WANDELCLUB DE RUSTIGE BOS-STAPPERS

27-02-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Edingen

6ste Lionswandeltocht van Edingen en zijn Park

op zondag 7 oktober 2007.

“Kom uit de bedstee, mijn liefste” zong wijlen Egbert Douwe op deze vroege en zeer mistige zondagmorgen want we moesten ons klaarmaken voor de busreis van onze wandelclub (zou dit dan onze laatste busuitstap worden met deze club ?) en dit keer ging de tocht naar Edingen (Enghien). Dit is een stad en faciliteitengemeente in de provincie Henegouwen en telt ruim 11.500 inwoners en is gesitueerd aan de oude Romeinse heirbaan Bavay-Asse. Vanaf de 12e eeuw maakte het deel uit van het graafschap Henegouwen en was vooral bekend voor de productie van wandtapijten. Naast Edingen zelf, bestaat de fusiegemeente nog uit de deelge-meenten Lettelingen (Petit-Enghien) en Mark (Marcq). Edingen biedt ondanks zijn kleine oppervlakte het aspect van een echt stadje met vele oude huizen uit de 17e, 18e, en 19 eeuw.Stipt vertrokken om 7u30 met een volle autocar ofte 50 wandelaars namen we de autostrade richting Brussel om zo aan te komen rond de klok van 9u. De vorige dagen was er serieus wat twijfel gerezen over het al dan niet opdoeken van de wandelclub, maar tijdens de busrit werd door onze voorzitter de heer Etienne Deman met de snor, medegedeeld dat het voortbestaan van de club was gevrijwaard, zij het dan met een nieuw bestuur vanaf 1 januari 2008 wat op een beleefd applaus werd onthaald. De start van deze wandeltocht had plaats in de zaal Nauti-Sport. We hadden de keuze uit vier afstanden, nl. 5, 12, 19 en 27 km en kozen voor de 19 km. Eerst werd de inwendige mens nog wat versterkt en daarna gingen we op pad bij prachtig nazomerweer. Wandelend voorbij het sportcomplex werden we onmiddellijk rechtsaf gezonden langs een asfaltweg, met verderop wat heuveltjes (niet die van Erika natuurlijk) die je met gemak kon beklimmen en die een streling waren voor het oog. Je kon er ook genieten van prachtige vergezichten. Zo kwamen we stilaan bij de eerste splitsing en ging het linksaf langs de Korte Broekstraat, opnieuw een asfaltweg. Hierlangs zag je heel wat oude boerderijen, de een al wat mooier verzorgd dan de andere. Ondertussen werden we voorbijge(snel)wandeld door onze immer joviale voorzitter Etienne Deman in gezelschap van zijn charmante echtgenote Monique. Etienne vertelde ons in snelvaarttempo enkele moppen, maar dra waren zij uit ons gezichtsveld verdwenen. Via de Humbeekweg, een zoveelste asfaltweg en na het dwarsen van de Lekkernijstraat ging het rechtdoor met aan de linkerkant van de weg een klein kapelletje dd.1894. Daarna linksaf naar Labliau, een gehucht dat zijn agrarisch karakter heeft behouden. Langs de hoofdstraat staan huizen, boerderijen, de oude gemeenteschool en de pastorie, wat haar het bijzonder karakter van de “stratendorpen” geeft. Aan de linkerkant van de weg zagen we de Sint-Annakerk, gesticht ter ere van Sint-Anna. De eerste steen van de huidige kerk werd op 23 mei 1904 gelegd. De klokkentoren werd getroffen door de bliksem en in 1980 terug opgebouwd. De bronzen klok, Gertrude genaamd, dateert van 1619. Zo ging het dan stilaan naar de eerste controle na 7 km waar we konden genieten van een lekkere Floreffe triple (je moest goed toezien dat het flesje wel degelijk volledig werd uitgeschonken) en van een kleine snack. Na de controle ging het rechtsaf voorbij een woning met boven de voordeur het jaartal 1774, wat wel zeer uitzonderlijk is. Dan opnieuw voorbij de Sint-Annakerk en er naast zagen we een woning met een wel opmerkelijk bordje “attention au chat”, het is eens iets anders. Daarna in dalende lijn voorbij het natuurdomein Terneppe met iets verderop rechts van de weg een kapelletje dd 1785. Op het einde van deze weg stond er ook nog een wat verouderd kapelletje verborgen tussen drie linden. Via de Kruisjesstraat en over de spoorweg ging het richting Mark (Marcq). “In Mark is vriendschap onze boodschap”. Dit dorp werd reeds vermeld in 1131 en dankt zijn naam aan de Mark, een zijrivier van de Dender die daar ontspringt. Verder wandelend langs een asfaltweg, overgaand in een aardeweg, om dan via een kerkewegel stilaan de 2e controlepost te bereiken in de parochiezaal van Marcq. De liefhebbers van de alomgekende mattetaarten waren er aan voor de moeite want er waren geen meer te verkrijgen, dan maar een frisse cola gedronken. Er was ook een dogbar voorzien (hier noemen ze dat blijkbaar een ”Tou Tou bar”), maar veel toutous waren er niet te zien. Hier bevindt zich ook de Saint-Martinkerk, in gotische stijl met romaanse toren uit de 11e eeuw. Momenteel wordt de toren hersteld.Na de controle ging het linksaf langs een kiezelweg, dan de brug over, de Arenberglaan in, onmiddellijk linksaf, meteen daarna rechtsaf met aan de linkerkant van de weg 4 godshuisjes dd. 1763. Stilaan wandelden we dan in de richting van het centrum van Edingen met zijn prachtige Sint-Niklaaskerk. Deze kerk is sedert 22 augustus 1947 een beschermd monument. In de loop van de geschiedenis werd de kerk meermaals vernield, geplunderd of getroffen door brand, en werd zo verscheidene malen opnieuw gerestaureerd. In 1347 werd het eerste hoofdaltaar van de kerk gewijd. Bij het begin van de 15e eeuw brandde de kerk af. In 1794 komt de Franse revolutie alles vernietigen. In 1848 heropbouw in neogotische stijl. In de toren bevindt zich een beiaard met 51 klokken, waarvan de oudste reeds dateert uit 1566. Deze kerk is zeker een bezoek waard want er is heel wat te bekijken in de kerk zelf o.a. Het Koor (gebouwd door de Heren van Edingen en herbouwd door de Graven van Luxemburg), het orgel, de predikstoel (barokstijl), de lezenaar, de koorstoelen, de rozenkranskapel 1634, de doopkapel 1951, het retabel van de bevrijding, de kapel van Sint Anna, het Brabants Gotisch portaal enz. Vervolgens ging het dan door het zeer prachtige park van Edingen. De oorsprong van het park van Edingen gaat terug tot in de XVde eeuw, toen Pierre de Luxembourg, landsheer van het oord, het aan het kasteel grenzende bos heraanlegt en ombouwt tot park. In 1607 wordt het domein door Henry IV, Koning van Frankrijk, verkocht aan de adellijke familie d’Arenberg. Baron François Empain, een belangrijk Frans industrieel, koopt het domein in het begin van de XXde eeuw. Hij laat er een kasteel bouwen in Louis XVIde stijl en laat er tevens een merkwaardige collectie standbeelden plaatsen in brons en in Franse steen o.a. vindt men er de “Dénicheur d’Aigles” van Jef Lambeau, “Diane”, godin van de jacht, een beeldhouwwerk van Houdon e.v.a. Het kasteel bestaat uit twee verdiepingen. Het park van Edingen werd aangelegd van 1630 tot 1665 en onderscheidt zich door zijn thematische tuinen en zijn wateroppervlakten. Van de Bloementuin in “Italiaanse renaissance” stijl, tot de Dahliatuin en via de Rozentuin en de Watertuin, wandelen de bezoekers rond in het midden van een wonderlijk mooi park. Na het verlaten van dit wel zeer prachtige park kwam de finish weldra in zicht en konden we nadien nog rustig genieten van een drankje en een hapje alvorens de terugweg aan te vatten rond 16u30 en dit keer namen we de autostrade richting Oostende. Tijdens de terugtocht werden een aantal “mooie” prijzen verloot onder de wandelaars, wat enige ambiance met zich meebracht op de bus. Zo bereikten we dan de thuishaven rond 18 u waar iedereen weer een andere richting uitging en een enkeling dan zong van “en me goan nog nie noar huus, bielange nie,bielange nie en we goan nog nie noar huus enz.”. Dank aan de inrichters van deze tocht en ook aan het bestuur van de wandelclub de Rustige Bos-Stappers Jabbeke.

Sevenhant Marc,

lid wandelclub RBS Jabbeke


07-01-2008
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.RBS Tocht

23ste R.B.S –tocht

Ingericht door onze Rustige Bos-Stappers

op zondag 28 oktober 2007.


De morgenstond heeft goud in de mond, maar ik was op deze vroege en eerder frisse zondagmorgen al heel tevreden met een paar pistolets en een pot dampende koffie. Na een verkwikkende nachtrust, want we mochten een uurtje langer slapen, we schakelden immers over van zomer- naar winteruur en gezamenlijk besloten we dan (ondergetekende en echtgenote) om deel te nemen aan de wandeltocht ingericht door de Rustige Bos-Stappers van Jabbeke. Het was een eerder speciale dag, want het was de laatste wandeltocht die gemaakt werd door onze onvolprezen omloopverantwoordelijke de heer Remi Bonte, die diende af te haken, maar de fakkel werd reeds doorgegeven, een wens van Remi die dan ook in vervulling ging.

De start was, zoals naar jaarlijkse gewoonte, in de zaal Sarkoheem te Zerkegem. Je had de keuze tussen 6, 13, 21 en 30 km en wij kozen voor de 13 km. In en rond het dorpje kon men duidelijk merken dat Zerkegem vandaag in het teken stond van de wandelsport. Het plaatselijke Sarkoheem liep dan ook redelijk vol met kleurig uitgedoste wandelaars uit o.a. Roeselare, Kortemark, Opwijk, Oudenaarde, Deinze enz. We hadden er zelfs een kort gesprek met een lokale politieker. De naam Sarkoheem en in feite ook Zerkegem, dankt eigenlijk haar naam aan één van de Franken (Sarko) die zich hier zou gevestigd hebben. Zijn kinderen noemde men Sarkingen, terwijl hun nederzetting of heem de naam Sarkinghem meekreeg. De schriftelijke bronnen vermelden verschillende schrijfwijzen, o.a. Zarkenghem in 961, Sarkenghem in 1089, Zerkenghem in 1285 en Zerkeghem in 1335. Doordat er op het schild van Zerkegem een grafzerk voorkomt wordt de naam Zerkegem ook hiermee in verband gebracht.

