wat ben ik naïef.... lachwekkend naïef.
Gisterenavond chatten we even... ik laat je weten dat ik deze voormiddag in een gemeente vlakbij zit, van 9 tot 12h, wel wetende dat jij daardoor rijdt, als je terug naar huis rijdt van op je examen vanochtend. Jij gaat aan dat nieuws voorbij. Iets later wijs ik je er nog eens op "dat was een hint". Weer negeer je het...
Ik word niet meer boos, zelfs niet meer verdrietig. Ik ga eraan voorbij, praat over iets anders. Vanochtend wens ik je succes met je examen, vraag je enkel om me te laten weten hoe het liep. Dat doe je, en tegelijkertijd meld je me dat je "onderweg bent. En wat nu?" Wat dan??? Ik vraag niets... ik bied je een kans om me een klein uurtje te zien, en jij grijpt ze niet. Terwijl je letterlijk op 200 meter van de plek waar ik een cursus volg rijdt... we hadden iets kunnen gaan drinken, een wandeling kunnen maken, of gewoon in de auto hebben zitten praten.
Ik laat je nog weten dat ik weg kan, herhaal dat mijn gezin me pas een uur later zal komen oppikken. Jouw reactie? "ben intussen bijna thuis". Ik kén het traject dat je rijdt... ik reed het al zo vaak dat ik per minuut kan zeggen waar je je bevindt. Op het moment dat jij stuurde "onderweg" was je al in de gemeente waar ik me bevond. Dàt noem ik niet "een kans grijpen", dàt is gewoonweg veronderstellen dat ik alles al plande. Want het is waar: voordien zou ik geregeld hebben dat ik op dat moment buiten stond, zou ik je letterlijk gezegd hebben "pik me daar op, en we gaan daar heen". Maar net dàt gedrag van mij maakt dat ik al 11 maanden hoor "het is altijd jouw goesting".
Maar: ik word niet meer boos. Zelfs amper verdrietig. Ik zeg "okee", en leg mijn GSM weg. Sluit mijn cursus af, laat me oppikken door mijn gezin, ga winkelen met hen... en contacteer je zelfs niet. Ik denk aan je, maar minder dan ik vrees. Ik geniet van mijn kids.
Ik krijg slecht nieuws, in verband met iemand die ik ken. Het nieuws raakt me, frustreert me... kanker. Zo onrechtvaardig. Elke dag krijgen mensen te horen dat ze kanker hebben, dat besef ik maar al te goed. Maar nu... ik kan zelf niet verklaren waarom het nieuws me deze keer zo hard raakt. Het is niet alsof dit de eerste persoon in mijn omgeving is die kanker krijgt. Misschien word ik wel zo boos en opstandig op deze situatie, omdat ik het niet word op jou? Maar ik ben razend, gefrustreerd, opstandig,... al die dingen. En ik post het dan ook op facebook, dat ik zin heb om ergens héél hard tegenaan te schoppen.
Geen 5 minuten duurt het, of jij reageert... "waarom schoppen?" Jij beweert bij hoog en bij laag dat je mijn facebook niét in de gaten houd. Hiermee bewijs je het tegendeel... weer bestaat er een grote discrepantie tussen wat je zegt en wat je doet. Ik heb geen zin om het je uit te leggen, zeg enkel dat het niets met jou te maken heeft. Nog probeer je "echt niet?". Je moet het doen met een kordate "echt niet". Je volgende vraag kan ik zo voorspellen "kan ik iets doen?" Dàn leef jij op... als jij kan "helpen". Maar jouw helpen is geen écht helpen, dàt weet ik intussen al. Jouw helpen is enkel voor jezelf, niet voor de ander. Mijn antwoord is trouwens niet gelogen: "neen, je kan niets doen". En daar laat ik het bij...
De rest van de middag negeer ik je. Ik neem geen contact op, en check zelfs niet of jij online komt. Ondanks dat het weekend is, hoor ik de Ander wel. Even chatten... elkaar vertellen hoe de dag verloopt. Hij zit met een serieuze tegenslag vandaag. Maar weeral word ik geconfronteerd aan het verschil tussen jullie. Geen gezeur of "waarom ik weer?" houding, enkel de stappen die hij al ondernam, in afwachting van maandag. Daarna over tot de orde van de dag, de verdere plannen. Een mature optimistische houding... En dus deel ik mijn gevoel van frustratie wél met hem. Aan hem vertel ik hoe ik me voel.
Mijn gevoel niet delen met jou... het is nieuw voor mij. Al iets meer dan 11 maanden lang vertel ik jou àlles. Zonder geheimen... jij weet alles over mij. Mijn enige geheim was de Ander. Tot nu... Het voelt bevrijdend aan, om niet meteen naar jou te rennen met mijn gevoel. Weer zelfstandig, niet meer afhankelijk.
Maar ook een kantelmoment. En dat voel je ergens toch aan. Je contacteert me zodra je me ziet verschijnen op facebook vanavond. Je vraagt me of ik nog boos ben... Vervolgens ga je verder... "zag de foto's op facebook... nu begrijp ik waarom je me wegduwt...jouw keuze". Ik kan er enkel mee lachen... jij trekt conclusies op basis van repetitie-foto's, waar ik naast iemand in de zetel zit. Ik en hij??? Laat me niet lachen... Ik beslis de zaken eens duidelijk te stellen: ik duw je niet weg, maar ik ben gestopt met je aan te trekken, achter je aan te lopen. Dàt zal je ongetwijfeld voelen. Maar ik duw je niét weg. Integendeel: jij vraagt me bij jou langs te komen, en ik kom. Dat bewees ik afgelopen week. Maar... ik zal nooit meer vragen om te mogen langskomen. Dàt is nieuw.
Ik blijf rustig, zet de zaken gewoon eens op een rijtje. Jij tracht van onderwerp te veranderen, maar ik sta het je niet toe. Letterlijk "verander niet van onderwerp alsjeblieft. Praat dit uit". Maar ik merk: je laat mij praten, en zegt zelfs niets. Dus ik stop ermee. Ik laat je weten "tegen mezelf praten kan ik elders". Hier kan ik ook nadenken, de dingen neerschrijven. Liever bloggen dan tegen iemand te praten die toch niet reageert...
Ik besef : ik schrijf de dingen neer... heb bewijs voor mezelf nodig wat ik denk, wat er gebeurt, wat er speelt. Maar ik voel ook de behoefte om eens te schrijven hoe het was... voor ik vergeten ben dat we ook geweldige momenten hadden samen. Ik maakte de optelsom:
we leerden elkaar kennen op 6 februari
we ontmoetten en zoenden elkaar voor het eerst op 23 februari
we beminden elkaar voor het eerst op 3 maart
we beminden elkaar -naar mijn gevoel- voor het laatst op 26 juni
daarna volgden een helse zomer, vol verbroken beloftes, en 5 maanden van proberen om die zomer ongedaan te maken
Binnenkort vieren wij verjaardagen... ik vraag me af of jij eraan zal denken. Ik in elk geval wel. Op 3 maart krijg je van mij een geschenk. Niet het eerste... maar wél het meest betekenende. Je krijgt van mij een horloge... als teken van de tijd samen die we onherroepelijk kwijt zijn. Door jouw toedoen... al die momenten die jij liet liggen.
Ooit gaf jij me jouw horloge, toen ik op vakantie vertrok. Als teken dat je op me zou wachten. Ik mocht het 4 maanden dragen, verzon een vreemd excuus tegenover mijn gezin, waarom ik een horloge droeg dat niet van mij was. In een groots gebaar, ergens eind augustus, gaf ik het je terug. Sindsdien draag ik weer mijn eigen horloge. En af en toe, provocerend lijkt het wel, draag jij dat ene horloge als we elkaar zien.
Die vakantie... jij gaf me jouw horloge, als teken. Ik gaf je mijn tekst... een tekst die me nauw aan het hart ligt... al ruim 20 jaar in mijn portefeuille zit. Zo vreemd... door dit neer te schrijven besef ik plots dat je die nog steeds in jouw portefeuille hebt zitten... Op zich niet erg: ik kén de woorden. Maar waar ik zo ongeveer àlles van jou teruggaf, kreeg ik mijn tekst nog steeds niet terug...
Echtverbintenis (Adrien Morriën)
ik zal je niet slaan
alleen maar niet strelen
ik zal je niet bijten
alleen maar niet kussen
ik zal je niet overweldigen
alleen maar niet met je spelen
ik zal je niet doden
alleen maar niet laten leven
|