Pilea microphylla
kanonneerplantje
Door de bijzondere en interessante bladtekeningen zijn deze planten erg geliefd.
Eigenschappen : Het kanonneerplantje (Pilea microphylla) dankt zijn naam aan een grappige eigenschap: bij bevochtiging van de bloeiende plant worden de stuifmeelkorrels door het zich plotseling samentrekken van de meeldraden naar buiten geslingerd.
Kenmerken : Deze soort blijft hier buiten beschouwing. Deze tropische plantjes worden bij ons vooral gekweekt om hun bladeren.
Bloemen : De bloei is onopvallend, de bloemen zijn zeer klein en dat is niet zo verwonderlijk, want Pilea behoort tot de brandnetelfamilie.
Soorten : In de handel komen veel Pilea's voor, de meeste hebben bladeren met een reliëf en frappante tekeningen: ze doen denken aan de huid van reptielen. De naam 'kanonneerplantje' heeft slechts op een soort betrekking (Pilea microphylla).
Er zijn drie soorten die de naam eer aandoen: - Pilea microphylla ook wel de Pilea muscosa - Pilea involucrata De stuifmeelkorrels worden weggeslingerd wanneer bij bevochtiging de meeldraden zich strekken met een schok. - Pilea spruceana Deze heeft ook het vermogen om de zaden weg te schieten.
Standplaats : Pilea's zijn relatief gemakkelijk in de verzorging. Ze verlangen een matig warme en zonnige standplaats. Van begin juni tot september kan de plant eventueel naar buiten. De aarde mag matig vochtig zijn, 's winters moet wat minder gegoten worden. Van maart tot september om de 14 dagen bemesten met kamerplantenmest. De plant houdt van een hoge luchtvochtigheid, maar sproeien op het blad veroorzaakt zwarte vlekken.
Verpotten : Zo nodig in het voorjaar verpotten in potgrond met wat extra droge koemest. Niet de potscherf vergeten! U moet in de zomermaanden de aarde vochtig houden en alleen begieten als de aarde licht gekleurd wordt en droog gaat aanvoelen. Van de maand februari tot de maand augustus mag u om de tien dagen plantenvoeding geven. In de wintermaanden moet u hem in een vochtige omgeving zetten en minder water geven en géén voeding. De temperatuur die dan ideaal is is 15°C.
Snoeien : In de maanden april maart worden de stengels ingesnoeid, de plant loopt daarna opnieuw uit.
Vermeerderen : Oudere planten gaan er op den duur niet zo mooi uitzien, dus is het raadzaam om tijdig stekjes te nemen. De toppen en zijscheuten van 6-10 cm kunnen als stek dienen. De stekjes wortelen in water en kunnen daarna worden opgepot. U kan beter stekken nemen i.p.v. de Pilea te proberen over te houden in de winter, ofwel uit zaad nieuwe planten kweken. Het stekken doet u in de maand mei door stekken van 6 tot 10 cm lang te nemen die u in water laat wortelen en daarna kan u ze in potgrond oppotten. Een beetje bodemwarmte doet goed. Zet u één stek in een pot dan zal u een paar keer moeten toppen om een bossige plant te krijgen. Zet u drie stekken in een pot dan zal u een flinke plant krijgen. U mag de stekken ook in stekveen zetten dit onder plastiek. Na twee weken zullen ze voldoende wortels hebben om ze dan in een pot van 9 centimeter doorsnede over te zetten.
Weetjes :
In Amerika wordt de Pilea de Artillery plant genoemd en in Duitsland noemt men deze de Kanonierblume.
Hebt u bladval bij de Pilea dan kan dit wijzen op te veel of te weinig water, u moet zien dat u de juiste hoeveelheid kan bepalen.
Zwarte vlekken op de bladeren vooral bij de Pilea spruceana soort zijn dikwijls het gevolg van waterdruppels die na het besproeien van de plant tussen de bobbels hiervan zijn achtergebleven. Echter een te koude standplaats in de wintermaanden kan ook hiervan een oorzaak zijn.
|