Graham Gill was afgelopen zomer al voor de tweede keer te horen in de Kortrijkse ether. Nadat hij in 2013 gastprogrammas maakte voor Radio 19 tijdens het Caroline-Atlantis evenement, was hij dit keer van de partij, weliswaar opgenomen, tijdens de London FM memorial. En dat op zn 81ste.
De man begon zijn radioloopbaan bij de Australische zenders 3UZ, 3KZ en 2RG. Toen hij naar Europa kwam ging hij werken voor de zeezenders Radio London (mei 1966), Britain Radio, Radio England en Radio 390. In jaren zeventig verhuisde hij naar Radio Caroline en Radio Noordzee Internationaal. Na augustus 1974 ging hij werken voor Radio Nederland Wereldomroep.
Gill werd op 14 juli geïnterviewd door Wim van de Water in Veronica's Zeedijk studio in Museum RockArt, Hoek van Holland. Vragen en antwoorden zijn nu voor iedereen beschikbaar.
TIP VOOR DONKERE DAGEN: DE GESCHIEDENIS VAN RADIO DELMARE
- De erfenis van Jan Kat is eindelijk helemaal afgewerkt
Je bent geïnteresseerd in radio, je valt voor het fenomeen zeezenders? En je heb tijdens deze sombere dagen echt niet veel zin om wat anders te doen? Dan kan je van de nood een deugd maken. Fiets even door de markante geschiedenis van Radio Delmare, een zeezender die vooral is blijven steken in veel goede bedoelingen. Verhalen en anekdotes die niet hadden misstaan in een spannend jongensboek, ware het niet dat ze echt plaatsvonden.
Radio Delmare heeft van 1977 tot 1982 geprobeerd om vanaf diverse schepen voor de Nederlandse kust radio uitzendingen te verzorgen. Oud Radio Delmare medewerker Jan Kat (John Anderson) begon in 2005 om de geschiedenis van het station op zijn weblog te publiceren. Met daarbij honderden unieke foto's uit deze merkwaardige geschiedenis. Jan Kat overleed in november 2012. Daarna werd zijn weblog offline gehaald. Daardoor was de geschiedenis van dit zeezenderproject niet meer te zien.
Tot Vincent Schriel en Leendert Vingerling er hun sterke schouders onder zetten. Vanaf half maart hebben ze ruim tweehonderd uur gewerkt om alle teksten en foto's van de oorspronkelijke Radio Delmare geschiedenis van Jan Kat weer bij elkaar te zoeken. Walter Galle, Jan Paparazzi en Frans Schuurbiers hebben hen geholpen om de laatste ontbrekende foto's aan te leveren.
De volledige geschiedenis van Radio Delmare, zoals deze vanaf 2005 werd geschreven door Jan Kat, is weer online. Met alle historische foto's uit deze opmerkelijke periode. Leendert Vingerling, destijds ook medewerker van Radio Delmare, schreef er een mooi voorwoord bij.
OOK OM NIET NAAR DE RADIO TE LUISTEREN MOEST JE BETALEN
- De geschiedenis van de radio- en televisie taksen
Zullen we het eens hebben over de radiotaks? Ja? OK dan! Je moet al een flinke twintiger zijn en een goed geheugen hebben om je te herinneren dat er in Vlaanderen een belasting moest worden betaald op het bezitten van een radiotoestel. Lange tijd diende je zelfs voor iéder apparaat een bedrag ophoesten, later werd dat een algemene, jaarlijkse taks. Voor het bezit van een autoradio moest je apart betalen.
Kocht je een nieuw toestel bij een handelaar, dan kwam daar het nodig papierwerk aan te pas. De verkoper was wettelijk verplicht om jouw naam en adres door te spelen aan de belastingdiensten. Er onderuit komen was moeilijk, behalve als je een toestel in het buitenland kocht en de grens oversmokkelde. Dan was het enkel nog uitkijken dat de controledienst niet bij je langskwam. En dat gebeurde. Het Vlaams Gewest zette de aanslagvoet op nul in 2001 onder impuls van de sp.a-politicus Steve Stevaert. Dat gold zowel voor radio als voor televisie. Met wat vertraging volgden ook de negentien gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Vanaf 2018 zou de belasting ook in Wallonië worden afgeschaft.
SNEL STIJGENDE TAKS
Een radiotoestel hebben was honderd jaar geleden pure luxe. Het ding oogde indrukwekkend en lokte talrijke kijklustigen. Nieuwsgierigheid alom die de Minister van PTT op 19 oktober 1908 deed beslissen om een belasting te heffen. Over de exacte som geraakte men het echter niet eens, maar de naweeën van de Eerste Wereldoorlog en de vrees dat het nieuwe medium de veiligheid van het land op de helling zou zetten, zorgde op 7 augustus 1920 voor een Koninklijk besluit dat de 26 (!) toenmalige bezitters van een radio-ontvanger verplichtte om jaarlijks twintig frank te betalen.
De wet zou slechts tot 30 juni 1930 gelden want er werd volop aan andere regelingen gewerkt. PTT-minister Maurice August Lippens diende drie wetsontwerpen over de omroep bij de Kamer van Volksvertegenwoordigers in. Één daarvan hield de verhoging van de belastingen op radiotoestellen tot negentig frank in. Een té hoog bedrag oordeelden de parlementsleden die het op zestig frank hielden. Er volgde een flinke reeks discussies om tot een algemeen akkoord te komen. Het was inmiddels 30 juni 1930 geworden en België telde 77.000 bezitters van een radiotoestel.
WERELDOORLOG II
Tijdens het wereldconflict bleef de nationale omroep NIR functioneren. De programmas werden immers door middel van staatstoelagen door de bezetter gefinancierd. Op 16 oktober 1943 deed een nieuw begrip zijn intrede: het Kijk- en Luistergeld. Na de oorlog keek men anders aan tegen diverse media. De radio groeide uit tot een algemeen aanvaard iets en op 1 januari 1947 maakte de Belgische regering daarvan gebruik om de radiotaks tot 144 Frank op te drijven. En er waren voortekenen dat het daar niet bij zou blijven....
RADIO EN TELEVISIE
De jaren 50 stonden symbool voor de vooruitgang. De televisie werd geïntroduceerd. De wetgever kon niet achter blijven en vanaf 1 januari 1958 betaalden tv-eigenaars 840 frank taks. Begin 1972 werd een onderscheid gemaakt tussen kleuren-tv en zwartwit-kijkers. De prijzen van het Kijk- en Luistergeld volgden vanaf dan de index en op 31 december 2001 kostte het bezit van een autoradio 1152 frank, een zwartwit-tv 5496 frank en een kleurentelevisie 7872.
REGIONALISERING EN AFSCHAFFING
Eind jaren 80 werd de belasting op radios bijgestuurd: enkel voor een toestel in de auto moest nog betaald worden. Niet elke Belg betaalde echter braaf aan vadertje staat. Volgens een studie van MERS in 1996 zou de schatkist meer dan twintig miljoen euro aan Kijk- en Luistergeld misgelopen hebben. Meer en meer stemmen gingen op om die belasting af te schaffen en na de regionalisering van het Kijk- en Luistergeld via de Lambermont-akkoorden, besliste de Vlaamse Regering in 2002 om dat soort belastingen niet meer te heffen. Wallonië zou volgen op 1 oktober 2008, maar enkel wat radio betreft.
- Regeling in het mediadecreet en uitvoeringsbesluiten
Het bericht van gisteren waarin we enigszins suggestief de vraag stelden of de VRT wel de nodige licenties heeft voor haar radio-uitzendingen?, zorgde voor extra verkeer bij RadioVisie Retro. Op het moment dat we deze tegels schrijven, staat de teller op 3000 personen die dit bericht zagen. Het laat op zn minst zien dat het onderwerp leeft, gevolgd wordt en dat er een kritische benadering is. Niet onlogisch na bijna vier decennia van, euh vele maten en weinig gewichten. Althans niet in het voordeel van de nieuwkomers in radioland.
Maar hoe zit het nu met die vergunningen voor de publieke omroep? De Minister van Media Sven Gatz (Open VLD) liet in een boodschap op het gedeelde bericht van Geert Van Gaver weten de regels die de VRT en de commerciële zenders moeten respecteren zijn bepaald in het mediadecreet en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsbesluiten. Zo regelt het besluit van 9 maart 2007 de ter beschikking stelling van de nodige frequenties aan de openbare omroep in de Vlaamse Gemeenschap, zijnde VRT.
Kort en krachtig (?). Afijn, voor zij die de moed hebben om enkele bladzijden uit het Staatsblad te doorploegen, zet ik er de link bij. Maar als er mensen in de zaal zitten met enige juridische kennis, dan kunnen zij ongetwijfeld adviseren of dit als antwoord al dan niet voldoende is.
* Klik op onderstaande url om naar het Staatsblad te gaan.
Lex Harding maakte vijftig jaar geleden zijn eerste radioprogramma en dat wordt gevierd met het in november te verschijnen boek Lexjooo. Hierin blikt de omroeppionier aan de hand van 78 onvergetelijke songs terug op zijn indrukwekkende carrière. Harding debuteerde in 1967 bij de zeezender Radio Dolfijn. Eenmaal aangemonsterd bij Radio Veronica in oktober van datzelfde jaar werd hij één van Nederlands populairste diskjockeys, met veelbeluisterde programmas als de Lex Harding Show, de Top 40 en natuurlijk het legendarische Lexjo.
In het gelijknamige boek (inclusief vier cds met daarop de 78 tracks) beschrijft Harding zijn favoriete songs, waarmee hij de lezer vanaf het stormachtige begin op de Noordzee langs hoogtepunten uit zijn radio- en televisieavonturen voert, opgetekend door popjournalist Tjerk Lammers. Hij vertelt over ontmoetingen met de grote popsterren, zijn avonturen als dj en zijn wederwaardigheden als grensverleggende mediaman aan de hand van songs als (Sittin On) The Dock Of The Bay (Otis Redding), Moondance (Van Morrison), Hurricane (Bob Dylan), Samba Pa Ti (Santana), Steppin Out (Joe Jackson), Child In Time (Deep Purple), Space Oddity (David Bowie), I Will Follow (U2), Im Not In Love (10CC) en A Boy Named Sue (Johnny Cash).
Lexjooo is een boek vol nostalgie en emotionele herinneringen uit een carrière waarin popmuziek de hoofdrol speelde.
Je kan het op de bus zien, WKY is een radiostation met als basis Oklahoma City, Oklahoma, Verenigde Staten. De studios bevinden zich in Northwest Oklahoma City, de zender en de zendtoren zijn gesitueerd in E. Britton Road. Het is het oudste radiostation van de stad. Die AM-mast is trouwens de hoogste in van de staat. Er wordt uitgezonden op 930 kHz. Overdag met een vermogen van 5000 Watt, s nacht wordt dit teruggebracht tot 510 Watt.
Slechts 27 zenders in de hele Verenigde Staten zijn ouder. En voor wie van dit soort cijfers houdt, WKY is het derde oudste radiostation ten westen van de Mississippi rivier is. Slechts vooraf gegaan door WEW in St. Louis en KGU in Honolulu.
Er werd sinds de start op 16 maart nogal eens van format gewisseld. Top-40, Oldies, Country, Adult Contemporary, Easy Listening, Christian, Hot Talk, News-Talk en Regional Hispanic (toen er werd samengewerkt met zusterstation KINB), en sports talk.
RadioVisie had een slogan Geen frequentie, wel een mening. Dat probeerden we waar te maken door informatie te brengen die niet tot nauwelijks in de traditionele media verscheen, door een forum te bieden aan personen die elders niet gehoord werden en door af en toe een deksel op te tillen dat door niemand anders werd gelicht. Dat konden we vooral doen door de steun van derden. Af en toe waren we een heel klein beetje wikileaks nog voor het fenomeen zn intrede deed.
Die reputatie leeft nog steeds. Zo kreeg ik gisteren een bijzonder merkwaardig document toegespeeld waarbij de nodige vragen kunnen worden gesteld. Inpikkend op de woorden van Minister van Media Sven Gatz tijdens één van de hoorzittingen in de Commissie Media: Sommigen uit de sector maken er een hobby van om openbaarheid te vragen van allerlei gegevens, voegde Jan Van Laer de daad bij het woord.
Hij verzocht de documenten openbaar te maken in verband met de stralingsdiagrammen van de VRT-radiozenders. Daar waar die gegevens in Nederland terug te vinden zijn op de website van Agentschap Telecom, zijn die van de Vlaamse publieke omroep niét openbaar. Hij kreeg de gegevens niet zomaar. Uiteindelijk wint de aanhouder, die wet op de openbaarheid is immers niet zomaar een vodje papier.
Verrassend zijn de resultaten zeker te noemen. Ik breng het antwoord van de Vlaamse overheid - Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie afdeling openbaarheid van bestuur, graag nog iets meer in de openbaarheid. Op verzoek van de heer Van Laer zelf. Vooral omdat er enkele merkwaardige zaken in terug te vinden zijn.
De belangrijkste conclusie die kan worden getrokken is dat de VRT blijkbaar voor haar zenders géén vergunningen, géén opgelegde antenne-hoogtes en géén antenne-diagrammen heeft. Wordt daar dan niet op gecontroleerd? Even terug in de tijd. Ooit was er het fameuze rapport over de dubbele dekking van de VRT. Daarvoor was het onmogelijk om te controleren of de publieke omroep conform haar vergunningen uitzond. Er bestaan immers geen normen die daarvoor afgesproken zijn. Je kunt dus niet weten of ze hun zendmogelijkheden optimaal benutten.
In Nederland kwamen publieke en commerciële omroep samen tot een akkoord waarin wel degelijk toegegeven werd dat de openbare omroep in Nederland frequenties dubbel gebruikte. Waarna er in complete harmonie een einde werd gemaakt aan de situatie. Moeten we ons dan niet afvragen waarom dit in Vlaanderen niet mogelijk is? Maar er is niet enkel de VRT, waarom beschikt Qmusic over twee frequenties voor centrum Antwerpen?
Duidelijk is in elk geval wel dat men wat lastig begint te worden bij de administratie. Je moet het maar durven. Een samenzweringstheorie gebracht door de Vlaamse overheid. Gebaseerd op vermoedens die op geen enkele manier onderbouwd zijn. In een officieel stuk wordt zonder omwegen gesteld dat Jan Van Laer bij SBS werkt, iets wat door hemzelf ten stelligste wordt tegengesproken. Hij werkt niét bij SBS en ook niét bij Mediahuis. Waarom wordt men zo zenuwachtig?
Wordt vermoedelijk vervolgd.
* Een betere kwaliteit, een hogere resolutie, van deze documenten vind je op de url, onderaan deze scans.
In een oude fotomap vond ik zopas deze opnames, waar ik niet meer alle details van ken. Wat opvallender is, een speurtocht bij Google leverde geen bijkomende informatie op. Terwijl dit toch uitgebreid in de pers was. Je ziet een zendmast van RTL nadat ze werd geraakt door een straaljager van het Belgische leger. Net na het ongeluk kwam een bevriend koppel, dat op reis was door het Groot Hertogdom, op de plek voorbij en maakte deze fotos.
Ik ging ervan uit dat extra informatie makkelijk zou terug te vinden tussen de eindeloze brij berichten op het wereldwijd web, maar dat is dus niet het geval. Toch lijkt mij geen alledaags voorval, bijgevolg is het vreemd dat daarover geen uitgebreidere berichtgeving (meer) blijkt te bestaan. Wie een beter geheugen, mag zich zeker aanbieden.
Zaterdag jongstleden kwam oud RadioVisie-collega Ron Schultz nog eens langs. Helemaal uit Rotterdam. We waren elkaar een tijdlang uit het oog verloren, maar Facebook zette ons opnieuw bij elkaar in een Brugs restaurant. Er werden tal van herinneringen uitgewisseld. En er werd een heuse boom opgezet over het verschil tussen de radio-aanpak in Nederland en Vlaanderen, waarbij we tot een verrassende vaststelling kwamen. Maar we werden het wel roerend eens met elkaar.
