BENT U OOK EEN SCHATBEWAARDER DIE ZIJN TROETELS MET ANDERE LIEFHEBBERS WIL DELEN? CONTACTEER DAN VRIJBLIJVEND 'Gillet.man@live.be' VOOR EEN REPORTAGE OP DEZE SITE!!! discretie verzekerd.
Zijn we eindelijk in het Post Covid tijdperk beland ? Her en der nemen olditmerclubs initiatieven voor uitstapjes met onze oude rammelbakken.
De Ancient Ford club België stuurde ons een uitnodiging, waar we maar al te graag op ingingen, na een jaar van drooglegging. De rit zou gaan van Noord Antwerpen richting Yerseke, bekend om zijn Mossel- en Oester/ Kreeft culturen. Om 9h30 h s'morgens verschenen we op appel bij de Bakkersmolen in Wildert, laden we ons vehikel van de trailer na een deftige rit van anderhalf uur, en werden we welkom geheten op de site. Koffie en bijhorende koek, broodjes werden geserveerd, en of we went. Men kon met de groep mee, of rijden met een roadbook. Voor een keer hebben we niet geteld hoeveel maar ik dacht zo een 5 tal fords, enkele modernere Austin. maar er stonden ook 2 onvervalste Minerva's op het menu.
De organisator had zijn uiterste best gedaan om de route uit te stippelen met zo weinig mogelijk gevaarlijk oversteekplaatsen.
Ondanks de onzekere weervoorspellingen verliep de rit naar Nederland onder ideale condities. Niet te warm, niet te koud, geen wind, geen stekende zon. We kregen enkel rillingen van de landschappen rondom de Oosterschelde, en jammer genoeg ook van vele snelheidsdempers.
Goed aangekomen in Yerseke gingen de knieen weeral onder de tafel in goed gezelschap van lotgenoten, met uitzicht op de Oosterschelde en de koeltorens van Doel. Maar tegen het einde begon dit uitzicht dicht te trekken, samen met de daken van onze cabrio's, welke in de meerderheid waren. Het werd donker, en net voor we naar buiten gingen begon het er flink uit te vallen.
Gelukkig had de organisator had een rondleiding voorzien met gids om het reilen en zeilen van de mossel-oester en andere culturen uit de doeken te doen. De hele toer lang regende het, waardoor we een beetje jaloers werden op de mosselen die lekker droog in hun schelpje zaten te griniken. Maar pluvius was ons welgezind. De leerrijke toer liep op z'n eind, en meteen ook de regenbuien. Het dak kon weer open en onder dezelfde omstandigheden ging de tour terug naar Wildert.
Daar kon onder een stralend zonnetje de wagen terug op de trailer in het gezelschap van een witgekraagde jongen. Kortom, een schitterende dag die na een lange periode van Niks, deed herademen.
Een blik op het starterspeloton in Wildert
Ford Model T mag bij de Ford club niet ontbreken
Een Minerva onderweg naar Yerseke
Ford model A
Nog een vroege Model T
Fietsers naast de oosterschelde.
Bij aankomst nog met zicht op Belgische koeltorens van Doel
Een uurtje later een zachte plensbui bij de Oesterbekkens.
Helemaal dichtgetrokken horizon.
Mooi beeld van een aantal deelnemende wagens op de dokken.
Een van de weinigen die het droog hield.
Terug op weg naar Essen, onder een lekker drogend zonnetje
Retour des Manivelles, was hopelijk een retour van vele andere gelijkwaardige evenementen, voorbode van betere tijden dan het afgelopen jaar. Voor het eerst sedert lange tijd kon de RVCCB weer iets op de agenda zetten, en dat werd voorzichtig geapprecieerd door een 20 tal clubleden.
Eerlijk gezegd, we hadden een grotere opkomst verwacht, na deze lange pauze. Langs de andere kant waren er gelijktijdig ook nog andere evenementen zoals 100 jaar Amilcar in Vichy, Frankrijk.
Maar ondanks dat een zeer mooie dag onder gelijkgezinden, in een perfect kader, veel beter kan gewoon niet.
En het moet gezegd worden, degene die de route bepaalde, verdient een ganse pauwenstaart op zijn hoed, niet enkel een pluim.
Dit was bij uitstek een van de mooiste routes die we tot nog toe mochten beleven. Een prachtig stukje België hebben we weer ontdekt in de omgeving van Pont a Celles, net ten noorden van Charleroi. Stevige rit van een honderdtal kilometers zeer mooie wegen. Vooral de passages langs een verkoelende waterweg waren zeer aangenaam, maar ook die doorheen een lommerrijk bosgebied. Enkele zeer flinke afdalingen en het afwisselend glooiend landschap, in deze periode van het jaar waren voortreffelijk.
Het schitterende weer met gemiddeld 22 graden Celcius ; ideaal. Het vergde wel wat stuurmanskunst, roadbook lezen, en onze vehikels werden behoorlijk op de proef gesteld. Jammer genoeg waren er dan ook wat uitvallers te betreuren. Er waren tig plaatsen die ons uitnodigden om gewoon onze picknick attributen uit te stallen, en gewoon langs de weg te gaan genieten van al die natuurpracht, en voorbij tuffende museumstukken. Deze dateerden van 1910 tot 1939. De A Fordjes waren in de meerderheid.
Als afsluiter een aangenaam gezellige barbecue op de plaats van vertrek, een mooi rustig gelegen golfterrein, waar nog wat dieper kon ingegaan worden op allerlei verhalen.
P.S. foto's die op hun kant staan is een gevolg van het programma, niet van de auteur. Excuses daarvoor.
Aan de start, een van de oudst deelnemende voertuigen, Unic 1913
Van hetzelfde bouwjaar deze Peugeot Bebe
Ford Model A, hiervan waren er 4 exemplaten te bewonderen in de vorm Roadster, Cabriolet en Phaeton. Er was ook een zeldzame Ford model B te bewonderen.
Loraine de Dietrich... het zwaarste kaliber van de dag.
Mag nooit ontbreken, het geluid van een Bugatti !
Austin Heavy 1928
Af en toe een verfrissing opgelopen.
Zeer mooie route langsheen een waterweg.
Schitterende landschappen !
Afdalingen
Holle wegen
Een zeer mooie weg doorheen bosrijk gebied.
Tijd voor een korte, maar verdiende rustpauze.
En als afsluiter een zeer welgekomen Barbeque.
De foto's die op hun kant staan zijn geen fout van de schrijver, maar het computer programma van Bloggen.be. Onze excuses daarvoor.
Ons verhaal voor December komt uit Ierland. Niet kerst gerelateerd, maar wel de moeite om te lezen, en wie weet om geïnspireerd te worden deze tocht eens over te doen anno 2021, 90 jaar later. Een nakomeling van een Minervist vond het dagboek van zijn grootoom, welke in het jaar 1929 een bijna 1000 kilometer lange tocht plande en uitvoerde met zijn Minerva. Het verhaal is uitvoerig opgetekend, met een enkele overlevende foto, poserend bij Mount Mukisch. Over de wagen zelf word helaas niet heel veel verteld, enkel dat hij onvermoeibaar was. De auto, een model met dickeyseat, was waarschijnlijk nog in nieuwstaat. De reis zelf word beschreven over 5 pagina's, welke toch wel enige aanzet geven tot goesting. Wij namen de moeite om de plaatsbeschrijvingen op een kaart uit te zetten, om zo een idee te vormen van het traject.
Het eerste
deel van de reis van Belfast naar Enniskillen, was niet avontuurlijk. Bij
Belleek, thuishaven van de Ehina fabriek maakten we een bocht naar de ontmoetingsplaats
van Engelse en Amerikaanse toeristen, het douane kantoor. Ik geloof dat deze officials verantwoordelijk
zijn voor het buitenhouden van vele Engelse en zelfs Noord Ierse tourristen uit
de ‘vrije staten’. En toch is er weinig nodig voor het overschrijden
van de grens. De gemakkelijkste weg, is
zoals wij het deden. Vraag de nodige formulieren aan, en maak ze over aan de R.A.C.
en laat hen de rest doen. Een bedrag
voor het voertuig is aan hen overgemaakt volgens zijn waarde, en alles wat
nodig is aan formulieren om te tonen aan de grenzen word bezorgd. De douane
beambten zelf zijn de essentie van beleefdheid, en schitteren in hun plicht, bij
de controle of alles in orde is. Als ze het gewild hadden konden ze ons vragen
om al onze bagage te openen, maar ze vertrouwden ons vriendelijk zodat we
onze weg naar Ballyshannon konden verder
zetten. Hier voor de eerste keer constateerden we dat al de postkantoren,
bedienden, straatborden, etcÂ…. in
pitoresque Ierse letters waren
weergegeven, waarmee we al weldra familiair begonnen te worden.
We waren
uiteindelijk echt in Donegal. Een korte rit van enkele mijl bracht ons tot in
Rossnowlagh, waar we voor het eerst de wilde Atlantische golven zagen brekend
op de zwarte rotsen. Het uitzicht en het geluid waren overweldigend. Hier kregen we een eerste blik op de ‘Blue
Staek MountainsÂ’ Deze wildernis is kenmerkend
voor de schoonheid van Donegal.
Van Donegal
reden we tot Barnsmore Gap, en terug rond Lough Esk. Deze route staat met slechts enkele woorden
vermeld in de gidsen, maar wij zouden zeggen dat ze zeker niet gemist zou mogen
worden door de liefhebbers van ruige landschappen. De bergen zijn magifique, en de brede rivier donderd naast de weg, wat het geheel
tot een niet te missen avontuur omtovert. Gigiantische hopen van Graniet herbergen
vele forten, ooit gebouwd om de smalle pas te verdedigen op de meest nauwe
plaatsen. De omhoog torenende steile
hellingen bevinden zich aan weerszijden.
We
spendeerden een comfortabele nacht in Donegal en de volgende morgen verlieten we Mount Charles,
een klein dorp van waaruit je een breed overzicht hebt over Donegal bay. Aan onze rechterkant scheerden we langs de
baai, tot we aankwamen in Killbegs, een
mooie plaats met een natuurlijke haven.
Verder
rijden vanuit Killbergs langs de kustweg, kwamen we in Fintra Bay, met het mooiste uitgestrekt strand van
goudgeel zand dat ik ooit had gezien. We
genoten er allen van en trakteerden ons met een plons in de warme
golfstroom. Voldaan reden we verder naar
Muckross Head. Fantastische krijtstenen
kliffen liggen niet op het parcours, maar zeker het bezoeken waard. De extraordinaire rotsformaties en variërende
kleuren maken het spektakel compleet. Hier ook krijgen we een eerste zicht op de
loodrechte kliffen van Slieve league, welke 640 meter boven de zeespiegel
uitpriemen, dikwijls gehuld in mist en wolken. Toevoegsel aan een betoverend en
mysterieus beeld.
Ik had nog
nooit zo hoge golven gezien, die zich over de platte kliffen wierpen, met
overdonderend geluid. Vandaaruit namen
we een zeer heuvelde weg naar Carrick.
Enkel mijl na Carrick bracht ons
naar Bundglass, waar we de auto achterlieten, en ons te voet begaven naar Carrigan Head, om de enorme kliffen van
Slieve League te aanschouwen. Dit uitgesproken uitzicht heeft de mooiste combinatie van Zee, Kliffen,
en Bergen van het continent. De kleuren
zijn even opmerkelijk als de impresionante hoogte van 640 meter, evenals de
kleine baaien die zich als juwelen nestelen aan de voet van de rotsen.
Terug in
Garrick, zetten we onze tocht verder door de wilde veenlandschappen
richting Malin Beg, waar we onze tent opsloegen
aan een klein riviertje.
Vroeg in de
morgen verlieten we dan Malin Beg via Malin Grove richting Glen Head, een mooi
stukje kust dat het waard is te voet te verkennen, en daarna het binnenland in
te trekken naar Glen Columbkille. Hier
in een van de meest eenzame en ontoegankelijke streken die je je kan
voorstellen leefde ooit St. Columba, en
relikwiën van hem zijn overal tegenwoordig.
Het is een mooie vallei, wild en verlaten. Het zicht in de richting van
de hoge bergen waar we vandaan kwamen, voor we weer naar omlaag duiken is
superbe. Het zou een ultiem uitkijkpunt kunnen zijn. De kliffen en de zee zijn
moeilijk te overtreffen, maar de vallei en zijn antiquiteiten moeten niet ver
onderdoen.
De Bergen
over, moesten we omlaag naar Glengesh Hill, welke verondersteld word de ergste route te
zijn in Noord Ierland. Een serie
haarspeldbochten op een zeer steile helling,
welke veel gebruikt word door de Ierse Motor club om er te racen. Ter hoogte van Andara rijden we door een
laagliggend land, naar Narrin, voorbij
Port Noo, een kleine havenstad, en verder dan naar Dowross. Vele toeristen missen dit kleine stukje, maar
het bevat een van de wildste en facinerendste scenes van heel de reis.
Bij iedere
bocht van de weg mikken we op de kleine grijze berg die uitsteekt over de grijze rotsen.
Vele
granieten blokken lijken in het wild rondgestrooid in het distrikt Narrin, en
elke heuvel is bezaaid met grijze menhirs.
De afwezigheid van bomen maakt deze omgeving ruw en bleek, maar het
uitzicht van Dowross tot de baai van Slieve tovey en zijn kliffen, zijn
verrassend mooi. Dit zou een mooie
plaats zijn voor een toekomstige vakantie.
Dwalend rond
de kop van Gwee- Barra, geërodeerd door de gelijknamige rivier, langs een lange
brug, kwamen we bij de zandige heuvels aan de andere kant. Hier sloegen we weer
onze tent op. Het zilveren warme zand,
droeg eveneens de warme lucht van de golfstroom. De interesse en vriendelijkheid die we overal
kregen, was ‘most striking’ Op deze
plaats liep een plaatselijke boer enkele km met ons mee om ons de meest
geschikte kampeerplaats aan te wijzen.
We kregen melk zoveel we maar wilden, en de betaling werd gewoonlijk geweigerd, of zeer af en toe
aanvaard voor ‘the wee ones’
Eieren
kosten nooit meer dan een shilling per dozijn, en aardappelen kregen we er gewoon
bij op verzoek. Iedereen was de
vriendelijkheid zelve voor de zeldzame campeerders.
De volgende
dag, bij het verlaten van het strand, volgden we de Gwee-Barra rivier richting
Lough Barra, een wild, eenzaam meer, gelegen in de scene van het Bleak Moorland
landschap. Rijdend tussen de Gwendowan
bergen en de Derryveagh, raakten we in Loung
Vengh en maakten we een omweg rond Garton Lough. Lough Veagh is ‘verry pretty’, met pitoresque
kastelen op de oevers. Maar de bergen verderop waren betoverend, en hier kregen we de eerste glimp van
Muekish, de vierkant vormige massa van graniet welk het noord Donegalse
landschap domineert. De wegen hier waren
erg goed, liggend in een schitterend berglandschap. Enkele mijl verder, kwamen we in het zicht
van Errigal, de hoogste berg van Donegal,
een conische massa van glinsterend kwarts, welk veel geleek op de met
sneeuw bedekte bergen van Zwitserland. Deze vallei tussen de Derryveagh bergen
an Errigal, was de meest beklijvende van alles wat we al gezien hadden op onze
reizen. Errigal zelf is uniek en aan de
andere kant van de weg ligt de ‘poisoned glen’
een rare griezelige vallei,
omgeven door de wilde steile bergen, en eindigend in een mooi meer. Het was een mysterieus aandoende plaats door
het spel van zon en schaduw, bleekheid en schoonheid, verrassend en diepe
stilte.
Met spijt
verlieten we deze unieke locatie, en blikten we terug op Errigal, langzaam
tuffend door Gweedore naar Rosses. Dit
is een laag liggend veengebied, een wirwar van meren en grote rondslingerende
granieten rotsblokken. De populatie
bestaat grotendeels uit Vissers, en een klein deel van het land is voor de
landbouw. Vanuit Dunfanaghy, de volgende
dag, reden we gezapig verder naar afdaling
van Horn Head in onze onvermoeibare auto, zo ver als de weg ons bracht. Het
zicht van de horizon is de beklimming waard, en het uitzicht van de Grand kliff
van Horn Head zelf, het extensieve zicht op de haven baai, met zijn vele
eilandjes and inhammen. Verderop het
adembenemende Mulroy Bay, met de dominante ‘Muckisch’ op de achtergrond,
maakten een impressie om niet vlug te vergeten.
Dunfanaghy
verlatend, reden we naar Port-Nablagh, langs greppels van goudkleurig zand, richting
Marble Hill strand, waar we weer een glorieus zicht kregen op de scheepshaven, met in de verte een rij van blauwe heuvels,
en bocht na bocht konden we de gele zandvlaktes observeren.
Het landschap
van Dunfanaghy, langsheen Sheephaven Bay tot Rossapenna is magnifiek. Bossen reiken tot aan de rand van het water,
en de weg kronkelt zich een baan tussen de paarse heide en goudkleurig gras.
Achter elke bocht onthult zich een nieuw fris beeld van schoonheid, met steeds
op de achtergrond de paarse heuvels die Muckisch en Errigal typeren.
We trokken
verder naar Mulroy Baai, een inham van de zee, omzoomd met beboste eilanden en de
binnenkomende drie vingerige delta met
zijn krommingen en bochten.
We stopten nabij
Portsalon om de zeven arken te bezoeken, een collectie van groteske,
boogvormige rotsformaties, gevormd door de wilde wateren van de Atlantische oceaan.
Van hier heb je dan weer een super
uitzicht langsheen Lough Swilly tot aan de ‘Rugged Heather Clad Hills’ op de achtergrond. Hier genoten we onze laatste pick-nick,
en de wilde natuur op zÂ’n best, want van hieruit keerden terug met een goed gevoel.
Van Millford
ging het via Letterkenny naar
Stabane, waar we weer de douane moesten
passeren om de vrije staten te verlaten.
Onze reis vanaf hier was niet avontuurlijk en ordinair.
Zo ging het terug naar Belfast en naar huis, na een trip van 600 mijl
doorheen een van de meest glorieuze landschappen van Europa.
Het Covid 19 virus heeft behoorlijk roet in het eten gestrooid wat betreft onze oldtimer hobby.
Bij de RVCCB werd het overgrote deel van de evenementen geschrapt. Enkel de Fagnez Hivenales, nog net voor de pandemie, en de Tour Manivelles vonden plaats, en tot onze vreugde op 6 September ook nog deze 100 km van Ophain.
Velen keken er al een tijdlang naar uit, en het aantal inschrijvingen van 40 automobielen, was net zoals ieder jaar een schot midden in de roos. De weersomstandigheden waren weer ideaal, evenals het gezelschap. Ook enkele nieuwe jonge gezichten onder de bestuurders. En het pallet van automobielen, was zoals we dat gewoon zijn weer uitzonderlijk. Van klein tot groot, oud tot minder oud, sportief tot functioneel, alle pre war klassen waren vertegenwoordigd.
Een zeer mooi uitgewerkt roadbook, in een schitterend kader, en daarbovenop nog heel wat lekkere smuldingetjes, wat moet er nog meer zijn ?
Hieronder een greep uit de vele foto's die we weer mochten uitlichten.
Niet de eerste maar tweede rit van Rvccb, ging door op meerdere plaatsen, omwille van Covid. Op deze manier werd overpopulatie voor zo ver er die is in de Pre war scene, voorkomen. Met vertrekplaatsen in Gent, Henegouwen, Luik en Brussel, was er enige keuze voor de Leden.
Wij trokken naar Gent om daar het onbekende Meetjesland te gaan ontdekken, samen met de vehikels die daar hier en daar verscholen staan.
Met 17 inschrijvingen, mogen we spreken van een meer dan behoorlijk resultaat. Menig nieuwe verschijningen, zoals een Austin Big 18, een Bugatti, Senechal e.a.
Ideale weersomstandigheden in een schitterend kader zorgden voor de perfecte omkadering van dit weelderig tafereel. Niemand kwam iets te kort.
Andere deelnemende merken waren Bentley, Lagonda, BSA, Ford, Minerva, Humber, Hotchkiss, Vauxhall, Mercedes, MG, Peugeot Â…. kortom voor ieders goesting was er wel iets.
Enkele foto's doen de rest van het verhaal uit de doeken. Helaas niet van de gebruikelijke fotograaf.
Hoe lang is het geleden ? Het laatste verslag dat we konden uitbrengen van het Pre war Front, dateert van Februari 2020, waar we getuige konden zijn van een geslaagde winterrally. De lockdown is nog niet volledig achter de rug, zodat in beperkte mate er toch alweer iets mogelijk is.
Afgelopen weekend was er een bescheiden treffen van oldtimer liefhebbers, ergens temidden van Limburgs groen. Klein maar gezellig, het meest schitterende weer, warm en een beetje bewolkt, het perfecte decor voor dit soort aangenaamheden. Een dertiental voertuigen met passagiers verschenen, en daarvan 5 vooroorlogse vehikels, met status. Een Stanley Steamer van 1912 spande de kroon wat leeftijd betreft, gevolgd door Minerva, Amilcar, Lagonda, Bentley Â….
Hopelijk is dit enkel een voorsmaakje voor de rest van het jaar.
U heeft het gemerkt, er verscheen reeds geruime tijd geen nieuws meer op dit blog. Dat is slechts gedeeltelijk te danken aan het corona virus. Daar er geen rally's meer georganiseerd kunnen worden, hiervan uiteraard ook geen reportage's. Dit zal wel weer opgenomen worden zodra de mogelijkheid hiertoe.
Echter, daar er totaal geen reactie's, inzendingen, verbeteringen ontvangen worden, sturen we vanaf nu enkel nog de mooie oude foto's, waarvan we er trouwens nog veel op voorraad hebben, enkel aan mensen die regelmatig een bijdrage leverden aan dit blog, en het dus verdienen. Jaren lang kon men profiteren, maar door het misbruik van enkelen, tot onze spijt, zetten we er een punt achter. Men ontvangt wel, maar draagt niets bij.
Dank voor uw begrip.
You have noticed, no news has been published on this blog for some time.
This is only partly due to the corona virus. Since no more rallies can be organized, of course no reports of this. This will be included again as soon as possible.
However, since there are absolutely no comments, submissions, improvements received, from now on we will only send the beautiful old photos, of which we still have many in stock, only to people who regularly contributed to this blog. For years, people could take advantage, but we regret the abuse of a few. One does receive, but does not contribute anything.
De 60 ste uitgave van de Fagnez is gedeeltelijk een feit. Gedeeltelijk, want nog terwijl we dit bericht de ether insturen is ze nog volle bak aan de gang.
Meestal wordt een taart van enkele dagen oud niet meer gesmaakt, maar dat geld niet voor de feesten van de Royal Veteran Car Club. Wie doet het ze na, 60 jaar later nog steeds even smaakvol.
Van het lijstje van 27 inschrijvingen waren reeds 2/3 aanwezig op deze winterse goede vrijdag om het pad te effenen voor de komende 2 dagen. Op deze lijst een handvol pionieren van voor 1905, en voor het eerst ook een motorfiets van zeldzame Belgische machinerie.
Als opwarmingsoefening een ritje in de namiddag richting Stavelot, waarbij een bezemwagen overbodig bleek. Alle voertuigen bleken in hun vertroeteld optimaal element. Niets beter dan zo een stevige winterwandeling om de toch saaie februarimaand te doorbreken, en de bolides een voorsmaakje te geven voor het komende seizoen. Integenstelling met vorig jaar geen lentetemperaturen, en voor aanstaande zondag staat er zowaar een storm op het menu. Jammer dat we daar geen getuige van kunnen zijn want dat gaat met zekerheid mooie beelden opleven. Op ons almanakske van nieuwe verschijningen, plakken nu foto's van een Austin Ulstertje, een Chevrolet Phaeton en een Vignot Deguingin, waarvan de eigenaar ons ieder jaar weer verrast met een nieuwigheid.
Het is nog 2 dagen te gaan, en wij zijn alvast benieuwd naar verdere beelden die zeker terug te vinden zullen zijn op de club site en hun Facebookpagina. De volgende rit is er al op 22 maart, een nieuwe telg op het blazoen, toepasselijk genaamd 'lenterit'.
Om het jaar feestelijk af te sluiten hadden we als Kerst geschenk enkele exclusieve Royale Minerva beelden opzij gezet. Enkele daarvan nooit gepubliceerd. We wensen u met deze prettige eindejaarsfeesten en een fantastisch 2020 !!!!
Op onderstaande foto de Minera van van Koning Albert 1 in 1916 bij een bezoek aan het Front in de kerstperiode. De wagen ervoor is een Belgische Pipe, met op het raam GOG. Waar dat voor staat is ons onbekend. Wie weet het ?
Dezelfde Minerva hieronder, waar u Albert in gesprek ziet met zijn vriend, Engels aristocraat, Lord Curzon. Ze verbleven in kasteel Loppem.
Hieronder een opname van Lord Curzon bij de Minerva van Albert bij kasteel Loppem.
Ook nog een beeld van Albert met op de achtergrond Minerva. De nummerplaat was 16240
Hieronder een beeld van een andere wagen uit de stallen van Koning Albert.
Vermits we in de periode van WO I zitten, tussendoor ook nog deze beelden van een Minerva Ambulance. Deze werd ingezet om weeskinderen naar een opvanghuis in Frankrijk te vervoeren.
Meerdere Minerva's in dienst van het rode kruis, waarvan Elizabeth beschermvrouwe was.
Een van de chauffeurs van deze vehikels was deze onbekende soldaat. Opname uit Leopoldsburg.
Na WO I werd de koninklijke vloot direct vernieuwd. In 1919 al bracht Albert een staatsbezoek aan Amerika, waar ook Minerva's werden ingezet.
Onderstaande beelden zijn evenwel uit Afrika uit 1929, waar we eerder reeds enkele beelden van toonden.
Onze niet aflatende recherche leverde hiervan nog enkele mooie en onthullende beelden op.
Minerva met aan boord Albert en Elizabeth bij een oversteek in het plaatsje Buta.
Hieronder, op een foto die we in eerder bericht toonden stond net een persoon vlok voor de Minerva, waardoor deze niet goed zichtbaar was. Met deze dus de verbetering.
Hieronder dan een zeer bijzondere foto. We zien namelijk koningin Elizabeth achter het stuur van de Minerva, terwijl Albert poseert met enkele missionarissen. Zeldzaam Â…Â…Â…Â….
Want meestal kreeg men een enkel een plaats als passagier zoals op onderstaande exclusieve foto. (Leopold en Astrid) Een 4 deur(tjes) Minerva begin jaren 20.
Leopold had een voorkeur voor snelle en sportieve wagens, en zat ook graag zelf achter het stuur, nog een zeer exclusief beeld hieronder. Dit is een 2 deurs Minerva zonder treeplanken en met mascotte. Dus niet dezelfde als hierboven.
Voor een bezoekje aan andere delen van het land kwam dan weer de meer comfortabele Minerva van stal. Met chauffeur uiteraard.
Pracht van een foto uit 1914, met fier poserende mannen.
Op onderstaande foto 2 Belgen, een Minerva en FN, tussen een Panhard Levassor en Fiat en helemaal links een Salmson.