Vandaag is het de tweede dag. Ik heb bijna heel de dag bij Cass gezeten. Toen ik toekwam maakte ze geen geluid. Ze was niet aan het roepen zoals gisteren. Toen ik haar vroeg om iets te zeggen zei ze niets. Ik dacht dat ze dood was maar na een tijdje begon ze eindelijk te praten.
Ik merk dat ze het moeilijk krijgt. Ik kan het horen aan haar stem. Ze smeekte ook voor een beetje water te krijgen. Ik begin medelijden te krijgen met haar. Toch wil ik haar nog niet laten gaan. Ze heeft David nog altijd gekwetst. Nog even en dan zal ik haar vrijlaten.
We hebben veel gepraat. Ik heb daar van genoten, hoe raar dat ook klinkt. Het was goed om mijn hart te luchten ook al was het tegen Cass. Ze heeft mij ook veel verteld over haar leven. Het was wel emotioneel. Het ging meestal over David en over mama. Ze heeft mij doen inzien dat ze eigenlijk niets te maken heeft met David zijn dood. Dat het niet door haar gemeen briefje komt maar door de woorden van mama. Ik had hem beter moeten beschermen tegen moeder. Het is deels mijn fout. Nu moet Cass niet meer boeten maar moeder.
Toch heb ik het gevoel dat ik Cass haar woorden niet mag geloven. Misschien is ze me een soort van aan het manipuleren. Ze denkt waarschijnlijk dat ik nu mijn moeder beschuldig en dat zij ervan af is.
Ik ga me nu niet meer bezig houden met Cass maar met moeder. Ik laat Cass nog even liggen zodat ze toch haar straf krijgt en dan laat ik haar gaan.
|