Paul van Ostaijen, één van onze grote Vlaamse dichters, zoniet de allergrootste, een dichter van wereldfaam! Is het wonder dat jonge dichters in spe, in casu ikzelf, deze grootmeester pogen na te apen? Ziehier:xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
introductie
dit is een gedicht voor klein en groot
en alles wat daartussenin
een gedicht voor man en vrouw
en alles wat
d*artussenin (*als de techniek niet had gefaald stond hier nu het symbool voor "hermafrodiet")
gedicht: janneman
t r a a g z a a m
gaat onze jan
- janneman
het trapje op
dan
gaat ie
het trapje
weedrom af
hij zet zijn petje op
en af
en weedrom op
en af
ik sta er kleintjes bij
op de vlakke grond
en ik zie alle kleuren
van de regenbond
het rommelt in
mijn hoofd
mijn hersens gaan
in vrije v
a
l
en dan: de beoordeling
ik ging al voor mijn vrouwtje staan:
ach vrouwtje lief, zeg mij rap,
hoe vindt ge mijn verzen? knap?
en mijn vrouwtje sprak:
het doet mij wel verdriet,
uw gedicht en roert mij niet!
ik ging al voor mijn schoonbroer staan:
ach schoonbroer lief, zeg mij rap,
hoe vindt ge mijn verzen? knap?
en mijn schoonbroer sprak:
het doet mij wel verdriet,
uw gedicht en roert mij niet!
ik ging al voor mijn zwagerinnetje staan:
ach zwagerinnetje lief, zeg mij rap,
hoe vindt ge mijn verzen? knap?
en mijn zwagerinnetje sprak:
het doet mij wel verdriet,
uw gedicht en roert mij niet!
En nu de conclusie. Het moge duidelijk wezen dat ik het niet kan. Ik beheers het niet. Ik ben een sukkelaar, een hoogmoedige stumperd, een verwaande don Quichotte, een gebrekkig oud mannetje dat zich eventjes wil meten met een van de grootste dichters aller tijden. Ik schaam me diep en ik vraag vergiffenis aan alle lezers van mijn blog.
|