Vlak na de start ging het rechtsaf langs de St. Vedastuskerk van Zerkegem. Deze kerk werd in 1871 opgetrokken. Het koor en het oostelijke gedeelte stammen echter uit de gotische periode. Het westelijke gedeelte en de vierkante toren zijn dus recenter. Naast de patroonheilige St.-Vedastus bestaat er een volksdevotie tot de H. Antonius, dus hier wordt ook St. Antonius-met-zijn-zwijntje vereerd. Het houten beeld van deze heilige werd omstreeks 1840 uit het kasteel te Izegem of Roeselare met een kruiwagen naar Zerkegem gebracht. Daarna ging het linksaf, langs een smalle aardeweg doorheen de Maskobossen, richting Aartrijksesteenweg. De Maskobossen liggen op ongeveer 1 km ten zuiden van het centrum van Jabbeke, ten westen van de Aartrijksesteenweg (verbinding Jabbeke-Aartrijke) vlak achter de gemeentelijke begraafplaats. De Maskobossen is eigenlijk een verzamelnaam van (momenteel) drie afzonderlijke (voornamelijk) bosgebieden. Het grootste gedeelte van de Maskobossen alsook de gebieden er omheen hebben een zandige bodem. In het zuidelijke gedeelte merken we wat lemig zand op. Wat opvalt doorheen dit gebied waren de prachtige dreven met zomereiken maar ook dreven met beuken.

Rustig wandelend langs de Aartrijksesteenweg namen we dan de Zandweg naar Zerkegem om zo de 1e controle te bereiken na 2,770 km. In deze hoofdrustpost konden we genieten van een gratis koffie of cola mits afgifte van een bonnetje.

Na de controle ging het rechtsaf langs een aardeweg en dat het herfst was kon je ruiken en zien. Horen ook, want de bladeren ritselden onder onze voetstappen. Het was tevens ook een dag om rustig te genieten van zoveel mooie kleuren, van groen tot rood tot geel en eindeloze kleuren bruin. Daarbij ook nog een schuchter zonnetje dat even door de wolken heen kwam kijken. De 13 km werd dan rechtdoor gezonden richting Kouter om dan via een smalle kerkewegel aan te komen op de Eernegemweg en langs de Jacob van Maerlantstraat bereikten we de Westmoere waar we een bordje bemerkten met “Graag Traag – Spelende Kinderen”. We pasten dan ook onze snelheid onmiddellijk aan. Jacob van Maerlant (ca. 1225-1300) was een dichter en schrijver uit de zuidelijke Nederlanden. Hij werd geboren in de omgeving van Brugge en vestigde zich in het nabijgelegen Damme. Zijn grootste werk was de Spieghel historiael, waaraan hij van 1285 tot 1288 werkte. Zo naderden we dan stilaan de 2e controlepost en zoals gebruikelijk was dit in het schoolgebouw van Snellegem. Al in de 7e eeuw was deze deelgemeente van Jabbeke een Merovingisch kroondomein. Het was er zeer druk en hier hadden we ook een kort gesprek met een ouder koppel uit Biervliet (Nederland) en die het tot hiertoe een prachtige wandeling vonden.

Na deze welgekomen rustpauze ging het dan linksaf voorbij het Oosthof. Het is de oudste hoeve van West-Vlaanderen. Ze werd al in 941 vermeld. Het meest opvallende is de gotische, gekantelde toegangspoort uit de 16de eeuw en een bewaard gebleven gedeelte van de oorspronkelijke omwalling, geven een idee van dit historisch erfgoed. Andere getuigen van het toemalige ridderhof zijn een keldergewelf en een oude schoorsteenmantel. In de latere middeleeuwen leefden hier immers ridders van de Graaf van Vlaanderen. De befaamde schrijver en dichter Jacob van Maerlant schreef hier zijn beroemde werken. In 1962 werd het Oosthof opgenomen als beschermd monument en tegenwoordig wordt het uitgebaat als restaurant en tea-room. Iets verder wandelden we voorbij de St. Eligiuskerk van Snellegem en wat vooral opvalt is de neogotische kerk. Ze werd in 1893 opgetrokken. Daarachter bevindt zich de Romaanse toren met een stuk middenbeuk die dateert uit de 12de eeuw. De achthoekige vieringstoren is opgetrokken uit Doornikse veldstenen. We moeten ook nog de 17de eeuwse communiebank vermelden. Het is één van de oudste en merkwaardigste kerkgebouwen uit het Brugse Ommeland. Via de Boterstraat en de Oude Bruggeweg passeerden we voorbij de Boerenmolen van Snellegem om uiteindelijk aan te komen bij het monument van The Flying Fortress dd. 1943. In 1840 bouwde Johannes Deprez een watermolen naast de Waalbeek om graan te malen en olie te slaan. Deze watermolen werd in 1920 omgebouwd tot woonhuis. Op 4 mei 1858 werd bij de watermolen een stenen windmolen gebouwd. De familie Deprez trok zich tenslotte terug uit het molenaarsleven en toen kochten tien boeren de molen op, vandaar de naam “Boerenmolen”. Tot in 1961 bleef de windmolen in bedrijf. In 1963 verwoestte een stormwind de gaanderij en in 1976 werden na een storm, de zetelkap en de as met het wiekenkruis en bovenwiel uitgehaald. Nog hetzelfde jaar werd de molen onttakeld maar in 1981 beschermd als monument en de ruime omgeving, met inbegrip van een deel van de Waalbeek, als landschap. Het andere monument, waarvan sprake hierboven, werd geplaatst als aandenken. In de kille woensdagmorgen van 1 december 1943 stortte hier een zware Amerikaanse viermotorige bommenwerper neer (=een vliegend fort). Deze kwam terug van een vlucht naar Solingen in het Ruhrgebied. Twee Duitse Fockejagers zaten al een hele tijd achter hem aan. Boven de Snellegemse Kouters sprongen vier bemanningsleden met de parachute uit de bommenwerper maar werden door de grondtroepen beschoten en gevangen genomen. Commandant Sundlun sprong als laatste van op zeer lage hoogte en kon zich verstoppen. Met behulp van de plaatselijke bevolking wist hij te ontsnappen. Doorheen Frankrijk en Spanje kwam hij op 28 december 1943 opnieuw in Engeland aan. Na bijna 50 jaar keerde hij eens naar hier terug. Vijf bemanningsleden hadden het gevecht niet overleefd. Hun namen zijn vermeld op de koperen plaat. Daarna ging de tocht verder langs het Laurierbedrijf van de heer Devisch André om dan via de Aartrijksesteenweg en de Maskobossen stilaan de zaal Sarkoheem te bereiken.

Het was een mooie tocht met een deelname van 1209 wandelaars, alhoewel ik toch een zeker déjà-vu gevoel had. Als lid van de wandelclub hadden we daarna nog recht op een gratis drank. Na een gezellige babbel met enkele noeste medewerk(st)ers ter afsluiting van deze wandeltocht werd het dan geleidelijk tijd om ons naar huis te begeven.

Rest mij nog om iedereen te bedanken voor deze tocht en hopen dat we de volgende jaren met een nieuwe parcoursmeester, met evenveel plezier aan een nieuwe reeks wandeltochten mogen deelnemen, maar daar bestaat eigenlijk geen twijfel over….

Prettig eindejaar en aan iedereen een vreugdevol en gezond 2008 toegewenst…

……Auf wiedersehen… Auf wiedersehen….

Sevenhant Marc,

lid RBS Jabbeke


26-11-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bustocht Edingen

6de Lionswandeltocht van Edingen en zijn Park op zondag 7 oktober 2007.

Kom uit de bedstee, mijn liefste” zong wijlen Egbert Douwe op deze vroege en zeer mistige zondagmorgen want we moesten ons klaarmaken voor de busreis van onze wandelclub (zou dit dan onze laatste busuitstap worden met deze club ?) en dit keer ging de tocht naar Edingen (Enghien). Dit is een stad en faciliteitengemeente in de provincie Henegouwen en telt ruim 11.500 inwoners en is gesitueerd aan de oude Romeinse heirbaan Bavay-Asse. Vanaf de 12e eeuw maakte het deel uit van het graafschap Henegouwen en was vooral bekend voor de productie van wandtapijten. Naast Edingen zelf, bestaat de fusiegemeente nog uit de deelgemeenten Lettelingen (Petit-Enghien) en Mark (Marcq). Edingen biedt ondanks zijn kleine oppervlakte het aspect van een echt stadje met vele oude huizen uit de 17e, 18e, en 19 eeuw Stipt vertrokken om 7u30 met een volle autocar ofte 50 wandelaars namen we de autostrade richting Brussel om zo aan te komen rond de klok van 9u. De vorige dagen was er serieus wat twijfel gerezen over het al dan niet opdoeken van de wandelclub, maar tijdens de busrit werd door onze voorzitter de heer Etienne Deman met de snor, medegedeeld dat het voortbestaan van de club was gevrijwaard, zij het dan met een nieuw bestuur vanaf 1 januari 2008 wat op een beleefd applaus werd onthaald. De start van deze wandeltocht had plaats in de zaal Nauti-Sport. We hadden de keuze uit vier afstanden, nl. 5, 12, 19 en 27 km en kozen voor de 19 km. Eerst werd de inwendige mens nog wat versterkt en daarna gingen we op pad bij prachtig nazomerweer. Wandelend voorbij het sportcomplex werden we onmiddellijk rechtsaf gezonden langs een asfaltweg, met verderop wat heuveltjes (niet die van Erika natuurlijk) die je met gemak kon beklimmen en die een streling waren voor het oog. Je kon er ook genieten van prachtige vergezichten. Zo kwamen we stilaan bij de eerste splitsing en ging het linksaf langs de Korte Broekstraat, opnieuw een asfaltweg. Hierlangs zag je heel wat oude boerderijen, de een al wat mooier verzorgd dan de andere. Ondertussen werden we voorbijge(snel)wandeld door onze immer joviale voorzitter Etienne Deman in gezelschap van zijn charmante echtgenote Monique. Etienne vertelde ons in snelvaarttempo enkele moppen, maar dra waren zij uit ons gezichtsveld verdwenen. Via de Humbeekweg, een zoveelste asfaltweg en na het dwarsen van de Lekkernijstraat ging het rechtdoor met aan de linkerkant van de weg een klein kapelletje dd.1894. Daarna linksaf naar Labliau, een gehucht dat zijn agrarisch karakter heeft behouden. Langs de hoofdstraat staan huizen, boerderijen, de oude gemeenteschool en de pastorie, wat haar het bijzonder karakter van de “stratendorpen” geeft. Aan de linkerkant van de weg zagen we de Sint-Annakerk, gesticht ter ere van Sint-Anna. De eerste steen van de huidige kerk werd op 23 mei 1904 gelegd. De klokkentoren werd getroffen door de bliksem en in 1980 terug opgebouwd. De bronzen klok, Gertrude genaamd, dateert van 1619. Zo ging het dan stilaan naar de eerste controle na 7 km waar we konden genieten van een lekkere Floreffe triple (je moest goed toezien dat het flesje wel degelijk volledig werd uitgeschonken) en van een kleine snack. Na de controle ging het rechtsaf voorbij een woning met boven de voordeur het jaartal 1774, wat wel zeer uitzonderlijk is. Dan opnieuw voorbij de Sint-Annakerk en er naast zagen we een woning met een wel opmerkelijk bordje “attention au chat”, het is eens iets anders. Daarna in dalende lijn voorbij het natuurdomein Terneppe met iets verderop rechts van de weg een kapelletje dd 1785. Op het einde van deze weg stond er ook nog een wat verouderd kapelletje verborgen tussen drie linden. Via de Kruisjesstraat en over de spoorweg ging het richting Mark (Marcq). “In Mark is vriendschap onze boodschap”. Dit dorp werd reeds vermeld in 1131 en dankt zijn naam aan de Mark, een zijrivier van de Dender die daar ontspringt. Verder wandelend langs een asfaltweg, overgaand in een aardeweg, om dan via een kerkewegel stilaan de 2e controlepost te bereiken in de parochiezaal van Marcq. De liefhebbers van de alomgekende mattetaarten waren er aan voor de moeite want er waren geen meer te verkrijgen, dan maar een frisse cola gedronken. Er was ook een dogbar voorzien (hier noemen ze dat blijkbaar een ”Tou Tou bar”), maar veel toutous waren er niet te zien. Hier bevindt zich ook de Saint-Martinkerk, in gotische stijl met Romaanse toren uit de 11e eeuw. Momenteel wordt de toren hersteld. Na de controle ging het linksaf langs een kiezelweg, dan de brug over, de Arenberglaan in, onmiddellijk linksaf, meteen daarna rechtsaf met aan de linkerkant van de weg 4 godshuisjes dd. 1763. Stilaan wandelden we dan in de richting van het centrum van Edingen met zijn prachtige Sint-Niklaaskerk. Deze kerk is sedert 22 augustus 1947 een beschermd monument. In de loop van de geschiedenis werd de kerk meermaals vernield, geplunderd of getroffen door brand, en werd zo verscheidene malen opnieuw gerestaureerd. In 1347 werd het eerste hoofdaltaar van de kerk gewijd. Bij het begin van de 15e eeuw brandde de kerk af. In 1794 komt de Franse revolutie alles vernietigen. In 1848 heropbouw in neogotische stijl. In de toren bevindt zich een beiaard met 51 klokken, waarvan de oudste reeds dateert uit 1566. Deze kerk is zeker een bezoek waard want er is heel wat te bekijken in de kerk zelf o.a. Het Koor (gebouwd door de Heren van Edingen en herbouwd door de Graven van Luxemburg), het orgel, de predikstoel (barokstijl), de lezenaar, de koorstoelen, de rozenkranskapel 1634, de doopkapel 1951, het retabel van de bevrijding, de kapel van Sint Anna, het Brabants Gotisch portaal enz. Vervolgens ging het dan door het zeer prachtige park van Edingen. De oorsprong van het park van Edingen gaat terug tot in de XVde eeuw, toen Pierre de Luxembourg, landsheer van het oord, het aan het kasteel grenzende bos heraanlegt en ombouwt tot park. In 1607 wordt het domein door Henry IV, Koning van Frankrijk, verkocht aan de adellijke familie d’Arenberg. Baron François Empain, een belangrijk Frans industrieel, koopt het domein in het begin van de XXde eeuw. Hij laat er een kasteel bouwen in Louis XVIde stijl en laat er tevens een merkwaardige collectie standbeelden plaatsen in brons en in Franse steen o.a. vindt men er de “Dénicheur d’Aigles” van Jef Lambeau, “Diane”, godin van de jacht, een beeldhouwwerk van Houdon e.v.a. Het kasteel bestaat uit twee verdiepingen. Het park van Edingen werd aangelegd van 1630 tot 1665 en onderscheidt zich door zijn thematische tuinen en zijn wateroppervlakten. Van de Bloementuin in “Italiaanse renaissance” stijl, tot de Dahliatuin en via de Rozentuin en de Watertuin, wandelen de bezoekers rond in het midden van een wonderlijk mooi park. Na het verlaten van dit wel zeer prachtige park kwam de finish weldra in zicht en konden we nadien nog rustig genieten van een drankje en een hapje alvorens de terugweg aan te vatten rond 16u30 en dit keer namen we de autostrade richting Oostende. Tijdens de terugtocht werden een aantal “mooie” prijzen verloot onder de wandelaars, wat enige ambiance met zich meebracht op de bus. Zo bereikten we dan de thuishaven rond 18 u waar iedereen weer een andere richting uitging en een enkeling dan zong van “en me goan nog nie noar huus, bielange nie,bielange nie en we goan nog nie noar huus enz.”. Dank aan de inrichters van deze tocht en ook aan het bestuur van de wandelclub de Rustige Bos-Stappers Jabbeke.

Buenas noches Sevenhant Marc, lid wandelclub RBS Jabbeke


30-10-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KENT (Marc Sevenhant)


Wandeltocht in Engeland “Kent 2007”

op zaterdag 8 september 2007.

Enige tijd geleden kreeg ik een telefoontje van mijn goeie vriend Jean (niet de Bethune natuurlijk) met de vraag of ik van plan was om een artikel te wijden aan de uitstap naar Engeland. Ik was een beetje verrast door zijn vraag en eigenlijk totaal niet voorbereid om een artikel te schrijven (ik had niets genoteerd op de wandeltocht), maar uiteindelijk heb ik dan toch een poging ondernomen en het resultaat ervan kan u hierna lezen.

Naar jaarlijkse gewoonte wordt er in het begin van september een wandeluitstap georganiseerd naar het graafschap Kent, de tuin van Engeland, en een inrichting van de drie wandelende musketiers nl. Leon (Porthos), Jean (Athos) en Dirk (Aramis). Deze wandeling in Engeland was al aan zijn 13de editie toe, The Isle of Thanet: Monkton – Kingsgate ca 18 à 19 km. Ik nam reeds aan alle tochten deel and back in time to 1995, onze eerste wandeltocht, het had meer weg van een familieuitstap (zo’n 15 deelnemers) maar dan zonder schoonmoeders, bij felle regenbuien, wandelend in open veld zonder beschutting, donder en bliksem. De meesten onder ons hadden wel regenkledij aangetrokken en ook de paraplu’s werden bovengehaald om zich enigszins te beschermen maar na regen komt zonneschijn en toen die kwam was de wandeltocht bijna ten einde; dan die tocht waarbij we het vooropgestelde parcours niet konden bewandelen omdat de jet-foil in Oostende te laat vertrok en waardoor we de aansluiting met de trein misten in Ramsgate; zaterdag 06/09/1997 begrafenis prinses Diana, alles gesloten, weinig verkeer, pubs toe tot 16 u, iedereen voor de t.v., herinnert u zich nog “Candle in the wind” van Elton John; ook waren we nog getuige van een onvervalste trouwpartij in de “Church of St Mary” in een pittoresk klein dorpje Chilham, dan was er ook die wandeltocht waarbij de man zijn identiteitskaart niet mee had, met alle gevolgen vandien enz. En deze mogen we zeker niet vergeten: jaren geleden was er iemand die absoluut wilde gefotografeerd worden naast een geit. Op de foto niet erg duidelijk wie.…. Minder prettig was de uitstap in september 2002 wanneer de bus in botsing kwam met een vrachtwagen. Gelukkig bleef alles beperkt tot blikschade, maar het wierp toch een zekere schaduw over die dag. Je ziet, er valt altijd wel iets te beleven, maar liefst niet op deze manier.

Rustig wandelend tot aan de opstapplaats aan de kerk van Jabbeke waar we opgepikt werden door de luxe-car Anny Car Tours – Oudenburg met aan het stuur Redgy. De bus zat practisch vol, twee wandelaars hadden spijtig genoeg, door onvoorziene omstandigheden, ‘s morgens vroeg nog verstek moeten geven, zodat de bus met zowat 58 wandelaars richting Calais vertrok.

We namen de autostrade E 40 Jabbeke – Calais. Het was ‘s morgens nog eerder stil in de bus omdat een aantal mensen nog even van een verkwikkend dutje wilden genieten en bij het naderen van Calais werd ons “dutje” bruusk onderbroken door de heer Jean Calonne, reporter voor die dag, die nog wat mededelingen en richtlijnen in petto had. Aangekomen in Calais (verouderd Nederlands: Kales) werd met aandrang gevraagd om de bus te verlaten voor de identiteitscontrole, wat een joviale mensen toch die Engelsen. Een wandelaar had wat schrik voor die controle omdat zijn foto blijkbaar nog dateerde van bij zijn huwelijk en na al die jaren… enfin het lukte toch iedereen om weer op de bus te stappen en stilaan werd het tijd om in te schepen op de ferry “ Pride of Calais” wat dan ook prompt gebeurde. Het was wel even uitkijken op welk dek de bus stond, kwestie van niet de verkeerde te nemen.

Op de boot zocht iedereen een plekje en zo moeilijk was het niet want er was zeer weinig verkeer op de boot zelf. We konden rustig van een kopje koffie of een ander drankje genieten, of even op het dek rondwandelen bij dit mooie weer. Een uitermate kalme zee en weldra kregen we reeds de prachtige “White Cliffs of Dover” in zicht. Het imposante Dover Castle torent hoog boven de cliffs en werd gebouwd in de 12e eeuw. Een bezoek aan de “Wartime tunnels” diep onder het kasteel is een aanrader. Na goed anderhalf uur en na een vlekkeloze overtocht meerden we aan in Dover en kon de busrit tot aan de startplaats aangevat worden. De groep werd in twee gesplitst, diegene die de iets kortere afstand wilden doen (ongeveer 12 km) en de overigen voor de grote afstand (ongeveer 19 km). Onderweg naar de start werd door Jean gevraagd dat de mensen die de korte afstand deden plaats zouden willen nemen achteraan in de bus en de rest dan vooraan, kwestie van snel de bus te kunnen verlaten want je moet weten dat je in Engeland niet zomaar overal kan parkeren, wat bij sommigen toch enige wrevel opwekte, nochtans leek mij dit een goed voorstel. Zo kon dan een groep van 17 wandelaars aan hun trektocht beginnen onder de deskundige leiding van Jean, die heel wat genoteerd had en onderweg voor de nodige uitleg zorgde wat door iedereen ten zeerste werd gewaardeerd.

Iets verderop verliet de andere groep wandelaars de bus. De wandelschoenen werden vastgeknoopt, de rugzakken goed geschikt, want sommigen hadden hun echtgenote achtergelaten bij de eerste groep en ook de Nordic-Walking wandelstokken werden in stelling gebracht en zo konden we aan de tocht beginnen onder een ietwat grijze hemel, maar van de regen bleven we toch gespaard. Je kon dan ook onmiddellijk de professionals onder de Nordic-Walkers herkennen alleen al door hun manier van stappen, hun houding, het hanteren van de stokken enz. terwijl anderen deze enkel bezigen als wandelstok. Je moet ze in feite gebruiken waarvoor ze dienstig zijn. Je speelt toch ook geen voetbal met een krachtbal. De tweede groep werd op sleeptouw genomen door Dirk en Leon. Soms is een duobaan beter, want ik herinner mij nog een tocht van een aantal jaren geleden, waarbij een leider een lijder werd toen ie niet alleen de weg maar ook het noorden kwijt was. Gelukkig is alles toen goed afgelopen en vandaar dan ook die duobaan. Het was een wat vlak parcours met af en toe een lichte helling langs smalle weggetjes, je moest wat oppassen voor de netels maar iedereen kwam er veilig doorheen. Sommigen deden zich tegoed aan de vele braambessen onderweg, meestal werd de goede kleur gekozen. We wandelden dan ook voorbij het Vikingschip “Hugin” en hier werd een stop ingelast om de inwendige mens te versterken. Na deze welgekomen rustpauze klommen we traag de krijtkust op naar Pegwell. Zo ging het dan stilaan richting Ramsgate waar we een prachtig uitzicht hadden op de Noordzee “waar de meeuwen schreeuwen boven ‘t golfgebruis” enz. Hoe later in de namiddag hoe mooier het weer werd. Het was echt genieten van deze wandeltocht met mooie vergezichten, een gedeelte van de tocht ging zelfs langs het strand. Iets verderop werd er een korte rustpauze (of was het een plaspauze ?) ingelast en ondergetekende en een collega wandelaar hadden er niets beter op gevonden om even een pub in te duiken voor een Belgische biertje, met name een Hoegaarden en een Leffe (elk een ½ liter), maar de prijzen swingen er wel de pan uit. Via Broadstairs ging het dan richting Kingsgate en kwam de finish weldra in zicht, waar mijn echtgenote mij reeds “ongeduldig” stond op te wachten. In de verte hadden we zicht op het kasteel van Kingsgate en iets verder, linksaf de “Captain Digby Inn” waar we rustig naar toewandelden, daar konden we genieten van een werkelijk schitterend zicht op zee, van een lekker fris Engels pintje, je weet wel zonder “kol” en van een glaasje witte wijn, alvorens de terugtocht aan te vatten naar de autocar die ons terug naar Dover zou brengen. Het was dan ongeveer 17u30 onze tijd. Spijtig dat we niet wat langer konden blijven want het was er echt genieten van een prachtig uitzicht. De ferry vertrok om 19u45 en we hadden ook nog wat tijd over voor een stevig avondmaal, daarna nog even op het dek rondwandelen bij dit lekker weertje. Dit keer waren we ook getuige van de ondergaande zon die de zee in een goudgeel lint omtoverde. Ik zag op de ferry zelfs iemand die zich blijkbaar weer in zijn kindertijd waande en in plaats van gewoon de trappen af te dalen liet hij zich in snelvaarttempo langs de ruglening naar beneden glijden. Vertrokken vanuit Calais om 21u kwamen we terug te Jabbeke aan omstreeks 22u15. Voor we de afrit naar Jabbeke namen werd iedereen, inclusief Redgy onze chauffeur die ons zoals de vorige jaren veilig heen en terug naar huis had gebracht, nog bedankt door Jean die ons een goeie thuiskomst en nachtrust toewenste. Ik kan u ook nog meegeven dat er twee mensen nl. Nadine (echtgenote Jean) en Dirk (medeinrichter) een geschenk kregen aangeboden voor hun 10e deelname aan deze Engeland-Uitstap.

“God s(h)ave the Queen…….” Sevenhant Marc,

lid wandelclub R.B.S. Jabbeke

Eerst en vooral mijn hartelijke dank aan de inrichters Leon, Jean en Dirk voor deze zeer mooie tocht, want het vraagt qua voorbereiding en organisatie zeker een serieuze inspanning en ik denk dat iedereen, op een paar uitzonderingen na, maar die heb je altijd, echt genoten heeft van deze tocht. We kijken dan ook al reikhalzend uit naar de 14de editie van de “Engeland-Uitstap” volgend jaar……en denk eraan mensen You’ll Never Walk Alone” (1963 – Gerry & the Pacemakers).


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Outlandpoldertocht (Marc Sevenhant)

“Outlandpoldertocht”

ingericht door Sportraad Zuienkerke

op zondag 2 september 2007.

Nadat het ‘s nachts heel wat geregend had, was het op deze vroege zondagmorgen even uitkijken of er nog nattigheid in de lucht hing, maar dit was niet het geval en in de loop van de voormiddag kwam de zon al door de bewolking heen en besloten we om aan een wandeltocht in de streek deel te nemen. Ik gaf de voorkeur aan de Stoomtuigwandeling in Gits maar mijn echtgenote had liever aan de wandeltocht in Nieuwmunster deelgenomen en vermits ik bij deze het laatste woord heb gingen we naar Nieuwmunster. Het was ook de laatste dag van de schoolvakantie en de meeste leraren en leraressen waren zich al mentaal aan het voorbereiden voor de eerste schooldag, O happy day, maar niet getreurd mensen want op 29 oktober volgt al de herfstvakantie en een paar weken later de kerstvakantie.

Nieuwmunster is een klein polderdorpje in de provincie West-Vlaanderen en is gelegen op zo’n 3 kilometer van de kust, telt bijna 500 inwoners en maakt tevens deel uit van de parochiefederatie Zuienkerke, samen met de parochies Meetkerke, Houtave en Zuienkerke zelf. Nieuwmunster wordt voor het eerst vermeld in de kronieken van het jaar 1200. Vermoedelijk is ze nog heel wat ouder en gaat ze misschien wel terug tot het begin van de 11e eeuw. De naam Nieuwmunster is afgeleid van het oudvlaams “Niemunstere” en betekent “nieuwe kerk”. In het wapenschild van het dorp prijkt nog steeds het kruis van de tempeliers.

Trefpunt van onze wandeling was zaal “De Bommel”, Nieuwmunster. Wij hadden de keuze uit drie afstanden, nl. 7, 16 en 22 km en kozen voor de 7 km die er uiteindelijk 7,790 km bleken te zijn. Opvallend op deze afstand was dat er geen controle voorzien was, je deed er dus best aan, reeds van bij de start, alle nodige maatregelen te nemen en je te voorzien van alle nuttige zaken…

Onmiddellijk na de start werd de splitsing reeds doorgevoerd en werden wij linksaf gezonden voorbij de kerk van Nieuwmunster, met name de Sint-Bartholomeuskerk. De parochie bezat aanvankelijk een kerk in Romaanse stijl waar we nog hier en daar resten van kunnen terugvinden. In de loop van de 13e en 14e eeuw werd het eerste kerkje omgebouwd tot een kruiskerk in Scheldegotiek: de toren in het midden, een schip met zijbeuken van een 12 tal meter lengte westwaarts en een klein vijfhoekig koor oostwaarts. Zoals zovele kerkjes in deze streek van Vlaanderen sloeg ook hier het noodlot toe in de 16e eeuw tijdens de fameuze beeldenstorm. De kerk werd waarschijnlijk in 1578 nagenoeg volledig verwoest en in brand gestoken. De kerk werd heropgebouwd en in 1629 kwam de bisschop de kerk herinwijden, nu echter zonder schip en met een geveltoren. De sporen zijn nog steeds duidelijk zichtbaar aan de huidige voorgevel van de kerk. In 1884 werd een koor en sakristie in neogotiek aan de kerk gebouwd. De glasramen in het koor vooraan zijn neogotisch. Het pronkstuk van de kerk is “Het Rozenkransretabel”. Het is één van de merkwaardigste kunstwerken die in het Brugse en in de kuststreek zijn overgebleven. Het retabel bestaat uit een centraal gedeelte, met 17e eeuws O.L.Vrouwbeeld, omgeven door 15 kleine paneeltjes met elk de voorstelling van een mysterie van de rozenkrans. In 1986 werd een restauratie doorgevoerd. Voor dit retabel steken mensen een kaarsje aan als licht en hoop. Ze vertrouwen al hun noden toe aan de Moeder Gods en bidden stil: “Wees gegroet, Maria…”. Op de 30 meter hoge toren staat een haan. Als wekker van de dageraad en ook verdrijver van de nacht waakt hij over de kerk. De klok dateert slechts van 1949. De vorige werd door de Duitse bezetter ontvreemd. Op het kerkhof liggen ook nog een aantal Britse soldatengraven, allen aangespoeld op het voormalige strand van Nieuwmunster en aldus hier begraven. We bemerken ook de vernieuwde zonnewijzer langs de zuidermuur en de oude roepsteen aan de voorste ingang van de kerk. Deze kerk is zeker een bezoek waard. Op een 100 meter van deze kerk bevindt zich de “Grot van Lourdes”. Hier bestaat een eeuwenoude traditie van intense devotie voor O.L.Vrouw vooral tijdens de meimaand. Via de Smisjestraat, opvallend langs deze weg was een landelijke woning met een wel zeer speciale maar mooi verzorgde tuin met heel wat kleurrijke vaste planten, ging het dan op het einde van deze weg rechtsaf naar de Brugse Steenweg met aan de rechterkant van de weg een taverne “D’Oude Smidse”. Het was een nogal drukke baan en rechts ervan ontdekte je ook een beekje met de naam “Kerkevliet” en zo kwamen we dan aan bij een nieuwe splitsing waar de 7 km rechtdoor ging. Langs deze weg zag je ook “D’Oude Stokerij” een winkel van interieurdecoratie, kan interessant zijn voor wie zijn woning nog moet inrichten, en zo bereikten we dan een nieuwe splitsing en ging het schuin rechts naar de Bommelstraat, een doodgewone asfaltweg. Hierlangs werden we dan “ Welkom in de Uitkerkse Polders” geheten…

Gelegen tussen de drukke badsteden Blankenberge en De Haan en de rustige polderdorpjes Zuienkerke en Nieuwmunster, ligt een eeuwenoud weidelandschap, de Uitkerkse Polder zowat 1.400 ha groot. Dit gebied vormt een oase van rust, maar schijn bedriegt, want in de winter strijken hier duizenden ganzen neer, terwijl de lente het toneel vormt van honderden weidevogels. De Uitkerkse Polder kent een gevarieerd microreliëf waarin “water” een hoofdrol speelt Een landschap met van laaggelegen zilte graslanden tot hoger gelegen vette graslanden. Unieke planten zijn hier te vinden o.a. melkkruid en zeekraal. Het jaar rond strijken hier vogels neer en allemaal hebben ze één ding gemeen: dat ze op trektocht zijn. We denken dan aan lepelaars en kemphanen. Je ontdekt er ook de grutto, de kievit of de kluut, alsook eenden zoals de slobeend of de zomertaling die in deze weilanden een ideale broedstek vinden. Het was hier echt genieten van de natuur, geruggesteund door een licht briesje vanuit het noorden en in gezelschap van mijn echtgenote en de zon aan de blauwe hemel, meer moet dat niet zijn, ging het dan via de Doelhofstraat en opnieuw voorbij de Sint-Bartholomeuskerk stilaan richting aankomst waar we nog konden genieten van een hapje en een drankje.

Het was een schitterende natuurwandeling en daarom ook dank aan de inrichters van deze wandeltocht en dit keer eindigen we dan ook op lyrische wijze met een (gedeeltelijke) passage uit een gedicht van Guido Gezelle:

O ‘t ruischen van het ranke riet! O ‘t ruischen van het ranke riet!

O wist ik toch uw droevig lied! hoe dikwijls dikwijls zat ik niet

wanneer de wind voorbij u voert nabij den stillen waterboord,

en buigend uwe halmen roert, alleen en van geen mensch gestoord,

gij buigt, ootmoedig nijgend, neer, en lonkte ‘t rimpelend water na,

staat op en buigt ootmoedig weêr, en sloeg uw zwakke stafjes ga,

en zingt al buigen ‘t droevig lied, en luisterde op het lieve lied,

dat ik beminne, o ranke riet! dat gij mij zongt, o ruischend riet!

enz. enz….

