zo zal het zijn vanaf nu.... korte berichtjes, beleefd. We tasten beiden weer af, ik voel het wel.
Ik doe geen toenadering... vanochtend negeerde ik mijn gsm, tot jij om 14h dan toch een "gdmxxx" verzond.
Gisteren ging het bijna mis. Rustige ochtendwens, af en toe een kort woordje, maar ik voel de bui hangen, ken je intussen te goed. Ik zit bij mijn familie, en jij thuis met enkel Haar. En ja hoor, niet lang of ik merk dat het je niet gaat. Ik vraag wat er is, en lees "mijn gevoel". Maar meer krijg ik niet... als ik doorvraag krijg ik "laat maar". Ik zoek niet verder, merk enkel af dat ik jouw gevoel niet kan erkennen als je het niet deelt. Geef wel aan dat ik hoop dat je dan niet later op de dag de bom zal laten barsten.
Maar 25 december is kerstdag bij mijn ouders, dus ik heb veel afleiding. Ik slaag erin om mijn gsm redelijk goed te negeren, af en toe een heel kort berichtje. En rond 22h wens ik je goedenacht. Ik slaag erin om de rest van de avond niets meer te sturen... ik mis je, maar minder dan vroeger.
Ik vraag me af... hoe gaat dit nu weer aflopen? Want maandag vertrek ik op vakantie, een volledige week. Niet echt ver, maar toch ver genoeg. Ga jij weer het slachtoffer uithangen, de in-de-steek-gelatene, zoals de vorige keren?
Mijn gevoel is dat je het me niet gunt. Oh, je zegt het niet hoor, daar ben je te beleefd voor. Iedere keer als ik vertrek, klinkt het van "geniet ervan, het is je gegund". Dat heb ik altijd al een vreemde uitspraak gevonden. Dit is mijn vakantie, ik werk hard om mijn gezin die vakanties te kunnen bieden. Mijn stukje compensatie ongetwijfeld, voor al mijn afwezigheid. Maar in je woorden tijdens mijn vakantie schemert altijd iets bitters door, kleine opmerkingen, een onderliggende toon.
Jij zegt altijd dat jou enkel slechte dingen overkomen, dat alles in jouw leven steeds verkeerd draait. Ik probeer daar al 10 maanden tegengewicht aan te bieden. Ik geloof in een positieve ingesteldheid. Dàt is simpelweg de reden dat ik steeds weer geloof in jou, dat ik bij elke vage belofte steeds weer geloof dat je zal doen wat je zegt. Steeds weer loop ik erin, hoe vaak ik jou en mezelf ook zeg dat ik je niet meer zal geloven. Toch blijf ik hopen, iedere keer weer.
Maar diep vanbinnen weet ik al beter. Geloof ik je beloftes niet meer. Geloof ik steeds minder in jou. En verlies gaandeweg mijn geloof in ons.
|