Een paar decennia geleden luisterden veel, heel veel Vlamingen naar de Nederlandse zeezenders, of naar de Vlaamse collega-stations Atlantis en Mi Amigo, waar tal van Nederlanders werkten. Om nog maar te zwijgen over de schare Vlaamse fans die afstemden op Hilversum 3. Bij gebrek aan muziekzenders in Vlaanderen waren er ook geen muziekbladen. Enkel Juke Box was min of meer overeind gebleven. In de slipstream van de Nederlandse top 4O-stations volgden bladen als Muziek Express, Muziek Parade, Muziekkrant Oor, Hitkrant Ook de Nederlandse televisie koloniseerde Vlaanderen.
Als je bij de hond slaapt, krijg je zijn vlooien. Dat werd helemaal duidelijk toen de vrije radiostations overal in Vlaanderen de kop opstaken. Omdat de bovenburen nu eenmaal lichtjaren voorsprong hadden opgebouwd bij dat medium, doken ze dan ook in grote getale op bij de Vlaamse zenders. Het Nederlandse accent deed immers terugdenken aan de hoogdagen van de zeezenders. Dat gaf een vertrouwd gevoel. Tot ergens midden jaren 80 maakten weinig Vlamingen een punt van de Hollandse invasie.
Toch kwam de kentering nog verrassend snel. Met enige vorm voor overdrijving kan ik stellen dat Vlaanderen het Hollandse koloniale juk afwierp. De Vlaamse vrije zenders leerden snel en ontdekten dat de binding met de luisteraars beter kon met de inzet van eigen mensen. De voorbije drie decennia ontstond er een eigen radiocultuur. Een duidelijke. Met significante verschillen.
In Vlaanderen werken er presentatoren bij de radio, in Nederland zijn het djs. Tenminste toch bij die zenders die een muziekformaat hanteren. Het verschil zit al in dat ene woord; presenteren. De dikke Vandale legt het als volgt uit: presenteren heeft iets deftigs, er worden onderdelen aan elkaar gepraat, men biedt informatie aan. Als je het zo bekijkt dat neigt dat inderdaad een beetje naar saai, eentonig, vlak. Nederlanders presenteren niet, maar animeren en entertainen de luisteraars. Vlamingen zijn beleefder, stelt Ron. Dat hoor je op ook op de radio. Nederlanders zijn rechter voor de raap.
Om het met een voorbeeld duidelijk te maken; De muziek vind ik op veel Vlaamse stations beter, wegens ruimer. In Nederland kent men maar vijf artiesten. Toch luister ik liever een paar keer per uur naar een zichzelf herhalende zangeres die levensmoe lijkt, dan naar goede muziek met een saaie dj. Het valt me ook op in de nieuwsprogrammas van Radio 1 (VRT). Iemand die geïnterviewd wordt, al dan niet via de telefoon, hoeft niet drie keer in gesprek bedankt te worden. Dat haalt de vaart eruit. Iets minder lief zijn, levert vaak interessante programmas op. Veel Vlamingen geven me op dat punt gelijk, maar misschien zijn ze gewoon beleefd? Touché!
Hoe ik er zelf over denk? Moeilijke vraag. Ik heb steeds grensoverschrijdend gewerkt. Ik heb Nederlandse en Vlaamse mentors gehad. Ik heb in beide landen goede vrienden. Het feit dat we eenzelfde taal spreken, heb ik steeds als aan pluspunt ervaren om mensen beter te leren kennen. En ik ben alles wat een nationalist niet is. Dat helpt ook. Maar inderdaad, het gaat om twee verschillende culturen. Of toch niet helemaal? Als je in Zeeuws-Vlaanderen, Noord-Brabant of Limburg terechtkomt, dan blijken Nederlanders soms verdacht veel op hun Vlaamse buren te lijken.
Ook de minzame welwillendheid voor Vlamingen in de Amsterdamse grachtengordel is niet noodzakelijk exemplarisch voor de rest van Nederland. Boven de Moerdijk denkt men trouwens heel vaak dat hun landgenoten uit het zuiden eigenlijk uit Vlaanderen komen. Van één zaak ben ik wel heel zeker, ik begrijp de Nederlandse radiomakers steeds minder goed. Hun woordenschat staat bol van vernederlandst tot compleet Engels. En zelfs al worden er hele Nederlandse zinnen gebruikt, dan nog is de verstaanbaarheid vaak een ramp wegens het gebruikte accent.
Lang gelden was Joost den Draaijer de enige Nederlandse radiomaker die ik niet of nauwelijks begreep, tegenwoordig zijn het er veel meer. Waar zijn de Frits Spitsen, de Jan van Veenen, de Felix Meurders, de Ferry Maats en de Stan Haags gebleven? Klopt beaamt Ron. Je hoort nu vooral een Gooise tongval. In het Gooi zitten de media geconcentreerd. Daar is het begonnen en heeft het zich verspreid. Maar ook in Vlaanderen worden we geteisterd door het verkavelingsvlaams. Gelukkig hoor je dit minder op de radio. TV-presentatoren komen er mee weg. Zet één van hen achter een radiomicrofoon dan wordt dat soort foute taalgebruik niét meer gepikt.
Kijk en daarin onderscheiden beide media van elkaar, alweer.
Gisteren was het precies drie maand geleden dat ik mijn opwachting maakte in de bizarre wereld van de sociale media. Het begon toen steeds meer vrienden Messenger boven email gingen verkiezen, waardoor het contact met hen moeilijker werd. Van het één kwam het ander. Messenger was eerst, FaceBook volgde. Er bestond nog een account uit de RadioVisie-periode. Zelfs na meer dan drie jaar inactiviteit was dat binnen de paar seconden weer operationeel. Het klopt; internet vergeet niet, niks en nooit. Het is en blijft een vreemd gevoel. Uiteraard raad je het vervolg. Twitter en Instagram maakten al snel een klavertje vier van mijn activiteiten binnen de sociale media.
Zette ik op 21 juli zomaar een foto op mijn FB-pagina, zonder dat ik ook maar enig idee had waar ik naartoe wilde, dan kijk ik een kwartaal later terug op een bijzonder vreemd parcours. Al na een paar dagen en enkele berichten was de respons groot. Zonder dat ik het eigenlijk zelf besefte werd ik meegesleurd in de stroom reacties, suggesties en goede raad allerhande. Het leidde tot een vreemd soort comeback van RadioVisie. Ik sta er bij en kijk er naar. Raar Meegesleurd in de vaart der volkeren, om een citaat van Lodewijk van Deyssel te recycleren.
Aan hulp en suggesties ontbreekt het niet. Ik krijg continu tips via Messenger, ik hang uren aan de lultoeter en de bestanden die via WeTransfer verstuurd worden, zijn nauwelijks nog te tellen. Dat is dan weer het leuke aan het sociale media-verhaal, het werkt allemaal zo makkelijk, het is zo eenvoudig. Het zet aan tot actie, tot reactie, tot initiatief. De spontane verbeteringen en aanvullingen in woord, beeld en geluid, toegevoegd door volgers aan mijn schrijfsels, geven een extra dimensie. De kracht van dit medium.
Tegelijk ben en blijf ik sceptisch tegenover de machtsconcentratie van deze online platformen. Hun hele hebben en houwen is in handen van slechts enkele, meestal Amerikaanse bedrijven. Mijn aangeboren scepticisme tegenover macht en de beperking van vrijheid vaart daar niet goed bij. Privacy problemen, de wijze waarop marketeers op Facebook de gunsten van mijn vriendschap proberen te verkrijgen en de rol die het medium speelt in het leven van personen die het minder goed menen. Maar daar wil ik nu niet verder over uitweiden. Wel over de start van .
HET NIEUWE RADIOVISIE RETRO
Sinds gisteren is ook de bedrijfspagina RadioVisie Retro actief. Op zich is het onderscheid met de gewone Facebook-profielen enkel belangrijk voor de mensen achter de activiteit, niet zozeer voor de bezoekers, volgers, lezers, fans Momenteel is er naar inhoud toe, voorlopig, niet zo heel veel verschil met mijn persoonlijk FB-pagina. Op termijn gebeurt dat wel, maar uiteraard word je daarvan op de hoogte gehouden.
