zoals verwacht.... de zomervakantie komt eraan. En met de vakantie de herinneringen.
Een jaar geleden zat jij zonder werk. Logeerde jij op dit moment met de honden op 100 km van hier. En bezwoer je me dat je àlles had geregeld voor mijn terugkomst uit vakantie, om 24 uur samen te kunnen doorbrengen, in mijn huis. Tegen beter weten in geloofde ik je. Ik wilde geloven dat je dat gepland had, dat je een idee had om te zorgen dat je weg kon ginder.
Wat was ik naïef. Heb ik écht kunnen denken dat jij, nadat je maandenlang élke afspraak door mij liet organiseren, mij steeds liet voorkauwen wélk excuus je kon gebruiken tegenover Haar, plots voldoende initiatief zou tonen om dat te regelen? Maar al mijn twijfels werden steeds weer vakkundig weggewuifd: "ik regel het, gegarandeerd. Ik vind wel iets."
Intussen nadert mijn vakantie weer. Naar dezelfde camping als vorig jaar... met alle herinneringen. Nachtelijke telefoontjes wanneer iedereen sliep. Nachtelijke ruzies vanuit de gemeenschapsruimte, waar niemand me kon horen. Chats vol ruzie, verwijten, onrust. Jouw angst dat de vakantie een kans zou zijn voor mij en mijn ventje om terug dichter bij elkaar te komen, en vooral te vrijen. Mijn inspanningen om je zo veel mogelijk te betrekken. Ik die steeds foto's stuurde van wat ik deed, om je te betrekken bij mjn vakantie.
Wat was ik naïef. Ik wilde je geloven. Ik had er behoefte aan om jou te geloven. Omdat het alternatief, jou niét geloven, ondenkbaar was. Jij, mijn man, zou toch nooit tegen mij liegen?
Een jaar later... wat schiet er nog over van "ons" en "ooit"? Minder dan niets. Jij blijft stommetje spelen, struisvogel. Nog 3 dagen en het schooljaar zit erop. Jij beweert dat je me daarna zal contacteren, als het werk erop zit. Om alles "uit te praten". Mijn voorgevoel zegt me dat ik je niet zal horen, tot ik bijna op vakantie vertrek. En dàn zal het zijn van "ah jij vertrekt. Tja, ik wilde wel afspreken".
Steeds opnieuw komt mijn rit terug naar huis, halverwege de vakantie, terug in mijn hoofd op vandaag. Mijn tranen, in de auto. De knoop in mijn maag, vanaf dat ik begreep dat je niét zou komen. Ik zie mezelf weer onder de douche staan, huilend, wanhopig. Ik kijk weer naar mezelf in de spiegel, mijn gezicht roodbetraand. Mijn nachtelijke rit, 100 km ver, om te praten, op een parking. Je kilte, je afstand. Jouw leugens "ik heb nooit iets beloofd".
Wat schiet er een jaar later over van dat gevoel? Steeds minder...
Ik luister naar Maitre Gims "tu vas me manquer". Steeds opnieuw... "mais de ma mémoire tu disparaîs". Je wordt meer en meer een herinnering. Ik rouw... en besef: vanaf nu ga ik 9 maanden rouw in. 9 maanden waarin ik steeds zal denken: het eerste jaar zonder... Op dit moment: terug mijn eerste zomervakantie zonder jou. Vertrekken naar de camping, zonder de hoop dat ik 24 uur met jou kan doorbrengen. Steeds terugdenkend aan "een jaar geleden". Wel beseffend dat het allemaal negatieve herinneringen zijn, vanaf de zomer. Er zijn geen mooie momenten meer geweest... enkel van ruzie naar ruzie.
Wat heb ik me vastgeklampt. Maar ik laat je los, ik liet je al een hele tijd geleden los. En sinds precies 4 weken is je plaats ingenomen.
|