Ik ben driege kimberly, en gebruik soms ook wel de schuilnaam coockie.
Ik ben een vrouw en woon in ninove (belgie) en mijn beroep is schoolbanken verslijten.
Ik ben geboren op 21/02/1994 en ben nu dus 31 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: dieren.
De Savannah is een ras dat duidelijk meer en meer in de belangstelling komt te staan. Het is een ras in opmars en dat is niet vreemd gezien het feit dat het hier een vriendelijk, zachtaardig dier betreft in de gedaante van een zeer bijzondere verschijning. Tot voor kort stond de ontwikkeling van de Savannah nog echt in de kinderschoenen. Maar door de redelijke groei van het aantal fokkers en hun onderlinge samenwerking begint er iets moois op te bloeien. De huidige generaties worden constanter en gelijkender aan het ideaalbeeld zoals die beschreven staat in de standaard.
Wat is een Savannah?
De eerste generatie Savannahs is een kruising tussen een Afrikaanse Serval en een huiskat. Dat maakt het ontstaan van de Savannah vergelijkbaar met het ontstaan van de Bengaal. Met het verschil dat de Bengaal zijn uiterlijk dankt aan het kruisen met de Aziatische Luipaardkat en de Savannah de looks van de Afrikaanse Serval heeft gekregen. Een Savannah is dus ook een hybride ras.
Het uiterlijk
De Savannah is een van de grotere raskatten. Hun grootte wordt hier en daar nog al eens behoorlijk overdreven. Ze staan echter wel hoog op de poten, hebben een slank en rank lijf en lijken daarmee behoorlijk groot terwijl hun gewicht tussen de 4 en 7 kilo bedraagt. Daarbij zijn katers veelal groter dan poezen en over het algemeen de eerdere generaties groter dan de latere. Maar die regel gaat niet altijd meer op. Zeker niet nu het ras steeds grotere vorderingen maakt.
De Serval
Het begint dus allemaal bij de Afrikaanse Serval. Een imposant en prachtig dier. Niet geschikt om in huis te houden. Alhoewel er legio Amerikanen zijn die dat wel doen. Sommige Servals, die goed gesocialiseerd zijn in het normale huiselijke leven, kunnen verdraagzame huisdieren zijn. Ze slapen op bed, spelen met de andere huiskatten en kunnen goed met honden en kinderen om gaan. Maar, ze blijven wilde dieren. Bijna allemaal sproeien ze nog wel eens ergens tegenaan. Is het niet het nieuwe meubilair dan is het wel het geliefde baasje. Liefdes-douches noemen de trotse eigenaren dat. Tja, je moet er van houden! Daarbij komt dat een Serval zo vreselijk veel energie heeft dat hij echt een ruimte nodig heeft waar hij zich flink kan uitleven.
De Savannah
Door een huiskat te kruisen met een Serval verkrijg je een kat die nog wel de gelijkenis met een Serval toont, maar met een gematigder karakter. Daarmee is de weg ingeslagen naar een prachtige kat om te zien en een leuk karakter om je huis mee te delen. Zeker de wat latere generaties zijn over het algemeen prima huisdieren.
Het fokken
Gezien de sociaalheid van de Serval is het mogelijk een jonge Serval op te laten groeien met een of meerdere huiskatten. Als daar dan op latere leeftijd een liefde tussen opbloeid is de eerste stap op weg naar het ontstaan van de Savannah gezet.
Deze liefde is ondanks het verschil in ras en postuur oprecht. Een dekking gebeurd zonder dat daar menselijk handelen aan te pas komt. Zoals ook bij andere rassen laat een poes zich meerdere malen tijdens haar krolsheid dekken.
Aangezien een nieuw ras niet zomaar uit de lucht komt vallen zijn er andere rassen nodig om iets op te bouwen. Vroeger werd er gebruik gemaakt van de Bengaal, Serengetti, Ocicat, Egyptische Mau en Oosters Kortharen. Het ene ras heeft de rankheid, de ander het postuur, de volgende de gewenste spots, enz.. Maar die inmenging van andere rassen heeft zijn langste tijd gehad. Tegenwoordig worden deze rassen nog maar zelden gebruikt.
