7 uur, blauwe hemel, lekker ontbijtje en we hijsen ons in de fris geurende fietspakjes (onze gastvrouw was zo vriendelijk onze was en plas te doen).8 uur, en de lucht zit weer dicht.9 uur, vertrek in de regen.Het wordt opnieuw een wisselvallige dag, maar geen erg.De eerste beklimming naar de col des Aussières is goed te doen, zon 7 km aan vijf %.We zijn duidelijk hoogte meters aan het inboeten, maar het parcours blijft mooi en van de mist hebben we geen last meer. De warme zilte lucht waait ons tegemoet van over de Middellandse zee, die we vanop de top aan de horizon menen te ontwaren.Nog zon 80 kmscheiden ons van ons uiteindelijk reisdoel,namelijk het uitgieten van ons flesje Atlantische zeewater (met dank aan Peter die dat heel de trip heeft meegezeuld).We laten ons rustig de berg afbollen , numinder snel dan in het hooggebergte , en genieten van onze laatste dag.In Montalba Le Chateau slaan we af naar Belesta waar de honger begint toe te slaan. We vinden daar een gezellig restaurantje Chez Pierredie ons verwent me heerlijke spijzen. Paul en Rik bestellen naar goede gewoonte een steakske , en even later krijgen ze elk nen entrecote van zon 400 gram ! Dat is voor beter den berg af te bollen zeker. Ondertussen werk ik mijn boulettekes naar binnen en Peter zijn sobere omelet.Als alles binnen gespeeld is zetten we onze tocht verder. Tijdens het eten herinnerdenik en Rik ons dat een collega van het UZBrussel (vroeger AZVUB) in de Roussillon wijnverbouwer geworden was en prompt googlede Peter hemmet zijn i-phone. Hij bleek in Corneilla La Rivière gesitueerd te zijn, en een blik op de kaart leerde ons dat ons traject daar langs liep!
Na wat rondvragen bij de dorpelingen bleek Luc Charlier, want zo heet hij, warempel in het centrum van dat dorp te wonen. Het naamplaatje op de deur vermelde L.Charlier en dus belden we aan.
Onze wijnbouwer -collega verscheen boven op zijn balkon, duidelijk nog nagenietend van zijn siesta. Het wederzien was hartelijk en na wat oprakelen van herinneringen uit de AZVUB tijd en na een rondleiding in zijn werkplaats, kochten ik en Rik elk een fles van zijn beste wijn(COUME MAJOU) en zijn we voort gereden.
Vermits we nu wat vertraging hadden zettenwe er vaart achter en tegen zon 35 per uur vlogen we richting Perpignan. Na nog wat gezoek aan de péripherique van de Perpignan arriveerden we eindelijk, na 8 dagen en een kleine 800 km (juiste cijfers volgen later) in Sainte Marie Plage, een wat troosteloos badstad, met de hulp van Arthur en Louis, de zoontjes van Pater en Els, op rituele wijze het Atlantisch Water inde Middellandse zee gegoten. Missie volbracht.
Nadien terug naar Perpignan, sommigen met de auto, ik en Paul met de fiets (we konden het niet laten) en onze kamers betrokken indesplinternieuwe Novotelnaast het al even nieuwe en in aanbouw zijnde theatergebouw.
We hebben de avond nog gezellig doorgebracht in het centrum van Perpignan na het nuttigen van een welverdiende whisky onder de wol gekropen, tevreden over onze prestaties maar toch een beetje teleurgesteld dat we wegens het slechte weer niet echt van de vergezichten hebben kunnen genieten.
Samenvatting van de rit van Gincla naar Saint Marie Plage (Perpignan):
(kleine correctie : dit was dus NIET het Tarascon van Tarantin)
Nog een ambitieuze rit stond op het programma met als groot obstakel de Col: Port de Pailhères (hoogte 2001 m.) . Een col die volgens ons lijfboek Fietsen in de Pyreneeën van Alex Polfliet zelfs gemeden wordt door de meeste wielertoeristen wegens té lang en té steil. Zelfsde Tour de France passeert hier zelden.Bovendien was het die dag weer slecht weer en zonk de moed ons in de schoenen.Om wat vlugger vooruit te gaan namen we ipv de D20 richting Chioula de N20 naar Ax Les Thermes. Druk verkeer en veel camions waren ons gezelschap tijdens dat stuk. Leuk is anders. De toeristische dienst van Ax raadde ons af bij dit slechte weer de Port de Pailhères te nemen en in de plaats de gemakkelijkere (nou ja!) en minder hoge Col de Pradel te nemen. Na nog wat extra bevoorrading in Ax zijn we dan begonnen aan het eerste deel van de Port de Paillhères (het minst steile stuk, ongeveer 5%).Aan de splitsing met de D258 namen richting Col du Pradel. Daar hebben we onder een Sequoia van een camping van Nederlanders onze voorraad verslonden vanwege de grote honger en zijn we aan de beklimming van de Pradel begonnnen. Het was nog een relatief aangename rit ondanks het slechte weer. Wat waren we blij de onherbergzame Port de Pailhères vermeden te hebben.
Hierna volgde een zééééér lange afdaling (zeker 30 km) lans het riviertje de Rebenty met zijn spectaculaire Gorges naar Axat. Nadiennog effe de Col Camperie beklommen op de D117, en rechts afgedraaid richtin Glinca , waar we hetPays des Cathares binnenreden. Hoog boven ons torende de burcht van Puilaurens en kwamen wat verder aan in Glinca waar ons hotel lag. Het schitterende , sfeervolle, prachtige hotel Le Grand Duc de Glinca, met een zeer innemende gastvrouw die ons sommeerde onze fietsschoenen uit te doen om haar mooie parket niet te beschadigen , maar evengoed aanbood onze fietskleren te wassenen te drogen. Het hotel was in feite een historische gebouw dat ooit toebehoorde aan een rijke landheer.
Overal in het hotel keken uilen-ogen je aan vanop schilderijen en beeldjes , dit om ons eraan te herinneren dat Le Grand Duc geen graaf betrof maar de Oehoe, degrootste uilensoort. Eenexemplaar van deze prachtige vogelsoort huisde ooit op de zolder van het gebouw.
s Avonds kunnen genieten van de gastronomische keuken van haar echtgenoot , Mr Bruchet, blijkbaar een gerommeerde toque blanche v an Frankrijk blijkens de vele diplopmas aan de muur.
Vervolgens onder de wol gekropen in onze prachtige vertrekkenen gelijk nen blok in slaap gevallen.
Verslag van de rit van Zondag 19/08/2011 (met vertraging wegens gisteren geen tijd meer gehad):
Van Bossost (Spanje) naar Tarascon sur Arièges: op papier 133 km
Met goede moed en na een lekker ontbijt (zoals steeds) te laat vertrokken uit Bossost. Na een week fietsen in het hooggebergte hadden we beseft dat 2 cols per dag voldoende zijn . Daarom wensten we de Col de Menté te skippen en een binnenweg te nemen vanuit Bossost naar de col de Portet d'Aspet. Maar dat was buiten de waard gerekend. In de plaats kregen we een verdomd moeilijk colleke te verwerken (Col d' Artigazou) langs kleine geaccidenteerde weggetjes. Vervolgens nog verloren gereden op den berg en zeker 1 uur tijd verloren en harder moeten klimmen (want we kwamen uit hoger dan de Col de Menté).
Vervolgens de laatste 4,5 km van de Col de Portet d'Aspet (hoogte 1580m) moeten beklimmen, constant aan percentages tussen 9% en 10%. Een béést. Een beetje later sloeg de honger toe en vonden we gelukkig een bergtaverne (Bistrot de Region) op onze weg waar we stevig bergkost voorgeschoteld kregen (een lamsbout, een halve kip, en magret de canard en een kipbroche, natuurlijk 1 item per persoon), nadien nog koffie en gebak. Voor de properteit moest je er niet gaan maar de waardin en haar dochter waren zeer vriendelijk. De waardin deed zelfs Kinneke Krab bij Rik en Neuzeke Knijp bij Peter (Some guys have all the luck!).
Vervolgens verder afgedaald naar St. Girons, dan richting Massat alwaar het begon te stortregenen. Dan toch maar de klim aangevat van onze laatste col van die dag (de Col de Port hoogte 1249m), een geen al te zware col (gemiddeld 5,2%), net goed voor het einde van een zware dag. Dan verder afgedaald naar Tarascon sur Arièges in de regen en pas om 19u30 aangekomen in de stad van Tarantin (de Tarascon) en van de prehistorische grotten. Het hotel (Le Manoir d' Agnes) ligt in de vreselijke stationsbuurt maar was dik in orde Vervolgens gaan eten in een dorpje buiten de sta (eerst nog verloren gereden natuurlijk) in een gastroomisch restaurant voor ochot 24 euro voor een 3 gangen-diner. Daar kunnen ze in België nog wat van leren. Tijdens het eten er goed op los gefilosofeerd over "het geloof" en "de vrijzinnigheid" (wat wilt ge met 2 Vub-ers en 1 Hub-er). We weren namelijk slechts met 3 want Peter en Els mochten zich verheugen op een lekker Pizza-avondjeop de hotelkamer. "Jonge ouders" weetjewél. Zonder brokken thuis geraakt en na nog wat verdergefilosofeer op de kamer gelijk nen blok in slaap gevallen.
Zzzzzzzzzzzzzzzzz.......
Gegevens van deze rit: Van Bossost (Spanje) naar Tarascon sur Arièges Afstand 135 km Gemiddelde snelheid: 20,3 km/u Hoogtemeters: 2465
Eindelijk een rustdag! Een ideetje van onze nieuwkomer Rik: "Waarom geen rustdag?". Patje Pedaal keek vragend naar Polleke Katrolleke wat hij daarvan zou denken. Daar hadden wij nu echt niet aan gedacht. Stachanovisten als we zijn wisten wij geen raad met zoveel savoir-vire. Dan zijn we achter onze kaarten gekropen en hebben dan een "rustdag" uitgedokterd. Een ritje van 63 km met ocharme 3 collekes van het zevende knoopschat, namelijk de Col d'Azet (West), de Col de Peyresourde (West) en de Col de Portillon (West). Des 's morgens bij het ontbijt werden wij dan toch tot enig realisme aangemaand door onze (intussen) goede vriend Rik en ook Peter (de broer van Paul) en besloten we de Col d'Azet te laten vallen en om te rijden via Arrau. Zo gezegd zo gedaan. Na het verwisselen van enkele remblokjes (van de mietjes die altijd remmen in de afdalingen) zijn we dan vertrokken om uit te rusten op onze fiets. We hebben allevier onze wekker opgezet, kwestie van op tijd wakker te worden bij de aankomst in Bossost. Voor Polleke Katrolleke werd het al snel duidelijk dat dit niet zijn beste dag zou worden. Lage rugpijn zou zijn deel worden de rest van de dag. Na wat gezapig gepeddel begonen wij dan aan de Peyresourde (afstand 9 km ; gemiddeld percentage 7,6%). Gene gemakkelijke maar te doen. Patje Pedaal liet zich in de laatste 100 meter nog verassen door Peter de Zweter (de wind stond juist in de verkeerde richting zodat Patje Pedaal hem niet op tijd geroken had). Vervolgens Patje , dan Paul met de rugpiin (voor alle duidelijkheid, en dit is nog te weinig gezegd in de vorige blogs: Polleke Katrolleke was bij alle vorige aankomsten op de cols steeds de eerste. Ere wie ere toekomt!), en dan Rik "kleerkast" de Zwezerik. Na de gebruikelijke foto bij het naamborde van de Col wierpen we ons alle vier in de afdaling, voor Peter dient dit letterlijk te genomen te worden, voor Rik iets minder, en arriveerden we in Bagnères de Luchon, stad der "Downhillers", afgaande op de Downhil MTB's en kerels met harnassen en helmen, het actuele quivalent van de Middeleeuwse ridders, die we zagen passeren. Vermits het dan toch een rustdag was vonden sommigen onder ons er niets beter op dan een 3 gangen menu (soep, salade Galicien met "eendenmagen" bwah !,vervolgnes entrecote met gratin dauphinois alstublieft, en als toetje een gateau myrtilles of citron naar keuze, en om af te sluiten nog een petit café!, deze keer zónder wijn). Overigens gisteren 22 juli lekker gegeten in Saint Lary in Resto La Minette (mét wijn). Dan maar begonnen aan de beklimming van de Col du Portillon (West, de Franse kant dus): afstand 11km, gemiddeld percentage 6,5 %, doch met stukken van 14% zeker een niet te onderschatten col. De 3-gangen menu legde Patje Pedaal geen windeieren en na en enig gezwoeg, waarbij de steak van 's middags om aandacht vroeg, arriveerde hij op de laatste col voor we Spanje zouden binnenrijden, vervolgens Peter,dan Paul (het was echt zijn dag niet), en dan Rik. Weerom het gebruikelijke gesmijt in de afdaling en dan de arrivée in Bossost, een gezellig Spaans grensstadje aan een rivier met vooral veel drankwinkels en cantina's zoals het grensstadjes betaamt. Aldaar in een cantina onder het nuttigen van enkele San Miguels het laatste uur van de tijdrit in Grenoble bekeken en Andy Schleck het onderspit zien delven tegen de kracht van de onversaagde Cadel Evans (over de redder des vaderlands Voeckler spreken we al niet meer). Tiens , een laat avond bedenking : waarom nog heel die ronde van Frankrijk rijden als toch alles in de tijdrit beslist wordt?
Om de tijd te doden zijn we dan nog een "grow shop" binnengegaan en hebben het lokale aanbod van weed en materiaal om weed te kweken (zaden aan bvb 6 euro per stuk om 1 plantje te kweken, weed-kweeklampen, weed-bladgrond, weed-meststof, en ga zo maar door) aanschouwd en gedacht waarom kan mijn lokale tuincenter in Halle (om geen namen te noemen) dat ook niet verkopen? Vervolgens nog een wijnproeverijtje in een lokale bodega meegepikt in onze koerstenue en dan gedouched (meestal doen we die zaken in een andere volgorde maar wij waren nog altijd in de waan dat het rustdag was). De avond besloten in in een lekker en goedkoop restaurant (Aranès) met een zeer goede wijn- en olijfoliewinkel, waar we ons laten verleiden hebben tot de aankoop van, inderdaad, wijn en olijfolie. Wat was dat toch een heerlijke rustdag !
Morgen een lange rit op het programma: 122 kms met 2 of 3 cols naargelang het gevolgde traject.
Data over de rit van vandaag : Rit van Saint Lary Soulan naar Bossost (Spanje): Afstand: 65,3 km Hoogtemeters: 1695 hm Gemiddelde snelheid: 18,3 km/u ( de vorige dagen geen gemiddelde snelheid kunnen noteren wegens technisch probleem)
Slaapwel, Uw dienaar bij een glas, overigens excellente, Catalaanse rhum.
Patje Pedaal
(nog steeds geen foto's waarvoor excuus, ze zijn in ontwikkling)
Nog te melden over gisteren 21 juli: Totale afstand 75 km Hoogtemeters: 2315 hm
Vrijdag 22 juli: Op het programma de Tourmalet (West) en de Hourquette d' Ancizan (West) We verlaten hotel Le Picors (gewoontegetrouw met een half uur vertraging om 9u30) in het gezelschap van enkele Flandriens. De eerste kilometers vals plat waren de ideale opwarming voor wat komen zou. "De Tourmalet" , de schrik van de pyreneeên , legendarische col ! We begonnen eraan met goede moed maar ons zelfvertrouwen kreeg al snel een flinke deuk wanneer wanneer het stijgingspercentage in Barrège plots verhoogde naar 10 %, maar dat zelfvertrouwen werd vlot hersteld toen we net op dat gedeelte een Hollander konden voorbijsteken in volle klim, die ons nog, in een wanhopige poging zijn imago te redden nariep dat hij het afgelopen jaar "0", ik herhaal" NUL" km getraind had.
Het was een zware klim in draconische weersomstandigheden, we zijn allemaal tot op de bodem gegaan. Rik die telkens liters zweet verliest tijdens een beklimming (in feite zou hij beter Rik de Zweter genoemd worden) kwam aan op de top van de Tourmalet met een bevroren kapsel en ijspegels aan zijn neus. (zie foto binnenkort)
En dan... de afdaling van de Tourmalet, een ware beproeving. Enkel echte mannen kunnen dit doorstaan ! Bij temperaturen bij het vriespunt , dus gevoelstemperatuur -10°C en een ijzige wind in het gelaat en slechts 5 meter zicht voor onze ogen, reden wij de berg af met een ei in ons gat en de remmen en onze billen dicht geknepen. Ge moet nie vragen !
Gelukkig was er in Saint Marie de Campan een cafe open met een open houtvuur waar we ons konden warmen , en dat in het putteke van de zomer !!!
En warme chocomelk, en een broodje met kaas en hesp, en een quiche en dan nog fruittaartje en....... brachten ons weer op krachten.
En hup, we waren weer vertrokken voor de laatste col de Hourquette d'Ancizan. We konden ook de Aspin kiezen maar vanuit het Westen niet interessant en veel te veel verkeer. Dus kozen wij voor de bucolische rust van de Hourquette (een beklimming in de tour 2011 maar in oostelijke richting). En wat was dat genieten. Geen auto's, stilte, veel koeien en paarden en drek op de weg. Leuk !
Rond 17 u aangekomen in Saint Lary Soulan en de aankomst van de Tourrit op Alpe d'Huez nog kunnen meepikken.
Dan nog lekker gegeten in een spaanse cantina (mét wijn) , nog even geblogd en nu onder de veren.
Tot morgen, lieve kindertjes, oogjes dicht en snaveltjes toe.
Van Lurbe-Saint-Christau naar Aucun We verlaten node onze charmante gastvrouw (over haar looks waren de meningen verdeeld). Ne vous fiez pas aux apparences, dat hebben we intussen geleerd. De Marie-Blanque staat vandaag op het menu. Maar niet iedereen wil echt proeven. Rik kiest een alternatief parcours. We zien hem terug op een bankje in Laruns. Wij kruipen de Marie-Blanque op. De stijgingspercentages gaan crescendo van 5 naar 8 naar 10 naar 12%. Maar toch slechts 10 km. Alles bij elkaar genomen een makkie dus (voor ons). Samen met Els en de kinderen eten we een lekkere spaghetti in Laruns. Even de drinkbussen bijtanken en op naar de Aubisque. Halverwege probeert een zwartharige herdershond Patje Pedaal bij te benen die zo hard versnelt dat het arme dier noodgedwongen Peter de Zweter moet volgen. Als beloning mag hij op de top mee op de foto (die volgen later, nu even technische problemen) samen met John Wayne in de gele trui (dit zullen zullen jullie ook later begrijpen als de foto's arriveren). Even ernstig: 19 km, gemiddeld 6.2%, steilste percentages rond de 10%. Mooie uitzichten die wij niet gezien hebben wegens de mist. Daarna nog een tussenstopje op de Soulor waar een koningsarend rakelings over onze hoofden scheerde. In Aucun zoeft Patje Pedaal hotel Picors voorbij en neemt er een colletje bovenop alvorens zijn frank valt. Wij zien intussen bij een pintje Andy Schleck de rit op de Galibier winnen. Morgen de Tourmalet ...
Woensdag 20 juli. Na de natte en koude rit van dinsdag en dito overnachting in Esterençuby zijn we deze morgen vertrokken bij een bewolkte hemel, maar met aangename temperatuur met als einddoel Lurbe Saint Christeau. Achtereenvolgens beklommen: de Col d' Haltza, Col de Burdincurutcheta (een moeilijk volk die Basken aan hun benamingen te zien) en de Col d'Iraty, vervolgens de Col Heguichuri en de Col Bagargui. Inmiddels was het middag geworden en reden we door een zonnige vallei (eindelijk) en was het tijd voor middagmaal. Op dat moment smaakt niets beter dan een simpele baguette met kaas en hesp.
De namiddag zag er veelbelovend uit met de beklimming van de Col de Soudet máárrrr......eigenlijk was onze pijp toen al uit en hebben we toen , met pijn in het hart en met meerderheid van stemmen besloten om deze Col links (infeite rechts) te laten liggen. Onze gemiddelde snelheid bedroeg op dat moment 15km per uur en het ging volgens sommigen in de groep nog veel te lang duren. DUS om een lang verhaal kort te maken hebben we de rit ingekort met 10 km, en zijn we vlotjes naar onze bestemming gereden waardoor we onze gemiddelde snelheid nog hebben kunnen ophalen naar 20 km per uur. In het licht van wat nog komen gaat (de écht grote cols, de Marie Blanque en de Aubisque morgen) leek dit voor iedereen de beste beslissing. (toch spijtig van die Col de Soudet, zei P tegen P. Welke Pee?)
's Avonds Els en de kinderen weer gezien samen lekker gegeten in Hotel Resto Au Bon Coin in Lurbe Saint Christeau (mét wijn) , zeer lekkere keuken integenstelling tot wat sommige websites vermelden !
Dus samengevat: Esterençuby naar Lurbe Saint Christeau: Afstand 95 kms Aantal hoogtemeters : 2065 Gemiddelde snelheid: 20km/u
Na 2 dagen radiostilte eindelijk nieuws van het zuidelijk font. Maandagavond 18 juli, na eencomfortabele rit met de TGV in Saint Jean de Luz (pittoresk badstadje) toegekomen en daar Peter, Els en de 2 zoontjes (Arthur en Louis) ontmoet. Na een frisse duik in l' Atlantique (metershoge golven) en het ineenvijzen van de fietsen (met het obligaat keuren van mekaars materiaal) enkele lokale gerechten genuttigd in een gezellig restaurant (mét wijn).
Dinsdag 19 juli. 's morgens al direct geconfronteerd met de realiteit: hevige wind en pijpenstelen regenen. Ons vertrek uitgesteld tot 10 u. en dan met loden benen (sommigen hebben meer lood dan anderen) de tocht van 85 km naar Esterençuby aangevat. Wegens het slechte weer ging het niet echt vooruit , maar de colletjes onderweg waren best te genieten (niet te zwaar, de hoogste was 672 meter hoog) en een mooie inleiding op wat komen zou. Tot daar het goede nieuws. Op de laatste col (Ispeguy) nattigheid (what's in a word?) beginnen voelen. De ketting van mijn stalen ros begon door te schieten, en even later lag heel mijnen ijzerwinkel op het asfalt. Gelukkig maakt mijn goede vriend Paul mij hierop attent en hebben wij gelukkig de ontbrekende onderdelen kunnen terugvinden én monteren ! Vervolgens onze rit kunnen verderzetten en op de top onze vrienden Peter en Rik slurpend aan een bord Baskische soep weergevonden. Dan ook maar een bord soep besteld en verder gereden.
Gelukkig in Saint Jan dePied de Port een vriendelijke fietshersteller gevonden die na veel vijven (vijzen) en zessen het euvel kunnen verhelpen heeft. Details volgen later. Eindelijk aangekomen in Esterençuby in La maison du berger die gelukkig nog een flesje (of twee) in de kelder liggen had.
Gereden: 85kms Hoogtemeters : ongeveer 1600 Gemiddelde snelheid: niet relevant wegens te vaak moeten stoppen wegens technische problemen.
Uw dienaar
Patje Pedaal (in feite Patje ketting, tandwiel, pion...etc..en wat er nog niet allemaal kapot kan gaan aan een fiets) Evenzovele groeten van Polleke Katrolletje, Peter de Zweter, en Rik de Zwezerik.