JP's Plantengids
Inhoud blog
  • http://plantengids2.blogspot.be/
  • Ixiolirion tataricum
  • Plumeria
  • Phuopsis stylosa
  • Lagerstroemia
  • Hypocyrta
  • Allium aflatunense
  • Cosmos bipinnatus
  • Convallaria majalis
  • Scilla siberica

    Zoeken in blog





    Mijn favorieten
  • bloggen.be
  • opaweetjes
  • fotoalbum
  • wandelroutes
  • fietsroutes
  • GPS-routes
  • koopjesblog

  • Fruit
    Actinidia Deliciosa
    Cydonia oblonga
    Ribes rubrum

    Dropbox

    Druk op onderstaande knop om je bestand naar mij te verzenden.


    E-mail mij

    Druk oponderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007

    Vraag & antwoord
    *Het plantenseizoen
    *Luister naar je planten
    *Cissus is zeer gevoelig
    *Cyclamen problemen
    *Uitgebloeide bloembollen
    *Amaryllisbol niet weggooien
    *Blauwe regen met kuren
    * Pioenlegende
    *Roetdauw bij Rozen
    *Planten overwinteren

    JanuariTips
    Januaritips
    Geraniums zaaien

    Februaritips :
    Februaritips

    Maarttips :
    Maarttips

    Apriltips :
    April siertuin

    Meitips :
    Mei-siertuin

    Juni Tips
    Juni Tips

    Tips Juli
    TuinTips Juli

    Augustus Tips
    Tips Augustus

    NovemberTips
    November doe kalender

    DecemberTips
    Tuintips december

    Archief per jaar
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007

    Inhoud blog
  • http://plantengids2.blogspot.be/
  • Ixiolirion tataricum
  • Plumeria
  • Phuopsis stylosa
  • Lagerstroemia
  • Hypocyrta
  • Allium aflatunense
  • Cosmos bipinnatus
  • Convallaria majalis
  • Scilla siberica
  • Crambe
  • Kamerplanten lusten geen leidingwater
  • HET PLANTENSEIZOEN
  • Carissa
  • Symphytum officinale
  • Howeia
  • Exacum
  • Rosa 'Dortmund'
  • Selaginella
  • Acaena magellanica
  • Eupatorium purpureum
  • Paeonia lutea
  • Schizostylis coccinea
  • Chrysanthemum
  • Helianthus salicifolia
  • Planten overwinteren
  • Morus alba
  • Osmanthus burkwoodii
  • Lemna trisulca
  • Harpagophytum procumbens
  • Hippophae rhamnoides
  • Astilbe 'Fanal'
  • ILEX - HULST
  • Hydrangea - Annabelle
  • Cattleya
  • Allium Savitum
  • Crassula
  • Prunella grand. 'Loveliness'
  • Potentilla fruticosa 'Abbotswood'
  • Rosa 'Baron Girod de L'Ain'
  • Helianthemum 'Wisley Pink'
  • Abelia schumannii
  • Centaurea montana
  • Enkianthus campanulatus
  • Ipheion uniflorum
  • Iberis umbellata
  • Sedum acre
  • Tropaeolum majus
  • Viburnum plicatum 'Mariesii'
  • Prunus serrulata
  • Pleione formosana
  • Eucomis autumnalis
  • Hibiscus rosa-sinensis
  • Roetdauw bij Rozen
  • Persicaria amphibia
  • Ctenanthe
  • Cactussen
  • Paprika
  • Abutilon megapotamicum
  • Polystichum
  • Camellia sinensis
  • Gypsophila
  • Fuchsia's
  • Pulsatilla vulgaris
  • Pioenlegende
  • Deutzia gracilis
  • Rosa 'Auslo'
  • Dieffenbáchia
  • Nerium oleander
  • Pilea microphylla
  • Senecio rowleyanus
  • Raphis
  • Callistémon
  • Puschkinia scilloides
  • Graptopetalum
  • Cyclamen problemen
  • Callisia
  • Kalanchoe beharensis
  • Passiflora caerulea
  • Blauweregen met kuren
  • amaryllisbol
  • Solanum Thurino
  • Robinia pseudoacacia 'Frisia'
  • Fittonia
  • Aërides
  • Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
  • Laburnum watererii 'Vossii'
  • Hosta undulata
  • Rosa 'Auslight'
  • Heracleum mantegazzianum
  • Plumbago auriculata
  • Paeonia suffruticosa
  • Rosa 'Auscot'
  • Aeonium arboreum
  • Senecio jacobaea
  • Abies koreana
  • Prunus subhirtella
  • Lobelia erinus
  • Fallopia aubertii
  • Calceolaria Hybride
  • Rosa 'Ausbuff'
  • Sempervivum arachnoideum
  • Sisyrinchium californicum
  • Hydrangea paniculata
  • Buxus-ziekten
  • Dryas octopetala
  • Geranium cinereum 'Ballerina'
  • Fritillaria Bucharica
  • Caesalpina giliesii
  • Cydonia oblonga
  • Malus toringo
  • Rosa 'Ausbord'
  • Lychnis chalcedonica
  • Veronica longifolia
  • Tuintips voor Augustus
  • Liatris spicata
  • Lonicera caprifolium
  • Clerodendrum trichotomum
  • Pterostyrax hispida
  • Laburnocytisus adamii
  • TUINTIPS IN JULI
  • Prunus gondouinii
  • Agrimonia eupatoria
  • Lilium `Mona Lisa'
  • Dorotheanthus
  • Ptelea trifoliata
  • Tuintips in Juni
  • Rosa 'Korliluc'
  • Cornus alba 'Elegantissima'
  • Impatiens balsamina
  • Sandersonia aurantiaca
  • Waldsteinia ternata
  • Prunus lusitanica
  • Oenothera macrocarpa
  • Corokia cotoneaster
  • Clematis 'Madame Baron Veillard'
  • Rhododendron 'Apple Blossom'
  • Platanus acerifolia
  • Kalimeris incisa
  • Mandevilla of Dipladenia
  • Myosotis sylvatica
  • Fritillaria imperialis
  • Rosa 'Swan Lake'
  • Digitalis purpurea
  • Dictamnus albus
  • Pelargonium
  • Ledum groenlandicum
  • Lantana camara
  • Elaeagnus ebbingei
  • Ceanothus
  • Magnolia kobus
  • Taxus baccata
  • Kerria japonica
  • Euonymus alatus
  • Buxus sempervirens
  • Salix integra
  • Pieris japonica
  • Rosa 'Ausblush'
  • Exochorda racemosa
  • Pittosporum tobira
  • Prunus triloba
  • Limonium latifolium
  • Lagurus ovatus
  • Crocus cancellatus
  • Ranunculus ficaria
  • Geranium
  • Maarttips
  • Smilacina racemosa
  • Pernettya mucronata
  • Melilotus alba
  • Malus 'Radiant'
  • Lilium pumilum
  • Rosa 'Frau Astrid '
  • Periploca graeca
  • Pseudofumaria lutea
  • Salix babylonica
  • Kalender Februari
  • Rhipsalidopsis
  • Dracaena
  • Galanthus
  • Begonia sutherlandii
  • luister naar je planten
  • Rosa 'Meitoifar'
  • JANUARI – TIPS
  • Phytolacca
  • Omphalodes verna
  • Eucalyptus niphophila
  • Ranunculus lingua
  • Rosa 'American Pillar'
  • Centranthus ruber
  • Geranium sylvaticum
  • Rosa 'Admired Miranda'
  • Tuintips december
  • Acorus calamus
  • Aeonium arboreum
  • Aristolochia durior
  • Actinidia deliciosa
  • Achillea ptarmica
  • Acer campestre
  • Stapelia hirsuta

    OM HET ZOEKEN IN DEZE PLANTENDATABASE MAKKELIJK TE MAKEN DRUK CTRL-F EN VUL IN HET KADERKE HET GEWENSTE WOORD IN BV."HULST" EN ALLE VERWANTE TEKSTEN MET HET WOORD "HULST" IN VERSCHIJNEN. WEL BLIJVEN KLIKKEN TOT U HET GEWENSTE ARTIKEL GEVONDEN HEBT ------------------------------ HOE MEER REAKTIES ER KOMEN HOE MEER DE SITE WORD UITGEBREID
    03-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uitgebloeide bloembollen
     

    Tuinvraag van de maand


    WAT DOEN WE MET UITGEBLOEIDE VOORJAARSBOLLEN ??


    Wacht met het rooien van de bollen tot de bladeren helemaal vergeeld zijn
    Haal ze dan voorzichtig uit de grond,dat doet men het beste met een spitvork,
    Maak de bollen goed schoon,blad wegknippen en alle grond verwijderen,Laat ze enkele dagen drogen in de schaduw,en leg de bollen in een houten kistje met turf of houtkrullen.Ze mogen mekaar niet raken.Zet de kist in een droge ,goed verluchte en donkere ruimte.

    Uitgebloeide bollen naar buiten
    Zodra de bloembollen in de huiskamer uitgebloeid zijn, kunnen ze op een beschutte plaats buiten gezet worden. Laat ze daar maar rustig afsterven en verwijder alleen de zaaddozen. Zorg wel dat ze niet te nat staan. Want te natte voeten zorgt voor verrotting van de bollen.

    Bollen bewaren voor op het terras of in huis
    Als het de bedoeling is om de bollen het volgende jaar opnieuw in de huiskamer te laten bloeien, laat ze dan rustig in het potje staan en zorg dat ze af en toe wat water krijgen (niet te veel!). Het volgende jaar zullen de groene puntjes weer boven de grond verschijnen en kunnen ze weer de huiskamer in.

    Bollen planten in de tuin
    Het is heel goed mogelijk om de bloembollen een tweede leven te geven in de tuin. Zodra het weer het toe laat kunnen de bolletjes in de tuin gepoot worden. Hou voor een juiste plaats rekening met het volgende:

    Goed zichtbaar vanuit huis (in de winter zijn we niet veel buiten en genieten binnen vandaan van de tuin) of langs een veel belopen pad (bijvoorbeeld een pad naar de deur).

    Afstervend blad niet zichtbaar (zet ze onder bladverliezende heesters, zodat het afstervende blad niet hinderlijk zichtbaar is (tegen de tijd dat het blad afsterft, gaat de heester weer blad vormen en zal het lelijke afstervende blad aan het zicht onttrekken).

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (6 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mei Siertuin
    MEI  (bloeimaand)
      
    Tuinwerkjes Siertuin 
     
    Plantenborders:
    • Kuis de plantenborders op en verwijder de vaste planten die het nog steeds niet doen. Men mag nu wel aannemen dat ze de winter niet hebben overleefd. Vervang ze.
    • Vaste planten die reeds hebben gebloeid kunnen nu worden gescheurd. Dit bevordert tevens de bloeikracht van de planten voor het volgende jaar.
    • Verwijder alle ongewenste zaailingen en hark de grond lichtjes waardoor de border er ineens veel netter uitziet.
    • Zet steunmateriaal bij de planten waar u toch bezig bent. Riddersporen en bolhortensia's zullen dit zeker kunnen gebruiken. Gebruik restanten van een afrastering om uw riddersporen e.a. te laten doorheen groeien. Je kunt deze afrasteringdraad ook geleidelijk aan mee omhoog schuiven waardoor de planten veel steviger staan.
    • Rijshout rondom vaste plantengroepen plaatsen.
    • Vergeet uw borders niet te bemesten. Je planten kunnen nu wat extra voedsel goed gebruiken!
    • Voor een nette afwerking tussen gazon, terras en borders of haag kunt u gebruik maken van rubber afboording
      Onkruid verwijderen in de tuin
    • Bloemenborders met turf bedekken om onkruid tegen te houden
    • Terrassen en paden onkruidvrij maken
    • Snoeien van hagen
    • Ideale planttijd voor éénjarige planten
    • Vorstgevoelige bollen 25 cm diep planten
    • Vaste platen steuntje geven en aanbinden
    • Druif aanbinden en okseldieven wegknippen
    • Zevenblad, winde en kweekgras te lijf gaan
    • Uitstekende takken van meidoorn, veldesdoorn, beuk en haagbeuk zoveel mogelijk in de haag verweven en daarna snoeien
     
    Na de ijsheiligen
    • Vorstgevoelige perk - potplanten buiten zetten
    • Kruiden planten
    • Op een bewolkte dag hagen van coniferen, taxus, hulst, laurierkers en buxus snoeien
    • Controleren of hoge planten voldoende zijn aangebonden
    • Slap groeiende en hoge laatbloeiers terugknippen voor een steviger plant en rijkere bloei
    • Zaaddozen van uitgebloeide rododendrons en sering uitknijpen
    • Zaailingen verspenen
    • Opnieuw een jarigen zaaien
    • Tweejarige planten zaaien
    • Uitgebloeide brem tot vlak boven het oude hout snoeien
    • Vroegbloeiende clematis fatsoeneren
    • Dood hout uit hortensia's verwijderen
    • Luis, bladrollers en slakken bijtijds verwijderen
    Snoeien:
     
    Hagen :

    Ligusterhagen kunt u best reeds voor de eerste maal snoeien. Deze hagen groeien nu zeer snel en verliezen daardoor ook vlug hun strakke haagvorm. De meeste bladdragende hagen zoals beuk, haagbeuk, lonicera, buxus, hulst, laurierkers,...kunnen in mei voor de eerste maal worden gesnoeid.

    Coniferen :
    Coniferen zoals hagen kunnen naar het eind van de maand hun eerste snoeibeurt krijgen. Taxus kunt u beter wat later in juni snoeien. Knip coniferen niet af tot op het kale hout want ze zullen niet meer uitlopen. Alleen bij Taxus is dat wel toegestaan.
     
    Heesters : 
    Voorjaarsbloeiende heesters kunt u het beste direct na de bloei snoeien. U behoudt dan mooie struiken met jonge takken die elk jaar weer rijkelijk zullen bloeien. Enkele soorten: Forsythia, Ribes, Chaenomeles, Kerria, winterjasmijn,...
     
    Buxus :
    Snoeien van Buxus gebeurt best na de ijsheiligen om geen vorstschade te krijgen op de vers geschoren twijgen. Bij het snoeien van Buxus wacht je best tot het een bewolkte dag is. Als je een Buxushaag op een warme zonnige dag snoeit dan zal deze na enkele dagen verbrandingsverschijnselen tonen. Buxushaagjes snoei je indien mogelijk best niet met een elektrische haagschaar. Bij het gebruik van een manuele heggeschaar spuit je de buxushaag eerst nat zodat deze nog soepeler doorheen de takjes kan glijden. Dit is beter voor uw armen en voorkomt ook weer verbranding van de gesnoeide toppen. Voor vormsnoei van taxus, buxus, lonicera en andere kunt u een buxusschaar hanteren
     
    Andere :

    --Zaaddozen van uitgebloeide seringen en rododendrons uitknijpen om de groei van de struiken te bevorderen.

    --Snoei de groene takken weg bij bontbladige heesters of bomen, ze gaan anders overheersen.

    --Hetzelfde principe geldt ook voor de Japanse kerselaars die worden geënt op wilde kerselaars die als onderstam dienen. Deze wilde onderstammen vormenscheuten die witte bloemen geven terwijl de geënte soort roze bloemen draagt. De wilde scheuten laten staan is nadelig voor de Japanse kerselaar(variëteit) want het meeste voedsel gaat dan naar die wilde kerselaar en na enkele jaren zal de witte wilde kerselaar de roze Japanse kerselaar verdringen. Het is dus best om de wilde kerselaarscheuten zo dicht mogelijk tot tegen de onderstam weg te snijden.

    Gazon:

    • Het gazon gaan we 1 of 2 keer per week maaien, afhankelijk van de groei.
    • Verwijder onkruid uit het gazon, steek het uit of gebruik onkruidbestrijdingsmiddelen.
    • Strooi als er regen is voorspeld kunstmest op het gazon, herhaal dat over een maand. Zo hou je het gazon gezond!

     

    • Nieuw gazon zaaien.
    • Een nieuw gazon van graszoden kan nu worden aangelegd.
    • Graskanten afsteken
      Steek het gras met een graskantensteker langs de gespannen plantkoord af. Zorg ervoor dat de graskantensteker schuin de grond in gaat. Zo staan de kanten stevig vast dit om te vermijden dat de boord afbrokkelt. Het gras zal dan ook veel minder vlug in de percelen groeien of woekeren. 
    Bloembollen:
    • Nijp de uitgebloeide narcissen en tulpen uit want anders steekt de plant al zijn energie in de zaadvorming ipv de energie op te slaan voor de nieuwe bloemknoppen van volgend jaar. Het loof van uitgebloeide bollen rustig laten afsterven.
    • Bij hyacinten worden de uitgebloeide bloemstengels verwijderd. Als je de bollen wilt bewaren laat je de planten staan tot het blad helemaal is vergeeld. Pas als het blad helemaal geel is, kun je de bollen rooien en tot het najaar in droge turf bewaren.
    • De zomerbloeiende bol- en knolgewassen (dahlia, canna, gladiolen, begonia's,...) moeten dringend de grond in om tijdens de zomer rijkelijk te kunnen bloeien.
    de vijver:
    • Haal overtollige planten zoals eendenkroos en algen uit de vijver.
    • Dus de snel groeiende en woekerende waterplanten uit.
    • Het is nu de tijd om nieuwe planten in de vijver te zetten.
    • Vorstgevoelige soorten als de mosselplantjes en de waterhyacint kunnen nu ook de vijver in.
    • Verplant eventueel bepaalde soorten zoals de waterlelie, deze kunt u tevens in stukken breken en apart opplanten. De waterlelie heeft een kleiachtige grond nodig om goed te kunnen bloeien.
    • Controleer of de vissen geen ziekten hebben, indien nodig behandel ze dan.
    • Nu het terug warmer is worden de vissen terug actiever en mogen ze regelmatig voeder krijgen.
    • Wees tijdens de schoonmaak voorzichtig met kikkers en salamanders.

      kuipplanten, perkgoed en eenjarigen:
    • Eenjarigen en kuipplanten die niet tegen de nachtvorst kunnen, mogen pas vanaf 15 mei na de ijsheiligen naar buiten:

      • Sint Pancratius (12 mei)
      • Sint Servatius (13 mei)
      • Sint Bonifatius (14 mei)
    • Eenjarige planten en bloemenweides kunnen buiten ter plaatse worden gezaaid.
    • Opvullen van de bloembakken:

      • Als je een hangmand samenstelt, moet je met een stuk plastic of een schotel onderin zorgen dat er wat water in kan blijven staan. Dan verdroogt zo’n mand lang niet zo snel.
      • Zet de planten in een bloembak, in schalen, potten die onderaan voorzien zijn van enkele afwateringsopeningen. Zitten er onderin de bloembak geen gaten, dan boor je er best enkele. Leg een potscherf over het gat zodat de potgrond het gat niet verstropt. Tik de aangekochte plant voorzichtig uit zijn potje zodat de wortelkluit niet breekt en uit elkaar valt. Gebruik alleen goede, kiemvrije kwaliteitspotgrond. Deze werd zodanig samengesteld dat hij optimaal voldoet aan de bodemeisen van uw plant. Bijbemesten hoeft de eerste maand niet te gebeuren daar er voldoende meststoffen in het potgrondmengsel verwerkt zijn.  Duw de potgrond rond de wortels goed aan en geef na het inplanten rijkelijk water. Bij zonnig weer moet je van nu af aan je planten in potten en bakken iedere dag water geven. Koop ook bijhorende onderschotels voor uw potten en bloembakken. Geef water dan bij voorkeur in de onderschotels, via de openingen zullen de planten dan wel het water opzuigen dat ze nodig hebben.

    Algemene taken Plant dahlia's die na de laatste nachtvorst voorbij is.

    • Turf nieuwe gazons.

    • Neem een gewone wandeling in de tuin en kijk uit voor mogelijke tekenen van plagen en ziekten

    • Bescherm de planten tegen slakken met verschillende vormen van barrières, valkuilen en ijzerfosfaat pellets.

    • Kassen en serres kunnen snel op warmen in mei -  de kas schaduwen met doek of spray

    • Open de deuren en ventilatieopeningen tijdens de dag.

    • Mulch zoete erwt planten met goed verteerde mest of compost, dit zal de instandhouding van vocht en het beperken van onkruidgroei.

    • Houd planten goed bewaterd tijdens droge perioden te voorkomen dat zij gestrest en vatbaar zijn voor plagen.
    • Veel van de zaailingen die je hebt grootgebracht kunnen worden uitgeplant na de dreiging van de laatste vorst voorbij

    • Maak ruimte voor naaldhout stekken van Penstemons en Pelargoniums, enz.

    • Zaai zaad van winterharde biënnales, zoals teunisbloem en vingerhoedskruid en vaste planten zoals Achillea, Alstroemeria en winterharde geraniums. .
    • Gebruik de roofmijt Phytoselius voor spint, de kleine wesp, Aphidius voor bladluizen, de roofmijt Hypoaspis voor de bestrijding van varenrouwmug, de sluipwesp Encarsia voor witte vliegen en kevers Cryptolaemus voor wolluis.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    02-05-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Alcea rosea
     

    Alcea rosea


    Botanische naam  : Alcea rosea
    Nederlandse naam : Gewone stokroos
    Herkomst         : China
    Bijzonderheden   : diverse kleuren
    Grondsoort       : alle, humeus, lichte klei, zware klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : 2 jarig
    Gebruik          : borders, solitair, verwildering
    Hoogte           : > 0.90 m
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme, geel, rood/bruin, roze, paars
    Bloeitijd        : juli, augustus, september
    Blad             : groen


    Standplaats:
    De soort groeit het beste op vrij arme kleigrond, maar de donkere varianten doen het ook goed op zanderige gronden. De stokroos gedijt het best op een luwe, warme en niet te vochtige plaats. Een bekende plaats is een muur of schutting op het zuiden, want de plant houdt van zon. Bij droog weer moet de plant extra water hebben, anders verdrogen de bloemen en rijpen de zaden voortijdig.

    Kenmerken:
    Vaste planten die meestal als tweejarigen gekweekt worden, ook als éénjarigen te zaaien in 2/3 en in mei planten.

    Planten waarbij enkelbloemige en dubbelbloemige (Charter's) en niet te vergeten de vele kleuren van wit naar roze, naar rood tot diep paars dat bijna zwart lijkt namelijk de 'Nigra' bloeit zelfs vanaf mei tot oktober.

    Bloemen :
    De plant bloeit in de zomer van juni tot augustus met lange bloemstengels van 1-1,5 m hoog, maar de plant kan ook veel hoger worden (tot zo'n 3 meter). Tijdens de bloei trekt de plant bijen en hommels aan. De stokroos heeft splitvruchten, waarin de 7-8 mm grote zaden zitten. Opkweken van stokrozen kan door middel van zaad, dat aan het einde van de zomer rijp is en direct gezaaid kan worden. Zaaien kan ook in de opvolgende lente. Als het zaad rijp is barsten de splitvruchten vanzelf open. De stokroos kan ook zichzelf uitzaaien.

    Planten :
    Niet te nat planten vooral in de winter is dit funest.
    Best planten op een standplaats uit de wind, anders is aanbinden aangewezen.
    Indien je voldoende bemesting geeft zijn de planten beter bestand tegen de roestziekte.

    Eigenschappen:
    Als de stokroos in de lente gezaaid wordt, vormt de plant dat jaar alleen blad en zal pas het volgende jaar bloeien. Zaait men de stokroos aan het einde van de zomer (augustus/september) dan kan de plant het jaar daarop in bloei staan, maar dat is afhankelijk van het weer, het kan ook een jaar langer duren. De stokroos vormt na de bloei naast de oude rozet nieuwe uitlopers. De oude stengel moet worden afgeknipt, anders kost dat de plant teveel energie.

    Vermeerderen :
    Vermeerderen door te zaaien in het voorjaar(eind april-begin mei) of late zomer, zaait zich ook zelf uit.
    De zaailingen kunnen wel afwijken van de oorspronkelijke plant.
    Daarom komen talrijke kleurenschakeringen voor.

    Soorten :
    Bij de kwekerijen is Alcea rose te verkrijgen op kleur. Meestal worden ze dan aangeduid als:
    Alcea rosea (geel)
    Alcea rosea (rood)
    Alcea rosea (roos)
    Alcea rosea (wit)

    Weetjes :
    Mooi te combineren Phlox, Astrantia, Lavatera, klimrozen, Eremurus

    Alcea rosea is afkomstig uit China met diverse kleuren. Alcea is een vaste plant die meestal als tweejarige gekweekt wordt. Maar hij is ook als éénjarige te telen. De stokroos is een ouderwetse romantische plant en een topper in de cottagetuin. Gevoelig voor roestziekte. Planten op een niet te warme en niet te vochtige plaats. Met aftreksels van heermoes of een kalirijke beemsting beschermen tegen deze roestziekte.

    De stokroos (Alcea rosea, syn.: Althaea rosea) is een tweejarige plant uit de kaasjeskruidfamilie (Malvaceae). De plant komt oorspronkelijk uit Turkije of Palestina en is in de 16e eeuw naar Europa geïmporteerd. De plant doet het goed in een landelijke- en stedelijke omgeving en bestaat in zeer veel verschillende kleurvarianten. Er zijn enkele en dubbele stokrozen.

    Een bekende kwaal van de stokroos is 'roest', een schimmelinfectie. De plant gaat er niet van dood, maar wordt er wel lelijk van. Roest betekent meestal dat de plant te vochtig staat.

    Slechte en arme gronden zijn aanleiding voor een ziekte die roest wordt genoemd. Bruinverkleuringen van de bladrand of bruine spikkels erop is het beeld ervan. Zelden is de aantasting zo erg dat de plant erdoor sterft. Maar mooi is het niet. Pluk het aangetaste blad af en vernietig het.wees er op tijd bij om de zaadbollen te oogsten. Anders zaait de stokroos zichzelf wel uit. De bloei is van juli tot oktober. Buiten zaaien in pot of bak kan vanaf eind mei. Verplant de zaailingen begin najaar, de plantafstand onderling is 30 cm.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    30-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Agapanthus


    Agapanthus 

     

    Nederlandse namen:

    Liefdesbloem, Afrikaanse lelie

    Engelse namen:

    Lily of the Nile, African lily

    Herkomst:

    oorspronkelijk uit Zuid-Afrika

    Bloemkleur:

    wit, blauw tot bijna zwart

    Bloeitijd:

    juni - september

    Bloemhoogte:

    10-150 cm

    Bladhoogte:

    10-45 cm

    Type:

    bladverliezend en bladhoudend

    Bladkleur:

    licht tot donkergroen en bont

    Toepassing:

    kuip/pot of border

    Standplaats:

    zonnig

    Water:

    gemiddeld

    Grondsoort:

    vochthoudend / humusrijk / pH neutraal

    Bemesting:

    2 á 3 maal per jaar

    Temperatuur:

    tot -5°C

    Overwinteren:

    binnen of goed beschermd

    Snoeien:

    niet nodig

    Verpotten:

    Na de bloei, eind september - begin oktober

    Bijzonderheden:

    Geschikt als snijbloem

     
    Agapanthus of Afrikaanse lelie

    Bij de keuze van een Agapanthus is het belangrijk of het een bladverliezende soort is of een groenblijver.
    De bladhoudende Agapanthus moet overwinterd worden op een lichte vorstvrije koele plaats en moet af en toe wat water krijgen.
    (max.1x per maand).
    Een bladverliezende Agapanthus laat zich iets gemakkelijker overwinteren.Ze mogen droog en in het donker staan (max 8°C). Enkel de bladverliezende Agapanthus kan in ons klimaat in een border geplant worden mits goede afdekking (met veel stro en een vlies)in de winter.
    Let wel op! Een natte winter kan meer schade aanrichten dan een koude winter. Belangrijk is dat een Agapanthus niet tegen natte voeten kan en dus in een goed waterdoorlatende grond moet geplaatst worden. In het groei en bloeiseizoen heeft de plant wel veel water nodig.

    Tips voor een goede bloei!

    1. Een Agapanthus heeft veel zon nodig om knoppen te maken voor het volgende jaar.
    2. Goede voeding is een goede bloei: in de vroege lente bemesten met gedroogde koemest waarbij het stikstofgehalte het hoogst is. Dit is voor een goede groei. Later in de lente bemesten met een kunststofmest met een hoge Kaliwaarde en dat is voor een goede bloei. Einde van de zomer wordt er nogmaals met deze laatste meststof gemest maar in mindere mate. Als de planten in winterrust gaan, mag er niet meer gemest worden.
    3. De Agapanthus heeft een koude periode nodig om weer goed te kunnen bloeien. Als ze te warm overwinteren zullen ze niet bloeien (groenblijvende planten vorstvrij overwinteren).
    Een goede bloei en groei is alleen maar mogelijk in een zandige en humusrijke grond die ook nog eens snel z'n overtollige water perfect kan kwijtraken.
    Zon is niet alleen nodig om een rijke bloei te krijgen, maar ook om te voorkomen dat de lelie te veel gaat rekken en trekken naar de zon op een minder met zon overgoten plek.
    Het geheim voor een rijke bloei zit 'm in een krappe pot.
    De vlezige, knolvormige wortels moeten bij het oppotten zowat de pot- of kuipwand raken.
    Telkens wanneer de pot zowat barst, mag een één maatje grotere pot of kuip worden gegeven.
    Wordt de plant naar uw smaak te groot, dan kan worden gescheurd, zodat één of meer planten kunnen worden opgepot.

    Agapanthus is een         zonaanbidder

    In het groeiseizoen is het noodzakelijk eenmaal per twee weken vloeibare plantenmest te geven.
     

    IN VOLLE GROND
    Reeds jaren heb ik Agapanthus staan in de volle grond.  Gezien de Agapanthus niet
    Volledig winterhard is dient met het volgende rekening gehouden te worden :
    -Voor een goede bloei plant men de Agapanthus in de volle zon.
    -Zorgt men voor een goede drainage, niet alleen de koude maar vooral een vochtige bodem

    Zijn nadelig.
    De drainage verbeterd men door voldoende grof rivierzand door de grond te mengen.
    Indien men kleigrond heeft de grond vermengen met fijne kiezel en zand.
    Opgelet enkel bladverliezende planten zijn voldoende winterhard om buiten te overwinteren.
    Bladverliezende planten zijn meestal planten met smaller blad en iets kleinere bloem.
    Raadpleeg het internet hiervoor.  Indien ik tijd heb maak ik ooit weleens een lijst.

     
    IN POT
    In tegenstelling met wat vaak beweert wordt dient de agapanthus geplant te worden in
    Een pot met een minimale diameter van 40 cm.  Enkel zo zal de plant voldoende groeien
    en vele bloemstengels geven.  In een klein potje zullen de wortels boven de pot uitgroeien
    Zodat water en meststof  geven onmogelijk wordt.

    Koop je een kleine plant verpot deze dan misschien voorlopig in een ruimere pot.
    Zodra de plant groot genoeg is verplant je weer.

    Nog een tip zowel stenen potten als kunststoffen potten zijn geschikt.  Indien je de planten
    wilt verplanten neem je best kunststof want anders krijg je je planten moeilijk uit de pot.

    De bovenkant dient even wijd te zijn als de onderkant omdat de Agapanthus zeer stevige wortels heeft.

    De plant kun je in goede potgrond planten eventueel met wat rivierzand gemengd.

    De Latijnse naam Agapanthus is afgeleid van het Griekse “agape” dat letterlijk liefde betekend en “anthos” dat voor bloem staat. De Agapanthus is dus een echte liefdes bloem en dat blijkt ook wel een beetje uit de onderstaande tekst.

    De oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika; de Xhosa bevolking, hadden ook nog andere bedoelingen voor deze liefdesplant dan alleen maar sier.
    Zij hadden namelijk de traditie dat een Xhosa-bruid een ketting van gedroogde wortels van de Agapanthus droeg. De ketting zou een vruchtbare werking hebben en zorgen voor een geboorte zonder complicaties .
    Een moeder die haar eerste kind kreeg zou deze ketting altijd dragen zodat zowel moeder als kind gezond en gelukkig zouden zijn
     
    Geneesmiddel
    De wortels werden ook fijngemalen en als geneesmiddel door de moeder voor en na de geboorte gebruikt.
    Dit had blijkbaar effect op de samentrekking van de baarmoederwand.
    Pasgeboren baby’s werden gewassen met een aftreksel van de bloemen.
    De wortels van de plant, die op markten werden verkocht, werden ook wel gebruikt om huidaandoeningen te genezen en om menstruatiepijnen te verlichten.
    Ook werd er een zalf van gemaakt die ze gebruikten voor opgezwollen benen.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (25 Stemmen)
    19-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kalmia
     

    Kalmia


    Botanische naam  : Kalmia angustifolia
    Nederlandse naam : Smalbladige lepelboom
    Herkomst         : Oostelijk Noord-Amerika
    Bijzonderheden   : geen kalk
    Grondsoort       : humeus, kalkarm
    Vochtbehoefte    : normaal, nat
    Licht            : half schaduw
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : groepen/vakken, onderbeplanting, tuinen, heidetuinen
    Hoogte           : 0.50-1.00 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : roze
    Bloeitijd        : juni, juli
    Blad             : wintergroen, grijsgroen


    Standplaats:
    Net als de rododendron staat de laurierroos het liefst in halfschaduw op vochtige, zure bodem. Zij doet het zeer goed onder bomen, b.v. dennen, die wat licht doorlaten.

    Kenmerken:
    De bladeren van de laurierroos zijn vingerlang, lancetvormig, donkergroen en doen aan die van de oleander denken. De bloemen bloeien in klokjesachtige trossen, meestal roze, maar ook rood, wit en paarsbruin.
    De struik kan 1- 2 m hoog worden. Uit de bloemen ontwikkelen zich veelzadige, ronde vruchten. De bloeitijd is mei-juni.

    Bloemen :
    De planten worden tot 2 m hoog en bloeien in mei en juni. De bloemen zijn meestal roze, rood of wit. Na de bloei vormen de Kalmia-struiken ronde vruchtjes. De lancetvormige bladeren zijn giftig.

    Planten :
    De beste planttijd is het najaar of het begin van de lente.

    Gebruik
    In de heidetuin als solitair of groepsbeplanting.
    Gezien de trage groei, kan Kalmia ook heel goed gebruikt worden in combinatie met vaste planten. Dit gewas is voldoende winterhard, maar toch is een beschutte standplaats aangewezen, omdat de planten kunnen lijden van uitdrogende wind in de winter.

    Werkzame bestanddelen:
    In de homeopathie wordt de laurierroos gebruikt tegen hartkwalen en gewrichtsreuma.

    Eigenschappen:
    De laurierroos is een groenblijvende, winterharde heester die we zelden in tuinen tegenkomen. Hij is minstens zo prachtig als de alom bekende rododendron en inheems in Noord-Amerika van Canada tot Florida in zomergroene bossen, vaak tussen stenen op zure, vochtige bodem.

    Vermeerderen :
    In de zomer door verhoute stekken en afleggen

    Soorten :
    Kalmia latifolia heeft breed en de Kalmia angustifolia smal blad.
    Kalmia angustifolia ’Rubra’ bloeit karmijnrood, ‘Alba’ wit en Kalmia polifolia blijft zeer klein en compact.

    Kalmia angustifolia
    Kalmia carolina
    Kalmia cuneata
    Kalmia ericoides
    Kalmia hirsuta
    Kalmia latifolia
    Kalmia microphylla (Kalmia occidentalis)
    Kalmia polifolia

    Weetjes :
    Kalmia is een geslacht uit de heifamilie (Ericaceae). Het geslacht bestaat uit wintervaste en groenblijvende soorten heesters die van nature voorkomen in Noord-Amerika. De soorten worden ook wel laurierroos of lepelstruik genoemd.

    Het geslacht is vernoemd naar botanicus Pehr Kalm.

    Laurierroos of Kalmia (berglaurier of lepelboom)

    De Latijnse naam Kalmia dankt hij aan de Zweedse botanicus Peter Kalm ( 1716-1760) die hem in Canada ontdekte en beschreef.

    Verzorging
    Belangrijk is het mulchen (organisch materiaal aanbrengen rond de wortel) om te voorkomen dat de plant uitdroogt of bevriest. Voor een overdadige bloei moet u altijd de uitgebloeide bloemen verwijderen. Het is belangrijk dat de struik in de herfst goed nat is omdat zij tijdens de winter geen vocht opneemt.

    Snoeien
    U kunt ieder jaar in het midden van de zomer na de bloei 1/3 van de takken tot bijna aan de voet wegsnoeien. Op deze manier verjongt u de struik en voorkomt u dat er kale takken verschijnen.

    Ziekte
    Geel wordend blad kan op een te zonnige plek of te veel kalk en te weinig ijzer in de grond duiden. Insecten vallen de laurierroos bijna nooit lastig.

    Waarschuwing: De bladeren zijn giftig voor mens en dier



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    13-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jasione
     

    Jasione


    Afmeting : 10 tot 45 cm.
    Levensduur : Tweejarig of meerjarig.
    Bloeimaanden : Juni t/m augustus.
    Vruchten : Doosvruchten bovenaan met klepjes openspringend.

    Standplaats:
    Het is een plant van droge, kalkarme zandgrond: tussen het gras of op open plekken.

    Kenmerken:
    Penwortel met vele dunne scheef afdalende zijwortels, tot meer dan 0,5 meter diep.

    Stengels: Opstijgend of rechtop, aan de voet meestal vrij sterk vertakt, behaard, alleen onderaan met bladeren, bovenaan kaal.

    Bladeren: Langwerpig, behaard, gegolfd, meestal een gave rand, geen steel.

    Bloemen :
    Bloemhoofdjes blauw, bolvormig, 1½ tot 2½ cm, een vlak bleekgroen omwindsel, blaadjes van het omwindsel korter dan de bloemen, buitenste omwindselblaadjes vaak ruitvormig, de binnenste langwerpig, bloemen in het hoofdje meestal duidelijk gesteeld, met priemvormige kelkslippen.

    Het zandblauwtje bloeit van juni tot augustus met hemelsblauwe, soms witte of roodachtige bloemen. De bloemkroon is tot aan de voet gespleten. De stempels zijn kort en dik en de helmdraden zijn priemvormig. De bloeiwijze is een bolvormig hoofdje.

    Planten :
    Zonnige, open tot grazige plaatsen op droge, voedselarme, zwak zure, humusarme grond.

    Eigenschappen:
    Groeiplaatsen: Schraal grasland, bermen, heide, rotsachtige heuvels, klippen, zeeduinen, braakliggende grond, aangevoerd zand, greppelkantjes, zandafgravingen, hellingen, laag duingrasland, fabrieksterreinen, dijken, spoorbermen en spoorwegterreinen.

    Vermeerderen :
    Zaaien

    Soorten :
    Jasione montana
    Jasione crispa
    Jasione heldreichii
    Jasione laevis
    Jasione laevis 'Blaulicht'

    Weetjes :

    Jasione is de botanische naam van een geslacht van planten uit de klokjesfamilie (Campanulaceae).

    De stempels zijn kort en dik. De helmdraden zijn priemvormig. De bloemen groeien in bolvormige hoofdjes.

    Het zandblauwtje (Jasione montana) is de enige in België en Nederland in het wild voorkomende soort. Ze is de waardplant voor Cochylis pallidana.

    Jasione laevis 'Blaulicht'
    is tot dusver de enige in de handel verkrijgbare cultivar.
    Dit is een prima plant voor op droge, schrale zandgrond. Op te voedselrijke grond groeit de plant te snel en verdwijnt in de winter. Het is een groenblijvende plant.De soort is erg geschikt om aan te planten in de rotstuin.

    Jasione laevis 'Blaulicht
    De Jasione laevis 'Blaulicht' (Zandblauwtje) heeft een groen blad en zijn bloem is blauw van kleur.
    Deze plant bloeit van juli tot september en wordt ongeveer 30 cm hoog.
    Een gemakkelijke probleemloze plant.Stelt geen bijzondere eisen aan de grond.


    Het zandblauwtje (Jasione montana)
    is een eenjarige, overwinterende of tweejarige plant, die behoort tot de klokjesfamilie (Campanulaceae). Het is een plant van droge, kalkarme zandgrond: tussen het gras of op open plekken.

    De plant wordt 10-45 cm hoog. De stengels en bladeren zijn ruw behaard. Naar boven toe zitten er geen bladeren aan de stengel en is deze daar niet behaard. De bladeren hebben een gelobde rand. De onderste, stompe bladeren zijn omgekeerd eirond en de bovenste, vrij spits en lancet- tot lijnvormig.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
    10-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hedera helix
     


    Hedera helix


    Botanische naam  : Hedera helix
    Nederlandse naam : Gewone klimop
    Herkomst         : Europa, Inheems
    Bijzonderheden   : zelfhechtend, bloem in volwassen fase
    Grondsoort       : alle, humeus
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : schaduw, half schaduw, zon
    Gebruik          : bodembedekker, onderbeplanting, tuinen en parken, dracht,
    Hoogte           : 5.00-10.00 m
    Vorm             : klimmend
    Bloeikleur/vorm  : geel, groen
    Bloeitijd        : september, oktober
    Blad             : wintergroen
    Vrucht           : zwart

    Standplaats:
    Klimop heeft om goed te kunnen groeien schaduw nodig en voedselrijke grond met veel kalk.
    De gewone klimop kan tot 30 m hoog klimmen en is 1 van de weinige klimplanten of bodembedekkers die zware schaduw kan verdragen.

    Hedera stelt geen grote eisen als de grond maar niet te nat en te zuur is. In zanderige grond brengt men wat compost aan, in klei- en leemgrond wat compost met zand en maakt men bij het planten de grond goed los. Klimop staat van nature in bosranden en in hagen en gebruikt bomen om zo bij het zonlicht te komen en aldaar te bloeien.

    Kenmerken:
    Het is een in de gematigde streken groeiende liaan. De plant kan meters hoog worden. De klimop lijkt veel op de Atlantische klimop (Hedera hibernica). Hiernaast kan de klimop kruipende stengels vormen, op zoek naar nieuw houvast. Het heeft leerachtige, verspreid staande, bladeren en bloeit in de herfst van september tot december.

    Bloemen :
    De bloemen staan in bolvormige schermen die trosvormig gerangschikt zijn. De bloemen zijn klein, tweeslachtig, regelmatig, vijftandig en geelgroen.

    Bloeiende klimop is voor vele insecten in de herfst een rijke bron van nectar en stuifmeel, omdat er dan weinig andere planten bloeien. De dofzwarte bes zijn in de lente rijp.

    de schermpjes geelgroene bloemen die verschijnen in september-oktober. De zwartbruine bessen volgen in het voorjaar. Iedere voedselrijke, ietwat vochtige grondsoort."

    Planten :
    De plant verspreidt een eigenaardige, wat harsachtige, geur. De bladeren aan de niet bloeiende takken zijn handvormig gelobd tot gespleten met een hartvormige voet; aan de bloeiende takken zijn ze eirond en niet gedeeld. Oudere klimmende planten die voldoende licht ontvangen kunnen boogvormig afstaande bloeiende zijtakken vormen. Worden deze zijtakken gestekt dan ontstaat er een klimopplant die geen klimstengels meer kan vormen. Deze vorm wordt in siertuinen gebruikt voor de zogenaamde bolvormige klimop.

    Werkzame bestanddelen:
    Klimop bevat de volgende werkzame stoffen:
    glycoside-saponine-jodium-zink-koper-mangaan-lithium-aluminium

    Eigenschappen:
    Klimop (Hedera helix) is een groenblijvende, houtige klimplant uit de klimopfamilie (Araliaceae). De plant groeit op vochtige, voedselrijke grond langs muren en tegen bomen waaraan de plant zich met korte luchtwortels vastklampt.

    Vermeerderen :
    Stekken nemen we van éénjarige ranken - dus geen houterige twijgen - met één of meerdere bladeren of een kopstuk waarvan we de kop verwijderen indien hij niet voldoende is afgerijpt. Het gepaste tijdstip ligt in juli-augustus. Bij kamerplanten kan het stekken altijd gebeuren. Als stekgrond gebruiken we goed geteerde bladgrond. We plaatsen de stekken op een belommerde, wat beschutte plek. Het bewortelen gebeurt gemakkelijk aangezien de twijg rond iedere bladaanzet hechtwortels heeft en dus kan ontwikkelen. In de grond worden die hechtwortels algauw voedingswortels en komt uit elke bladoksel vrij snel een nieuwe scheut te voorschijn. Eens die jonge uitgroei een weinig gerijpt is (na 2 à 3 maanden), kan de nieuwe nakomeling opgepot of zelfs ter plekke uitgeplant worden.

    Soorten :
    Hedera helix, gewone klimop.
    De gekweekte soort heeft kleiner blad. Met donkergroen blad en een opvallend gele nervatuur. Groeit dikwijls met twee bladvormen: sterk gepunt en/of afgerond. Bloeit met vaalgele bloemen in schermen, gevolgd door gele of zwarte bessen. Geschikt als klimplant en als bodembedekkende plant. Is zelfhechtend. Groeit tot een hoogte van circa twintig meter. [Hedera (Grieks) betekent omklemmen en helix (ook Grieks) betekent spiraal.]

    Hedera helix 'Goldheart',
    van oorsprong uit Italië afkomstig. Bladeren hebben een opvallende goudgele vlek in het midden van het blad. Is goed te gebruiken om donkere muren of schaduwrijke plaatsen mee te verlevendigen. Groeit langzaam en het beste in de halfschauw. Groeit tot een maximale hoogte van circa 5 meter.

    Hedera helix 'Deltoidea',
    heeft dofgroene bladeren. In de winter kan het blad door strenge kou paarsgroen verkleuren. Bladeren zijn matig gelobd en hebben een stompe vorm. Het is een zeer winterharde variëteit. Groeit met stevige ranken. Langzame groeier. Groeit tot circa 7 meter hoog. Geschikt voor kleine vlakken.

    Hedera helix 'Baltica',
    met donker blauwgroen blad. In de winter met opvallend grijswitte nerven. Zeer winterhard. Krachtige groeier. Is een goede bodembedekker en vormt goed gesloten vlakken. Als bodembedekkende plant ook te combineren met onder meer narcis, keizerskroon e.d. Groeit tot een hoogte van circa 3 meter.

    Hedera helix 'Gruno',
    met vijflobbig, donkergroen blad en lichtbruine nervatuur. Als bodembedekkende plant te gebruiken. Geschikt om grote vakken mee te beplanten al of niet gecombineerd met solitair groeiende planten en heesters of opgaande bolgewassen.

    Hedera helix 'Normandy Carpet',
    met donker blauwgroen blad. Is een beter groeiende variëteit dan de gewone Hedera helix. Groeit krachtig en vertakt zich breed. Prima bodembedekkende plant voor middelgrote en grote vakken. Ook geschikt om een laag groeiende haag van te maken, mits deze over een stellage wordt geleid. Zeer winterhard.

    Hedera helix 'Pedata',
    met glanzend langwerpig blad, spits toelopend. Een blad bestaat uit drie grote en twee of drie kleinere blaadjes aan de bladvoet. Sierlijk van vorm. Groeit tamelijk snel. Voor lage muren of in planten- en/of balkonbak te gebruiken. Moet worden geleid. Goed winterhard

    Hedera helix 'Thorndale',
    heeft kleiner blad dan Hedera helix. Een goed vertakkende plant. In de winter verkleurt het blad naar bruingroen. Blad aan de rand licht golvend. Licht geelgroene nervatuur. Zeer winterhard. Te gebruiken als bodembedekkende plant. Krachtig groeiend.

    Hedera helix 'Walthamensis',
    goed te gebruiken plant door de snelle wijze, waarop hij groeit en zich vertakt. Is plat groeiend. Blad stomp lobbig en klein van omvang. Fris donkergroen van kleur. Geschikt als bodembedekkende plant met een snelle sluiting. Zeer winterhard.

    Hedera helix 'Modern Times',
    met opvallend lichtgroen blad en lichte nervatuur. Goede bodembedekker voor middelgrote vakken, maar langzaam groeiend. Plant vertakt zich weinig. Heeft lichtgroene nerven. In winter kleurt het blad naar roodbruin. Plat groeiend en heel geschikt om te combineren met solitair groeiende planten. Zeer winterhard.

    Hedera helix 'Arborescens',
    te gebruiken als solitaire struik of in combinatie met een bodembedekkende klimop. Klimt ook in bomen, maar dat kan uiteindelijk de boom te gronde richten. Heeft grote, donkergroene bladeren. Bloeit in voorjaar en zomer met schermvormige, lichte, groengele bloemen. In oktober gevolgd door zwarte bessen. Groeit als solitair tot een hoogte van 1½ meter; in een boom of aan een muur enkele tientallen meters hoog. Zeer winterhard.

    Hedera helix 'Chrysophylla',
    een Engelse cultuurvariëteit. Tamelijk zeldzaam te koop. Met goudgeel gekleurd blad, deltavormig. Heeft een tegen wind en kou beschutte plaats nodig. Te gebruiken op balkon en als solitaire plant. Geeft een mooi contrast met donkergroen gekleurde struiken. Matig winterhard.

    Hedera helix 'Rusthoek',
    een struikvormige klimop. Lijkt in grote lijnen op Hedera helix 'Arborescens', maar heeft kleinblijvend blad. Bloeit met grote groengele bloemtuilen. Hoogte tot circa 1 meter. Geschikt als solitair. Goed winterhard. Langzaam groeiend.

    Hedera helix 'Woerner',
    hoog opgaande en krachtig groeiende variëteit. Zeer winterhard. Donkergroen blad met lichte nerven. In de winter heel donkergroen blad. Geschikt voor middelgrote en grote vlakken. Uitstekende bedekker van muren, schuttingen, vooral om afhangend te worden gebruikt. Een van de mooiste variëteiten.

    Hedera colchica 'Sulphur Heart',
    een zeer fraai ogende variëteit. Heeft onregelmatige, gele en lichtgroene vlekken over het blad. Blad fors: 15 tot 20 centimeter lang. Langzaam groeiend. Zeer winterhard. Geschikt om muren mee te bedekken of als solitair te gebruiken. Groeit tot een hoogte van circa 4 meter. Speciaal geschikt om licht beschaduwde vlakken mee te vullen. Groeit ook redelijk goed in de volle zon.

    Hedera colchica variëteit dentata,
    wordt ook verkocht onder de naam Hedera colchica 'Dentata'. Vormt lange, stevige ranken met daaraan grote, langwerpige en lichtgroene bladeren. Het blad is langs de rand getand. Lijkt in alles op Hedera colchica 'Arborescens'. Groeit als solitair tot een hoogte van circa 1 meter. Zeer winterhard. Geschikt voor grote vakken. Als klimplant bereikt deze variëteit een hoogte van tientallen meters.

    Hedera colchica 'Dentata Variegata',
    bontbladige vorm met geelwitte rand. Kan worden gebruikt als solitaire plant en als klimplant. Goed winterhard. De klimplant kan een hoogte van 7 meter bereiken. Goed te gebruiken als muurbedekking, ook in de volle zon.

    Hedera hibernica,
    een van de meest gebruikte soorten onder de klimop. Matig winterhard. Met frisgroen blad. Uitstekende en snelle groei. Goed vertakkend. Staat in Ierland bekend als Shamrock. Te gebruiken als bodembedekkende plant en als klimplant. Behoudt de frisgroene kleur van het blad ook in de winter. Door heel strenge vorst kunnen delen van de plant bevriezen. Groeit tot een hoogte van circa 10 meter.

    Hedera nepalensis variëteit sinensis,
    heeft langwerpig, in een punt toelopend blad. Matgroen van kleur in de zomer en bruinrood in de herfst. In de volle zon kleurt het blad purperbruin met daartussen groene bladdelen. Een bijzondere soort, die nog zelden te koop is. In het najaar komen oranjegele vruchten aan de plant. Groeit tot een hoogte van circa 4 meter. Is ook als solitaire plant te gebruiken.

    Hedera algeriensis 'Gloire de Marengo',
    met onregelmatig over het blad en langs de rand voorkomende witte vlekken. Een winterharde soort met frisgroenblad. Klimt tot een hoogte van circa 3 meter. Kan in de volle zon tot en met schaduw groeien. Heeft een hoge sierwaarde in halfschaduwrijke situaties. Fleurt sombere muren op.

    Hedera poetarum,
    met langwerpig, donkergroen, glanzend blad. Opvallend geelwitte nervatuur. Bloeit met groengele, kogelvormige bloemen in kransvorm. In de herfst komen gele bessen aan de plant. Goed winterhard. Geschikt als solitair, ook voor op het balkon. Hoogte circa 2 meter. Groeit buitengewoon langzaam. Heel mooie soort.

    Ziekte :
    Gezonde planten weerstaan gemakkelijk aan ziekten en parasieten. Dat is algemeen zo. Een goede, losse grond, niet te zuur (eventueel kalk toevoegen) en passende verzorging doen heel veel. Toch kan men te maken hebben met bladvlekkenziekte die we bestrijden door te snoeien. Bladluis kan ook een plaag zijn. Er schort dan wat aan de verzorging. Schildluis komt vooral voor bij niet-winterharde in de woning staande soorten. Gele vlekjes op de bladeren wijzen op klimopmijt en komen vooral voor op warme en (te) droge standplaatsen. Ronde, kleine gaatjes in het blad duiden dan weer op de lapsnuitkever (1 cm lang, bruinzwart en enkel 's nachts actief). De larven ervan eten de wortels op waardoor het blad verwelkt. Te bestrijden met nematoden (draadwormen).

    Weetjes :
    Klimop is een goede slaap- en schuilplaats voor allerlei vogels. De bessen worden in het voorjaar onder meer door merels gegeten. Gezonde en krachtige bomen lijden niet onder klimopbegroeiing.

    Oude muren met poreuze voegen kunnen op de lange duur schade ondervinden. Moderne gebouwen, die een stevigere voeging hebben, ondervinden geen schade van klimop. Bepaalde wandelende takken eten het liefst groene klimop.

    Klimop is een zinnebeeld voor trouw (het aanhechten) en eeuwig leven (blijft immer groen). Op grafstenen wordt het dan ook gebruikt als symbool voor onsterfelijkheid.

    In het Oude Egypte was de klimop gewijd aan Osiris en in het Oude Griekenland aan Dionysos.

    Er bestaat een Klimopkever (Ochina ptinoides) van 3 mm lang. Die leeft in het merg van Klimoptakken die daardoor verdorren. Het kevertje schijnt alleen in Limburg voor te komen. De aanslag op de bladeren heeft ook wel iets weg van een virus of schimmelaantasting.

    Er bestaan ontzettend veel soorten, groot of klein blad, gepikkeld, bont, gevlekt enz

    Hecht zich vast met zuignapjes.

    Als de plant vruchten geeft is hij volwassen en zal niet meer klimmen, tenzij men hem belet door het snoeien om volwassen te worden en hem zo verhinderen om vruchten te produceren.

    In februari kan men de bodembedekkende klimop snoeien om zo weer mooi en nieuw blad te maken.

    In de herfst zijn de bessen een delicatesse voor de vogels.

    "De kleinbladige klimop is een inheemse, groenblijvende heester. Een uitstekende keuze als bodembedekker voor schaduwplaatsen in de tuin. Tegen muren en afsluitingen is hij zelfhechtend. Op rijpere leeftijd komt Hedera in bloei.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    08-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.APRIL SIERTUIN
    APRIL SIERTUIN 


    -Eenjarige zomerbloemen nu ter plaatse zaaien:

    --KORENBLOEM--RIDDERSPOOR--GOUDSBLOEM--STROBLOEM--LATHYRUS--ZONNEBLOE --ADONIS--GODETIA--MUURBLOEM--LUPINEN--SLAAPMUTSJE--KLAPROOS--GIPSKRUID –RIDDERSPOOR éénjarig)--SCHEEFBLOEM(éénjarig)--VUURSALIE--PHLOX-- --MATTHIOLA--TAGETES--NASTURTIUM--ASTER--ZINNIA--SCALPIGLOSSIS--FREESIA --PRIMULA--SIERKALABAS--

    -LEPTOSIPHON:is een eenjarige plant uit Amerika.De plantjes worden ongeveer 15 cm hoog en vormen snel een dicht tapijt.Zonnige plaats en een doorlatende grond.Zaaien in bedden of in kistjes,dun uitstrooien bedekken met een halve centimeter grond.

    -LATHYRUS :zaaien op een zonnige plaats in een zeer voedzame grond.

    -ZONNEBLOEM:in potjes in huis zaaien ,half mei buiten zetten opp zonnige plaats in voedzame en niet te droge grond.

    -VASTE-en ROTSPLANTEN kunnen nu gezaaid worden op wachtbed in open lucht, verspenen op 5 x 5 cm en in oktober uitplanten.

    -FREESIA-zaad kan terplaatse uitgezaaid worden met 8 zaadjes in een 17 cm pot of diep kistje,waar het vanaf oktober zal bloeien.

    -PRIMULA'S kunnen gezaaid worden voor bloei in de winter.

    -SIERKALABAS halverwege de maand in potjes in huis zaaien,na half mei kunnen ze buiten worden geplant.

    -ZINNIA-:Voor de kleine tuin zijn er de dwergvormen van de zinnia,bv. Zinnia elegans -thunbelina,lilliput.Best is binnenshuis te zaaien tenzij men over een bak met wat bodemwarmte zou beschikken.Er wordt zeer oppervlakkig gezaaid op vochtige grond en alles dient volop in het licht te staan.Na half mei kan ook rechtstreeks buiten worden gezaaid.


    PLANTEN:

    --LELIES--CONIFEREN--WINTERGROENE STRUIKEN--MONTBRETIA'S--GLADIOLEN-- --DAHLIA'S--FREESIA(half april)--AZALEA--RODODENDRON--BUXUS--SIERGRAS --BAMBOE--CRINUM--ACIANTHERA(abbesijnse gladiool)--GALTONIA (kaapse hyacint)--ROZEN--MAHONIA--HULST--PALMBOOM--BERK--BOSBES--SANTOLINA-- --VIOLIEREN--

    -ROZEN:Zorg voor een humusrijke grond.Stalmest en compost na het planten rond de struik aanbrengen.Bij aanhoudende droogte gieten. niet vergeten te spuiten tegen meeldauw.

    -GLADIOLEN planten op oud bemeste grond.Plant uw GLADIOLEN niet allen tegelijk.Begin met de eerste aanplant als de vorst de grond uit is.

    De aarde moet droog genoeg zijn om te kunnen bewerken.Dat is meestal het geval in deze maand.

    U kunt doorgaan met planten om de veertien dagen tot midden juni.

    Op die manier kunt u 3 maanden lang plezier hebben en tot in de herfst van de bloemen genieten,zowel in de tuin als in huis.

    -Heidegrondplanten zoals:RODO'S-AZALEA-ERICA-CALLUNA e.a.worden nu geplant in humusrijke zure grond.

    Is de grond te kalkrijk,zet dan de planten in zuivere dennennaaldengrond of turf.

    -LELIES:Bij veel soorten moet de bol diep geplant wordenï12-15 cm.

    -FREESIA kan vanaf half april in de tuin gepInt worden.Dit knolgewas verlangt een koele grond,vooral niet te droog.

    -DAHLIA'S voorkiemen in kistjes met turf,zand of potgrond.

    -Als te dicht op elkaar staande PRIMULA'S moeten verplant worden is het best het ganse blok met de wortels in water te duwen en de grond eraf te spoelen.Door aldus te handelen worden de bladrozetten van elk plantje duidelijk zichtbaar,waardoor deze veel gemakkelijker uit elkaar te halen zijn.

    -TUINANEMOON-:De knolvormige stengels van de tuinanemoon (anemoon coronaria)mogen nu geplant wordenZe zullen vanaf juni gaan bloeien me grote en bontgekleurde bloemen.Bij het planten moet wel even aandacht geschonken worden aan het volgende.

    De grondstengels moeten een dag voor het planten in water worden gelegd,pas daarna wordt uitgeplant op 5 cm diepte en op een afstand van 10 tot 20 cm.

    Een goed verluchte voedselrijke grond is het best voor de planten en tijdens de groei en de bloei moet ook enkele keren worden bemest.

    -GALTONIA-:ZOMERHYACINT OF OOK REUZEHYACINT.
    Dit bolgewas groeit in vrijwel elke grondsoort als deze maar niet te nat is.
    Midden zomer krijgen deze planten een to 1,5m hoge tros bloemen,wit van kleur en klokvormig.De grond wordt best vooraf wat aangerijkt met oude koemest vermengt met turfmolm.De plantdiepte bedraagt10 cm.In de late herfst moeten de bollen goed worden afgedekt want ze zijn helemaal niet bestand tegen vorst.Veiliger is vorstvrij overwinteren.


    SERRETIPS-:

    -SPRUITKOOL en andere KOLEN-PREI-SLA-STENGELUI- en SELDERIJ worden voorgezaaid om later in de volle grond te planten.

    -Pas half april kan ook ANDIJVIE worden voorgezaaid.

    -De BONENliefhebbers kunnen in april al bonen zaaien om in juni te oogsten.

    -Ook POSTELEIN-BLADSELDERIJ en PETERSELIE worden gezaaid. -ANDIJVIE-CHINESE KOOL-SLA en KOLEN kunnen worden geplant voor een' vroege oogst.

    -Bij scherp zonnig weer worden de ramen witgekalkt om verbranding te voorkomen.


    VERMEERDEREN:

    -Scheuren:

    --BUXUS--STEKELNOOTJE--ANEMOON--AKELEI--RIJSTEBRIJPLANT--MANSOOR --SCHEEFKELK--LIEVE-VROUWE-BEDSTRO--SPIREA--OOIEVAARSBEK--ASTER- --FIJNSTRAAL--SNEEUWKLOKJE--

    -SNEEUWKLOKJES worden na het oprooien voorzichtig met de hand in bosjes uit elkaar getrokken.Per groep kunnen 15 tot 30 bolletjes gehandhaafd worden. Deze groepjes worden op 20 cm van elkaar willekeurig geplant.De bollen worden +/- 5 cm diep geplant zodat het lichtgekleurde deel van het loof onder de grond komt. Er mag goed verteerde compost in de plantgaten worden gestrooid.


    -ROZEN :

    Weer vrijmaken van de aangehoopte grond en snoeien.Wilde scheuten zo diep mogelijk
    weghalen,verdroogde,bevroren en afgestorven scheuten van rozen wegnemen.


    SNOEIEN:

    -De lentebloeiers vanaf nu snoeien na de bloei.

    -FORSYTHIA—RIBES--PEPERBOOMPJE--BUXUSHAAG--

    -Struiken die in het voorjaar bloeien na de bloei terugsnoeien.

    -DAPHNE(peperboompje) en TOVERHAZELAAR dient men zo weinig mogelijk te snoeien en dan zeker geen dikke takken wegnemen.

    -Heel vroeg in april mag u de FORSYTHIA kort snoeien.

    -In de loop van april beginnen de meeste coniferenhagen flink te groeien.U mag ze vrij diep snoeien,breed onderaan ,smaller bovenaan.

    -De dode takken in heesters mag u natuurlijk ook wegknippen.Daarna is het misschien nodig om ze weer wat in model te brengen...

    -De uitgebloeide bloemetjes van de WINTERHEIDE kunt u nu wegknippen.

    -Vruchtbomen die een beetje te snel groeien,kunt u deze maand nog eens bijsnoeien.Zo zal de onstuimige groei toch een beetje getemperd worden.In de handel zijn produkten verkrijgbaar die een al te grote sap stroom uit de snoeiwonde tegen kunnen gaan of stelpen.

    -CHRYSANTEN,ANJERS,GERANIUMS en TOMATEN moeten nu getopt worden en knollen kunnen nu opgepot worden.



    GAZON:

    -Kan nu worden verlucht en nieuwe eventueel ingezaaid.
    -Het gazon rekent in april op een eerste bemesting met stikstofhoudende meststof of met organisch materiaal of siertuinkompost.
    -Er kan weer gemaaid worden ,maar voor de eerste keer niet korter dan 3 à 4 cm.
    -Het is goed om na de eerste maaibeurten het gazon flink los te harken.
    -Het is nu de geschikte tijd om een nieuw gazon op een vooraf voorbereid terrein te zaaien.Nodig is ongeveer 45 gram zaad per vierkante meter.Zorg voor een gelijkmatige verdeling en vergeet niet dat een goed graszaadmengsel altijd zijn prijs waard is.



    TIP S :

    -De uitgebloeide bloemen van tulpen en narcissen regelmatig wegsnijden,het bevorderd de bolontwikkeling.

    -Geef de bolgewassen wat extra kunstmest.

    -Vijvers pas op het einde van de maand van nieuwe beplanting voorzien

    -De lentebloeiers vanaf nu snoeien na de bloei.

    -Dahlia's voorkiemen in kistjes met turf,zand of potgrond.

    -Voorgekiemde knollen van AHLIA'S-BEGONIA-CANNA-,stilaan afharden om volgende maand uit te planten.

    -CHRYSANTEN-ANJERS-GERANIUMS-TOMATEN moeten nu getopt worden.

    -BUXUSHAAGJES snoeien,planten of door scheuren vermeerderen.

    -TULPEN, uitgebloeide bloemen regelmatig uitbreken.

    -ROZEN bemesten we eerst en daarna komt een afdeklaag,ook bespuiten we tegen meeldauw.

    -De aarde rondom groenblijvende heesters mag nu zeker wat losgemaakt worden.Doe dat werkje met de nodige aandacht en neem voldoende voorzorgen om het wortelstelsel,dat soms zeer oppervlakkig groeit, niet te beschadigen.

    -De bescherming die voor de winter werd aangebracht rond vaste planten als VUURPIJL,YUCCA en GUNNERA, mag nu verwijderd worden.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
    05-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Daboecia
     

    Daboecia

    Ierse dopheide


    Standplaats:
    Heide vraagt een bodem met lage pH-waarden (zure bodem). Plant ze alleen in goed voorbereide gronden. Ze haten kalk, dus nooit bekalken of gieten met leidingwater.

    Kenmerken:
    In tegenstelling tot de meeste heidesoorten Erica en Calluna houdt Daboecia graag van wat lichte schaduw. Verschillende heidecultivars kunnen ervoor zorgen dat er zowel ´s winters in je tuin nog wat kleur maar ook tijdens de zomerperiode te zien is. Als je het wat pienter uitkient kan je dus met verschillende heidesoorten bijna jaarrond kleur in je tuin brengen.

    - deze plant is vorstgevoelig
    - deze plant is wintergroen (groenblijvend)
    - geschikt voor gebruik in de rotstuin
    - geschikt voor gebruik in de heidetuin
    - exotische aandoende plant voor gebruik in potten, bakken, terraskuipen edm.
    - deze plant verlangt een zurige bodem (pH 4,5-5 of lager)
    -
    Aantal planten per m2:

    Bloemen :
    Naargelang de soort ; van wit ,rood tot karmezijnroze

    Planten :
    Daboeicia is bijzonder geschikt voor het opfleuren van kuipen en potten op half beschaduwde plekken.

    Eigenschappen:
    In strenge winters kan voorschade optreden. Daboecia rassen zijn gevoelig voor koude wind. Winterhard tot -10° C. Dek planten in vollegrond tijdens de koudste perioden af met wat dennetakken.

    Vermeerderen :
    Door scheuren of het nemen van zomerstek (kopstekken), meestal in augustus-september.

    Soorten :
    Het geslacht kent slechts twee soorten, die niet in de Benelux voorkomen:

    Daboecia azorica, Azoren.

    Daboecia cantabrica, West-Ierland (graafschappen Galway en Mayo), West-Frankrijk, Noord-Spanje en Noordwest-Portugal.

    Sommige botanici beschouwen het geslacht als bestaande uit een enkele soort en zien Daboecia azorica als ondersoort van Daboecia cantabrica

    Weetjes :

    Daboecia is een klein geslacht van struikachtige planten uit de heifamilie (Ericaceae). Het is nauw verwant aan het geslacht Erica.

    Een verschil is dat de bladeren niet zoals in Erica in kransen staan, maar tegenoverstaand.

    De botanische naam Daboecia is afgeleid van de Ierse heilige St. Dabeoc, maar met de twee klinkers verwisseld.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    03-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gaillardia
     

    Gaillardia


    Botanische naam  : Gaillardia
    Nederlandse naam : Kokardebloem
    Herkomst         : Zuid Amerika
    Bijzonderheden   : geel/rood
    Grondsoort       : alle, zand
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, kust/zeewind, snijbloem, insecten
    Hoogte           : 0.40-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  : geel, rood/bruin, hoofdje
    Bloeitijd        : juni, juli, augustus, september
    Blad             : groen

    Standplaats:
    De grond moet bij voorkeur diep doorwortelbaar zijn en voldoende voedsel bevatten.

    De kokardebloem of Gailllardia Kobold is een vaste plant die bloeit van juni tot september. De groeihoogte bedraagt 70 cm. Hij staat best in de zon en halfschaduw in een zand- en kleigrond.

    Kenmerken:
    Lichtbehaarde vaste planten die nogal slappe stengels hebben, waardoor een wat flodderige plantvorm ontstaat. De bladeren zijn lancet- tot spatelvormig. De bloemhoofdjes zijn steeds groot en opgebouwd uit een centrum van gele tot bruinrode buisbloempjes en daaromheen vrij brede, getande, vaak tweekleurige lintbloempjes. De hoogte is afhankelijk van de cultivar.

    Bloemen :
    De bloei vindt plaats in de periode juni-september.
    De kokardebloem is een heel uitbundig bloeiende plant die bloeit van mei/juni tot september.
    Hij wordt ongeveer 45-60 cm hoog, en is goed geschikt als snijbloem.
    Kan goed tegen droogte.
    Alleenstaande bloemen, tot 8 cm diameter in kleuren tussen geel en donkerlilarood.

    Planten :
    Houd een plantafstand van vijfentwintig tot dertig centimeter aan.
    Plant Gaillardia op schrale grond op een plek in de volle zon.

    Eigenschappen:
    Eind augustus moeten de planten bij de grond af worden teruggeknipt. Ze lopen dan vóór de winter opnieuw uit. Dek ze in de winter af met dennentakken om ze te beschermen tegen strenge vorst. Gaillardia is volkomen winterhard.

    Vermeerderen :
    Kweekgrond : volle grond zonder groeistof.
    Kweektijd : maart tot mei.
    Planten scheuren en in potjes zetten op de volle grond.

    Wie op een snelle manier veel jonge planten wil krijgen, knipt in maart - april alle uitlopers bij de grond af. De jonge scheuten, die hierna uitgroeien, zijn gemakkelijk te stekken. Ze bewortelen binnen een maand en kunnen hierna worden uitgeplant. Gaillardia is ook te vermeerderen door wortelstek. Wortelstek kan vanaf het begin van het voorjaar tot de herfst worden gemaakt.

    Soorten :
    aristata : 70cm, roodranje, gele rand
    'Amber Wheels' : 75cm, amberrood hart, gele rand
    'Arizona Sum' :40cm, rood, gele rand
    'Burgunder' : 75cm, wijnrood
    'Dazzler' 75cm, rood, gele brede rand
    'Fackelschein' donkerrood, gele tip
    'Kobold' 35cm, geel, rode rand

    Weetjes :
    Kokardebloem of goblin is de Nederlandse naam voor Gaillardia als vernoemd naar de Fransman Gaillard de Merentonneau.

    Tot het geslacht behoren uitstekende snijbloemen, die vooral in nazomerse boeketten worden gebruikt.

    Gaillardia x grandiflora 'Kobold' bloeit met felrode, geel getipte bloemen

    De plant bloeit zo uitbundig dat hij het loodje legt als je er niet geregeld de bloemen uit knipt. In het voorjaar is de plant makkelijk te stekken.

    Tijdens de bloeiperiode (juni - augustus) is het raadzaam zoveel mogelijk bloemen voor op vaas te snijden.

    Gaillardia x grandiflora 'Kobold' heeft een licht humeuze grond nodig

    Dit voorkomt dat de plant zich dood bloeit.

    Een margrietachtige bloem (composiet) dat goed wnterhard is maar in strenge winters best beschermen met bv dennetakken.

    Knipt regelmatig bloemen voor de vaas want deze plant kan zich letterlijk dood bloeien ! zo komt het dat hij soms niet meer terug komt.

    Wordt in groep geplant. Het is een zacht behaarde, vaste plant. Het beste is om deze plant half augustus terug te snoeien, daar zij anders de winter niet overleeft door een tekort aan voedings-stoffen. De bladen zijn spatelvormig, onderste liervorming ingesneden, de bovenste gaaf. Het kweken gebeurt door scheuren.

    Vrij kort levende plant voor de border, die dan wel zonnig gesitueerd moet zijn. Mooi bij Salvia nemorosa, Nepeta X faassenii 'Six Hills Giant'. Steun is onontbeerlijk, zeker op winderige plaatsen.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    31-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lavandula stoechas
     

    Lavandula stoechas


    Latijnse naam    : Lavandula stoechas
    Nederlandse naam : kuiflavendel, vlinderlavendel, Franse lavendel
    Familie          : Lamiaceae - lipbloemenfamilie
    Herkomst         : westen van het Middellandse-Zeegebied
    Bloeikleur       : blauw, paars, wit, violetblauw, meerkleurig
    Bloeimaand       : mei, juni, juli, augustus, september
    Bladkleur        : groen, grijs / zilver
    Hoogte           : 30 - 70 cm
    Wintergroen      : bladhoudend
    Standplaats      : volle zon
    Soort gewas      : halfheester

    Standplaats:
    Lavandula stoechas verlangt een licht humusrijke droge grond in de volle zon. Vooral in de winter is een droge of een bodem die het water goed laat afvloeien van groot belang. Vlinderlavendel die moet overwinteren op een natte standplaats sterft meestal nog voor het voorjaar af.

    niet kalkminnend zoals de gewone lavendel, maar staat liefst in een lichtjes zure bodem.

    Kenmerken:
    Speciale kenmerken : snijbloem, geurende bloem, bijen aantrekken, vlinders aantrekken, opvallende bladeren
    Habitat : normale tot een droge bodem
    Winterhardheid : matig winterhard - de kuiflavendel is minder winterhard dan de gewone lavendel (Lavandula angustifolia).

    Bloemen :
    De bloemaren zijn vijf tot acht centimeter lang. De schutbladen van de bloemen zijn magentapaars, de bloei verloopt van onderen naar boven. Kuiflavendel bloeit van mei tot en met juni.

    Gebruikte delen:
    De bloemen worden soms verzameld voor de olie die erin zit.

    Eigenschappen:
    De kuiflavendel of Lavandula stoechas bloeit al vroeger op het jaar dan de gewone Lavandula angustifolia en bloeit ook langer door met prachtige bloemen. Toch is deze lang bloeiende lavendel niet zo vaak in de tuinen te zien als de gewone lavendel. De oorzaak hiervoor ligt vooral aan het feit dat de vlinderlavendel een ietwat vorstgevoelige soort lavendel is, terwijl gewone lavendel bijna altijd de winter zonder problemen weet te overleven. De kuiflavendel is zeer geschikt als kuipplant voor op terras of balkon.

    Vermeerderen :
    Lavendel kan men vermeerderen door zaaien, afleggen of door het nemen van stekken. Lavendel stekken wordt het meest toegepast, vanaf half augustus kan men aan de slag. Neem stevige half verhoute topscheuten van ongeveer 8 cm lang. De wond onderaan moet gaaf zijn. Strip de onderste blaadjes en plaats de stekken naast elkaar in voedselarme stekgrond in een isomobakje. Deze mogen elkaar niet raken en druk de grond goed aan, vernevel regelmatig water. Naargelang de standplaats zijn de stekjes geworteld na 1 à 2 maanden.

    Soorten :

    Lavandula stoechas 'Bee Brillant': 50cm, blauw, paarse kuif , groen blad
    Lavandula stoechas 'Bee Happy': 50cm, blauw, witte kuif
    Lavandula stoechas 'Helmsdale': 70cm, lilaroze, donkerpaarse kuif
    Lavandula stoechas 'Little Bee Lilac': 30cm, lila
    Lavandula stoechas 'Marshwood': rijke bloei met lilaroze bloemen
    Lavandula stoechas 'Merle': compacte struik met paarse bloemen
    Lavandula stoechas 'Papillon': 30cm, purper, grote kuif

    Snoeien :
    Lavandula stoechas snoeien zoals de gewone lavendel.

    Als men lavendel niet snoeit bekomt men een grote, onregelmatige struik, met onderaan en binnenin de struik sterk verhoute twijgen. Het jong loof bevindt zich dan na enkele jaren enkel nog op de bovenkant van de takken. De onderkanten zijn dan vrij kaal en de plant ziet er niet echt mooi meer uit.

    De beste methode om vlinderlavendel en gewone lavendel te snoeien is als volgt:

    kort na de bloei: uitgebloeide bloemen verwijderen
    De uitgebloeide bloemaren weg knippen. De takken die er hier en daar uitspringen en zo een mooi zicht belemmeren mogen ook al worden afgeknipt. U mag zeker niet te diep snoeien, want de plant moet nog weerstand bieden tegen de vorst, vandaar enkel de opschiksnoei na de bloei.

    in het voorjaar: de eigenlijke snoei
    De eigenlijke snoei van de lavendel gebeurt na de strengste vorst, vanaf half maart tot begin april. Voor deze grondige snoeibeurt kunt u best werken met de haagschaar. Bij planten die men jaarlijks snoeit mag men gerust terug snoeien tot 10 a 15 cm boven de grond. De bloemen zullen ontstaan op de takken die in het jaar zelf worden gevormd.

    Let op: planten die meerdere jaren niet gesnoeid werden, hebben onderaan enkel nog dood hout waaruit geen nieuwe scheutjes meer kunnen ontstaan. Deze planten mogen dan ook niet te diep worden gesnoeid.

    Weetjes :
    De kuiflavendel heeft niet die typische lavendelgeur maar de gekneusde bladeren geuren eerder naar dennen.

    De bloemaren zijn 5 à 7cm met bovenaan een kuif van langwerpige lintbloemen, bloeien van onder naar boven.


    Franse lavendel bloeit eerder dan spijklavendel (Lavandula angustifolia): van april tot juli.
    De bloemen lijken op die van de spijklavendel. Ze vormen langwerpige aren met aan de top enkele purperkleurige schutbladen. De vliezige schutbladen zitten onder de bloempjes.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (8 Stemmen)
    28-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Echinacea
     

    Echinacea

    Zonnehoed


    Botanische naam  : Echinacea purpurea
    Nederlandse naam : Zonnehoed
    Herkomst         : Zuidoost-U.S.A.
    Bijzonderheden   : rozerood/donkerbruin hart
    Grondsoort       : alle, humeus, zand, veen
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : half schaduw, zon
    Wind             : zeewind bestendig
    Gebruik          : groepen/vakken, borders, kust/zeewind, snijbloem, insecten
    Hoogte           : 0.60-0.80 m
    Bloeikleur/vorm  : rood/bruin, roze, hoofdje
    Bloeitijd        : juli, augustus, september
    Blad             : groen


    Standplaats:
    De zonnehoed vraagt in de tuin een lichte, goed doorlatende bodem en een plekje in de volle zon. In combinatie met grijze Artemisia, Monarda, Phlox en hoge siergrassen kan deze plant niet misstaan.

    Kenmerken:
    Echinacea purpurea of rode zonnehoed is een rijk bloeiende en gemakkelijke vaste plant die door de indianen tegen insectenbeten en als pijnstiller gebruikt werd. Tegenwoordig wordt een extract graag gebruikt om de weerstand tegen infecties te verhogen.

    Bloemen :
    In de tuin wordt Echinacea purpurea ongeveer 1 meter hoog en bloeit met grote purperrode bloemen in augustus en september. Na de bloei blijven de bloemhoofdjes nog lange tijd mooi en zijn zowel in de tuin als in boeketten een verassende verschijning.
    De rode zonnehoed bloeit in juli en augustus met ongeveer 10 cm grote bloemen, die een roestbruin bloemhoofd en een stralenkrans van purperkleurige lintbloemen heeft.

    Planten :
    Echinacea heeft een voorkeur voor een rijke, doch goed doorlatende grond. Vooral de E. purpurea is erg gemakkelijk te kweken. Het is een plant die perfect op haar plaats is in een siertuin.

    Gebruikte delen:
    De bovengrondse delen worden verzameld bij het begin van de bloei, en de wortelstokken worden in de herfst geoogst.

    Werkzame bestanddelen:
    Echinacea wordt al zeer lang gebruikt, en met bewezen effect, om infecties te behandelen en te voorkomen. Onderzoek heeft aangetoond dat Echinacea effectief is bij griep, verkoudheid, infecties van ademhalingswegen en urinewegen en andere infecties. Hierbij speelt zowel een rechtstreeks effect op het infectieus agens als een stimulering van het immuunsysteem een rol. Dit geld ook voor het gebruik bij wondbehandeling.

    Eigenschappen:
    De rode zonnehoed (Echinacea purpurea) is een vaste plant. De plant is afkomstig uit Noord-Amerika en behoort tot de familie Asteraceae.

    Op een plek in de zon wordt de plant 70 tot 120 cm hoog en vormt wortelstokken. Het blad is licht behaard. De onderste bladeren zijn eirond.

    Echinacea is vooral bekend omwille van zijn immuunregulerende eigenschappen. Zonder in detail te treden kan gesteld worden dat Echinacea op talrijke onderdelen van het immuunsysteem een positief effect uitoefend.

    Behalve de weerstandsverhogende eigenschappen van het kruid, zijn nog enkele andere eigenschappen het vermelden waard: bevorderen van weefselregeneratie, ontstekingswerende, antivirale en antibacteriële eigenschappen. De activiteit tegen kanker die soms vermeld wordt is waarschijnlijk een gevolg van de stimulering van het immuunsysteem.

    Vermeerderen :
    Vermeerdering: door zaaien of delen
    Echinacea kan door middel van scheuren in het voor- of najaar worden vermeerderd. Of door wortelstekken in het najaar.

    Soorten :
    De belangrijkste variëteiten van Echinacea purpurea zijn:
    * 'Alba' met witte lintbloemen
    * 'White Swan' met witte vlekken op het blad.

    Van de negen Echinacea-soorten zijn er drie die voor medicinaal gebruik worden gekweekt, nl de E. purpurea, de E. angustifolia en de E. pallida.
    Ze zijn vooral van elkaar te onderscheiden door hun hoogte en de kleur van hun pollen:
    De E. pallida en de E. purpurea zijn duidelijk groter dan de E. angustifolia, die niet hoger wordt dan een halve meter.
    De E. purpurea en de E. angustifolia hebben geel stuifmeel, terwijl dat van
    de E. pallida wit is (vandaar trouwens ‘pallida’ = ‘bleek’).
    De combinatie van beide kenmerken laat dus toe de soorten van elkaar te onderscheiden.

    Weetjes :
    De plant werd in Nederland verkozen tot vaste plant van het jaar 2004. Er zijn verschillende cultivars in cultuur.

    De vrucht is een nootje.

    Echinacea is een in onze streken winterharde vaste plant. De plant wordt zowel gekweekt om haar sierwaarde als om haar medicinale kwaliteiten, en is oorspronkelijk inheems in het Midwesten van Noord-Amerika.

    Gebruik
    De Noord-Amerikaanse indianenstammen passen het kruid ook toe bij slangenbeten, en met succes: Echinacea werkt hyaluronidase, een
    bestanddeel van veel soorten slangengif, tegen. (Hyaluronidase breekt het bindweefsel tussen cellen af.)

    Eén van de nadelige effecten van bestraling en chemotherapie bij kanker, is dat ze de aantallen witte bloedcellen verlagen. Echinacea zou dit effect wellicht kunnen tegengaan, en inderdaad zijn er de laatste jaren al meerdere studies verschenen die het vermoeden ondersteunen dat Echinacea een gunstige ondersteunende rol kan spelen in combinatie met klassieke kankertherapieën.

    Waarschuwing
    Hoewel Echinacea gewoonlijk beschouwd wordt als een veilig kruid, is voorzichtigheid echt wel geboden in een aantal omstandigheden waarin de immuniteit onderdrukt of anderszins aangetast is.

    Echinacea zou verkoudheid voorkomen
    K
    ruidenpreparaten op basis van Echinacea kunnen het risico op het oplopen van een verkoudheid halveren. Dat hebben Amerikaanse onderzoekers bekendgemaakt (The Lancet Infectious Diseases, juli 2007). In dit onderzoek werden veertien studies naar de effecten van echinacea vergeleken.

    Wie het middel inneemt, heeft 58 procent meer kans niet verkouden te worden. De kans op een natuurlijke infectie zou dalen met 65%. Wanneer de proefpersonen het rhinovirus toegediend kregen, verminderde echinacea de kans op ziekte met 35%. Eén studie onderzocht het gecombineerde effect van vitamine C met echinacea en kwam tot het besluit dat deze combinatie de kans op een verkoudheid met 86% doet dalen. Ook wordt de duur van de verkoudheid verminderd met gemiddeld 1,5 dag.

    Volgens de onderzoekers is het beter om geen echinacea continu in te nemen, maar slechts om de week. Het effect zou namelijk het grootst zijn gedurende één tot twee weken na inname.

    Zij waarschuwen dat er nog meer onderzoek nodig is naar de veiligheid van het produkt voor artsen het kunnen voorschrijven als een standaardmiddel om verkoudheid te voorkomen of te behandelen.

    De zonnehoed werd in 1871 door een in Nebraska werkende arts als geneeskruid in de Westelijke geneeskunde geïntroduceerd en tegen tal van aandoeningen gebruikt (bloedreinigend middel, reuma, migraine, difterie, tumoren,. enz.). Van 1885 tot 1935 werd Echinacea hoofdzakelijk ter behandeling van infectieziekten gebruikt, voornamelijk in de USA. Het raakte daarna door de ontdekking van de moderne antibiotica (sulfonamiden) tijdelijk in de vergetelheid.

    Er werd veel wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd op Echinacea maar dan vooral in Duitsland waar ze zeer populair is van in het begin van de twintigste eeuw. De zonnehoed werd voor het eerst aan een analyse onderworpen en getest voor homeopathische doeleinden in Duitsland en het medicinale gebruik ervan werd later onderzocht door Dr. Gerhard Madaus in 1938.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (15 Stemmen)
    27-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Caesalpinia
     

    Caesalpinia gilliessie

    paradijsvogelstruik / gele paradijsvogelbloem


    Familie        : Caesalpiniaceae
    Bloeikleur     : geel
    Bloeimaand     : juli, augustus, september
    Bladkleur      : Groen
    Hoogte         : 2 - 4 m
    Wintergroen    : Bladhoudend / wintergroen
    Winterhardheid : Matig winterhard
    Standplaats    : Zon
    Soort gewas    : Heester / struik
    Habitat        : Droge bodem, Normale bodem
    Vroeger        : Poinciana gilliesii
    Geslacht       : Caesalpinia
    Familie        : Vlinderbloemingen
    Onderfamilie   : Caesalpiniaceae


    Standplaats:

    Deze kuipplanten staan het liefst in de volle zon en hebben tijdens de bloeiperiode heel veel water en regelmatig wat mest nodig.
    Het is mogelijk deze planten buiten in de volle grond te overwinteren. Toch is de winterhardheid volgens vakliteratuur beperkt en matig winterhard tot min 6°C en is het aangeraden de planten als kuipplanten te houden en ze 's winters binnen te brengen bij ongeveer 10 °C.

    Kenmerken:
    Speciale kenmerken : Kuipplant, Opvallende bloemen, Solitairplant
    Caesalpinia zijn tropische struiken of bomen die hun oorsprong vinden in Zuid-Amerika. In de land van herkomst groeien deze exotische planten vaak bijna als onkruid. In Europa gedijt Caesalpinia vrij goed als die in plantenborders wordt aangeplant in de zuidelijke mediterrane landen.

    Bloemen :
    De tropische gele bloemen vallen op door de lange, rode meeldraden. Caesalpinia hoort bij de Caesalpiniaceae – mimosafamilie (onderfamilie van de Leguminosae - vlinderbloemigen). Bij deze familie worden ook de Cercis (Judasboom) en Gleditsia gerekend.
    De prachtige bloemen kunnen heel slecht tegen dagen lang regenweer. Ze blijven dicht en rotten dan weg nog voor ze gebloeid hebben. Na de bloeiperiode verschijnen 10 cm lange afgeplatte, bruine peulen. Hoe warmer de zomer hoe langer de peulen kunnen worden. In Zuid-Amerika worden de peulen wel tot 20 cm lang.

    Planten :
    Vooraleer de paradijsvogelstruik in het najaar terug naar binnen te brengen, mag je de struik gerust een stuk insnoeien of zelfs knotten als een knotwilg. Aangezien de plant wintergroen is zal je ze wel nog af en toe een scheut water mogen geven tegen het uitdrogen.
    Deze struik krijgt tijdens het groeiseizoen koemestkorrels afgewisseld met 2 x blauwe korrel

    Eigenschappen:
    De paradijsvogelstruik zal zijn bladeren in de winter behouden bij temperaturen van boven de 5 °C. Daalt de overwinteringstemperatuur tot aan het vriespunt, dan laat de plant alle blad vallen en mag je ze op een donkere standplaats overwinteren.

    Vermeerderen :
    Door zaad te vermeerderen. De ruwe zaadhuid kun je best even aanvijlen. Daarna de zaden weken in heet water om de kieming te bevorderen.

    Soorten :
    Caesalpinia christa: klimplant met doornige stengels. De uit tien blaadjes samengestelde bladeren kunnen wel één meter lang zijn. Verdraagt geen vorst.

    Caesalpinia decapetala: doornachtige struik uit Australië die ongeveer drie meter hoog wordt. Gele bloemen verschijnen in juni - juli.

    Caesalpinia decapetala var. japonica: komt uit Japan / China en is iets minder vorstgevoelig.

    Caesalpinia ferrea (= ijzerboom): Naast de bloemen ook een zeer mooie schilferende, grijs gevleke boomstam en een parapluvormig bladerdek. Snelgroeiende soort uit het oosten van Brazilië waar de ijzerboom ruim tien tot twaalf meter hoog wordt. Door ze als kuipplant te houden en goed in te snoeien is de groei in bedwang te houden. De temperaturen moeten wel hoog zijn om tot bloei te komen.

    Caesalpinia gilliesii: meest winterhard, bloeit vanaf een hoogte vanaf één meter.

    Caesalpinia pulcherrima: (= pauwenbloem) een struik die meestal maar enkele meter hoog wordt met doornige bladeren en takken. De bloemen verschijnen aan het uiteinde van de takken, waarna de peulen verschijnen.

    Caesalpinia mexicana: (= Mexicaanse paradijsvogelbloem) Het is een tot drie meter hoge bladhoudende struik met sterk geurende, gele bloemen.

    Caesalpinia spinosa: Bladhoudende struik die max. 3 meter hoog wordt met doornige schors


    Weetjes :
    Het is veiliger de paradijsvogelstruik in kuipen aan te planten zodat je die in de winter naar binnen kan brengen.
    Als kuipplant blijft Caesalpinia wel een stuk kleiner dan de soortgenoten in de volle grond.
    Met de prachtige bladeren en bloemen is een schitterende exotisch ogende kuipplant voor op een terras of balkon.

    Caesalpinia wordt bij ons 1 tot 3 meter hoog. De vorm van de struik of boom is opgaand. De takken staan onder een lichte hoek ten opzichte van de basis.

    De bladen zijn dubbel geveerd en staan langs lange stengels. Alleen al het blad is Aan het eind van de zomer ontwikkelen zich peulen de moeite waard om te zien. Het lijkt op Mimosa of kruidje-roer-mij-niet. In de avond vouwen de bladen zich samen in een slaapstand. Caesalpinia bloeit de hele zomer met een hoogtepunt in juli en augustus. Een zonnige en warme standplaats is vereist. Aan de grond worden geen bijzondere eisen gesteld. Een goed doorlatende, zandige grond met een beetje humus is voldoende om de struik te laten groeien. Vanwege de vorstgevoeligheid is het houden van de struik/boom in een kuip verkieselijk. Zorg er wel voor, dat de grond permanent licht vochtig is.

    De Caesalpinia Gilliesii of Paradijsvogelstruik is eigenlijk een tropisch/subtropisch peulgewas. Deze Caesalpinia Gilliesii is een exotische struik/boom.
    De Paradijsvogelstruik is blad houdend als hij bij +5 graden de winter doorkomt.
    Als het rond het vriespunt is dan verliest hij zijn blad.
    Het blad lijkt op dat van de slaapboom en is ook dubbel geveerd, ook deze bladeren vouwen zich ‘s-avonds samen in de slaapstand.

    De bloeiwijze zijn heel fraai en doet tropisch aan. Het is een ideale kuipplant voor op een terras of balkon. In de volle grond planten kan, mits zeer goed beschermd tegen matige en strenge vorst.

    Aan het einde van de bloeiperiode die de hele zomer duurt, verschijnen peulen uit de uitgebloeide bloemen. Deze worden 10/15 cm lang. Het zaad in deze peulen kiemt in ons klimaat moeilijk.

    Is een echte aanrader vanwege zijn prachtige bladeren en bloemen die de hele zomer tot bloei komen en voor wie iets bijzonders in zijn tuin/terras wil hebben.

    Winterhardheid zone 9a (-6ºC)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    24-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Calluna

    Calluna
    Struikheide 

    Botanische naam  : Calluna vulgaris
    Nederlandse naam : Struikheide
    Herkomst         :
    Bijzonderheden   : geen kalk, 50 cm hoog
    Grondsoort       : humeus, zand, veen
    Vochtbehoefte    : droog, normaal
    Licht            : zon
    Wind             : weinig gevoelig
    Groep            : (sier)heesters
    Gebruik          : insecten, heidetuinen
    Hoogte           : 0.20-0.50 m
    Vorm             : opgaand
    Bloeikleur/vorm  : wit/créme
    Bloeitijd        : augustus, september
    Blad             : wintergroen

     

    Standplaats:

    De grond mag arm zijn maar absoluut geen kalk of zout bevatten, doch groeit het best op een zure, humusrijke, vochthoudende en voedingsrijke bodem. Bij het aanplanten is het sterk aanbevolen de grond te verbeteren met turf, heidegrond, levende humus of compost.

    Een standplaats in volle zon of half schaduw maakt weinig uit, doch hoe meer zonlicht hoe bloeirijker de plant. Regelmatig snoeien of verjongen voorkomt het kaal worden van de plant en bevordert tevens de bloei.

     

    Kenmerken:

    Dit gewas is een wintergroene dwergheester waarvan er honderden rassen worden gekweekt die bloeien van juli tot november. De cultivars zijn afwijkend door de verschillende vormen van bloempjes, het loof en de groeiwijze.

    Calluna leent zich tevens voor aanplantingen in de border samen met andere planten en als bodembedekker.

     

    Bloemen :

    Struikheide bloeit van juli tot september.

    Een absolute must door zijn opvallend vele mooie kleuren en variaties van mooie bloemen. Door zijn fraaie eigenschappen kan struikheide gebruikt worden om bloembakken en andere tuinornamenten tijdelijk te versieren, na de bloei kan deze uitgeplant worden in volle grond.

     

    Planten :

    Bij voorkeur aan te planten samen met ander zuurminnende planten o.a.: Rododendron, Azalea, Kalmia, Camellia, Hortensia dit geheel maakt de heidetuin nog completer 


    Eigenschappen:

    Calluna-soorten bloeien niet alleen mooi, ze hebben ook spectaculaire bladkleuren waar bijzonder mooie effecten mee kunnen gecreëerd worden. Wanneer je de bodem bedekt ziet met een tapijt van bloeiende dopheide, gehuld in vroege ochtendnevels, dan pas begrijp je hoe een briljante bloei ze ten toon spreiden en hoe spectaculair ze wel zijn. Calluna´s bloeien meestal in het najaar. Dopheide is een belangrijke plant zijn omdat ze nog extra kleur kunnen geven aan de vaak te kale en troosteloze najaarstuin.


    Vermeerderen :

    Vermeerderen door stekken of afleggen.

    Soorten :


    De meest courante variëteiten zijn:


    Calluna vulgaris: wilde heide, bloeit lichtpaars in juli – augustus, hoogte 50 cm.

    Calluna vulgaris ‘Alba Erecta’: heldergroen loof tot 40 cm. hoog, witte bloei van augustus tot september.

    Calluna vulgaris ‘Alportii’: opgaande groei, 50 cm. hoog, paarse bloem van augustus tot september.

    Calluna vulgaris ‘Beoley Gold’: geel loof, witte bloem, hoogte tot 40cm.

    Calluna vulgaris ‘Blazeaway’: geelgroen loof, 45 cm. hoog, bloei violet.

    Calluna vulgaris ‘ Carmen’: breed opgaande struik tot 45 cm., paarsrode bloei.

    Calluna vulgaris ‘Gold Haze’: heldergeel loof tot 50 cm., bloeit wit van augustus tot september.

    Calluna vulgaris ‘H.E.Beale’: zilverachtig roze bloemen, hoogte 60 cm.

    Calluna vulgaris ‘J.H.Hamilton’: spreidende groei, donkerroze dubbele bloem.

    Calluna vulgaris ‘Long White’: opgaande groei tot 70 cm., witte bloei.

    Calluna vulgaris ‘Marleen’: donker loof, hoogte 35 cm., wit paarse bloemen van september tot november.

    Calluna vulgaris ‘Sunset’: bronskleurig loof, paarroze bloei van augustus tot september.


    Weetjes :


    --Struikheide, Calluna is net als Dopheide, Erica familie van de Ericaceae. Doch een duidelijk verschil is merkbaar door de bloeiperiode. Calluna is een zomerbloeier en hierdoor ook zomerheide genaamd. Erica daarentegen is een winterbloeier synoniem winterheide.

    --De Calluna vulgaris is een inheemse plant in onze contreien die zelfs in het wild groeit op heideachtige gronden.


    --De keuze van de passende variëteiten is hier primerend om een lange en gevarieerde bloeiperiode te bekomen. Uiteraard kan deze gecombineerd worden met Erica om de heidetuin nog attractiever te maken.


    --De Heideachtigen zijn een overzichtelijke familie. Calluna wordt vaak gewoon dopheide genoemd. Twee andere vaak gebruikte soorten zijn Erica en Daboecia. Hier hebben we het in het bijzonder over Calluna. Alle dopheide is perfect te combineren met andere zuurminnende planten zoals Azalea, Rhododendron, Erica, Daboecia, Kalmia, Enkianthus, Pieris en verschillende siergrassoorten. Combineer heide eens met op de achtergrond een groep van Rhododendrons, die wegens hun glanzende en altijd groene bladeren en adembenemende contrast zullen vormen met de bloeiende heide in het najaarsseizoen.


    Winterhard ?

    Er zijn vele dopheide cultivars die winterhard genoeg zijn voor ons klimaat en die hier in onze contreien ook gekweekt en verkocht worden. Jammer genoeg zijn er vaak ook teveel niet-winterharde soorten in het aanbod opgenomen. Een kwestie van je vooraf goed te informeren natuurlijk.


    Standplaats


    Zowel Erica als Calluna hebben zon nodig en een open standplaats met voldoende luchtcirculatie. Kies een plek met minstens een halve dag volle zon. Een zuidoostelijke ligging is ideaal. Calluna vergt vooral zon om met zijn gekleurd loof te kunnen pronken en voor een betere bloei.


    De bodem


    Het succes van om het even welke heidetuin hangt in grote mate van juiste grondvoorbereiding af. De ideale grond voor heide is lichtjes zuur, heeft een uitstekende drainage en bevat grote hoeveelheden potgrond, turf of compost dat met de tuingrond wordt gemengd om vochtigheid te behouden. Dopheide doet het niet goed in een grond die té vruchtbaar is waardoor hij tevens gevoeliger wordt voor ziekten. De planten zullen dooreen te weelderige groei veel te zwak zijn en een koude winter moeilijkere kunnen doorstaan. Gebruik dus nooit een hoge dosis stikstofhoudende meststof. In de plaats daarvan kan je beter gebruik maken van een droge korrelige zuurhoudende meststof. Informeer best bij aankoop. Het merendeel van de aangeboden meststoffen in de handel is niet geschikt. Pas ook eens natuurlijke micro-organismen toe of natuurlijke plantenversterkers. Deze organismen worden geabsorbeerd en lijken de groei te versterken en het bloeien te verlengen.


    Een zware kleibodem is niet zo geschikt voor heide. Zullen gronden vragen heel wat voorbereidend werk. De eenvoudigste manier om een goede drainage te verzekeren is door op verhoogde bedden te planten. Die kunnen

    worden gemaakt door een gedeelte met steen of hout af te bakenen. Meng de bestaande grond met een mengeling van grof (rijn-)zand, potgrond, turf en goede compost. Een van nature hellende tuin is gemakkelijker aangezien het natuurlijk afvoert. Zandige grond is een beetje gemakkelijker te bewerken. Opnieuw mengen we de bodem met grof (rijn-)zand, potgrond, turf en goede compost.



    Dit is een houtachtige, laag groeiende heester die kilometers lange eentonige donkergroene massa's kan vormen op voedselarme zandgronden, op kalkarme, oudere duinen en in bossen. Hij komt in grote delen van Europa voor.

    Struikheide is een vertakte, twijgachtige plant met groen blijvende lijnvormige, steelloze blaadjes, die in vier rijen groeien en elkaar bedekken. Ze groeien op korte zijscheuten van de hoofdstengels. De vele roze tot paarsrode bloemen groeien in losse aarachtige bloeiwijzen in de oksels van de hoogste scheuten, aan het einde van de takken. De plant kan 30-80 cm hoog worden.


    Struikheide bloeit van juli tot september. Onderscheid met de Dopheide is te maken door te letten op de bladen: die zijn tegenoverstaand bij de struikheide en staan in kransen bij de dopheide. Struikheide speelde honderden jaren lang een belangrijke rol. De plant werd gebruikt om manden en bezems van te maken en om matrassen op te vullen. Gemengd met turf werd het gebruikt als bouwmateriaal en als brandstof. De bloemen zijn een goede honing- en stuifmeelbron voor bijen.


    Geschiedenis en volksverhalen

    Heidekruid groeit meestal op veenmos, een kruid dat vroeger als brandstof gebruikt werd. Samen met de mistletoe is heidekruid volgens de wicca een poort naar de wereld van de droom en het verborgene. Wanneer gebruikt tijdens midzomer bevorderd het liefde en bescherming. Rode heide is voor passie, witte heide voor het doen afkoelen van passie en ongewilde minnaars. Wordt ook gebruikt voor het opwekken van regen. Heide straalt rust en eenvoud uit en de elfen zouden aan hun wortels ongestoord uitrusten. Er is een legende dat een bosje witte heide zowel geluk brengt aan de gever en nemer ervan.


    De Romeinse schrijver Boethius beschreef hoe de jonge scheuten van de heide werden verzameld door de Kelten en de Picten, deze maakten een drank van de plant. Ook was heide in gebruik om er manden en bezems van te maken, matrassen werden ermee gevuld, volgens Schotse folklore brengt het slapen op een kussen gevuld met heide mooi dromen en een gezonde nachtrust. Witte Heide is zeer gelukbrengend volgens de Schotten, omdat zij niet rood gekleurd is door de in het verleden voorkomende clan-oorlogen.


    Heide wordt gedragen als bescherming tegen verkrachting en andere gewelddadigheden, maar ook om gewoon geluk te brengen. Witte heide is het beste voor dit doel. Als Heide samen met Varens gebrand wordt trekt dit regen aan.




    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    23-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Dahlia
     

    Dahlia

    Botanische naam  : Dahlia
    Nederlandse naam : Dahlia (decoratief)
    Herkomst         : Mexico
    Bijzonderheden   :
    Grondsoort       : alle, lichte klei
    Vochtbehoefte    : normaal
    Licht            : zon
    Wind             : gevoelig
    Groep            : knol
    Gebruik          : borders, snijbloem, vakken
    Hoogte           : 0.30-0.60 m
    Bloeikleur/vorm  :
    Bloeitijd        : juli, augustus, september, oktober
    Plantdiepte      : > 0.15 m




    Standplaats:

    Zorgt voor een goede en voedzame tuingrond. Gebruik wat klei en licht zuur en zorg dat de Dahlia niet te droog komt te staan.

    Kenmerken:

    Laat Dahlia’s overwinteren op koele, niet te koude luchtige vorstvrije plaats (rond de 10°C) in kist met droge turf, dek ze af met stro, krantenpapier of plastiekdoek. Bewaar de dahliaknollen zeker niet in een warme ruimte, daar zouden de gave knollen verschrompelen en waardeloos worden.

    In maart kan je de knollen in vochtige turf laten voorkiemen in huis of serre, later kunnen ze dan uitgeplant worden, vanaf half mei (na het vorstgevaar!) ofwel eind april-begin mei direct ter plaatse.

    Bloemen :

    Als de bloeitijd komt, moeten de dahlia's voldoende water krijgen.

    Naarmate de planten opgroeien hebben ze steun nodig: stokken en koord of middels een dahlia-ring die men optrekt naarmate de dahlia's hoger groeien.

    Om vele zijscheuten te bekomen mogen de jonge planten ingeknepen worden (groeitop wegnemen) enkele weken na het planten (mei-juni); dit wordt gedaan voor de bloeirijke tuinversiering.

    Als men grote bloemen wenst in de top, dan worden de scheuten, en zijknoppen die op de stengel van de hoofdbloemen ontstaan weggenomen.

    Planten :

    Dahlia's hebben voeding nodig om stevig te ontwikkelen; in het najaar ruim stalnest (3 kg/m2) of compost in de grond mengen. Na het spitten de grond row laten liggen zodat hij volledig kan opvriezen en in het voorjaar een goede fijne structuur krijgt. De knollen rooien na eerste vorst. De stengel op 15cm boven de knollen insnijden, van aanklevende grond ontdoen en goed laten opdrogen. Let op! Kwets de knollen niet. De gewenste plantenafstand is 40 cm voor laaggroeiende dahlia’s en 70 cm voor de hoge variëteiten.

    Eigenschappen:

    Dahlia's zijn half-winterhard maar in onze streken worden ze toch elk jaar herplant na een winterrust op een koele droge plaats.

    Vermeerderen :

    De scheuten die zich ontwikkelen op de knollen kunnen ook als stek gesneden worden (juist boven de wortelhals) met lengte van 10cm. De stek in turf of potgrond en zand steken (b.v. vier stekken in pot van 8 cm 0 of in turfpotjes stuk per stuk). Het gebruik van een groeimiddel ter bevordering van de wortelvorming (b.v. Rhizopon) is aanbevolen.

    Ook knollen kan men verdelen, daarbij moeten we zorgen dat elke afgenomen knot ecu stuk van de oude stengel met een oog bezit waaruit de nieuwe plant kan groeien. Dit werkje gebeurt in april, daarna kan de dahlia uitgeplant worden.

    Soorten :

    Dahlia is een plantengeslacht uit de composietenfamilie (Asteraceae). Het geslacht omvat een tiental soorten, die wild voorkomen in Mexico.

    Voornaamste cultivargroepen zijn :
    enkelvoudige (mignon)
    anemoonbloemige
    halskraagdahlia
    waterleliedahlia
    decoratieve dahlia
    pompondahlia
    cactusdahlia
    semi-cactusdahlia
    en diverse kleinere groepen zoals:
    de orchideebloemige dahlia
    pioenbloemige dahlia
    sterdahlia

    Weetjes :

    --De oorspronkelijke dahlia's zijn kale, opgaande, overblijvende planten met langwerpige, knolachtige wortels. De bladeren zijn zeer verschillend van soort tot soort.

    --De gekweekte dahlia's zoals wij die kennen zijn vrijwel zonder uitzondering hybriden. De dahlia's werden in 1872 in Nederland geïntroduceerd. In 1954 wordt 'Klankstad Kerkrade' gekweekt, genoemd naar het muziekfestival in de stad Kerkrade.

    --De botanische naam Dahlia is ontleend aan de Zweedse botanicus Andreas Dahl, een leerling van Carl Linnaeus. Het Bloemencorso Zundert is het grootste dahlia-bloemencorso ter wereld.

    --Deze latijns amerikaanse plant (Mexico) kent zijn bekendheid dankij de verdikte wortels die als voeding dienden. De knollen werden onder andere door de Tunebo-Indianen opgegraven en opgegeten.

    Notabene: de smaak van de knollen schijnt niet lekker te zijn.

    Pas later werd deze plant “herontdekt” als sierplant.

    Er bestaat een zeer ruime keuzemogelijkheid aan Dahlia-hybriden, dit in vele kleurentypes en verschillende soorten en met varierende bloemdiameter van 5 tot 30 cm.

    --De dahlia heeft nood aan voedsel; als er een goede basisbemesting (stalmest, koemest, compost) aan de grond gegeven werd zal er geen extra nood aan meststoffen zijn. Maar rond de tijd dat de bloemknoppen ontstaan, mag wel een handvol samengestelde korrelmeststof toegediend worden per plant, niet te stikstofrijk want dan krijgen we overvloedige bladgroei (neem b.v. een NPK Stikstof-Fosfor-Kali) verhouding met minder N (Stikstof) en in orde van grootte kunt u kiezen in de 8-8-12 (NPK) of dergelijke.

    Laagblijvende dahlia-typen en variëteiten (Mignon en Topmix) kunnen goed in bakken en schalen geteeld worden, voortuin en balkon.

    Oorwormen tasten jonge scheuten aan. Ze moeten gevangen worden. Ecu bloempot met stro of papier omgekeerd op stok plaatsen (50 cm boven de grond), de oorwormen kruipen `s nachts in deze potten en `s morgens zijn ze te vangen.

    Enkele dahlia's samen; kan zeer decoratief zijn als solitair-groep, b.v. in een grote gazonruimte.

    Bij de dahlia's zijn vele typen en variëteiten die als snijbloemen waardevol zijn.

    Afgesneden bloemen voor de vaas worden diep in water gezet, met een snijbloemenvoedsel (b.v. Chrysal). Zorg ervoor dat er geen bladeren in het water staan! Het blad van de dahliaplant heeft een doordringende geur; daarom heeft niet iedereen graag een dahliaboeket op tafel of een eettafelversiering met dahlia's.

    Het uitknippen van de uitgebloeide bloemen stimuleert de vorming van nieuwe knoppen. Omdat de genoemde soorten niet erg groot worden en geen zware gevulde bloemen hebben, is het doorgaans niet nodig om ze te steunen. De Dahlia stelt geen hoge eisen. Ze wil graag normale, voedzame tuingrond en een plekje in de zon.

    De knollen kunnen in huis of in de kas worden voorgetrokken. In dat geval zullen ze eerder bloeien, al in juni. Wanneer de knol rechtstreeks in de grond wordt geplant, zo half mei, zullen de eerste bloemen uiteraard pas later verschijnen, meestal in augustus. In beide gevallen gaat de bloei door tot de vorst invalt. Dan worden de knollen gerooid, gedroogd en opgeborgen tot het volgende voorjaar.


    Dahliaknollen bewaren :

    Belangrijk: De bewaarruimte moet vorstvrij zijn. Bepalend is de temperatuur. De meeste huidige kelders zijn sterk verwarmd en te warm (uitdroging der knollen). Een temperatuur van 5 tot 7 graden is aanbevolen.

    Is het warmer, dan kan men de knollen in turf, zaagmeel of zand leggen, die men van tijd tot tijd wat bevochtigt. In de winter de knollen enkele keren verleggen en kuisen (controle op vuilnis en schimmelvorming die aanstekend werkt.

    Men kan ze ook op houten rekken in opgehangen plastiek zakken met grote luchtgaten, of in houten kisten met gazetten-papier of ook nog op draad leggen. De knollen zeker niet in plastieken kisten plaatsen.(door afsluiten van de lucht kunnen ze wegrotten). Bij het uithalen in de herfst de knollen op de bodem enige uren laten drogen (natuurlijk niet bij vorst).

    Niet alle aarde van de knollen verwijderen of gans afwassen. De aarde beschermt ze van uitdrogen en geeft ze wat vochtigheid.

    Dahliaknollen delen ;

    Waarom zou men knollen eigenlijk delen:
    1) Met de deling kunt U de soorten goedkoop vermeerderen.
    2) Te veel knoldelen verhinderen zich wederzijds bij de aanmaak van nieuwe, jonge knollen.

    Ook worden te veel scheuten gevormd die dan dikwijls te klein en te zwak zijn.

    Wanneer zal men knollen delen?
    Splitsen ze eerst voor het planten. Anders kunnen ze uitdrogen. Ook ziet U eerst in de lente als er scheuten komen. Aan de wortelhals moet minstens een oog zichtbaar zijn.

    Met wat kan men knollen delen?
    knollen kan men gemakkelijk met de hand splitsen. Eenvoudiger gaat het met een proper scherp mes. Zet de knollen in de lente enkele dagen in het licht en warmte, dan zal men zien aan welke wortelhalzen ogen te voorschijn komen.

    Dahlia’s kunnen ook gekweekt worden uit zaden.


    Dahlia-stekken :

    Deze methode wordt gebruikt in de dahliakwekerij, maar kan ook door tuinliefhebbers gedaan worden.
    Zo kan men een hogere plantvermeerdering bekomen, afhangend van de soort en de knolouderdom.

    Na het plaatsen van de knollen in februari op een plantsubstraat wordt de temperatuur in de kweekserre op 20° gebracht en begoten. Na ongeveer 3 weken hebben de eerste stekken met 2 goed ontwikkelde bladparen de juiste pluktoestand.

    De stekken worden dan afgetrokken of uitgesneden en in een groeisubstraat gestoken en geplant. Na 1 tot 2 weken komen de eerste wortels en na 4 weken kunnen de stekken gepot worden.

    Na de wortelgroei in de pot wordt de temperatuur stilaan verlaagd om ze hard te maken en na de ijsheiligen in open lucht te laten groeien. Nadat ze een paar weken zijn uitgeplant worden ze gepinseerd om de zijscheutengroei te bevorderen.


    Dahlia’s planten :

    Welke grond verlangen dahlia’s?
    Ideaal is een zandige, licht zure grond. Leembodem is niet aan te bevelen, omdat hier gevaar bestaat voor teveel vochtigheid.

    Welke standplaats verkiezen dahlia’s? Belangrijk is een zonnige plaats.
    Hoe diep zal men de knollen planten? Ongeveer een spade diepte, zodat ze met een paar centimeter aarde bedekt zijn. In geen geval te diep, anders moeten de scheuten zich moeizaam naar boven werken.

    Wanneer zal men dahlia’s planten? Daar maakt men onderscheid tussen knollen en stekken. Wij planten onze knollen einde april/begin mei. De laatste vorst dringt niet meer in de bodem. De stekken brengt men eerst na de IJsheiligen in de aarde, als het vorstgevaar practisch onbestaande is. Aangezien stekken in het begin enkel wortels hebben, zouden ze de vorst niet overleven.

    Zou men knollen voor het planten een paar uur in water leggen? Dat doen vele daar na de lange bewaarperiode de knollen dikwijls zeer droog zijn. Wij raden dit nochtans af, omdat er rottingsgevaar bestaat in de nog koude april-aarde.Welke dahlia-steun zal men aanwenden? Ieder dahliavriend heeft daar zijn voorliefde. Van bamboe tot ijzeren palen, of stevige houten palen.

    Tip: eerst de paal inkloppen en dan de knol planten. Omgekeerd kunnen ze de knol licht kwetsen. En niet te hard vastbinden; een beetje speelruimte laten, en naargelang de hoogte meerdere bevestigingen plaatsen.


    Dahlia’s bemesten :

    De meststof bij het planten in het plantgat bijgeven of in het voorjaar in de grond inwerken.

    Tips: Aanbevolen wordt gewone natuurlijke rundermest of gedroogde koemest. Geen paardenmest gebruiken (Ammoniak verhit de knollen te veel). Een lepel beendermeel per plantgat bijgeven. Het bevordert de groei.

    Van kunstmest zij we geen voorstander want te veel stikstof duwt de dahlia in de hoogte, met lange en dunne uitlopers. Anderzijds ontwikkelt zich teveel blad.


    Bescherming van dahlia’s tegen ziekten en ongedierte

    Voorkomen is beter dan genezen; zorg daarom voor optimale omstandigheden:
    - Zonnige standplaats (zeer belangrijk)
    - Humusrijke en losse grond (geen wateroverlast)
    - Goede voeding (koemest, Hornspäne = organische meststof)
    - Ideale plantafstanden (30 cm bij lage soorten tot 80 cm voor hoge en breedgroeiende dahlia’s)
    - Voldoende bewatering
    - De grond om en onder de dahlia’s zo net mogelijk houden

    De meest voorkomende dierlijke beschadigingen zijn veroorzaakt door:
    slakken, bladluis,oorkevers, bladkevers, rode spinnen, rupsen, kleine en schuimzikaden.
    Een goed middel voor ongedierte zoals bladluis enz. is de dahlia’s besproeien met bruine zeep (zeepsopje)
    of met plantaardige afbouwbare gift zoals Pyrethrum (in elk tuincenter te koop).

    Dan zijn er nog ziekten veroorzaakt door virussen, zwammen of bacteriën bvb. Meeldauw, bladgroenziekte,grauwschimmel.
    Door te zorgen voor optimale omstandigheden zoals hoger aangeduid kan veel onheil vermeden worden


    Vermeerderen

    Dahlia's kunnen worden gezaaid. Dit is echter een lange weg en wat risicovol. Beter is het om ze te stekken of de knollen te scheuren. De meest toegepaste vermenigvuldiging is die van stekken. Is u dit te veel, dan kunt u beter planten of knollen kopen. Om stek te kunnen maken worden de knollen vanaf begin januari in een mengsel van 1/3 deel zand, 1/3 deel humusgrond en 1/3 deel turfmolm gelegd. In zuivere turfmolm kan ook. De knollen moeten ziektevrij en gaaf zijn. De juiste temperatuur moet wel 20 - 23 graden Celcius zijn om enig resultaat te krijgen. Na circa drie weken kunnen de eerste stekken gesneden worden.

    De dahliakwekers verwijderen meestal deze eerste uitlopers, omdat ze moeilijk schijnen te wortelen. De tweede serie stekken is blijkbaar beter bewortelbaar. De stek wordt met een scherp mes vlak boven de knol afgesneden of wordt van de knol afgescheurd: 'een stek met hieltje'. Met dat afscheuren gaat dan een deel van de knolhuid mee. Deze laatste methode zorgt voor het beste bewortelingsresultaat. Hoewel dahlia's van stikstof houden, is het geven van een stikstofrijke kunstmestgift niet goed. Bij een teveel aan stikstof wordt er door de plant meer aan bladvorming gedaan in plaats van aan bloemvorming.

    Gedurende de winter kunnen de knollen overwinteren op een koele (5 °Celcius) plaats, absoluut vorstvrij en wat toegedekt met vochtig turfmolm.



    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (12 Stemmen)
    22-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Polygala
     

    Polygala



    Standplaats:

    De gewone vleugeltjesbloem komt voor in vochtige tot droge, vrij voedselarme graslanden, op lichte bosplekken, in de duinen en op kalkrijke graslanden zoals in Zuid-Limburg.

    Kenmerken:

    De Polygala Myrtifolia wordt ook wel de Vleugeltjesbloem genoemd komt van oorsprong uit Zuid-Afrika. Deze groenblijvende exotische struik heeft rond tot licht ovale bladeren die dof groen van kleur zijn.

    De plant wordt 5-30 cm hoog en heeft verspreid staande bladeren. De gewone vleugeltjesbloem bloeit van mei tot juli met blauwe, roze of witachtige bloemen. De bloemen hebben drie kroonbladen. De schutbladen zijn 1-2 mm lang en evenlang of iets korter dan het bloemsteeltje. Twee van de vijf kelkbladen zijn groter, hebben dezelfde kleur als de drie ontwikkelde kroonblaadjes en vormen de vleugels. De bloeiwijze is vrij los.

    Bloemen :

    De Vleugeltjesbloem bloeit de gehele zomer zeer uitbundig vanaf begin mei tot de eerste vorst. De kleur van de bloemen is mintgroene vlekken met paars als hoofdkleur. De bloemen sluiten ‘s-avonds en in het ochtend zonnetje openen ze zich weer.
    Dit is een zeer dankbare bloeier en makkelijke plant.

    Planten :

    Standplaats lichtbehoefte: zon
    deze plant is wintergroen (groenblijvend)
    geschikt voor een solitaire positie in een beplantingsschema  


     Eigenschappen:

    Tijdens de bloei mag de plant extra water en om de 2 a 3 weken een gift mest krijgen.
    Snoeien van de plant in het voorjaar (maart), op deze manier houdt u de plant indien gewenst compact.


    Vermeerderen :

    door zaad


    Soorten :


    -Polygala Myrtifolia

    De winterhardheid van de Polygala Myrtifolia is prima, kan dus in de volle grond geplant worden en indien strenge vorst afgedekt worden. Ook in de winter terughoudend zijn met water geven en zeker geen mest geven.
    Winterhardheid zone 8a (-10/-12ºC).


    -Polygala Myrtifolia

    De winterhardheid van de Polygala Myrtifolia is prima, kan dus in de volle grond geplant worden en indien strenge vorst afgedekt worden.
    Ook in de winter terughoudend zijn met water geven en zeker geen mest geven.
    Winterhardheid zone 8a (-10/-12ºC).


    -Polygala chamaebuxus 'Grandiflora'

    De Polygala chamaebuxus 'Grandiflora' (Vleugeltjesbloem) heeft een groen blad en zijn bloem is geelpurper van kleur.Deze plant bloeit van mei tot september en wordt ongeveer 10 cm hoog.
    Waardevolle plant voor rots- en heidetuinen.Voor een humusrijke grond.


    - Polygala vulgaris

    Gewone vleugeltjesbloem - Polygala vulgarisDe gewone vleugeltjesbloem (Polygala vulgaris) is een plant uit de vleugeltjesbloemfamilie (Polygalaceae). De soort staat op de Nederlandse Rode lijst (planten) als algemeen voorkomend maar sterk afgenomen. De plant heeft de naam te danken aan het feit dat twee van de vijf kelkblaadjes groter zijn.


    Weetjes :

    Bestuiving

    De stijl heeft vlak onder de stempel een lepelvormig aanhangsel. Hierboven zitten de helmknoppen, waardoor het rijpe stuifmeel door het lepeltje opgevangen wordt. Als een insect de bloem bezoekt kleeft het op het lepeltje liggende stuifmeel aan het insect. Als geen kruisbestuiving optreedt zorgt de plant voor zelfbestuiving doordat aan het eind van de bloei de stamper naar beneden in het lepeltje buigt.

    De vrucht is een doosvrucht met niet afvallende vleugels, waardoor deze door de wind verspreid wordt. De doosjes worden ook wel door mieren versleept doordat ze een klein mierenbroodje hebben. De zaden zijn behaard.

    De vleugeltjesbloem is afkomstig uit Zuid-Afrika en het is een plant die vlug tevreden is.


    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (31 Stemmen)
    19-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chaenomeles



    Chaenomeles

     

    Botanische naam  :  Chaenomeles japonica    

    Nederlandse naam :  Dwergkwee, Japanse sierkwee          

    Herkomst         :  Japan                                     

    Bijzonderheden   :  veel worteluitlopers                 

    Grondsoort       :  humeus, zand, kalkrijk

    Vochtbehoefte    :  droog, normaal

    Licht            :  half schaduw, zon

    Wind             :  ongevoelig, zeewind bestendig

    Groep            :  (sier)heesters

    Gebruik          :  groepen/vakken, bodembedekker, kust/zeewind, landschap

                        , tuinen, insecten

    Hoogte           :  0.50-1.00 m

    Vorm             :  spreidend

    Bloeikleur/vorm  :  oranje, rood/bruin

    Bloeitijd        :  maart, april

    Blad             :  bladverliezend

    Vrucht           :  geel, opvallend

     

     

     

    Standplaats:

    Vruchtbare en goed doorlatende grond.

    Het blad vergeelt op kalkrijke grond.

    Zonnig tot halfschaduw.

    Dwergkwee groeit op alle gronden zolang die maar niet blijvend nat zijn. Een zandig humeuze grond, die licht kalkrijk is, biedt de gunstigste uitgangspositie.

     

    Kenmerken:

    Heesters met gedoornde twijgen die vooral opvallen door de vroege bloei en de opvallende, geurende vruchten.

    Sommige soorten zijn goede bodembedekkers andere zijn te gebruiken als leiplant of in vakbeplanting en hagen.

     

    Bloemen :

    De struik bloeit normaal gezien op takken die nog geen bladeren hebben. Dus eerst de bloei, later de bladgroei.

    Bloeit in maart - april afhankelijk van het weer, met rode,oranje en soms witte bloemen. De bloemblaadjes van deze heester zijn zelfs eetbaar.

    Chaenomeles bevat ook takdoorns die in  overvloed aanwezig zijn maar niet schadelijk. Na de bloei komen de geel - groene appeltjes natuurlijk,en die ruiken heerlijk!

     

    Planten :

    Als de struik in een goede bodemstructuur staat en hij voelt er zich goed bij, kan die wel anderhalve meter hoog worden. Sterk groeiende cultivars zelfs 2 meter! Dus hou er rekening mee als je deze struik aankoopt (meestal klein) dat ze kan uitgroeien tot een kolossale heester.

     

    Gebruikte delen:

    Deze heester afkomstig uit China staat bekend om zijn vroeg  bloeiende bloemen en lekker geurende appeltjes.

    Die kan je gebruiken om jam en siroop van te maken. De struik word veel aangeplant in parken en plantsoenen, omdat ze vroeg bloeit en bijna niet gesnoeid moet worden.

     

    Eigenschappen:

    Sierkwee groeit het best op een bodem met een goede afwatering,maar vochthoudende humusrijke bodem.

    Ze zijn absoluut niet gevoelig voor schimmels.

    Een zonnige standplaats is gewenst.

     

    Vermeerderen :

    Winterstekken, wortelstek, zomerstek.

     

    Soorten :

    Japanse sierkwee, is een geslacht van enkele soorten die afkomstig zijn uit China en Japan.

    ***C.japonica is een doornige soort met een spreidende groei:1mx 2m.Vanaf maart vormt deze soort 4 cm grote oranjerode bloemen en later gele aromatische vruchten.

    ***C.speciosa is een Chinese soort met 2-3m grote en 4-6m brede struiken die met stevige doornen bezet zijn.Vroegbloeiend met 5 cm grote bloedrode bloemen.De vruchten zijn geurend en groengeel met spikkels.

    ***Uit deze 2 soorten heeft men C.x superba gekruist die de meeste interessante tuinhybriden heeft voortgebracht

    ***Er zijn nog een aantal minder interessante soorten:C.cathayensi, C.x californica, C.x vilmoriana.

     

    Snoeien

    Snoeien na de bloei (eind april).

    Te lange takken inkorten. Kruisende takken wegsnoeien of inkorten.

    Te groot geworden planten kunnen eventueel begin maar flink worden teruggesnoeid.

    Gesnoeide struiken zullen minder bloei geven.

    De sierkwee wordt het best niet gesnoeid, indien nodig doe je dit in het vroege voorjaar of juist na de bloei. Als het dan echt nodig is haal je de grote en oude takken weg. Dit noemt men uitdunnen.

     

    Vermeerderen:

    Dit kan je het best doen door zomer en of winterstekken te nemen. Afleggen en zaaien gaat ook.

    Bij zaaien gaan dan wel de raseigenschappen voor een groot deel verloren.

     

     

    Weetjes :

     

    Verjongingssnoei na een aantal jaren kan geen kwaad. Een tak ertussenuit snoeien is onbegonnen werk. De takken zijn dermate met elkaar verstrengeld, dat je ze in kleine mootjes moet knippen om ze eruit te krijgen.

     

    Chaenomeles bloeit op overjarig/ meerjarig hout.

    Sierkwee is te vermeerderen door stekken en afleggen.

    De grootvruchtige sierkwee is bijzonder geschikt om te verwerken tot gelei of jam. Ze bevatten veel pectine en voldoende zuur.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (5 Stemmen)
    05-03-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Calamagrostis


    Calamagrostis

    Struisriet

     

     

    Familie           :  Poaceae

    Bloeimaand        :  juli, augustus, september

    Bladkleur         :  Groen, Geel, Bont / gevlekt / gestreept

    Hoogte            :  120 - 150 cm

    Wintergroen       :  Bladverliezend

    Winterhardheid    :  Goed winterhard

    Standplaats       :  Zon, Halfschaduw

    Soort gewas       :  Siergras

    kenmerken         :  Snijbloem

    Habitat           :  Droge bodem, Normale bodem

     

    Standplaats:

    Verdraagt wel wat schaduw maar je plant ze toch best in de volle zon.

    De halmen blijven ook beter rechtop staan bij de in de zon geplante grassen.

    Pluimstruisriet vraagt een zonnige standplaats of gedeeltelijke schaduw.

     

    Kenmerken:

    Pluimstruisriet is een van de vroegst uitlopende grassen. Zijn voorjaarsopsmuk dient dan ook vroeg genoeg te beginnen. Deze grassoort is het ganse jaar door erg decoratief en kan op velerlei wijzen aangewend worden: op openbare plaatsen, voor houtbestanden en in borders.

     

    Bloemen :

    Vanaf juni-juli begint de bloei.

    De mooie halmen blijven tot diep in de winter mooi geel.

    Daarom nooit snoeien voor de winter.

     

    Planten :

    Plant struisriet in de volle zon; op een plaats in de halfschaduw groeien de stengels te slap. Als de pluimen op de halmen staan, kiepen ze daardoor om.

     

    Gebruikte :

    Mooi in combinatie met vaste planten en met houtachtige heesters.

     

    Eigenschappen:

    Struisriet koop je om de sierlijk vertakte pluimen, die in het najaar net als de halmen prachtig goudbruin worden. De pluim wordt gevormd door honderden zaadhoofdjes op een lange stengel, een decoratief geheel. De bladen van struisriet zijn tot een meter lang en hangen sierlijk gebogen van de stengel af.

     

    Vermeerderen :

    Aan het begin van de lente kan struisriet door delen van de pol worden vermeerderd. In de winter worden de halmen bij de grond afgeknipt. Ze lopen in het voorjaar vanzelf weer met nieuwe stengels uit. Deel de pollen regelmatig om de groei binnen de perken te houden. U bent dan tevens verzekerd van een gezonde groei en bloei.

     

    Soorten :

    Struisriet (Calamagrostis) is een omvangrijk geslacht met meer dan tweehonderd soorten. Omdat siergras steeds meer in de belangstelling staat , komen er ook goede variëteiten bij.

     

     

    Weetjes :

    Calamagrostis acutiflora ´Karl Foerster´ is genoemd naar de gelijknamige veredelaar.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    23-02-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ballota


    Ballota

     

    Ballota pseudodictamnus

     

    Familie         : Lamiaceae

    Bloeimaand      : juli, augustus, september

    Bladkleur       : Grijs / zilver

    Hoogte          : 40 - 50 cm

    Wintergroen     : Bladhoudend / wintergroen

    Winterhardheid  : Matig winterhard

    Standplaats     : Zon

    Soort gewas     : Vaste plant

    PH bodem        : Kalkminnend

    Habitat         : Droge bodem, Normale bodem

     

     

    Standplaats:

    De plant verdraagt in goed doorlatende grond tien graden vorst, maar kan als potplant toch het beste bij vorst binnen worden gezet op een lichte en koele plaats.

     

    Kenmerken:

    Alles is zacht aan dit lage struikje dat afkomstig is van de Griekse kusten - de stengels, het blad. Ook het schoteivormige omhulsel waarin de kleine, witpurperen bloempjes bloeien, zijn van wit fluweel.

    Het witte fluweel blijft het mooist wanneer er geen water op komt.

     

    Bloemen :

    Bloemkleur: lila met wit

    Bloeit in juli en augustus.

     

    Gebruikte delen:

    De planten worden vooral gebruikt voor hun grijze blad.

     

    Eigenschappen:

    Dit is een prima potplant, die in zanderige grond in de volle zon mag staan en zelfs daar betrekkelijk weinig water nodig heeft.

     

    Vermeerderen :

    U kunt haar uit stek vermeerderden.

    Best elk voorjaar terug snoeien.

     

    Weetjes :

    Vorstvrij laten overwinteren.

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (7 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Berberis


    Berberis

     

    Botanische naam  :  Berberis                  

    Nederlandse naam :  Zuurbes                              

    Herkomst         :  China                                

    Bijzonderheden   :                                       

     

    Grondsoort       :  alle, zand, kalkrijk

    Vochtbehoefte    :  droog, normaal

    Licht            :  zon

    Wind             :  weinig gevoelig

    Groep            :  (sier)heesters

    Gebruik          :  groepen/vakken, randen/hagen, landschap, tuinen

    Hoogte           :  1.00-2.00 m

    Vorm             :  opgaand

    Bloeikleur/vorm  :  geurend, geel

    Bloeitijd        :  mei, juni

    Blad             :  bladverliezend, bladdoorns

    Vrucht           :  rood/bruin

    Twijg/stam       :  doornen/stekels

     

     

    Standplaats:

    De struik komt voor op vrij droge en meestal kalkhoudende grond langs struikgewas en in bosranden.

    Zuurbes groeit op alle gronden, maar heeft een voorkeur voor wat zandige grond. Ze groeien op plaatsen in de zon, halfschaduw en schaduw. Naarmate ze minder worden blootgesteld aan de zon, groeien ze ijler en meer stakerig.

     

    Kenmerken:

    De struik wordt 1-4 m hoog. Op de stengel zitten meestal in drie delen vertakte, 3-8 mm lange bladdoorns. De enkelvoudige bladeren zijn 2-6 cm lang en 1-2 cm breed met een gezaagd-getande rand en aan de onderkant lichtgroen.

     

    Bloemen :

    Tak met bladdoorns De zuurbes bloeit in mei en juni met gele, 4-6 mm grote bloemen in 3-5 cm lange, hangende trossen. De helmhokjes springen aan de top met klepjes open, waardoor het stuifmeel vrijkomt.

    De 7-10 x 3-5 mm grote vrucht is een niet-doorschijnende, eetbare bes, die rijpt van augustus tot oktober.

    Vrijwel alle zuurbessen bloeien met geel getinte bloemen. Ze trekken insecten en bijen aan. Honden en katten hebben een hekel aan de stekelige struik, maar die niet alleen.

     

    Gebruikte delen:

    De gele bloemen zijn een aanwijzing voor de werking op de spijsvertering, net als de gele bast van de wortel. De doorns duiden op een activerende werking. Astrologisch valt de Zuurbes onder de heerschappij van Mars.

     

    Inhoudsstoffen :

    Alkaloïden (berberine)

    Chelidonzuur

    Hars

    Looistof

    Was

    Oxyancanthine

    Tanninen

    Werking

    Spijsvertering

    Bevordert de spijsvertering en de galafscheiding, klachten aan lever en galblaas, galstenen, constipatie want mild laxerend, ontsteking aan de galblaas, heeft een corrigerende invloed op de leverwerking. Kan een vergrote milt in formaat verkleinen.

     

    Werkzame bestanddelen:

    Traditioneel werden in Europa de vitamine C-rijke bessen voor het maken van jam gebruikt. In landen als Iran worden de vruchten bij het koken gebruikt voor het kruiden van rijst, vis en vlees.

     

    Eigenschappen:

    Berberis heeft niet alleen fel gekleurde bloemen. Meestal zijn de eivormige, roodachtige of blauwe bessen wel zo aardig om te zien. Alle soorten zuurbes zijn winterhard. De bladverliezende soorten zijn over het algemeen wat sterker dan de wintergroene soorten.

     

    Snoeien :

    Een haagje van zuurbes wordt na de bloei in vorm geknipt. Wie toch veel bessen wil zien, knipt in de herfst of aan het begin van de winter. Alle overige snoei wordt midden tot eind van de winter uitgevoerd.

     

    Vermeerderen :

    Door stekken of zaaien

     

    Soorten :

    Van het geslacht Berberis zijn meer dan 200 soorten,waarvan de meeste bestaan uit groenblijvende heesters. Veel soorten komen uit China en Zuid-Amerika. Ze zijn sterk en hebben een rijkelijke bloei.,veelal geel van kleur .De plant heeft door zijn bessen een hoge sierwaarde en geeft in de herfst zeer mooie kleuren blad .De hangende bloemen trekken veel insecten en bijen aan. Hoe zonniger de standplaats is ,des te rijker zal de bloei zijn.

     

    Weetjes :

     

    De zuurbes (Berberis vulgaris) is een giftige struik die behoort tot de berberisfamilie (Berberidaceae). De struik komt van nature voor in Eurazië. De hele struik inclusief de vruchten en zaden kan een lichte vergiftiging geven, desalniettemin worden de vruchten gegeten. De gifstof wordt berberine genoemd.

     

    Waardplant

    De zuurbes is de tussenwaardplant voor zwarte roest (Puccinia graminis). Doordat op de zuurbes de generatieve fase zich afspeelt, vindt hier ook de genetische uitwisseling plaats. Daardoor kunnen er gemakkelijk nieuwe fysio's gevormd worden. Deze schimmel tast ook gewone tarwe en rogge aan. Op deze planten vindt alleen de vegetatieve fase plaats, waardoor op deze planten alleen door mutaties nieuwe fysio's gevormd kunnen worden, wat minder snel gaat dan bij genetische uitwisseling. In Frankrijk gaf de bestrijding van de zuurbes vanaf 1660 een heftige strijd tussen boeren en jambereiders, die de boeren van bijgeloof betichtten. Pas in 1865 werd wetenschappelijk vastgesteld dat de zuurbes de tussenwaardplant was. In vele delen van Europa was het verboden om de zuurbes aan te planten.

     

    Geschiedenis

    Vroeger werd gedacht dat graan dat binnen een straal van een paar honderd meter van een Zuurbesstruik groeide meeldauw zou krijgen. Vroeger werden de vruchten ook wel culinair gebruikt als jam of gelei.

     

    Botanie

    Doornige tot 200 cm hoge struik, die vaak uitgeroeid wordt omdat hij als gastheer kan dienen voor de uiterst gevaarlijke roestschimmel. Dicht begroeide bosjes zijn te vinden langs bosranden, in de duinen en in de buurt van puin of gebouwen. De zuurbes heeft een vertakte wortel, waarvan de bast opvallend geel gekleurd is. De lange dunne takken dragen driedelige, zeer scherpe doorns die men kan beschouwen als niet ontwikkelde bladeren. Vlak boven de doorns ontwikkelen zich korte loten met bosjesbleekgroene blaadjes. De goudgele bloemen hangen naar beneden in trossen van meer dan 4 cm lang, ze hebben een tamelijke sterke onaangename geur. De kleine scharlaken besjes zijn langgerekt en erg zuur van smaak. in het najaar nemen de bladeren een rode kleur aan. De struik is inheems in de meeste Europese landen, maar wordt ook veel aangeplant in tuinen. Houdt van kalkhoudende grond en zandgrond.

     

    De bessen van Zuurbes zijn weinig giftig. Na de inname van minder dan 10 bessen van deze plant volstaat het om het kind wat water te laten drinken. Na inname van grotere hoeveelheden neemt u toch best contact met uw huisarts of met het antigifcentrum. Ook na de inname van andere plantendelen (bladeren, stengels, wortels) is het beter contact op te nemen met het antigifcentrum.

     

    Indien een kind toch symptomen krijgt na de inname van bessen die als weinig giftig vermeld staan, contacteer dan uw arts of het antigifcentrum. Misschien is er een probleem met de identificatie, of gaat het om een ander gezondheidsprobleem.

     

    Wetenswaardigheden

    Het hout en de wortels zijn geel door berberidine, dat als verfstof voor textiel en leer en ook als geneesmiddel tegen spijsverteringsstoornissen en verstoppingen gebruikt kan worden. Het harde hout wordt gebruikt voor inleg- en draaiwerk. De rode bessen zijn wrang, maar eetbaar en rijk aan vitamine C. Ze zijn geschikt voor het maken van limonade, gelei of jam. De bladeren kun je aan salades toevoegen of je kunt er vlees mee kruiden. In tuinen komen veel soorten en variëteiten van de Berberis voor, waaronder een variëteit van Zuurbes met purperkleurige bladeren.

    Illustration Berberis vulgaris0.jpg

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)

    Vaste planten
    Acaena magellanica
    Aconitum 
    Acanthus
    Achillea Millefolium
    Adonis amurensis  
    Ajuga Reptans 
    Alchemilla Mollis
    Anaphalis triplnervis
    Anemone Hupehensis
    Arum italicum
    Aster Alpinus
    Astilbe Arendsii
    Astilbe "Fanal"
    Ballota
    Baptisia
    Bergenia Cordifolia
    Calluna
    Campanula Persicifolia
    Centaurea montana
    Cerastium tomentosum
    Convallaria majalis
    Chrysanthemum
    Crambe
    Dictamnus albus
    Doronicum
    Echinacea
    Echinops Banaticus
    Eupatorium purureum
    Euphorbia Characias
    Fargesia
    Gaillardia
    Geranium
    Geranium Sylvaticum
    Gypsophila
    Helleboris niger
    Helianthus salicifolius
    Hemerocallis
    Hepatica transsylvanica
    Heuchera 
    Hosta undulata
    Hypericum
    Iberis sempervivum
    Inula magnifica
    Iris Ambassadeur
    Iris Sibirica
    Kalimeris incisa
    Lamium Maculatum
    Lavandula A.Hidcote
    Lavandula Stoechas
    Liriope muscari  
    Lychnis chalcedonica
    Lysimachia Punctata
    Oenothera macrocarpa
    Omphalodes Verna
    Onoclea sensibilis
    Pachysandra 
    Persicaria
    Phlox Subulata
    Phuopsis stylosa
    Physostegia virginiana
    Phytolacca
    Potentilla Atrosanguinea
    Primula 
    Prunella grand "Loveliness"
    Pulmonaria
    Pulsatilla vulgaris
    Rudbeckia
    Ranunculus ficaria
    Salvia Nemorosa
    Saxifraga 
    Scabiosa
    Sedum Str.& Cr
    Smilacina racemosa
    Solidago GD
    Stokesia 
    Tarella Cordifolia
    Veronica longifolia
    Vinca minor en major  
    Waldsteinia ternata
    Yucca Filamentosa


    Heesters
    Abelia schmannii
    Aucuba
    Andromeda
    Aralia elata
    Berberis
    Buxus sempervirens
    Buxus-ziekten
    Callicarpa
    Camelia

    Caryopteris C.HB
    Ceanothus
    Chaenomeles
    Choisya
    Clerodendrum trichotomum
    Clethra alnifolia
    Cornus alba "elegantissima'
    Corokia Cotoneaster
    Cotoneaster
    Daphne pontica
    Deutzia gracilis
    Exochorda racemosa
    Elaeagnus ebbingei
    Enkianthus campanulatus
    Euonymus alatus
    Euonymus fortunei
    Forsythia Intermedia
    Hamamelis Mollis
    Hebe "Autumn Glory"
    Hebe buxifolia
    Hydrangea annabelle
    Hydrangea Arborescens "Grandiflora"
    Hydrangea paniculata
    Hippophae rhamnoides
    Ilex aquifolium
    Jasminum Nudiflorum
    Kalmia
    Kerria japonica
    Lagerstroemia
    Lavatera Rosea
    Ledum groenlandicum
    Ligustrum ovalifolium 'Argenteum'
    Lonicera Nitida
    Mahonia aquifolium
    Osmanthus burkwoodii
    Paeonia lutea
    Paeonia suffruticosa
    Pernettya mucronata
    Philadelphus
    Pieris japonica
    Polygala
    Potentilla fruticosa A 
    Pyracantha
    Prunus Lusitanica
    Prunus triloba
    Rhododendron "Apple Blossom"
    Rhododendron
    'chr.ch'
    Sarcococca
    Skimmia Japonica
    Spiraea Japonica
    Syringa Vulgaris
    Viburnum Davidii
    Viburnum Opulus
    Viburnum plicatum "mariesii"
    Weigela

    Grassen
    Calamagrostis
    Carex Elata
    Cortaderia selloana
    Deschampsia
    Imperata Red Baron
    Lampepoetser
    Miscanthus Sinensis
    Molinia caerulea

    Bolgewassen :
    Allium Giganteum
    Begonia x T
    Begonia sutherlandii
    Blauw druifje
    Camassia
    Colchicum autumnale
    Colchicum speciosum
    Crocus cancellatus
    Crocosmia
    Dahlia
    Eucomis autumnalis
    Fritillaria bucharica
    Fritillaria imperialis
    Galanthus
    Ixiolirion tataricum
    Ipheion uniflorum
    Lilium "Mona Lisa"
    Lilium Pumilum
    Montbretia-Crocosmia
    Puschkinia  
    Sandersonia aurantiaca
    Schizostylis
    Scilla siberica
    Sierui 

    Een en tweejarigen 
    Adonis aestivalis 
    Ageratum Houstonianum  
    Alcea Rosea
    Cobaea scandens
    Cosmos bipinnatus
    Digitalis purpurea
    Dorotheantus
    Heracleum mantegazzianum
    Iberis umbellata
    Impatiens balsamina
    Ipomoea Tricolor
    Jasione
    Lagurus ovatus
    Limonium latifolium
    Myosotis sylvatica
    Nicotiana alata 
    Pelargonium
    Platycodon
    Portulaca
    Salpiglossis
    Tropaeolum malus


    Kamerplanten  
    Abutilon
    Achimenes
    Aërides
    Aeschynanthus
    Anigozanthos

    Bougainvillea
    Browallia
    Cactussen
    Calceolaria hybr
    Callicia
    Calistémon
    Cattleya
    Crassula
    Croton
    Ctenanthe
    Dieffenbachia
    Dipteracanthus
    Episcia
    Euphorbia Pulcherrima
    Exacum
    Fittonia
    Gloriosa
    Graptopetalum
    Hypocyrta
    Howeia
    Jatropha
    Kalanchoe beharensis
    Kalanchoe blossfeldiana
    Mandevilla of Dipladenia
    Pilea microphylla
    Plumeria
    Polystichum
    Raphis
    Rhipsalidopsis
    Sanseveria
    Schefflera
    Selaginella
    Senecio Kleinia  
    Senecio rowleyanus
    Stapelia hirsuta
    Vriesea Astrid
    Zantedeschia of Calla lily

    Bomen :  
    Acer Campestre
    Laburnocytisus adamii 
    Laburnum watererii 'Vossii'
    Magnolia kobus
    Malus "Radiant"
    Malus "Toringo"
    Morus alba
    Platanus acerifolia
    Ptelea trifoliata
    Pterostyrax hispida
    Prunus cerasifera'nigra'
    Prunus gondouinii
    Prunus serrulata
    Prunus subhirtella
    Robinia pseudoacacia 'Frisia'
    Salix Babylonica
    Salix integra
    Taxus baccata

    Kruiden :
    Achillea ptarmica
    Agrimonia eupatoria
    Allium savitum
    Artemisia
    Harpagophytum procumbens
    Lysimachia vulgaris
    Melilotus Alba
    Pseudofumaria lutea
    Senecio jacoaea
    Symphytum officinale

    Klimplanten : 
    Aristolochia durior
    Clematis Armandii
    Clematis "Madame Baron V"
    Clematis vitalba  
    Fallopia aubertii
    Gelsemium
    Hedera helix
    Lonicera caprifolium
    Passiflora caerulea
    Periploca graeca
    Wisteria

    Kuipplanten
    Abelia
    Aeonium arboreum 
    Agapanthus
    Brugmansia
    Caesalpinia
    Camellia sinensis
    Carissa
    Dracaena
    Erythina
    Eucalyptus niphophila 
    Fuchsia's
    Hedychium gardnerianum
    Hibiscus rosa-sinensis
    Lantana camara
    Lapageria rosea
    Laurus Nobilis
    Nerium oleander
    Pittosporum tobira
    Pleione formosana
    Plumbago auriculata
    Punica granatum
    Solanum Thurino

    Waterplanten
    Acorus calamus
    Aponogeton
    Lemna trisulca
    Nymphaea 'Alba'  
    Persicaria amphibium
    Pontederia Cordata
    Ranunculus Lingua

    Rozen :
    Rosa "Anneke Doorenbos"  
    Rosa "Alain"
    Rosa "Albertine"
    Rosa "Allgold" 
    Rosa "Allotria"
    Rosa "Altissimo"
    Rosa 'Admired Miranda'
    Rosa "Ausblush"
    Rosa "Ausbord"
    Rosa "Ausbuff"
    Rosa 'Auscot'
    Rosa 'Auslight'
    Rosa 'Auslo'
    Rosa 'Baron Girod de L'ain'
    Rosa 'Dortmund'
    Rosa "Frau Astrid"
    Rosa "Korliluc"
    Rosa 'Meitoifar'
    Rosa regusa   
    Rosa "Swan Lake"

    Rotsplanten
    Geranium cinereum 'Ballerina'
    Dryas octopetala
    Helianthemum "wisley pink"
    Sedum acre
    Sempervivum arachnoideum
    Sisyrinchium californium


    Groenten :

    Paprika


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs