Inhoud blog
  • November
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zoeken in blog

    Witte Wanen
    Het verzameld werk van een wandelaar door witte wanen
    31-10-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.November

    November is als een kristallen asbak in een nachtcafé.
    Alles gaat naar wens en dan kapt een idioot met een baccardi-cola er zijn ijsblokjes in.
    Souffrance! Misère!
    November is helaas de maand van Halloween.
    Toen ik daarstraks de deur uitging liepen er al een paar van die nobelprijswinnaars-in-trainingspak met autobanden te zeulen om straks in brand te steken.
    En overal stinkt het als naar de bezwete binnenkant van een oud mombakkes. Heerlijk.

    Als ik later groot ben wil ik als Jack Nicholson zijn. Kunnen al die snotjong bleitend terug naar hun ouders, en als die dan in hun heilige verontwaardiging komen aanbellen  smijt ik de deur open en met
    lichte waanzin in de ogen en tot aan mijn ellebogen in het bloed bijt ik hen toe : "WAT?!".

    Spijts de magnifieke prestatie van Jack, viel mij de eerste vise van 'The Departed' eerder tegen.
    Ik had de indruk dat het verhaal niet echt goed in elkaar zat, en de heren Damon en DiCaprio verwarren intensiteit -zo rijkelijk en moeiteloos verspreid door meneer Nicholson- met de gekwelde blik van een geconstipeerde wiens hand net niet tot bij de pot met pruimen kan.

    De bejaarde ploert die Nicholson speelt, deed me denken aan Georges.
    Georges was zeventig toen ik hem voor het eerst ontmoette, en een legende in de stationsbuurt.
    Het eerste wat hij me zei was dat ik altijd met een open hand in iemands gezicht moest slaan en er ook voor moest zorgen dat het een natte hand  was. " Dan springen hun de tranen in de ogen en zien ze niet meer waar ze slaan". Dat een bleitende bokser qua 'street credibility' niet echt scoort is natuurlijk ook meegenomen.

    Georges had een nachtclub in de sationsbuurt : de Picon. De Picon was een deur tussen een schoenwinkel en een cremerie. Je liep een lange gang door tot je aan spiegeldeur kwam, die openzoemde als je op een knop drukte. De Picon was begin jaren zeventig het toppunt van chic maar - twintig jaar later- enigzins vervallen. Het clienteel bestond hoofdzakelijk uit gentleman-ploerten, baruitbaters en hun personeel en de libanese diamant maffia. Voor vrouwen was er niet echt plaats : in de Picon werd beschaafd maar zwaar gedronken, gesnoven en gepokerd.

    Lou de barman (een licht neurotische Marseillees) voorzag iedereen van coke die zoals gewoonlijk omschreven van topkwaliteit was. Ik daag iedereen uit om na 36 uur werken, zuipen, kaarten en snuiven de  hem/haar verstrekte cocaine objectief en steekhoudend te beoordelen : de waarheid is dat men de dealer beoordeelt op zijn uiterlijk en zijn reputatie en niet de kwaliteit van het grammetje columbiaanse kalk.
    Door schouderophalend op te merken dat het poeder in kwestie door Lou werd verstrekt, liet je niet na het gezelschap te doen opmerken dat je diep in 'het leven' zat en werd je verschoond van het eeuwige
    'er zit precies nogal wat speed in' dat de zaterdagavondgebruiker zo genadeloos ontmaskerd.

    Op een nacht reed ik voorbij de Picon en zag Georges omringd door nogal wat wouten naast zijn Mercedes staan. Een week of wat later stonden we samen aan de bar, en Lou stond erop dat Georges
    me maar eens moest vertellen wat hij gelapt had.

    Een week eerder, op een zaterdagnamiddag, na een bijzonder woelige sessie was Georges klaar om de bar te sluiten. Lou was al uren eerder vertrokken en Georges was alleen. Net voor hij de buitendeur wilde openen zag hij een donkere vorm in de gang. Toen hij dichterbij kwam stapte hij in iets nats.
    Het was een lijk. Een man in een grijs pak van een jaar of veertig, geen portefeuille op zak, geen geld, horloge, halsketting of ringen. Onbekend voor Georges ( ...en nochthans, il connait tout le monde, bulderde Lou) en de wereld, en volgens hem na uitbundig consumeren gestikt in zijn eigen kots.

    De te volgen procedure bij overlijdens in de Horeca is simpel, maar niet zonder risico. Men wacht op het juiste moment, dumpt het lijkbleke korps voor de deur op straat en belt een ambulance " voor die arme meneer die hier voor de deur in elkaar gestuikt is". In het geval van Georges was dit helaas niet mogelijk : de deur van de Picon, tussen de cremerie en de schoenwinkel bevond zich aan de meest prestigieuze winkelstraat van de Metropool. Het verhaal werd nu heel wat interessanter.

    "Poeh", zei Georges, "ik heb Jenny gebeld (de werkster) dat ze javel moest meebrengen omdat er iemand in de gang had gekotst en heb dat lijk voorlopig in de kelder gelegd." Lou's ogen werden helemaal zwart : " C'est ça ! Dans la cave!! En peist ge dat die faux jeton me daar van ging verwittigen?!"
    Nee, dus : toen Lou die avond zijn shift begon en de kelder indook om de bar aan te vullen vond hij een
    goedgeklede heer met een starre blik tussen de kisten champage. Een ogenblik later hing hij aan de telefoon met een licht vermoeide Georges die blijkbaar zijn opwinding niet deelde. Integendeel, Lou moest zo het kind niet uithangen en de bar opendoen, Georges zou dat later allemaal wel oplossen.

    En inderdaad : een paar uur later, tijdens een stil moment sleurde Georges de onfortuinlijke man in het grijze pak door de gang naar buiten. Het plan bestond erin het lijk dat nu in plastic vuilniszakken was gewikkeld in de omvangrijke koffer van Georges' Mercedes te dumpen om het dan later op een stille plek in de haven achter te laten en alsnog een anoniem telefoontje te plegen.
    Het verblijf in de kelder van de Picon had de man echter geen deugd gedaan en hij was zo stijf als een plank. Ook bleef de capaciteit van de Mercedes schromelijk in gebreke waar het volwassen lijken in staat van rigor mortis betrof. Terwijl Georges zo stond te wroeten om het lijk in zijn koffer te krijgen (vuile blik naar Lou die geweigerd had hem bij te staan) kwam er een politiecombi voorbij.
    Het was onmogelijk om iets anders te besluiten dan wat er zich voor hun ogen aan het afspelen was.
    En wat of Georges zo al van plan was ? " Ik ga mijn friteuse begraven! Ge ziet toch wat ik aan het doen ben!!" Tien minuten later stond de halve straat vol wouten en had Georges zijn plan tot een goed einde gebracht. Tot mijn niet geringe verbazing bleken  de ordehandhavers bereid het lijk over te laden in de voor die taak toch beter geschikte combi en linea recta naar de stadsmorgue te vervoeren.
    Georges moest dan morgen maar eens bellen met C & A van het 'zesde verdiep' (recherche) om een en ander uit te leggen.
     
    Ik dronk eens van mijn whisky een keek hem aan. Hij leek niet in het minst onder de indruk.
    "en toen?" 
    "En toen? Niks, en toen! Wat heb ik te maken met onbeleefde lijken die in mijn gang liggen te kotsen!
    Dat heb ik hen gezegd! En voor de rest heb ik de complimenten gedaan aan Mariette van meneer Van Balderen (op het zèvende verdiep) die altijd al zo goed op Ava Gardner trok maar die vroeger nog voor mij gewerkt heeft. En toen heb ik ze een hand gegeven en ben ik naar huis gegaan en 's anderendaags
    ben ik met van Balderen gaan verketten in de Cascade. En gaan we nu kaarten of zeiken?!"

    " Kaarten", zei ik, want voor zeiken was de Picon toch een beetje te chic. 

    31-10-2006 om 22:57 geschreven door Minuit  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)


    Archief per week
  • 30/10-05/11 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs