WERKEN ROND ONS WIELERERFGOED LEIDT NAAR WIELERMUSEUM IN CASA GRINTA IN TERHAGEN.
Toerisme Rupelstreek Vaartland werkt momenteel aan een fietsproject in het kader van ons wielererfgoed. Terug kijken naar het rijk wielerverleden van de streek. En daarbij horen heel wat gemeenten bij die ook vanuit het Waasland door wielertoeristen en recreanten worden bezocht via speciaal uitgestippelde fietsroutes. In het project wordt momenteel gedacht om ook over de Schelde een kijkje te gaan nemen, meer bepaald in Kruibeke, Bazel, Rupelmonde, Steendorp en Temse. De veerboten van Kruibeke, Bazel-Kallebeek en s zomers ook deze in Rupelmonde, brengen fietsers onmiddellijk in de aantrekkelijke Rupelstreek en omgedraaid is ook waar. Om dan nog te zwijgen van de fietspaden langs de dijken.
De projectcoördinator bij Toerisme Rupelstreek Vaartland, is Stijn Bogaert uit Kruibeke. Hij maakt er echt diepgaand werk van en wil alles bij elkaar brengen waar een fietser, zowel de renner, de wielertoerist als de recreant iets kan beleven. Het ligt zelfs in de bedoeling in gezinsverband een fietstocht te maken langs interessante bezienswaardigheden uit het wielerverleden.
Alles kadert in een nieuw initiatief van Toerisme Vlaanderen dat aandacht geeft aan 100 jaar Ronde van Vlaanderen in 2013 en krijgt er zelfs voor alle projecten een 300.000 euro ter beschikking.
In Vlaanderen wordt gefietst, in Vlaanderen ziet, hoort, eet, drinkt, ruikt en voelt men koers. De fiets- en wielersport maken deel uit van onze cultuur. Op 25 mei 2013 zal het exact honderd jaar geleden zijn dat de eerste Ronde van Vlaanderen op gang werd geschoten. Toerisme Vlaanderen grijpt deze verjaardag aan om een kwalitatief, duurzaam, attractief en geïntegreerd toeristisch product uit te bouwen in Vlaanderen, dat de regio internationaal positioneert als wieler- en fietsregio, met behulp van de toeristische valorisatie en ontsluiting van het aanwezige wielererfgoed.
Met dit impulsprogramma wil Toerisme Vlaanderen een toeristische hefboom creëren. De hoop wordt uitgesproken dat andere beleidsdomeinen zoals ruimtelijke ordening, mobiliteit, werk & sociale economie, cultureel & onroerend erfgoed en wetenschappelijk onderzoek hierdoor worden gemotiveerd om verdere initiatieven te nemen.
De projecten die in aanmerking komen, zijn op te delen in 2 categorieën:
evenementen met een duidelijke link naar de viering van het honderdjarige bestaan van de Ronde van Vlaanderen. Deze evenementen moeten plaatsvinden in Vlaanderen of zijn hoofdstad Brussel en moeten doorgaan in het jaar 2013.
Ofwel productontwikkeling / investeringen op het vlak van infrastructuur en digitale & audiovisuele producten. De focus van het impulsprogramma ligt op het op wielererfgoed (zeer breed, de diverse disciplines kunnen aan bod komen: wielrennen op de weg, baanwielrennen, veldrijden, bmx, mountainbike
) in gans Vlaanderen. Het moeten projecten zijn met fysieke, goed zichtbare elementen en dat is nu toch wel op heel wat plaatsen in Vlaanderen dat het wielererfgoed zichtbaar is. Maar ook aandacht aan het landschap, het decor van dat alles.
Hierbij spelen bv. hellingen, kasseistroken langsheen het parcours van wielerwedstrijden, wielerpistes een rol. In Bornem-Hingene bv. zijn er nog bonkige kasseiwegen te vinden, rond Terhagen is er de Bosstraat en in het Waasland spelen de viaducten over de E17 vaak een rol in het koersgebeuren.
Toerisme Vlaanderen wees er ook op dat het nog ruimer kon bekeken worden met de verhalen rond iconen uit de wielerwereld, met name de Flandriens. Niet alleen de wielrenners kunnen aan bod komen, maar ook de figuren in de rand: verzorgers, commentatoren, onze wereldberoemde verslaggeving en o.a. ook motards die de koers in beeld brengen, organisatoren.
Er kunnen ook verhalen of folklore worden ingeschakeld rond kermiskoersen, het verhaal van sponsoring van wielerploegen. Maar bovenal en dat is wel belangrijk, moet het project een duidelijke toeristische meerwaarde hebben en emoties oproepen en belevingen aanbieden die een breed publiek aanspreken.
De folder zegt al waar het over gaat: Kruibekenaar Stijn Bogaert bespreekt als projectcoördinator bij Toerisme een culinaire ontsnapping. Rupelstreek, de inbreng van het wielermuseum van Paul Van Bommel in Hier bevindt zich het wielermuseum. het project.
Stijn Bogaert en zijn team van Toerisme Rupelstreek, kreeg de medewerking van uiteraard de provincie Antwerpen, een deel van Vlaams Brabant en Klein Brabant dat al net over de Scheldebrug van Temse in beeld komt. Nu er intenser naar ons wielererfgoed wordt gekeken, stellen we vast dat zowat overal wel iets te vinden is van vroeger en dat het dus niet alleen wielerverleden is op nationaal vlak maar ook plaatselijk. Vandaar dat nu ook private initiatieven in aanmerking komen voor subsidiëring en niet alleen gemeenten, provincies, VZWs of verenigingen.
Deze week zaten alle partners van het project reeds samen in Casa Grinta in Terhagen, een restaurant waar ook een wielermuseum is ondergebracht dat steeds kan bezocht worden door wie er iets komt gebruiken. Dat museum mogen we een aards paradijs voor de wielersport noemen. Wat daar aanwezig is grenst aan het ongelooflijke. Het museum in Casa Grinta, wordt in het project rond wielererfgoed, het absolute hoofdgerecht. Straks meer daarover.
De vergadering in Casa Grinta in Terhagen, die moet leiden naar een fietsroute doorheen het wielererfgoed. Vlnr Paul Van Bommel de eigenaar van het wielermuseum, de projectcoördinator Stijn Bogaert, de dames van het museum Sportimonium, directeur Alex Ternier van het provinciaal Recreatiedomein De Schorr, Jo De Vriendt van Toerisme Klein-Brabant, Dorien Dierickx en Gaston Maes van Toerisme Provincie Antwerpen.
Het project blijkt echt grootse afmetingen aan te nemen. Zo werkt ook het Museum Sportimonium Hofstade mee. Daar is al een rijkdom uit de sport aanwezig maar afgevaardigde Chris Schartz wil er een Wielercafé inrichten waar dan ook het wielererfgoed in de kijker zal staan.
Ook Ron Spagnaerts, de organisator van de cyclocross in Niel, zat mee aan tafel. Delen van het parcours wil men binnen een fietsroute van het wielererfgoed onderbrengen. Omdat de Jaarmarktcross van Niel in 2012 precies 50 jaar wordt ingericht, zou het passend zijn daar iets rond te verwezenlijken. Spagnaerts heeft nog geen idee hoe hij het parcours van zijn topcross in de route kan brengen. Er werd wel gedacht aan het inschakelen van de dijken van het broekgebied waar de veldrijders rijden. Het is alvast een goed gegeven dat er in de buurt fietsknooppunten zijn. Ook de trappen die moeten verwerkt worden door de crossers, kunnen misschien ingeschakeld worden. Eventueel kan ook iets worden gerealiseerd om de 50 winnaars van de cross zichtbaar voor te stellen. Toerisme Rupelstreek zal nu onderzoeken hoe het kan worden aangepakt om te kaderen in het project.
Alex Ternier, directeur van het Provinciaal Recreatiedomein De Schorre, wil ook een belangrijke inbreng in het project van Toerisme Rupelstreek steken maar zal ook een eigen project voorleggen. De Schorre is een oude kleiput waar op 75 ha heel wat mogelijkheden zijn. Het domein kreeg in gans Vlaanderen bekendheid door de organisatie van muzikale evenementen. Maar ook de sport is er thuis. Ternier wil een studie laten maken rond een fietsinrijpunt en zal samenwerken met het ander project én met het wielermuseum in de Casa Grinta. Op die manier kan zeker naar een meerwaarde worden gezocht.
Wielermuseum.
Het museum van Paul Van Bommel barst uit zijn voegen. Paul was maar veertien jaar toen hij al de interesse kreeg als gevolg van het cadeau krijgen van een miniatuurfietsje van zijn ouders. Regelmatig komen er nog attributen binnen van bekende wielrenners. Hij wil dan ook uitbreiden en een speciale toegang maken zodat fietsers die langs komen al een glimp kunnen opvangen van wat er zich in de Casa Grinta bevindt. Daar zal aan gewerkt worden want momenteel is er een beperkte toegankelijkheid van het wielermuseum omdat er wat moet gegeten worden. Het museum toont ook een collectie Alles wat met de fiets te maken heeft krijgt een plaats in het wielermuseum. van Sven Nys. Hier ook de miniatuurfietsjes.
En dit zijn een paar truien van wereldkampioenen. Een deel van de verzamelde en door de renners getekende truien. Maar Paul heeft er nog veel meer van vroeger en nu. Paul zegt zonder haperen van wie ze allemaal zijn: die is van.., die van
die van
Enkel wie een dagvers menu komt eten, krijgt de toelating om op de bovenverdiepingen te genieten van onvoorstelbaar veel zaken uit het wielermilieu: gesigneerde koerstruien van Tourwinnaars, wereldkampioenen, Belgische kampioenen, affiches, wegwijzers van wieleromlopen, drinkbussen, rugnummers, echte fietsen van toen en miniatuurfietsjes. En wat meer is, Paul stapt mee als gids doorheen zijn museum. Maar hij is uiteraard ook de chef van het restaurant waar hij voor de fietsers een viertal speciale pastas aanbiedt naast de andere menus die een unieke smaakervaring in zich dragen.
En plots stond Jan Bogaert voor ons. Bij een beker Een hoekje met oude koersfietsen, truien, karikaturen die hij kreeg na de 35ste Grote Prijs van de Stad Sint-Niklaas, en de trui en drinkbus van Kristof Goddaert met de een organisatie van Stadsbelangen. helemaal verscheurde koersbroek van Kristof toen hij dit jaar ten val kwam door in een tramspoor te rijden op training. Het wielermuseum in Casa Grinta, toont zowat alles.
Elke week kan men kiezen tussen drie dagverse menus die verwijzen naar ..de wielersport. Wie aan tafel gaat zit meteen in de wielersport want alle tafels kregen een unieke collage als tafelblad. Zo is het mogelijk dat er wordt gegeten aan de Eddy Merckxtafelof de wereldkampioenentafel.
Na ons bezoek aan het wielermuseum in de Casa Grinta in de Kardinaal Cardijnstraat 46 in Terhagen, durven we stellen dat al wie van wielersport, van fietsen houdt, bij Paul eens langs moet gaan. Ons wielererfgoed straalt hier echt de Vlaamse fierheid uit en meteen wordt de link gelegd naar de realiteit van de 21ste eeuw.
Restaurant Case Grinta is open op donderdag, vrijdag en zaterdag van 18 tot 21.30 uur en zondag van 12 tot 14.30 uur en van 18 tot 21.30 uur. Reserveren kan op 03/888.33.11
Tekst en fotos: fvdv
In het kader hiervan wijzen we er op dat Flor Van de Velde aan een boek werkt over het wielererfgoed in de regio met in het bijzonder Beveren via de geschiedenis van het Comité ter Heropleving van de Wielersport. In een eerste deel wordt teruggeblikt op de grootheid van de streek met mannen als Theo Middelkamp, Gerard Buyl, Peet Oellibrandt, Karel De Baere, Isidoor De Ryck, Freddy De Blick , ploegleider Edgard De Maere om zo te gaan naar 1972, het jaar dat het CHW werd opgericht. De renners die toen koersten komen in beeld met de Kosoloskys, Johnny Vanderveken en de bekende renners anno 1972.. Ook de beroepsrennerskoersen in Beveren worden in een flits vermeld en een terugblik op de Wase Wielerclub en Willen Is Kunnen Burcht uit hun beginperiode. Puur wielererfgoed is dat. En dan begint uiteraard de werking van CHW met het relaas van de stichting door Marcel Van Kerckhoven. De geschiedenis van de Schaal Schoeters wordt uitgebreid beschreven, de CHW Sportschool, de Ronde van het Waasland voor Juniores, de onvergetelijke Wielerhoogdagen in de Molenbergwijk, het BK voor cyclosportieven, de PKs voor dames, hoe Gerry Van Lierop in 1985 Belgisch Kampioen der Nieuwelingen werd en nog veel meer. Alles wordt geïllustreerd met enorm veel fotos van vroeger. Een eerste deel De jaren zeventig is weldra klaar.
|