De generaties
Een Savannah die direkt afstamt van de Serval is een F1. De kinderen daarvan, waarvan de opa een Serval is, zijn F2. De kinderen daarvan F3, enz..
De katers geboren in de eerste vier generaties na de Serval (F1 tot F4) zijn steriel. Pas bij de 5de generatie aangekomen zijn katers vruchtbaar en in te zetten voor de fok. Een F5 had voorheen in de vaderlijn enkel katers die van een ander ras waren. Tegenwoordig echter zijn we weer en stukje verder. Er is mede door de toenemende populatie voldoende fokmateriaal om vanaf de eerste generatie Savannah x Savannah te kruisen. Er zijn zelfs al enkele F5 Savannahs geboren die hun gehele stamboom gevuld hebben met enkel Savannahs. En dat is de toekomst. Hoewel de eerdere generaties zeker hun charme hebben is het de bedoeling dat we daar naartoe gaan werken. Door de meeste fokkers wordt ervaren dat kruisingen binnen het ras mooiere Savannahs opleverd. De vachten krijgen een betere kwaliteit, het type wordt beter en vaak zijn de kinderen van groter postuur dan hun ouders.
De verzorging
Een Savannah behoeft geen speciale verzorging. De zorg die men aan ieder andere kat zouden geven volstaat ook voor een Savannah. Ze hebben geen speciale voedingsbehoeften en eten gewoon, normaal kattenvoer net als ieder andere kat.
Het karakter
Alle trekjes die we als minder leuk bij de Serval zagen worden er uit gefokt. De F1s willen nog wel eens iets van het sproeigedrag dat we bij de Serval zien vertonen. Bij de F2 komt dit al nauwelijks meer voor. DE F3 en latere generaties hebben een even grote kans oponzindelijkheid als ieder ander ras. Voorop gesteld natuurlijk dat een Savannah goed gesocialiseerd is. Grote catteries waarbij katten hun leven slechts slijten in hokken leveren treurig genoeg veelal mensschuwe en gefrustreerde katten af. Maar dat geldt natuurlijk voor alle rassen. Een Savannah blijft echter wel een kat met een hoge dosis energie in zijn lenige lijf. Het is dus absoluut geen kat die de hele dag in de vensterbank ligt te snurken. Een Savannah is graag in de buurt van mensen. Een schootkat is het echter niet vaak. Een Savannah is nieuwsgierig en altijd voor een spelletje te porren. Kinderen zijn daarmee ook leuke speelkameraadjes want zij delen vaak dezelfde interesses. Rennen, racen en tikkertje lijken favoriet.
Temperament
Een vergelijking met de Bengaal is snel gemaakt. Toch is dat, ondanks dat ze beiden hybride rassen zijn, niet terecht. Het verschil tussen de beide voorouders is groot. De Aziatische Luipaardkat is een nachtdier. Zijn dag- en nachtritme verschild dus enorm van dat de mens. Dat het maakt socialiseren er niet gemakkelijker op. Een Aziatische Luipaardkat in huis gaat gewoonlijk zijn eigen gang. Indien hij voldoende bewegingsruimte heeft kan hij gelukkig zijn. Van een band tussen mens en dier is nauwelijks sprake. Een Afrikaanse Serval is net als de mens overdag actief. Als een Serval in huis is groot gebracht ontwikkeld hij zich tot een gezinslid. Hij heeft een zeer sterke band heeft met zijn baasje en de andere gezinsleden. Onverwachte gebeurtenissen of vreemde mensen worden uit de weg gegaan. Misschien wordt er eerst nog naar gegromd of geblazen maar in de aanval zullen ze nooit gaan. En daar zien we ook weer een groot verschil met de Aziaat. Voor de Aziatische Luipaardkat zijn in tegenstelling tot de Afrikaanse Serval twee opties; vluchten of aanvallen. In eerste instantie probeert de Aziaat het nog met grommen en blazen. Werkt dat niet dan schieten ze naar een plek om zich te verstoppen MAAR de kans is net zo groot dat ze in de aanval gaan. En ondanks het feit dat een Aziatische Luipaardkat een relatief klein postuur heeft valt zon aanval niet te onderschatten.
