarsdagen gingen we op skiverlof naar Spindleruv Mlynn in het Reuzengebergte - Tsjechoslowakije.. Bij de heenrit werd de dochter ziek ...terplaatse haar vriendinnetje en onze zoon ... op de terugreis lagen mijn ventje en ik in de lappenmand. We voelden ons doodziek en hadden nog weken nodig om te bekomen.
Ik wou weg, wou de zon zien. Vrienden juist terug van Thaïland loofden het land in de vergrotende trap. Dat zou nog wat zijn maar..... de kinderen te jong om alleen thuis te laten...
Zaterdagavond weer aan 't werk. Voor 't starten van de dienst even samen met de collega nachtwaaksters nog een tas koffie drinken - het idee om naar Azië tegaan geopperd en... Betty springt op de kar... Ze wil mee en zal het morgen haar man vragen. Zondag: de mannen OK Woensdag na de nachtdienst naar Connections en de vlucht vastgelegd Vrijdag vertrokken met in de rugzak een Lonely Planet - we zullen ter plaatse wel zien
Onze mannen en vrienden zijn er niet zo gerust in .. 2 oudjes, vrouwen, samen naar een toen nog niet zo toeristische bestemming...zonder hotelreservatie. Wij houden ons stoer maar toegegeven de zenuwen wriemelen wel een beetje.
Het was ook de eerste maal een langeafstandsvlucht Tijdens de vlucht zitten we bij een koppel die vroeger al in BKK waren en die gaven ons nog vlug een overnachtingsadresje.
Eens door de immigratie en douane gaan we centen wisselen - niet teveel had mens ons aangeraden want te slechte wisselkoers op de luchthaven. Aan de infostand een kaart van Bangkok en een informatieboekje over Thaïland meegenomen Eens buiten overvalt ons de hitte... Aangeschoven aan de taxistand (ja, toen wisten we nog niet veel hé) We vergapen ons aan de drukte - de arme buitenwijk - de vieze sloten met prachtige lotusbloemen...een olifant in het straatbeeld. Als we 't centrum van de stad naderen is het tegek bussen, auto's, tuktyuks strijden om een plaatsje - er hangt een blauwe walm van uitlaatgassen. Oeioeioei aan wat zijn we begonnen. We geven de taxidriver het adres maar hij brengt ons eerst ergens anders naartoe. Betty blijft in de auto zitten bij de bagage en ik ga het GH bekijken. Het ligt ergens achterin in China Town... Azië nog niet gewoon valt dat wat tegen. We porren de chauffeur aan ons naar het opgegeven adres te brengen even buiten Chinatown aan de river. Basic, very basic. We nemen er een kamer en laten er onze bagage achter... Met de riviertaxi begeven we ons naar de andere kant van de stad. En vlug komen we een hotel tegen dat ons wat meer aanspreekt. We reserveren een kamer en gaan terug om onze bagage op te halen. Van hieruit verkennen we de stad... slenteren door de straten, eten in de warenhuizen , ons vergapen aan al wat er te zien en te eten valt aan de stalletjes langs de straatkant (hier eten durven we nog niet en die sprinkhanen en wormen brrr)- laten ons met een tuktuk rondrijden en bezoeken tempels (onvoorstelbaar mooi - de rituëlen en de mensen intrigeren) , winkels (jaja juwelen, kleren enz. de hele reutemeteut) Doen een uitstap met een longtail boot naar de drijvende markten van Damern Sadouak en daarna de Rose Garden. Het overweldigt ... al onze zintuigen staan op scherp , indrukken wisselen mekaar in razend tempo, een emotionele kakkewalk. De natuur is prachtig, onze kleine kerstroosjes zijn hier grote bloeiende bomen... Maar wat ons het meeste charmeert zijn de vriendelijke mensen.. We hebben Bangkok overleeft maar houden we er nu van of niet?
We reserveren plaatsen voor een nachtelijke busrit naar chiangMai. Het is een ervaring, vermoeiend maar vooral koud 's nachts daar de airco niet af kan. Met wc papier stop ik de reten zo goed als mogelijk toe...dat daar maar geen valling van komt. We vinden een goed GH vrij rustig geleden en voelen er ons onmiddellijk heel goed. Kort bij centrum, goede restaurantjes, nightmarket. We leggen er heel veel kms af...Betty gaat naar de kapper en krijgt een behandeling om U tegen te zeggen.. volledig met hoofdmassage en geurtjes. Bezoeken de omliggende dorpjes die zich gespecialiseerd hebben in ambachten, vooral voor toeristen. Bezoeken Dui Suthep en boeken een rafting met olifantentocht. 't Is vollen bak genieten. We faxen onze mannen en kinderen die zich ondertussen gerustgesteld voelen. Uitstap naar Chiang Rai en de golden triangle
Op een reisbureauke arrangeren we een pakketje naar MaeHongSon met gids. Na een korte vlucht landen we en staat er een wagen op ons te wachten die ons naar een resort brengt weg van alle drukte. In een grote tuin staan ruime bungalows. We leren thaïfood appreciëren als wordt elke bestelling vlug gevolgd door "NO spices please" want ons binnenste staat af en toe in brand. Aan de overkant van het riviertje lopen olifanten en in onze kamer genieten we het gezelschap van gekko's...Betty heeft het er niet op ... Van hieruit trekken we de bergen in, bezoeken een paar watervallen, een paar minderheidsgroepen waaronder de Karen (longnecks)
We vliegen rechtstreeks van MHS terug naar BKK en door naar huis. veel bandjes 8mm film en geen foto's... kan er dus hier ook geen plaatsen
Blij dat ik 't ventje en de kinderen terugzie. Nog lang reisverhalen met de collega's en 't besluit dat dit de eerste keer was maar zeker niet de laatste.