Medialand onder de loep
Inhoud blog
  • Temptation Island (aflevering 8)
  • Temptation Island (aflevering 5)
  • Temptation Island (aflevering 4)
  • Temptation Island (Aflevering 3)
  • Mijn vader (Wouter Deprez)
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Een kritische, eigenzinnige kijk op recente mediaperikelen
    20-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Temptation Island (aflevering 8)

    Yow Yow, check it uit, check it uit, motherfuckin’ whitetrash, shit, West-, East-, North- en Zuidkust. Eindigend met zijn lijfspreuk: seks en tetten! Losjes uit de pols geschud, speciaal voor zijn geboortedag. Zonder dank en met graagte, vanwege zijn temptation Stephanie. En plus: een blik gerstenat als ochtendvoedsel. Was in de wolken. Zijn lievelingskostje op zijn lievelingsdag van het jaar. Daar dacht de zijne noois aan. Sleurde hem verderrie steevast mee naar allerhande prietplaatsen, alwaar hij het gedrocht urenlang meesmuilend naar de mond moest praten. En aan praten had ie een broertje dood. Eerder een belezen man, die Fré. Filosofisch zonder meer. Begrijpt als geen ander de contingentie van dit tranendal, vandaar de veeleer nihilistische opvattingen over het zijnde. Als er dan toch geen hoger doel in ’t leven is, kon je maar beter opgaan in seks en tetten. Op ’t eerste zicht een nogal eenduidig adagium, zou je denken. Impliceert het een het ander niet een beetje? Maar zoals in alle goede Kunst, is ’t hem te vinden in de gelaagdheid, de details, het onderhuidse. Fijntjes uitgekiend hoor, als u me toestaat: de som van twee overlappende begrippen resulteert namelijk ontegensprekelijk in een negatief. Echter, het genie creëert door middel van de vorm een uitgesproken positief konterfeitsel. Je reinste expressionisme; Boem! Paukenslag!

    Als je een vrouw in je nest wil krijgen, ga dan niet beginnen ouwehoeren over het koppel prima prammen, het moordkontje, noch de kathedraal van een lichaam. Hebben ze niet graag. Tonen dat je voldoende kracht in huis hebt om haar te verdedigen tegen allochtone roofdieren en ander gespuis is al een goed begin. Humor doet het ook altijd. De wortel trekken uit 256 om je intelligentie te bewijzen: een troef. Afijn, eerder die zaken. Maar sommige mensen vermogen net dat tikkeltje meer, opende G. Orwell kassant in zijn varkenroman. Geen leugen, dat wist Dominiek opperbest. Zou de gebroken Katrien binnenhalen aan de hand van een controversiële verleidingstechniek: de omgekeerde psychologie. Door net amechtig en vermetel over de tieten en het kontje door te zeuren, het vertrouwen winnen en dan, pats, de horizontale dans, op een diefje. En ’t was van willens nillens hoor, met een fikse tik tegen de bips…

    Het ontbijt is normalerwijze een beaat moment. Beetje rogge achter de kiezen proppen en doorspoelen met een jat koffie of thee. Contempleren over je eigenste existentie, terwijl de wassende zon je irissen genadeloos verschroeid. Voorwaar, een heerlijk moment. Maar op Temptation Island gunnen ze je het licht in de ogen niet. Travakken zal je! Dat teeveetuig heeft een missie en of je het nu wil of niet, je zal het publiek geven waar ze recht op heeft: pikante scènes, hartverscheurende dialogen, ontluikende emoties. En als je weigert, geen nood, het TE-TEAM helpt je wel een handje. Zo ook Nathalie. Halverwege het program nog steeds geen teken van zonde, geen tikkeltje ranzigheid, geen spatje goesting. Dan maar een photoshoot met de giecheltrut Redwan. Gewoon klikken op het juiste moment. Afstand en hoek zijn godengeschenkjes in het gecorrumpeerde wereldje van de fotografie en den televies. Zo kan je zelfs de Paus een Zwitserse wacht hoofd laten geven, als je maar ver genoeg staat en in de juiste angle. En kijk, opdracht geslaagd! Jürgen keek de ogen uit de kassen toen hij zijn novice schijnbaar zag los gehen in de branding van den Atlantiek. ’t Was hem kotsebeu, en ware het niet dat hij zich niet op Pitinga mocht gewagen, hij had de badass hiphopsnaak al lang enkele fikse muilperen verkocht. Vol op de snufferd, deze laten openspatten als een overrijpe tomaat.

    ’t Gaat van kwaad naar erger. In den beginne volstond het om je date aan te duiden met een triviale vingerwijzing. Na zeven afleveringen is een Brazilian wax dé standaard geworden. Een plak van die kokende gelei op je scrotum, enkele seconden wachten, en je kakt terug als fröbel; ongeremd en vrij. Benieuwd wat het de volgende keer zal zijn: een Prince Albert, zonder verdoving, al fluitende de Brabançonne? Espérons!

    “Mister Vlaanderen en ook Mister Benelux”, snoefde ie tegen Natalie. Boeiend was dat, en deswege ging ze doodleuk tegen de eerste de beste lorre staan leuteren – het joch afpoeierend. Werd niet prettig bevonden. Een pardon harentwege, maar ze hield enorm van dieren, surtout van pony’s. Dan maar een potje parachutebengelen achteraan een boot. Tegen valavond had de domme kracht het eenvoudig principe van de fysica eindelijk door: hoe harder de boot trok, des te hoger de vlieger ging. De vernedering van zo-even in gedachten, beval hij de kapitein het toerental te halveren, teneinde de freule met de poes enkele keren kortstondig in het frisse water te deppen. Daar zou ze niet van terug hebben…

    Lethargie troef bij het TE-TEAM. Stefhanie scoorde niet al te best bij de polls, was het temptation-spoor een beetje bijster, populariteit minus vriespunt. Snel wat zout in de wonde dus. Werkt altijd. Femme fatale Sandy kreeg extra info over de iezegrim Steve. Niets nieuws, zo bleek. Ze had haar schaapjes allang op het droge. Moest gewoon de knuffels nog wat opdrijven en die Limburgse leviathan kon terug een potje blèren, - een stap dichter bij de Endlösung. Werd sec en robotachtig uitgevoerd tijdens een tweede shopsessie, ’s mans ergste nachtmerrie…

    Wraak smaakt best wanneer koud opgediend. En een koekje van eigen deeg had dwingeland Chris urgent van doen. Dat vond ook het TE-TEAM. Daarom mochten Katrien en bijzit Dominiek het stinkhol van Chris binnenste buiten gaan keren, de boel lekker aan barrels slaan. ’t Werd de schoonste date in lange tijd. Alleen, de stank was er niet te harden. Chris had zich namelijk in weken niet meer gewassen en begon van binnenuit te rotten. Fré had het aan de ontbijttafel ook al opgemerkt; de geur die zijn bek verspreidde leek wel rechtstreeks afkomstig uit de privélatrine van de Duivel hemzelve. Maar goed dat er zoiets als adaptatie bestaat.

    Arme Véro. Twee weken ondergedompeld in een zee van marginaliteit, en dat voor een hongerloontje. Sjans dat ze maar enkele uren per dag dat schorem onder de ogen moet komen. Werd daarenboven door smelly cat Chris als favoriete one night stand geprefereerd. Dat hij maar niet te dicht zou komen, met zijn syfilisbroek en beerputmuil. En die halve kokosnoot zou ze vanaf nu niet meer rechtstreeks aan hem doorgeven. Misschien via Jürgen, die zag er tenminste nog proper uit.

    Eerlijkheid is een schone zaak, doch helaas niet des mensen. En zeker niet als het aan Chris ligt. Zwoer op alles wat hem dierbaar was dat de truc met het laken louter berustte op een illusie, een trompe l’oeilke van het voltallig TE-TEAM. Gaf echter wel toe dat er gerollebold, geknuffeld, gebeft en gevingerd werd. Ook had ze (Donia) zijn lid met haar engelenmondje gesavoureerd en zijn gevoeg - een habbekrats – leukweg naar de maag verwezen. Geen druppel te loor. Maar seks? Nee, absoluut geen sprake van! Daarvoor had ie gewoon té veel respect voor zijn lieve gemalin. En ’t kind maar consequent en plichtsbewust de binken weigeren op dat andere eiland…

    20-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    13-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Temptation Island (aflevering 5)

    Na een stuk of wat fikse kruiken vuurwater, begon Donia trek te krijgen in worst. Een hongertje van jewelste, in het holst van de nacht. Echter, alle frietkoten op Etnia waren gesloten. Wat nu gedaan? Handen in het haar. Maar niet getreurd, er was een oplossing in de maak. Chris’ lucide haviksoog had de plotse stemmingswissel bij het anders zo vief wicht namelijk gedetecteerd en offreerde haar - geheel vrijblijvend en kwansuis kosteloos – zonder talmen de zijne. Dit werd zeer gesmaakt en als een teken van dankbaarheid schonk ze hem het lichaam. Daar kon ie dan lekker zijn goesting mee doen; het in allerhande posen plooien, naar believen kneden, erin bijten, het mennen ook, bij de strakke ponytail en het afin volpompen met een karrenvracht van zijn kostbare snakensap. Op voorwaarde weliswaar dat er geen emoties aan te pas zouden komen, want daar had de courtisane schijt aan.

