|
Ik heb het
er moeilijk mee, de alomtegenwoordigheid van smartphones en tablets in de
samenleving lijkt onstopbaar. De vanzelfsprekendheid waarmee hele generaties de
virtuele wereld van de zogenoemde sociale media invluchten terwijl de echte
wereld naast hen gewoon verder gaat is een beetje triest eigenlijk, en tegelijk
behoorlijk tegen de borst stotend. Krijg je bezoek, zitten ze de helft van de
tijd met dat ding voor hun neus, probeer je in een kroeg een gesprek te
beginnen
geen gehoor, sta je in de file in de friet- zaak, is je voorganger driftig
aan het e-mailen terwijl hij eigenlijk moet bestellen, maar voorsteken mag ook
niet, zit je in het theater en is fotograferen met flits verboden, dan
schitteren er tientallen kleurige schermpjes voor je, wil je bij een evenement
iets fotograferen dan staan er plotsklaps hele hordes smartphone-fotografen
voor je lens op het spannendste moment, ben je in een vergadering, heeft de helft van de deelnemers dat ding op tafel liggen en dan komt er weer een facebook-bericht binnen van een "vriend" die ze in het echt nog nooit hebben gezien
zucht, diepe zucht
Ik geloof er
stellig in dat de volgende generatie kinderen met de smartphone wordt verwekt.
Laat nu toevallig communicatie een van de themas van de fotoclub zijn deze
trimester
Uit frustratie of is het tegendraadse ballorigheid heb ik geprobeerd
aan onze eettafel de smartphone-generatie te parodiëren met twee ondertussen
antieke twintigste-eeuwse telefoons. Een ouderwets sepia-tintje was precies wat
er bij hoorde vond ik. Deze plaat heb ik Geef me het zout eens aan genoemd.
|