ruim een week verder onder antidepressiva... en al wéét ik maar al te goed dat ik 3 weken moet wachten op het volle effect: ik merk het verschil al. Ik barst niet meer in tranen uit op de gekste momenten. Ik heb al twee dagen zelfs niet meer gehuild om jou.
Mis ik je er minder om? Neen, absoluut niet. Heb ik minder spijt van hoe alles gelopen is? Zeer zeker niet. Ik rouw nog steeds. Maar ik rouw steeds minder om jou, steeds meer om wat had kunnen zijn en nooit meer zal zijn. Ben ik duidelijk? Dat weet ik eigenlijk niet... maar voor mij voelt het zo.
Maar elke dag neem ik meer afscheid van de toekomst zoals we ze samen droomden. Liggend op een bed, ergens op een kamer. Want natuurlijk vrijden we geen 2 of 3 uur non stop. We praatten veel, over alles en nog wat, maar vooral over dromen, over "ooit". Mijn dromen en jouw dromen, en we zochten hoe we beide konden combineren. We fantaseerden, in afwachting van onze "ooit", over uitjes met mijn kids, enkel jij en ik, "om te voelen hoe het zou kunnen zijn". We planden reisjes, jij zou wel een excuus bedenken om eens enkele nachten weg te kunnen van thuis (voor mij is dat een stuk minder moeilijk, enerzijds professionneel, maar ook omdat het hier geen probleem oplevert om eens enkele nachten alleen weg te gaan).
Wat hadden we mooie dromen, mijn lief. We droomden groot, grenzeloos, eindeloos. Onze gezichten dicht bij elkaar, pratend, zoenend, onze vingers verstrengeld.
De realiteit speelde spelbreker. Niet enkel Zij, maar ook jouw inertie, jouw gebrek aan durf en ondernemingszin. Ik besefte al snel dat ik al jouw excuses bedacht om elkaar te zien, weet je nog dat ik die opmerking maakte? Toen het moment kwam dat je zelf een excuus moest bedenken, afgelopen zomer, viel élk plan in het water, bleek er niets gepland. Het keerpunt...
Dromen... ik was bereid om ze allemaal te helpen realiseren.
|