Sinds 4 september is ook deze RadioVisie-blog actief. Ook hier vind je grotendeels dezelfde inhoud terug als op beide Facebook-pagina's. Deze blog is uiteraard bedoeld voor mensen die FaceBook nog steeds afzweren. Nogal wat radiofans hadden vernomen dat we terug zijn (al is dat eigenlijk niet zo) en vroegen om hen niet te vergeten. Ik ben opgevoed met de slogan Men vraagt en wij draaien. Dan begrijp je het verder wel. Het gaat om een vrij eenvoudig concept; tekst en fotos, een zeldzame link naar YouTube. Omdat alle begin moeilijk is. Binnen afzienbare tijd wordt de blog gemigreerd naar Wordpress, waar er meer mogelijkheden zijn.
DE ENE RADIOVISIE IS NIET DE ANDERE
Onlangs werd ik geattendeerd op het bestaan van radiovisie.info. Daar hebben noch ikzelf, noch iemand die ooit voor RadioVisie werkte iets mee te maken. Het gaat om een forum dat beheerd wordt door iemand die zich Master Magic noemt. Gestart in 2014, kort nadat de RadioVisie.eu redactioneel ophield te bestaan, maar wel online bleef (tot op vandaag). Met andere woorden het forum gebruikt de naam RadioVisie onterecht.
Niet netjes. Ik heb op diverse manieren contact gezocht, maar er komt geen reactie. Alweer niet netjes. Ik wilde dit maar even meegeven om verwarring uit te sluiten. Voor je het weet worden verkeerde conclusies getrokken. Afijn, mocht iemand Master Magic kennen, vraag hem dan eens op te houden met het spelen van verstoppertje en contact met mij op te nemen. Merçi hé!
Herinner je je de tijd voor het internet er was, voor satelliet- en kabeltelevisie? Je wereldbeeld was een stuk beperkter. Tijdschriften, stripverhalen, de bioscoop en als je geluk had en in de grensgebieden woonde, was er ook buitenlandse televisie. Het waren zowat de enige middelen om je een beeld te vormen hoe het er élders uitzag en het er aan toeging. De bioscoop ging een stuk verder. Maar telkens bleef je beperkt tot wat anderen voor jou selecteerden. Radio ging een stuk verder, al moest je je verbeelding gebruiken om er iets bij te zien.
Radiosignalen, afhankelijk van de omroepband uiteraard, gingen ver over de landsgrenzen heen. Radio liet je andere landen, volkeren, culturen en ideeën ontdekken. Radio was een middel om te reizen, in gedachten. Radio was het bindmiddel bij uitstek tussen mensen waar ze ook woonden. Zo beleefde ik het toch. Ik heb eerder verteld over mijn DX-avonturen en hoe ik mensen overal vandaan leerde kennen en onmoette. Radio werd door veel landen ook als gevaarlijk beschouwd. Stations als The Voice of America en Radio Liberty werden ingezet als Westers propagandamiddel naar het Oostblok toe. Radio Moskou en Radio Peking deden het omgekeerde. Radiosignalen werden gestoord om hele bevolkingsgroepen de toegang tot andere opvattingen te ontzeggen. Of het werd ingezet om propagandamiddel. De Nazis deden het voor het eerst.
Het medium was lange tijd mijn ultieme oor en oog op de wijde wereld. Dat was de achterliggende gedachte toen ik Joey vroeg om deze cover voor RadioVisie te ontwerpen. Van alle rassen zie je iemand die naar de radio luistert, samen verenigd op één grote wereldbol. In al zn naïviteit kan één tekening soms zoveel meer vertellen. Zoveel hoop uitstralen. Ik vraag me af of we veertig jaar later ook maar één kHz zijn opgeschoten? Ondanks de satelliet- en kabeltelevisie, ondanks het internet. Wat eerst een zegen leek te worden, kan net zo goed het tegenovergestelde zijn Alweer afhankelijk van hoe onze leiders de media omarmen of vervloeken. Maar dit keer heb je wel de keuze om zelf op zoek te gaan. Om je vergelijken, om je niet met een kluitje in het riet te laten sturen. Deze keuze is individueel.
'Manneke Pop', prominent op zaterdag in beeld en geluid!, op deze FaceBook-pagina. In de tweede helft van de jaren 2000 was Peter Vandam ook vaste columnist bij RadioVisie. Hij schreef wekelijks over een aparte plaat, meestal een hit, waar een persoonlijk verhaal aan vastzat. Vaak grappig, soms hilarisch, af en toe ongelofelijk, zeker altijd boeiend. Nog steeds. Niet enkel om te lezen maar ook om naar... te luisteren. Deze aflevering werd gepubliceerd op 6 juli 2008.
VOOR RADIO 2 NAAR JAMAICA
Voor Radio 2 heb ik behoorlijk wat reisreportages mogen maken. Dat begon bij de grotten van Han en de waterval van Coo maar langzaam maar zeker mocht ik verder weg. Zo kreeg ik de kans om naar het zonnige Jamaica te gaan voor een reisreportage voor het programma Koffers en Co, een naam die ze bij de VRT nog steeds gebruiken, van originaliteit gesproken.
Voor je zon reisprogramma gaat opnemen moet je je wel verdiepen in het land waar je heen gaat. Je hebt per slot van rekening niet elke dag de gelegenheid om even naar Montego bay of Kingston Town te gaan om snel nog iets extras op te nemen. Natuurlijk ontkom je in Jamaica niet aan de reggae-cultuur, de kruidensigaret de rum en de muziek. Met name die muziek brengt ons bij dit vinylmoment. Om een idee te krijgen van de actuele songs trok ik naar een kleine platenzaak in Montego Bay.
En zowaar ze hadden er een actuele hitparade die zelfs werd uitgezonden. Iedere vrijdag door het leukste radiostation ter wereld: Irie FM. Kortom, de daaropvolgende vrijdag zat ik aan de radio gekluisterd en luisterde ik naar de Top 40. Ik kruiste de nummers aan die ik mee wou nemen naar huis.
Tijdens mijn verblijf had ik al wat mensen op het eiland leren kennen. Toen ik hen vertelde van mijn plan om een twintigtal singeltjes mee naar huis te nemen kreeg ik de raad meer dan één exemplaar van iedere hit te kopen. Want wat bleek: bij één op twee singles zat in Jamaica het gat gewoon niet in het midden Wat niet wegnam dat er dikke hits gescoord werden. Toen ging het om Murder she wrote van Chaka Demus & Pliers. Toen ik een half jaar later voor de tweede keer op het eiland was, stond het nummer nog steeds op nummer 1. Maar ook dat is ginder niet abnormaal!
Take it easy man and stay cool
* Om de clip te bekijken, klik op onderstaande link.
Twintig oktober 1978 viel eveneens op een vrijdag. Het werd een historische dag in de radiowereld, de allerlaatste dag van Radio Mi Amigo vanaf de MV Mi Amigo. Niet gepland, maar het gevolg van een kapotte generator. En ook niet zomaar een 'panne' maar wel een gevolg van jarenlang mismanagement, slordig onderhoud en amateurisme bij de organisatie. Voor een deel het gevolg van de geboren nonchalance van Ronan O'Rahilly, de Ierse 'eigenaar' van het zendschip...
HERSTELLINGEN NOODZAKELIJK
Sinds de spectaculaire ontsnapping uit de Amsterdamse haven tijdens de eindejaarsdagen van 1972 verkeerde de MV Mi Amigo al in een erbarmelijke staat. De stormen in de monding van de Theems waren een geseling voor de romp waardoor het aantal gaten onrustwekkend toenam. De bemanning moest toveren om het schip drijvende te houden.
Aan land bereikte de verstandhouding tussen scheepseigenaar Ronan O'Rahilly en Radio Mi Amigo-baas Sylvain Tack een pijnlijk dieptepunt. Vooral de weigering van de Ier om de nodige onderhoudswerken uit te voeren werd een onoverkomelijke hindernis. Een laatste poging, in Parijs, om de kibbelende partijen te verzoenen, flopte waardoor op 31 juli 1978 het gevreesde verdict viel. Radio Mi Amigo ging stoppen.
RELIGIEUZE KANDIDATEN
Met het wegvallen van de vitale, Vlaamse financiële inbreng, namen de geruchten over potentiële overnemers toe. De Amerikaanse sekte 'Plain Truth' ontvouwde het plan om de MV Mi Amigo naar een droogdek te loodsen om nadien godsdienstige programma's voor de Britse zuidoostkust uit te zenden. Het plan werd nooit gerealiseerd.
Even liet ook Willem van Kooten, alias Joost Den Draaijer zijn oog op de 'Old Lady' vallen. Met Radio Hollandia wilde de inmiddels succesvolle zakenman niet alleen horecazaken, ziekenhuisomroepen en andere radiostations zijn programmabandjes laten uitzenden, ook dat zendschip op de Noordzee zou een ideale uitvalsbasis vormen. Het bleef echter bij de oprichting van de BV 'De Hoge Noot', die voor de uitbouw van het project zou zorgen.
KOFFIETIJD GESTOPT
De werkomstandigheden op de MV Mi Amigo kelderden ondertussen de sfeer. Vrijdag 20 oktober 1978 kondigde zich aanvankelijk als een rustige werkdag aan. Rond 11:54 uur kwamen er plots rookwolken uit de enige nog werkende generator aan boord.
DJ Marc Jacobs aarzelde niet en onderbrak het bandprogramma 'Koffietijd' met Ton Schipper. "Het station gaat vanwege ernstige problemen meteen uit de lucht", hoorden de luisteraars. Diezelfde avond zond zusterradio Caroline enkele noodcodes uit. Radio Mi Amigo zou nooit meer tergkeren vanaf de MV Mi Amigo.
RONAN, FRED, GERARD EN ERIK
Toen de regering in Madrid als laatste Europese land de omstreden anti-piratenwet ondertekende, probeerde Sylvain Tack Mi Amigo door een samenwerking met lokale stations te legaliseren. De onverbiddelijke Ronan O'Rahilly bewoog hemel en aarde om zijn 'troetelkind', Radio Caroline opnieuw in de lucht te brengen.
Dit leidde tot hernieuwde contacten met Gerard van Dam die intussen met Radio Delmare was gestart, gestopt, gestart, gestopt.... In ruil voor de levering van een degelijke generator, zou hij de tweede zender aan boord van de MV Mi Amigo voor zijn Delmare mogen gebruiken. De beperkte technische infrastructuur leidde op 15 april 1979 enkel tot een zoveelste doorstart van Radio Caroline (963 kHz), met Nederlandse presentatoren als Jeroen Woelwater, Erik de Zwart en Ad Roberts. Namen die later aan de wieg van de erkende Nederlandse commerciële radio zouden staan...
Tekst: Filip Van Molle, Audio: Theo van Halsema
Kik op onderstaande url om naar het einde van Radio Mi Amigo te luisteren.
Er zijn mensen die als een soort rode draad doorheen je leven fietsen. Ik bedacht het toen ik gisteren het stukje over het Kortrijkse Popcenter maakte. Hoeveel keer ben ik Wim Coryn tegen het lijf gelopen in mijn leven? In alle mogelijke hoedanigheden dan nog. We zagen elkaar, werkten samen, verdwenen uit elkaars bestaan en ontmoetten elkaar opnieuw. Telkens weer. Niet gepland, onbedoeld, alsof het lot onze levenswandel met een zekere regelmaat met elkaar verbond.
Het begon in 1980. Ik was projectleider bij Radio Gemini en we waren net, na een inbeslagname, weer gestart vanuit de VANO-kelder in Moeskroen. Wim belde me op. Hij wilde graag een programma maken. We spraken af en na een babbel werd hij aan de programmering toegevoegd. Wim werkte toen, net zoals ik, bij de Belgische Posterijen. Hij in Kortrijk, ikzelf in Menen. Blijkbaar schepte dat een extra vertrouwensband.
We hadden een onduidelijke programmering op de late zaterdagavond. Hij wilde die graag voor zijn rekening nemen. Omdat radio toen nog echt vrij was, werden slechts enkele algemene formaliteiten afgesproken, de rest kon de presentator zelf invullen. Radiomaker Wim Vossen was geboren. Enkele maanden later scheidden onze wegen. Wim trok naar WLS, ik bleef nog enkele jaren bij Gemini aan de slag om dan uiteindelijk ook naar de Kluisberg te trekken, maar dan enkel als programmamaker.
Ik nam er op zaterdag en zondag de middag voor mijn rekening. Programmas die ik in mijn thuisstudio opnam. Wim Vossen en Tom Bremer waren weer herenigd in ether. Na een jaar liepen onze radioloopbanen weer uiteen. De man uit Oudenaarde trok naar Delmare (Zingem), Radio Maxima (Roeselare), Radio Contact (Kortrijk) en X-Tra FM. Ik verkaste naar Radio Magic (Kortrijk), Scorpio (Ledegem), Diamant (Waregem) en Bryghensis (Brugge).
Niet zo heel veel later stapten we allebei uit de radiowereld en verlieten de post. Niet dat we dit afgesproken hadden, we wisten het niet eens van elkaar. Hij ging voor televisie werken en voor diverse muziekuitgeverijen. Ik startte NeTTies, van daaruit was een doorstart van RadioVisie, dit keer als online dagblad, iets wat in de sterren geschreven stond.
In de herfst van 2004, hing Wim plots weer aan de telefoon. Zijn liefde voor de radio was er niet minder op geworden. Die voor de muziek enkel maar groter. Zijn werkterrein lag op dat moment in Nederland, hij werkte er voor de platenfirma's Arcade, PolyGram (Universal), Sony Music en de muziekuitgeverij BMG Publishing. In die hoedanigheid kon hij prima paralellen zoeken en trekken tussen de beide Lage Landen. Op het vlak van de media in het algemeen, op dat van de muziek in het bijzonder. Wim stelde voor om een wekelijkse column te schrijven die over de landsgrenzen heen keek. Een prima idee, leek het me. Mediapijn of mediafijn verscheen voor het eerst in november 2004. Er zouden liefst 44 afleveringen volgen. Op 24 juni 2007 kwam er een eind aan de reeks.
Drukke beroepsbezigheden, Wim woonde inmiddels terug in België en was zijn eigen Wild Cherry Consult (advies bij films en documentaires) begonnen. In 2014 kruisten onze wegen elkaar opnieuw. Ikzelf was verzeild geraakt bij Radio 19 als projectleider. Wim zag een nieuw radio-avontuur best zitten. Wie ooit met het medium bezig is geweest, weet dat een het een sluimerend virus is waar je nooit meer van afgeraakt. Er waren enkele problemen die moesten uitgevlakt worden. Live programma maken kon niet en hijzelf had geen studio (meer). Geen nood, 19-collega Dirk Desmet gooide een reddingsboei. Eén keer in de maand trok Wim naar Wevelgem en nam er in één ruk door al zijn programmas op. Vraag het na aan Wim en Dirk, die zaterdagen gingen tot de leukste van het jaar behoren.
Maar ook aan Radio 19 kwam een einde. Opnieuw gingen we allemaal onze eigen wegen. Maar net als die kat, kwam ook Wim weer. Omgekeerd kan je het ook bekijken. Ikzelf kwam wederom op zijn pad. In volle voorbereiding van de bioscoopfilm rond Radio Mi Amigo en Sylvain Tack, vonden we elkaar alweer. Noël Cordier en ikzelf hadden ons verzekerd van de medewerking van scenarioschrijver Erik Lamens en Antonino Lombardo van het productiehuis Prime Time. Iemand die de auteursrechten kon regelen, was er nog niet. Je raadt het al Wim nam die taak op zich. Ook het filmproject haalde de eindmeet niet, tenminste niet in deze opzet.
Met een nieuw team wordt momenteel onverminderd verder getimmerd aan dé film. Wim is nog steeds aan boord en daarom zie en hoor ik hem dit keer wel nog regelmatig. Een kat met negen levens is er niks bij.
Mijn radioleven is heel duaal. Ik heb er altijd over geschreven, bij momenten heb ik ook radio gemaakt. Beide waren even leuk om te doen en overal heb ik de complete doorsnee van wat er bestaat aan karakters en talenten op de wereld, ontmoet. Velen zijn goede kennissen gebleven, uitstekende vrienden heb ik er aan overgehouden en af en toe liep ik ook iemand tegen het lijf waar ik binnen de vijf seconden de grootste bewondering voor had.
Jos Knaepen was er één van. Ook hij was duaal bezig; gedrukte media en geluid. Hij zocht vond evenwel zijn passie in fotografie en muziek. Heel vreemd, maar ik weet zeker dat zijn naam niet bij iedereen onmiddellijk een belletje doet rinkelen. Toch is de man tot in de verste buitenlanden bekend, beroemd en geëerd. Met hem heb ik heel even mogen samenwerken. Te kort om goed te zijn. Jos is vandaag alweer een jaar overleden. Jammer dat ze van hierboven nooit een onderscheid maken. Als die super getalenteerde mensen bijvoorbeeld nog heel even mochten terugkeren?
Jos Knaepen (71) kende ik al veel langer, vooral van zijn werk als fotograaf. Jazzfotograaf par excellence. De man uit Geetbets ontdekte de muziek op zijn zeventiende. In dezelfde periode begon hij ook te fotograferen, eerst als sportfotograaf bij Het Nieuwsblad. Halfweg de jaren 80 liet hij de sport voor wat ze was en legde zich toe op zijn grote liefde: de jazz. Hij stond mee aan de wieg van het blad Jazzmozaïek en was sinds 2001 de vaste jazzfotograaf van Knack.
Hij groeide wereldwijd uit tot een begrip in de jazzfotografie. Buiten België gebruikten weinigen zijn echte naam: iedereen kende hem als 'The Jazzman, ook de grootste artiesten. Tijdens zijn carrière legde hij zowat alle grootheden van de jazz vast op de gevoelige plaat, van Wynton Marsalis over Wayne Shorter tot Sonny Rollins. Hij publiceerde in het gerenommeerde jazztijdschrift Down Beat, had in 2008 een solo-expo in Kansas City, en zijn foto's werden gebruikt door Carnegie Hall en het Smithsonian Institute. In 2014 won hij de SABAM Jazz Award voor zijn inzet voor de jazz.
Jos had stijl, klasse en tegelijk koesterde hij een charmante slordigheid. Zijn zwarte baret was zijn handelsmerk, zijn camera hield hij steevast in de nabijheid van alle groten der aarde. Zonder camera was Jos onvolledig. Gerespecteerd, gerenommeerd en gedreven. Een vriend van Toots Thielemans. Was de ket in Amerika super bekend omwille van zijn muziek en zijn mondharmonica, Jos had er dezelfde status als fotograaf. Als je dan zo iemand kan binnenloodsen bij het radiostation waarvoor je zelf werkt, dan kon je enkel maar trots zijn. Heel trots.
Jos fotografeerde niet enkel jazzmuzikanten, hij koesterde ook het genre. Om zijn eigen woorden te gebruiken: Ik luister altijd naar jazz. 24 uur op 24, thuis, in de auto, op het werk. Alleen maar jazz. hoofdzakelijk de grote standards uit de jaren 60. Natuurlijk luister ik ook soms naar actuele creaties, maar ik moet toegeven dat dit niet mijn cup of tea is. Ik beluister Bill Evans, Gerry Mulligan, de oude Kk beluister geen free jazz, zelfs Ornette Coleman, die ik nochtans een groot musicus vind het is een muziek die mij niet aanspreekt.nAls ik naar muziek luister moet ik een melodie voelen. In de free jazz vind ik deze niet terug. Ik begrijp dat je moet evolueren in de jazz maar ik blijf liever ter plaatse trappelen.
Via toenmalige Radio 19-collega Rik Scherpenberg, had ik hem kunnen overtuigen om wekelijks een uur toegankelijke jazz en aanverwante muziek te draaien. Het station had al een Engelstalige programmering in de avond-en nachtelijke uren, bedoeld om ook internationaal een poot aan de grond te krijgen. Met een naam als Jos Knapen in het schema, kon dat enkel beter worden. Met Jos Knaepen op de medewerkerslijst werd Radio 19 nog een stuk volwassener. Toen heb ik hem heel even beter leren kennen. Die eer, dat genoegen, die bewondering nemen ze me nooit meer af. Merçi Jos!
Vier fotos die samen één verhaal vertellen. Ik brei er een vervolg mee aan de zoektocht naar resterende platenzaken in de Lage Landen. Zijn er dan nog? Jawel, het Popcenter in Kortrijk bijvoorbeeld. Toch nog voor heel even. Tot in Londen en Parijs bekend, sluit de zaak (helaas) op 28 april 2018.
Het is meteen ook het afscheid van de legendarische uitbater Jacques Merlevede (64). Er komt nu een documentaire, om zijn verhaal te vereeuwigen. Hij en zijn vrouw Bernadette Beernaert (61) openden hun platenzaak in 1972 in de Reynaertstraat, waarna ze in 2000 naar ex-sekscinema Cinépalace in de Zwevegemsestraat trokken om in 2007 in de Kleine Sint-Jansstraat 9 belandden. Ze moesten er knokken om te overleven, mede door de werken voor de bouw van het megalomane winkelcentrum K.
In Popcenter vind je vinylplaten en cds met de beste hardrock, metal, Amerikaanse en Scandinavische rock, pop en new wave. Gestart in 1979 geeft eigenaar Jacques er een beetje noodgedwongen de brui aan, wegens pensioengerechtigd en omdat het pand verkocht word. Om nog een nieuw onderkomen te vinden is de tijd te kort. Maar er wordt afgesloten in schoonheid. Het Popcenter was en is een legende in de regio.
In die mate dat oud RadioVisie-colunnist en Gemini-én Radio 19-collega Wim Coryn bij een documentaire over Jacques betrokken is als executive producer. Nostalgie! Deze erfenis mag niet verloren gaan, vindt ook vaste klant en regisseur Stefaan Sinnaeve (54), die in Ierland woont. Miek Feys uit Izegem draait de film. Jacques inzicht was uniek. Hij voelde welke bands er zouden doorbreken en strikte die voor optredens.
Voorbeelden genoeg zoals de komst van de Canadese rockband Rush, Amerikaanse hardrockband Kiss, Britse rockgroep Roxy Music en Iron Maiden. Die Britse heavy metal band zette de hallen (Xpo) in rep en roer op 5 mei 1980, met vijfduizend fans. Enkele rocksterren, eentje overnachtte eens in een slaapzak in de kelder van Popcenter, wordt er getuigd in de docu.
Namen noemen we nog niet vertrouwt Wim me toe. Maar dat ze bereid zijn om mee te werken, toont aan hoe belangrijk Jacques Merlevede is. Er komen ook klanten aan het woord, waarvan er eentje zelfs 17.000 vinyls en 6.000 cds heeft van Popcenter. We tonen verder muziek en beelden van concerten en festivals. En we interviewen mensen uit de sportwereld, de politieke wereld en de entertainmentwereld. Jacques verdient dat helemaal. Veel mensen denken dat Popcenter iets is voor tuig met lang haar. Maar eens je binnen bent, word je zo liefdevol ontvangen. Het zijn troetelberen, die hier komen.
VERONICA âVERPLICHTTEâ MIJ EEN âPICK UPâ TE KOPEN
- Gewonnen platenbon zette een proces in gang
Platenzaken, ze roepen bij iedereen zoete herinneringen op. De eerste elpee die ik kocht was er een van The Shadows. Al hun hits uit de 60s. Een Franse persing. Niet helemaal onlogisch want de eerste muziekwinkel waar ik kind aan huis was, bevond zich in de Ieperstraat in Menen. Herwig Deleu hield er Discobar open. Blijkbaar was het makkelijker om van bij de Franse buren platen te importeren dan bij firmas uit het verre Brussel. Er waren dan ook vaak aparte exemplaren te vinden in deze zaak.
De Shadows-aanschaf was een beetje gedwongen. Ik was net zestien jaar geworden en had nog onvoldoende zakgeld om vinyl te kopen. Maar Radio Veronica had daar anders over beslist. Ik was een fervent luisteraar en ik deed mee aan vele van hun prijsvragen. Meestal werd enkel de Belgische post er beter van, want deelnemen stond gelijk aan het sturen van een briefkaart. Maar de aanhouder wint. Op een dag liet Gaston Huysmans (echte naam Pierre van Ostade) me weten dat ik een elpee gewonnen had. De man presenteerde er het zondagse Met de benen op tafel, waarin Onze kleine kwis werd gespeeld. Ik kwam, zag en overwon.
Bij de brief stak een platenbon ter waarde van tien gulden, geldig in iedere Nederlandse platenzaak. Voor een zestienjarige Geluwnaar was Nederland evenwel een wereldreis, zeker als je op de Franse grens woonde in 1969. Gelukkig was er één platenzaak in België waar je de bon ook kon ruilen voor een elpee; Fonoplaten Willy Hermans in Sint Niklaas. Edoch, nauwelijks dichterbij dan Olland. Maar de zaak had een telefoon, mijn ouders dan weer niet. Nonkel Georges, die in dezelfde straat woonde, had als kleine ondernemer wel een beltoestel.
Eén lange babbel met meneer Hermans later, werd overeengekomen dat ik de platenbon mocht opsturen. Hij peilde naar mijn muzikale voorkeur en zond me een lijstje met 33-toeren vinyl dat 149 BEF kostte. In die tijd het equivalent van een tientje. Ik koos voor Elvis van Elvis Presley, uitgebracht op RCA Victor. Bon en keuze gingen in een enveloppe richting Sint Niklaas en ruim een week later bracht postbode Benoit Maertens (een beetje vriend aan huis), mijn prijs langs. Er was wat tijd over heen gegaan, maar dat maakte niet zoveel uit, want ik had toch geen... platenspeler. Mijn ouders ook niet. Al hielden die van muziek, ze spendeerden hun zuur verdiende centen liever aan andere zaken.
Elvis bleef maanden onaangeroerd in mijn stripboekenkast staan. Gelukkig had ik ook die zomer een baantje bij de lokale Bakker Durnez (een neef van pa Cyriel) en kon ik een leuk bedragje bij elkaar sparen. Tijd voor de eerste grote aankoop in mijn jeugdig bestaan brak aan Een platenspeler. Het ging alweer richting Menen. Een andere meneer Deleu, Willem en broer van de eigenaar van de Discobar, had een radio- en tv-winkel waar uiteraard ook pick-ups werden verkocht. Een ruim aanbod dat helaas voor het grootste deel aan mijn budget voorbij ging. Ik kon enkel kiezen uit het onderste, betaalbare segment.
De keuze viel op een koffergrammofoon van Philips (type 22GF 63). Het apparaat kon zowel op het lichtnet als op batterijen spelen. Handig was vooral de ingebouwde versterker en luidspreker in de deksel. Er waren twee knoppen, ééntje voor het volume, een andere voor de toonregeling. De snelheid werd ingesteld met een draaiknop. In het element zaten twee naalden, eentje voor vinyl en eentje voor 78-toerenplaten. Een losse 45-toeren puck was in het deksel gemonteerd. Die avond was ik naast één elpee ook één platenspeler rijk.
Nadat ik Elvis ontelbare keren Flaming Star, Too Much Monkey Business en Tiger Man had horen zingen, nam ik het kloeke besluit om vanaf dat moment minstens één keer in de week naar Discobar in Menen te trekken om een nieuw voorraadje vinyl in te slaan. Zonder de zachte dwang van Veronica had ik misschien nooit zo snel The Shadows 60s aangeschaft. De allereerste elpee die ik ook echt kocht voor 169 BEF. Zonder die winnende bon zou het kopen van mijn eerste muziekinstallatie zeker nog wat langer geduurd hebben. Ooit had ik Beatles Greatest, The New Glenn Miller (Ray McKinley) en The Platters Golden Hits gekocht hebben. Maar niet zo snel.
Als ik er nu op terugkijk, als zestienjarige had ik een zeer variabele smaak. Maar eigenlijk was dat niet zo verwonderlijk, het was gewoon de muziek die toen bij Radio Veronica te horen was. Van pop tot rock, van chanson tot Nederlandstalig, van instrumentaal tot country. Of hoe je toch beïnvloed werd door wat een commerciële radio jou voorkauwde. Uiteindelijk zou mijn muziekcollectie afklokken op een drieduizend singles en ruim achthonderd elpees.
Tot ik me liet meeslepen in het digitale avontuur van de cd-speler. Vinyl heb ik nauwelijks nog, cds ook niet meer. En af en toe heb ik daar spijt van. Dikke spijt
1960: HMV Record Store - London. Om over na te denken. De meeste kinderen van nu zullen hoogstwaarschijnlijk nooit het gevoel kennen dat generaties uit de twintigste eeuw wel hadden. Het zoeken naar muziek in deze of gene lokale platenzaak.
De tijd dat je die muziek kon vastpakken, er aan kon ruiken, er kon naar kijken. Je kocht niet enkel platen, maar ook kunstwerkjes, een gevoel. Je ontmoette mensen, je trok op avontuur. Soms duurde het een dag, maar dan had je ook wat beleefd.
Muziek aanschaffen is tegenwoordig meestal gestript tot de essentie. Je wil het? Een paar muisklikken verder heb je het. Er gaat niks aan vooraf, er is geen verhaal, geen reis heen en terug, geen sfeer, enkel nog resultaat. Platenzaken, zonder Google Maps en consorten vind je ze niet meer. Uit alle kleine dorpjes en provinciesteden zijn ze verdwenen.
Zoals je nooit meer op restaurant zou gaan en enkel nog diepvriesmaaltijden zou eten die de postbode bij je in de brievenbus stopt. Denk ik dan
- Radioinformatie afhankelijk van het aanbod reclame
Naast radio is één van mijn andere gezonde zondes; tijdschriften en kranten. Ik koop ze, lees ze, verzamel ze. Noem één blad dat de voorbije vijftig jaar is verschenen en ik heb er het eerste nummer van bewaard. Te vaak steekt ook het laatste in mijn collectie; Lola, Bonanza, Menzo, De Zwijger . Het begon heel lang geleden, ik kon net een beetje lezen, toen ik op zolder stapels dozen vond boordevol exemplaren van Vlaamsche Filmkes, Ons Land, ABC, Piccolo, Panorama en Humoradio. Mijn vader kocht ze, las ze en verzamelde ze. De appel viel niet ver van de boom.
Piccolo en Humoradio stonden boordevol cartoons en stripjes. Dat hielp als je nog niet goed kon lezen. Vooral het blad uit de Dupuis-stal vond ik fantastisch. Met geweldig getekende covers waarvoor de grootste tekenaars uit het team van Robbedoes werden ingezet (Morris, Franquin, Eddy Paape, Jijé). Toen ik meer en meer woordjes kende, hielp mijn pa me om uit het tijdschrift hele artikeltjes te begrijpen. Toevallig gingen er veel stukjes over radio ,
Humoradio, een samentrekking van de woorden humor en radio publiceerde complete programma-overzichten en af en toe een flinke brok achtergrondinformatie over de uitzendingen. Terecht voerde het magazine dan ook als een soort ondertitel radioblad. In 1958 werd de naam ingekort tot Humo, maar men bleef regelmatig aandacht schenken aan radio, al kwamen er steeds meer halve en hele reportages over televisie bij. Het nieuwe medium dat in Vlaanderen was gestart in 1953.
Humo bleef zeer lang de onbetwistbare marktleider, qua verkoop, in Vlaanderen. Pas nadat Dag Allemaal, in november 1984 gelanceerd was, begon de ster van mijn favoriete tijdschrift te tanen. Bij Dag Allemaal vond ik een oude bekende terug; Guido Van Liefferinge, de man die in 1973 Joepie had gelanceerd. Hij had ook de formule voor Dag Allemaal bedacht; showbizz en televisienieuws. Al was het van bij de start niet echt een traditioneel weekblad, maar eerder een tabloid naar Brits model. Groter formaat, geen nietjes, veel kleur, levendige layout. (Zie mijn foto).
Gaandeweg werd de inhoud anders en werd overgeschakeld op het klassieke bladenformaat. Na een poos noemde Dag Allemaal de zich ook radio- en tv-blad. Nogal overdreven vond ikzelf, tenminste wat het gehalte radionieuws betrof. Het tv-katern stond als een huis, de programmagegevens van de meeste radiostations die ten lande waren te ontvangen, werden afgedrukt, maar veel verder dan af en toe wat persberichten van de grote zenders, kwam men niet.
In 1996 was RadioVisie Online begonnen, tegen 2000 haalden we vlotjes tienduizend dagelijkse bezoekers. Omdat ik Guido Van Liefferinge nog kende van de periode dat ik voor Joepie schreef, ontspon zich een nieuw idee. Nou ja, nieuw? Omdat Dag Allemaal blijkbaar geen zin had om een eigen redacteur op het onderwerp radio te zetten, wilde ikzelf best een handje toesteken. De formule uit de Joepie-tijd was misschien voor herhaling vatbaar. Dacht ik. RadioVisie zou wekelijks een aantal berichten aanleveren, Dag Allemaal mocht ze gratis publiceren in ruil voor het afdrukken van onze naam en url. Bovenaan, onderaan, middenin, als het er in stond.
Helaas, Guido Vanliefferinge verdween net op dat moment als hoofdredacteur. @Vic Dennis, echte naam Ernest Van Driessche, werd zijn opvolger. Ik kende de man niet persoonlijk, maar we hadden wel enkele keren contact met elkaar gehad toen hij er nog gewoon redacteur was. Maar ook van eerder herinnerde ik mij hem, nog voor Dag Allemaal bestond. Al ken ik de omstandigheden daarvan niet meer. Er werd een afspraak geregeld. Op een zonnige dag in de nazomer van 2000 trok ik naar Schelle, waar het hele huishouden van De Persgroep onderdak had gevonden. Het hielp dat RadioVisie-collega Filip Vanmolle in het Antwerpse plaatsje woonde. Zo konden we er samen een gezellige dag van maken bij hem en zijn vriendin thuis.
Vic zagen we niet op het Dag Allemaal hoofdkwartier, wegens te druk, wel één van zijn naaste medewerkers. Ideeën werden uitgewisseld, plannen bijgesteld, afspraken gemaakt. De man verantwoordelijk voor de berichtjes op de tv-paginas zag een samenwerking best zitten. Hij kon niet beloven dat de rubriek wekelijks zou verschijnen want dat was afhankelijk voor het aantal reclames. Leerden we toen. Veel advertenties? Dan ging het radionieuws er als eerste uit. Van veel respect voor het medium vond ik het toen niet getuigen. Niet in het minst tegenover de mensen die dagdagelijks hun best doen om de luisteraars te entertainen en te informeren.
Een omroepster die een andere haarkleur nam, kreeg een volle pagina. De radiomaker die tientallen uren door Koeweit had gezworven en met de meest exclusieve interviews terug kwam, kreeg niks. Ik roep maar wat. Daar was het me dus om te doen. En heel zeker om de lezers ook te attenderen op het feit dat er naast de publieke omroep ook nog heel wat andere zenders actief waren in Vlaanderen. Van lokale omroepen tot netwerken à la Radio Contact. Ik stuurde informatie. De redacteur legde het plan voor aan de redactie en er werden enkele proefpaginas gemaakt.
Helaas, verder dan die proeven is het plan nooit geraakt. De reden? Iets in de trant van; er is net een langdurige reclamedeal afgesloten ie veel ruimte eist, werd aangevoerd. Een duidelijk antwoord heb ik nooit gekregen. Zou het anders gegaan zijn als Guido Van Liefferinge wel nog hoofdredacteur was geweest? Ik betwijfel het. De geesten in Vlaanderen waren toen (en zijn nog steeds) niet echt rijp voor het radiogebeuren. Te weinig interesse bij het grote publiek, hoor ik wel eens vaker als argument. Maar is dat niet een soort kip-en-ei situatie. Enkel door er over te schrijven, kan je een belangstelling creëren. Toch? Dag Allemaal heeft zichzelf nog heel lang een radio & tv-blad genoemd. Ten onrechte dus.
Het stukje uit het weekblad Dag Allemaal over Club FM & Co, deed me als vanzelf terugdenken aan Joepie. Naast Humo was dat, in de tweede helft van de jaren 70 verplichte lectuur voor mijn generatie. Het blad verscheen voor het eerst toen ik mijn legerdienst vervulde in Lüdenscheid. Het nummer 1 rolde van de persen op 27 maart 1973. Een beetje per toeval vond ik het bij de bladenboer in het Noordstation van Brussel toen ik vanuit Duitsland op mijn trein naar Kortrijk wachtte. Niets liet toen vermelden dat ik er ooit zelf voor zou gaan schrijven.
De naam van de hoofdredacteur kende ik wel, Guido Van Liefferinge. Ik had hem eerder enkele brieven gestuurd toen hij als redacteur nog voor de krant Het Laatste Nieuws werkte. Hij verzorgde er dagelijks een rubriek over muziek, showbizz en media. Omdat ik vond dat er te weinig stukjes verschenen over radio en djs in het algemeen en Radio Veronica, Caroline en Noordzee in het bijzonder, vroeg ik hem daar wat aan te doen. Zonder resultaat evenwel Dat soort brieven stuurde ik wel vaker naar kranten en uitgevers.
Na enig heen en weer getelefoneer, kwam ik erachter dat Van Liefferinge door Sylvain Tack was gevraagd om een Vlaams jongerenmagazine te starten. Het kwam de man goed uit als drijvende kracht achter enkele van de populairste Vlaamse artiesten via zijn muziekuitgeverij Gnome (later werd dat Start). Paul Severs, Danny Fabry, Joe Harris, Samantha konden een extra forum gebruiken. Toen op 1 januari 1974 Radio Mi Amigo begon uit te zenden, lag een samenwerking voor de hand. De Joepie Top 50 werd vaste prik op de zaterdagmiddag. Met wisselende respons
In 1975 had ik er mijn legerdienst al lang opzitten en was ik zelf begonnen met een blad om de goegemeente beter te informeren over radio en zeezenders. Want nog steeds was er in de Vlaamse pers geen deftig artikel terug te vinden over onder andere Radio Mi Amigo en Radio Caroline, op dat moment de twee enige offshore radiostations die in de lucht waren. Joepie schreef af en toe wel iets, maar dat mocht niet al teveel opvallen. Het gerecht zat Sylvain Tack immers op de hielen, of dacht het.
Joepie was daarom verkocht aan Ludo Van Liefferinge van uitgeverij Sparta in Deurne, de vader van de huidige baas van De Persgroep, Christian. Het blad had volgens de CIM een oplage van 90.000 exemplaren, een betaalde verspreiding van 59.000 stuks en een gemiddeld leesbereik van 350.000 lezers. Het weekblad verscheen op dinsdag.
Naast het eigen blad Baffle (later werd dat RadioVisie), had ik samen met Pierre Deseyn, Frans Schuurbiers en Filip Truwant ook een wekelijkse uitzending van Radio Mi Amigo gemaakt. De geschiedenis van de zeezenders werd op zondagmiddag (16:30-17:00 uur) uitgezonden. De reeks was opgevallen. Ook bij Joepie, want de redactie kreeg voortdurend verzoeken om aandacht te besteden aan het fenomeen.
Toch was ik verrast toen ik in de zomer van 1978, Radio Mi Amigo was nog steeds in de lucht, dat hielp, plots werd opgebeld door Guido Van Liefferinge met de vraag of er misschien ook een geschreven reeks inzat voor Joepie. We spraken af in het restaurant van de luchthaven van Deurne. We kwamen relatief snel tot een overeenkomst. Ik zou dertien afleveringen maken, zijn redactie zou zorgen voor extra fotomateriaal. En want dat was één van mijn voorwaarden, na het beëindigen van De odyssee van de radiopiraten zou ik mijn vaste, wekelijkse rubriek mogen verzorgen in Joepie. Wat ook gebeurde. Mijn eerste grote opdracht!
De eerste aflevering van de Odyssee van de radiopiraten verscheen op 15 oktober 1978 (toevallig precies 39 jaar geleden). In Radiokuur, met als kop een tekening van Joey, kon ik alle recente nieuws over zeezenders en bij uitbreiding alle andere populaire radiostation en deejays kwijt. Een tijdlang ging het goed, maar uiteindelijk zagen we beiden in dat dit soort nieuws niet echt thuishoorde in Joepie. Er was nu eenmaal weinig radionieuws, naast de publieke omroep in Vlaanderen waren er geen andere stations in de lucht. De laatste aflevering verscheen op 21 januari 1979.
De radioberichtjes waren zeer specifiek, noem het voer voor de meer dan modaal geïnteresseerde lezer. Zeker niet de doelgroep van Joepie, dat eigenlijk in de markt was gezet voor meisjes tussen twaalf en zeventien jaar! Al bij al was het zeker geen slechte samenwerking geweest, 28 weken lang. Niet in het minst voor RadioVisie, dat mede hierdoor de amateurstatus was ontstegen. Toch bij het journaille dat ons eerder als een clubje freaks had beschouwd.