De sint is geweest dit weekend en alle schoenen staan klaar met voor ieder een lekkere zak snoep en speelgoed. Voor de grote jongens een werkbank met materiaal, voor de meisjes een winkeltje van little people en voor de kleintjes een kouwgommentol met balletjes en speeltjes voor op de eetstoel te plakken.
Silke en baby Hanne gaan niet komen vandaag zij zijn een beetje ziek.
Driesje is de eerste. We zwaaien naar de mama. Grote Hanne moet naar school. Iedereen de jas aan en in de buggy en weg zijn wij. We zijn een beetje te laat en moeten tot aan de klas gaan. Mijn gsm gaat. Het is de mama van Woutje om te zeggen dat hij niet gaat komen vandaag en morgen want dat hij ziekjes is. Terwijl ik naar huis wandel gaat mijn gsm alweer. Het is de mama van Sus zij staat voor een gesloten deur. We haasten ons snel naar huis en laten Sus binnen. De jassen gaan uit en nu kunnen wij gaan spelen met het speelgoed van klaasje. Driesje en Sus zijn niet weg te slaan bij de werkbank. Maar ik wist dat het fout zou gaan. De hamer beland op ene zijn hoofd en er komen tranen. Ik neem de hamer af en hoop dat het nu beter zal gaan. Ze blijven spelen met het nieuwe speelgoed en krijgen er niet genoeg van. Wanneer ik Sus een verse pamper wil omdoen begint hij te wenen. Hij wilt blijven spelen. Driesje is moe en gaat even slapen. Oeps ik moet nog voor een lekkere maaltijd zorgen. Ik schil snel wat aardappelen en zet de groenten op. Sus denkt hij nu al mag eten en staat aan de eetstoel te trekken. Zou hij niet genoeg snoep van klaasje gegeten hebben dit weekend. Na een welverdiend uurtje slapen is Driesje er ook terug. Net optijd om aan tafel te gaan. Sus eet alles flink op en vraagt naar de koek. Driesje heeft minder eetlust en staat een half bord staan. Die zal wel veel snoep gegeten hebben dit weekend. Zij mogen nog een beetje samen spelen. En daar is de mama van Sus al. Nu gaat Driesje terug slapen. Na eventjes babbelen valt hij toch inslaap. Nu heb ik even tijd om iets te eten. Het is eigenlijk een mooi moment om de kerstboom te zetten. Ik haal alles naar beneden en begin de kerstboom in elkaar te zetten. Nu zijn de lampjes aan de beurt. Daar gaat de telefoon. Wie zou het kunnen zijn? Het is de juf van grote Hanne om te vragen of ik grote Hanne van school kan komen halen want dat zij zich niet goed voelt. Ik haal Driesje uit zijn bedje en doe hem de kleren aan en we stappen in de auto. En daar is grote Hanne. Zij is heel bleek en moet heel hard wenen. We gaan naar huis en doen de jas uit. En grote Hanne gaat haar bedje in. Ik laat de papa van Driesje nog weten dat hij Driesje hier kan vinden en niet aan de schoolpoort(was eerst afgesproken) Ik snij de peer in stukjes en ga samen met Driesje aan tafel zitten. Daarna nog een halve banaan en dan nog een handje vol letterkoekjes gegeten. En daar is iemand? Wie zou het kunnen zijn? Het is de papa van Driesje. Tot morgen jongen. Ik ruim de opvang nog een beetje op en mijn avond kan beginnen.