Het gedrag en karakter van de wilde voorouder van beide rassen is nog redelijk aanwezig in de F1 en F2 generatie. Naar mate het percentage wild bloed afneemt neemt ook het wilde karakter van de Bengaal / Savannah af en zien we meer en meer het karakter van de ingekruisde gedomesticeerde huiskat naar boven komen.
Shows
En daarom misschien doen zelfs de hogere generaties Savannah het niet zo slecht op een tentoonstelling. Zeker gezien het feit dat het een nieuw ras is en de belangstelling groot. Een Savannah heeft tijdens zon dag aardig wat te verduren. s Ochtends bij de veterinaire keuring begint het al. Het duurt niet lang of er staat al snel meer personen dan enkel de dierenarts en zijn assistent om de tafel heen. Bij de kooien is het vaak een drukte van belang. En ook de keurmeester is vaak geneigd zijn collegas er bij te roepen om dit nieuwe ras te laten zien. Soms staat een Savannah wel een half uur op tafel en is ze in die tijd door vele handen bekeken. Daarna gaat ze met een beetje geluk door naar de nominaties en de Best in Show, het blijkt mogelijk te zijn.
Wereldwijd wordt door de TICA de Savannah vanaf de 3de generatie toegelaten op shows. Wereldwijd wordt door verenigingen aangesloten bij de WCF Savannahs vanaf de 3e generatie welkom geheten. Alle verenigingen die aangesloten zijn - of het stamboek volgen van - het Franse LOOF verwelkomen de Savannahs graag vanaf de 3e generatie. Dit geldt ook voor een groot aantal onafhankelijke verenigingen in Europa. Bij de verenigingen aangesloten bij het FNK is de Savannah welkom maar wordt het ingeschreven als huiskat.
KOP: Vorm: Het gezicht formd een gelijkzijdige driehoek. De bovenkant van de driehoek is de lijn aan de bovenzijde van de ogen, de zijlijnen volgend de kaaklijn naar benenden en kruisen elkaar bij de kin. De driehoek is exclusief de oren. Het hoofd is klein ten opzichte van het lichaam.
Oren: De oren zijn groot en hoog op het hoofd, breed bij de basis en afgerond aan de top. De oren staan vrij dicht op elkaar bovenop het hoofd. Licht gekleurde, horizontale strepen (occelli) op de achterzijde van het oor zijn gewenst.
Ogen: De bovenzijde van de ogen hebben de vorm van een boomerang, zo geplaatst dat de hoek van het oog langs de neuslijn naar benenden wijst. De onderzijde van het oog is amandelvormig. De ogen staan onder een lichte wenkbrouw. De ogen zijn gemiddeld van diepte en laag op het voorhoofd met minstens een oogbreedte ertussen. Traansporen zijn zichtbaar langs en tussen het oog en de neus. De oogkleur is afhankelijk van de vachtkleur, de diepere, levendige kleuren hebben de voorkeur.
Kin: Frontaal gezien loopt de kin volgens de driehoekige vorm van het gezicht spits toe. En profiel is de kin zwak zonder veel diepte.
Snuit: De snuit is toelopend zonder onderbreking. Het is het onderste deel van de driehoek die op het gezicht vanaf de wenkbrouwen tot de kin loopt.
Profiel: Het voorhoofd is vlak tot licht gerond vanaf de bovenzijde van het hoofd tot het punt juist boven het oog waar er een kleine verandering van richting is met een rechte tot zeer licht welvende lijn vanaf dat punt tot het puntje van de neus. En profiel, vormd het gezicht ook een driehoek vanaf de bovenzijde van het oog naar het puntje van de neus, terug naar de de kaaklijn en dan weer naar boven, naar het oog.
Neus: Frontaal gezien is de neus breed van boven met breed aangezette neusvleugels. En profil is er een klein verloop naar beneden bij het puntje, waarmee het iets rond lijkt. Het neusleertje is licht gerond, niet vlak.
Hals: Lang en slank.
LICHAAM: Torso: Een volle, diepe ribbenkast licht, maar niet extreem teruglopend richting heupen. Heup en dijbenen zijn gevuld, lang en ietwat groter in proportie tov de rest van het lichaam.
Poten: Erg lang en slank maar sterk. Achterpoten zijn iets langer dan de voorpoten. Door deze extreme lengte lijken de katten engiszins overbouwd.
Voeten: Ovaal, klein tot gemiddeld met lange tenen.
Staart: Gemiddelde lengte en dikte, de vloer niet rakend in gewone stand. Taps toelopend met een abrupt einde. Zeer expressief.
Botten: Medium zware, sterke botten.
Spieren: Stevig, goed ontwikkeld, maar toch glad.
VACHT: Structuur: Kort tot medium van lengte voelt iets ruig aan; een vacht dat opmerkelijk stevigheid en structuur heeft. Ruigere dekharen over een zachter ondervacht, terwijl de stippen een merkbaar zachtere structuur hebben. De vacht is niet overdreven dik en ligt redelijk glad tegen het lichaam aan.
Kleuren: Zwart, bruin spotted tabby, zilver spotted tabby en zwart smoke. De enige toegestane kleuren zijn de goud tot oranje grondkleur met krachtige donkere vlekken, de zilveren grondkleur met krachtige donkere vlekken, effen zwart en zwart smoke. In iedere variatie zijn de lippen en de traansporen aan de binnenzijde van ieder oog zwart. Bij de gevlekte Savannah is het neusleertje rood, zwart of zwart met een licht rood of roze verticale lijn in het midden. Zwarte Savannahs hebben een zwarte neus. Voetkussentjes in elke kleur zijn diep zwart tot bruin zwart.
Patroon: De gevlekte Savannah heeft krachtige, donkerbruin tot zwart ronde, ovale of uitgerekte vlekken. Een aantal parallele strepen vanaf het achterhoofd tot juist over de schouderbladen, lopen iets uiteen over de rug en het vlekkenpatroon volgt de richting van de strepen vanaf de schouders tot over de lengte van het lichaam. De poten hebben kleinere vlekken zoals ook de voeten en het gezicht. De zwarte Savannah moet effen zwart zijn. Zwarte vlekken op een zwarte achtergrond is het ideaal. De vlekken zijn zoals die van de gevlekte Savannahs. Het smoke patroon is zoals die van de gevlekte Savannahs.
TEMPERAMENT: De ideale Savannah is een vrijmoedig, alert, nieuwsgierig en vriendelijke kat.
ALGEMENE OMSCHRIJVING: De globale indruk van de Savannah is groot, slank en elegant met opvalland, grote, donkere vlekken en andere donkere tekeningen op een weelderige taankleurig, goud, oranje, zilver, zwart of zwart-smoke achtergrond. De kat is een replica van de grote, slank gespierde Serval kat waar hij vanaf stamt. Vriendelijk en aanhankelijk, met een buitengewoon lange hals, poten en oren maar ook een medium lange staart. De Savannah is zowel ongewoon als mooi. De Savannah is ook buitengwoon elegante, evenwichtige kat met een opmerkelijke kleur en patroon.
ONGEWENST: Vlekken die ieder ander kleur dan zwart of zwart-bruin zijn. Een medaillon in de hals, borst, buik of ieder gebied buiten de standaard. Vertikale uitgelijnde vlekken of mackerel tabby type strepen. Kort, rond lichaam. Kleine oren.
Ondanks zijn naam is dit geen wilde katachtige, maar een recente poging van fokkers de Abessijn het aanzien te geven dat hij in de negentiende eeuw ongeveer moet hebben gehad, toen hij voor het eerst op kattenshows te zien was. Uiterlijk Een korthaar die sprekend op de moderne Abessijn lijkt, met uitzondering van de volgende kenmerken : hij heeft donkere ringen op zijn staart, donkere strepen op de poten, een donkere M-vormige aftekening op het voorhoofd en donkere halsbanden. Hij is ook iets groter dan de Abessijn. Hij lijkt meestal op een kruising tussen een Abessijn een stevige, gewone tabby huiskat. Geschiedenis In de jaren tachtig van de twintigste eeuw werden zwerfkatten van dit type in Singapore aangetroffen. Er werden een paar meegenomen naar de Verenigde Staten waar Tord Svenson uit Massachusetts ze als raskat verder heeft ontwikkeld en bekend gemaakt. Persoonlijkheid Deze kat wordt beschreven als onafhankelijk en vriendelijk.
Een kat die in 1959 voor het eerst opdook in de Verenigde Staten. Hij is één van de vijf Amerikaanse Rex-kattenrassen. De andere zijn de Ohio Rex, California Rex, Selkirk Rex en Missouri Rex. Geschiedenis In 1959 trof Mrs Stringham uit Warrenton, een bekende kattenfokster, een zwart-wit poesje met gegolfd haar aan. Dit kitten was geboren in een nest normaal behaarde kittens, uit een normaal behaarde schildpadkleurige fokpoes. Dit enige Rex-kitten werd Kinky Marcella genoemd. Ze werd de stammoeder van een nieuwe lijn Rex-katten. Uit kruisingen van deze raskat met de alom bekende, zeer populaire Cornish Rex en Devon Rex werden alleen normaal behaarde kittens geboren. Daaruit blijkt dat de Oregon Rex is gebaseerd op een eigen gen. In de biologie werd er dan ook een eigen gen-symbool aan toegekend, 'ro'. De enige overeenkomst met het gen voor de Oregon Rex is dat het, evenals de genen voor Cornish Rex en German Rex en ook Devon Rex, recessief is. Volgens een deskundige werd dit ras al in 1944 ontdekt, maar stierf het uit door gebrek aan belangstelling vanwege de Tweede Wereldoorlog.
Een recent ontdekt Amerikaans ras uit New Mexico. De Spaanse naam betekent letterlijk Blauwen Ogen. Uiterlijk Een raskat met intens blauwe ogen. De kleur van de ogen is zelfs nog dieper dan die van de Siamees. Met dit opvallende gen voor blauwe ogen wordt geen doofheid of scheelzien geassocieerd. Geschiedenis De eerste kat van dit nieuwe ras dook in 1984 in New Mexico op. Het was een schildpadkleurige poes die Cornflower of korenbloem werd genoemd. Haar diepblauwe ogen waren een spontane mutatie en toen er met haar verder werd gefokt, bleek het gen voor blauwe ogen dominant te vererven. Al haar kittens lieten dezelfde fantastische oogkleur zien. Dit blijft een zeldzaam ras. Zelfs in 1922 waren er pas tien geregistreerd.
Een Amerikaanse gevlekte raskat die het resultaat is van een bewust opgezet fokprogramma. Hij wordt soms ook California Spangle genoemd. Uiterlijk Het speciale van deze kortharige raskat is dat zijn vacht is bedekt met opvallende, afzonderlijke, ronde, zwarte vlekken. Zijn lange, goedgespierde lichaam draagt hij laag, alsof hij voortdurend op jacht is. Op een vreemde manier doet zijn lage veerkrachtige gang denken aan die van de veel grotere katachtigen. Zijn stomp eindigende staart heeft altijd een zwarte punt. Geschiedenis De Amerikaanse filmscript-schrijver Paul Casey uit Burbank in Californië bevond zich in 1971 voor zijn werk in de Olduvai-kloof in Afrika. Hij was de geschokte getuige van de uitroeiing van de Afrikaanse panters of luipaards, die indertijd plaatsvond. Thuisgekomen, besloot hij een huiskat te fokken die als herinnering zou dienen aan de schoonheid van alle gevlekte katachtigen. Hij stelde een uitgebreide blauwdruk op voor een fokprogramma dat elf generaties later in theorie de gewenste kat zou opleveren. Het basisidee was een kat met wild uiterlijk te fokken, waarbij uitsluitend gebruik zou worden gemaakt van zuivere huiskatten. De katten daarvoor werden op vier continenten persoonlijk door hem uitgezocht. Acht verschillende lijnen waren erbij betrokken, waaronder een Abessijnse huiskatten-hybride, een American Shorthair, een gevlekte zilver-tabby van Angora-type, een Brits Korthaar, een Egyptische zwerfkat, een tamme korthaar uit Maleisië, een gevlekte Manx en een traditionele Seal Point Siamese. Het project was succesvol. Met de elfde generatie verschenen de eerste echte Spangled katten zoals voorspeld. Tegen 1991 werd het ras erkend door twee Amerikaanse kattenorganisaties. Persoonlijkheid Deze katten worden vaak beschreven als expressief, goedaardig, actief, atletisch en ongewoon intelligent.
De Tiffanie is in wezen een langhaar Burmees. Deze recente raskat wordt vaak verward met de Amerikaanse Tiffany, die er oppervlakkig bekekel wel iets op lijkt. De Tiffanie was een langhaar die in de jaren tachtig als bijproduct uit fokprogramma's voor Burmilla's is komen rollen. Ooit werd hij de Asian Longhair genoemd. De naam Tiffanie werd gekozen vanwege de onjuiste veronderstelling dat hij nauw verwant zou zijn aan de Amerikaanse Tiffany. Uiterlijk Een kat met gouden ogen, een lange, zijdeachtige vacht en opvallende kraag en pluimstaart. Voor het overige heeft hij de lichaamsbouw van een Burmees. De vacht is typisch Burmeesbruin, maar hij mag tal van andere kleuren hebben. Geschiedenis Uit de fokprogramma's voor de Asian Shorthair, waarbij allerlei kleur- en patroonvariaties op de Burmees werden geproduceerd, kregen sommige fokkers ook per ongeluk langhaarkittens in hun nestjes. De eerste die daar melding van maakte was Jeanne Bryson uit Droitwich in Worchester, Engeland. De langharen werden vaak gecastreerd, maar sommige werden toch de basis van dit nieuwe ras. Kleurslagen De Tiffanie mag elke kleur en elk patroon hebben dat wordt gefokt in de groep van de Asians.
Deze kat is afkomstig uit het Sokoke-district in oostelijk Kenia in Oost-Afrika. Hij heeft een opvallend gemarmerd tabbypatroon, dat sterk aan gevlamd hout doet denken. Hoe de kat daaraan is gekomen, is niet duidelijk. Een theorie stelt dat hij een plaatselijke, spontane mutatie is van de gewone huiskat. In een andere theorie is hij een plaatselijke ondersoort van een wilde kat en in een derde theorie wordt hij gezien als een kruising tussen een Keniaanse huiskat en een wilde kat. Uiterlijk De Sokoke, ook soms Sokoke Cat of Sokoke Forest Cat genoemd, heeft een tabbypatroon dat ooit African Tabby werd genoemd, om het van andere patronen te onderscheiden. Zoals mag worden verwacht van een tropische zwerfkat, heeft de Sokoke een elegant, slank lichaam en een lange, in een punt uitlopende staart. De oogkleur is amber tot lichtgroen. Geschiedenis In 1977 werd tijdens kapwerkzaamheden aan de rand van het bos in een holte onder een dode boom een poes met een nestje kittens ontdekt. De eigenaar van het land, de kunstenares Jeni Slater, bekeek de kittens en besefte dat ze alle een ongebruikelijk patroon hadden dat ze nog nooit eerder had gezien. Ze nam een katertje en een poesje in huis, voedde ze eigenhandig op en begon er later mee te fokken. Het gemak waarmee deze diertjes tam werden, doet vermoeden dat dit in feite verwilderde huiskatten waren en geen echte wilde katten. Het is misschien belangrijk te vermelden dat geen verdere wilde exemplaren zijn gevonden sinds die eerste ontmoeting in 1977. Dat wijst op de mogelijkheid dat de Sokokes slechts beperkt waren verspreid. Waarschijnlijk zijn ze dan ook de nakomelingen van een paar ontsnapte huiskatten die zich hebben voortgeplant en op een bepaald moment een nieuw vachtpatroon te zien gaven, door een mutatie in een kleine plaatselijke populatie. Toen de Deense kattenliefhebber Gloria Moldrup een bezoek bracht aan Jeni Slater in Afrika, kreeg ze een paar Sokokes die ze meenam naar Denemarken. Daar werden ze uitgebracht op een kattenshow in Odense. Deze twee katten werden de stamouders van het ras in Europa. Persoonlijkheid Deze kat wordt doorgaans beschreven als zeer alert, nieuwsgierig, slim, vlug, lief, aanhankelijk, soms afstandelijk en extreem verknocht aan soortgenoten.
Een kat die de meeste tegenstand van alle moderne raskatten oproept. De bijna haarloze Sphynx is een recente Canadese ontdekking. Hij wordt ook wel de Canadian Hairless Cat en de Moon Cat genoemd. Sommige liefhebbers noemen hem vertederd de Wrinkle Cat en de Birthday Suit Cat. In Frankrijk staat hij ook bekend als de Chat sans Poils. Uiterlijk Een slanke, lange kat met een suède-achtige, bijna haarloze huid en een lange, dunne, en puntig eindigende staart. Hij heeft een wigvormige kop, zeer grote oren en geen snorharen. Hij voelt warm aan en wordt daarom gekscherend ook wel eens de suède-warmwaterkruik genoemd. Zijn huid moet er fluweelachtig uitzien en als mos aanvoelen. Geschiedenis Mrs. Micalwaith uit Toronto was de eigenares van een zwart-witte huiskat die Elizabeth werd genoemd. Haar poes wierp op 31 januari 1966 een haarloos katertje, dat de naam Prune kreeg. Een jonge student hoorde van het vreemde gebeuren. Zijn moeder, Mrs. Yania Bawa, fokte Siamezen en samen kochten ze het haarloze kitten en zijn moeder. Toen het katertje volwassen was, dekte hij zijn moeder en zo ontstonden er nog meer haarloze kittens. Er werd een serieus fokprogramma opgezet, waarbij een gecompliceerde serie kruisingen met American Shorthair-poezen met haarloze katers was gepland. Als naam voor de haarloze nakomelingen werd gekozen voor Sphinx, wat later in Sphynx werd veranderd. Besloten werd om deze kat verder te fokken en om raserkenning aan te vragen. Kampioenschapsstatus werd in 1971 verleend, maar de belangstelling kwam niet echt op gang. Het kwam zelfs zo ver dat de kampioenschapsstatus weer werd ingetrokken, waardoor deze kat gevaar liep om te verdwijnen. Er werden echter een paar van deze katten naar Europa geëxporteerd, waar de Sphynx nieuwe liefhebbers vond. Fokprogramma's werden zowel in Frankrijk als in Nederland opgezet en de 'naakte kat' bereikte uiteindelijk ook Groot-Brittannië. Maar tot op heden is het nog een zeldzaam ras, ook al lijkt hij een vaste kring van bewonderaars te hebben gevonden, die gestaag groter wordt. In de vroege jaren negentig verleende TICA de Sphynx kampioenschapsstatus. Persoonlijkheid Zoals iedereen zal bevestigen die deze kat in levende lijve heeft ontmoet, wordt zijn bizarre uiterlijk meer dan goedgemaakt door zijn gevoeligheid en zijn lieve aard. Hij is sociaal en aanhankelijk. Kleurslagen Alle kleuren zijn toegestaan.
Een recent Amerikaans kortharig kattenras met witte voeten, vandaar de benaming snowshoe, dat is ontstaan uit de kruising tussen een Siamees en een American Shorthair Bi-Color. Uiterlijk Het lichaam van deze kat houdt het midden tussen de gestalte van de lange, slanke Siamees en de korte, gedrongen American Shorthair; een evenwichtig en elegant compromis. De sleutel van zijn succes ligt echter in de combinatie van twee contrasterende kleurpatronen, de points van de Siamees en de witte vlekken van de Bi-Colour American Shorthair. Bij een goedgetekende kat komt het patroon tot uiting als een typische Siamese aftekening met donkere extremiteiten, maar met contrasterende witte vlekken op het gezicht en op de voeten. Het ideaal is dat de witte vlekken symmetrisch zijn afgetekend op de overigens donkere points. De Engelse kattenfokster Pat Turner, somt de perfecte aftekening van de Snowshoe als volgt op : het patroon dat de voorkeur verdient heeft wit tot aan de polsen van de voorvoeten, wit tot aan de sprongen van de achtervoeten en een omgekeerd V-vormige witte bles op de snuit. Geschiedenis Net als enige andere recente rassen begon de Snowshoe als een 'foutje'. In nesten Siamezen duiken af en toe kittens op die een wit vlekje, meestal op een voet of op de staartpunt, vertonen. Deze katten worden door verstandige fokkers altijd uitgesloten van de fokkerij. Maar in de jaren zestig besloot een Amerikaanse Siamezen-fokster, Dorothy Hinds-Daugherty uit Philadelphia, een paar van deze katten aan te houden om er een nieuw ras uit te fokken. De meeste Siamezen-fokkers waren hier sterk tegen gekant, en een tijd lang zag het eruit alsof de Snowshoe een non-starter zou blijken te zijn. Een fokster, Vikki Olander, hield echter vol en stelde de eerste rasstandaard voor de Snowshoe op. In 1977 stond ze bijna alleen voor de promotie van de nieuwe raskat, die op de grens van het fiasco balanceerde, totdat een andere belangstellende fokker, Jim Hoffman uit Ohio, contact met haar zocht. Samen startten ze een serieuze campagne om de Snowshoe te ondersteunen en te ontwikkelen. In het midden van de jaren tachtig was het zover en werd kampioenschapsstatus toegekend. Persoonlijkheid Deze katten worden vaak beschreven als zacht, lief, aanhankelijk, rustig, meegaand, nieuwsgierig, onverstoorbaar en opgewekt. Kleurslagen De witte snuit en voeten zijn te combineren met elke Siamese aftekening, sommige organisaties erkennen echter alleen Seal and White Point en Blue and White Point.
Een experimenteel ras dat in de jaren tachtig in Engeland werd gecreëerd. Eigenlijk een mooie naam voor de Siamees of Balinees Bi-colour. Uiterlijk Oosters van bouw, met een slank, elegant lichaam, lange hals en wigvormig hoofd met grote oren. De vacht is wit met gekleurde vlekken. Seychellois kunnen zowel lang- als kortharig zijn, hun ogen zijn blauw. De witte tekening komt in diverse patronen voor, onder andere : Seychellois Septième : wit, met een gekleurde staart en grote gekleurde vlekken op kop, lichaam en poten. Seychellois Huitième : wit, met een gekleurde staart en kleine gekleurde vlekken op kop en poten. Seychellois Neuvième : bijna geheel wit, met een gekleurde staart en slechts kleine gekleurde vlekken op de kop. Geschiedenis Een reportage over de Seychellen vormde de inspiratie voor dit ras. De Britse fokster Pat Turner nam zich voor om het vachtpatroon te gaan fokken van de katten van de Seychellen. Dat bestond uit een bijna witte kat met kleine gekleurde vlekken en een geheel gekleurde staart (eigenlijk het Van-patroon). Zij startte haar project in 1984, samen met een andere fokster, Julie Smith. Als uitgangsmateriaal kozen ze twee Perzische poezen, schildpadkleurig met wit, en twee Siamese katers. De nakomelingen werd teruggepaard aan Siamezen en Oosters Kortharen. Bij elke generatie kwam het Seychellen-patroon versterkt te voorschijn. De eerste volledige geslaagde Seychellois in het programma waren Félicité, Victoria, Amirante en Thérèse en de eerste twee werden geshowd bij de introductie van het ras op een kattenshow in 1988. Het waren de eerste katten die onder hun nieuwe naam uitkwamen. In 1989 werd de Seychellois Cat Society opgericht en was de toekomst van het ras verzekerd. Persoonlijkheid Deze katten worden vaak beschreven als atletisch, warhoofdig, veeleisend en extravert.