Afkomst: Frankrijk. Deze rasstandaard is in werking getreden op 28 april 1995. Gebruik van de hond: gezelschapshond, waakhond F.C.I. groepsindeling: groep 9 gezelschapshonden geen werkproeven vereist.
Kort historisch overzicht
De vermoedelijke afstamming: zoals alle dogachtigen van de Molosser uit Epire en het Romeinse keizerrijk. Verwant aan de Engelse Bulldog, de Alans uit de middeleeuwen, de Franse Doggen en de Mops. De bulldog die wij kennen is het produkt van verschillende kruisingen die gedreven fokkers in de volkswijken van Parijs in de jaren voor 1880 maakten. Destijds als hond van de lastdragers van de Hallen, slagers en koetsiers, wist hij het hart te veroveren van de high society en de artiestenwereld door zijn bijzondere bouw en karakter. Hij nam snel in aantal toe. De eerste rasvereniging werd in 1880 in Parijs opgericht. De eerste geregistreerde inschrijving dateert uit 1885 en de eerste standaard werd opgemaakt in 1898, het jaar waarin de "societe centrale canine" het Franse Bulldog-ras erkent. De eerste hondententoonstelling werd gehouden in 1887. De standaard werd gewijzigd in 1931 - 1932 en 1948; herschreven in 1986 door H.F. Reant en R. Triquet ( gepubliceerd door de F.C.I. in 1987 ) en daarna door het bestuur van de Franse Bulldoggenclub in samenwerking met R. Triquet.
Algemeen voorkomen
typisch een klein formaat dogachtige. Kleine krachtige hond, kort, gedrongen in al zijn proporties, kortharig, het gezicht plat en kortneuzig, staande oren en met een van nature korte staart. Hij moet het voorkomen hebben van een aktief dier, intelligent, zeer gespierd met een kompakte struktuur en een solide beendergestel.
Hoofd
Het hoofd moet zeer krachtig, breed en vierkant zijn; de hoofdhuid vormt plooien en symmetrische of bijna symmetrische rimpels. Het hoofd van een Bulldog wordt gekenmerkt door een terugwijkende massieve neuspartij, de schedel bezit in breedte wat hij in lengte heeft verloren.
Het karakter van de Franse Bulldog heeft heel wat in petto. Zo zijn ze niet alleen grootmoedig en soms jaloers, maar tevens zeer aanhankelijk, lief en gevoelig. Hun vrolijke en speelse zorgt er dan ook voor dat het ideale kindervrienden zijn. Ze zijn behoorlijk intelligent en slim en kunnen zeer volhardend zijn als ze hun zinnen ergens op gezet hebben.
Ook al behoort hij niet tot de blaffende honden, toch zal hij wanneer er onraad te bespeuren valt zijn stem laten horen. Naar soortgenoten kan hij wel enige dominatie laten uitschijnen, maar in omgang met mensen zijn ze zeer verdraagzaam en tolerant. Kortom de Franse Bulldog houdt van het gezinsleven, maar tevens van bejaardemensen daar hij een veelzijdig karakter heeft.
In 1948 is het ras zelfs goed bevonden. Onlangs is zelfs het standaard gewijzigt waardoor nu ook een ander kleur fawn is toegestaan. De ontwikkeling heeft zoals je ziet een lange weg afgelegd, maar het heeft zijn vruchten afgeworpen. Dit uit zich dat het ras meer en meer vertegenwoordigt is op tentoonstellingen. Ook de gemiddelde leeftijd (10 jaar) wijzen erop dat het ras het uitmuntend doet.Het zou rond 1870 geweest zijn dat in de volksbuurten van Parijs de liefhebbers en fokkers het ras wilden perfectioneren. En zo werd in 1888 een eerste standaard opgesteld en kwam het ras aanzienlijk in de belangstelling. Zelfs vooraanstaande figuren kozen voor het ras als gezelschapsdieren. Het was echter in 1898 dat door toedoen en invloed van enkele welgestelde liefhebbers het rasstandaard werd erekent.
Over de geschiedenis van de Franse Bulldog is er echter weinig sluitende informatie terug te vinden. Maar naar alle waarschijnlijkheid is de Franse Bulldog ontstaan door een kweekprogramma met verschillende rassen, waarin de Engelse Bulldog wel de hoofrol zou kunnen zijn. Sommige verwijzen zelfs naar de Mopshond en terriërs. In elk geval was de hond zeer geliefd en populair bij de handwerkslieden die ze in hun kleine arbeiders-huizen gemakelijk liet houden.
Maar toen de industriële revolutie uitbrak en er minder handarbeid was moest de arbeiders klasse noodgedwongen verhuizen. Zo vestigden velen zich in de noordwesthoek van Frankrijk waar de hond zijn verdere ontwikkeling zou plaatsvinden door zorgvuldig te fokken en te kruisen. Maar menige andere theorieën zullen u pad kruisen op zoek naar de oorsprong van de Franse Bulldog, maar wat wel met zekerheid mag gezegd worden is dat het een pracht van een dier is.
De Franse buldog is vooral een gezelschapshond, hoewel de hond zeer waaks is. Een Franse buldog wordt ongeveer 10 à 14 jaar. Volgens de rasstandaard moet een Franse buldog een schouderhoogte hebben van 25 tot 35 cm. Ze hebben een dichte, glanzende korte vacht. De toegestane kleuren zijn: gestroomd, zwart, wit, wit met gestroomde vlekken en fawn.
De Franse buldog heeft een levendig karakter en is een mensenvriend. De hond kan algemeen ook goed opschieten met kinderen. De buldog heeft wel een consequente opvoeding nodig en ze kunnen onstuimig zijn. Als de hond goed opgevoed en gesocialiseerd wordt, gaat de hond in het algemeen goed samen met andere huisdieren. Frans buldoggen zijn erg op hun baas gericht, als de baas onvoldoende aandacht aan ze besteedt, kunnen ze jaloers reageren.
De Frans buldog is forsgebouwd en kan zijn warmte slecht kwijt. Het is daarom niet verstandig om de hond zware inspanningen te laten verrichten bij hoge temperaturen.
Voor wat betreft de verzorging hebben de ogen en gezichtsplooien extra aandacht nodig.
De Franse Bulldog is een aanhankelijk dier en een ideale gezinshond. Hij is vrolijk, met een clownesk gevoel voor humor, en schrander en past zich uitstekend aan een leven in de stad of op het land aan. Hij is misschien wel de gezondste van alle bulldoggen en lijdt niet aan de overrontwikkeling en nasale problemen van de Boston Terrier en de Emgelse Bulldog.
Grootte
Het ideale gewicht is 12,7 kg voor renun en circa 11 kg voor teven.
Lichaamsbeweging
Korte, regelmatige wandelingen, afgewisseld met af en toe onaamgelijnd rennen.
Uiterlijke verzorging
Een normale dagelijkse borstlbeurt
Voeding
375-550 granm blikvees, aan dgevuld met een gelijke hoeveelheid hondebrood; of 3 kopjes volledig hondevoer, vermengd met 1,1/2 kopje warm of koud water.
Oorsprong en geschiedenis
De eer voor het ontwikkelen van dit ras gaat naar de Fransen. Het staat niet vast of het is afgeleid van kleine Engelse Bulldogs die door kantwerkers uit Nottingham in de 19de eeuw mee naar Frankrijk werden genomen of van kruisingen met vanuit Spanje in Frankrijk geimporteerde honden . In ieder geval is dit prachtige dier kemmelijk de afstammeling van kleine bulldogs en kwam hij aan het begin van deze eeuw overall in de belangstelling.
In 1948 is het ras zelfs goed bevonden. Onlangs is zelfs het standaard gewijzigt waardoor nu ook een ander kleur fawn is toegestaan. De ontwikkeling heeft zoals je ziet een lange weg afgelegd, maar het heeft zijn vruchten afgeworpen. Dit uit zich dat het ras meer en meer vertegenwoordigt is op tentoonstellingen. Ook de gemiddelde leeftijd (10 jaar) wijzen erop dat het ras het uitmuntend doet.Het zou rond 1870 geweest zijn dat in de volksbuurten van Parijs de liefhebbers en fokkers het ras wilden perfectioneren. En zo werd in 1888 een eerste standaard opgesteld en kwam het ras aanzienlijk in de belangstelling. Zelfs vooraanstaande figuren kozen voor het ras als gezelschapsdieren. Het was echter in 1898 dat door toedoen en invloed van enkele welgestelde liefhebbers het rasstandaard werd erekent. 
FRANSE BULLDOG