Sevenhant Marc, lid wandelclub de (On)Rustige Bos-Stappers Jabbeke



29-08-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Soete Beesetocht Landegem

..
Soete Beesetocht in Landegem, ingericht door wandelclub W.S.V. Buitenbeentjes op zondag 3 juni 2007.

Na het bekijken van de kwalificatiewedstrijd België-Portugal op zaterdagavond met het oog op het Europees kampioenschap voetbal 2008 in Zwitserland - Oostenrijk, met een 1-2 nederlaag voor de Belgen en dus een overwinning voor de Portugezen (uitslag niet eens overdreven – een aantal van onze spelers hadden beter gehoor geven aan de titel van het liedje van Johnny Hoes: “Och was ik maar bij moeder thuis gebleven”), was het echt nodig om op zondag wat aan lichaamsbeweging te doen en dat kan dan door b.v. deel te nemen aan een wandeltocht en dit keer viel onze unanieme keuze op de Soete Beesetocht in Landegem, een deelgemeente van Nevele. Het is vooral een land- en tuinbouwgemeente, met de laatste decennia een specialisatie naar aardbeienteelt toe. Volgens de oudste geschreven vermelding Landengehem van eind 9e eeuw is Landegem een Germaanse nederzettingsnaam en betekent woning van de lieden van Lando. In de 18e en in het begin van de 19e eeuw was er een belangrijke linnenindustrie.

Bij ons vertrek rond 9u15 hing er wat nevel in de lucht, we reden ten andere dan ook in de richting van Nevele, maar eens aangekomen aan de zaal te Landegem, een groot sportcomplex dat geopend werd op 26/10/1985 en waar er voldoende plaats was (ongeveer 600 zitplaatsen), scheen de zon er al vrolijk op los aan de azuurblauwe hemel. In de zaal was er friet met stoverij, broodjes en taart te koop (de Hansbeekse “Schietsspoelen”, dit zijn appelflappen), verder ook nog de gekende “Soete Beese ijscrème” en het aardbeienbiertje. Wij hadden de keuze uit volgende afstanden: 6, 12, 18, 24 en 32 km en kozen dit keer voor de 12 km.

Onmiddellijk na de start ging het rechtsaf langs een smal kronkelend en dalend paadje met rechts van ons een klein riviertje met beschermde vallei genaamd “De Kale of Durme” en dan over de Landegembrug tot aan de eerste splitsing waar de 12 km de bocht naar links nam, een mooi Mac Adamwegje, genaamd de Legekouter, met aan de rechterkant van de weg een boerderij met een wel zeer opmerkelijk bordje: “Hier waakt de boer”. Het was ons niet meteen duidelijk of de boer twee zaken tegelijk combineert, waken en werken. We hadden er eigenlijk geen zicht op. Het zou ook kunnen dat de boer nog steeds op zoek is naar de ware en daarvoor dienen dan zo’n “schitterende” uitzendingen als “Boer zoekt vrouw” op onze onvolprezen familiale zender. In een heel ver verleden, toen de dieren nog spraken, bestonden er ook succesvolle t.v. programma’s over boeren, meestal op zondag, denken we maar aan o.a.”De boer schrobt de vloer”, “Op toer met de boer”, maar het meeste bekende programma was “Voor boer en tuinder”, waarvan theme from “Villa Rides” gespeeld door het orkest Mantovani toen het kenwijsje was. In veel landbouwersgezinnen en ook in andere, was er spreekverbod tijdens de uitzending ervan, ondertiteling bestond toen nog niet, en als ze dan juist een interview afnamen van een boer die Brussels dialect sprak en toen net begonnen was met het bewerken van zijn akker in het gezelschap van zijn Brabants trekpaard, tja…., iets verderop nog een boerderij “Hof Ter Huele” dd. 1453. Daarna ging het rechtsaf over de brug van de autostrade Oostende-Brussel en omgekeerd, vervolgens links over een harde betonweg overgaand in een asfaltweg, beide waren duidelijk aan herstelling toe, dan terug links, een aardeweg, in de volksmond “een boerenslag” genoemd, ietwat geteisterd door al die moderne zware tractoren en dure wagens, om maar geen namen te noemen, die gebruik maken van deze landbouwwegen, om dan geleidelijk aan het centrum van Nevele te bereiken. De oudste geschreven vermelding van Nevele luidt Niviala (einde 9e eeuw). In deze naam schuilt naar alle waarschijnlijkheid het Keltische nevia-ialo wat “nieuwland, niet ontgonnen land” betekent. De hoofdplaats van Het Land van Nevele was het dorp Nevele zelf dat het statuut had van een stad. Dit leidt men af van het oudst bewaarde zegel van Nevele van 21 juni 1316. De tekst luidt als volgt: zegel van schepenen van de stad Nevele in Vlaanderen. Nevele was dus in de tijd van de Guldensporenslag al een stadje, wat wijst op vroege handelsactiviteiten. De Heer van Nevele woonde in het centrum van Nevele in een omwald kasteel in de buurt van de kerk. Door oorlogsgeweld in 1381 werden het kasteel, de kerk en de meeste huizen van Nevele vernield. Na deze verwoesting werd het kasteel slechts gedeeltelijk heropgebouwd in de vorm van een vierkante toren, waarvan nu nog een gedeelte zichtbaar is. Wandelend voorbij de kerk van Nevele, de Sint-Mauritius- en Gezellenkerk ging het dan stilaan naar de 1e controle in de gemeenschapsschool van Nevele. De 45 m hoge toren van de deels gotische, deels romaanse kerk uit de 12de en 13de eeuw overheerst de dorpskern. De kerk werd herhaaldelijk vernield en heropgebouwd. Het interieur bevat o.m. een eiken predikstoel uit 1726 met houtsnijwerk, een marmeren praalgraf van Johannes della Faille, Heer van Nevele, uit 1769. De beroemdste inwoner van Nevele was Cyriel Buysse (1859-1932). Bij het naderen van de rustpost hoorden wij muziek weerklinken en dachten even dat we in de school getuige zouden zijn van een demonstratie over een heel nieuwe dans nl. de doggydancing (doe de dogdance), maar er waren geen doggy’s aanwezig zodat dit feestje niet doorging, maar er was wel een kranige tachtiger die in de zaal een wel erg langzame tango - “Je t’aime….moi non plus” - op zijn accordeon speelde. We waagden ons echter niet aan een dansje, want het zou eerder een slow in slowmotion zijn en we hadden nog een lange tocht voor de boeg. Na de controle na 5,170 km ging het rechts over het kanaal van Schipdonk en dan voorbij het lokaal van de schuttersgilde Sint-Sebastiaan waar het handboogschieten nog wel degelijk in trek is en dit op staande wip, en voor de niet-ingewijden onder u , de liggende wip bestaat ook. Daarna ging het rechtsaf langs een aardeweg “Goed Ter Meerschpad” en waar op de akkers de gewassen als daar zijn, de gerst, tarwe, maïs enz. al behoorlijk aan het groeien waren. Af en toe hoorde je in de verte het geluid van een kanon, waarschijnlijk met de bedoeling om de vogels af te schrikken en te verjagen. Vroeger zag je op de velden veel standbeelden staan (vogelverschrikkers) met een ingebouwde muziekcassette en het enige dat men ermee bereikt heeft was de vogeltjesdans. Niet echt gejaagd door de wind, enkel een heel licht briesje, hielden wij er toch een redelijk tempo op na en werden dan toch nog om de haverklap voorbijge(snel)wandeld door leden van andere wandelverenigingen als daar waren: Wandelclub “De Slak” Leest, W.S.V. De Trage Stappers Oizy, Voetje voor Voetje Gits, Wandelclub Tornado Haacht, De 7 Mijlstappers Moorsele enz., niet echt verrassend dat de wandelaars van deze laatste twee clubs ons voorbijvlogen, om dan de Gentstraat, de Tempeliersstraat en rechtdoor de Houtstraat te bewandelen. Daarna ging het rechtsaf via een aardeweg, evenwijdig lopend aan de autostrade, en waar je aan de linkerkant van de weg een waterzuiveringsstation zag, om dan langs het kanaal van Schipdonk (in 1847 gegraven en eind 1998 verbreed tot 45m, de doorvaarhoogte is 7,5 m.) te wandelen en zo stilaan de aankomst te bereiken te Landegem waar men zicht had op de Sint-Blasius en Sint-Margrietkerk. De oorspronkelijke romaanse kerk werd na 1918 vernietigd. Een nieuwe kerk werd gebouwd. Tijdens de tweede wereldoorlog werd ook deze kerk zeer zwaar beschadigd. In 1961 werd de huidige, gecementeerde, romaans geïnspireerde kerk voltooid. Na een koffie, een glaasje witte wijn en het aankopen van een bakje aardbeien tegen een zeer democratische prijs werd het stilaan tijd om ons naar huis te begeven.

Ondanks het feit dat er op deze afstand niet zo heel veel bezienswaardigheden te bezichtigen waren, was het toch een mooie wandeling en mijn dank gaat dan ook uit naar de inrichters en medewerkers van deze wandeltocht. Er waren 2367 deelnemers waaronder 6 leden van onze wandelclub R.B.S. Jabbeke.

Bij leven en welzijn tot een volgende keer, Sevenhant Marc, lid R.B.S. Jabbeke


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Walk De Haan

Walk De Haan” ingericht door de wandelclub De Hanestappers op zondag 15 juli 2007.

In het jaar 1970 had de groep Creedence Clearwater Revival een grote hit met “Who’ll Stop The Rain?” maar blijkbaar vinden ze na al die jaren nog steeds geen geschikte kandidaat (misschien toch even navraag doen bij de vdab) en de zomer viel voorlopig dit jaar al in de maand april en dit was dan nog een lentemaand, misschien valt de winter dit jaar al in de herfst, maar het kan snel veranderen en op deze vroege zondagmorgen was het echt geen weer om een hond door te jagen, dus hielden we het keffertje maar mooi binnen. Kort voor de middag kwam de zon dan toch te voorschijn en was het moment aangebroken om ons richting De Haan te begeven. “Met belgerinkel naar de winkel” lag al een tijdje achter ons en zo kwamen we dan gezamenlijk tot het besluit met de wagen naar De Haan af te reizen om daarna aan de wandeltocht (de vroegere Lipton Ice Tea Walk) deel te nemen.

De Haan was een gehucht bij de zee, gelegen op het grondgebied van twee der oudste polderdorpen: met name Klemskerke (1003) en Vlissegem (988). Het gehucht genoot een goede bescherming tegen het watergeweld dankzij een brede duinengordel. Zo is het ook te verklaren dat Vlissegem en Klemskerke gespaard bleven toen in de loop der tijden grote overstromingen onze kust teisterden. Volgens de eerste beschrijvingen van het gehucht ging het hier om enkele hutten “opgericht in het duynlandt of heylandt van Clemskerke of Vlisseghem”. De douane, over wie de eerste gegevens teruggaan tot 1814 had hier ook een vaste stek maar kreeg omstreeks 1830 een betere behuizing, de nu nog in de volksmond bekende “komiezenkoten” die in 1961/1962 werden afgebroken. Hier werd vooral bij aanspoelingen een hartig woordje gebekvecht en soms letterlijk slaande argumenten gebruikt. De duinbewoners mochten tegen vergoeding hun vee laten grazen en werden meestal verplicht duinhelmgras te planten om zandverstuiving te voorkomen. In 1886 namen de dienst Bruggen en Wegen en het Ministerie van Landbouw de beplantingstaak over. De keuze van de te planten bomen moest doordacht gebeuren (vooral dennen en loofbomen) en de duin-graslanden moesten worden beschermd tegen konijnen en overbegrazing. De opkomst van het kusttoerisme en vooral de aanleg van de stoomtramlijn die op 8 augustus 1886 in gebruik werd gesteld bracht ingrijpende veranderingen. In 1895 werd de eerste société anonyme du Coq sur Mer gesticht. Deze eerste concessie werd nog tweemaal uitgebreid: in 1904 en in 1912. Nadat de eerste société in vereffening werd gesteld, kwam er in 1911 een nieuwe tot stand. Een groot gedeelte van De Haan ademt nog de Belle Epoquesfeer uit: het tramstation, het gemeentehuis, vele villa’s uit de concessie. Met “beelden uit het leven gegrepen” heeft Trammelant aandacht voor het dagelijkse leven van de bourgeoisie en de dorpeling uit de Belle Epoque, dit alles overgoten met een vleugje muziek uit de “tijd van toen”. Traditioneel wordt het jaarlijks feest “Trammelant” gehouden tijdens de eerste zaterdag van augustus tenzij deze op 1 augustus valt.

We namen de expressweg en aan de rotonde aan Restaurant Vijfwege namen we de bocht naar links richting Oostende en dan rechtsaf Klemskerke – De Haan met een opmerkelijk bordje “De Haan(e) heet u welkom” om dan verder door te rijden tot aan de zaal Haeneveld, startplaats van onze wandeling, een zeer ruime zaal met daarbij een grote parking. We hadden de keuze tussen de volgende afstanden: 7, 14, 21 en 30 km en kozen dit keer voor de 7 km die er uiteindelijk 7,670 km zouden zijn en ook eens om na te gaan of er op zo’n korte afstand enige bezienswaardigheden te bespeuren vielen.

Onmiddellijk na de start werd de splitsing reeds doorgevoerd en ging de 7 km linksaf langs een smal paadje via het voetbalveld van De Haan en het tennisplein en dan links langs de August Pauwelslaan om dan zo de Einsteinlaan te bewandelen. Meteen daarna werden we “Welkom geheten in het Duinbos van Klemskerke”, een 157 ha groot bos. Hier vind men o.a. de meidoorn, de vlier, de kardinaalsmuts en natuurlijk ook de duindoorn. Men treft er ook tal van vogelsoorten aan als de nachtegaal, heggemus, koekoek, mezen, torenvalk, zanglijster enz. Kortom een waar natuurparadijs, waar ook de wandelaar zich thuis voelt. Na het dwarsen van een drukke baan en wandelend over de tramsporen kwamen we in een villawijk met aan de rechterkant een villa genaamd “Ons kotje” (sic) dd. 1925. Daarna ging het via een tamelijk heuvelachtig paadje met aan het begin van deze weg een bordje “uitgezonderd plaatselijk verkeer” maar toch mochten wij er doorheen wandelen om zo verder te stappen langs een stukje duinenpad met zicht op onze onvolprezen Noordzee. Hier en daar zag je wat zeilbootjes en enkelen waagden een duik in het frisse water en zo kuierden wij dan rustig verder langs de zeedijk met zijn talrijke winkels die ook op zondag geopend zijn. De strandstoelen kenden een matige bezetting. Bij dit weer zag je niet veel nieuwsgierigen met een verrekijker..…Voorts ging het dan opnieuw doorheen een van de vele villawijken en langs de Normandiëlaan zagen we rechts, in een klein parkje, een houten bank staan met daarop een beeld. We konden niet onmiddellijk zien om wie het ging, eerst dachten we dat het zou kunnen gaan om een beeld van Lei Clijsters, omdat er een cameraman naast zat, maar toe de man één steentje in zijn hand nam, die naast het beeld lag, wisten we direct dat het ging om Albert Einstein. Het was een bronzen beeld, geplaatst eind 2006 en dit vlakbij De Coeur Volant, waar Einstein destijds o.m. James Ensor ontmoette, met een opmerkelijke tekst op de schoot van deze man namelijk: “Verbeelding is belangrijker dan kennis”. Hij werd geboren in Ulm (zuiden van Duitsland) op 14 maart 1879 en overleed na een slepende ziekte in Princeton op 18 april 1955, en was een Amerikaans wis- en natuurkundige van Duitse afkomst. Hij deed later afstand van de Duitse nationaliteit. Einstein wordt algemeen aanzien als één van de belangrijkste natuurkundigen uit de geschiedenis en is vooral bekend geworden door het opstellen van de relativiteitstheorie. Zijn bekendste formule luidt E = mc2 waarmee tussen massa en energie een nieuw verband werd gelegd. Hij ontving in 1921 de Nobelprijs voor natuurkunde en het gezicht van Einstein zou één van de best herkende gezichten ter wereld blijven. Einstein hield niet van sokken en had buitenshuis alleen schoenen of sandalen aan zijn blote voeten en hij had ook maar één kleur pak, zodat hij ‘s morgens geen keuze hoefde te maken welk pak hij zou dragen.

Enkele citaten van hem zijn onder andere “God dobbelt niet”, “Ik denk nooit aan de toekomst, die komt snel genoeg”, “Als de mens geen eind aan de oorlog maakt, maakt de oorlog uiteindelijk een eind aan de mens”. Einstein heeft enige tijd in België gewoond en verbleef in 1933 in De Haan in de villa Savoyarde. Vanuit De Haan is hij dan via Engeland naar de Verenigde Staten vertrokken in september 1933 om nooit meer naar het oude continent terug te keren. Daarna ging het dan doorheen het park “La Potinière” en zo bereikten wij stilaan het centrum van De Haan om dan voorbij het tramstationnetje uit 1903 en de Sint-Monicakerk te wandelen en de controle te bereiken in de basisschool van De Haan na 5,770 km waar we van een drankje konden genieten. Het was zo druk in deze zaal dat we zelf onze controlekaart mochten afstempelen. De resterende afstand, zijnde 1900 m, bracht geen noemenswaardige zaken meer aan het licht en zo bereikten wij dan de zaal Haeneveld, het einde van onze wandeltocht, of hoe de kortste afstand toch interessante dingen in petto heeft, met vooral dank aan onze professor Albert Einstein en ook aan de inrichters van deze tocht.

Naar mijn gevoel was de parcoursverantwoordelijke over deze korte afstand van 7,670 km op het einde niet echt goed meer geïnspireerd, want pakweg de laatste 1,500 km van deze afstand werden ons al van bij de start van de wandeltocht voor de voeten geschoven. Gelukkig moesten wij hiervoor niet dubbel betalen….

Na regen komt zonnenschijn……. Ciao Sevenhant Marc, lid R.B.S. Jabbeke


01-07-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Timothy Gurdebeke


BEAUVOORDE – Maandag 08-04-2004

Memoriaal Walter Devolder – Beauvoordse Gezondheidsmarsen

Opbouwwerk Ijzerstreek vzw

We starten op de kasteelsite van het kasteel van Beauvoorde aan de voet van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Wulveringhem.

Na een 100-tal meter wandelen door het pitoreske dorpje, trekken we via rustige wegen de velden in. We blijven ongeveer evenwijdig lopen met de Bergenvaart of de Colme, een kanaal van 23,66 km lang, gegraven in 1293 tussen Veurne en het Frans-Vlaamse Bergues. Zo wandelen we door tot aan de eerste rustpost in De Moeren, een deelgemeente van Veurne aan de Frans-Belgische grens.

We houden er halt in café Le St-Antoine, eigenlijk een camping die zich bevind op ‘de schreve’.

Na de controle we verder richting Leisele. We trekken terug de velden in. Tijdens de wandeling naar de 2de controle hebben we de ganse tijd zicht op het kerkje van Houtem en de St Vaastkerk van Hondschoote. Na ongeveer een uurtje genieten van de stilte komen we aan in Leisele, en mogen we uitblazen in de Vetten Os.

Na de controle lopen we langs een rustige landelijke weg lopen we nog een eindje gelijk met de Franse grens. Daarna laten we de kerk van Hondschoote volledig achter ons, en keren we via onverharde wegen en kerkewegels terug naar Wulveringhem.

;

Timothy Gurdebeke




15-06-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marc Sevenhant : Vijlen 06/05 en St- Martens-Latem 08/04


Verslag van de wandeltocht op zondag 6 mei 2007 te Vijlen (Limburg – Nederland) ingericht door de wandelclub Jo-Ne.


“Ik spring uit een vliegmachien, alleen maar om jou te zien” en op de tonen van deze superhit van onze eigenste Eddy Wally werden wij op zondagmorgen gewekt en sprongen daarna, hoe kan het ook anders met zo’n hit, gezwind uit bed. Na een stevig ontbijt te hebben verorberd, want het zou een lange busrit worden naar Vijlen, vertrokken wij met de wagen tot aan de parking van de Sporthal te Jabbeke en joost mag weten waarom maar de opstapplaats was, in tegenstelling tot de vorige busuitstap, dit keer wel aan de Vrije Basisschool “De Klimtoren”.

Met een volle autocar vertrokken we rond de klok van 7 uur en namen de snelweg Oostende-Brussel en via de ring rond Brussel ging het dan richting Leuven-Luik om dan de afrit te nemen naar Genk-Hasselt. Het was vrij nevelig weer met af en toe een schuchter zonnetje maar het weer zou later op de dag er gans anders gaan uitzien. Verleden week had iemand mij nog aangesproken op de wandeltocht van de “Parel van Groot-Jabbeke” te Zerkegem: “Ik kijk er so naar uit om aan deze tocht deel te nemen, want ik kom als het ware een beetje terug naar de heimat”. De grens met Nederland werd bereikt omstreeks 9 u en daarna ging het in de richting van Heerlen/Aachen om daarna de afrit naar Vijlen te nemen waar we aankwamen rond 9u30 plaatselijke tijd. Even voordien nam onze onvolprezen, maar immer sympathieke voorzitter nog even het woord om ons de laatste gegevens door te geven met betrekking tot deze wandeltocht en hoeft het nog gezegd te worden maar hij deed dit haast perfect in de taal van onze noorderburen. Positief voor de inrichters was in ieder geval dat de start en de aankomst in dezelfde zaal waren. We hebben het ooit bij een wandeltocht elders in Nederland anders geweten. Het was zeker geen ruime zaal om te starten en in het begin verliep alles nogal chaotisch maar naar ik later vernam bij een gesprek met één van de medewerkers van deze wandelclub beschikken deze mensen niet direct over een andere lokatie en zijn er zich wel degelijk van bewust dat de ruimte er eerder beperkt is. Deze wandelclub Jo-Ne (staat voor Jong Nederland) werd opgericht in 1982 en telt ongeveer 220 leden. Vijlen (Limburgs: Viele) is een dorpje met ruim 1500 inwoners in Zuid-Limburg behorend tot de gemeente Vaals. Vijlen ligt op ongeveer 200 meter hoogte boven NAP (Normaal Amsterdams Peil) en is daarmee het hoogst gelegen dorp van Nederland. Het situeert zich tussen Epen en Vaals aan de Mergellandroute, met uitzicht op het Geuldal. Vijlen is een heel oud dorp, ouder nog dan Vaals en Epen. De naam is in de loop der jaren veranderd van Villiam via Villarus, Vijlhen en in de vorige eeuw Vijlen met twee puntjes. De naamsverklaring stamt van het romeinse Villa “boerderijlandgoed”, of “villare “bij een landgoed of herenhoeve behorend”. De -n- kan als plaatsaanduidend suffix worden opgevat.

We hadden de keuze uit verschillende afstanden nl. 4,7,12,18,25 en 42 km en kozen voor de 18 km die er uiteindelijk 17,6 bleken te zijn. Na de start werden wij meteen rechtsaf gezonden voorbij de Sint-Martinuskerk. Deze kerk wordt in sommige publicaties ten onrechte nog steeds als de hoogstgelegen kerk van Nederland genoemd. Dit is echter niet juist. Deze kerk ligt op ca. 195,40 meter boven NAP. De enige echte hoogstgelegen kerk van Nederland is de Nederlands Hervormde kerk in Vaals en ligt maar liefst ca. 215,17 meter boven NAP. Het is een neogotische kerk en de gehele kerk werd waarschijnlijk in 1879 voltooid. De toren heeft een opmerkelijke silhouet nl. de diagonaal geplaatste steunen die bijna tot de bovenkant van de toren reiken. Deze kerk werd al verscheidene keren gerestaureerd. Daarna volgde onze eerste splitsing en wandelden daarna op een zeer steile asfaltweg en langs de kant van de weg zag je vele mooie tuintjes waar bloemen en planten weelderig bloeiden ondanks de langdurige droogte. Je zag ook vele christusbeelden afgebakend met prachtige versieringen, eerder uitzonderlijk zie je er een kapelletje langs de weg. Af en toe hoorde je in de verte het geluid van een koekoek, het gezang van een merel maar iets dichterbij het fluiten van een vlaamse vink, maar in Nederland fluit er ook een vink, met name Pieter Vink (roepnaam “Pieter”), scheidsrechter in het betaalde voetbal in Nederland en de man is in het dagelijks leven van beroep politie-agent. Daarna volgde een nieuwe splitsing en hier hadden we zicht op het kerkje van Epen. Epen (Limburgs: Ieëpe) is één van de zuidelijkst gelegen dorpen van Nederland en is ook bekend voor de vele vakwerkhuisjes. De naam “Epen” is afgeleid van een Germaans woord met mogelijk een Keltische oorsprong, “apa” een woord voor “water”. Bovendien komt in Epen het voor Nederland unieke zinkviooltje voor. Dit komt omdat er zinkerts in de bodem aanwezig is. Zo kwamen we bij de 1e controle aan in het gemeenschapshuis ‘t Patronaat na 6,1 km. Een nogal kleine zaal maar mede door het zeer mooie weer konden we buiten van een drankje en een hapje genieten. Na de controle ging het via een aardeweg afwisselend stijgend en dalend, tot aan een nieuwe splitsing waar de 18 km rechtsaf wandelen werd gestuurd doorheen het “Onderste en Schweibergerbos”. Dit zijn typische hellingbossen met boven aan de hellingen onder meer wintereik, ruwe berk, lijsterbes en hulst. Op de bodem vinden we stekelvarens, lelietjes van dalen, maagdenpalm enz. Deze bossen worden beheerd door het Staatsbosbeheer. Via de parking van het Hotel “Ons Krijtland” en een zeer smal paadje ging het dan naar de 2e controle opnieuw in het gemeenschapshuis na 11,6 km en daarna vertrokken we in dalende lijn naar het Geuldal. Het Geuldal is één van Nederlands waardevolste beekdalen. Het is een diep uitgesleten beekdal. Het planten- en dierenleven is er erg gevarieerd door de afwisseling in bodemgesteldheid. Naast de vele bronnen, hoogstamboomgaarden en heggen zijn ook de typische gebouwen in vakwerkstijl en watermolens beeldbepalend. Hier en daar zagen we, in de kruinen van populieren of oude fruitbomen, opvallende groene bollen. Het zijn maretakken. Een maretak is een halfparasiet waarvan de kleverige bessen door vogels aan de takken gesmeerd worden, waar de zaden dan kunnen ontkiemen. “Als men elkaar kust onder een maretak, mag men rekenen op bescherming en geluk”. Natuurmonumenten bezit hier ook verschillende monumentale gebouwen waaronder de Volmolen bij Epen. Deze volmolen was lange tijd in gebruik voor het “vollen” van geweven stoffen tot viltig en sterk laken. De stof werd hiertoe gedrenkt in een mengsel van ranzige boter of gerotte urine en bewerkt met stampers die door het waterrad werden aangedreven. In 1872 is de molen omgebouwd tot graanmolen en is momenteel nog steeds in gebruik als graanmolen. Daarna volgden wij nog een stukje van de Mergellandroute om dan linksaf de weg te verlaten en dan doorheen een bosrijk gebied met een korte maar nijdige klim à la Passo di Gavia te wandelen om zo aan te komen bij de 3e controle na 15,1 km. Na een drankje en een klapke met één van de medewerkers van de wandelclub Jo-Ne werd dan het laatste gedeelte van de wandeling aangevat, zijnde nog 2,5 km, en zo bereikten we stilaan de aankomst. Na het vervullen van de nodige formaliteiten hadden we nog even de tijd voor een babbel, een drankje en een foto en dan werd het zowat tijd om ons naar de autocar te begeven die iets verder geparkeerd stond. Iedereen was het roerend eens dat dit een werkelijk schitterende wandeltocht was, ook mede door het mooie weer, zij het op een betrekkelijk lastig parcours, maar het uitzicht was dan ook bij momenten indrukwekkend. De terugreis werd aangevat rond 16u15 en voor we de afrit naar Jabbeke namen werd door de voorzitter van onze wandelclub, dit keer in vlekkeloos algemeen nederlands, een dankwoordje gericht tot alle wandelaars en ook tot de buschauffeur voor de voortreffelijke manier waarop hij ons heen en terug had gebracht. Verder wenste de voorzitter ons nog allen een behouden thuiskomst toe. Daarna werd afscheid genomen en ging iedereen moe, maar tevreden een andere richting uit, de meesten wellicht naar huis. In ieder geval een hartelijke proficiat aan de inrichters Jo-Ne voor deze werkelijk schitterende tocht.

En o ja, we zagen ook de eerste regendruppels vallen na een zeer lange droge periode en je vraagt je dan ook af: ”Who’ll stop the rain ???”….

Toi Toi Toi Sevenhant Marc Wandelclub R.B.S. Jabbeke






Verslag van de wandeltocht op zondag 8/4/2007 te Sint-Martens-Latem, ingericht door de wandelclub W.S.V. Buitenbeentjes, Landegem.

Voor velen van ons was dit het eerste vrij verlengd week-end van het jaar en op deze paaszondag was er ‘s morgens in den vroegte zeer veel mist, je kon haast geen ei voor ogen zien, en toen de mist grotendeels was opgetrokken, was het in de tuin dan nog wat zoeken om de paaseieren te vinden die her en der waren verborgen en eens deze taak achter de rug was, konden wij daarna ook nog tenvolle genieten van een prachtige zonsopgang en van het fluiten van vroege vogels die ons als het ware een vrolijk pasen toewensten. Met éénparigheid van stemmen werd besloten dat wij iets later in de voormiddag de grens zouden oversteken naar Oost-Vlaanderen, richting Sint-Martens-Latem want daar was er een wandeltocht ingericht door bovenvermelde wandelclub. Deze wandelclub werd opgericht eind 1982 en staat voor Wandel Sport Vereniging. Sint-Martens-Latem wordt een kunstenaarsgemeente genoemd. Vele kunstenaars vonden er hun inspiratie langs de oevers van de Leie. De gemeente is de wieg van het Vlaamse expressionisme, met beoefenaars als onder andere Albijn Van den Abeele, Constant Permeke, Albert Servaes en Frits Van den Berghe, die allen behoorden tot de Latemse Schildersgroep, af en toe verkeerdelijk Latemse School genoemd. Vandaag is de gemeente echter veel bekender geworden om zijn weelderige villa’s en is één van de meest residentiële gemeenten in België. We namen de snelweg Oostende- Brussel om dan via de afrit St. Denijs-Westrem deze te verlaten en zo de Kortrijksesteenweg richting Deurle op te rijden en langs deze drukke baan zie je links en rechts heel wat privé-clubs, bars enz. Een aantal van deze gelegenheden zijn ofwel in verval of gesloten wat in feite ook niet zo verwonderlijk is, want sedert men het “rookverbod” in deze zaken heeft ingevoerd zouden de inkomsten, naar het schijnt, er gevoelig gedaald zijn….. en zo bereikten wij dan de startplaats en deze was een nieuw gebouw, opgetrokken in hout met een ruime zaal waar er momenteel binnen nog geen toiletten aanwezig waren maar deze bevonden zich dan wel buiten, een soort reizende W.C’s dus. Er was in ieder geval geen directe grote parking in de omgeving van de zaal en zodoende was men verplicht om de wagen te parkeren langs de asfaltwegen er naartoe, wat het verkeer op deze wegen zeker niet ten goede kwam. Men had de keuze uit verschillende afstanden – 6, 10, 15, 20, 25 en 30 km – wij kozen voor de 15 km die er uiteindelijk 14,230 bleken te zijn. Na 500 m kwamen wij bij de 1e splitsing aan en langs de linkerkant van de weg zag je een landelijke woning, het “oud konijntje” genaamd en in de tuin zelf zag je een heel lief klein konijntje rondhuppelen maar dan zonder vliegje op zijn neus. Daarna ging het via de Hooglatemweg, de Brandstraat, Kapitteldreef, de Golflaan en een zeer smal pad, waarlangs men zicht had op een tennisplein (misschien was hier wel een nieuwe Clijsters bezig?) en het voetbalveld van Latem, richting 1e controle in de gemeentelijke basisschool van Latem-Deurle na 2,260 km. Een zeer ruime zaal waar men van een drankje en een hapje kon genieten. Via de Eikeldreef met zicht op de vele prachtige villa’s die er zich bevinden, nu nog tussen het prille groen, kwamen we aan bij een volgende splitsing en gingen dan rechtsaf de Elsakkerweg in waar de magnolia’s, het chinees klokje, de helleborus orientalis nog volop in bloei stonden en hier en daar zag je al het ontluiken van de jonge scheuten van de pioenroos, om dan een aardeweg te bewandelen en, nog steeds vergezeld van een prachtige lentezon, aan te komen bij een nieuwe splitsing waar we rechtdoor gestuurd werden via de Meersstraat, een landelijke weg met aan onze linkerkant de Leie om dan via de Latemse Galerie richting Sint-Martinuskerk van Latem te wandelen. De oorspronkelijke Romaanse kerk werd verbouwd in 1899 in neogotische stijl. Het interieur bestaat uit een mengsel van romaanse, barokke en neogotische elementen, aangevuld met creaties van Latemse kunstenaars. In 1983 werden de kerk als monument en de omgeving als dorpsgezicht geklasseerd. Onder de treurwilg op het kerkhof ligt Binus Van den Abeele begraven. Juist voor deze kerk dienden wij echter rechtsaf te gaan en passeerden voorbij het woonhuis van Albijn (Binus) Van den Abeele. Van de beroemde Latemse kunstenaars was hij de enige die in het dorp geboren werd. Reeds in de jaren 1860 ontwikkelde zich rond Binus huis aan de Knok te Latem een kunstenaarskring, die o.m. bestond uit de schilders Xavier De Cock, Jozef Pauwels en Felix Cogen. Zelfs voor de jongste generatie die zich vanaf 1905 in het dorp verzamelde – Gustave De Smet, Constant Permeke en Frits Van den Berghe - had Van den Abeele zijn belang en ook latere generaties kwamen in de ban van de kunstenaar. Ook in de dorpspolitiek speelde hij een belangrijke rol. Hij was burgemeester van Sint-Martens-Latem van 1869 tot 1876. Zijn huis was een trefpunt van de Latemse schilders, beeldhouwers en dichters dd 1884 – 1914. Albijn Van den Abeele was zeker de stamvader van de Latemse groep en wist de opeenvolgende generaties kunstenaars in het dorp te boeien. Hij stierf op 16 november 1918 in zijn huis aan de Latemstraat. Zo kwamen wij dan aan bij de 2e controle na 7,240 km en waar we buiten van een drankje konden genieten bij dit toch wel prachtige weer. Er was ook een dog bar voorzien waar de viervoeters zich konden verheugen op een gratis drankje, echter veel dogs waren er niet te zien, hotdogs des te meer. Zo begonnen wij aan het laatste gedeelte van onze wandeling, zijnde 6,990 km met een nieuwe splitsing en dit keer ging het langs de Bosstraat, de Buizenbergstraat met zicht op een schitterend golfterrein die er natuurlijk niet mag ontbreken, ooit zou hier een bekende graaf, steevast met de frigobox bij de hand, ook een balletje geslagen hebben. Het golfterrein kunnen we wel als een unicum beschouwen. Overal werd het natuurlijk uitzicht van de streek vernietigd door verkavelingen maar daar werd alles bewaard. Het is 39 hectaren groot en is sedert 1982 beschermd gebied, om dan verder te wandelen en aan te komen bij het Cyriel Buyssepad, een wel zeer smal dalend paadje om daarna het kerkje van Deurle met name de Sint-Aldegondiskerk te bereiken. Cyriel Buysse werd geboren te Nevele op 20 september 1859 en huwde in 1896 te Haarlem met jonkvrouwe Nelly Dyserinck. In de winter verbleef hij in Den Haag en in de zomer op zijn landgoed in Afsnee. In 1921 ontving hij de staatsprijs voor letterkunde en in 1932 wordt hij door Koning Albert I verheven in de adelstand. Hij wordt baron, een opmerkelijk feit voor een Vlaams auteur, en dan nog wel de schrijver van “Het Gezin van Paemel” en verschillende andere werken waarin de draak wordt gestoken met “mijnheer de baron”. Cyriel Buysse is onze bekendste naturalistische romancier die met werken als “Het recht van de sterkste”, “Het ezelken”, “Tantes”, “Van arme mensen” enz. realistisch en soms ironisch de wereld en het leven beschrijft zoals hij het ziet en meer sympathie en begrip vertoont voor de lagere sociale klasse dan de hogere. Zijn werk doet nog steeds niet verouderd aan en is nog altijd vlot leesbaar .Als pittig detail kan nog vermeld worden dat Buysse één van de eersten was in Vlaanderen die zich een “automobiel” aanschafte. Cyriel Buysse overleed te Afsnee op 25 juli 1932. De Sint-Aldegondiskerk werd gebouwd in 1830-1835 en is neoclassicistisch, alsook grotendeels het interieur. Het portiekaltaar met Sint-Aldegondis in een beeldnis is van gemarmerd hout (hout beschilderd alsof het marmer is). De preekstoel dateert uit 1835. Het interieur is in 1979 geclasseerd als monument. Vele kunstenaars waaronder Xavier De Cock, toneelschrijver Gaston Martens enz. die hier ooit inspiratie vonden voor een van hun meesterwerken liggen nu begraven op dit kerkhof. Daarna ging na het dwarsen van een nogal drukke baan richting aankomst waar we nog van een drankje konden genieten, om ons dan huiswaarts te begeven na een wel zeer mooie wandeltocht en waarvoor dan ook onze oprechte dank aan de wandelclub de W.S.V. Buitenbeentjes Landegem en…hallokidoki, er waren 1407 deelnemers, waaronder 4 leden van onze wandelclub R.B.S. Jabbeke, ttz. ondergetekende en echtgenote, maar wie waren dan die 2 andere leden ????

Do vidjenja

Sevenhant Marc Wandelclub R.B.S. Jabbeke



09-05-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.bibbertocht Stefaan Lesage

Een bezoeker schrijft:




(Dit zijn enkele foto's die door Stefaan Lesage genomen zijn. Zijn volledige foto reportage kan je bekijken onderaan via zijn link "foto's".
Je kan ook even langs gaan naar zijn website:

http://www.langsvlaamsewegen.anucast.com/)


 


19 de Bibbertocht te Varsenare


February 26th, 2007 by

Stefaan Lesage

Het is alweer een tijdje geleden, en jammer genoeg is dit nog altijd geen nieuwe video aflevering. Hiervoor zijn verschillende redenen. Eerst en vooral is er een beetje tijdsgebrek. Ik zal in de toekomst zeker nog video afleveringen maken, maar daar kruipt zeker een halve dag ik om alles in orde te krijgen. Het plan is nog steeds om 1, of 2 video afleveringen per maand beschikbaar te stellen.

Een tweede reden is dat ik een nieuw speeltje heb mogen ontvangen. Sinds twee weken ben ik namelijk in het bezit van een CANON EOS 400D. Voor de mensen die niet weten waar het nu over gaat, de EOS 400D is een spiegelreflexcamera. Een digitaal fototoestel dus. Ik had al een compactje ( Canon IXUS ), maar ben dus aan het overschakelen naar het echte werk aan de hand van een DSLR ( Digitale Spiegelreflex camera ). Vorige week heb ik die voor het eerst meegenomen tijdens een wandeling in Boekhouten. Het voordeel van zo’n foto toestel is dat je alles manueel kunt instellen ( sluitertijd, diafragma, … ), tevens is dat voor een complete leek ook het grootste nadeel. Van gans die dag had ik namelijk maar 4 foto’s die ik de moeite waard vond. De andere 50 waren ofwel overbelicht, out of focus, onder belicht, bewogen, … Ondertussen ben ik nog altijd een complete leek, maar ik heb al iets meer kunnen oefenen.

Deze week heb ik dus het toestel meegenomen naar de 19 de Bibbertocht, een organisatie van De Rustige Bosstappers Jabbeke, die doorging op zaterdag 24 februari in Varsenare. Het weer zou vandaag niet mee zitten, maar ik had mij er op voorzien en voor alle zekerheid mijn regenjas meegebracht. Aangezien ik die avond nog ergens naartoe moest heb ik gekozen voor de afstand van 21 kilometer.

Deze bracht ons langs verschillende mooie wijken, waar echt heel knappe huizen stonden. Maar het mooiste van de tocht moest nog komen, jammer genoeg het natste ook

Na de eerste controle begon het inderdaad te regenen. We trokken toen langs erg mooie wegen waar ik kon genieten van het mooie landschap. Eindelijk kon ik nog eens proberen wat foto’s te nemen met mijn nieuw toestel, en deze keer bleek het nog aardig te lukken. De tocht bracht ons langs kasteel Tudor, een ideale locatie dus om nog wat te oefenen. Ondertussen was de regen niet meer dan een occasionele bui of wat motregen. We deden echt een grote lus rond het kasteel, wat mij toeliet om het vanuit verschillende hoeken eens te fotograferen

Na het kasteel van Tudor kwam het Domein Biesbroek aan de beurt. Opniew mooie paden in de open natuur. Het domein Biesbroek is echt mooi aangelegd en eigenlijk nog leerzaam ook. Volgens wat ik heb gelezen aan de ingang van het domein is het aangelegd in een schaalmodel van ons zonnestelsel. Op de plaatsen van de planeten in ons zonnestelsel werd een kunstwerk van Jef Claerhout neergezet. Ik vond de manier waarop het domein werd aangelegd eigenlijk wel origineel, je stond er midden in de open natuur, maar je deed er ook een vleugje cultuur op en je kon er zelfs nog iets bijleren over ons zonnestelsel

Ondertussen had ik al zo vaak stilgestaan om foto’s te nemen, dat het wel hoog tijd werd om mij naar de aankomst te spoeden. Eenmaal aangekomen heb ik nog lekker zitten nagenieten van een glaasje Kasteelbier. De donkere variant is naast de Gordon Scotch een van mijn favoriete bieren. Mijn overbuur wist mij altijd te vertellen dat ik hem jaren terug heb leren wandelen, maar dat ik nu op dat vlak het onderspit moest delven, maar in die periode heeft hij mij ook de geneugten van het bier leren kennen, en op dat vlak moet hij nu soms eens passen

De

foto’s die ik genomen heb op deze wandeling vind u terecht in onze

Foto Gallerij. Hebt u opmerkingen of suggesties, aarzel dan niet op deze als commentaar te posten op de

home pagina van de podcast zelf. Vergeet ook niet onze

Listener Survey even door te nemen, mocht u daarvoor de nodige tijd hebben.

Met vriendelijke groeten,

Stefaan


04-03-2007
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoofdpagina
  De Rustige Bos-Stappers Jabbeke

27-09-2005
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Marc Sevenant

Neen, uw blog moet niet dagelijks worden bijgewerkt.  Het is gewoon zoals je het zélf wenst.  Indien je geen tijd hebt om dit dagelijks te doen, maar bvb. enkele keren per week, is dit ook goed.  Het is op jouw eigen tempo, met andere woorden: vele keren per dag mag dus ook zeker en vast, 1 keer per week ook.

Er hangt geen echte verplichting aan de regelmaat.  Enkel is het zo hoe regelmatiger je het blog bijwerkt, hoe meer je bezoekers zullen terugkomen en hoe meer bezoekers je krijgt uiteraard. 


Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.[%%KLAD%%2007-4-1]fotopresentatie

Het maken van een blog en het onderhouden is eenvoudig.  Hier wordt uitgelegd hoe u dit dient te doen.

Als eerste dient u een blog aan te maken- dit kan sinds 2023 niet meer.

Op die pagina dient u enkele gegevens in te geven. Dit duurt nog geen minuut om dit in te geven. Druk vervolgens op "Volgende pagina".

Nu is uw blog bijna aangemaakt. Ga nu naar uw e-mail en wacht totdat u van Bloggen.be een e-mailtje heeft ontvangen.  In dat e-mailtje dient u op het unieke internetadres te klikken.

Nu is uw blog aangemaakt.  Maar wat nu???!

Lees dit in het volgende bericht hieronder!




Wandelverslagen
 De Rustige Bos-Stappers Jabbeke
T -->

Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs