Twee slakken waren al sinds jaren op weg van Groningen naar Haren. Ten slotte kwam geheel ontdaan de oudste aan het eindpunt aan. Hij slikte en sprak diep bewogen 'Mijn broer is uit de bocht gevlogen.'
Boeken, heerlijk! Ik kan niet zonder, eerlijk waar. Maar voor ik deze stapel uit heb, ben ik minstens honderd jaar.
Op één der eerste lentedagen voelde de wolf de honger knagen. Dus klopte hij bij grootmoe aan. Ze deed open, zag hem staan hij gromde grijzend:'Goedendag.
Rond deze tijd van 't jaar liggen ze buiten voor je klaar. Ze zijn toch wel heel speciaal: een mooie vorm, maar helemaalkaal. En worden ze verzorgd zoels het hoort, dan brengen sommige nieuw leven voort. Geef me nu maar vlug wat zout, want mijn eitje wordt al koud!