Op de foto met de laureate
Op 14 april
kreeg ik in mijn mailbox:
U wordt vriendelijk uitgenodigd voor de plechtige prijsuitreiking van de
cursiefjeswedstrijd 2013. Deze uitreiking zal doorgaan op donderdag 8 mei om
20 uur in het Oostenrijks Salon van het stadhuis te Gent.
Had ik
deelgenomen aan een cursiefjeswedstrijd? Dat was mij helemaal ontgaan. De
verklaring voor dat geheugenverlies moet zonder enige twijfel gezocht worden in
de lange tijd die verlopen is sedert mijn geboortedag. Het duurde even voor ik
mij begon te realiseren dat ik een verhaaltje had ingezonden, maanden geleden,
voor de jaarlijkse cursiefjeswedstrijd van de stad Gent. Drie prijzen waren aan
de wedstrijd verbonden: de eerste zijnde de Michel Casteelsprijs ter waarde van
300 euro, de tweede zijnde de Polleke Pluymprijs ter waarde van 200 euro, en
dan nog een derde naamloze prijs een zogenaamde aanmoedigings- of
troostprijs van 100 euro.
Ik vroeg mij
af of ik de prijs nu al gewonnen had. Of was de uitnodiging gestuurd naar alle
deelnemers? U moet weten, beste lezer, dat ik nooit eerder aan zon wedstrijd
heb deelgenomen. Bij twijfel kan een mens maar beter op alles voorbereid zijn.
Ik heb laureaten van literaire en andere wedstrijden een prijs in ontvangst
zien nemen op TV en meestal wordt er dan een dankwoordje verwacht van de
laureaat. Blijkt dan dat deze niet verwacht had dat de prijs hem zou te beurt
vallen, dat hij de jury zeer dankbaar is en dat hij zeer blij is met de prijs.
Eerlijk gezegd, zonder valse bescheidenheid dus, ik verwachtte de prijs wél. En
waarom zou ik de jury dankbaar moeten zijn? Als zij in eer en geweten
geoordeeld hadden en mijn inzending dus de beste was, dan had ik die prijs dus
toch enkel aan mijzelf te danken. Blijft dus over: dat ik blij zou zijn met de
prijs. Superblij. Een eerste deelname en meteen al raak! Als dát geen perspectieven
opent! Voor, laten wij zeggen, een Visser-Neerlandiaprijs of een gouden uil of,
wie weet, de Nobelprijs
En er was nog
een andere twijfel: waarover ging mijn verhaal? Over Gent, das zeker, want dat
moest volgens het wedstrijdreglement. Tot op heden heb ik nergens een kopie van
mijn ingezonden verhaal teruggevonden, en meer kan ik er niet over zeggen dan
dat het er een zal geweest zijn in mijn klassieke stijl: cynisch realisme. Een
stijl waarvan de jury dat weet ik nu niet kapot moet geweest zijn.
In het
Oostenrijks salon zaten een dertigtal personen, vermoedelijk deelnemers die
allen hoopten op één van de drie prijzen. Achteraan stonden zes personen rond
een tafel: de jury. Eén onder hen kende ik Freek Neirynck en het hadden er
twee kunnen zijn, indien professor Jean-Paul Van Bendegem zijn kat niet had
gestuurd. Vóór mij zat een jonge dame, waarvan ik dacht: dit wordt de winnares van
de hoofdprijs. De proclamatie van de drie prijswinnaars kon niet op tijd
beginnen omdat de schepen die het hoorde te doen niet op tijd was. Toen die er
na een twintigtal minuten nóg niet was, werd zijn taak door een ander
waargenomen. Zoals verwacht werd eerst de troostprijs afgeroepen. Voor Thomas
Smolders uit Gent, met het verhaal Broodnodig: leuk verhaal, mooie verteltrant. Het werd voorgelezen door
één van de juryleden. Thomas was er niet, kon dus zijn prijs niet in ontvangst
komen nemen. Spijtig. De tweede prijs was voor Ilse Koolbrandt uit Gent. Zou
dat Ilse Colbrandt uit Lierde zijn, die in 2009 de troostprijs in de wacht
heeft gesleept en ondertussen naar Gent is verhuisd en haar familienaam wat
heeft aangepast? Die tweede prijs draagt de naam van Polleke Pluym, pseudoniem
van Prosper Desmet. Hij was dagbladschrijver, poëet, schrijver van romans,
novellen, toneelstukken en cursiefjes (Pluimkes). Hij was zesentachtig en nog
lang niet uitverteld toen hij in 2005 met de fiets omkwam in een
verkeersongeval. Ik vind het eigenlijk wel spijtig dat de naam van Robert
Desmet tijdens de prijsuitreiking niet gevallen is, evenmin als die van Polleke
Pluym. Voor deze tweede prijs was er overigens wéér geen echte prijsuitreiking,
want ook Ilse Koolbrandt had haar kat gestuurd. Haar verhaal had als titel De
boomstam draagt Gentse herfstbladeren op zijn rug. Ook dit verhaal werd door
een jurylid voorgelezen. Lag het aan de voorlezer of aan de micro of aan beide?
Ik heb er niet één zin van begrepen. Ten slotte de hoofdprijs, de Michel
Casteelsprijs. Tot mijn schande moet ik bekennen dat de naam van Michel
Casteels, in 1997 overleden, mij te enen male onbekend was, en evenzeer dat hij
Thomas Pips was, de tekstschrijver bij de tekeningen van Buth, en dat hij ook
cursiefschrijver Piet Korrel was, van
wiens korreltjes ik heb genoten in de Vooruit en later in de Morgen. Het
winnend verhaal: De dans der gevoelens. Een schitterend stuk proza, dat naar
mijn gevoel niet hoeft onder te doen voor het beste van wat Stijn Streuvels en
Albert Debeurme, mijn meest geliefde auteurs, ooit hebben gepresteerd.
Romantisch realisme, op een briljante manier voorgelezen door jurylid Freek
Neirynck. De winnares was de jongedame die vóór mij had plaats genomen en van
wie ik verwacht had dat zij de eerste prijs in de wacht zou slepen. Hoe had ik
het kunnen weten? Intuïtie? Zou ik dan toch over enig talent beschikken? Ik was
blij met de keuze van de jury. Alsof ik
zelf die prijs had gewonnen. Ik vond het spijtig dat de laureate bij het in
ontvangst nemen van haar prijs geen dankwoordje uitsprak. Tijdens de receptie
die volgde heb ik haar gefeliciteerd en we hebben een tijdje van gedachten gewisseld
over literatuur, onder andere. Ze was niet te beroerd om met mij te poseren
voor de foto. Ze heet Kim De Geest en ze woont in Evergem. Het is overigens
niet de eerste keer dat ze deze wedstrijd wint
Een rasschrijfster met een
grote toekomst, waartegenover mijn cynisch realisme maar een pover figuur
slaat.
Al de
overigen waren dus verliezers. Ik las ontgoocheling op veler gezichten. Zelf
heb ik met ontgoochelingen leren omgaan: onder andere toen mijn gulpbisschop
(www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=980624) en mijn Dafobib" (www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=2025012; www.bloggen.be/pierpont/archief.php?ID=2024822) zo schandelijk miskend werden. Maar vreemd
genoeg was ik deze keer niet ontgoocheld. Ik voelde mij zelfs een winnaar. Zijn
winnaars immers niet verliezers die nooit opgeven om Jean-Marie Dedecker even
te citeren? En opgeven doe ik niet. Komend jaar doe ik weer mee. Misschien heb
ik tegen die tijd mijn stijl wat gewijzigd. En ik heb alvast één van mijn
toneelstukken opgestuurd naar Brugge, voor de literaire prijs van West-Vlaanderen,
die dit jaar voorbehouden is aan dramatische kunst. En die prijs bedraagt
vijfduizend euro! Laten ze daar in Gent nu maar eens een punt aan zuigen. Brugge
heeft nooit in mijn bovenste lade gelegen, maar daar kan dus weldra verandering
in komen
Wat doet hoop toch leven!
|