    Van koekenhaas gebaren is een kunst. Een fijn spel van gesofisticeerde lichaamstaal, mimiek, timing en reacties, allemaal in de juiste verhouding aan de goedgelovige gepresenteerd. Let wel, er zijn grenzen. Na verloop van tijd wordt het al te gênant en geef je er best de brui aan. Maar Donia is een hardnekkig doordouwertje dat het klappen van de zweep als geen ander kent. Met amper 21 lengtes achter de kiezen, is ze een heuse specialiste op het vlak van listen, scheefpoepen, manipulatie, fraude, valsheid in geschrifte, afpersing en wat meer zij. Ook het occulte schuwt ze niet. Zwarte make-up, brandende toortsen, een duivels badpak, offerandes waarbij weerloze knaagdieren à la hamsters en konijnen door de gehaktmolen worden gehaald, behoren eveneens tot het dagelijkse takenpakket. Enfin, je kunt het zo gek niet bedenken of ze heeft het op haar conto staan. En met die hansworst Chris heeft ze haar maatje alsnog gevonden. Wel oppassen voor die vervaarlijke slagtanden als ik hem ware. Een ‘nee’ lijkt ze niet makkelijk te verteren…

    In zijn lijstje van meest hatelijk dingen om te doen, stond ‘shoppen met Stefhanie’ op de eerste plaats te blinken. Omwille van haar abjecte, corpulente lichaamsbouw. Wilde ie liever niet mee gezien worden. Zou zijn imago een deuk geven. Maar goedmoedig als hij is, wilde hij voor Sandy wel een uitzondering maken. En leutig dat het was. Zelden zich zo geamuseerd. Kocht haar een armband uit veredeld nepivoor. Vond ze leuk. O ja, er moest nog eens deftig geklapt worden. Zijn gedrag op het vorige feestje liet namelijk te wensen over. Tiens, daar liet zijn geheugen hem even in de steek. Blijkbaar een trent aldaar. Jaja, het scheelde geen haar of ze had de Etniaanse zedenpolitie gebeld om hem wegens ongewenste handtastelijkheden en het soufleren van vuile woordjes in het oor te laten oppakken. Ongehoord was dat! En met veels te late spijtbetuigingen en valse voorwendsels moest ie nu niet komen aandraven. Het was haar beu en ware het niet dat ze door VT4 voor deze hondenstiel royaal betaald werd, ze had allang haar stiletto in zijn zak geplant. Dat begreep hij, en een potje goedmaken zat er aan te komen. Maar wat als zijn schoonouders de beelden te zien kregen? Ze zouden hem beslist ontkloten en met de klieken en klakken buiten kegelen. Mooi!

    Om de tijd te verdrijven diende er een ‘Mister Temptation 2009’ gezocht. Een rist proeven zou de winnaar bepalen. Eerste proef: pompen tot je er bij stuikt. De cadans werd snoeihard aangereikt door het kwezelke Nathalie en de afvallers beval ze ongenadig om de biezen te pakken. Bijkans met een koek in hun wezen. Dan, de lekkerste kont. Niet echt een proef, eerder een vrijstelling om losweg door de bilnaden van de vrijgezellen te gaan. Gretig en vol overgave, als kinderen op ijskreem. Werd de tofste proef bevonden. Plots wat gekonkelfoes. De uitslag bleek zwaar gecontesteerd en de proef moest gebisseerd. Vreugdetaferelen bij de dames. Vervolgens, de beste massage. De bikinietjes werden gelost, de olie aangerukt. Nog maar vier in de running. Een nek-aan-nekrace tussen de spitsbroeders Nick en Roy. Nick had de gouden handen. Tenslotte, een potje om ter langst oogbolturen met het kind van de zee Natalie. Geen sinecure hoor! Die puitogen kleden je verrek uit en boren je de grond in. Mocht niet veel op je kerfstok hebben ook, want ze ziet gewoon door je en confronteert je met je ergste demonen! Deze keer tussen Sven en Roy. Deze laatste met een haarlengte verschil triomferend. Spannend!

    Als je op Temptation iets extra’s vermag, zeg er dan maar donder op dat er onweer op komst is. En zo geschiedde bij Chris. Kreeg zowaar een dreamdate te grabbel. Met vijf vrouwen op sjok, enkele magnums bubbels, op een desolaat strand, bezuiden het eiland.  Ultieme droom van de man, beter kon het niet worden. En kijk, met genoegdoening geoffreerd door een wel zeer gul VT4. Sympa toch? Mooi niks hoor, het klassieke mes in de rug. Had nauwelijks de tijd om de schuimwijn over hun hoofden te kieperen of een vermaledijde brief kwam roet in het eten strooien. Werkelijk, nefast voor de feestvreugde! Behept met een lichte daver werd de tekst – schokkerig en droogkeels – voorgelezen. Het betrof een kampvuur, vanavond, rond een uur of tien. Hij toonde maar beter zijn kop, als hij zijn leven nog niet beu was. Hoogachtend, het TE-TEAM. Wist ineens niet waar gedraaid of gekropen. Een glaasje goudgele, Chris? Nee, moest niet hebben. Wat stond er hem toch te wachten? Maar als je niets mispeuterd hebt, hoef je toch niets te vrezen, werd door een wakkere vrijgezel opgemerkt? Dat het terecht was, riposteerde Chris, alleen, de kans bestond – de flashbacks schoten plotseling door zijn hoofd, hem terug een heldere geest gevend – dat hij in zijn slaap misschien bepaalde dingen had gedaan die onkies, om niet te zeggen goor, waren. Maar dan wel buiten zijn weten om! Ja, want bij volle bewustzijn zou hij zich daar nooit of te nimmer toe verlagen…

    Allemaal klap tegen de vaak, vond het TE-TEAM. Die praatjesmaker heeft de laatste veer in zijn kont geramd, tijd om hem wat mores bij te brengen. Of hij de reden kende van zijn uitnodiging? Nee. Tuurlijk wel, de ondertussen razendpopu truc met het laken! Wil maar niet toegeven, de keikop. De Kock kreeg er ook maar de kak van, aan de blik te zien. Gelukkig had ze beelden mee die hem vast een toontje lager zouden doen zingen. En dat scheve, zelfingenomen lachje stond haar ook niet aan. Snel die halve kokosnoot onder zijn neus douwen en genieten van zijn pruillip. Vanaf heden: iemand zwaar lik op stuk geven en er stiekem van genieten = een vérooke doen.

    En dan, de bom. Getourmenteerde zielen doen de gekste dingen. Ter compensatie van het gekrenkte ego, het bijtende hartzeer, het geschonden vertrouwen. Op sleeptouw genomen door een meute uitgekookte vrijgezellen, die het laatste restje weerstand in hun vege lijf verdonkermanen, hen murw en meegaand makend. Dan, de dwingende lokroep van de wrok. Oog om oog, tand om tand! Daarna, dat geruststellende, zalvende gevoel om terug op gelijke voet te staan, zich te realiseren dat de ander dito helse  pijnen ondergaat. Bitterzoet. Uiteindelijk, de confrontatie met jezelf. Afschuw! Walging! Het besef dat de wonden te diep zijn om nog te helen, dat je nooit meer op dezelfde manier naar je geliefde kunt kijken. Succes Katrien en Chris…

    13-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    11-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Temptation Island (aflevering 4)

    Vrijgezel Nick kweet zich allerpuikst van zijn taak. Na wat gesjor aan een kite en een beetje dollen in de baren, onderwierp hij zijn worst case scenario-date Natalie aan een spervuur van vragen. Heel open trouwens, ze moest zich niet gewagen aan een goedkope ja of nee. ’t Was pal naar het hart en recht in den privé. En de kalle maar antwoorden, niet in het snotje dat er een dubbele bodem in ‘t spel was. Ineens, een cadeau. Een boek zekerst aan de vorm te zien? Al openrukkende meteen het slechtste peinzen: ‘De Kamasutra’. Maar Nick was niet van gisteren, straks moet ie nog met haar in het nest. Stel je voor! Niet te veel aanstoot geven dus, die trezekes hebben maar een pinkje nodig, waarna ze – zonder verpinken – je hele hand grijpen. Dus werd het maar een kookboek. Dat had ze gaarne, want kokeneten spelen deed ze beroepshalve.

    Bubbels gierend rond de poep, een halve ananas, champoepel koud, de onbereikbare liefde. Alles samen in een grote regenton. Het kon niet op voor Katrien. Waarom onbereikbaar? Een grote, stoere jongen én, niet in het minst, hij aanvaardt iedereen zoals zij zich wezenlijk voordoen, bizarre idiosyncrasieën er los bij. Ook: breekt niemand af. Dat moest de kathedraal bevestigen. Enige zin voor negatie en hypocrisie was hem blijkbaar niet vreemd, want de man bleek – in een vorige aflevering - een primus in het jennen van zijn medemens. Maar Sint-Roy  had de zoete smaak van triomf in zijn bek geproefd. Nog een schepje er boven op dan maar. Begreep niet dat Chris zijn bout niet kon thuishouden, tegen de cameraman. Sûrtout niet omdat Katrien toch zo’n kanjertje was. Van een laag allooi gevonden hoor. Oppassen met die kerel, want als de vos de passie preekt…

    Onderwijl een beetje rondsnorren met Buggy’s, altijd leuk. Locals van de baan rijden, hoongelach, lekker schreeuwen, de wind door je haar, een koppeltje tieten in je nek, muziekje. Maar cruisen wordt op den duur afgezaagd. Dan maar een pitstop, ergens op een verlaten plekje. Pal in een diepe plas. Ideaal om het chroom wat op te boenen en de lak te beitsen. De lichtekooien kenden hun klassiekers en alras werden de sponsen achterwege gelaten. Het glooiende vlees plooide zich naar de bolle contouren van het vehikeltje en binnen geen tijd was alles spiek en span. Plots, pupillen groot als eieren, kelen droog, shortjes gevuld. Beteuterd eerst, alsof beroofd van alle realiteitsbesef. Dan, inzepen die handel. Regisseur riep nog waarschuwend dat het de autootjes betrof, maar er was geen zeggen aan. Nadien, in een intiem gesprekje voor de lens, prevelde de nog ijlende en kwijlende Chris: “Chris tieten afgespoeld”, op de vraag wat hij vandaag precies had uitgevreten. Op de volgende vraag – Wat vond je van de Buggy’s, Chris? -, antwoordde hij opnieuw: “Chris tieten afgespoeld”. Boeiend is dat…

    Nadat Nathalie eindelijk de ironie van Jürgens immuniteit inzag, zou ze het pseudo-pimpje Redwan in de strijd gooien. Dit om de weegschaal terug wat te nivelleren, want het kokje was zijn biefstukken aardig aan het bruin bakken. Redwan, een lachebekje van het eerste uur, wist haar met zijn ‘leuke humor’ op het eerste zicht voor zich te winnen. Dat kwam de hare te kort, zie. Zo die aandacht, die grapjes. Kon ie nog een puntje aan zuigen. Maar Redwan was een driftkopje, een doordouwertje, een ettertje eerste klas. En naar de mond klappen! Best wel driest eigenlijk. Vragen hoe haar ideale man er uitziet en dan maar toehappen op de kant en klare info. Maar kom, ’t is nog een bleuke en misschien vond ze dat wel charme hebben. Trouwens, hij had een pel op zijn kop. Werd moederlijk weggepulkt. Baviaans haast. Hoe zijn date met Nathalie verlopen was? Wel, ze waren een centimeter dichter bij malkander gegroeid. Hij geloofde zelfs dat het meer was. Ik hoop het voor hem, want minder ware triestig…

    Op Temptatie Eiland hoor je sporadisch woorden als kut, kutten, schlettehoeren en meer van dat opbouwends, vallen. Vaak gaan je tenen ervan krullen, maar al naargelang de uitvoerder, krijgen deze goed bekkende krachttermen een eerder charmante bijklank. Nadat ze – in een vorige aflevering - de kop van het kartonnen evenbeeld van haar rivale Sandy beet, de romp en de ledematen bloothands afscheurde en tenslotte het kreng in de schuimende golven verzoop, joelde ze de afdruipende meute nog het volgende traktaat toe: “Vieze, vuile, vette schlettehoeren!”. Sommige vrouwen zijn oogverblindend, maar als ze hun mond opendoen, kun je je lach niet inhouden. Vice versa bij ons Stefhanie. Hoe meer ze jankt, scheldt en van haar latten maakt, des te knapper ze wordt. Maar genoeg geleden, de übermacho Ricardo zou haar het broodnodige zelfvertrouwen terugschenken. Tijdens een dinertje onder een palmboom op het strand, plensden de waterlanders vol in het glas. Wat er misschien scheelde? Dat die smiecht van een Steve al na de eerste nacht met een griet in zijn nest lag, nauwelijks dronken – kan tellen! – en haar op dezelfde manier vastpakkend. Had ze allemaal moeten zien op de beelden. Kapot was ze. Slapeloze nachten ook. Ricardo, zichtbaar getroffen door die verschrikkelijke wreedheden, stak zijn fluit (champagneglas!) omhoog en proostte haastig op haar oogverblindende schoonheid. Ze straalde als nooit tevoren. “Én,” sprak hij, “je bent niet dik! Ware schoonheid zit vanbinnen, niet vanbuiten.” Hij had beter zijn muil gehouden…  

    Beelden zijn verraderlijk. Wat schuif- en knipwerk en je hebt de omgekeerde wereld. Mooi voor VT4, minder voor de heren. Maar net goed, want de sans morales verdienden wel een stevige spanking. Dat vond ook De Cock, toen ze Fré op kousenvoeten vroeg of ie angst had dat Natalie zou vallen voor de charmes van een romantische man. Lekker snedig, daar ben ik voor. ’t Is niet omdat ze het spel aan elkaar zevert, dat ze daarvoor haar zegje niet mag doen. Integendeel zelfs, ze zou eens wat meer in beeld moeten komen. Precies ook Chris’ mening. Zijn doel was om zijn grenzen te verleggen, om te kijken hoever hij zou kunnen gaan. Klinkt goed. Betekenis: als hij vreemdgaat, schiet dan niet op de pianist. Fijntjes! Wat ie absoluut niet wilde zien, wilde De Cock weten? Kontje, noch borsten aanraken. Wegens zijn bezit zijnde. Hij deed zoiets ook niet, laat dus staan dat zij het zou doen. Dan, Steve. Met een prangende eerlijkheid. Maar dan ont-sierend. Werkelijk, zelden zo’n doortastende huichelaar gezien. Meedogenloos ook. Stefhanie werd voor de zoveelste keer als een gedrocht afgeschilderd. Er moesten kilo’s af. Ze verslond té veel voedsel, hem de oren van de kop vretend. Nochtans, hij gaf haar voldoende geld om af te vallen, maar ze schranste vergeefs en hardnekkig verder. Een hopeloos geval...

    11-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    07-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Temptation Island (Aflevering 3)

    Eerste keer Temptation Island sinds de proto-reeks. Jemig, ‘t is al koekenbak vanaf de eerste nacht! Snel nog even opgesnord of het daadwerkelijk nog maar de tweede aflevering betrof, maar jawel hoor. Vroeger was het tergend lang wachten op de eerste stiekeme kus, de knoerten van erecties die haast door de zwemshortjes schoten, het eerste gewriemel onder de lakentjes. Nou lijkt een potje pijpen wel een ordinaire begroeting tussen twee individuen die elkaar van toeten noch blazen kennen: “Hallo, mijn naam is Chris. Ik ben Maghalie, aangenaam! Een pijp? Volgaarne…”. Tien minuten later: “Dus jij ben Account Manager? Zozo, dat lijkt me een boeiende job…” Dat belooft!

    Nochtans, de voorfilmpjes stonden bol van de goede voornemens. Dat, of de definitie van bepaalde begrippen dreigt een tikkeltje te verschuiven. In mijn tijd betekende immuniteit: ‘niet vatbaar zijnde voor’. Heden ten dage, echter, kent het begrip een eerder tijdsgebonden connotatie. Je pakt er vandaag mee uit, morgen is het van: een beetje. Wel handig. Het is zoals een beetje zwanger zijn. Enfin, Jürgen beweerde dus dat hij immuun ware voor vrouwelijk schoon. Vertaling anno 2009: hij pist met de regelmaat van de klok naast de pot. Iedereen had het door, behalve het gouden kalf Nathalie. Elke gezonde man zou zijn hand in het vuur pleuren voor zo’n schoon, honkvast kind, maar de keukenprins dweilt er onachtzaam de vloer mee. Of hij na het Braziliaanse avontuur een beetje zal beseffen dat hij haar graag zag en dat bij gelegenheid ook eens zou tonen, vroeg ze de ploert schoorvoetend tijdens het schransen. Het voedsel werd laconiek opgeharkt en doorgespoeld met een subtiel nipje van de volrode, starre blik op het plafond. En of ie misschien, als het hem past en niet teveel derangeert tenminste, zich eens de moeite zou getroosten om haar een berichtje te sturen wanneer hij bij zijn volgende delirium in de eerste de beste goot blijft pitten. Een lichte bezorgdheid hield haar namelijk uit haar schoonheidslaapje en dat was niet zo best. Weer geen reactie, het glas opvallend lang voor het gelaat. Dan maar wat troost zoeken bij de tweelingzus tijdens een sessie snelwandelen voor bejaarden. Toen het over de kok ging, werd het bij de andere helft opvallend stil, maar uit haar bedenkelijke frons kon je afleiden dat ze de onverschillige bruut al vanaf het prille begin had afgeraden en dat sindsdien met een stugge volharding was blijven doen.

    Bij Steve en Stefhanie ging het precies nog lekker. Zijn duivelstronie voorspelde niet veel goeds, maar kom, het dient gezegd, hij deed tenminste nog de moeite om zijn lief krek in de ogen te kijken tijdens het liegen. Hij zou naar haar hand dingen als ze dit avontuur overleefden. Bij het kampvuur! Je weet wel, die notoire plek waar ze compromitterende beelden - meedogenloos en overigens niet zonder leedvermaak - op je netvlies branden. Je kan geen kant op, want het contract waar je je poot onder zette is zo dwingend als een overvolle blaas. Het is kijken en adequaat reageren of een vette schadevergoeding betalen. Zo werkt dat op den televies. Maar Stefhanie had alle vertrouwen in haar pantoffelheld. Tijdens een knusse tête-à-tête in het salon had ze zich smachtend rond zijn thorax gekronkeld, zodat de kans op ontsnappen behoorlijk nihil werd. Lucifer kon geen kant meer op. Ze zou hem bekogelen met prangende vragen, hem strak in de ogen kijkend. Of hij braaf zal zijn, vroeg ze met smachtende kraaloogjes, hunkerend naar een doortastende, uitgesproken bevestiging zijnentwege. Maar o helaasheid!, ’s mans levensdoel was om een horde losgeslagen deernen rond zijn tamp te verzamelen, zich vol te pompen met een sloot fris gerstenat en gas te geven tot het wit in zijn ogen was weggetrokken.

    De zee is prima geschikt om eens flink uit te waaien en de besognes van alledag in de vergeetput te douwen. Zeker in het geval van Fré en Natalie was een zee dringend van doen. Zo dringend, dat ze er een hut hadden geplant. ’t Was niet te doen zeg, wat een helleveeg! Ze stond gewoon met zijn kop te lachen toen ze de bedriegerij van enkele jaren geleden terug oprakelde. Er nogal vaderlijk op reagerend, vond ik. Zo van: “Ja, ‘k weet dat ge het nooit meer zal doen, maar een tweede keer kan ik écht niet meer aan hoor. Ik was en ben nog steeds immens teleurgesteld in je.“ Mooi is dat. Uitleg? Dat het een zwak moment betrof, getourmenteerd door de hormonenhandel. Allez, ’t was goed voor één keer. Een literair mens, die Fré. Niet te beroerd ook, om, tijdens een doordeweeks squashpartijtje, er een wufte metafoor in te smijten. De squashbal vertegenwoordigde Natalie’s voscompagnon, de raket nam de dankbare taak van de gedupeerde op zich. En patat! Neemt dít en dát, gewetensloze haai! Knal! Bam! Hier hebt ge niet van terug hé, vuile scheefschaatser! De poëzie kan toch schoon zijn…

    Bedrog is van alle tijden en bijgevolg des mensen. Nog meer des mensen is er niet voor durven uitkomen. Het is taboe, vanwege té confronterend. Maar niet bij Chris en Katrien. Als bedriegen een sport ware, dan is Chris een topatleet. En daar topatleten bezwaarlijk mensen zijn, kan Chris zijn favoriete hobby naar believen en geheel ongecensureerd uitoefenen. Sterker nog, wat snoeven tegen jan en alleman is dagelijkse koek voor de, naar mijn goesting, veels te rustige lobbes met de strak gecementeerde haartooi en de loense lodderogen. Maar Katrien was er gerust in. Ze waren nu al twee weken een koppel en hij had zijn roede, zoals het een goede huisvader betaamt, in toom kunnen houden. Was ze best wel trots op. Zou ze de eerste worden? Het zag er in ieder geval véélbelovend uit. Hij slaagde er zowaar in om, zonder verpinken en strak in de lens kijkend, te beweren dat hij haar vertrouwen niet wil beschamen. Dat dit wel héél respectloos zou zijn, wist hij. In zijn stamkroeg besloot hij dan maar door de mand te vallen. Zijn copain, rad van tong, gaf hem meteen zijn drie redenen; lang, blond en smal. Muiltje gevuld, ijle blik, ijzige stilte. En plus, in een vertrouwelijk gesprekje met de cameraman, kreeg hij van diezelfde kameraad een schamele 15% op welslagen. Dát noem ik pas vriendschap!

    VT4 had het allemaal weer haarfijn uitgekiend. De opdracht was klaar en duidelijk: selecteer vier oerventen met gelijke aspiraties: zo hard en zo veel mogelijk vreemdvogelen op een zo kort mogelijke tijdspanne. Anderzijds, selecteer vier échte vrouwen met gelijke dromen en levensopvattingen: bemind en begeerd worden door hun prins op het witte paard en er samen mee oud worden. Dat er überhaupt nog zulke schepsels op de aardkloot ronddoolden, was eventjes schrikken. Dat ze niet inzagen dat het in se géén relatietest betrof, maar eerder een wild card voor  het botvieren van de onderbuik, was me een raadsel. Voor de heren was het alvast zonneklaar: zoveel mogelijk camera’s vermijden en alles straal blijven ontkennen. Bij het laatste kampvuur – de reünie – tenslotte een beetje meewarig doen, lieve woordjes prevelen, een rist spijtbetuigingen afhaspelen en enfin de vlieger op met een gelofte van eeuwige trouw – de vingers gekruist achter de rug. Santé m'n ratje...

    07-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
    05-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijn vader (Wouter Deprez)

    ‘Eelt’ is de nieuwste van zijn hand. En het gaat over zijn pappa. Werkelijk, zelden zo’n heerlijk potje gesnotterd op zo’n ontiegelijk laat uur. En zo onverwacht! Nog even naar ‘Mijn vader’ kijken, dacht ik nietsvermoedend - reeds op mijn hoede voor een aanstormende tsunami van veels te bekend klinkende lofbetuigingen, eindeloos herkauwde anekdotes en vastgeroeste waterlanders, die met laatdom en vergeefsheid door het hart worden uitgekotst. Er tegen opziend zelfs, maar alsnog de vaak verbijtend om toch maar die verrukkelijke slaaproes tegen te komen. Je weet wel, dat voldane gevoel waarop je de wereld quasi hersendood ervaart en je huid slechts nog hunkert naar het frisse dons en de malse kussenpartij. Je oogleden stuiken als blaffeturen richting het centrum van de aardkloot, de donkerte zuigt je. Maar mooi niks hoor! Een mens zo laten meeschuren tegen uw wonden! Deprez, staat dat niet ergens in een verbodslijstje van een of andere humanitaire instelling op de eerste plaats? Nee? Dan móet het er op, liefst nu!

    Frans, een eenvoudige meubelmaker uit de Westhoek, kreeg het in het leven niet cadeau. Na de dood van zijn vader, moest het gezin Deprez noodgedwongen enkele maanden op de zak van het OCMW, toentertijd nog de Openbare Onderstand. Dat dit aan de ribben was blijven plakken mocht blijken uit het charmante minderwaardigheidscomplex waaraan de ouwe leed. De sympathieke grijsaard met de karige woordenschat schaamde zich een tomaat over het OO-voorval en zwoer dat dit zijn kroost nooit of te nimmer te beurt zou vallen. Zijn devies was dan ook, dat, als je talent bezat, je extra hard je best moest doen. Het heeft de cabaretier alvast geen windeieren gelegd.

    In tegenstelling tot zijn zoon – een woordkunstenaar van het eerste uur -, was het bij Frans zuinigheid troef. De diepe wonden uit het verleden hadden hem murw gemaakt en slechts het noodzakelijkste werd medegedeeld – niet zelden met zieltogende, neerwaartse blik. Junior was begiftigd met de kunde om het onderhuidse waar te nemen en met een priemend pijnlijke en detail te beschrijven. Zo ook staafde hij die karakteristieke zwijgzaamheid van vader aan de hand van een telefoongesprek: “Pa? Ja… Is ’t gie? Ja…’t Is ik hé… Ja… Oe is ‘t? Hoet, ‘k gon eke je moeder geven h酔 Een eerste steek in de borststreek. Alsof dit nog niet genoeg was, goot kleine Wouter nog wat olie op het vuur. Het betrof een kneuterige zondagmiddag – de familie Deprez keuvelend rond ’t stoveke, koffie, gebak, een warme, gelukzalige gloed op hun wezens. Pa nam trots zijn vier nog studerende zonen in ogenschouw en fezelde stiekem - tevergeefs! - in het oor van zijn vrouw dat het niet lang meer zal duren of ze door hun bloed onder tafel worden gepraat. De immer lucide guit Wouter nam deze schrijnende woorden zo ter harte, dat járen na de feiten, rond elven op Canvas, het joch niet te beroerd was om naar de eigenste ooghoeken te grijpen en de regisseur om wat recuperatietijd te vragen. Ik zweer het u, de rest van de show ontsnapte mijn aandacht – vandaar wellicht de verdachte beknoptheid van deze column -, maar na de schier half uur durende plensbui, stuikten mijn oogleden als blaffeturen richting het centrum van de aardkloot en werd ik zachtjes in de zengende donkerte gezogen…

    05-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    03-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Phara (2/03/09)

    ‘t Was een saaie Phara. Het begon nochtans dolletjes: Sam Goris die in het kinderprogramma van K3  suggestibel met zijn onderstel shakete, extra in de verf gezet door een verbeten smoelwerk en snedige armbewegingen. Door de sterk vertraagde beelden waarop de Phara-redactie ons trakteerde, werd  het ongemeen  hilarisch. Temeer omdat er in de ‘zanger’ zijn zog een ukkie, geheel onwetend en plichtsgetrouw, een dansje waagde. Allerschattigst, dat moet ik toegeven, aan de andere kant zouden ze die kokhalzende parvenu voor eeuwig and beyond in den amigo moeten draaien. Niet in het minst omdat zijn bijdrage aan de Vlaamse cultuur omzeggens nog nuller is dan die van zijn leermeester: de volksnar Eddy Wally.

    Over parvenu’s gesproken, daar zat Torfs weer. Wat had hij nu aan de hand? In zijn broek gepiest en komen zeuren bij de goedmoedige Canvas-kijker op een veels te laat uur? Nee, ’t was met de melding dat hij dan toch niet voor het rectorschap van de KUL gaat. Nochtans, gisteren was ’t wel van dattum, werd door een wakkere Van Gils opgemerkt. Of ie misschien bang was om een tweede keer op zijn bek te gaan? Maar nee, helemààl niet! Dat ze zoiets nog maar durfden te beweren? Het presentatorduo ging nu met zijn tweetjes in de aanval en bleef maar doorkakken over die vermeende angst. ’t Professorke begon zowaar te zweten en bij gebrek aan argumentatie, kaatste hij de bal handig terug. Een eerste keer: “Ge moet er niet van uit gaan dat ik bang ben, want dat ben ik niet!” De tweede keer: “Kijk, ge gaat er terug van uit dat ik bang ben, waar haalt ge dat toch?” Dat Torfs geen lessen in de retoriek van doen heeft, staat buiten kijf. Sterker nog, eminente oratoren als Castro en De Croo komen nog niet aan ’s mans enkels! Waarom vreest ie dan een tweede vernedering? Dat snap ik niet… Maar alla, de onderzoeksjournalistiek krijg je niet zo gemakkelijk klein, beste Rik. Zij kan namelijk ook gebruik maken van beelden, als het met woorden eventjes niet meer zo lukt. En kijk, een breed grijnzende Torfs in de Slimste Mens met een bloot vrouwenlichaam op zijn schoot, een rode clownneus en een Vikinghelm op de schedelpan. Ha, ge zijt niet bang! Verklaar dan maar eens hoe het serieuze ambt van een professor – laat staan rector! – te rijmen valt met zulk een platitudes? Daar had ie niet van terug, kon ik afleiden uit de synchrone scheve lachjes van de moderators. Maar ’t was tegen de bierkaai vechten. Teevee was gewoon zijn hobby, net zoals andere mensen naar de voetbal gaan of naar de Miekes… Een kei is die man! Zijn antwoord lijkt op het eerste zicht gewoontjes, maar de kracht ervan kent geen weerga. Eerst paait ie het leeuwendeel van de kijkers door het over voetbal te hebben, daarna geeft hij de rest een genadeklap door op de zonden te wijzen. Een bak bier voor wie Torfs onder tafel kan klappen… Beloofd!

    Na de demonstratie van Reto-Rik, was het tijd aan de, op het eerste zicht, nobele onbekende Reinhilde Decleir – jawel, zus van… -, alias ‘ons Moe’. Iedereen dacht dat ze het loodje had gelegd, maar uw wakkere dienaar had dit in een vorige column (lees: Van vlees en bloed) reeds lange in het motje! Afijn, ze zag er duizend jaar jonger en frisser uit, haast niet te herkennen. Om al dit lekkers te vieren – én er zo pront uitzien, én de rol van ons Moe op het palmares én de zus van de Grote Decleir én daarenboven nog eens vrouw zijnde -, ving De Aguire, geheel volgens de regels van de contemporaine media-etiquette, aan met een klassiek charmeoffensief. “Dat we van zo’n goede actrice als gij nog niet veel meer hebben gehoord”, kwijlde ze. Decleir, nog een beetje schuchter, de complimentjes en lofbetuigingen nog niet gewend, wist precies niet waar gedraaid. Vooral omdat ze nu doodleuk mocht expliceren dat ze in al die jaren geen donder had uitgevreten en op de zak van haar broer had geleefd. Vandaar dus dat ze niet jaloers was op zijn succes, hij hield haar verdomme al die jaren het hand boven het hoofd! Maar kom, om de schijn op te houden had ze zichzelf - weliswaar ferm tegen de goesting – eigenhandig tot regisseur van het bastaardcollectief ‘De Luizenopera’ gepromoveerd. Dat het allemaal een beetje met lange tanden was, bleek toen ze het aan Phara – alweer – moest uitleggen. Eerlijk? Ik begreep geen jota van dat gestamel en die scrabble van onvolmaakte volzinnen. Het kwam zelfs zo ver dat VG haar zinnen begon af te maken. Niet dat hij er überhaupt iets van verstond, maar omdat hij, zoals het de journaille betaamt, op voorhand natuurlijk zijn onderwerp tot op het bot  had uitgepluisd. In ieder geval, ons Moe had er niets beter op gevonden om een rist clochards van de straatstenen te plukken, een luizenloontje te beloven en op de bühne te keilen. Eindelijk wat duiding. Dank u Lieven!

    Het canaille dat naast ons Moe gezeten was, kwam recht uit een van de meest stinkende goten die Brussel rijk was. Verser kon je ze niet krijgen, verzekerde de regisseuse ons. Om de dreutel nog meer uit te wringen – kleinhouden dat schoelje, ze moeten hun plaats kennen -, wees ze hem nogmaals op het feit dat hij slechts tweedekeus was, wat hij angstig bevestigde. Later, na het programma, zou ze hem nog een blikje Zwan-worsten voeren. Omdat hij zo braaf geweest was. Maar eerst nog wat lallen over zijn hondenleven alvorens de foerage. En over hoe madame Decleir hem terug op de maatschappelijke ladder plaatste, hem als het ware terug cultureel rein liet worden. ’t Was een schoon moment en ook bij de vragenstellers merkte ik een lichte emotionaliteit op de wezens verschijnen. ’t Programma was nu al geslaagd…

     ’t Was gelijk een avondje parvenu-verzamelen. Christophe Deborsu, een A-journalist van de overkant van de Reyerslaan die door de VRT te pas en te onpas wordt ingeschakeld om de gemeenschapszin tussen Walen en Vlamingen te bevorderen, kwam ons alweer vervelen met zijn oeverloos communautair geleuter en zijn meewarige, loze blik, waar ‘sla mij niet, ik kan er ook niets aan doen’ staat in te lezen. Als de Walen iets mispeuteren smijten ze De Borsu op het Vlaamse scherm om de gemoederen te bedaren. Een beetje dwaas in het ijle kijken, enkele domme grapjes maken en den Vlaamse boer is alras gesust. Die Walen lachen hun knuisten vol, ik zweer het u…

    Allez Borsu, waarover gaat het deze keer? Waar ga je ons nu mee lastig vallen, jij wolf in schaapsvacht? ’t Ging over een debat op den RTBF – overigens bijgewoond door emeritus Torfs hemzelve! -, zijn teerbeminde zender. De club van den Antwaarp (RAFC) zou met een iets té grote regelmaat slogans à la ‘Les Wallons sont du kakka’ scanderen. Dat werd dan weer niet fijntjes bevonden door de tweedeklasser Vierton en deswege hadden enkele vlugge jongens aldaar – tijdens de match tegen RAFC - een spandoek in de spionkop opgehangen met het opschrift: ‘RTBF's top 3: - Hitler, - Stalin, -RAFC. Weer niet goed. Antwaarp boosjes. Stante pede afstraffen met: “Walen buiten!!” Valt ge nog niet in slaap? Wacht, het beste moet nog komen! Rudy Ryckewaert, een soort verantwoordelijke voor de beelden van RAFC en voor de gelegenheid gewoon tussen het publiek gejengeld, kwam met rijzende indexvinger beweren dat de RTBF met de montage van het geluid had gefoefeld. Even wat duiding: op de beelden is te zien dat de spelers van Antwerp lustig een dansje uitvoeren op het ritme van het ondertussen rotpopu deuntje ‘Walen buiten!!’ Echter, schijn bedriegt. Het audiogedeelte werd gewoon enkele seconden verschoven, zodat de spelers lijken te dansen op dat verachtelijk gescandeer. Meteen stiekem hoongelach. Kom, kom, Rudy, overdrijft ge nu niet een beetje? Onze vrienden van de overkant van de taalgrens zouden zoiets toch nóóit doen? Rudy bleef rustig, temeer omdat hij over origineel beeldmateriaal beschikte waarop zijn gelijk bewezen kon worden. Daarenboven – bewijs 2 – is het de traditie dat de spelers na de overwinning – Rudy besefte zelf ook dat deze verdomd schaars waren – altijd op hetzelfde wijsje dansen, en dat was niet ‘Walen buiten!!’. Voila, de muiltjes waren gevuld en zelfs Deborsu gaf het stomweg toe. Fouten toegeven en er beter uitkomen had hij recent van Obama geleerd, maar het Vlaamse publiek begon te morren. De VRT zal een andere Messias moeten zoeken en Deborsu moet geweldig op zijn tellen letten dat ze hem op het veld van ARFC niet lynchen. Reto-Rik zat er trouwens maar beteuterd en opvallend zwijgzaam bij tijdens het sluitstuk van deze beklijvende thriller. Hij had het anders aangepakt…

    03-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    02-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Chef in nood (afl. 3, reeks 2)

    Als ik u zeg: de baan tussen Deinze en Gent, aan wat denkt ge dan? Inderdaad, garages van luxebolides als Porsche, Ferrari en Maserati. Maar ik bedoelde eigenlijk als ge Latem voorbij zijt. Vanaf Westrem is ’t al zichtbaar. Juist, hoererij! Welig woekerend, door iedereen scheef bekeken en gestigmatiseerd. Verderfelijk gevonden, maar bij gelegenheid in hoge mate bezocht door diezelfde Porsche-, Ferrari –en Maserati-adepten, hokkend in het poepchique Latem. Geliefd ook, door progressief linksdenkenden en intellectuelen die er gaarne mee dwepen in zogeheten literatuur of verfoeien in A-journalistiek. Of zelfs op pellicule! Denk maar aan het lichtvoetige schouwspel ‘Steve + Sky’. Voorwaar, een schoon bewijs dat het kleinste kind een lowbudget-prent kan draaien waar de masse pap van lust. Kortom, met de lichte zeden altijd succes en dat wisten ze bij vtm maar al te goed toen ze Bellings naar ‘Bambi’ stuurden.

    Het geluk van de chef kon haast niet op toen hij zijn zware Range in de plavuizen van de parking vastploegde. Het plakkaat waarop ‘Bambi’ geheel suggestief stond afgebeeld en de blauwe neonverlichting rond het dakgebinte, deden hem vermoeden dat er een schone tijd aankwam. Ook de rit erheen - via de Kortrijkse Steenweg vanaf de afrit Westrem – stond bol van de verleidingen. ’t Kokje keek de ogen uit de kassen en ware het niet dat een attente cameraman hem op een nakende staartaanrijding alludeerde, hij kon een deel van zijn vette pree terug afstaan. Maar er moest gewerkt worden. Vtm zou hem niet voor niets op zijn 55ste – nog een schamele zeven jaar, Luc! - laten rentenieren…

    Teleurstelling alom wanneer hij de keet binnenschreed. Niet zozeer waren het de sleetse inrichting, de reftergeur en de schreeuwerige draperieën die zijn tenen deden krullen, veeleer was het de voor hem staande ‘Brady Bunch’, welke zijn afgrijzen prikkelde. De redactie van ‘Chef in nood’ besliste wijselijk om het prehistorische gezelschap niet in te lichten over het huidige jaartal waarin zij existeerden. De klap zouden ze niet overleefd hebben. Toch even voorstellen: vader Bambi, een schuchtere jongen met Droopy-allures, ge zou hem een euro geven. Haalde prompt en geheel onderhoudend het verhaal van de ontstaansgeschiedenis van zijn geliefde ‘Bambi’ boven: “Er was eens iemand die honger had. Ik heb hem een schotel gemaakt. Die werd lekker bevonden. Ik zei tegen mijn vrouw: ‘Waarom beginnen we geen restaurant?’ Zij zei: ‘Welja, dat lijkt me een puik idee, zeker nu die schotel lekker werd bevonden.’ En van ’t een kwam ’t ander, hé mijnheer Bellings…” De grijns op zijn bakkes en de vlotheid waarmee hij zijn betoog hield,  wekten bij mij de indruk dat het niet zijn eerste vertelling was. Tegelijk, ’t was alsof ie zich op voorhand al wilde verontschuldigen voor de soep die hij er van gemaakt heeft. En plus, de pauper had enkele jaren geleden een trombose moeten doorgaan, waardoor zijn rechterhand volledig verlamd was. Intriest! De zoon - Andy Bambi! - daarentegen, een nerdy bonenstaak met ADHD en veels te veel noten op zijn zang, had zijn ouders er al talloze keren op gewezen dat het interieur op niets trok. Om dat deficit min of meer de compenseren had ie met zijn vriendin – een wreed schoon kind -  hier en daar wat luister aangebracht. Bellings vond dat al een verrassend goed begin en vroeg meteen of hij die ‘verbeteringen’ eens zou mogen zien. Trotsvol en met een rotenthousiasme trokken ze de chef aan zijn mouw mede naar de gelagzaal, alwaar een stuk of wat houten boschampignons op de tafeltjes prijkten. Bellings zag de bui hangen. Zelden iemand zo wanhopig in het ijle zien staren.

    Voor nog geen tien euro krijg je ten huize Bambi een hoop verlepte aardappelen, een plak spinazie die wel vers lijkt uitgekakt door een overjaarse vaars en twee verkoolde diepvriesworsten. Nadat Bellings bij de regisseur even het licht opstak of zijn verzekering een eventuele voedselvergiftiging coverde, schoof hij zijn benen onder tafel en bestelde meteen een cocktail van scampi’s. Moeder Bambi, een sloor waarvan ge geen verkeerd woord over kunt zeggen, presenteerde de zeevruchten met een geforceerde politesse en ramde – om het geheel wat op te fleuren – op het laatste nippertje nog zo’n parasolachtig ornament, dat ge meestal op kinderijsjes terugvindt, door de oranje brij. Bellings werd niet goed. Niet alleen moest hij de zich redundant omringde kitsch à la heiligenbeeldjes, plastieken planten en houten boschampignons trotseren, maar nu ook nog dit culinair misbaksel.

    Toen de garnalen eindelijk verteerd waren, vond Bellings het welletjes geweest. Een grondige restyling en wel pronto! Eric, een soortement zelfverklaarde binnenhuisaankleder die er, met zijn occasiebril uit het tijdperk van Martens 1 en voddenpak, precies uitziet als de som van Arno Hintjens en Jan De Corte in het kwadraat, werd ingeschakeld als reddende engel. Eerst zou hij eens zeggen wat voor verbetering vatbaar was. Dat was zowat alles eigenlijk. Dat die stoelen nochtans van een goede kwaliteit  waren, probeerde het moedertje nog. Dat ze ook goed zullen branden, was zijn antwoord. Afijn, met Eric in de strijd kon Bellings zich nu gaan concentreren op de rest.

    Na het verdelen van de taken, het kiezen van nieuwe outfits, het bepalen en fine-tunen van de gerechten, het bijschaven van de bediening,… - de lijst was eindeloos -, werden de oudjes voor enkele dagen naar het populaire relaxoord Sun Parks gestuurd. Van de frisse zeelucht aldaar gaat een mens zijn duivels uitdrijven. Vijftig jaar gewrocht en geploeterd in dat stinkhol, klonk het in koor. Zonder ooit één dag congé te nemen! Waar de tijd was, vroeg moeder zich af. De kloris vroeg het zich ook af, maar kon zich door de medische tegenvaller niets meer herinneren dat verder reikte dan vijf jaar. Hij zou het beslist rustiger aan moeten doen. Hij knikte meewarig van ja, maar zag zich in gedachten nog harder travakken dan ooit tevoren in die ‘Bambi nouveau’. Ze hadden hem serieus bij zijn pietje, zoveel was zeker…

    Pa en ma schrokken zich de pleuris toen ze hun eens zo vertrouwde omgeving gadesloegen. Dat dit niet meer de ‘Bambi’ van weleer was, prevelde de oude. Dat hij groot gelijk had, antwoordde Bellings. De chefkok was zo vrij geweest een reclamebureau onder de arm te nemen en een nieuwe huisstijl in te voeren. De nieuwe naam luidde: ‘Huis Van Loo’ en het logo was een boom. Het werd collectief gesmaakt. “Nu staan we voor kwaliteit en degelijkheid!”, stotterde Andy overgelukkig. Dat valt nog te bezien, want een Bambi verliest zijn streken niet zo gauw, me dunkt. Maar alla, alles zag er piekfijn uit en iedereen stond er gezwind te wezen. Hout vasthouden dat vader Van Loo het nog enkele jaren uithoudt…

    Na de shots van intens familiegeluk – bij Andy sloegen de stoppen door: hij plantte nog een boom in de tuin en vroeg zijn vriendin ten huwelijk -, waande ik mij plots in ‘Willy’s en Marjetten’. Okidokipianissimoki! Van het regionale radiozenderke ‘Radio Tequila’ mochten ze enkele minuten zendtijd in bruikleen nemen om hun nieuwe zaak te promoten. Op voorwaarde dat de patron en de crew er bij de opening hun buik mochten komen voltampen. Daar was natuurlijk geen bezwaar tegen. Om het geheel een beetje in te kaderen – gratuit zaken weggeven is in zo’n boerengemeenschap namelijk taboe - hadden ze er niets beter op gevonden dan op het brede luisterpubliek dat Deinze rijk was een vraag los te laten. Een echte hersenpijniger overigens; hoe de nieuwe naam van ‘Huis Van Loo’ – oeps, een lapsus van de presentator! – luidde? Die bewuste weggever zou het presentatorke zuur opbreken. Het antwoord was steevast: “Bambi!” Allez, dan maar een klassieker uit de kast halen: “Nicole, belt gij ne keer!! ’t Antwoord is ‘Huis Van Loo’!! Nee, niet Verloo!, VAN… LOO!!!”. Miaowkes!

    De opening was een echt succes, maar Bellings – de eeuwige lastpak – wilde natuurlijk gaarne weten of ‘HuisVan Loo’ niet terug in de oude gewoontes zou hervallen. Daarom kwam hij een tijdje later onverwachts eens piepen. ’t Zag er op het eerste zicht goed, ware het niet dat Andy fuckin’ Bambi er niets beter op gevonden had om tijdens een coup de feu’ke zijn roes uit te slapen. Vader moest zich van moeder rustig houden, maar hoe laconiek hij uiterlijk ook scheen te zijn, vanbinnen sluimerde een tweede trombose. Ook Andy’s vrouw in spe kon er niet mee lachen en dreigde op de mailbox van zijn mobieltje met een eventuele scheiding, nog voor de eigenlijke trouwerij. Het duurde geen twee minuten of het joch stond er, de strik scheef, slapers in de ogen, een beetje doelloos rondsuffend. Bij Bellings zou het geen waar geweest zijn. Moest het de zijne zijn, hij zou nog eens een wafel gekregen hebben!! Jawaddedadde…

    02-03-2009, 12:53 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (6 Stemmen)
    01-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van vlees en bloed

    ‘Zijn vrouw speelt in Louislouise!’, kopt een Dag Allemaal. Eindigend met een uitroepingsteken! Dat een klassenbak als Herwig Ilegems moet samenhokken met een laag-bij-de-grondse derderangsactrice als Elke Dom, is ongehoord. Stel je voor, Herwig – u allen beter bekend als de aan salami verslaafde hansworst Herman – werkt godverdomme voor de VRT! Den VRT!! Nee? Komt het nog niet? Allez, even alles traagzaam overlopen dan. Het principe is eenvoudig, Elke Dom speelt in Louislouise de promiscue naaipoes Claudia, die naar believen en geheel ongeacht enige mores  haar doos openspert voor elke haan die verder pist dan de vorige. En deze flitsende teeveenovelle - nu komt het - speelt op de vtm! Den VTM zeg ik u!! Du jamais vu is dit en ware het niet van dat uitroepingsteken, ik was er met de ogen toe ingetuimeld. Bedankt komma Dag Allemaal uitroepingsteken.

    Een rasacteur herkent men in het gewone, dagdagelijkse – Aardse – bestaan nauwelijks. Ik weet het, teevee doet een mens dikker lijken en die opsmuk maakt het er ook niet beter op. Maar toch is er blijkbaar een ongeschreven regel die de laatste tijd bonton is onder het kruim van prota- en antagonisten. Namelijk en ik citeer uit ‘De Heilige Schrift der Bühnespelers’, uitgave 2008, De Gilde van Vlaamse Podiumkunsten: “Om de onwetenden (lees: de kijker) met verstomming te slaan en uw personages extra in de verf te zetten, dient ge in het materiële bestaan (lees: dagdagelijkse leven) uw uiterlijk – klederdracht, maquillage en haartooi - omgekeerd evenredig aan te passen aan dat van uw personage.” Het moet gezegd, Herwig en Elke spelen hun rol voortreffelijk in beide levens, wel in die mate dat begrippen als rol, personage, inleving,… als het ware vaag en nietsbetekenend dreigen te worden. Herman lijkt in VVB wel weggelopen uit de jaren 80, maar speelt als Herwig een contemporaine veertiger met een kanjer van een midlifecrisis – pluimen strak achteruit gecementeerd, een ruige Woestijnvis-baard van enkele dagen oud en een gitzwarte plunje met dito laarsjes (zie foto Dag Allemaal). Elke, daarentegen, speelt in het gewone leven een uit de jaren 80 weggelopen sloor die zich plichtsbewust en 24/7  met de koters, het kokement en den opkuis occupeert. De emancipatie van de vrouw lijkt wel een begrip dat volledig aan haar is voorbijgegaan. Haar alter ego Claudia aan de ander kant heeft het begrip emancipatie al drie keer verteerd en reeds vijf keer uitgescheten. Het is alsof ze uit het jaar 2015 komt, in volle periode van de emancipatie van de man, in gang gezet door de progressieve denker Herwig Ilegems en onvoorwaardelijk geruggensteund door de links-liberale huizen Woestijnvos – de naam is ondertussen veranderd en verwijst terug naar de proto-idee – en BRTéén – ook hier een naamswijziging: de verwijzing naar nostalgische tijden en het saamhorigheidsgevoel. Dat deze regel echt wel een maatstaf is voor kwaliteitsacteurs wordt overigens glashelder gestaafd door de zus van Herwig, Bieke. Het pronte wicht dat in ons collectief geheugen als Babette staat gegrift, speelt te allen tijde haar frivole zelve en weigert pertinent elke aanbieding voor een rol waarmee ze zich zou kunnen opwaarderen. Een schande voor het geslacht Ilegems, vindt Herwig en deswege voelt hij er maar weinig voor dat zijn eega op de set van Louislouise de loge met Bieke moet delen.

    Aangezien Bieke Ilegems niet meespeelt in VVB, moeten we concluderen dat het hier een kwaliteitsserie betreft. Ik volg hier gewoon de stringente logica van ‘DHSdB’ hoor, dus schiet niet op de pianist! Trouwens, Van Dyck, de bezieler van ’t spel, vindt het ook. Inmiddels heeft ie de kolder in de kop – een syndroom waar heel wat beeldbuisfetisjisten die té prompt gehypet worden doormoeten – en waant zichzelf kunstenaar met de grote K. Zo schoot hij bijvoorbeeld onlangs uit zijn sloffen toen zijn teerbeminde epos in de laatste aflevering bevlekt werd door een vroegtijdige aankondiging van het volgende programma, met name De Laatste Show. Pal over de snuit van ons Moe. Het besje was nog niet koud of ze moest al als billboard fungeren. Geen respect, die mannen van den VRT! Bij Woestijnvis - alle baarden hadden zich voor die gelegenheid scoutsgewijs rond een scherm geschaard - was het kot te klein. Van Dyck sloeg de hele keet in gruzelementen, waarna hij volledig in de lorum richting de Kempische bossen vloog om er tussen het lover een potje te gaan janken. De volgende dag stonden de media bol van het incident: ‘Eén verkloot laatste aflevering van Van vlees en bloed!’. Eindigend met een uitroepingsteken zowaar! Vlaanderen op zijn kop, ik verbouwereerd. Dat ons Moe niet lag te dutten, maar doodleuk de pijp aan Maarten had gegeven sloeg mij – no shit! - met verstomming. Ik zweer het u, zelden een dooien zo fris zien ogen als in dat laatste shot van de allerlaatste aflevering van reeks 1 van Van vlees en bloed. Zelfs Frieda Van Wijck zag er – luttele minuten nadien - doder uit dan ons Moe…

    Dat TVD een rasacteur is staat buiten kijf. Waarom? Omdat hij zich buiten zijn uren zo verrekt heerlijk als een ‘normalen’ kan gedragen. ’t Is om misselijk van te worden, want een mens is gewend om godganse dagen op die pathetische clowntronie te kijken en dan plots.. een vlotte, hippe kerel die fijntjes articulerend zijn zegje placeert. Maar kom, dit is volledig adequaat de regels van De Schrift. Een ander typisch voorbeeld - weliswaar niet opgenomen in De Schrift - van hoe zich het kaf van het koren scheidt in Schauspielerland, is het kunnen afstand doen van de partner als zijnde seksueel bezit. Sterker nog, beschouw hem of haar veeleer als een seksueel gemeengoed waar vrienden, kennissen en zelfs collega-acteurs naar believen mogen van proeven en hun lusten op botvieren. Ook hier scoort Van Dyck bijzonder goed. Toen er een actrice van doen was voor de rol van de boshoer, bood VD zonder blikken of blozen de zijne aan. Lucas, zijn beste vriend en overigens volbloed slagerskind, had er eerst zijn twijfels bij - hij moest bij de Van Dycks nog over de vloer kunnen komen – en trachtte Tom diets te maken dat zo’n casting maar peanuts was. Horden (media)geile dertigers zouden de revue passeren en ze hoefden de beste (lees: knapste) er maar uit te pikken. VD nam zijn bezorgde vriend even apart en wees hem op de gratis reklam die dit fait divers met zich zou meebrengen: “Zie je het al voor je Lucas, jij met mijn vrouw rampetampend in een bos, bengelend aan een tak… Vlaanderen barst uit zijn voegen, man! Dit wordt de hit van het afgelopen decennium!” En kijk, nauwelijks een etmaal na de feiten was het al van dattum.

    Kempisch is hot! Pak doorsnee Limburgs, plak voor elk woord dat begint met een klinker een ‘h’, ratel tenslotte  je zinnen hikkend af en ge spreekt vloeiend Kempisch. Dat alle schone wijven van aldaar afkomstig zijn is zonneklaar: Ann Van Elsen, Bieke Ilegems, Tania Dexters en ga zo maar door. Dat alle knappe mannen van aldaar afkomstig zijn is ook zonneklaar: Tom Van Dyck, Herwig Ilegems, Hugo Matthysen, … Enfin, in ieder geval, als ge tegenwoordig ergens wil geraken in medialand moet ge Kempisch bloed hebben of op zijn minst er woonachtig zijn. De jaren 80 en zowat alles wat daarvoor kwam, waren gestigmatiseerd door het Antwaarps. Daarna deed het Gents zijn intrede. Woorden als trendy, hip en progressief werden in een adem vernoemd met Gent en o wee diegenen die er woonachtig waren en NIET voor den Spa stemden!! Even leek het er op dat Brussel het zou overnemen, maar door de vreemde situatie ginder is het er nooit echt van gekomen – mossel noch vis, weet je wel… En nu is het de Kempen boven. Er zit daar precies iets in het water hoor ik Luc Janssen tegen Hugo Matthysen – beiden rasechte Kempenaars – nog zeggen in een vervlogen Lux XL. Dat bevestigde het filosoofje gaarne en ware het niet van de aanwezigheid van camera’s, ze hadden malkander een tong gedraaid. Na het Kempisch is het Limburgs aan de beurt, maar dat is pas voor binnen enkele jaren. Laat die bospoepers eerst nog maar een beetje hun vele triomfen genieten. Wat er daarna komt weet ik niet, maar ik hoop dat tegen dan de West-Vlaamse dialecten op de lijst van werelderfgoed van UNESCO zullen staan, anders ziet het er bekaaid uit voor ons boeren uit de Vlaanders.

    Dat het kersvers schrijversduo potten wilde breken, stond buiten kijf. Een zo breed mogelijk publiek aanspreken, zonder daarbij aan kwaliteit in te boeten, was het devies. De masse zouden ze makkelijk kunnen paaien met lichtvoetige conceptjes als ‘den bospoeper’, ‘de boshoer’, ‘de Joepie’ en tenslotte de quote: “De emmer der vernederingen zit vol”. Nu nog de pseudo-intelligentsia. Op een avond, na een vlammende brainstormsessie in het kneuterige werkkamertje – werkloft - van De Pauw zijn riante herenhuis te Lier , stelde de teeveeknar voor om er een metafoor in te smijten. Succes verzekerd bij dat belezen schuim, assureerde hij. DP met zijn fenomenale kennis van de filmmuziek kwam al snel met het  idee op de proppen om in de begingeneriek gehakt, biefstukken en vogels zonder kop te laten geworden op de strakke tonen van een zwaar op de hand liggende tango. Door de beelden sterk te vertragen zou de kijker de indruk krijgen dat de hompen vlees zich tangoënd een weg door de molen wurmen, de hakbijl trotseren of onder de pletwals terecht komen. Ofte, de ondraaglijke zwaarte van een slagersbestaan. Ziedaar uw metafoor, meneertje Van Dyck. Gratis en voor niets door den ouwen uit zijn mouw geschud. Nog geen twee minuten had ie er voor nodig. Zuig daar maar eens een puntje aan.  

    Dus ze hadden een concept voor een pegel van een doelgroep, de context – slagersbestaan – was keiorigineel, de acteurs waren ook geen probleem, alleen het scenario nog. “We maken er een sterk verhaal van”, stelde De Vlieger voor. Nee, dat was te achterhaald, te triviaal, vond Van Dyck. Na wat heen en weer gepalaver beslisten ze om een nieuwe brainstormsessie te houden, maar De Pauw wilde zijn loft niet meer ter beschikking stellen. Ze moesten het nu maar op eigen houtje proberen, trouwens, zijn tijd was kostbaar en zijn portemonnee werd ook niet dikker van dat geouwehoer. Dan maar terug naar de ouwe getrouwe Kempische bossen. Onder de boom waar Lucas met de vrouw van Tom zou vossen, zaten ze urenlang saffen te smoren en gin te boemelen. Bij het krieken van de dag schreeuwde VD: “Eureka!!” en stootte in zijn enthousiasme de fles om. De kostbare nectar zeikte met sloten uit de fles en drenkte zo snel als kijken in het zachte mos. Michiel deed nog een poging om het kostbare goedje op te lebberen, maar het was tevergeefs. Tom riep zijn teleurgestelde vriend tot de orde en beloofde hem een nieuwe fles als hij zijn aandacht er even wilde bijhouden. Dat beloofde hij. Of hij vertrouwd was met het tragikomische genre? Ja, natuurlijk, ‘In de gloria’, ‘Nefast voor de feestvreugde’ en ga zo maar door. Genante situaties die soms tot een lach, soms tot een traan leiden met een bijwijle flinterdunne grens, ja, dat kende hij zeer goed. Wel, in die trant zou het geschieden. Een soort ‘In de gloria’ dan? Zoiets, maar dan met een heus plot! Hij begon het te begrijpen. Die tweede fles had ie nu wel verdiend…

    De groenige beelden zijn de kers op de taart. Verwijzend naar de bossen, contrasterend met het rood, bloedend vlees enerzijds, anderzijds een sfeertje van ‘weest op uw hoede’ creërend. ’t Is allemaal goed doordacht, een beetje té als je het mij vraagt. Woestijnvis wist verdomd goed op voorhand dat ze – alweer - een hit te pakken hadden en als ze zo doorgaan komen ze beslist in de geschiedenisboeken. ’t Is nog een kwestie van enkele jaren voor ‘The Woestijnvis-story’ uitkomt, volledig in de lijn van het ondertussen megalomane geworden Pixar. Ik zie Van Den Houte al staan preken in een hal waar je 150 tientonners en een Airbus A-380 kan in parkeren – een fluit champoepel losjes in de hand - : “Vrienden, we hebben het target dees jaar met 3000% overschreden, wat de totale nettowinst op… (haalt zijn calculatortje erbij, maar komt tot de vaststelling dat de uitkomst niet op het scherm kan), enfin, ’t is héél veel en daarom krijgt ge allemaal een extra bic met het Woestijnvislogo!” Groot jolijt…  

    01-03-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    28-02-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De pappenheimers

    ‘t Komt uit het Duits en ge moogt het gerust ook in het Nederlands gebruiken. Nee, geen probleem, ’t staat in Van Dale. Het is een correct Nederlandstalig woord, à la sowieso, überhaupt, deswege, salonfähig enzovoorts. ’t Heeft cachet hoor. Verwerk het maar eens in een e-mail of zo, ge zult er succes mee oogsten! Of in de titel van uw spelprogramma…

    Lenaerts moest zijn fetisj per se verzilverd zien. Bij Woestijnvis hadden ze gezegd dat het voor de titel en sporadisch een categorie OK was, maar de volledige show…? Het brilleke met zijn fors kakement begon alras te janken en zwoer dat ie zijn c4 eerstdaags op het massief gouden bureaublad van Van Den Houte zou deponeren als zijn eisen niet ingewilligd zouden worden. Een schrijlingse veeg van zijn kalfslederen handschoen zou de zaak moeten beslechten: een duel, inzet: de job van Bakkes of de aandelen van vleesklak, wapens: woorden, doel: om ter meest Germanismen naar malkanders kop beieren binnen een tijdslimiet van twee minuten. Lenaerts dacht dat het op voorhand een uitgemaakte zaak was en zag zich al staan presenteren in het Duits op de VRT: “Wilkommen, meine Damen und Herrn…” Maar ’t was buiten de waard gerekend. Wouter was namelijk bilengue, maar dan zweisprachig. Dat moest van wijlen zijn pa, een overtuigd fascist die de romantiek en nostalgie van het Derde Rijk een warm hart toedroeg. Naast het klassieke vocabulaire van de Nazi’s, leerde hij zijn zoon ook om nooit te glimlachen. In den beginne was dit moeilijk voor zo’n kind dat vol Lebensfreude zat, maar de vele Betamax-cassettes over de Führer verzuurden zijn gelaat in geen tijd. Kinnemans moest uiteindelijk de duimen leggen, maar ’t was op het randje. Het woord ‘Endlösung’ deed hem de das om. De titel en in elke aflevering een stuk of wat categorieën, punt. 88!

    Pappenheimer is een loos begrip dat volgens mij etymologisch kan worden afgeleid van Papperlapapp; Duits voor onzin. Het betekent: zijn luitjes kennen, althans, wanneer je zegt: “Zijn pappenheimers kennen” Het is zoveel als zeggen: “tralalalaaaa, pipiedoos en kakascheet!”, want wie men genegen is, kent men a priori vrij goed tot uitstekend. Vandaar dus: Papperlapapp! Maar kom, de mensen hebben dat gaarne en het bekt zo lekker. En plus, tachtig procent van het een-publiek kent het woord niet en zal als de duivel een woordenboek ter hand nemen om de betekenis op te zoeken. Eerst een Duits, om dan te moeten constateren dat het in een Nederlands staat, om uiteindelijk te leren dat het van het Duits afkomstig is. Daarmee zullen ze nogal eens kunnen uitpakken op het werk, in de kroeg of andere plaatsen waar het noodzakelijk is zich te profileren en dientengevolge over vage, nietsbetekenende begrippen à la pappenheimers te zaniken. Kijk zie, meteen de educatieve- én sociale waarde van het showtje. Dat heeft de VRT gaarne.

    Vroeger was alles wat naar Duits rook taboe. Zo pleegde ik heiligschennis toen ik dat vak op de middelbare school verkoos boven het veel hippere Spaans. Duitse woorden die toevallig eens over de lippen rolden werden meteen weggehoond en naar de diepste krochten van de hel verwenst. Hip was het evenmin. De taal was als een distel die men door  het slakkenhuis van je gehoor trachtte te douwen, de cultuur boers, weinig verfijnd, oubollig en bezat nog steeds autoritaire en militaristische trekjes. Kortom, Duits was in onze contreien de allerlaatste taal op Aarde die men wenste te spreken. En kijk zie, de laatste jaren een heuse opmars. Dezelfde moraalridders en trendy links-denkenden van weleer dwepen warempel met het Pruisische erfgoed – schroomloos -, als betrof het een clochard die men prompt in huis neemt na het zien van het showtje van Bakkes. Dankt u Herr Lenaerts, redder des vaderlands! Een standbeeld ware toepasselijk, met het onderschrift: ‘Hij leerde zijn volk - ruim een halve eeuw na de invasie van de moffen -  den Duits terug appreciëren.”

    “Wat als de mensen het in het snotje krijgen?”, vroeg Bakkes zich af. “Speel dan of ge er zelf niets van kent”, antwoordde VDH. Hoe dat moest? Awel, ge spreekt het woord of de zin verhakkelt uit, als betrof het een Nederlander die Frans poogt te spreken. De voorbeelden ‘jus d’orange’ en ‘marechaussee’ werden hem medegegeven. Ja, dat vond het presentateurke goe en de eerlijkheid gebiedt me te zegen dat hij het er ook vrij goed van af brengt. Althans, voor het ongeoefende oor. Want met die schijnheilige, pseudobeschijdendoenerij  moet hij bij mij niet afkomen. Als ge uw woorden verhakkelt, doe het dan consequent, niet het ene wel, het andere niet. ’t Is zoals zeggen: “Sjus” en dan orange perfect – brouwend - articuleren. Zo doorzichtig, jakkes Bakkes…

    Omdat ze bij Woestijnvis geen kaas hebben gegeten van spontaniteit, zijn ze zich beginnen specialiseren in wat men in het vakjargon ‘enscenering’ placht te noemen. Met succes overigens, want faut le dire, de prefab-mopjes van Bakkes slaan aan bij het grote publiek. Oppassen als hij aan een van de BV-panelleden een vraag stelt, negen op de tien is ’t op voorhand gebakken stront. ’t Antwoord komt er dan zo lekker spontaan uit, maar schijn bedriegt; die loense mediaknechten zijn voorwaar getraind in het geven van zulks lekkers. Ook hier geldt de regel: (de meeste) mensen hebben dat gaarne.

    Op vrijdagavond moet ge Bakkes niet lastigvallen. Dan worden de lichten gedimd, de koters naar bed geflikkerd en vrouwlief – stampgewijs – buiten gebonjourd, behept met de Golden Visa van heur man. ’t Zeteltje, de sloefkes, ’t stoveke en niet in het minst de lederhozen – hupla 1 – rond de genitaliën gekneld. Eerst: ‘Das Quiz’ met Jörg Pilawa om het smoelwerk van de afgeborstelde collega-presentator uit het post-Appermonttijdperk te bestuderen. Of: hoe hang ik den sympathieken uit voor een zo breed mogelijk publiek? Dan: ‘Typisch Kölsch’, een carnavalprogramma waar de ene polonaise de andere naadloos opvolgt, met de prachtigste decors die de grandeur van het eens zo machtige Pruisische rijk etaleren. Én, cancan-Mädchen, schier baretiets met struisvogelveren in de kont! Ik weet het, het is suggestief en freudiaans, maar een donkerbruin vermoeden zegt mij dat die lederhozen elke vrijdagavond druipend van Lebensfreude in de wasmand worden gekieperd.

     Maar de echte populariteit van ’t showtje zit hem in de fijne selectie van Vlaanderens beste vleeswaren. Nee, ’t gaat nu niet over dat ander Woestijnvis-misbaksel waarvan men afgelopen donderdag gelukkig de laatste aflevering uitbraakte. Ik heb over de luitjes zelf, de pappenheimers dus. De premisse is hier even simpel als duidelijk: om je pappenheimers te kennen heb je knappe koppen nodig. Dit impliceert noodzakelijkerwijs dat knappe koppen hun pappenheimers beter kennen dan die domme boeren die vroeger onze beeldbuizen ontsierden. Denk maar eens aan ‘De Drie Wijzen’! Wie wil dàt laag-bij-de-grondse schorriemorrie überhaupt – hupla 2! –nog? Niemand – driewerf  hupla!! Van Eeghem liet ze zelfs niet uitspreken en zat er helemaal niet om verlegen om ze bij gelegenheid schamper en met dedain uit te lachen. Nadien bedolf hij de verliezer met literatuur uit De Fnack die hij zogezegd zelf had opgehaald. Dat die deelnemers géén pappenheimers van Kurt waren, weze duidelijk. Anders had hij ze wel getrakteerd op een abonnementje Dag Allemaal. Maar niet met Bakkes! O nee! Hij moet met zijn uitverkorenen naar het zuiden van Frankrijk kunnen (lees: willen) rijden. Dat is volgens hem het enige criterium om te mogen deelnemen aan het programma. Zijn voorstel om louter kandidaten met blond haar en blauwe ogen te aanvaarden werd door Wouter ook van tafel geveegd – pappa VDH keerde zich om in zijn graf. Niet dat het geen goed idee bevonden werd, alleen, de mensen zouden dat niet zo gaarne hebben, was zijn antwoord. Enfin, naast een hoofdcriterium zijn er – stilzwijgend – ook nevencriteria van toepassing voor ’t deelnemen aan ‘t showtje. Niemand die het weet, maar uit welingelichte bron vernam ik dat: knap, hip, trendy, Jörg Pilawa-sympatiek, gediplomeerd en spontaan eveneens tot de selectievoorwaarden behoren. Maar, sht, hou het stil hé…

    Bakkes, bewijs Vlaanderen een dienst: verkoop je aandelen en trek met al je Papperlapapp-kandidaten voor eeuwig naar het zuiden van Frankrijk en richt er een pappenheimer-gemeenschap op die louter uit aaibare, super-intelligente, knappe mensen bestaat. Laat ze met elkaar van bil gaan, maar let wel op voor eventuele indringers, parvenu’s als het ware, die het zuivere bloed zouden kunnen corrumperen. Baat voor mijn part desnoods een Bierstube uit ergens in Beieren, het kan me niet schelen, als je maar verdwijnt van mijn dierbare beeldbuis, alwaar vroeger De collega’s en consorten welig en volgaarne op tierden. Mit vorzüglicher Hochachtung!

    28-02-2009, 00:00 Geschreven door Pieter Van Cauwenbergh  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (5 Stemmen)
    Archief per week
  • 16/03-22/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Categorieën


    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    ingenuity
    www.bloggen.be/ingenui
    Zoeken met Google



    forum

    Druk op onderstaande knop om te reageren in mijn forum



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs